Allerlei. Wetenschap en Kunst. Kerknieuws. Predikbeurten. Gemengd Nieuws. Laatste Berichten. opgemaakt en waarmede de kringgemeeh- ten zich volkomen kunnen vereenigen. 1. de heer L. W. de Waard, plaatsvervan gend districtsveearts te Middelburg en 2. de heer L. J. J. Geldot veearts te. Oost- kapelle. Voor het eventueel gebruik maken van een motorfiets en een rijwiel zou een vergoeding kunnen worden tcegekend, wel ke nader kan worden bepaald. Naar- het oordeel der deskundigen zou met de aanstelling van nog één huipkeur- meester kunnen worden volstaan. De thans voor den titularis bestaande jaarwedde van f 2700 tot f 13200 beneven.» 50 pel' jaar voor onderhoud van een rijwiel, werd billijk geacht. Bepaald is, dat alle kosten ten laste van den keuringsdienst komen, maai' ook de keurloonen ten bate van dien dienst. E.ventueele tekorten of batige saldo's worden door de gezamenlijke ge meenten gedragen of komen haar ten goede. Alhier is een comité gevormd met het doel te geraken tot oprichting van een vereeniging, welke zich ten doel stelt de verzorging van de kraamvrouwen en zuigelingen. Als leider van het consultatie bureau, dat zal worden opgericht, zal op treden dr van Marenz Bentz van den Berg, specialist voor kinderziekten te Middel burg. Door B. en W. van Zaandam is tot onder-directeur van den gemeentelijken ge neeskundigen dienst benoemd, de heer dr A. J. Smitt alhier. Kapelle. Gisterenavond kwam de afd. tot Chr. verzorging van krankzinnigen in Zeeland in vergadering bijeen in het lo kaal Obadja. De voor.z,, dhr. Jb. Zegers, betreurde in zijn openingswoord de ge ringe opkomst en deelde mede, dat twee ingezetenen in de stichting geplaatst moes ten worden. De penningjn. J. van Wingen deed rekening en verantwoording. In het geheel was ontvangen f 121.97, de uit- ggaven bedroegen f 114.50, batig slot f 7.47. De aftredende bestuursleden Jb. Zegers en B. v. d. Vrie werden herkozen. Als afgevaardigden voor de algemeene vergadering werden benoemd de voor.z., penningm. en corr. De afgev. J. van Win gen memoreerde in korte 'bewoordingen wat in 1921 voorviel op het financieele erf der stichting aan de hand van het algemeen verslag. Besloten is door hel bestuur om ds. Homburg in de Ned. Herv. Kerk te laten optreden in het belang der stichting. Opbrengst Emmabloempje te Kapelle f 68.07V2, te Biazelinge f 20.40. (Belange loos ingezonden). lerseke. Naar aanleiding van het raadsverslag dient opgemerkt, dat het besluit van den raaa anders is dan in ons blad van gisteren staat. Be sloten is met algem. stemmen (burge meester buiten stemming) te protestee ren bij Ged. Staten tegen verhooging jaarwedden ambtenaren burgerlijken stand en desnoods in beroep te gaan bii de 'Kroon. Wis&ankierke. Aan den heer F. den Boer alhier is opgedragen een nieuw uurwerk te plaatsen in den nieuwen toren, die te Kamperland gebouwd zal worden. Blijdschap. Ja, daar zijn blijde dagen nog in 't leven, hoe wéinig ook, daar zijnder nog voor waar, en garen zou ik alles, alles geven maar, om één van die, mijn God, om éénen wanneer ik U gevoel, U heb, U drage, mij onbewust, U zelf ben, m ij niet meer U noemen kan mijn God, en zonder klagen herhalen: God, mijn God en 'lieve Heer O blijft bij mij, Gij Zon van alle klaarheid! O blijft bij mij, blaakt door-end-door mij nu O blijft bij mij Eén ding en, één is waar heid, al 't ander al is deugen buiten U-' Gij zijt mijn troost, toen alle troost venijn is; Gij zijt mijn hulpe, als niemand helpt, elk vlucht; Gij zijt mijn vreugde, als elke vreugde een pijn is; „Halleluja", als alles weent en zucht. Gij, God van al dat is of ooit zal wegen, wat'komt Gij toch mij axrem ding zoo bij; wat ben ik zelf hoog, hemelhoog gerezen, hoe diep gegrond ik in ellenden zij! Wat gaat mij om in 't wondere van die stonden, als 't hert mij gloeit en de oog mij berst, en ik, van tranen dronk, onmachtig ril ton gronde en in een storm van liefde en vreug de stik! Ben ik het nog die weene? Kon mijn hart© nog de edele taal der liefde, dat zoo lang gesloten ligt, door zonde, en zeer en smerte, aan ketens vast en naar den dood ver langt? Ben ik het nog die in de stem der winden Uw spreken hoor, mijn J.esu, Uwe taal in alle taal, hoe kleen ook, wedervinde, en Uw gedaante in iedren blommenstaal? Ben ik het nog die minne al die mij haten, ben ik het nog die duizend levens won voor U, mijn God, en iederen mensche laten» en zelf vergeten, lachend sterven zou? O, blijde stonden zijnder nog in 't leven, en, ware o God, Uw Hemel anders niet als één van die, nog zou ik alles geven voor één van die, gelijk ik nuik nu geniet. GUIDO GEZELLE. Ned. Herv. Kerk. Beroepen t<' Abcoude, D. Jacobs te Nij- kerkerveen; te Vinkeveen J. G. Woel- derink te Randwijk; te Langer- en Korteraar, B. N. B. Bouthoorn te Wa penveld; te Baambrugge, dr J. J. Wol- dendorp te Hagestein. Aangenomen naar Nuuspeet door J. Nauta te Workum; naar Nieuwkoop door G. Elzenga te Nijega. Geref. Kerken. Tweetal te Delft, K. Schilder te Gorin- cbem en J. Wyminga te Dronrijp. Heden, 20 Mei, is 't 25 jaar geleden dat ds F. A. v. Schaick, Ned. Herv. pred., intrede deed te Kampen. Z.Eerw. diende, o.a. van 1888 tot 1891 de kerk van Sint Annaland. Zondag 21 Mei. Ned. Herv. Kerk. Goes, vin. ds de Vries, nm. ds Steinz, av. ds Homburg. Geref. Kerken. Domburg, 9,30 en 2 u„ cand. Vermeer van Haarlem. iWestkapelle, 9.30 en 2 u., ds F. J. v. d. Ende. Kamperland, 10, 3 en 7 u., ds P. J. Baaij, em. pred. Ongelukken. Te Coevorden is het 6-jarig zoontje van den landbouwer B., dat op een wagen meereed, daar af gevallen en overreden, met het gevolg, dat het kind schedelbreuk bekwam. Onder Klazinaveen is de jongeling D. bij een wagenongeluk de borstkas ingedrukt en onmiddellijk overleden. Te Ter- heide is de vrouw van den landbouwer F. in den kelder gevallen. Ze was direct dood. Te Maastricht werd gisteren het zoontje van D. door de stoomtram over reden. Hij geraakte tusschen het wiel en de rem, zoodat men de remblok moest doorzagen en het bijna een uur duurde voor de stumperd icon worden bevrijd. Een been lag naast de tramlijn. Zijn toe stand is hopeloos. Donderdagavond is te Tilburg een 27-jarige jongeman on der den invloed van sterken drank bij het zwemmen in het kanaal aan den Hoe ven schen weg verdronken. Brand. Woensdagmiddag ontstond op de Kruishaarsche heide onder de ge meente Nijkerk vermoedelijk door het spelen met lucifers - brand in het boer derijtje van den landbouwer "Havmsen. Het vee werd gered, doch huis en inboedel gingen in de vlammen op. Terwijl men zich bij Harmsen tot het uiterste inspande, om te redden wat kon, vatte het boerde rijtje van Veldhuizen, staande op ongeveer vijftig meter afstand, eveneens vlam en brandde tot don grond af. Vier koeien, en twee vette kalveren kwamen in de vlammen om. Bij de pogingen, om het vee te redden, bekwam Veldhuizen brand wonden in het gelaat. Het verbrande was gedeeltelijk verzekerd. Op ec n trein geschoten. E- ven buiten Amsterdam is door een onbe kenden dader op een voorbij rijdenden trein geschoten, vermoedelijk met een flo bert-pistool. Een ruit is verbrijzeld, maar niemand werd getroffen. - Hot schot in den nacht. In den nacht van Woensdag op Donderdag maakte te Kerkrade een troepje adspi- ranfc-landsverdedigers, die dien dag voor de militie gekeurd waren en den geheelen dag flink gedronken hadden, kabaal langs de Nieuwstraat en dreven hun baldadig heid zoover, dat bij den winkelier N. D. een groote spiegelruit werd ingeworpen en andere vernielingen werden gepleegd. De steenen vlogen door den winkel. De winkelier, langen tijd gesard, loste een schot uit een bovenraam en het ongeluk wilde, dat de 19-jarige V. uit Kerkrade, iemand die minder goed bekend staat, in het hoofd word getroffen. Nog denzelf den nacht werd V. in bewusteloozen toe stand naar het hospitaal gebracht. Tever geefs is getracht den kogel uit het hoofd te verwijderen. De toestand van V. is ui terst critiek. Een neger op gr u we 1 ijke wij- z e gelyncht. Te Davisboro in den Ame- rikaanschen staat Georgië is een 15-jarige neger, gearresteerd wegens moord op een vrouwelijke postbode, op afschuwelijke wij ze door de menigte gelyncht. Men martelde hem eerst een kwartier boven een lang zaam vuur en ondervroeg hem toen over zijn medeplichtige, een anderen jongen neger. Een tweeduizend man sterke me nigte ketende den neger daarop aan een boom, stak het vuur opnieuw aan en door zeefde zijn lichaam met tweehonderd ko gels. Do menigte ging daarna op zoek naar den medeplichtige. - Het dagboek van een misda diger. In Februari wekte de moord op een 37-jarigen Nederlandschen koopman te Burgedorf groot opzien. De man was uit Hamburg daarheen gelokt door een man en een vrouw en daar uitgeplunderd en vermoord. Dezer dagen is de man, een zekere Richard Bauer te Spandau gear resteerd, op het oogenblik, dat hij in een herberg met eemige vrienden een nieu we misdaad op touw zotte. In het bezit van Bauer werd een notitieboekje gevon- den, waarin hij uitvoerig' alle oplichte rijen en misdrijven, welke hij in de laatste drie jaar tc Hamburg en Berlijn had be dreven, opgeteekend had. In e:n afzon derlijke rubriek had hij de finantieele) voordeclen van elke daad opgeschreven. Bij zijn verhoor erkende hij al deze ieiten. Een afgebroken h u W e 1 ij k s - inzegening. Te Drachten zou, in de Chr. Geref. Kerk een huwelijksinzegening plaats hebben, welke door de tegenwer king van de bruid niet voltrokken werd. Na den toespraak door den predikant wer den aan elk van het jonggehuwde paar de gebruikelijke vragen gesteld, maar in- stede van de vragen met „ja" te beant woorden, begon de bruid den predikant haar bezwaren kenbaar te maken. En of de leeraar nu al betoogde, dat die be zwaren hier niet op hun plaats waren, zij hield vol, met 'het gevolg, dat de in zegening onderbroken werd en het paartje naar de zitplaatsen terugkeerde. Natuurlijk heerschte er onder de kerkgangers en met name onder de vrouwen, groote veront waardiging. A.-R. Partij. Door het zich terug trekken van den heer K. Kruithof zijn eenige veranderingen aangebracht in de eandidatenlijst der A.-R. Partij. Op de lijst voor Zwolle c. a. (Lijst It) is nu geplaatst dhr. den Hollander en op die voor Rot terdam (als no. 10) dhr. H. Colijn te Leer- sum. WESTKAPËLLE. Door de marechaussee alhier is aangehouden zekere M. P., oud 61 jaar, wegens het plegen van onzede lijke handelingen met een minderjarigen jongen uit Domburg. Na door den rechter van instructie te zijn ondervraagd is hij in voorloopig arrest gesteld. Vrijdagmiddag omstreeks zes uur is alhier bij stormweer het Engelsche stoom schip „Hobcoblin" op een paalhoofd bij het vijfde strand in 't Zuiden geloopen en blijven zitten. Het kwam van Antwerpen en wilde ter hoogte van Westkapelle weer terugkeeren. Zware zeeën slaan over het schip, daar bij den Zuidwesten storm het water tamelijk hoog opslaat. Om half acht ongeveer liet de bemanning een boot af ingeval zij het schip moest verlaten. Van uit den wal te zien waren 7 a 8 man aan boord. Om 8 uur kwam, daar het schip de noodvlag in top had, een sleepboot uit Vlissingen te hulp, doch is, nadat zij den stand van de boot had gezien en ze niet kon bereiken, weer teruggekeerd. Om half negen werd het reddingstoestel, alhier ge stationeerd, naar het strand gebracht. Cir ca 10 uur zijn de manschappen, zes in getal, door middel van het reddingstoestel allen van het schip afgehaald. De kapi tein bleef aan boord. Nederlanders in Roemenië door sluipmoordenaars over vallen. „De heer Ir. van der Waerden, in Roemenië aan de Nederlandsche pe- troleuvnwinning verbonden, en zijn echtge- noote, zijn des nachts door sluipmoorde naars overvallen. De heer v. d. Waerden werd door een zevental messteken en zijn echtgenoote door vijf steken ernstig ge wond. Zij zijn niet direct gedood". Bovenstaand bericht werd te Waalwijk telegrafisch ontvangen door dhr. H. van der Waerden, directeur aan de Rijksvak school voor schoenmakers, broeder van den getroffene. Deze is direct derwaarts afgereisd. H ij had een sola r-1 a m p. Uit een bestel-briefje „Meheer zou u kennen zorgen voor een bus karbiet voor Jan ziet alleen ligt." Acyteleen-lichl is ook een moeilijk woord. Msb. Mosterd na den maaltijd. Toen hij leefde, och, toen deugde Van zijn werken zoowat niets: Dit was fout, dat minderwaardig, Altijd, altijd was er iet s. Al gaf hij zijn heele leven En zijn ziel aan de muziek, Nooit werd hem iets t'ruggegeven Dan wat afgunst en critiek. Geen gevoel, een slechte voordracht, Groot gebrek aan temp'rament..... Eens zelfs noemde een der kranten Hem een prutser van een vent. Nergens menschen die 't waardeeren Hij had nauwelijks zij'n brood, Tot inééns de kansen keerden: Nu was 'ttijd: de man was dood. In hem hebben wij verloren Een artist van 'tzuiverst bloed: |Wat h ij ons steeds gaf te hooren, Het was edel, groot en goed. Alle groote kranten riepen 't Kolossaal verlies in 't rond, En 't geschiedde, dat de doode iVoor het eerst in 't „Leven" stond. En bij zooveel and'rc menschen Is het evenzoo gesteld: Meestal worden goede dingen Op het kerkhof pas vermeld. Dan komen er mooie bloemen, ,,'tWas een goed en hoogstaand man"... Geef die bloemen, zeg 'die woorden Nudan hééft hij er wat an. (Telegraaf) Clinge Doorenbos. Uit het land, waar geen land meer achter is. Het ge beurde in een klein stadje in 't Noor den. Het was kermis, en alle herber gen en hotels waren ei-vol. De tooneelspelers Jan Muscli, Spree, Nagtegaal en Vink, die met de gezel schappen waarbij zij verbonden wa ren, in het stadje kvvamen spelen, lie pen van het eene hotel naar het an dere, en van de eene herberg naar de andere herberg, om een slaapgele genheid te vinden, maar er was niet de minste hoo-p. Ten slotte kwamen zij in een klein hoerenhotelletje. De zaal zat vol ron kende en drinkende boeren, en de waard troonde grimmig achter een buffet, waarboven een uitgezochte kollektie opgezette vogels pronkte. „Hebt u nog logies voor ons vieren?" vroeg de groote Musch. „Jaowel", was het antwoord, en de hotelhouder greep een boek en tracht te een punt te zuigen aan het stompje potlood. ,,De naomen?" „Musch". De man keek achterdochtig, en schreef toen op. De volgende. Spree." Be man keek nog achterdochtiger en mompelde, met oen blik op z'n ge liefde verzameling: „Musch, Spreeuw enfin". En hij schreef verder. De volgende. „Nagtegaal." „Wat!", schreeuwde de man. „Een Musch, een Spreeuw en een Nag- tegaol! Hoe hiet jij dan wel?", wij zende op den laatsten akteur. „Vink", was het antwoord, heel be deesd. „Der-uit! der-uut! Denk je, dat ik voor gek wil zitten? Der-uut! En voor de zooveelste maal ston den de acteurs weer op straat. (Hbld.) Johan Hendrik van Dale. (t 19 Mei 1872). Do heer Meertens te Utrecht schrijft aan de „N. R. Gt." Het is vandaag een halve eeuw geleden, dat de verdienstelijke man, wiens naam aan het hoofd dezer regelen staat, stierf en een groote leegte achterliet, niet alleen in zijn gezin en bij zijn talrijke vrienden, maar bij allen die de studie der Neder landsche taal liefhadden. Johan Hendrik Van Dale werd den löen Februari 1828 te Sluis geboren uit een ge slacht dat sinds eeuwen in Zeeuwsch- Vlaanderen gevestigd is. Zijn ziekelijke jeugd was oorzaak, dat hij1 dikwijls weken achtereen het huis niet kon verlaten, waardoor hij troost en verstrooiing1 zocht in do boeken. Daar ,van Dale's vader bij bet onderwijs werkzaam was, was het niet te verwonderen dat ook de zoon zich in dit vak ging bekwamen, temeer daar zijn gezondheidstoestand hem al niet veel andere keuze toestond. Nauwelijks zestien jaar oud, behaalde hij in 1844 te Mid delburg den vierden onderwijisrang, waar op hij terstond als ondermeester in .zijn geboorteplaats werd aangesteld. In 1849 werd hij waarnemend hoofdonderwijzer te Hoofdplaat, het jaar daarop ondermeester te Oostburg, totdat hiji zich in het begin van 1851 weer in Sluis vestigde, ditmaal als huisonderwijzer. Drie jaar later werd hij daar tot hoofd aan de openbare school benoemddeze betrekking heett hij tot aan zijn dood toe vervuld. In 1855 werd hij bovendien tot archivaris van zijn ge boorteplaats aangesteld. Een simpeler levensloop voor een man van de verdiensten van Van Dale is wel licht onmogelijk. Deze eenvoud is een ge trouwe weerspiegeling van Van Dale's ka rakter. Het groote aantal onderscheidiu- 'gen, hem in den loop der jaren uit Noord en Zuid-Nederland verleend, lieten zijn bescheidenheid en nederigheid onaange tast. De schitterendste en voordeeligste aan biedingen, hem door de redactie van het Woordenboek der Nederlandsche taal ge daan, konden hem niet bewegen zich ergens anders te vestigen dan in het kleine stadje in den zuidwestelijken uit hoek van Nederland, waar hij' geboren was. De warme belangstelling die Van Dale in het Sluische archief stelde, deed den gemeenteraad in October 1855 besluiten hem, gelijk gezegd, tot archivaris te be noemen. In deze betrekking 'heeft hij: een aantal stukken aan het licht gebracht, die van het hoogste belang zijn voor de geschiedenis van Zeeuwsch-Vlaanderen. Zijn critisch oordeel, zijh bewonderens waardige kennis van geschiedenis en taal kunde, maar bovenal zijn groote liefde voor zijn geboorteplaats, maakten hem tot den aangewezen bekleeder van dit ambt. De zes deelen vande „Bijdragen tot de oudheidkunde en geschiedenis, 'inzonder heid van Zeeuwsch-Vlaanderen", die van 1856 tot 1863 verschenen, bevatten de tal rijke bewijlzen van zijnniet geringe kennis en werkkracht. Het uitvoerige artikel over het „Reglement voor de scheepvaart en de heffing der tollen op het Zwin van den jare 1252", dat een belangrijk gedeelte van het vijfde deel der 'ZeeuWsch-Vlaam- sche Bijdragen inneemt, stemt nog steeds tot bewondering voor de buitengewone gaven van dezen geleerden autodidact. H. Q. Janssen, Van Dale's biograaf en mederedacteur van de Bijdragen, meent dat vooral deze studie aan de richting van zijn studiën een bepaalden keer heelt gegeven; terwijl hiji zich n.l. tevoren zoo wel met taalkunde als met geschiedenis bezig hield, wijdde hij zich in het vervolg met een niet te miskennen voorkeur aan de beoefening van liet Nederlandsch in zijn volle uitgestrektheid. De daartoe ver- eischte kennis van Latijn en Gotisch had hij zich weldra eigen gemaakt. Menig ver dienstelijk artikel van zijh hand verscheen in De Taalgids en De Taal- en Letterbode. Van zijn liefde voor het middelneder- landsch getuigt een aantal bijdragen in dezelfde tijdschriften. Van Dale's hoofdwerk is ongetwijfeld zijn Nieuw Woordenboek der Nederland sche Taal, niet alleen nog altijd a. h.w. onmisbaar voor elk beschaafd Nederlan der, maar ook nog steeds het volledigste woordenboek van onze taal, dat we be zitten. Ieder die dit hoek in handen neemt moet ongetwijfeld met bewondering ver vuld worden voor de buitengewone be lezenheid van den samensteller, die ja ren lang aan dit ondankbare werk heeft besteed, maar de voltooiing van zijn nut tigen arbeid niet. heeft mogen beleven. Toen Van Dale stierf, was zijn woorden boek, hoewel gelukkig in handschrift ge heel voltooid, slechts tot op de helft in clruk verschenen; eerst twee jaar na zijn dood zag de laatste aflevering het licht. Herhaalde malen is Van Dale door Mat- thius de Vries aangezocht medewerker te worden van het Woordenboek der Neder landsche Taal. Hoe aanlokkelijk deze eer volle betrekking ook voor hem moest zijn, hoe gunstig de voorwaarden ook al waren, waaronder hij dezen belangrijken post zou gaan bezetten, de liefde voor zijn geboor teplaats woog hiem zwaarder dan alle din gen. Met de eigenaardige aanhankelijkheid aan den geboortegrond, die zoo kenmer kend is voor vele Zeeuwen, weigerde hij zich in Holland te vestigen. Zijn eenvou dige betrekking in het kleine en afgelegen Sluis was hem liever dan een eervol ambt buiten de grenzen van zijn geboortestad. Het behoeft wel niet gezegd te worden dal Van Dale als Zeeuw menige bijdrage heeft geschreven lot de geschiedenis van Zeeland. Behalve de verdienstelijke „Tijdtafel van de geschiedenis der provincie Zeeland" en het schoolboekje „Zeeland. Een leesboek voor de volksschool" getuigt een «root aantal verspreide artikelen van zijn liefde voor zijn geboorteland. Alleen in de reeds genoemde Zeeuwsch-Vlaamsche Bij dragen bedraagt het aantal bijdragen van zijn hand ver over de honderd. Ongeveer gelijktijdig gaf hij, alleen of met and-eren, het jaarboekje „Cadsandria" uit, waarvan eveneens zes jaargangen verschenen, een groot aantal der hierin vervatte artikelen zijn wederom van Van Dale. Een jaar voor zijn dood verscheen afzonderlijk „Een blik op de vorming der stad Sluis en op den aanleg harer vestingwerken van 13821587", het resultaat van een twintigjarigen archiefarbeid. Behalve ge- geschied kundige waarde had deze studie dit praktisch belang, dat zij het recht der stad Sluis op haar vestingwerken, dat haar door de regeering betwist werd, over tuigend aantoonde. De voordeden, die Sluis hierdoor verkreeg, waren niet on aanzienlijk. Van Dale's werkkracht was ongeloofe- lijk. Behalve de reeds genoemde studies geeft een lange lijst van bijdragen over de meest uiteenloopende geschied-, mal heid-, taal- en letterkundige onderwerpen, meerendeels in de eerste 22 jaargangen van „De Navorscher" verschenen, hiervan blijk. Een nagenoeg volledige opgave van het vele, dat Van Dale tijdens zijn al te korte leven geschreven heeft, vindt men, van de hand van J. Manhave, op genomen achter den eersten druk van het Woordenboek, waar ze niet minder dan twintig; bladzijden inneemt. Hoewel zwak van gezondheid werkte hij als het ware dag en nacht. Iedereen in Sluis zei dan ook: Van Dale werkt zich dood. Geheel gezond is hij nooit geweest; een paar ernstige ziekten kwam hij echter gelukkig te> boven. Nauwelijks was hij in het voor jaar van 1872 van een ernstige onge steldheid genezen, toen een te Sluis heer- schende pokken-epidemie ook hem aan tastte en na veertien dagen van geduldig gedragen lijden tot haar slachtoffer maak te. Slechts vier en veertig jaar oud werd hij, in den avond van den 19den Mei 1872, ontnomen aan zijn gezin en zijn. hoogbejaarde moeder en aan de talrijk» vrienden, die hij zich door zijn edel ka rakter in geheel Noord- en Zuidnederland verworven had. Van Dale's verdiensten als filoloog en historicus zijn door een aantal geleerde genootschappen erkend. Reeds in 1854 werd hij tot lid van het Historisch Ge nootschap te Utrecht benoemd en in 1857 tot lid van de Maatschappij van Neder landsche Letterkunde te Leiden, ook het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap pen, het Friesch Genootschap van ge schied-, o'udheid- en taalkunde, benevens een aantal Zuidnederlandsche genoot schappen namen hem onder hun leden op. Dr. A. de Jager huldigde zijn nage dachtenis op het Xllde Taal- en Letter kundig Congres, dat in 1872 te Middelburg bijeenkwam. Van Dale's boezemvriend, H. Q. Janssen, destijds predikant te St. Anna ter Muiden, schreef, met een diep gevoel van weemoed, onder den verschen indruk van zijn plotselingen dood, zijn levensbericht voor de Maatschappij van Nederlandsche letterkunde; aan deze schets is veel van het bovenstaande ont leend. Nog geen jaar na zijn dood stichtten zijn stadgenooten een monument op zijn graf. Eerst zeer onlangs zijn plannen op gekomen te zijner nagedachtenis in Sluis ©en borstbeeld op te richten, en ongetwij feld zullen de.ze voorstellen bij menigeen instemming vinden. Maar ook indien zij J) Alleen een studie over de namen van straten, enz. van Sluis ontbreekt; deze verscheen n.l. eerst na de voltooiing van het Woordenboek, in het Archief van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap pen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1922 | | pagina 2