DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
Buitenland.
Kerknieuws.
Gemengd Nieuws.
VAN
WOENSDAG 28 JUNI 1922, No. 227.
Tweeërlei taal.
Er is tweeërlei taal in de politieke en
journalistieke wereld. Dit komt vooral uit
in (de S. D. A. P. Er is de mystiek -
revolutionaire taal van den, Oproerigen
Krabbelaar in „Het Volk", en er is de
smijdig-lokkende taal van do roode ver-
kiezingsblaadjes. Er is de gepeperd op
roerige taal van de woordvoerders in
volksvergaderingen en de gekuischte
Tweede-Kamertaai.
In beide gevallen de taal der omstan
digheden.
Hiermede hebben wij rekening te hou
den bij de beoordeeling van de- rede
voeringen der roode sprekers in onze
provincie.
Niemand zal zeggen dat zij heftig wa
ren, of kwetsten. Men kon er fatsoenlijk
naar luisteren. Ook de taal van Troel-
sta 1 bleef over 't geheel binnen de
schreef.
't Zij gaarne to'eg'egeven.
Maar 1trek daar nu 'geen conclusie uit.
Zeg nu niet: de S. D. A. P. is toch zoo
gevaarlijk niet als zij ©r uitziet.
Integendeel, denk er om: zij is zelfs
bet meest gevaarlijk, wanneer zij op haar
kousen, haar petje in de ge ha n d s c hoen de
hand, .glimlachend tot u komt.
De S. D. A. P., zoo vleiden deze rede
naars, Iaat ieders godsdienst aan haar
plaats; ook de meest geloovigen kunnen
veilig in onze gelederen plaats nemen.
Maar, pas op! en herinner u, wat hun
leider in November 1918 alzoo gespro
ken iheeft, toen hij naar de staatsmacht
greep, len ruimte wilde laten „voor bui
tenparlementaire middelen", het feest
kleed zou aantrekken, wanneer de revo
lutie aan de grenzen verschijnt, en vond
dat het zoo goed ging toen Rusland (of
schoon hij de moorden betreurde) en
Duitschland de kronen over de straat
dieden rollen en men het kon ,,hooren
groeien".
En [herinner u ook het taaltje dat hij
in Weloverdachten toorn ten beste gaf,
na de mislukking van zijn avontmr. On
der (anderen in „Het Volk" van 8 Jan.
1921, wanneer hij de socialisatie verde
digt, |en bereids van de critiek daarop
zich afmaakt in de volgende snijdend-
razende woorden:
„Dan barst de bende los der chaos-
scheppers, die de wereld, zichzelf, ons
allen hebben te 'gronde gericht. Zij ho
nen ten smalen en krijten: Geen ge
vaarlijke proefnemingen, geen onbezon
nen stelsels zonder ervaring, neen,
rustorde. Eu mocht hef moege-
1 tergde volk balsturig worden, de Bur-
g e r w a c h t, Vrijwi 11 ige Land-
1 storm, Anti-Revo l,u titerechts-
p le ging. En op de achtarhand de
„democratie", met haar nieuwe pries
teressen, de domge houden vrou
wen uit de bewalmde keuken
tjes der kleine huisjes, die
Godgetrouw blijven, ook als
de 'man vervalt aan den socia'
listischen Satan, die in de hel
hiiervoormaais de roode vlam
men stookt
Zie, zulk© taal verneemt men op de
meetings niet. Dat verbiedt de kiezertjes-
vangst.
Zegt daarom niet: de S. D. A. P. is
zoo kwaad niet. Gij zoudt u vergissen.
En hoort ook niét naar haar raad. Zij
leidt [u op ©en dwaalspoor. In datgene,
waar zij op aanstuurt, is een onbereik
baar jdeaal. Van haar theorie is hetgeen
Rusland te zien geeft de alleruiterste
consequentie.
Gelukkig dat ztelfs haar eigen voorman
nen dit beginnen in te zien.
De Miranda, pas uit Rusland terug,
noemde het communisme in Rusland
veel slechter dan het kapitalisme; en dhr.
Van der Goes, de buitenland-schrijver
in „Het Volk", schreef: „beter het kapi
talisme met ©en beperkte vrijheid, dan
'het communisme met een onbeperkten
dwang".
1(1 LJUU vnm WCI.
Vanwege de Z.L.M. werden in 1921
30 landbouwcursussen gehouden, 6 'cur
sussen voor volwassenen, 5 in huishoud-
onderwijs, 6 in paardenkennis en 4 in
hoefbeslag. Het ledental is weer gedaald
en bedraagt thans ongeveer 5900 Spr.
vraagt of de tijd er niet naar is dat dit
anders moest zijn.
De Zéeuwen zijn individualisten. Dat
zijn feitelijk alle boeren. Zij zijn koningen,
mannen, die kunnen en zich in den grond
der zaak alleen van God afhankelijk we
ten. Maar dit is Ook de oorzaak dat de
boer niet zoo makkelijk tot samenwerking
is te brengen. Dat is jammer, want een
dracht maikt macht. Spr. zegt, dat de
natuur ons allerwege leert,' dat een in
dividu slechis leven kan als lid van
een hoogere'jfemqenschap.TLaarom zijn de
landbouwers verplicht .lid 'té zijn van de
Z.L.M.
Daarom aldus eindigde de heer
Dieleman Mijne Heeren, Weest krachtig
in Uw\ vereenigingsleven, en de Z.L.M.
zal voor Zeeland en dies voor u van
onberekenbaar nut en zegen zijn.
Vervolgens heette de heer Dieleman wel
kom de hoeren V. R. Y. C.roesen, direc-
teur Centraal Beheer, J. G. Bessem, di-
Moraal.
Inzake de moederschapsverzorging staan
de Christenen naast de Sociaal-democraten
in de overtuiging dat deze moet bevorderd
worden. Maar zij verschillen in de aan
wijzing van hem op wien deze zorg be
hoort te rusten. De S. D. A. P. wil die
taak leggen op den Staat, de Christen
daarentegen kent hem toe, op grond van
Gods (Woord, aan den vader.
En dan de sociaal-democraat, bij
monde van Suz© Groene weg, onder
scheidt niet lusschen gehuwde en onge
huwde moeders. Hij ziet in de moeder
schap een soort baantje, waarmee de ge
meenschap een dienst wordt gedaan, en
dat idan ook hierom door deze behoort
te worden bezoldigd. De Christen ziet
naar 's Heeren Woord in die moederschap
de vrucht van den zegen der vermenig
vuldiging, in den wettigen, huwelijksweg,
reeds van 't Paradijs af, op zijn menschen-
kinderen gelegd, en daarom niet in den
dienst der 'gemeenschap, maar in .Zijn
dienst (gedragen.
Hierin komt uit de tweeërlei opvat
ting in zake de moraal van het huwe
lijksleven. De antithese, waarop wij, zoo
lang twij in dit leven zijn, telkens stui
ten zullen.
Bij( de verschijhing1 van het beruchte
boek van den sociaal-democraat dr Ale-
trino, Welk boek door de Chr. verpleegf-
sters op den index werd geplaatst, werd
in Het Volk (van 8 Dec.
schaamteloos afgegeven op „ziekenver
pleegsters (die) nog den stommen moed en'
de schijnheilige kuischheid hadden om
in haar vereenigjng de behandeling te
wieren" van dr. Aletrino's boek „over
eenige oorzaken der prostitutie".
Iets verder leest men dat, nota bene,
dat boek onder anderen handelt over
de „godsdienstige en economische oorza
ken'^!) der prostitutie, en dat deze dok
ter de prostitutie alleen afdoend bestreden
acht „door opruiming van de geheele
samenleving en vervanging door een
andere." -
D'e dokter schrijft onder m'eer over de
behandeling, der gevallen vrouw'en in de
Christelijke stichtingen het volgende:
„Worden zij in de „toevluchts-oorden
voor gevallen meisjes" opgenomen, dan
zijn zij voor het oogenblik geborgen. Zel
den echter leeren zij, daar verheffing,
zelden wordt er op gewezen dat onge
huwd moeder-zijn geen schande op zich
zelf is, zelden Wordt ze met de liefde
van den Christus geWezen op het „die
staat, zie toe dat hij' niet valle" of wordt
ze een hart onder den riem! gestoken om
ze op te heffen en ze zóó toe te rusten
tot den strijd die ze wiacht, dat het „gaat
heen en zondigt niet uieer" geen ijdele
klank is maar dat het haar doenlijk
is niet meer te zondigen. Integendeel
bijtia altijd Wordt haar vernedering voor-
gepreekt, dankbaarheid voor alles wat
aan haar, haar de slechte, misdadige,
zinnelijke gedaan wordt door anderen die
o 1 zoo enorm: braaf zijn en die zich
Gode welgevallig, Iwel met haar, zonda
ressen willen inlaten, en wordt ze den
bijbel voorgehouden als argument om te
bewijzen hoe verregaand verdorven en
hoe onverbeterlijk ze izijn. Is het wlonder,
dat zij, die uit zulk een asyl komen,
den bijbel bespotten als den zotskolf (Waar
mee onhandigen ze om de ooren sloegen
en dat ze moreel even ongelukkig uit
het toevluchtsoord gaan als zij er in zijn
gekomen?"
In dit boek Wordt de leer gehuldigd,
gelijk die over de geheele linie van links
voor vaststaand wordt gehouden, en door
de 8- DL A. P. wiordt gepropageerd, dat
niet de zonde in eigen hart, maar de
armoede, en deze alleen 'tot prostitutie
voert.
Zoo Werkt steeds meer, ook van dien
kant, de antithese zich naar voren.
De steenen spreken.
Dr Schofield, die reeds meermalen Pa
lestina bezocht, brengt in het Juni-no.
van [het Engelscbe tijdschrift „Pearsons
Magazine", „nieuw licht over Bijbelsche
geschiedenissen", met vermelding van tal
van nieuwe ontdekkingten, die de juist-
gevoerd kunnen worden door groote, lan
delijke organisaties, evengoed als direct
door het rijk.
De minimumuitkeering is 70 pet.; voor
de weduwe 30 pet.; voor de jcinderen 10
pet. met een gezamenlijk maximum van
60 pet. Is een kind ouderloos dan krijgt
het 20 pet.
Spr. waarschuwt voor de particuliere
maatschappijen, die nu langdurige polissen
trachten af te sluiten, die later door d©
wet niet erkend worden.
De heer Dieleman wekte ook op voor
aansluiting, waarschuwde ook tegen on
bekende of te goed bekende personen en
bracht dank aan den heer Croesen.
De overige punten der agenda werden
aangehouden tot de volgende vergadering.
De Commissaris der Koningin bracht
dank voor de vriendelijke woorden van
welkom. Het spijt hem, dat zijn binnen
komen eenige storing bracht, maar hij
heeft daardoor bemerkt, dat er aan de
verkeersmiddelen in Z e e 1 a nd
nog wel wat ontbreekt. (Applaus.)
Spr. brengt dank voor de uitnoodiging.
die 'toont, dat men begrijpt, dat er goede
samenwerking moet bestaan tusschen het
provinciaal bestuur ©u de Z. L. M.
beid der door de Schriftcritiek als on
mogelijk bestreden Bijbelsche verhalen op
treffende wijze bevestigen. Van de vele
ontdekkingen, door prof. Sellier gedaan,
citoeren wij de volgende drie:
le. Omrent de nieuwe opgravingen,
door Prof. Sellier gedaan op de plaats,
waar het oude Jericho zich bevonden
heeft. De bouwvallen van het later her
bouwde Jericho, dat ook in Christus' dagen
nog bestond en een zeer uitgestrekte stad
was, waren reeds lang bekend, maar het
is nu aan Prof. Sellier gelukt in de nabij
heid daarvan de overblijfselen van een veel
oudere 'stad geheel bloot to leggea, die
naar jalle waarschijnlijkheid bet oude Jeri
cho zijn, dat door Jozua werd ingenomen,
nadat die muren ervan ineengestort waren.
De 'geheele omvang van deze oude Kana-
anitischte stad bedraagt, naar Dr Schofield
verhaalt, niet m'eer dan een halve mijl,
zoodat het zeven maal omtrekken van deze
stad door Israël op één dag teen feit,
waaraan de critiek aanstoot nam vol
strekt niet onmogelijk is gebleken. Even
zeer was het eigenaardig, dat d© muren
dezer stad niet bestonden uit gehouwen
steenen, zooals bijv. bij Jerusalem het geval
is, maar uit steenen, die 'gevormd waren
uit gtedroogd'e klei of leem, die veel lichter
ineenstorten kunnen. Voorts bleek, dat
om de stad heen een diepe gracht liep,
die door het puin van deze ineengestorte
muren gevuld was-, zoodat daardoor de
toegang tot de stad openstond en Jozua
met zijn leger er in trekken kon. Het merk
waardigste was echtoL dat toen Dr Scho
field aan Prof. Sellier vroeg, of deze ook
bij of op den stadsmuur ergens een huis
had gevonden, Prof. Sellier hem ten ant
woord 'gaf, dat dit metterdaad het geval
was; aan de Noordzijde van de stad, maar
daar bok alleen, was een huis 'geweest,
dat leen deel van den stadsmuur vormd©
ten bet venster van dit huis, dat over den
stadsmuur uitzicht gaf, was nog aanwezig.
Indien deze bouwvallen metterdaad van
het pud'e Jericho zijn, dan is dat huis op
den vestingmum' ongetwijfeld van Rachab
geweest en bestaat ook het venster nog,
waardoor zij bij nacht de verspieders heeft
laten ontsnappen. Dr Schofield heeft van
deze ineengestorte vestingmuren en van
dat (alleen overgebleven huis met zijn ven
ster photographieën gemaakt, die in zijn
artikel gereproduceerd zijn.
2e. Een niet onbelangrijks bijdrage tot
de verklaring van den uiterst moeilijken
tekst, (die- in II Sam. 5:8 te lezen staat en
waarmede de verschillende uitleggers geen
raad weten, zou 'een nieuwe ontdekking
wezen to Jeruzalem gedaan. Het gaat hier
over de inneming van den burcht Sion, die
door de Jebusieten in bezit was gehouden,
ook toen heel Palestina reeds lang door
Israël veroverd was. Toen David ten slotte
besloot deze burcht in te n'emen, zoo
staat in II Sam. 5:8 te lezien, beloofde
hij ©en hoogte onderscheiding aan dengene,
die d'e Jebusieten sloeg en „geraakte aan
die watergoot." Het zijn juist deze laatste
woorden, waarmede men geen weg wist,
len verschillende nieuwe uitleggers, wan
hopend© om hiervoor een juisto verklaring
tie vinden, meenden, dat de tekst corrupt
was len lieten deze woorden daarom on
vertaald. Thans heeft men in den berg
Sion, waarop d'e Jebusieten hun rotsburchc
hadden gebouwd, een in den rotswand uit-
gehouwien trap ontdekt, die door heel den
berg been naar omlaag voert, waar zich'
een waterbron bevindt, waardoor de bezet
ting zich steeds van versch drinkwater
kon Voorzien. Het bezit van deze water
bron maakte de vesting zoo goed als onin-
nteembaar. Daaraan was bet wel te danken,
dat de Jebusieten elk© belegering met suc
ces hadden doorstaan. Zoo nu zou ook de
bedoeling van David's woorden duidelijk
zijn geworden. David, die op de hoogte
was van het bestaan van deze „watergoot"
en wist, dat daaraan het behoud van de
vesting hing, beloofde een bijzondere be-
loooing aan diengeme, die van deze water
goot zich wist meester te maken en daar
mede den watertoevoer van de Jebusieten
afsloot. Het zou deze oude watergoot der
Jebusieten geweest zijn, die thans in den
berg Sion weer was teruggevonden.
3o. Een derde ontdekking raakt het
bekende verbaal in: I Kon. 18 van het al
taar, 'dat Elia bij zijn strijd met de Baal's
priesters bouwde op den Karmel. Volgens
hetgeen in vers 34 gemeld wordt, zou Elia,
na Üit altaar gebouwd en het hout met de
offerande daarop geschikt te hebben, ge
last hebben om vier kruiken (of emmers)
r
met water te vullen en deze tot drie
maal toe over het altaar uit te gieten.
Ook aan dit verhaal had de critiek aan
stoot genomen. Waar Israël geplaagd
werd met zulk een droogte, jaren lang,
dat Ier zelfs geen dauw meer op het
veld was, schijnt het onbegrijpelijk, dat
op den top van ©en kalen berg als de
Karmel genoeg water was om zooveel
emmers met water op het altaar uit te
gieten. Dr Schofield nu verhaalt, dat toen
hij zelf den Karmel bezocht en stond bij
de plek, waar Elia's altaar gebouwd werd,
hij leen half dozijn Arabieren met vaten
den Karmel zag opklimmen om daar water
te (halen. Toen hij aan zijn. begeleider
vroeg, Waarom zij dezen verren tocht de
den, (gaf deze hem ton antwoord, dat
juist op deze plek zich een bron be
vond, die het zuiverste water bevatte en
die de eigenschap bezat, zelfs in de
meest droge tijden, als alle andere bron
nen ophielden, voortdurend water te ge
ven. De bron op den Kannel was, zoover
menschenheugenis strekte, nog nooit op
gedroogd. Nu was het bestaan van deze
bron op den Karmel niet onbekend. Reeds
Van der Velde had in zijn reisbeschrij
ving van Palestina ter melding van ge
maakt. Maar het getuigenis van Dr Scho
field, die deze bron zelf zag en vooral
de treffende mededeeling van zijn Ara-
bisclien begeleider, d.at deze bron nooit
nitdroogd©, kan toch dienst doen om de
waarheid van dit Schriftverhaal tegen
over d© aanvallen der critiek opnieuw te
bevestigen. (Heraut).
Dr C. Veltenaar. Dr C. Velte-
naar, pred. bij1 de Ned. Herv. kerk te
Asperen, die een beroep ontving naar de
kerb te Poederoyen, naar aanleiding waar
van de „Rott." een drietal vragen stelde,
antwoordt dat blad:
1. Wat Poederoyen betrelft, deze ge
meente heeft zich niet vergist. Indien de
„ligger" in Augustus j.l. in orde ware
geweest, zou Poederoyen mij' toen reeds
hebben beroepen. Tweemaal heb ik er
gepreekt. Trouwens, indien ik 'ethisch ware
geweest, zou noch Gent, noch Eist hij
Veenendaal een roeping op mij! hebben
uitgebracht, evenmin als Asperen, waar-
het Kiescollege voor het meerendeel be
stond uit leden van den Garetf. Bond en
de Kerkeraad gedeeltelijk uit rechts-Con-
fessioneelen en Gereformeerden. In de 8
maanden, dat ik te Asperen sta, geld ik
dan ook in heel den omtrek en zelfs bij
de Kerkelijk-Gereformeerden alhier als be
slist Gereformeerd. Poederoyen wist dit.
2. Of sommige Gereformeerden zich dan
hebben vergist? Zonder twijfel, en ik zal
maar aannemen, dat zij zich hebben „ver
gist". Mag ik eens twee dingen noemen,
die het verklaarbaar maken, dat men het
etiket „ethisch" voor langer of kortoren
tijd gratis thuis krijgt? In de dagen, toen
Ds Netelenbos, die zich later als „ethisch
man" heeft verklaard, door da „Classis
Middelburg" werd geschorst, een kerk
rechtelijke fout evenals in de dagen van
Van der Waayen sprak ik eens met
een Gereformeerd collega. Niet alleen deel
de hij Dr Geelkerken, Ds Brussaard, Dif
B. W'ielenga e.a. bij' de „ethischen" in;
maar hij ging zelfs zoo ver wijlen Dr
Bavinck bij mij' aan te klagen, als „de
vader van de ethische dwalingeta", die thans
(1919) de kerken beroeren. „De komende
Synode", zoo zeïde hij, „moest Dr Bavinck
die de N.C.S.V. voorstond, tot de orde
roepen". En toen ik eiens op een mijner
catechisaties leerde:, dat de rechtvaardig-
making ©en rechterlijke, juridische daad
is de heiligmaking een ethisch© daad,
toen had men het, ik had het woord
„ethisch" genoemd en was derhalve
„ethisch".
.3. Of ik gezwenkt ben? Neten, ik ben
gebleven, die ik was: gereformeerd. Maar
meer dan vroeger leef ik uit de schatten
van het verleden van onze gereformeerde
vaderen. Evenals vroeger beef ik voor het
Woord Gods en beleid ik van ganscher
harte, dat al de Schrift van God is inge
geven van Genesis 1 tot Optenb. 22 toe.
Maar wil men mij' persé een etiket op
plakken, noem mij dan klassiek'-G©refor
meer d. Ik plaats mij' onder de banier des
Woords en aanvaard zonder eenigel reserve
de kostelijke drie Formulieren van Eenig-
heid en ik wenschte wel van God, dat de
Ned. Herv. Kerk deze Formulieren als
hare Banier handhaafde! Ik geloof, dat ik
klaren wijn heb geschonken. Trouwens,
mijn „Contra" inzake een nieuwe Bijbelver
taling èn om het Coloriet der taal te be
waren èn om den band aan het verleden!
niet to verbreken, kon u reeds hebben
geleerd, dat ik niet ethisch ben. Zoo ben
ik meer oud-gereformeerd, dan jong-ge-
reformeerd. Want ik ben tegen een nieuwe
Bijbelvertaling, tegen de invoering van
eenige gezangen, den bundel der Evang
gezangen gebruik ik nooit tegen de
verandering der liturgie, tegen alle nieu
wigheden als vrouwenkiesrecht in de kerk,
en voel mij één met het volk, welks God
de Heere is, het volk, dat Hij Zich-Zelf
ten erfdeel heeft verkoren.
senae
Brutale oplichter. Te Bergten
(N.-H.) zijn verschillende winkeliers het
slachtoffer geworden van een blijkbaar
geroutineerd oplichter. Een slank, blond
persoon van ongeveer 35 jaar, zonder
baard pf kfievel, is Vrijdag jl. in Bergen
aangekomen en gaf zich uit voor hoofd
ingenieur der Nederlandsche Spoorwegen,
wist zelfs zooveel vertrouwen t© wekken,
dat toen voor hem een locomotief re-
quirteerde, waarmede hij quasi een inspec
tietocht]© maakte, 's Avonds vervoegde hij
zich bij mej. H., waar hij kamers huurde,
naar het heette voor zijn gezin, dat spoe
dig met auto's zou overkomen. Daar hij
bleef overnachten, werd alles direct voor
den nieuwen huurder in orde gebracht
en (gebruikte hij daar het middagmaal.
Zaterdagmorgen heeft hij een bezoek ge
bracht aan verschillende winkels. Zoo ver
namen wij dat hij bij het filiaal van
Gebrs. B. een .tweetal costuums, bij de
firma H. en K. verschillende reishenoo-
digdbeden, bij den heer S. een paar
molières, waar hij zijn oude schoenen ia
reparatie gaf, bij den heer J. een kistje
fijne 'sigaren, en bij den heer S. voor
pl. m. f400, een aantal ringen heeft mede
genomen, alles op zicht en natuurlijk zon
der te betalen.
Blijkbaar tevreden met zijn inkoopen
nam hij bij de autogarage van den heer
K. (een auto om zich naar Utrecht te la
ten brengen, 's Avonds laat is chauffeur
met lauto weder te Bergen aangekomen
ten vernamen we nog bet volgende:
De pseudo-ingenieur liet zich eerst naar
Alkmaar brengen, waar bij de firma B.
een paar handschoenen werd gekocht,
eenige sokken zouden met de rekening
in zijn pension to Bergen worden bezorgd.
Vervolgens ging de reis naar Purtnerend,
waar hij een in aanbouw zijnde school
moest bezichtigen. Daar de opzichter niet
op 'het werk aanwezig was, werd deze in
zijn woning opgezocht. Na dit bezoek werd
naar Amsterdam gereden en eerst voor
de Marine-kazerne stilgehouden. De op
lichter liep door de wacht en had een
onderhoud mtet eenige officieren, waarna
hij zich naar ©en zekeren dokter V. liet
brengen. Na geruimen tijd binnen,Je zijn
gteweest, werd de tocht vervolgd naar
Ni'euwersluis, waar hij aan het station'
eenige bagage in bewaring wenschte te
geven. Daar men daar van geen f1000
terug had, leende hij van den chauffeur
tien 'gulden. Toen werd de reis naar
Utrecht voortgezet. In Utrecht werd eerst
nog een bezoek gebracht aan een eerstje
klasse kleermaker, waarna de ps©udo-
inspecteur besloot te gaan dineeren. In een
restaurant aangekomen, werd den chauf
feur (gevraagd met hem aan tafel te zit
ten. Een oogenblik zeide hij zich t© moe
ten verwijderen om aan zijn vrouw te
telefoneeren, doch hij moet nog terugko
men. De chauffeur kon met zijn auto zon
der betaling onverrichter zake naar Ber
gen torugbeeren.
Toen de politie van deze zaak Zater
dagmiddag bennis breeg en wist dat het
■doel van de reis Utrecht was, heeft zij on-
middellijb de politie te Utrecht gewaar
schuwd. Toen het spoor gevolgd was en
die politie bet restaurant binnenkwam,
was de vogel juist gevlogen. Mem ver
moedt, dat de oplichter naar het buiten
land is uitgteweben. Tot op heden heeft
de politie hem niet bunnen opsporen.
BERLIJN, 28 Juni. Officieel wordt me- J
degedeeld dat het Berlijnsch politieptesi-
dium reeds Dinsdag de auto die bij den
moord op R^thenau gebruikt werd, had
opgespoord ten in beslag genomen, zoo
mede den moord in zijn gehtetelen om
vang had qpgehelderdDe dAd-ers' zijn
vastgesteld. Het zijn de Berlijmers: le.
Ernst Werner Techow, lang 1,75 M., don
kerblond haar, baardeloos, gezonde ge
laatskleur, flinbe gestalte; 2é. de Sakser
Fischer, ook Vogel genoemd., niet ouder
dan 23 jaar, lang 1,75 Mj, licht blond,
bruine oogen, haviksneus! baardeloos,
bleebe gelaatskleur, flinke gestalte; en 3e.
de Mepklénburger Knauer, ook Corner en
Corn jgenbtemd, 'eveneens niet ouder dan
23 jaar, lang 1,73 tot 1,75 M;; Heht blond,
hoog voorhoofd, blauwe oogten, gebogen
neus, baardeloos, gezonde gelaatskleur,
krachtige, breed geschouderde gestalte. De
drie genoemden b'ehooren tot de organi
satie C en behoorden vroeger tot de bri
gade Ebrbardt. Gearresteerd zijn zij ech
ter nog niet. Zij zijn uit Berlijn gevlucht.
Het is gebleken dat de daders over niet te
grootie geldsommen beschikken.
De samenzwering strekte zich uit tot
ver buiten Berlijn, tot in Zuid Duitsch-
BjTWJJl IlltJb Uivguotuicii JS, U.cll/ Uti/ uvuiiAg
overtroffen wordt. De directeur, die reeds
vier weken, voortvluchtig is, zou in Amerika
vertoeven.
Een middel tegen kramp bij
het zwemmen. Een lezer schrijft aan de
„Amst.": Dagelijks leest men van personen,
die bij het baden verdronken zijn. Als ver
moedelijke oorzaak wordt dan opgegeven:
Kramp in de voeten. Wie weet, wat die kramp
is, kan begrijpen, dat de beste zwemmer en
zwemster dan het loodje moet leggen. Een
meer dan 30-jarige ervaring doet mij echter het
volgende eenvoudige middel aanbevelen, waar
bij' meer dan een baat gevonden heeft:
Mén ileemt een draad dikke sajet en bindt
déze onder de knie op zulk een wijze vast,
dat bij nat worden geen knelling gevoeld
wordt, Dan zal er, ook bij niel-zwemmers, geen
sprake meer van kramp zijn.
',t Is te probeeren!
Geen liften meer. Beweegbare
trappen zullen spoedig de liften in de Londen-
sche öndergrondsche spoorwegen vervangen en
in verband met den herbouw van sommige
oude lijnen en bet uitbreiden van andere af-
deelingen, zullen de meeste der nieuwe stations
werden voorzien van automatisch bewegende
trappen. In den oudsten Londenschen onder-
verval van het liberalisme es
ua>. de pefsonen, die
in verband met deze vernieling aangehouden
zijn, ontslagen werklieden aan dit bouwwerk
zijn, en wel W. A. C., 24 jaar, metselaar en
J. P. K., 51 jaar, schilder. Zij' zijn in voor- 4
loopige verzekerde bewaring gesteld.
De pseudo-Hoofdingenieur. De
pseudo-hoofdingenieur bij de Staatsspoorwegen,
zich noemende P. K. Parinie Bergmann uit
Utrecht, verdacht van verschillende oplich
terijen te Berren (N.-H.) gepleegd, is te Hil
versum aangehouden. In een café te Hilversum
wekte hij wantrouwen doordat hij niét kon
betalen Men waarschuwde de politie, die, daar
hij den oorsprong van de verschillende te
Bei-gen gekochte goederen niet kon opgeven,
riel hij al spoedig door de mand, en werd ia
voorloopige bewaring gesteld. Het bleek een
bekende oplichter te zijn, Kok geheeten, ge
wezen stoker bij de spoor, die op deze wijze in
zijn onderhoud trachtte te voorzien.
Plotselinge dood. In de te 's-Gra-
venhage gehouden vergadering van de Inter
nationale Vereeniging voor de Rubbercultuur in
Ned. Indië, is de vice-president dier vereeni
ging, de heer W. O. Burt, plotseling ongesteld
.geworden en overleden. De heer Burt woonde
te Londen. Ilij bereikte den leeftijd van 61
jaar.