.up if\ LAND, lui i juk bare Poeders Witte Kruis. [ichting Goes. sief^ikenhout sublenient, ermansknechts, I-Huishoudster, !\o 154 Donderdag 30 blaart 19%% 36e Jaargang nstbode, zing te pachten: 1.10 H.A. Vaars iTIEflOOO. ïelen, elk f500,— brek (e koop aangeboden oerenwagen. FEUILLETON. John Ward en zijne Vronw bnder voor hoofd- line) en pijnlijke Jatige maandston- llikkelijke leniging i genezing door de Iers versterken de lij zijn gansch on~ |en missen nooit ring bij alle" ziek iwen en die welke Irtkomen. [vinder 28, St. Nicolaas. ider voor Goes en '8' een seizoen Iden Straatweg naar Ichrijvingsbiljetten in /óór of op Zaterdag I den heer JOS. STIE- Ja nadere inlichtingen fijn. KOOP: inden, bij P. JANSE E 4 KOOP: Beetwortelsuiker- sland" te Bergen- Ismede |rt f 100. ten kantore van 70LFF te Middelburg, te Goes Lange Kerk- brtrek te koop of te •■modern in 1920 nieuw S, van alle gemakken laan vaarden 1 Mei a.s. In C 253, Nieuw# Vliss, Toudekerke). we vliss, Tafel, Buffet, groote Jeuil en 6 Stoelen. |gen Lange Vorststraat M* KOOP: Vaars 3u, bij C. DE VOOGD, |skerke (W.). E KOOP: J f of zander lammere UWERSE Lz, Grijps- 'ge. E KOOP: KRIJGER—Koue, Krabbendijke. E KOOP: zwart Colbert-Costuum bijbehoorende gekleed» maal gedragen), 2 Over- ooge Hoed en een paar *o. 43). Alles gewone A. C. DE GRAAF, kerke bij Arnemuiden. ostplicht met Mei a Iknecht gevraagd, JNIERSE Cz., Middel Nieuwl. weg Middel-A/Ë tond gevraagd tfl URMOND, Gapinge. stond gevraagd J? Boulevard E-ertsen en. voor Deu Haag, in zonder kinderen alleen. J O salaris f 30.per ma geld. 30 lett. L S. 723, Adv. ALTA, Den Haag Drukkers-Exploitanten O0STERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f.3.— Losse nummers f 0.85 Prijs der Ad vsrte n 11 n: regels f 1.20, elke regel meer 38 cf Bij abonnement belangrijke korting. f A. Hollestelle. De heer A. Hollestelle te Tholen is overleden. Ofschoon hij in Mei a.s. negentig jaar hoopte te worden, was hij tot zelfs de laatste dagen nog gezond naar het lichaam en helder van geest; zoodat de tijding van zijn overlijden ons overviel. En ook hemzelven moet de dood wel overvallen hebhen. Nog op den dag van eergi stereo maakte hij zijn aanteekeningen in een door hem sinds jaren bijgehouden dagboeken de laatste woorden waren dat hij niet meer zoo'n aandrang voelde tot bezigheid. De hoer Hollestelle was een merkwaar dig man, op waterbouwkundig gebied een specialiteit van groote bekwaamheid, in verschillende funetien, zoo op Zuid- en Noord-Beveland als op Tholen, is dit ge bleken. Hij was een autodidact, een self m a d e man in den volsten zin des woords immers hij wist zich met Gods hulp van dijkwerker op te werken tot den hoogen rang dien hij bij den provincialen water staat meer dan een halve eeuw lang met ©ere bekleedde. Te Tholen was hij jaren lang lid van den gemeenteraad en wethouder; het kies district Tholen vertegenwoordigde hij in de staten onzer provincie onafgebroken, 'van 1888 tot 1919, en immer was hij daar op zijn post. Schoon hij behoorde tot de anti-revolu- lionaine partij, had hij onder de liberalen vele vrienden, die nit achting voor zijn persoon steeds hij de verkiezingen hun slem op hem uitbrachten. Wij hopen binnenkort meer in den biieede op zijn levensgeschiedenis terug te komen, aan de hand van bovengenoemd dagboek, hetwelk hij reeds eenigen tijd geleden ter bewerking voor ons blad had afgestaan. I Sta hier derhalve voorloopig dit korte woord, aan zijn nagedachtenis gewijd. Ook aan Hollestelle zijn de beproevin gen des levfens niet bespaard geworden, ofschoon van lichaamssmart hij over 't gfe- heel vrij bleef. Maar er is een smart, die dieper gaat dan die van 't lichaam. Moge eenmaal blijken dat hem dit niet tevergeefs is toebedeeld geweest. Want er staat geschreven: alle dingen moeten medewerken ten goede, dengenen namelijk die naar Zijn voornemen geroe pen zijn. i Rechts óf Links. In de Novemberdagen van 1918 is het voldoende duidelijk geworden, dat het Li beralisme volkomen had afgedaan, Scherp omlijnde beginselen werden toen van allerlei orgaan in staatkunde en maat schappij als onmisbaar geëischt. Hoe onzeker en tastend hebben gestaan in de Kamer de liberale heeren, heeft ge handeld de „neutrale" vakorganisatie, was de liberale pers! Heen en weer geslingerd tusschen het democratische standpunt en socialistische neigingen vertoonde zich hier .gemis aan ruggegraat- Het is gebleken, dat in de liberale krin gen in die dagen geen antwoord kon Wor den gegeven op de groote levensvragen. Het bleef bij een opportunistisch over wegen van het slagen dan wel mislukken der revolutie. Waar was de moed toen om desnoods te willen vallen voor de hooge geestelijke goederen, toen op het spel gezet? Naar het Engelsch van MARGARETHA DELAND. 117) Het was voor Helena reeds veel dit te zeggen. Niemand had ooit vermoed wat er achter haar terughouding school; mis schien was niemand daar ook veel aan gelegen geweest.» „Gifford I" zeide zij opeiens. Hij zag op, verbaasd over haar toon. „Wat is 't, Helena?" „Ik wenschte," zeide zij „ik wenschte dat je zoo gelukkig waart als je verdient te zijn." Hij wist wat zij bedoelde, en wilde haar vertrouwelijkheid niet beantwoorden door den schijn aan te nemen alsof hij haar niet begreep. „Ik ben misschien niet zoo gelukkig als ik het we] zou verlangen, maar ik ben zeker zoo gelukkig als ik het verdien „Neen," hernam zij, „dat ben je niet. En, o, Gifford, er is zooveel verdriet in de wereld! Het eenige, wat het leven moge lijk maakt, is liefde, omdat die het eenige is, wat niet verandert." „Ik vrees, dat dit nooit iets voor mij kan zijn," zeide hij, na een oogenblik het stil- Van duidelijke, tot het volk sprekende afbakening hunner houding hebben de liberale heeren de eerste 24 uren na de bijeenkomst in het verkooplokaal te Rot terdam op 11 November 1918 niet doen blijken. Aldus liandelend heeft het liberalisme de toekomst verspeeld. Het volk weet niet waaraan bet toe js en dat is meer een gevaar dan een zegen in onze dagen. Waar het om grondslagen van recht en religie gaat kan men niet onbeslist blijven. Het moet er uit: Rechts of Links. En andere keuze is er niet. Of in het kielzog der socialistische dat is revolutionaire beweging of met den moed dar' overtuiging op pmncipieelen grondslag onze staatsinstellingen schra gen en beveiligen. Wat zou geschied zijn als de Christe lijke partijen en vakbeweging in de No vemberdagen van '18 niet hadden bestaan? Het beginsellooze, opportunistische libe ralisme zou stellig de dupe geworden zijn van de eigen leer, dat er is in de maat schappij een bevoorrechte klasse. Links aanvaardt dit, Rechts nooit. Minister Ruys. Wij geven hieronder het woord over on zen Minister-president aan een alleszins lot. oordeelen bevoegd en deskundig 'libe raal den heer D. Hans, een. eerlijk tegen stander, die aldus hem in het orgaan van den Vrijheidsbond teekent: Toen indertijd de heer Jhr Mr Charles Ruys de Beerenbrouck minister president werd, hebben we allemaal een beetje sip langs onzen geachten neus ge keken. Waarom Wel eenvoudig: een Premier van 44 jaar leek den mieesten van ons een on-hol- landsch waagstuk. In ons kleine vaderland is men zoo wei nig gewoon jonge figuren in hooge ambten te zien. En dus Ilc wed er een lief ding om, dat de heer Ruvs de Beerenbrouck er zèli ook een beetje van opgekeken heeft. Hij zat net zoo lekker en veilig in het gouvernements huis van z"'n geliefde Limburg, opvolger van een alom geëerden vader, toen hij vriendelijk werd uitgenoodigd maar eens eventjes Minister-president te wórden- Denkt u dat hij het prettig gevonden heeft? Hij had het gevoel of hij een drommedaris cadeau kreeg. Kort na zijn optieden zei de Minister-president tegen mij: „Ik heli om dit ambt niet gevraagd en ik heb het niet begeerd. Ik was veel liever Commissaris der Koningin gebleven". En dit is de •eenvoudige waarheid- Denk u de rij van statige minister, presidenten, die wij in de latere tijden o.p het Binnenhof hadden zien verschijnen. Als daar waren: Roëll, Pierson, Kuyper, de Meester, Heemskerk, Cort van der Linden. Eén en al plechtigheid en gedegen ernst- Staatslieden in den herfst of in den winter huns levens. Zelfs de opgewekte Heems kerk was niet zoo jong meer. Een stoet om stijf te staan van eerbied- Zestigers, zeventigers. Vaak met sneeuwige lokken om den van staatsmans-wijsheid zwaren schedel. Denk vooral aan Ruys' onmi-idel- lijken voorganger: Cort van der Linden- Een grijsaard, gedragen door ee>i philoso- fische rust. Een staatsman van eerste kwaliteit. In de moeilijke oorlogsjaren als een nationale patriarch, een moderne va- der-des-vaderlands. Wanneer z'n stille, sta- z wij gen bewaard te hebben, „behalve het genot, van liefde te schenken." „.Waarom?" vroeg zij, met bemoedi gende zachtheid- Gifford gaf hierop geen antwoord; hij stond op, en begon voor de portiek heen en weer te loopen. „Ik moest er niet over spreken," zeide hij eindelijk. „Ik heb het als een soort van grondsteen in mijn leven gelegd om wat edels op te bouwen. Uwe woorden richten er een paleis van schoon heid uit op; maar het is in de lucht het is in de lucht! Je weet wat ik bedoel: het blijft bij mij altijd geven; ziji zal het! nooit beantwoorden.Dat kan zij niet, nu zij eenmaal een. ander heeft liefgehad- 'En 't is zonderling, Helena, maar in ©en zeke ren legen strijdigen zin, hen ik blijde dat zij het niet kan. Zij zon het meisje niet zijn, dat zij is, als zij tweemaal kon be minnen." Helena glimlachte. „Gifford" be gon zij. Maar hij viel haar in de rede en sloeg in wrevelige wanhoop zijn hoed achter over „Neen, het kan niet zijn, of het zou reeds geweest zijn, zie je dat niet in? Moedig mij niet aan, Helena; het welwil lendste, wat je doen kunt, is alle hoop te onderdrukken, zoodra zij het hoofd op steekt. Er is een tijd geweest dat ik zoo dwaas was te denken dat was toen haai' engagement verbroken was. Maar al spoedig heb ik uit haar brievten bespeurd tige stem door 's lands vergaderzaal klonk, en scheen öp te stijgen uit den zilver- witten baard een stem, vol rustige, voorname, koele trots, als 'een zwaan die op een blank meer drijft dan zweeg alles. Geïmponeerd. En (oen daar opeens: de jeugdige gou verneur van Limburg. Dertig jaa? jonger bijna dan zijn voorganger. Een slanke, prettige figuur. Even over de veertig. Kam pioen van alle Hollandsche premiers, wijl de jongste. En onze nuchtere, bedachtzame' Hol landsche aard kwam ©en beetje in verzet. Was dat geen waagstuk? Was dat wel ern stig en deftig genoeg? Zeker, het staat wel nergens in de Grondwet, dat de minister president grijs haar moet hebben, of al thans als hij géén haar beeft een grijzen baard, of, in 't. alleruiterste, een- kleur van pep-er en-zout, maar het was toch goede nationale zede geweest- En nu plotseling zoo'n jonge man in het beroem de Torentje? Het Torentje van Thor- becke Het is tot-nu-toe zonder ongelukken af- geloopen- De glasruiten van onze natio nale waardigheid liggen nog niet in' scher ven op den grond. De vier jaar van een normale Hollandsche regeer--periode zijn bijna om en de jeugdige premier heeft zich als zoodanig volkomen weten te handhaven. Verschillende van zijn ambt- genooten zijn. om hem heen gevallen- Eiide hij liet. ze vallen. Naudin ten Cate, Alting von Gensau, Bijleveld, Pop, de Vries. Men zou kunnen zeggen, dat de Minister-president nietaltijd-gelukkig is geweest in de keuze van zijn ambtge- nooten. Het wijst niet op sterkte van een kabinet in zijn geheel, als bet in drie jaar liefst 5 ministers verliest. Gezwegen nog van de heeren Excellenties, die zich tot beden op ©en stoel met drie pooten zittende hebben gehouden, maar die ook verdienen te verdwijnen- Doch nu is bij al deze verwisselingen dit wel het eigen aardige geweest: dat de positie van den premier ongeschokt is gebleven. De heer Ruys de Beerenbrouck is een aller-aangenaamste figuur. Niemand zal hem gouvernementeele kracht en waar digheid ontzeggen, maar hij stelt ze nooit op d#n voorgrond. En wanneer ge hem verschijnen ziet op officieel© recepties, maakt hij stellig een representatieven in druk. Maar hij heeft bovenal twee aller beminnelijkste karaktertrekken: hij is de eenvoud zelf en hij is joviaal. Hij houdt niet in het minst van opsmuk en on na tuur, van franje en grootdoenerij en hij heeft, staande in de hoogste positie waarin iemand bet ib. ons land brengen kan, z'n Limburgsche goed-rond-heid en opge wektheid in den omgang volkomen behou den. Hij heeft zich nooit opgesloten. Hij was steeds bereikbaar. Hij is niettemin, als het moet, zelfbewust, en in moeilijke ©ogenblikken ook sterk door zelfvert.trou wen Het is toch waarlijk geen kleinig heid, dat hij zich deze vier jaar door dooi' een zware regeerperiode met zooveel persoonlijk succes heeft heengeslagen. Ze ker, z'n begroeting leverde niet veel moei lijkheden op. Maai- bij de Grondwetsher ziening toonde hij zich zonder nu be paald groote-stijl-redevoeringen, zwaar van geleerdheid, te houden volkomen mees ter van de situatie en wist hij de ver scheidenheid van onderwerpen te beheer- schen en telkens, ook tegenover den stormvloed van amendementen, ©en eigen standpunt te kiezen. Heelemaal alleen. Zonder ambtenaar in z'n kielzog. Eerlijk dat er geen kans voor mij was." „Maar Gifford" Helena vergat bijna omzichtig' (e zijn met betrekking tot Louise, in haar verlangen om hem te hel pen „dat moet je niet denken. Zij zijn niet geëngageerd geweest." Gifford stond stil en zag haar aan toen zeide hij, op een zachten toon, iets, dat zij niet kon hoor en. „Ik mag geen woord meer zeggen," hernam zij haastig. „Ik heb zelfs geen recht zoo te spreken als ik gedaan heb. Maar, o Gifford, ik kon niet zien dat je een kans op geluk liet verloren gaan. Het leven is zoo kort, en er is zooveel droef heid inl Ik zou zelfs voor mijn eigen zelf zuchtig genoegen u gelukkig willen zien." Maar Gif ford zeide nog niets; hij draai de zich om en ging weer been- en weer- loopen. Zijn stilzwijgen begon onverdraag lijk te worden; maar eindelijk bleef hij staan en zeide vriendelijk: „Ik dank u, Helena. Ik begrijp het nog niet recht, maar dat is om 't even. Zie je echter niet in dat het geen verschil maakt? Als haar iets aan mij gelegen was, zou ik het immers reeds lang geweten hebben." Dit was voor Helena zeer duister. „Zou Louise hem weer afgewezen hebben?" dacht zij. Maar Gifford begon bedaard over zijn leven in Mercer te spreken, en zij waagde het niet verder iets te zeggen. „Zij moefcen het dan ook zelve maar we ten," dacht zij. gezegd, was dit een prestatie, waarvoor ik bewondering heb gevoeld. En dan: de leiding van het Kabinet. Hier is veel wat de buitenwereld niet ziet- Des te meer waarde hechtte ik aan het oordeel van een alleszins bevoegd man, die dagelijks in 's Ministers nabijheid ver keert, en die mij verzekerde, dat de Pre mier hij de leiding der Regeering van bij zondere 'talenten heeft blijk gegeven En zoo voegde hij er bij in November 1918 was de heer Ruys de Beerenbrouck in het Kabinet een van de heel weinigen, die het hoofd koel wist te houden. Hij hield krachtig en beslist de teugels in handen en verloor geen oogenblik z'n op gewektheid- En -...dus .ligt de conclusie voor de hand, dat de proef met den jongsten Premier, die ons landje in z'n parlementaire periode heeft gehad, geenszins op een mislukking is uitgeloopen. De heer Ruys de Beeren brouck heeft zich weten te handhaven en is in z'n persoonlijk beleid vrijwel geheel ongerept gebleven. Mócht de rech terzijde straks winnen, en mócht dit Ka binet blijven, dan laat het zich aanzien, dat de tegenwoordige Premier het roer van staat in handen zal houden. Al zal hij verstandig doen met een paar mannetjes over boord te zetten. De ervaring beeft nu bewezen, dat men geen grijzen baard behoeft te hebben, of lokken-van-sneeuw, om aan het hoofd der Regeering te staan- DE INNEMING VAN DEN BRIEL. II. De gausche macht der Geuzen werd nu in twee deelen gespiltst, waarvan het eene onder. Treslong de Zuidpoort aantastte, terwijl het andere onder'bevel van den Graaf op de Noordpoort aanrukte. Tres long gaal om de stad naar de Zuidpoort: de poort der vluchtelingen. Als de Geuzen daar aankomen Iracht nog een verschrikte burger te ontwijken: de rentmeester van de stad, Johan van Duivenvoorde. Het g>eu- zenvolk wil zich op den rentmeester wer pen, maar Treslong spaart hem en de poort gaat in der minne open. In dien zelfden tijd wordt de Noordpoort geram meid. Een van de meest bekende wapen feiten „De troep onder Roobol zamelt pek, rijs, stroo en ander ontvonkelijfc tuig, steekt er 't vuur in, en loopt ze voort open met liet einde van ©en mast." En zoo kwam de Geus in Den Briel I ln den avond van den len April, des avonds tusschen 8 en 9 uur, trokken de Geuzen de- Maasstad binnen. Het is dit stout bestaan, waarmee ze legden den eersten steen van het gebouw der Vrijheid zooals Hooft zegt. De vermoeide Ge nius der vrijheid had, na lang omzwer- vens te land en op zee, eindelijk een rustplaats gevonden, hem door ruwe en onreine handen bereid roept Motley uit- Zoo waren dan „de Geuzen in de stad. Tot hun eer moet gezegd worden, dat noch de Brielsche burgers, noch hun eigen dommen door de veroveraars aangerand werden. Maar de kerken en kloosters moesten het ontgelden .De Geuzenbende bestond namelijk uit twee elementen Nederla-ndsche ballingen en Luiker Wa len. Deze laatsten „een rap maar moedig volk," waren „seer moetwillige boeven". Van hen was plundering te wachten, waar bij ook de Geuzeninwoners van Den Briel zich niet onbetuigd lieten. Zij hoorde Gifford een weinig afgetrok ken aan, toen hij over zijn geringe kans sprak om in Mercer vooruit te komen. „Maar, waarlijk," liet hij er op volgen, ,..ik moet nu niet te vef van mijn tantes af zijn; en ik geloof dat de hoogste ontwikke ling van karakter kan voortkomen uit de meest alledaagscbe noodwendigheden des levens." Helena zuchtte; de vraag kwam bij haar op of dat alledaagscbe in Ashurst de noodwendigheid van haar leven was? Want weder zocht zij naar haar plaats in de wereld de plaats, waar zij noodig was, en die haar het troostrijk gevoel van nuttig te zijn zou schenken; en zelfs was het denkbeeld reeds bij haar opgekomen, dat zij misschien werkzaamheid kon vin den in bockhaven, onder de hulpbehoe venden van Johns gemeente en voor hen. Beiden verzonken zij in hun eigen gedach ten, totdat de predikant en zijn dochter uit de kerk kwamen, en toen ging Gifford naar huis. De volgende week was voor Gif ford Woodhouse een week van nadenken; He iena's woorden hadden een hoop bij hem opgewekt, die hij dood waande, en het was moeilijk zich weder in een leven van verzaking te schikken. Op zijn kantoor was hij zonderling afgetrokken. Op ze keren dag vond Willie Denner, die bij hem les in de eerste gronden van de rechtsgeleerdheid kwam nemen en zijn klerk hoopte te worden, hem voor liet Gelijk men leest in Samuel Door d'arke zijn gebroken Al die afgoden also snel. Een vuur gingen sij stoken. Een rijke buit van kerkgoederen en priestergewaden, kappen en koorkleederen, viel er den schepelingen ten deelen zij maakten zich reeds gereed, die in te schepen, om elders weer op roof te gaan- Het is de groote verdienste van Treslong geweest, dat hij op beter raad bedacht, dien ook bij Lumey ingang wist te doen vinden. Op zijn voorstel werd besloten, zich in de Brielsche vesting zoo goed mogelijk te handhaven en de stad voor den Prins en de goede zaak te bewaren. Al op de Ma se gelegen Den Briele geheeten werdt, Een nieuw Rotsel 1) te degen Om met moet ende hart Te houden voor 't gewelt Van Ducdalve krachtich; Sy daeromm© eendrachtich Hebben de bolwiercken verstelt 2) het rijm is kreupel, en weinig zoetvloeiend van maatslag', maar denkbeeld en bedoe ling zijn er juist in uitgedrukt: Wat Roebelle in Frankrijk was, het bolwerk zijner Hervormden, dat zou den Briel zijn voor het Calvinistische Nederland (van Vloten). Het was nu echter zaak, de stad tegen de macht des vijands te handhaven, die haar niet ongestoord in de handen der nieuwe bezetting zou laten. Wij weten, dat Alva, in Castiliaanschen- overmoed, van den opstand in 1572 met geringschatting sprak; en „no es nada", hét is niets, als in zijn mond bestorven was. Evenwel, Al va's stadhouder de welbekende Bossu, nam snelle maatregelen. Hij maakte zich dadelijk op en reeds drie dagen na den overval was hij op het eiland Voome. Zijn krijgsknechten bij Heeinvliet ontschepende, liet hij zijn vaartuigen ongewapend achter in de Bornisse, het water dat Voorne van Putten scheidt. Nu spoedde Bossu zich met zijn troepen naar den Briel. Daar hadden de Geuzen zich in de omgehouwen boomgaarden, rondom de stad gelegerd en weerden zich dapper. Maar de Spanjaar den werden deerlijk in het nauw gebracht, door twee verrassende gebeurtenissen. De stadstimmerman, Rochus Meeuwiszoon, sprong in het water én sloeg 't Niéuwland- sche sluisje open, waardoor de Spanjaar den de binnenwegen niet konden gebrui ken en genoodzaakt waren op den dijk voort te rukken. Toen werden ze echter met grof geschut begroet, wat hun haas tigen moed sterk bekoelde? Bovendien was het Treslong en Roobol gelukt de Spaan- sche schepen in de Bernisse te naderen, welke zij ten deele in brand staken, ten- deele in den grond boorden. Zoo zijn de Spanjaarden bedreigd door water en vuur. Tegenstand werd niet langer geboden; zwemmende en wadende trokken ze te rug, de Bernisse over naar het land van ■Putten. Voorzoover ze zich redden kon den, want velen verdronken en stikten in bet slijk. s Avonds, den 5den van Grasmaand, weergalmde de stad van bet vteugdege- 1) Naam voor La Rochelle, een ves ting, welke in handen der Hug-eno-oten im Frankrijk was, en waar de Watergeuzen, vroeger werden toegelaten. 2) Hersteld. venster staan, met de papieren van een nieuwen cliënt onaangeroerd voor zich. Zou het wel kwaad zijn, peinsde Gifford, en zou Louise het kwalijk kunnen nemen (hij had gezegd dat hij haar nooit zou lastig vallen) als hij haar zeide dat de gedachte aan haar hem een gestadige prik kel ten goede in zijn leven was? „Als ik zag dat ik haar daarmee verveelde, zou ik kunnen ophouden," beredeneerde hij. En zoo, bij zichzelven 'redeneerende, reed hij dien Zaterdagavond uit Mercer. Zijn tantes waren, als gewoonlijk, verrukt hem te zien. Die wekelijksehe bezoeken vonden zij alleraangenaamst; zij konden naar lyirtehist haar neef bewonderen en werk van hem maken; maar eer zij tijd hadden om haar hulpbronnen uit te put ten, was hij weer weg. Den volgenden och tend ging hij plichtmatig met haar naar de kerk. De Zondag was voor de dames Woodhouse een dag om trotsch te zijn; dan namen zij elk een arm van den jonk man, en stapten deftig met hem naar de deur van de St- Michaëls kerk. Zij zou den ook wel gaarne gewild hebben dat hij haar naar haar bank geleidde, maar, zoo- als Miss Deborah zeide, dat zou in de oogen van minder gelukkige families den schijn gehad hebben alsof zij met haar neef pronkten, want Ashurst kon op geen anderen jonkman roemen- fWordt vervobrd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1922 | | pagina 1