DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Buitenland. Kerknieuws. Gemengd Nieuws. VAN WOENSDAG 28 JUNI 1922, No. 227. Tweeërlei taal. Er is tweeërlei taal in de politieke en journalistieke wereld. Dit komt vooral uit in (de S. D. A. P. Er is de mystiek - revolutionaire taal van den, Oproerigen Krabbelaar in „Het Volk", en er is de smijdig-lokkende taal van do roode ver- kiezingsblaadjes. Er is de gepeperd op roerige taal van de woordvoerders in volksvergaderingen en de gekuischte Tweede-Kamertaai. In beide gevallen de taal der omstan digheden. Hiermede hebben wij rekening te hou den bij de beoordeeling van de- rede voeringen der roode sprekers in onze provincie. Niemand zal zeggen dat zij heftig wa ren, of kwetsten. Men kon er fatsoenlijk naar luisteren. Ook de taal van Troel- sta 1 bleef over 't geheel binnen de schreef. 't Zij gaarne to'eg'egeven. Maar 1trek daar nu 'geen conclusie uit. Zeg nu niet: de S. D. A. P. is toch zoo gevaarlijk niet als zij ©r uitziet. Integendeel, denk er om: zij is zelfs bet meest gevaarlijk, wanneer zij op haar kousen, haar petje in de ge ha n d s c hoen de hand, .glimlachend tot u komt. De S. D. A. P., zoo vleiden deze rede naars, Iaat ieders godsdienst aan haar plaats; ook de meest geloovigen kunnen veilig in onze gelederen plaats nemen. Maar, pas op! en herinner u, wat hun leider in November 1918 alzoo gespro ken iheeft, toen hij naar de staatsmacht greep, len ruimte wilde laten „voor bui tenparlementaire middelen", het feest kleed zou aantrekken, wanneer de revo lutie aan de grenzen verschijnt, en vond dat het zoo goed ging toen Rusland (of schoon hij de moorden betreurde) en Duitschland de kronen over de straat dieden rollen en men het kon ,,hooren groeien". En [herinner u ook het taaltje dat hij in Weloverdachten toorn ten beste gaf, na de mislukking van zijn avontmr. On der (anderen in „Het Volk" van 8 Jan. 1921, wanneer hij de socialisatie verde digt, |en bereids van de critiek daarop zich afmaakt in de volgende snijdend- razende woorden: „Dan barst de bende los der chaos- scheppers, die de wereld, zichzelf, ons allen hebben te 'gronde gericht. Zij ho nen ten smalen en krijten: Geen ge vaarlijke proefnemingen, geen onbezon nen stelsels zonder ervaring, neen, rustorde. Eu mocht hef moege- 1 tergde volk balsturig worden, de Bur- g e r w a c h t, Vrijwi 11 ige Land- 1 storm, Anti-Revo l,u titerechts- p le ging. En op de achtarhand de „democratie", met haar nieuwe pries teressen, de domge houden vrou wen uit de bewalmde keuken tjes der kleine huisjes, die Godgetrouw blijven, ook als de 'man vervalt aan den socia' listischen Satan, die in de hel hiiervoormaais de roode vlam men stookt Zie, zulk© taal verneemt men op de meetings niet. Dat verbiedt de kiezertjes- vangst. Zegt daarom niet: de S. D. A. P. is zoo kwaad niet. Gij zoudt u vergissen. En hoort ook niét naar haar raad. Zij leidt [u op ©en dwaalspoor. In datgene, waar zij op aanstuurt, is een onbereik baar jdeaal. Van haar theorie is hetgeen Rusland te zien geeft de alleruiterste consequentie. Gelukkig dat ztelfs haar eigen voorman nen dit beginnen in te zien. De Miranda, pas uit Rusland terug, noemde het communisme in Rusland veel slechter dan het kapitalisme; en dhr. Van der Goes, de buitenland-schrijver in „Het Volk", schreef: „beter het kapi talisme met ©en beperkte vrijheid, dan 'het communisme met een onbeperkten dwang". 1(1 LJUU vnm WCI. Vanwege de Z.L.M. werden in 1921 30 landbouwcursussen gehouden, 6 'cur sussen voor volwassenen, 5 in huishoud- onderwijs, 6 in paardenkennis en 4 in hoefbeslag. Het ledental is weer gedaald en bedraagt thans ongeveer 5900 Spr. vraagt of de tijd er niet naar is dat dit anders moest zijn. De Zéeuwen zijn individualisten. Dat zijn feitelijk alle boeren. Zij zijn koningen, mannen, die kunnen en zich in den grond der zaak alleen van God afhankelijk we ten. Maar dit is Ook de oorzaak dat de boer niet zoo makkelijk tot samenwerking is te brengen. Dat is jammer, want een dracht maikt macht. Spr. zegt, dat de natuur ons allerwege leert,' dat een in dividu slechis leven kan als lid van een hoogere'jfemqenschap.TLaarom zijn de landbouwers verplicht .lid 'té zijn van de Z.L.M. Daarom aldus eindigde de heer Dieleman Mijne Heeren, Weest krachtig in Uw\ vereenigingsleven, en de Z.L.M. zal voor Zeeland en dies voor u van onberekenbaar nut en zegen zijn. Vervolgens heette de heer Dieleman wel kom de hoeren V. R. Y. C.roesen, direc- teur Centraal Beheer, J. G. Bessem, di- Moraal. Inzake de moederschapsverzorging staan de Christenen naast de Sociaal-democraten in de overtuiging dat deze moet bevorderd worden. Maar zij verschillen in de aan wijzing van hem op wien deze zorg be hoort te rusten. De S. D. A. P. wil die taak leggen op den Staat, de Christen daarentegen kent hem toe, op grond van Gods (Woord, aan den vader. En dan de sociaal-democraat, bij monde van Suz© Groene weg, onder scheidt niet lusschen gehuwde en onge huwde moeders. Hij ziet in de moeder schap een soort baantje, waarmee de ge meenschap een dienst wordt gedaan, en dat idan ook hierom door deze behoort te worden bezoldigd. De Christen ziet naar 's Heeren Woord in die moederschap de vrucht van den zegen der vermenig vuldiging, in den wettigen, huwelijksweg, reeds van 't Paradijs af, op zijn menschen- kinderen gelegd, en daarom niet in den dienst der 'gemeenschap, maar in .Zijn dienst (gedragen. Hierin komt uit de tweeërlei opvat ting in zake de moraal van het huwe lijksleven. De antithese, waarop wij, zoo lang twij in dit leven zijn, telkens stui ten zullen. Bij( de verschijhing1 van het beruchte boek van den sociaal-democraat dr Ale- trino, Welk boek door de Chr. verpleegf- sters op den index werd geplaatst, werd in Het Volk (van 8 Dec. schaamteloos afgegeven op „ziekenver pleegsters (die) nog den stommen moed en' de schijnheilige kuischheid hadden om in haar vereenigjng de behandeling te wieren" van dr. Aletrino's boek „over eenige oorzaken der prostitutie". Iets verder leest men dat, nota bene, dat boek onder anderen handelt over de „godsdienstige en economische oorza ken'^!) der prostitutie, en dat deze dok ter de prostitutie alleen afdoend bestreden acht „door opruiming van de geheele samenleving en vervanging door een andere." - D'e dokter schrijft onder m'eer over de behandeling, der gevallen vrouw'en in de Christelijke stichtingen het volgende: „Worden zij in de „toevluchts-oorden voor gevallen meisjes" opgenomen, dan zijn zij voor het oogenblik geborgen. Zel den echter leeren zij, daar verheffing, zelden wordt er op gewezen dat onge huwd moeder-zijn geen schande op zich zelf is, zelden Wordt ze met de liefde van den Christus geWezen op het „die staat, zie toe dat hij' niet valle" of wordt ze een hart onder den riem! gestoken om ze op te heffen en ze zóó toe te rusten tot den strijd die ze wiacht, dat het „gaat heen en zondigt niet uieer" geen ijdele klank is maar dat het haar doenlijk is niet meer te zondigen. Integendeel bijtia altijd Wordt haar vernedering voor- gepreekt, dankbaarheid voor alles wat aan haar, haar de slechte, misdadige, zinnelijke gedaan wordt door anderen die o 1 zoo enorm: braaf zijn en die zich Gode welgevallig, Iwel met haar, zonda ressen willen inlaten, en wordt ze den bijbel voorgehouden als argument om te bewijzen hoe verregaand verdorven en hoe onverbeterlijk ze izijn. Is het wlonder, dat zij, die uit zulk een asyl komen, den bijbel bespotten als den zotskolf (Waar mee onhandigen ze om de ooren sloegen en dat ze moreel even ongelukkig uit het toevluchtsoord gaan als zij er in zijn gekomen?" In dit boek Wordt de leer gehuldigd, gelijk die over de geheele linie van links voor vaststaand wordt gehouden, en door de 8- DL A. P. wiordt gepropageerd, dat niet de zonde in eigen hart, maar de armoede, en deze alleen 'tot prostitutie voert. Zoo Werkt steeds meer, ook van dien kant, de antithese zich naar voren. De steenen spreken. Dr Schofield, die reeds meermalen Pa lestina bezocht, brengt in het Juni-no. van [het Engelscbe tijdschrift „Pearsons Magazine", „nieuw licht over Bijbelsche geschiedenissen", met vermelding van tal van nieuwe ontdekkingten, die de juist- gevoerd kunnen worden door groote, lan delijke organisaties, evengoed als direct door het rijk. De minimumuitkeering is 70 pet.; voor de weduwe 30 pet.; voor de jcinderen 10 pet. met een gezamenlijk maximum van 60 pet. Is een kind ouderloos dan krijgt het 20 pet. Spr. waarschuwt voor de particuliere maatschappijen, die nu langdurige polissen trachten af te sluiten, die later door d© wet niet erkend worden. De heer Dieleman wekte ook op voor aansluiting, waarschuwde ook tegen on bekende of te goed bekende personen en bracht dank aan den heer Croesen. De overige punten der agenda werden aangehouden tot de volgende vergadering. De Commissaris der Koningin bracht dank voor de vriendelijke woorden van welkom. Het spijt hem, dat zijn binnen komen eenige storing bracht, maar hij heeft daardoor bemerkt, dat er aan de verkeersmiddelen in Z e e 1 a nd nog wel wat ontbreekt. (Applaus.) Spr. brengt dank voor de uitnoodiging. die 'toont, dat men begrijpt, dat er goede samenwerking moet bestaan tusschen het provinciaal bestuur ©u de Z. L. M. beid der door de Schriftcritiek als on mogelijk bestreden Bijbelsche verhalen op treffende wijze bevestigen. Van de vele ontdekkingen, door prof. Sellier gedaan, citoeren wij de volgende drie: le. Omrent de nieuwe opgravingen, door Prof. Sellier gedaan op de plaats, waar het oude Jericho zich bevonden heeft. De bouwvallen van het later her bouwde Jericho, dat ook in Christus' dagen nog bestond en een zeer uitgestrekte stad was, waren reeds lang bekend, maar het is nu aan Prof. Sellier gelukt in de nabij heid daarvan de overblijfselen van een veel oudere 'stad geheel bloot to leggea, die naar jalle waarschijnlijkheid bet oude Jeri cho zijn, dat door Jozua werd ingenomen, nadat die muren ervan ineengestort waren. De 'geheele omvang van deze oude Kana- anitischte stad bedraagt, naar Dr Schofield verhaalt, niet m'eer dan een halve mijl, zoodat het zeven maal omtrekken van deze stad door Israël op één dag teen feit, waaraan de critiek aanstoot nam vol strekt niet onmogelijk is gebleken. Even zeer was het eigenaardig, dat d© muren dezer stad niet bestonden uit gehouwen steenen, zooals bijv. bij Jerusalem het geval is, maar uit steenen, die 'gevormd waren uit gtedroogd'e klei of leem, die veel lichter ineenstorten kunnen. Voorts bleek, dat om de stad heen een diepe gracht liep, die door het puin van deze ineengestorte muren gevuld was-, zoodat daardoor de toegang tot de stad openstond en Jozua met zijn leger er in trekken kon. Het merk waardigste was echtoL dat toen Dr Scho field aan Prof. Sellier vroeg, of deze ook bij of op den stadsmuur ergens een huis had gevonden, Prof. Sellier hem ten ant woord 'gaf, dat dit metterdaad het geval was; aan de Noordzijde van de stad, maar daar bok alleen, was een huis 'geweest, dat leen deel van den stadsmuur vormd© ten bet venster van dit huis, dat over den stadsmuur uitzicht gaf, was nog aanwezig. Indien deze bouwvallen metterdaad van het pud'e Jericho zijn, dan is dat huis op den vestingmum' ongetwijfeld van Rachab geweest en bestaat ook het venster nog, waardoor zij bij nacht de verspieders heeft laten ontsnappen. Dr Schofield heeft van deze ineengestorte vestingmuren en van dat (alleen overgebleven huis met zijn ven ster photographieën gemaakt, die in zijn artikel gereproduceerd zijn. 2e. Een niet onbelangrijks bijdrage tot de verklaring van den uiterst moeilijken tekst, (die- in II Sam. 5:8 te lezen staat en waarmede de verschillende uitleggers geen raad weten, zou 'een nieuwe ontdekking wezen to Jeruzalem gedaan. Het gaat hier over de inneming van den burcht Sion, die door de Jebusieten in bezit was gehouden, ook toen heel Palestina reeds lang door Israël veroverd was. Toen David ten slotte besloot deze burcht in te n'emen, zoo staat in II Sam. 5:8 te lezien, beloofde hij ©en hoogte onderscheiding aan dengene, die d'e Jebusieten sloeg en „geraakte aan die watergoot." Het zijn juist deze laatste woorden, waarmede men geen weg wist, len verschillende nieuwe uitleggers, wan hopend© om hiervoor een juisto verklaring tie vinden, meenden, dat de tekst corrupt was len lieten deze woorden daarom on vertaald. Thans heeft men in den berg Sion, waarop d'e Jebusieten hun rotsburchc hadden gebouwd, een in den rotswand uit- gehouwien trap ontdekt, die door heel den berg been naar omlaag voert, waar zich' een waterbron bevindt, waardoor de bezet ting zich steeds van versch drinkwater kon Voorzien. Het bezit van deze water bron maakte de vesting zoo goed als onin- nteembaar. Daaraan was bet wel te danken, dat de Jebusieten elk© belegering met suc ces hadden doorstaan. Zoo nu zou ook de bedoeling van David's woorden duidelijk zijn geworden. David, die op de hoogte was van het bestaan van deze „watergoot" en wist, dat daaraan het behoud van de vesting hing, beloofde een bijzondere be- loooing aan diengeme, die van deze water goot zich wist meester te maken en daar mede den watertoevoer van de Jebusieten afsloot. Het zou deze oude watergoot der Jebusieten geweest zijn, die thans in den berg Sion weer was teruggevonden. 3o. Een derde ontdekking raakt het bekende verbaal in: I Kon. 18 van het al taar, 'dat Elia bij zijn strijd met de Baal's priesters bouwde op den Karmel. Volgens hetgeen in vers 34 gemeld wordt, zou Elia, na Üit altaar gebouwd en het hout met de offerande daarop geschikt te hebben, ge last hebben om vier kruiken (of emmers) r met water te vullen en deze tot drie maal toe over het altaar uit te gieten. Ook aan dit verhaal had de critiek aan stoot genomen. Waar Israël geplaagd werd met zulk een droogte, jaren lang, dat Ier zelfs geen dauw meer op het veld was, schijnt het onbegrijpelijk, dat op den top van ©en kalen berg als de Karmel genoeg water was om zooveel emmers met water op het altaar uit te gieten. Dr Schofield nu verhaalt, dat toen hij zelf den Karmel bezocht en stond bij de plek, waar Elia's altaar gebouwd werd, hij leen half dozijn Arabieren met vaten den Karmel zag opklimmen om daar water te (halen. Toen hij aan zijn. begeleider vroeg, Waarom zij dezen verren tocht de den, (gaf deze hem ton antwoord, dat juist op deze plek zich een bron be vond, die het zuiverste water bevatte en die de eigenschap bezat, zelfs in de meest droge tijden, als alle andere bron nen ophielden, voortdurend water te ge ven. De bron op den Kannel was, zoover menschenheugenis strekte, nog nooit op gedroogd. Nu was het bestaan van deze bron op den Karmel niet onbekend. Reeds Van der Velde had in zijn reisbeschrij ving van Palestina ter melding van ge maakt. Maar het getuigenis van Dr Scho field, die deze bron zelf zag en vooral de treffende mededeeling van zijn Ara- bisclien begeleider, d.at deze bron nooit nitdroogd©, kan toch dienst doen om de waarheid van dit Schriftverhaal tegen over d© aanvallen der critiek opnieuw te bevestigen. (Heraut). Dr C. Veltenaar. Dr C. Velte- naar, pred. bij1 de Ned. Herv. kerk te Asperen, die een beroep ontving naar de kerb te Poederoyen, naar aanleiding waar van de „Rott." een drietal vragen stelde, antwoordt dat blad: 1. Wat Poederoyen betrelft, deze ge meente heeft zich niet vergist. Indien de „ligger" in Augustus j.l. in orde ware geweest, zou Poederoyen mij' toen reeds hebben beroepen. Tweemaal heb ik er gepreekt. Trouwens, indien ik 'ethisch ware geweest, zou noch Gent, noch Eist hij Veenendaal een roeping op mij! hebben uitgebracht, evenmin als Asperen, waar- het Kiescollege voor het meerendeel be stond uit leden van den Garetf. Bond en de Kerkeraad gedeeltelijk uit rechts-Con- fessioneelen en Gereformeerden. In de 8 maanden, dat ik te Asperen sta, geld ik dan ook in heel den omtrek en zelfs bij de Kerkelijk-Gereformeerden alhier als be slist Gereformeerd. Poederoyen wist dit. 2. Of sommige Gereformeerden zich dan hebben vergist? Zonder twijfel, en ik zal maar aannemen, dat zij zich hebben „ver gist". Mag ik eens twee dingen noemen, die het verklaarbaar maken, dat men het etiket „ethisch" voor langer of kortoren tijd gratis thuis krijgt? In de dagen, toen Ds Netelenbos, die zich later als „ethisch man" heeft verklaard, door da „Classis Middelburg" werd geschorst, een kerk rechtelijke fout evenals in de dagen van Van der Waayen sprak ik eens met een Gereformeerd collega. Niet alleen deel de hij Dr Geelkerken, Ds Brussaard, Dif B. W'ielenga e.a. bij' de „ethischen" in; maar hij ging zelfs zoo ver wijlen Dr Bavinck bij mij' aan te klagen, als „de vader van de ethische dwalingeta", die thans (1919) de kerken beroeren. „De komende Synode", zoo zeïde hij, „moest Dr Bavinck die de N.C.S.V. voorstond, tot de orde roepen". En toen ik eiens op een mijner catechisaties leerde:, dat de rechtvaardig- making ©en rechterlijke, juridische daad is de heiligmaking een ethisch© daad, toen had men het, ik had het woord „ethisch" genoemd en was derhalve „ethisch". .3. Of ik gezwenkt ben? Neten, ik ben gebleven, die ik was: gereformeerd. Maar meer dan vroeger leef ik uit de schatten van het verleden van onze gereformeerde vaderen. Evenals vroeger beef ik voor het Woord Gods en beleid ik van ganscher harte, dat al de Schrift van God is inge geven van Genesis 1 tot Optenb. 22 toe. Maar wil men mij' persé een etiket op plakken, noem mij dan klassiek'-G©refor meer d. Ik plaats mij' onder de banier des Woords en aanvaard zonder eenigel reserve de kostelijke drie Formulieren van Eenig- heid en ik wenschte wel van God, dat de Ned. Herv. Kerk deze Formulieren als hare Banier handhaafde! Ik geloof, dat ik klaren wijn heb geschonken. Trouwens, mijn „Contra" inzake een nieuwe Bijbelver taling èn om het Coloriet der taal te be waren èn om den band aan het verleden! niet to verbreken, kon u reeds hebben geleerd, dat ik niet ethisch ben. Zoo ben ik meer oud-gereformeerd, dan jong-ge- reformeerd. Want ik ben tegen een nieuwe Bijbelvertaling, tegen de invoering van eenige gezangen, den bundel der Evang gezangen gebruik ik nooit tegen de verandering der liturgie, tegen alle nieu wigheden als vrouwenkiesrecht in de kerk, en voel mij één met het volk, welks God de Heere is, het volk, dat Hij Zich-Zelf ten erfdeel heeft verkoren. senae Brutale oplichter. Te Bergten (N.-H.) zijn verschillende winkeliers het slachtoffer geworden van een blijkbaar geroutineerd oplichter. Een slank, blond persoon van ongeveer 35 jaar, zonder baard pf kfievel, is Vrijdag jl. in Bergen aangekomen en gaf zich uit voor hoofd ingenieur der Nederlandsche Spoorwegen, wist zelfs zooveel vertrouwen t© wekken, dat toen voor hem een locomotief re- quirteerde, waarmede hij quasi een inspec tietocht]© maakte, 's Avonds vervoegde hij zich bij mej. H., waar hij kamers huurde, naar het heette voor zijn gezin, dat spoe dig met auto's zou overkomen. Daar hij bleef overnachten, werd alles direct voor den nieuwen huurder in orde gebracht en (gebruikte hij daar het middagmaal. Zaterdagmorgen heeft hij een bezoek ge bracht aan verschillende winkels. Zoo ver namen wij dat hij bij het filiaal van Gebrs. B. een .tweetal costuums, bij de firma H. en K. verschillende reishenoo- digdbeden, bij den heer S. een paar molières, waar hij zijn oude schoenen ia reparatie gaf, bij den heer J. een kistje fijne 'sigaren, en bij den heer S. voor pl. m. f400, een aantal ringen heeft mede genomen, alles op zicht en natuurlijk zon der te betalen. Blijkbaar tevreden met zijn inkoopen nam hij bij de autogarage van den heer K. (een auto om zich naar Utrecht te la ten brengen, 's Avonds laat is chauffeur met lauto weder te Bergen aangekomen ten vernamen we nog bet volgende: De pseudo-ingenieur liet zich eerst naar Alkmaar brengen, waar bij de firma B. een paar handschoenen werd gekocht, eenige sokken zouden met de rekening in zijn pension to Bergen worden bezorgd. Vervolgens ging de reis naar Purtnerend, waar hij een in aanbouw zijnde school moest bezichtigen. Daar de opzichter niet op 'het werk aanwezig was, werd deze in zijn woning opgezocht. Na dit bezoek werd naar Amsterdam gereden en eerst voor de Marine-kazerne stilgehouden. De op lichter liep door de wacht en had een onderhoud mtet eenige officieren, waarna hij zich naar ©en zekeren dokter V. liet brengen. Na geruimen tijd binnen,Je zijn gteweest, werd de tocht vervolgd naar Ni'euwersluis, waar hij aan het station' eenige bagage in bewaring wenschte te geven. Daar men daar van geen f1000 terug had, leende hij van den chauffeur tien 'gulden. Toen werd de reis naar Utrecht voortgezet. In Utrecht werd eerst nog een bezoek gebracht aan een eerstje klasse kleermaker, waarna de ps©udo- inspecteur besloot te gaan dineeren. In een restaurant aangekomen, werd den chauf feur (gevraagd met hem aan tafel te zit ten. Een oogenblik zeide hij zich t© moe ten verwijderen om aan zijn vrouw te telefoneeren, doch hij moet nog terugko men. De chauffeur kon met zijn auto zon der betaling onverrichter zake naar Ber gen torugbeeren. Toen de politie van deze zaak Zater dagmiddag bennis breeg en wist dat het ■doel van de reis Utrecht was, heeft zij on- middellijb de politie te Utrecht gewaar schuwd. Toen het spoor gevolgd was en die politie bet restaurant binnenkwam, was de vogel juist gevlogen. Mem ver moedt, dat de oplichter naar het buiten land is uitgteweben. Tot op heden heeft de politie hem niet bunnen opsporen. BERLIJN, 28 Juni. Officieel wordt me- J degedeeld dat het Berlijnsch politieptesi- dium reeds Dinsdag de auto die bij den moord op R^thenau gebruikt werd, had opgespoord ten in beslag genomen, zoo mede den moord in zijn gehtetelen om vang had qpgehelderdDe dAd-ers' zijn vastgesteld. Het zijn de Berlijmers: le. Ernst Werner Techow, lang 1,75 M., don kerblond haar, baardeloos, gezonde ge laatskleur, flinbe gestalte; 2é. de Sakser Fischer, ook Vogel genoemd., niet ouder dan 23 jaar, lang 1,75 Mj, licht blond, bruine oogen, haviksneus! baardeloos, bleebe gelaatskleur, flinke gestalte; en 3e. de Mepklénburger Knauer, ook Corner en Corn jgenbtemd, 'eveneens niet ouder dan 23 jaar, lang 1,73 tot 1,75 M;; Heht blond, hoog voorhoofd, blauwe oogten, gebogen neus, baardeloos, gezonde gelaatskleur, krachtige, breed geschouderde gestalte. De drie genoemden b'ehooren tot de organi satie C en behoorden vroeger tot de bri gade Ebrbardt. Gearresteerd zijn zij ech ter nog niet. Zij zijn uit Berlijn gevlucht. Het is gebleken dat de daders over niet te grootie geldsommen beschikken. De samenzwering strekte zich uit tot ver buiten Berlijn, tot in Zuid Duitsch- BjTWJJl IlltJb Uivguotuicii JS, U.cll/ Uti/ uvuiiAg overtroffen wordt. De directeur, die reeds vier weken, voortvluchtig is, zou in Amerika vertoeven. Een middel tegen kramp bij het zwemmen. Een lezer schrijft aan de „Amst.": Dagelijks leest men van personen, die bij het baden verdronken zijn. Als ver moedelijke oorzaak wordt dan opgegeven: Kramp in de voeten. Wie weet, wat die kramp is, kan begrijpen, dat de beste zwemmer en zwemster dan het loodje moet leggen. Een meer dan 30-jarige ervaring doet mij echter het volgende eenvoudige middel aanbevelen, waar bij' meer dan een baat gevonden heeft: Mén ileemt een draad dikke sajet en bindt déze onder de knie op zulk een wijze vast, dat bij nat worden geen knelling gevoeld wordt, Dan zal er, ook bij niel-zwemmers, geen sprake meer van kramp zijn. ',t Is te probeeren! Geen liften meer. Beweegbare trappen zullen spoedig de liften in de Londen- sche öndergrondsche spoorwegen vervangen en in verband met den herbouw van sommige oude lijnen en bet uitbreiden van andere af- deelingen, zullen de meeste der nieuwe stations werden voorzien van automatisch bewegende trappen. In den oudsten Londenschen onder- verval van het liberalisme es ua>. de pefsonen, die in verband met deze vernieling aangehouden zijn, ontslagen werklieden aan dit bouwwerk zijn, en wel W. A. C., 24 jaar, metselaar en J. P. K., 51 jaar, schilder. Zij' zijn in voor- 4 loopige verzekerde bewaring gesteld. De pseudo-Hoofdingenieur. De pseudo-hoofdingenieur bij de Staatsspoorwegen, zich noemende P. K. Parinie Bergmann uit Utrecht, verdacht van verschillende oplich terijen te Berren (N.-H.) gepleegd, is te Hil versum aangehouden. In een café te Hilversum wekte hij wantrouwen doordat hij niét kon betalen Men waarschuwde de politie, die, daar hij den oorsprong van de verschillende te Bei-gen gekochte goederen niet kon opgeven, riel hij al spoedig door de mand, en werd ia voorloopige bewaring gesteld. Het bleek een bekende oplichter te zijn, Kok geheeten, ge wezen stoker bij de spoor, die op deze wijze in zijn onderhoud trachtte te voorzien. Plotselinge dood. In de te 's-Gra- venhage gehouden vergadering van de Inter nationale Vereeniging voor de Rubbercultuur in Ned. Indië, is de vice-president dier vereeni ging, de heer W. O. Burt, plotseling ongesteld .geworden en overleden. De heer Burt woonde te Londen. Ilij bereikte den leeftijd van 61 jaar.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1922 | | pagina 5