Buitenland.
Binnenland.
Staten-Generaal.
Uit de Provincie.
het geld van de O.W.-belasting alleen
voor buitengewone werken gebruiken. Een
geheele verbetering is wat anders dan het
onderhoud.
Dhr. Van der Weel vraagt of er geen
rekening moet worden gehouden met
eventueele rioleeringsplannen.
De voorzitter en wethouder Onderdijk
«eggen, dat die nog niet bestaan
Dhr. Van Schouwen meent, dat de OAV.-
belasting wel degelijk mag worden ge
bruikt voor achtergebleven werken.
Dhr. Boudewijnsé kan zich niet ver
eenigen met het voorstel van dar. Van
Schouwen.
Dhr. Vertregt wijst er nog eens op, dat
als men nu een bedekking maakt als
bedoeld, het „niet aan zal gaan die bin
nen een paar jaar weer voor rioleering
op te breken.
Dhr. Onderdijk «egt, dat de bazaltlaag
alleen in het midden wordt gelegd en
langs de padjes aan de kanten wordt
alleen geteerd.
Het voorstel-Van Schouwen wordt ver
worpen met 15 tegen 2 stemmen, die der
heeren Van Schouwen en Van der Harst,
terwijl dat van B. en W. vervolgens z.h.s.
wordt aangenomen.
Het vermenigvuldigingscijfer voor den
II.O. wordt vervolgens vastgesteld op 1.2.
Vervolgens werden aangenomen de
voorstellen tot uitkeering van f 380.83 aan
ile Vereeniging „De Chr. Burgerschool te
Middelburg" en tot wijziging van de be
grooting 1921 en 1922 in yerband met
credieten voor werkverschaffing.
Het volgende voorstel was dat tot steun-
verleening aan uitgetrokken werkloozen.
Dhr. Onderdijk zeide in verband met de
opmerkingen van de commissie van fi
nanciën, dat het moeilijk is een juiste
definitie te geven wat geschoolde arbei
ders zijn. Wat betreft de opmerking, dat
B. en W. niet uil zichzelf hadden mogen
vragen om The Vitrite Works op de lijst
der crisisbedrijven te plaatsen, zegt spr.,
dat de minister dat toch niet uit zichzelf
.zou doeu. Te Vlissingen is de Tinfabriek
ook op de lijst geplaatst, maar de raad
weigerde toch te steunen, dus het aan
vragen bindt den raad geenszins. Toch
is het goed dat aangevraagd werd, want
nu staat de gelegenheid open tot steun.
Voor de georganiseerden krijgt men steun
van het rijk, voor de ongeorganiseerden
niet, als men althans niet tot de nood
lijdende gemeenten behoort. Ook de on
georganiseerden zullen later geholpen
moeten worden. Het opnemen van een
bepaling, dat alleen «ij, die minstens 2
jaar bij de Vitrite Works werkten ge
steund «uilen worden, is onaannemelijk.
De commissie zal zich echter moeten
stellen op het standpunt der gemeente
en den leiddraad van den minister moe
ten volgen. De directie van the Vitrite
Works weigerde steun, wat bijv. firma
Boddaert wel gaf, namelijk 1/3 van de
uitkeering. Zelfs gaf deze firma het door
de gemeente betaalde later terug.
Dhr. Boudewijnse acht de meerdere kos
ten voor de ongeorganiseerden van wei-
nig| beteekenis. Wat betreft de 2 jaar,
die eigenlijk lVa jaar moesten zijn, daar
voor was bijzondere reden daar door de
opleving: van het bedrijf juist in 1920
veel werklieden werden aangenomen.
Dhr. Paul verdedigt de voortvarendheid
van B. en W. in belang van betrokkenen
en gemeente. Het bepalen van een dienst
tijd komt niet te pas voor de gemeente,
dat .zou wat anders zijn als de directie
steun verleende.
De voorzitter meent, dat een tijdsbepa-
ling in flagranten strijd is met de mi-
nisterieele beschikking.
Dhr. Van Schouwen meent, dat afwij
king toelaatbaar is.
Na nog eenige discussie werd met al-
gemeene stemmen aangenomen een voor
stel van financiën om voor de ongeor
ganiseerden eenzelfde regeling te treffen
als voor de georganiseerden, terwijl het
idee IV2 jaar diensttijd te vorderen werd
verworpen met 11 tegen .6 stemmen, die
der heeren Boudewijnse, Vertregt, Van
der Harst, Ton, Streefkerk en Van Schou
wen.
Bij de behandeling van bezwaarschrif
ten tegen aanslagen in den H.O. werd dat
van dhr. Doorninck aangehouden tot la
ter, omdat men het onbillijk acht, dat
deze over 19201921 en als forenz en
als gewoon belastingplichtige, het laat
ste over 7 maanden, is aangeslagen; men
wil nu trachten een weg te vinden deze
onbillijkheid op te heffen.
Het bezwaarschrift van dhr. Ton, die
tijdelijk de vergadering yerlaten had, te
gen de straatbelasting, deed dhr. Van
Schouwen voorstellen dhr. Ton te ont
heffen, daar spr. het onbillijk vindt
iemand te belasten, wiens huis niet aan
een door de gemeente onderhouden weg
staat. Alleen mevrouw Corné stemde
echter met dhr. Van Schouwen mede.
Bij de rondvraag vroeg dhr. Van Schou
wen of voort «al worden gemaakt met
de stichting van een centrale zevende
klasseschool, waarop de voorzitter dit
toezeide, maar niet kon zeggen of zij
met 1 September reeds gereed zal zijn.
Dhr Kuipers vroeg: wanneer met de
herbestrating van de Segeerstraat wordt
voortgegaan, geantwoord werd, dat de
keien onderweg; .zijn.
Dhr. Ton vroeg, om sintels op een padje
langs den Seisweg. Men zal onderzoeken
of de polder Walcheren daartegen geen
bezwaar heeft.
Dhr. Vertregt vraagt waarom de boomen
aan den Zuidsingel op het terrein van 4e
ambachtsschool .zijn geplaatst. Dit is ge
schied in het belang, van het verkeer.
Dhr. Paul vroeg: of de verandering van
de straatverlichting reeds gereed is. Het
antwoord luidde, dat dit niet zoo is, maar
dat de raad op de hoogte zal worden
.gehouden.
Nieuwe onsenigheid in China.
In China blijft het maar een gisting en
verwarring zonder einde. Het jongste
nieuws uil China is in dit opzicht weier
typeerend.
President Sun Yat Sen heeft namelijk
Tsjen Tsjioeng-wing, opperbevelhebber van
de troepen in Kwantoeng, civiel gouver
neur van die provincie en minister van
binnenlandsche zaken in het Kanton
kabinet, ontslagen.
Niet lang geleden nog voerde Tsjen
Tsjioeng-wing het leger aan, dat de vreem
de troepen uit Kwantoeng verdreef en
maakte daardoor het herstel der Kanton-
regeering mogelijk, waarvan Sun-Yat-Sen
het hoofd is.
Er schijnt echter oneenigheid ontstaan
te zijn tusschen laatstgenoemde en Tsjen
Tsjioeng-wing over Sun Yat Sen's politiek
om een invasie in het Noorden te onder
nemen. Als gevolg van een en ander dreigt
er nu weer een scheuring in het Zuiden
van China, waardoor de toch reeds inge
wikkelde toestand aldaar nog gecompli
ceerder zou worden.
De heele situatie in China wordt be-
heerscht door personen. Elke leider meent,
dat zijn beginselen alleen het land kun
nen redden en dat hij alleen ze 'jn toepas
sing kan brengen.
Een wet tegen Godslasteraars.
Het is misschien een weinig bekend
feit, dat godslastering in Amerika behoort
tot de vergrijpen, welke onder de straf
wet vallen.
Aan de oude wetsbepaling op dat punt
word t namelijk zoo weinig de hand gehou
den, dat een veroordeeling, die onlangs
op grond der oude wet heeft plaats ge
had, een curiosum geworden is.
Voor het opperste gerechtshof van Maire
had zich in hooger beroep een vreemde
ling, afkomstig uit Litauen, te verant
woorden, die veroordeeld was wegens het
feit, dat hij in een rede het Christelijk ge
loof en den godsdienst in het algemeen
had aangevallen.
Het opperste gerechtshof bevestigde de
uitspraak in eerste instantie gedaan. De
betreffende oude wetsbepaling luidt: „Hij,
die den heiligen naam Gods lastert, door
God, Zijn schepping, bestuur, of laatste
oordeel over de wereld; Jezus Christus,
den Heiligen Geest of de Heilige Schrift,
zooals die vervat is in de canonieke boe
ken van bet Oude en Nieuwe Testament,
te vervloeken of te hoonen, of ze aan
verachting en spot prijs te geven, wordt
gestraft metenz."
Licht zonder warmte.
Uit New York wordt gemeld, dat pro
fessor Newton Harvey van de Princeton-
universiteit de mogelijkheid voorziet dat
een lichtbron kan worden gevormd, die
niet tevens warmte produceert. Deze ge
leerde bestudeerde daartoe lichtgevende
dieren als de vuurvlieg en de glimworm.
Hun lichtstraling wordt veroorzaakt door
de oxydatie van een dientengevolge licht
gevende stof, door hem luciferine ge-
noemd, welke hij wist af te zonderen uit
organismen, die overvloedig voorkomen
in den Grooten Oceaan bij Japan. Een
flesch van deze .in water opgeloste sub-
stantie geeft wanneer men hem in een
donkere kamer brengt den indruk dat het
water brandt met een blauwe vlam. Bij dit
licht kan men lezen.
Hevige aardbeving in Japan.
Een lievige aardbeving heeft gistermor
gen Tokio en omstreken geteisterd. Ver
schillende gebouwen van de stad zijn ern
stig beschadigd. Er zijn slechts enkele
menschen gedood, doch geen Europeanen.
Aan de aardbeving ging een uitbarsting
van den vulkaan Asamajama vooraf.
Te .Tokohama waren d'e schokken even
erg als te Tokio. De Chineesche wijk in
Jokohama is ernstig beschadigd en de
waterleiding is vernield.
Het lijden van een onderwijzeres te
St. Petersburg.
Een lezeres van de N. R. C. zendt eeni
ge uittreksels uit een brief, dien zij ont
vangen heeft van een vriendin te St. Pe
tersburg, die daar leerares is aan een
stadsschool, en die sinds half December
geen salaris ontvangen heeft. I11 een brief
van 29 Maart 1922 staat:
„Ik heb vandaag je brief ontvangen,
nadat ik sedert 3Va jaar van geen enk-el
mensch, die mij na staat, ©enig levens-
tieeken ontvangen had. Je kunt je on
mogelijk voorstellen, wat bij het ontvan
gen en lezen van je brief in mij omging.
Alleen «ij, die zoo verschrikkelijk geleden
hebben als wij, kunnen er zich rekenschap
van geven. Mijn tante L. heeft het in haar
laatste levensdagen ook zoo erg zwaar
gehad, dat ik het heele maal niet schrij
ven kan. De herinnering er aan is te
verschrikkelijk. Zij heeft honger, koude
en gebrek in alle opzichten geleden en
vooral veel moreel moeten lijden. En mijn
lieve N. is ook heengegaan, een jaar vóór
tante L., na verschrikkelijk lijden, dat zij
met geduld gedragen heeft. In beide geval
len, evenals ook bij mijn oom, waren het
hoofdzakelijk honger en gebrek aan voed
sel, die eerst ziekte en daarna den dood
ten gevolge gehad hebben. Juffrouw W.
is door dezelfde oorzaken krankzinnig ge-
wofden en in het afschuwelijke krank
zinnigengesticht „Nicolaas de Wonder
doener" gestorven. Haar dood en haar
begrafenis (je kunt je heelemaal geen
denkbeeld vormen van een begrafenis
thans hier) hadden op tante L. 'een groo
ten indruk gemaakt. Mevrouw v. H. is
twee maanden na tante L. ook van honger
en gebrek gestorven. Haai' arme M. is
een toonbeeld van ellende.
Sedert 2V2 jaar hebben wij geen enke
len dag gestookt, daar wij geen brandhout
hadden. In zulk een jarenlang onver
warmde kamer heb ik tweemaal in 1920
en 1921 met 40 graden koorts en nog
meer buiten kennis gelegen, tol men mij
naar het ziekenhuis bracht. Eenmaal was
het vlektyphus, het vorig jaar longontste
king. En geen eten in huis. En dat is nog
alles niets in vergelijking met hetgeen
wij moreel hebben moeten lijdenhoe wij
hier in ons eigen huis behandeld zijn, tart
alle beschrijving.
Als je mij vraagt, hoe het 1111 met ons
staat, kan ik dat nauwelijks in woorden
uitdrukken. Met onzen gemoedstoestand,
den mijnen althans, is hel; zeker niets
beter gesteld dan ine), die van een dwang
arbeider in Siberië. Mijn broer is ook in
een vreeselijken toestand. Daarbij geen
enkel bevriend mensch hier. Allemaal zijn
ze weg, en van bijna niemand weten we
iets af. Mijn arme, arme zuster moest
11a de zwaarste zorgen sterven en haar
kinderen alleen achterlaten. Twee jaar
lang heb ik daar niets van geweten en
vernam het door -een toeval. De kleinen
zijn bij vrienden in Duitschland. Ik weet
him adressen niet.
Ik zal jou of andere lieve vrienden
wel nooit, nooit meer terugzien. Want
G. en ik zijn bedelaars in den waren zin
des woords geworden. Alles hebben wij
verloren. De goederen van oom B„ al mijn
sieraden, mijn geld, mijn zilvergoed, niets
heb ik gekregen. En wat ik thuis had, is
mij door de ingekwartierde matrozen ont
stolen. Al mijn gouden voorwerpen, mijn
linnengoed, mijn kleeren. Mijn laatste gou
den armband (hij was hun waarschijn
lijk te ouderwetsch, daarom hebben zij
hem mij gelatien) heb ik Kerstmis ver
kocht, daar ik niet meer wist hoe ik G.
en mij nog voedsel zou kunnen verschaf
fen. Weldra zal ik geen [essen meer kun
nen geven, daar de laatste schoenen mij
van de voeten vallen. G. had <er sedert lang
geen meer. Daarom moest ik in den herfst
de mijne afstaan. Nu hebben wij den aller -
laatsten tijd heelemaal geen meer, en mijn
broer ook niet. Iets te koop-en voor klee
ding is ons geheel onmogelijk. Een el van
een eenvoudige wollen stof kost 4 mil-
lioen roebel en meer, een paar afschuwe
lijke kousen 1 millioen, ©en paar schoe
nen 12 a 15 millioen, een paar overschoe
nen 4 millioen. Nu krijg ik voor inge
spannen arbeid van 's ochtends 9 tot
's avonds Laat ten hoogste 2i/2 millioen
per maand. Afschuwelijk zwart bi'oodkost
110.000 p-er pond. Boter, melk of witte
brood is geen sprake van. En toch is
het moreel© lijden nog het ergste. Schrik
kelijke eenzaamheid, geen enkel bevriend
mensch, een leven tusschen lieden, die
men niet begrijpt en dan nog behalve het
andere werk, behalve de lessen, behalve
alle dienstbodenwerk als koken, was-
schen, naaien, nog zwaren arbeid, die
vroeger geen dienstbode te doen kreeg,
hout hakken, water dragen, vuilnis weg
halen, straten vegen enz.
Daarbij nooit ergens, pok thuis niet,
een opwekkend woord. Een leven zonder
eenige rust, noch in den zomer, noch in
den winter. En zonder eenig uitzicht,
zonder eenig bereikbaar doel of resultaat
voor oogen, zonder zelfs het vooruitzicht
van schoon linnen of ordelijkheid.
Je vraagt wat wij noodig hebben. Ik
kan alleen antwoorden: niets, daar het
toch niet helpt, omdat alles ontbreekt."
Een tragisch slot.
De ex-regent van Soemedang, did in de
Preanger „de volmaaktste regent" werd
genoemd, is in Arabië overleden.
Van uit Mekka is nu, door be
middeling van ons consulaat te Djed-
dah, gevraagd om overmaking van een be
drag van f 1500 voor het graf van den
overledene.
Het is au fond wel. tragisch, dit finan-
cieele slot der reis van een pangeran, die
vroeger zelf zoo dikwijls heeft gewaar
schuwd tegen de afzetterijen, waaraan pel
grims in Arabië blootstaan.
Hij maakte de reis met zijn vrouw,
haar zuster en twee bedienden en nam
als „sangoe" minstens f 17.000 in goud
mede. Men weet, dat het heele gezel
schap van 5 personen in ééne maand is
gestorven, -een samenloop van gebeurte
nissen, welke te denken geeft. Vooral
omdat het geld en er moet vermoe
delijk nog slechts ©en deel die-' f 17.000
zijn uitgegeven volkomen was ver
dwenen.
Thans het verzoek om 1500 voor het
graf van wijlen den regent. Het is eigen
lijk een verbazend staaltje, dat beter dan
iets anders de gevaren demonstreert, waar
aan pelgrims blootstaan. Vooral het mede-
nemen van groote bedragen naar het hei
lige land schijnt die gevaren nog te ver-
grooten en althans het sterftecijfer stark
te kunnen beïnvloeden.
Natuurlijk zullen de familieleden uit pi
ëteit jegens den overledene, die f 1500
zenden; er zit niets anders op. Het ware
'overigens wenscholijk, dat men wat meer
gegevens kon machtig worden over het
uitsterven van dit heele reisgezelschap;
het zou allicht een interessante bijdrage
kunnen worden voor de kennis der toe
standen in Arabië tijdens de. bedevaart.
Hoezeer de ex-regent geëerd was, moge
ook hieruit nog blijken, dat te Soemedang
een gedenkteeken voor hem is opgericht,
waarvan de plechtige onthulling 21 Maart
door den gouverneur-generaal zou wor
den bijgewoond..
Vaderland.
Bezuiniging.
Toen in de gemeenteraadsvergadering te
"VVilnis (Utr.) de benoeming van een wet
houder aan de orde kwam, verklaarde het
raadslid Haring, dat het wenschelijk is,
dat, wie er ook tot wethouder benoemd
wordt, deze van de f 300 wethouders-
Kvedde, minstens f 100 aan de gemeentekas
cadeau doet.
Tot. wethouder werd daarna benoemd
deze zelfde heer Haring. Hij wenschte
fcich er echter over te beraden of hij de
benoeming zal aanvaarden.
1) e r a a d v a 11 A111 e r o 11 ge 11 aa 11 't
bezuinigen.
Te Ainerongen neemt men geen halve
maatregelen terzake bezuiniging nu de
voornaamste belastingbetaler de am
bachtsheer Baron Bentinck dreigt met
heengaan. De bezuinigingscommissie be
staande uit alle raadsleden, stelt den
Raad het volgende voorO'p de bq-
grooting 1922 te hezuinigen: het salaris
van den burgemeester te verminderen met
f 430, blijft f 2000, der wethouders met
1'350, blijft f50, van den ontvanger met
f 450, blijft f 600. .Van Gedep. Staten voor
te stellen deze salarissen te herzien;.
IVerder het presentiegeld dor Raadsleden
Imet f 15, in totaal f 150 te verlagen. Op
de jaarwedden der secretarieambtenaren
f2800 te bezuinigen en den heer H. in
gaande 1 'Mei voor 6 maanden op wacht
geld te stellen tegen 75 pet. salarisuit-
keering. Verder ontslag op 1 Juni van
den gemeentebode B. Voorts bezuiniging
op schrijfbehoeften f150, bureaubehoeften
f 250, schoonhouden secretarie f 50, meu
bilair f 50, verlichting f 100, ad verteeren
f30, telefoon f50, veldwachter f'200 en
hem aan te stellen op1 f 200 salaris als
gemeentebode, politie f 100, wegwerkers
f 480, verwarming schoollokalen f 500,
enz. enz., waardoor op de begrooting'
1.922 een totale bezuiniging wordt be
reikt van f5923. Deze voorstellen nam
de raad aan.
N ie t zoo erg bedoeld.
De minister van Financiën heeft de
directeuren der dir. belastingen en der
registratie en domeinen er op gewezen
dat hem gebleken is, dat 's ministers cir
culaire van 16 Maart inzake de opschrif
ten enz. op bankbiljetten door sommige
ambtenaren te ruim is opgevat. De be
doeling van deze aanschrijving is alleen
meer in betaling mogen word©n aangeno
men biljetten, welke in die mate door het
deze geweest, dat in den vervolge niet
daarop plaatsen van stempels, reclame,
enz. zijn misbruikt, dal reeds op het
eerste gezicht valt te constateeren, dat zij
voor verdere circulatie ongeschikt zijn
geworden. Het voorkomen op- een biljet
van een enkelen datum, van een naam,
een paraaf, een nummer, een potlood
streep en dergelijke veel voorkomende tee-
kens mag geen aanleiding opleveren om
op de in de vorige circulaire aangegeven
•wijze te handelen. Bedoelde aanschrijving
mag alleen Worden toegepast 111 die geval
len, waarin de biljetten inderdaad zijn
misbruikt.
Waterstaat heeft v00r 1920 nog
10 in i 11 i 0 e n n o"ó d i g'.
Bij wetsontwerp tot wijziging van het
hoofdstuk Waterstaat der Staatsbegrooting
1920 wordt het. eindcijfer der begrooting
verhoogd met f 10.970.802.
Volgens den Minister laat het zich aan-
Izien, dat 1920 het moeilijkste is geweest
der achter ons liggende jaren en hij' ver
trouwt, dat in het vervolg dergelijke over
schrijdingen zich niet meer zullen voor
doen.
Van de verhoogde posten vermelden we
alleen, dat het verlies van het staatsbedrijf
dei' Posterijen, Telegrafie en Telefonie de
finitief is gesteld op1 17.206.662, d.i. een
verhooging met f3.268.938.
Het Kamerlid Ossendorp.
In de Dinsdag gehouden vergadering
der afdeeling voor de geschillen van be
stuur van den Raad van State is aan den
heer F. L. Ossendorp, in strijd met het
afwijzend advies van den Burgerlijken
Pensioenraad, een pensioen verleend, ten
bedrage van 1' 2243, als gewezen onder
wijzer aan een openbare lagere school te
Amsterdam.
Het is dus na herhaalde pogingen den
heer Ossendorp gelukt dit pensioen te
bemachtigen. Reken daarbij wat hij ver
dient ids Kamerlid en als propagandist
van den (rooden) Bond van Ned. Onder
wijzers en men komt aan een aardig be
drag. Zoo zijn de heeren!
Bureaucratie en bezuiniging.
Onze stadgenoot aldus de te Roosen
daal verschijnende Grondwet de zadel
maker Beyrens, kreeg een aanvrage van
de Ned. Spoorwegen 0111 de kosten op te
geven van de reparatie van een bestel-
tasch.
Dit werd gedaan en de kosten waren
f I.-Daarop mocht de reparatie geschie
den.
B. moest nu een nota indienen bij den
Stationschef ad fl.
Dit gebeurde op 16 Januari, onder de
noodige plichtplegingen daarbij vereischt.
Thans heeft B. nog meer papieren terug
gekregen dan hij indiende en is herrj
aangekondigd dat hij zijn gulden in Bre-
da kan gaan halen.
Deze papieren zijn een kostelijke verza
meling van allerlei handteekeningen en
stempels.
Bij onze poging 0111 deze te ontcijferen
zijn wiji tot de volgende combinatie geko
men. De heer Beyrens dient zijn nota in
vergezeld van het bewijs geteekend
door den stationschef Haak en den in
specteur van het vervoer Jeltes dat
hem de reparatie is opgedragen.
De oorspronkelijke nota is nu achter
eenvolgens accoord bevonden door den
chef Haak, Roosendaal, door den inspec
teur van het vervoer Jeltes, Breda, en de
Rekenkamer, Utrecht heeft voor gezien ge
teekend. Verder bevat het stuk een ad
ministratiestempel der Associatie Kassa,
Amsterdam, met de noodig,e parafen en
verwijzingen: een stempel dal de nota
in Febr. 1922 is geboekt, dat de nota
door de Ass. Kassa onder no. 284 is
getaald en voorts nog een stempel met het
verzoek, dit stuk 11a voldaanteekening,
terug te zenden.
Wat verder de roode, blauwe en zwarte
potloodcijfers beduiden die liet stuk ver
sieren, is ons niet duidelijk.
Deze papieren waren nog vergezeld
van een kennisgeving, waarbij de Asso
ciatie Kassa Amsterdam, namens de Ne-
derlandsche Spoorwegen. Utrecht, machti
ging verleent, deze nota te betalen door
den bankier Frans Laurijssen te Breda
Na al deze officieele stukken te hebben
doorworsteld, was de heer B. zoo frlij nog
fculke heldere hersens te hebben dat hij er
fcnaar van afzag een spoorkaartje te nemen
naar Breda en dus den gulden te laten
liggen waar hij ligt.
Allerlei.
De Tabakswet zal op 1 Juni a.s. wor
den ingevoerd.
De Minister van Waterstaat heeft toe
gezegd, dat dezen zomer een proef zal
worden genomen met goedkoopere va-
cantiekaarlen, ten einde na te gaan of
daardoor de toeneming van het personen
vervoer zoodanig is, dat daaruit conclu
sies zouden zijn te trekken voor tariefs
verlaging.
Tweede Kamer.
Ons vermoeden wordt hoe langer hoe
sterker, dal de S. D. A. P. verbazend
'blij is, dat de Eerste Kamer een doel der
Grondwetsherziening heeft verworpen. Ze
heeft daarmee een prachtig agitatiemiddel
in den verkiezingsstrijd meer gekregen en
kan nu voor de partijgenooten moord
en brand schreeuwen over de reactie
in de Eerste Kamer. Dat bleek reeds gis
teren, uit de heftige rede van mr. Troel
stra in de Kamer, toen hij over deze
kwestie interpelleerde.
Noodig was deze interpellatie aller
minst, want de regeering had inmiddels
haar gewijzigde voorstellen ingediend. Het
derde hoofdstuk is zóó gewijzigd, dal de
zittingsduur der Eerste Kamer Wordt ver-
ilengd tot 6 jaar gepaard aan aftreding van
de helft der leden om de drie jaar.
Pet nieuwe voorstel tot herziening der
additioneel© artikelen bevat geen wijziging
meer van kieswet en provinciale wel, zoo
dat de beslissing hierover aan den gewo
nen wetgever is overgelaten. Ook is ver
vallen de terugwerkende kracht voor de
pensioenen der Tweede Kamerleden.
Het vierde hoofdstuk is opnieuw aan
hangig gemaakt zonder de bepaling be
treffende de ontbindbaarheid der 'Provin
ciale Staten.
Van het heele beloog van Troelstra
willen wij alleen de vragen noemen, die
hij aan het slot stelde
1. Is de Regeering voornemens het
conflict tusschen haar en de Eerste Ka
mer op te lossen door ontbinding dier
Kamer en door het betrekkelijk ontwerp
opnieuw ongewijzigd bij de nieuwe Kamer
in te dienen?
2. Zoo neen, is de Regeering bereid,
de aangenomen, verworpen en nog niet
behandelde ontwerpen in te trekken?
3. Is de Regeering bereid een wets
voorstel tot afschaffing' der Eerste Ka
mer in te dienen?
4. Zoo neen, Wat is de Regeering
dan van plan als gevolg van de genoem-,
de verwerping te doen?
5. Is de Regeering niet van meening,
dat het ongelimiteerde recht van veto
der Eerste Kamer in geen geval moet
worden gehandhaafd en zijn van haar
voorstellen hieromtrent te verwachten?
Het antwoord van den Minister luidde:
Ad 1. Neen. Gevolg van ontbinding «011
zijn dat alle ontwerpen bij de Eerste Ka
mer aanhangig zouden vervallen. Daaron
der behooren alle begrootingshoofdst uk
ken voor 1922. Practisch is liet onmoge
lijk om voor 23 Mei een nieuwe Kamei
te kiezen.
Ad 2. Neen. De aangenomen ontwerpen
zijn te belangrijk dan dat de Regeering
dat weer ongedaan kan gaan maken.
Ad 3. Neen. Spr. verwijst naar de reeds
ingediende voorstellen, die de 'interpellant
nog niet schijnt te kennen.
Ad 4. Spr. verwijst weer naar de voor
stellen.
Ad 5. In de voorstellen behoudt de
Eerste Kamer haar ongelimiteerd recht.
De heer Troelstra kon zich met deze
opvatting niet vereenigen en diende een
blijkelijk voor dit geval vooraf gereed
gemaakt wetsontwerp tot afschaffing van
de Eerste Kamer in, met de bedoeling
dat dit tegelijk met de wijzigingsvoorstel
len der Regeering zou worden behandeld.
Dat maakte de comedie compleet. De
S. D. A. P. Weet natuurlijk van te vo
ren, dat zulle een -wetsontwerp wordt"
verworpen, maar voor de reclame wordt
het toch ingediend.
Ten slotte ontaardde de interpellatie
in een echt politiek debat, waaraan Mar-
chant, Wijnkoop, enz. lustig .deelnamen.
Marchant diende een motie in, waarin
gezegd wordt, dat de regeering niet mag
wijken voor de Eerste Kamer, en Wijn
koop kwam met een motie, vragende de
afschaffing en ontbinding der Eerste Ka
mer en invoering van het referendum.
Ook zij nog vermeld, dat de Kamer
-met de behandeling der gewijzigde
vleeschkeuringswet gereed 'kwam. De
voorgestelde wijzigingen werden verwor
pen.
Benoemd tot inspecteur der directe
belastingen, invoerrechten en accijnzen