Buitenland. Binnenland. Staten-Generaal. Uit de Provincie. het geld van de O.W.-belasting alleen voor buitengewone werken gebruiken. Een geheele verbetering is wat anders dan het onderhoud. Dhr. Van der Weel vraagt of er geen rekening moet worden gehouden met eventueele rioleeringsplannen. De voorzitter en wethouder Onderdijk «eggen, dat die nog niet bestaan Dhr. Van Schouwen meent, dat de OAV.- belasting wel degelijk mag worden ge bruikt voor achtergebleven werken. Dhr. Boudewijnsé kan zich niet ver eenigen met het voorstel van dar. Van Schouwen. Dhr. Vertregt wijst er nog eens op, dat als men nu een bedekking maakt als bedoeld, het „niet aan zal gaan die bin nen een paar jaar weer voor rioleering op te breken. Dhr. Onderdijk «egt, dat de bazaltlaag alleen in het midden wordt gelegd en langs de padjes aan de kanten wordt alleen geteerd. Het voorstel-Van Schouwen wordt ver worpen met 15 tegen 2 stemmen, die der heeren Van Schouwen en Van der Harst, terwijl dat van B. en W. vervolgens z.h.s. wordt aangenomen. Het vermenigvuldigingscijfer voor den II.O. wordt vervolgens vastgesteld op 1.2. Vervolgens werden aangenomen de voorstellen tot uitkeering van f 380.83 aan ile Vereeniging „De Chr. Burgerschool te Middelburg" en tot wijziging van de be grooting 1921 en 1922 in yerband met credieten voor werkverschaffing. Het volgende voorstel was dat tot steun- verleening aan uitgetrokken werkloozen. Dhr. Onderdijk zeide in verband met de opmerkingen van de commissie van fi nanciën, dat het moeilijk is een juiste definitie te geven wat geschoolde arbei ders zijn. Wat betreft de opmerking, dat B. en W. niet uil zichzelf hadden mogen vragen om The Vitrite Works op de lijst der crisisbedrijven te plaatsen, zegt spr., dat de minister dat toch niet uit zichzelf .zou doeu. Te Vlissingen is de Tinfabriek ook op de lijst geplaatst, maar de raad weigerde toch te steunen, dus het aan vragen bindt den raad geenszins. Toch is het goed dat aangevraagd werd, want nu staat de gelegenheid open tot steun. Voor de georganiseerden krijgt men steun van het rijk, voor de ongeorganiseerden niet, als men althans niet tot de nood lijdende gemeenten behoort. Ook de on georganiseerden zullen later geholpen moeten worden. Het opnemen van een bepaling, dat alleen «ij, die minstens 2 jaar bij de Vitrite Works werkten ge steund «uilen worden, is onaannemelijk. De commissie zal zich echter moeten stellen op het standpunt der gemeente en den leiddraad van den minister moe ten volgen. De directie van the Vitrite Works weigerde steun, wat bijv. firma Boddaert wel gaf, namelijk 1/3 van de uitkeering. Zelfs gaf deze firma het door de gemeente betaalde later terug. Dhr. Boudewijnse acht de meerdere kos ten voor de ongeorganiseerden van wei- nig| beteekenis. Wat betreft de 2 jaar, die eigenlijk lVa jaar moesten zijn, daar voor was bijzondere reden daar door de opleving: van het bedrijf juist in 1920 veel werklieden werden aangenomen. Dhr. Paul verdedigt de voortvarendheid van B. en W. in belang van betrokkenen en gemeente. Het bepalen van een dienst tijd komt niet te pas voor de gemeente, dat .zou wat anders zijn als de directie steun verleende. De voorzitter meent, dat een tijdsbepa- ling in flagranten strijd is met de mi- nisterieele beschikking. Dhr. Van Schouwen meent, dat afwij king toelaatbaar is. Na nog eenige discussie werd met al- gemeene stemmen aangenomen een voor stel van financiën om voor de ongeor ganiseerden eenzelfde regeling te treffen als voor de georganiseerden, terwijl het idee IV2 jaar diensttijd te vorderen werd verworpen met 11 tegen .6 stemmen, die der heeren Boudewijnse, Vertregt, Van der Harst, Ton, Streefkerk en Van Schou wen. Bij de behandeling van bezwaarschrif ten tegen aanslagen in den H.O. werd dat van dhr. Doorninck aangehouden tot la ter, omdat men het onbillijk acht, dat deze over 19201921 en als forenz en als gewoon belastingplichtige, het laat ste over 7 maanden, is aangeslagen; men wil nu trachten een weg te vinden deze onbillijkheid op te heffen. Het bezwaarschrift van dhr. Ton, die tijdelijk de vergadering yerlaten had, te gen de straatbelasting, deed dhr. Van Schouwen voorstellen dhr. Ton te ont heffen, daar spr. het onbillijk vindt iemand te belasten, wiens huis niet aan een door de gemeente onderhouden weg staat. Alleen mevrouw Corné stemde echter met dhr. Van Schouwen mede. Bij de rondvraag vroeg dhr. Van Schou wen of voort «al worden gemaakt met de stichting van een centrale zevende klasseschool, waarop de voorzitter dit toezeide, maar niet kon zeggen of zij met 1 September reeds gereed zal zijn. Dhr Kuipers vroeg: wanneer met de herbestrating van de Segeerstraat wordt voortgegaan, geantwoord werd, dat de keien onderweg; .zijn. Dhr. Ton vroeg, om sintels op een padje langs den Seisweg. Men zal onderzoeken of de polder Walcheren daartegen geen bezwaar heeft. Dhr. Vertregt vraagt waarom de boomen aan den Zuidsingel op het terrein van 4e ambachtsschool .zijn geplaatst. Dit is ge schied in het belang, van het verkeer. Dhr. Paul vroeg: of de verandering van de straatverlichting reeds gereed is. Het antwoord luidde, dat dit niet zoo is, maar dat de raad op de hoogte zal worden .gehouden. Nieuwe onsenigheid in China. In China blijft het maar een gisting en verwarring zonder einde. Het jongste nieuws uil China is in dit opzicht weier typeerend. President Sun Yat Sen heeft namelijk Tsjen Tsjioeng-wing, opperbevelhebber van de troepen in Kwantoeng, civiel gouver neur van die provincie en minister van binnenlandsche zaken in het Kanton kabinet, ontslagen. Niet lang geleden nog voerde Tsjen Tsjioeng-wing het leger aan, dat de vreem de troepen uit Kwantoeng verdreef en maakte daardoor het herstel der Kanton- regeering mogelijk, waarvan Sun-Yat-Sen het hoofd is. Er schijnt echter oneenigheid ontstaan te zijn tusschen laatstgenoemde en Tsjen Tsjioeng-wing over Sun Yat Sen's politiek om een invasie in het Noorden te onder nemen. Als gevolg van een en ander dreigt er nu weer een scheuring in het Zuiden van China, waardoor de toch reeds inge wikkelde toestand aldaar nog gecompli ceerder zou worden. De heele situatie in China wordt be- heerscht door personen. Elke leider meent, dat zijn beginselen alleen het land kun nen redden en dat hij alleen ze 'jn toepas sing kan brengen. Een wet tegen Godslasteraars. Het is misschien een weinig bekend feit, dat godslastering in Amerika behoort tot de vergrijpen, welke onder de straf wet vallen. Aan de oude wetsbepaling op dat punt word t namelijk zoo weinig de hand gehou den, dat een veroordeeling, die onlangs op grond der oude wet heeft plaats ge had, een curiosum geworden is. Voor het opperste gerechtshof van Maire had zich in hooger beroep een vreemde ling, afkomstig uit Litauen, te verant woorden, die veroordeeld was wegens het feit, dat hij in een rede het Christelijk ge loof en den godsdienst in het algemeen had aangevallen. Het opperste gerechtshof bevestigde de uitspraak in eerste instantie gedaan. De betreffende oude wetsbepaling luidt: „Hij, die den heiligen naam Gods lastert, door God, Zijn schepping, bestuur, of laatste oordeel over de wereld; Jezus Christus, den Heiligen Geest of de Heilige Schrift, zooals die vervat is in de canonieke boe ken van bet Oude en Nieuwe Testament, te vervloeken of te hoonen, of ze aan verachting en spot prijs te geven, wordt gestraft metenz." Licht zonder warmte. Uit New York wordt gemeld, dat pro fessor Newton Harvey van de Princeton- universiteit de mogelijkheid voorziet dat een lichtbron kan worden gevormd, die niet tevens warmte produceert. Deze ge leerde bestudeerde daartoe lichtgevende dieren als de vuurvlieg en de glimworm. Hun lichtstraling wordt veroorzaakt door de oxydatie van een dientengevolge licht gevende stof, door hem luciferine ge- noemd, welke hij wist af te zonderen uit organismen, die overvloedig voorkomen in den Grooten Oceaan bij Japan. Een flesch van deze .in water opgeloste sub- stantie geeft wanneer men hem in een donkere kamer brengt den indruk dat het water brandt met een blauwe vlam. Bij dit licht kan men lezen. Hevige aardbeving in Japan. Een lievige aardbeving heeft gistermor gen Tokio en omstreken geteisterd. Ver schillende gebouwen van de stad zijn ern stig beschadigd. Er zijn slechts enkele menschen gedood, doch geen Europeanen. Aan de aardbeving ging een uitbarsting van den vulkaan Asamajama vooraf. Te .Tokohama waren d'e schokken even erg als te Tokio. De Chineesche wijk in Jokohama is ernstig beschadigd en de waterleiding is vernield. Het lijden van een onderwijzeres te St. Petersburg. Een lezeres van de N. R. C. zendt eeni ge uittreksels uit een brief, dien zij ont vangen heeft van een vriendin te St. Pe tersburg, die daar leerares is aan een stadsschool, en die sinds half December geen salaris ontvangen heeft. I11 een brief van 29 Maart 1922 staat: „Ik heb vandaag je brief ontvangen, nadat ik sedert 3Va jaar van geen enk-el mensch, die mij na staat, ©enig levens- tieeken ontvangen had. Je kunt je on mogelijk voorstellen, wat bij het ontvan gen en lezen van je brief in mij omging. Alleen «ij, die zoo verschrikkelijk geleden hebben als wij, kunnen er zich rekenschap van geven. Mijn tante L. heeft het in haar laatste levensdagen ook zoo erg zwaar gehad, dat ik het heele maal niet schrij ven kan. De herinnering er aan is te verschrikkelijk. Zij heeft honger, koude en gebrek in alle opzichten geleden en vooral veel moreel moeten lijden. En mijn lieve N. is ook heengegaan, een jaar vóór tante L., na verschrikkelijk lijden, dat zij met geduld gedragen heeft. In beide geval len, evenals ook bij mijn oom, waren het hoofdzakelijk honger en gebrek aan voed sel, die eerst ziekte en daarna den dood ten gevolge gehad hebben. Juffrouw W. is door dezelfde oorzaken krankzinnig ge- wofden en in het afschuwelijke krank zinnigengesticht „Nicolaas de Wonder doener" gestorven. Haar dood en haar begrafenis (je kunt je heelemaal geen denkbeeld vormen van een begrafenis thans hier) hadden op tante L. 'een groo ten indruk gemaakt. Mevrouw v. H. is twee maanden na tante L. ook van honger en gebrek gestorven. Haai' arme M. is een toonbeeld van ellende. Sedert 2V2 jaar hebben wij geen enke len dag gestookt, daar wij geen brandhout hadden. In zulk een jarenlang onver warmde kamer heb ik tweemaal in 1920 en 1921 met 40 graden koorts en nog meer buiten kennis gelegen, tol men mij naar het ziekenhuis bracht. Eenmaal was het vlektyphus, het vorig jaar longontste king. En geen eten in huis. En dat is nog alles niets in vergelijking met hetgeen wij moreel hebben moeten lijdenhoe wij hier in ons eigen huis behandeld zijn, tart alle beschrijving. Als je mij vraagt, hoe het 1111 met ons staat, kan ik dat nauwelijks in woorden uitdrukken. Met onzen gemoedstoestand, den mijnen althans, is hel; zeker niets beter gesteld dan ine), die van een dwang arbeider in Siberië. Mijn broer is ook in een vreeselijken toestand. Daarbij geen enkel bevriend mensch hier. Allemaal zijn ze weg, en van bijna niemand weten we iets af. Mijn arme, arme zuster moest 11a de zwaarste zorgen sterven en haar kinderen alleen achterlaten. Twee jaar lang heb ik daar niets van geweten en vernam het door -een toeval. De kleinen zijn bij vrienden in Duitschland. Ik weet him adressen niet. Ik zal jou of andere lieve vrienden wel nooit, nooit meer terugzien. Want G. en ik zijn bedelaars in den waren zin des woords geworden. Alles hebben wij verloren. De goederen van oom B„ al mijn sieraden, mijn geld, mijn zilvergoed, niets heb ik gekregen. En wat ik thuis had, is mij door de ingekwartierde matrozen ont stolen. Al mijn gouden voorwerpen, mijn linnengoed, mijn kleeren. Mijn laatste gou den armband (hij was hun waarschijn lijk te ouderwetsch, daarom hebben zij hem mij gelatien) heb ik Kerstmis ver kocht, daar ik niet meer wist hoe ik G. en mij nog voedsel zou kunnen verschaf fen. Weldra zal ik geen [essen meer kun nen geven, daar de laatste schoenen mij van de voeten vallen. G. had <er sedert lang geen meer. Daarom moest ik in den herfst de mijne afstaan. Nu hebben wij den aller - laatsten tijd heelemaal geen meer, en mijn broer ook niet. Iets te koop-en voor klee ding is ons geheel onmogelijk. Een el van een eenvoudige wollen stof kost 4 mil- lioen roebel en meer, een paar afschuwe lijke kousen 1 millioen, ©en paar schoe nen 12 a 15 millioen, een paar overschoe nen 4 millioen. Nu krijg ik voor inge spannen arbeid van 's ochtends 9 tot 's avonds Laat ten hoogste 2i/2 millioen per maand. Afschuwelijk zwart bi'oodkost 110.000 p-er pond. Boter, melk of witte brood is geen sprake van. En toch is het moreel© lijden nog het ergste. Schrik kelijke eenzaamheid, geen enkel bevriend mensch, een leven tusschen lieden, die men niet begrijpt en dan nog behalve het andere werk, behalve de lessen, behalve alle dienstbodenwerk als koken, was- schen, naaien, nog zwaren arbeid, die vroeger geen dienstbode te doen kreeg, hout hakken, water dragen, vuilnis weg halen, straten vegen enz. Daarbij nooit ergens, pok thuis niet, een opwekkend woord. Een leven zonder eenige rust, noch in den zomer, noch in den winter. En zonder eenig uitzicht, zonder eenig bereikbaar doel of resultaat voor oogen, zonder zelfs het vooruitzicht van schoon linnen of ordelijkheid. Je vraagt wat wij noodig hebben. Ik kan alleen antwoorden: niets, daar het toch niet helpt, omdat alles ontbreekt." Een tragisch slot. De ex-regent van Soemedang, did in de Preanger „de volmaaktste regent" werd genoemd, is in Arabië overleden. Van uit Mekka is nu, door be middeling van ons consulaat te Djed- dah, gevraagd om overmaking van een be drag van f 1500 voor het graf van den overledene. Het is au fond wel. tragisch, dit finan- cieele slot der reis van een pangeran, die vroeger zelf zoo dikwijls heeft gewaar schuwd tegen de afzetterijen, waaraan pel grims in Arabië blootstaan. Hij maakte de reis met zijn vrouw, haar zuster en twee bedienden en nam als „sangoe" minstens f 17.000 in goud mede. Men weet, dat het heele gezel schap van 5 personen in ééne maand is gestorven, -een samenloop van gebeurte nissen, welke te denken geeft. Vooral omdat het geld en er moet vermoe delijk nog slechts ©en deel die-' f 17.000 zijn uitgegeven volkomen was ver dwenen. Thans het verzoek om 1500 voor het graf van wijlen den regent. Het is eigen lijk een verbazend staaltje, dat beter dan iets anders de gevaren demonstreert, waar aan pelgrims blootstaan. Vooral het mede- nemen van groote bedragen naar het hei lige land schijnt die gevaren nog te ver- grooten en althans het sterftecijfer stark te kunnen beïnvloeden. Natuurlijk zullen de familieleden uit pi ëteit jegens den overledene, die f 1500 zenden; er zit niets anders op. Het ware 'overigens wenscholijk, dat men wat meer gegevens kon machtig worden over het uitsterven van dit heele reisgezelschap; het zou allicht een interessante bijdrage kunnen worden voor de kennis der toe standen in Arabië tijdens de. bedevaart. Hoezeer de ex-regent geëerd was, moge ook hieruit nog blijken, dat te Soemedang een gedenkteeken voor hem is opgericht, waarvan de plechtige onthulling 21 Maart door den gouverneur-generaal zou wor den bijgewoond.. Vaderland. Bezuiniging. Toen in de gemeenteraadsvergadering te "VVilnis (Utr.) de benoeming van een wet houder aan de orde kwam, verklaarde het raadslid Haring, dat het wenschelijk is, dat, wie er ook tot wethouder benoemd wordt, deze van de f 300 wethouders- Kvedde, minstens f 100 aan de gemeentekas cadeau doet. Tot. wethouder werd daarna benoemd deze zelfde heer Haring. Hij wenschte fcich er echter over te beraden of hij de benoeming zal aanvaarden. 1) e r a a d v a 11 A111 e r o 11 ge 11 aa 11 't bezuinigen. Te Ainerongen neemt men geen halve maatregelen terzake bezuiniging nu de voornaamste belastingbetaler de am bachtsheer Baron Bentinck dreigt met heengaan. De bezuinigingscommissie be staande uit alle raadsleden, stelt den Raad het volgende voorO'p de bq- grooting 1922 te hezuinigen: het salaris van den burgemeester te verminderen met f 430, blijft f 2000, der wethouders met 1'350, blijft f50, van den ontvanger met f 450, blijft f 600. .Van Gedep. Staten voor te stellen deze salarissen te herzien;. IVerder het presentiegeld dor Raadsleden Imet f 15, in totaal f 150 te verlagen. Op de jaarwedden der secretarieambtenaren f2800 te bezuinigen en den heer H. in gaande 1 'Mei voor 6 maanden op wacht geld te stellen tegen 75 pet. salarisuit- keering. Verder ontslag op 1 Juni van den gemeentebode B. Voorts bezuiniging op schrijfbehoeften f150, bureaubehoeften f 250, schoonhouden secretarie f 50, meu bilair f 50, verlichting f 100, ad verteeren f30, telefoon f50, veldwachter f'200 en hem aan te stellen op1 f 200 salaris als gemeentebode, politie f 100, wegwerkers f 480, verwarming schoollokalen f 500, enz. enz., waardoor op de begrooting' 1.922 een totale bezuiniging wordt be reikt van f5923. Deze voorstellen nam de raad aan. N ie t zoo erg bedoeld. De minister van Financiën heeft de directeuren der dir. belastingen en der registratie en domeinen er op gewezen dat hem gebleken is, dat 's ministers cir culaire van 16 Maart inzake de opschrif ten enz. op bankbiljetten door sommige ambtenaren te ruim is opgevat. De be doeling van deze aanschrijving is alleen meer in betaling mogen word©n aangeno men biljetten, welke in die mate door het deze geweest, dat in den vervolge niet daarop plaatsen van stempels, reclame, enz. zijn misbruikt, dal reeds op het eerste gezicht valt te constateeren, dat zij voor verdere circulatie ongeschikt zijn geworden. Het voorkomen op- een biljet van een enkelen datum, van een naam, een paraaf, een nummer, een potlood streep en dergelijke veel voorkomende tee- kens mag geen aanleiding opleveren om op de in de vorige circulaire aangegeven •wijze te handelen. Bedoelde aanschrijving mag alleen Worden toegepast 111 die geval len, waarin de biljetten inderdaad zijn misbruikt. Waterstaat heeft v00r 1920 nog 10 in i 11 i 0 e n n o"ó d i g'. Bij wetsontwerp tot wijziging van het hoofdstuk Waterstaat der Staatsbegrooting 1920 wordt het. eindcijfer der begrooting verhoogd met f 10.970.802. Volgens den Minister laat het zich aan- Izien, dat 1920 het moeilijkste is geweest der achter ons liggende jaren en hij' ver trouwt, dat in het vervolg dergelijke over schrijdingen zich niet meer zullen voor doen. Van de verhoogde posten vermelden we alleen, dat het verlies van het staatsbedrijf dei' Posterijen, Telegrafie en Telefonie de finitief is gesteld op1 17.206.662, d.i. een verhooging met f3.268.938. Het Kamerlid Ossendorp. In de Dinsdag gehouden vergadering der afdeeling voor de geschillen van be stuur van den Raad van State is aan den heer F. L. Ossendorp, in strijd met het afwijzend advies van den Burgerlijken Pensioenraad, een pensioen verleend, ten bedrage van 1' 2243, als gewezen onder wijzer aan een openbare lagere school te Amsterdam. Het is dus na herhaalde pogingen den heer Ossendorp gelukt dit pensioen te bemachtigen. Reken daarbij wat hij ver dient ids Kamerlid en als propagandist van den (rooden) Bond van Ned. Onder wijzers en men komt aan een aardig be drag. Zoo zijn de heeren! Bureaucratie en bezuiniging. Onze stadgenoot aldus de te Roosen daal verschijnende Grondwet de zadel maker Beyrens, kreeg een aanvrage van de Ned. Spoorwegen 0111 de kosten op te geven van de reparatie van een bestel- tasch. Dit werd gedaan en de kosten waren f I.-Daarop mocht de reparatie geschie den. B. moest nu een nota indienen bij den Stationschef ad fl. Dit gebeurde op 16 Januari, onder de noodige plichtplegingen daarbij vereischt. Thans heeft B. nog meer papieren terug gekregen dan hij indiende en is herrj aangekondigd dat hij zijn gulden in Bre- da kan gaan halen. Deze papieren zijn een kostelijke verza meling van allerlei handteekeningen en stempels. Bij onze poging 0111 deze te ontcijferen zijn wiji tot de volgende combinatie geko men. De heer Beyrens dient zijn nota in vergezeld van het bewijs geteekend door den stationschef Haak en den in specteur van het vervoer Jeltes dat hem de reparatie is opgedragen. De oorspronkelijke nota is nu achter eenvolgens accoord bevonden door den chef Haak, Roosendaal, door den inspec teur van het vervoer Jeltes, Breda, en de Rekenkamer, Utrecht heeft voor gezien ge teekend. Verder bevat het stuk een ad ministratiestempel der Associatie Kassa, Amsterdam, met de noodig,e parafen en verwijzingen: een stempel dal de nota in Febr. 1922 is geboekt, dat de nota door de Ass. Kassa onder no. 284 is getaald en voorts nog een stempel met het verzoek, dit stuk 11a voldaanteekening, terug te zenden. Wat verder de roode, blauwe en zwarte potloodcijfers beduiden die liet stuk ver sieren, is ons niet duidelijk. Deze papieren waren nog vergezeld van een kennisgeving, waarbij de Asso ciatie Kassa Amsterdam, namens de Ne- derlandsche Spoorwegen. Utrecht, machti ging verleent, deze nota te betalen door den bankier Frans Laurijssen te Breda Na al deze officieele stukken te hebben doorworsteld, was de heer B. zoo frlij nog fculke heldere hersens te hebben dat hij er fcnaar van afzag een spoorkaartje te nemen naar Breda en dus den gulden te laten liggen waar hij ligt. Allerlei. De Tabakswet zal op 1 Juni a.s. wor den ingevoerd. De Minister van Waterstaat heeft toe gezegd, dat dezen zomer een proef zal worden genomen met goedkoopere va- cantiekaarlen, ten einde na te gaan of daardoor de toeneming van het personen vervoer zoodanig is, dat daaruit conclu sies zouden zijn te trekken voor tariefs verlaging. Tweede Kamer. Ons vermoeden wordt hoe langer hoe sterker, dal de S. D. A. P. verbazend 'blij is, dat de Eerste Kamer een doel der Grondwetsherziening heeft verworpen. Ze heeft daarmee een prachtig agitatiemiddel in den verkiezingsstrijd meer gekregen en kan nu voor de partijgenooten moord en brand schreeuwen over de reactie in de Eerste Kamer. Dat bleek reeds gis teren, uit de heftige rede van mr. Troel stra in de Kamer, toen hij over deze kwestie interpelleerde. Noodig was deze interpellatie aller minst, want de regeering had inmiddels haar gewijzigde voorstellen ingediend. Het derde hoofdstuk is zóó gewijzigd, dal de zittingsduur der Eerste Kamer Wordt ver- ilengd tot 6 jaar gepaard aan aftreding van de helft der leden om de drie jaar. Pet nieuwe voorstel tot herziening der additioneel© artikelen bevat geen wijziging meer van kieswet en provinciale wel, zoo dat de beslissing hierover aan den gewo nen wetgever is overgelaten. Ook is ver vallen de terugwerkende kracht voor de pensioenen der Tweede Kamerleden. Het vierde hoofdstuk is opnieuw aan hangig gemaakt zonder de bepaling be treffende de ontbindbaarheid der 'Provin ciale Staten. Van het heele beloog van Troelstra willen wij alleen de vragen noemen, die hij aan het slot stelde 1. Is de Regeering voornemens het conflict tusschen haar en de Eerste Ka mer op te lossen door ontbinding dier Kamer en door het betrekkelijk ontwerp opnieuw ongewijzigd bij de nieuwe Kamer in te dienen? 2. Zoo neen, is de Regeering bereid, de aangenomen, verworpen en nog niet behandelde ontwerpen in te trekken? 3. Is de Regeering bereid een wets voorstel tot afschaffing' der Eerste Ka mer in te dienen? 4. Zoo neen, Wat is de Regeering dan van plan als gevolg van de genoem-, de verwerping te doen? 5. Is de Regeering niet van meening, dat het ongelimiteerde recht van veto der Eerste Kamer in geen geval moet worden gehandhaafd en zijn van haar voorstellen hieromtrent te verwachten? Het antwoord van den Minister luidde: Ad 1. Neen. Gevolg van ontbinding «011 zijn dat alle ontwerpen bij de Eerste Ka mer aanhangig zouden vervallen. Daaron der behooren alle begrootingshoofdst uk ken voor 1922. Practisch is liet onmoge lijk om voor 23 Mei een nieuwe Kamei te kiezen. Ad 2. Neen. De aangenomen ontwerpen zijn te belangrijk dan dat de Regeering dat weer ongedaan kan gaan maken. Ad 3. Neen. Spr. verwijst naar de reeds ingediende voorstellen, die de 'interpellant nog niet schijnt te kennen. Ad 4. Spr. verwijst weer naar de voor stellen. Ad 5. In de voorstellen behoudt de Eerste Kamer haar ongelimiteerd recht. De heer Troelstra kon zich met deze opvatting niet vereenigen en diende een blijkelijk voor dit geval vooraf gereed gemaakt wetsontwerp tot afschaffing van de Eerste Kamer in, met de bedoeling dat dit tegelijk met de wijzigingsvoorstel len der Regeering zou worden behandeld. Dat maakte de comedie compleet. De S. D. A. P. Weet natuurlijk van te vo ren, dat zulle een -wetsontwerp wordt" verworpen, maar voor de reclame wordt het toch ingediend. Ten slotte ontaardde de interpellatie in een echt politiek debat, waaraan Mar- chant, Wijnkoop, enz. lustig .deelnamen. Marchant diende een motie in, waarin gezegd wordt, dat de regeering niet mag wijken voor de Eerste Kamer, en Wijn koop kwam met een motie, vragende de afschaffing en ontbinding der Eerste Ka mer en invoering van het referendum. Ook zij nog vermeld, dat de Kamer -met de behandeling der gewijzigde vleeschkeuringswet gereed 'kwam. De voorgestelde wijzigingen werden verwor pen. Benoemd tot inspecteur der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1922 | | pagina 2