Wijn
5
\o 331
Maandag 3 Juli 1933
36e Jaargau
EERSTE BLAD.
11
tr
IDW OLIE
OTOREN
DE JONGE,
ide wijn voor
brstellenden.
Ichtbiuii) Meiiismlsn>
mstbode
Dit nummer bestaat uit twee bladen
TACONIS
P IJ P TABAK
A
elburg.
liddelburg zijn
Ier Drankwet
25 d. h.iO
A. S. J. v.
d. h.overlx.
rapelle, tot 2
J. de V., .1.
t tot. f 5 b.
aan ouders;
Kg, tot torug-
urg, tot f 2 b.
tot f 3 b. s. 3
llg: C. J. V.,
zich op do
rinden: M. P,
h.; I. A.,
ouders; II. A.
s. 1 w. t.
G„ A. R. v.
3der tot f t b.
s rijwiel 2 per-
delburg, tot f 1
>urg, tot f0.50
kerke, tot 15
licht: J. R.,
do J., J. van
,ot f3 b> 8. 3
f2 b. s. 2 d.
r. s. 1 d. li.;
v. t.op straat
Vlissingen, tot
10 Swb.A. C.
3. 1 d. h.; P.
,1. K., allen te
den te Vlissin-
b. s. 2 d. h.,
1 d. h.; P.
te Vlissingen,
certr. art. 461
3 b. s. 3 d. 'h|.
Vlissingen, tot
iidswet: J. C.,
F. S., Vrou-
S. C. J. van
d. h.overlx;
luiden, tot I' 5
en l'ijwielwet:
3d. h.; I,.
b. s. 2 d. h.
R., Vlissingen,
ischapC. R.,
h.; J. van 3.,
h.; L. R. Lz.,
h.ontslagen
G. C. C. M,
lelburg, overtr.
ouwbaar!
psgebruik van
1 cylinder.
jOO P.K. 2 cyl.
jctus en prijs bij
|n Schepen,
27 - Rotterdam.
&249.
VAN AARTSEN,
en gedistilleerd,
|2, Middelburg.
(aan de rekening),
1HIERE, Grijpskerke.
E KOOP:
ont Vaarsje, bij
IN BROEKE, „Duin-
rskerke (W.).
E K00P:
IIËLSE, Westkapelle.
familieomstandigheden
>ordige een nette
iefst tegen 15 Aug-i f
gezin. Geen wasch.
levr. OOSTERBAANr
f
too spoedig mogelijk J
tte Dienstbode.
JRIEP, Heinkenszan^
en voor Fr rüi«'
uikerpeën.
[JSROGGE, VlissmgeDr
Drukkers-Exploitanten
OOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Langs Vorststraat 68—70, Gaes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f 3.
Losse nummers
t 0.05
Prijs der A d ve r t e n t i n:
I4 regels f 1.20, elke regel meer 30 et
Bij abonnement belangrijke korting.
Dit nummer prente de kiezer zich in
H geheugen. Hij herhale het, bij zich zelf,
eiken dag, opdat hij zich op 5 Juli niet
kunne vergissen.
Hij moet namelijk 5 juli stemmen op
jto. I der lijst, waar esn 5 boven staat.
En dus maar EEN wit stipje rood ma
ken, n.l. vóór .den naam van
Mr J. A. DE WILDE.
DE A.-R. CANDIDATENLIJST.
(no. 5 van de Stemkaart)
'1. Mr J. A. de Wilde, Den Haag.
2. C. v, d. Voort v. Zijp, Den Haag.
3. A. Colijn, Nieuwer-Amstel.
4. J. v. d. Molen. Renkum.
5. I. F. Heemskerk, Middelburg.
<6. Mr G. v. Baren. Delft.
7. Chr. v. d. Heuvel, Haarlemmermeer.
J. A. J. Jansen Maneschijn, Dordrecht
9. J. Schouten, Rotterdam.
18. C. Warnaar. Dirkstand.
Klost hiervan op 5 Juli no. IMr J. A.
de Wilde.
Gods leiding in een vrouwenleven.
Wie weel', ol gij uiet om zulkon
tijd ajs deze, tol dit koningschap
geraak! zijl.
(Mordechai lot. Esther).
Reeds Mevrouw Breed veld wees te
Goes, aan de hand van Esthers geschie
denis, op de leiding Gods in ons vrou
wenleven.
Gelijk Esther nooit gedroomd heeft, een
maal nog te zullen geroepen worden als
■dochter van het oude Bondsvolk op den
troon als de vrouw van een heidensch
vorst een heidensch volk te regeeren, dat
het Joodsche volk in dienstbaarheid had,
evenmin hebben onze vrouwen ooit kun
nen droom en in dezen democratischer) tijd
eenmaal door Je Koningin te zullen wor
den geroepen om mee te Kiezen.
Wij kennen (en nu geven wij het woord
aan mej. H. S. S. Kuyper in „De Stan
daard".
We kennen allen dal ontroerencl-schoone
verhaal.
De booze Hainan, woedend om Morde
chai's manhaftig weigeren, om zich voor
hem neder te buigen, weet het noodige
geld te beuren, en de noodige wetten tie
doen ontwerpen, om het Joodsche volk,
en in dat Joodsche volk den dienst van
Jehovah, te doen verdwijnen van 'den
aardbodem, i
En als de trouwe Mordechai met zijn
diepe liefde voor zijn volk en zijn begin
sel. in zak en assche nederzit, Schijnt hem
in de duisternis zijner ziel één ster der
hope: Esther, Esther, wier naam „ster"
beteekent.
Zij kan, zij moet, zij zal het volk redden
van den ondergang!
ifear Esther deinst terug. Ze heeft ern
stige bezwaren. En die bezwaren geven
den doorslag. Niet: de nood van haar
volk. Niet: de macht, die God haar in
handen gegeven heeft. Neen: haar eigen
bezwaren spreken luider dan dat alles.
Zóó overwegend zijn die bezwaren van
haar vrouwelijk gemoed, dat. ze weigert
van haar machtspositie gebruik te maken,
om haar volk te verdedigen tegen Hainan's
aanval.
Maar dan is Mordechai trouw op zijn
post. Hij zegt niet: „O, dan moet Esther
maar thuisblijven, en dan zullen we naar
andere hulpmiddelen omzien."
Neen, Esther moet het doe n. Dat
staat vast bij Mordechai. Zij moet over
al haar bezwaren heen stappen. Zij moet
haar verdedigingswapen gebruiken tegen
het aanvalswapen van Haman. Zij moet
haar volk redden.
„Beeldt u niet in," zegt hij tot de
weifelende Esther, „beeldt u niet in,
in uwe ziel, clat gij zult ontko
men in het h ui s d es koning s,
meer dan al de andere Joden."
(Als gij weigert te helpen, dan is niet
alleen u w v o l k in gevaar maar gij
zelf, uw eigen vrouwenleven ook. Wordt
uw volk gered, dan zijt gij ook veilig. Gaat
uw volk te gronde, dan sleept het u in
zijn val mee.)
„Want i ndien gij «enigszins
z w ij g e n zult t e dezer t ij d, zoo
zal den Joden verkwikking en
verlossing uit een andere
plaats ontstaan, maa r g ij en u w s
vaders huis zult omkomen.'
(Tenslotte heeft God u piet noodig; om
Zijn werk te doen. Hij is de Machtige,
om Zijn volk buiten u om te verlos
sen. Maar als gij zwijgt, en weigert den
strijd des Hoeren mode te strijden, zoo
zult gij omkomen, gij on uw» vaders huis.)
En dan eindigt hij zijn vermaan niet
die aangrijpende woorden
„W i e w eet, o f g ij. n i e t o m z u 1 k e n
t ij cl als deze is, tot dit koning
schap geraakt z ij t."
Dat koningschap, Esther, wil hij zeg
gen, heeft God u thans geschonken
met een doel. Tegen Hainan's macht
staat u w macht. Die macht, die God u
juist n u geschonken heeft. Dat is geen
toeval Esther! Dat is leiding, leiding Gods
in uw vrouwenleven. God heeft uw vrou
wenleven juist nu op 't nauwst verbon
den met het leven van uw volk, dat in
zoo groot gevaar verkeert. Daarom heeft
God u, nu, tot dit koningschap geroepen.
En Esther laat zich overtuigen. Voor
Mordechai's machtig argument versmelten
al haar bezwaren als sneeuw voor de zon.
Ze herhaalt haar bezwaren niet meer. Ze
zegt alleen:
„1 k zal tolden koning ingaan,
h e t w e 1 k n iet n a a r d e w e t i s.
Wanneer ik dan omkom®, zoo
kom ik om".
Mordechai's woord: „Wie weet, of gij
nipt in dezen tijd, nu uw volk in zoo groot
gevaar verbeert, tot dit koningschap ge
raakt zijt". zinkt haar diep in de ziel. Ze
ziet het: Zij had ongelijk. Niet dóór be
zwaren te hebben, maai door zé den
doorslag te doen geven. Ze ziet het
Mordechai had gelkij. En op tioog tegen
hoop zet zij al haar bezwaren op zij, aan
vaardt eten strijd, en wordt in Gods hand
hel middel om haar volk te redden van
den ondergang.
Zijn er, met 't oog op den komenden,
stembusstrijd, onder onze antirevolutio
naire vrouwen ook Esthers? Die bezwaren
hebben om lvet machtsmiddel, dat door
Gods onbegrijpelijke leiding in haar vrou
wenleven haar gewerd, te gebruiken als
vedediging tegen den bonzen aanslag op
ons Christelijk volksleven?
Waf in Israel's volksziel leefde, leeft
door Gods genade vóórt ook in de ziel
van het Nederlandsche volk.
En de Bijbelverhalen leven vóórt in
andere vormen tot op onze dagen. Daarom
leven ze zoo voor ons.
En ook de Hamans, en de Esther's en
de Mordechai» wij zien ze en wij hoorei»
ze om ons heen, nu de stembusstrijd,
weer is ontbrand.
De Christelijke kern van Neer(anch volk
is een doorn in 't oog der hedendaagscb®
Hamans. Zij toornen tegen ons, omdat wij
weigeren te buigen voor de „geden dezer
eeuw", waarvan de hedendaagsrbe Ha
mans de profeten zijn. En een booze aan
slag is beraamd: hef Christelijk Nederland
moet vallen. De „tienduizend talenten
zilvers" worden opgewogen. De „brieven"
worden geschreven. De .looners" wórden
rondgezonden
Maar daartegenover staat, dat Esther,
juist n u, tol een vroeger nooit gekende
ol' begeerde machtspositie is geraakt,
waardoor z ij Hamans aanslag kan hel
pen verijdelen.
Misschien weet ze het nog niet. Mis
schien heeft ze „groote bezwaren", om
van dat machtsmiddel gebruik te maken.
Zulke „Esthers" vronen er in al onze
steden en dorpen. Maar waar Esthers zijn,
daar zijn ook Mordechai's. Esther en
Mordechai komen bijeen. Als Esther wei
felt, is Mordechai trouw op zijn post. Als
Esther bezwaar maakt, wet Mordechai
dat bezwaar weg te nemen.
Op onze Mordechais rust de plicht
onze Esthers aan haar plicht te herin
neren.
Op onze Mordechais rust de plicht,
onze Esthers 1:e overtuigen, dat het ge
vaar, dat ons volk bedreigt, zóó groot is,
dal thuis blijven zonde zou zijn
Laten onze Mordechais het overal in
den lande toch onzen Esthers op het hart
binden:
„W ie weet, of gij niet op zul-
ken tijd als deze tót dit koning
schap' geraakt zijt."
Denkt om het roode potlood.
.In tiet verkiezingsnommei' staat, aan
het slot van 't giesprek tusschen Toon en
Bart, dat Toon het witte puntje vóór mr
De Wilde's naam zware of rood moet
maken.
Maar dat is mis.
Bart mag geen zwart potlood
gebruiken; anders is zjjn stem
van onwaarde.
H(j moet gebruiken het roode potlood
dat aan den tessenaar in het stemhokje
Huisbezoeksters en huisbezoekers, zegt
dit aan Bart en aan alten die, gelijk hjj,
door teen onoplettendheid, door Toon on
juist zijn ingelicht.
Dus: het witte puntje rood.
Alleen rotrd.
30ctp/2m
Zomertijd.
Do sfembus is open van 8 tot 5 uur
zomertijd. Let wel: ZOMERTIJD.
Wie op onze dorpen zich nu aan den
ouden tijd houdt, rekene ei' op, dat 8
(tot 5 uur voor hem beteekend 7 tot 4 uur.
Huisbezoekers, zegt dit voort,!
Er vóór er voor!
Dat. toch onze ouden van dagen zich
niet vergissen.
Rood maken moeten zij hot puntje
dat VOOR den naam van de Wilde staat.
Er ,YOOR. Niet er achter.
'Huisbezoekers en huisbezoeksters,
maakt alsnog hen hierop -attent. Het heeft
zich bij pioefstemmingen al voorgedaan,
dat de stip achter de Wilde's naam Werd
zwart gemaakt, zoodat een dissidente Ka
tholiek werd gestemd.
Hoe 't mogelijk is. begrijpen wij niet,
daar toch de even lijsten een weinig
dalan.
i 'Misschien Was. bijziendheid de oorzaak.
Denkt er om. mensohen die niet of
zoo Igoed als niet kunnen zien, zoodat zij
niet, stemmen kunnen, zijn hulpbehoevend.
Hun kan door den voorzitter van 't, stem
bureau toegestaan worden zich hij 't, stem
men t.e doen bijstaan.
En dat mag geschieden door zoon of
dochter, of vriend of kennis, niet door
de leden van 't stembureau, bovendien
die kunnen niet van hun plaats, die
hebben 't veel Ie druk.
Derhalve, Wie v oor T> e W i 1 d e is,
maakt rood het witte puntje voor de
W tide zijn naam.
Er voor, er voor!
Herhaalt dit tot elkander tot. aan den
avond van den stemdag.
„Kiezers van Zeeland".
In onze omgeving is een circulaire ver
spreid aan de „kiezers van Zeeland", naar
aanleiding van welke circulaire wij óns
een enkele opmerking meenen te moeten
veroorloven.
Dez/e circulaire is blijkbaar opgesteld
door «en kring van vrienden van den
heer Moojen, assistent-resident, met verlof
hier te lande, candidaat'voor de „Onaf
hankelijke Partij".
Nu is n'oi. 1 op de lijst dezer candidaten
jhr. van Beresteyn, vroeger vrijzinnig-
democraat. die volgens mr Marchant, in
1918 in de vrijz.-dem. partij was getre
den. met de opmerking dat. hij eigenlijk
sociaal-democraat was, en die nu weer
uit de vrijzinnig-democratische partij liep
om teen nieuwe partij, die der onaf-
hankelijken", te vormen.
Nu hebben wij in Nederland nog geen
ervaring opgedaan, in zake een dergelijke
partij. Maar'in België heeft men dat wel.
Daar trad zij veertig jaar geleden op, en
veroverde een aantal zetels in de Kamer;
doch onjipopte zich alras als clericale
partij.
Wij hebben alle reden te vwezen dat
de hier ten tooneele gebrachte „onaf-
hankelijken", straks in de Kamer gekomen,
zich zullen ontpoppen als Liberalen.
Nu zal dit eventueel den onderteeke
naars der circulaire-Moojen wel geen te
leurstelling behoeven te baren. Manoen
van rechts vermochten wij onder hen niet
te onderkennen.
fn zóóver ligt er iets inisleidends in de
aanbeveling dei' lijst v. Beresteyn. Hetwelk
nog te meer uitkomt, dewijl op deze lijst
ook voorkomt de naam van genoemden
heer Moojen.
Deze heei' toch was in 1913 vrijzinnig
candidaat. en stond tegenover, den heer
Lohman; hij schermde toen nogal vee;
met zijn lidmaatschap der Hervormde kerk,
terwijl, met name op Tholen, achter de
namen der candidaten stond:
De Savoi'nin Lohman Gereformeerd.
Moojen Ned. Hervormd.
Een truc, die bijna ons den zetel van
dan heer Lohman zou gekost, hebben.
Nu duikt deze candjdatuur weer op,
doch onder niet minder opzienbarende
omstandigheden.
De heer Moojen toch heeft, blijkens
mededeeling van mr Marchant, e-enige
maanden geleden aangeboden terug te ko
men in den Vrijzinnig-democratische!»
bond, op voorwaarde dat hem, Moojen,
'een kans gevende plaats zou worden be
schikt op de candidafenlijst. Mr Marchant,
blijkbaar wars van schacherpolitiek, wees
het aanbod van den heer Moojen af, met
't gevolg, dat de heer Moojen overging
naar de bovengenoemde partij der Oïriaf
hankelijkere
Nu wordt de heer Moojen in de door
ons gewraakte' circulaire zijner vrienden
en kennissen natuurlijk niet daarom
aanbevolen. Integendeel, bij een zuiver
politieke verkiezing als die voor de Twee
de Kamer zou zijn verkiezing juist daar-
o m van de zijde dezer liberale onder
teekenaars behooren te worden ont
raden.
Zij dragen dan ook andere argumen
ten aan, argumenten evenwel die deels
vallen buiten het kader eener politiek®
aanbeveling.
De heer Moojen, die op staatkundig
gebied oen man is zonder ervaring, en
van zijn onbeholpenheid te dien opzichte,
onder anderen in de openbare vergade
ring, waarin mr de Wilde optrad, in
1913, op droeve wijze blijk gaf, wordt
aanbevolen als „geboren Kloetingenaar",
als „geboren en getogen Zeeuw", als
„goed Zeeuwsch en goed rond", als
„vrijzinnige Zeeuw", als „voelende voot
bet schoone land zijner geboorte waar hij
gaarne vertoeft", als „Zeeuwsche candi
daat", als „vertrouwensman". Altegaar
argumenten die .de „ontzettende politieke
verwarring" waarvan A® Circulaire zelve
gewaagt, nog komen vermeerderen.
Want, in ernst dient 't gevraagd, is nu
toch waarlijk in onzen veelbewogen tiid,
terwijl er zoovele staatkundige en maat
schappelijke vraagstukken om oplossing
vragen, er niet ietwat meer noodig ter
aanbeveling van een candidaat dan dat
ld) de bovengenoemde qualiteiten van
"rondte Zeeuw en vrijzinnige vertrouwens
man enz. bezit? Wij nemen gaarne aan dat
de heer Moojen is een hoogst bekwaam
assistent-resident in Ned.-tndië, en al zijn
goede qualiteiten blijven onzerzijds on
gerept. Maar de kiezers te Kloetinge, van
welke richting ook, dienen te weten dat
•een aanbeveling als die van de heei'en
B. van Lier®, c. s. niet door den beugel
kan. Te Kloetinge moge het een pak
kend argument schijnen „de hoer Moojen
is geboortig van Kloetinge"; doch voor
het lidmaatschap der Tweede Kamer wordt
meer vereischt dan dat.
Geen socialisme.
Er is geen liberalisme meer.
Het Handelsblad, het eens zoo
machtige liberale orgaan van den groot-
kiezer A. C. Wertheirn, luidde de doods
klok, door den nation aal-voelende libera
len te ad viseer en op een der chr. histori
sche jij sten te stemmen; een advies, dat
overigens niet onverwachts kwam: bet
was ons reeds een paar weken geleden
bekenrl, dat dit advies zou gegeven wor
den.
Gelijk thans is geschied.
Daarvan echter gezwegen.
Maai', ev is ook geeqsocialisme meer.
Hoe zoo?
Laat ons De Nedei ij^^ler. er over hooren.
Men versta ons wei: wij weten van
velerlei „socialistischen" geest in allerlei
kring door geheel de wereld. Maar nu gaat
het over het socialisme als geordende po
litieke partij ten onzent. Niet in de com
munistische. doch in de sociaal-democra
tische lijn.
En dan ontbreekt het thans ten onzent.
Te voren viel het (socialisme") in drieën
uiteen: hoogte, onmiddellijke politieke
eischen, waardoor men andere partijen
overtroefde felle rritiek op het „kapita
lisme" en al wat kapitalistisch kon wor
den gescholden - dwepende t.eekening
van de rozeroode toekomst.
Dat alles sleepte mede en bracht den
tegenstander in het vuur.
't Is echter alles eigenlijk thans ver
dwenen.
Dat blijkt hieruit; dat de strijd tegen
lief socialisme een strijd wordt tegen
Rusland.
Helwelk 'onwijst hoe weinig vat de so
ciaal-democratie zelf geeft En dat niet,
wijl zij zoo sterk staat, maar omgekeerd.
Over het groote lichtende ideaal wordt
nauwelijks meer gesproken. De eerste stap
in Duitschland is tot volkomen mislukking
geworden. Economisch niet slechts, doch
ook sociaald. i. wat betreft, de positie der
arbeiders in het bedrijfsleven. En wel heel
sterk wordt gevoeld, dat de gesociali
seerde samenleving niet oprijzen zal, eer
de arbeiders in hun gansche willen zijn
gesocialiseerd; en déze „socialisatie" is
langs den klassenstrijd-weg nimmer te
bereiken.
Het ideaal is verbleekt; het, enthou
siasme om de leuze is verdoofd.
En een andere leuze is er niet.
Algemeen kiesrecht blonk in de oogen,
boen het nog niet nabjj was; nu het hier
is, valt het den socialisten tegen. De
ontwapening is als leuze even weinig echt
als .de acht-uren-dag.
Pers en debat verloopen zich in klei
nigheden, in bijzonderheden. Of zij wijzen
met uitvoerigheid negatief aan dat de
„burger" partijen zich vergrijpen en zich
misrekenen.
Maai' het negatievehet windt wel
licht kortstondig een vergadering op, doch'
het draagt geen degelijke stemming aan,
die blijft en kracht geeft.
Bovendien klinkt de critiek veel holler
dan vroeger. Want nu treedt aan den
dag dat de critici geen bouwers worden.
Het ovei'hieden van andere partijen maakt
geen indruk meer. Bezieling, beginsel en
propaganda zijn gelijkelijk gedaald.
Natuurlijk brengt dit een nieuw stuk
matheid over ons politieke leven. Wat
nog te scherper doorwerkt, omdat over
gansch de linie men in zake het econo
mische is onzeker geworden. Hier worden
alle verantwoordelijken voorzichtig. 'Bus
keert zich het vraagstuk van de tribune
naar de studeertafel. En de politieke markt
wordt leeger.
De gansche gi'oei der dingen dringt «ons
naar leen nieuwen aanvat; niéuw, maar
voor de p rin c ïp i e el -ge f undeerd e partijen
zeer oud; een geestelijk beginsel, dat, be
zielend en verhelderend werkt op-het poli
tieke en nu met name op het sociale ter
rein. I
Waarlijk sociaal gevoel, dat de proble
men van den tijd geestelijk vermag aan.
te vattendit alleen heeft thans toe
komst.
Wij lazen dit alles met gewijde instem
ming. I
Men proeft er den Christen geleerde miet
ruimen, breeden blik in: prof. di' Slote-
maker de Bruine.
Dien blik heeft hij gemeen met den
hoofdredacteur van „De Standaard". M.eny
zal goed doen narjr deze beiden te luiste
ren. In 'hun samen treffen is niets toe
valligs.
Wat ons sterk maakt.
Wat is het nu eigenlijk. Waarom, het
gaat hij de aanstaande verkiezingen?
Zijn hel slechts tijdelijke, materieele
belangen, die lokken moeten en den urge-
toozen kiezer als een begeerlijk lokaas
worden voorgehouden?
Of zijn het zaken van hoogen van
reëeler waarde?
Voor de partijen, die hun grondslag
vinden in de Fra.nsche revolutie, dat zijn.
dus de linksche partijen zonder onder
scheid, is het. eerste het geval.
Zij, zij alle zoeken 'hun kracht in
klinkende leuzen, die het. volk nog mee®
moeten kluisteren aan de grove materie.
Leuzen die, al mogen zij sommigen;
voor een oogenblik bekoren; u ten slothei
toch ledig doen heengaan;
Zie het. aan den Vrijheidsbond met z'n
liberalistische schijnheiligheid.
Zie hel aan de Vrijzinnig-Democraten,
met hun klatergoud-democratie.
Zie het aan de S. D. A. P. met hare
fantastische socialisatie en ontwapening.
Holle klanken zonder ziel.
Voor ons, antirevolutionairen, gaat het
echter om hoog!er belang dan het.zui
ver stoffelijke. i
•Ons jleiden de eeuwige beginselen, ge
fundeerd op Gods onfeilbaar Woord, dat
ons ook bij de toepassing dien beginselen
op staatkundig; terrein regel en richt
snoer is.
De wetenschap, dat het de .zaak Aett
Heeren is, diie wij voorstaan, maakt- ons
sterk.
In Hems doen wij krachtige daden,
strijdende voor de eeue Zijns Naams,.
Dat daarin onze sterkte ligt, moest
dezer dagen een oud-liberale schrijfster)
getuigen, toen zij zich aldus uitsprak»
„Zoo zijn de antirevolutionaire en de
Katholieke partij uit godsdienstige, niet
uit politieke aspiratiën geboren, en juist
daarom zoo machtig kunnen Worden, omi-
dat rij onafhankelijk zijn van tijdelijk»
ieuzen."
Inderdaad.
Onze eeuwige beginselen zijn het ge
heim o.azer kracht.
Tusschen wie het gaat.
Tusschen twee groepen gaat liet bij d»
aanstaande fvorsteling aan de stembus
Eenerzijds de rechtsche partijen.
'Anderzijds de S, D. A. P.
Zoo izeggen het de sociaal-deniocraten
zelf.
i Buiten beschouwing kan derhalve blij?
ven als factor van beteekenis hel libe-
beralisme, dat zich aan zijne autocratie
en drukken van het kleine den dood heeft
gegeten.
Het eens zoo machtig liberalisme ligt
in zijn laatste stuiptrekkingjen, terwijl aai»
zijn doodsbed staan zij; die zijn ijzeren
vuist eens meedoogenloos voelden druk
ken.
Op het graf van het liberalisme wordt
thans de strjjd uitgevochten.
Bij dien strijd komt het er op aan.
Men. overwlegie dan ook wel, w;<! de
uitslag brengen kan.