Staten-Generaal.
Uit dg Provincie.
Z.E. te "klennen gaf met het denkbeeld
eener nieuwe eenti'ale te Middelburg niet
te kunnen instemmen. Nadat zoowel Ged.
Staten als commissarissen nogmaals een
krachtig pleidooi hadden gehouden voor
de wenschelijkheid der ontworpen plan
nen, deelde Z.E. daarop in April 1920
mede, dat op zijne medewerking tot den
houw van een nieuwe electrische centrale
niet kon worden gerekend. Z. E. de .Mi
nister stelde zich daarbij op het stand
punt, dat de stroomopwekking en het trans
port onder hooge spanning bij het Rijk
behooren te worden gebracht en dus het
staatsmonopolie dienaangaande zich ook
tot Zeeland zou uitstrekken. Eenzelfde mee
ning was ook toegedaan de Staatscommis-
sie, ingesteld bij ministrieele beschikking
van 16 April '1919; stichting van nieuwe
centrales moest zooveel mogelijk worden
tegengegaan.
In de Zomerzitting van 1920 werd door
commissarissen uitvoerig rapport uitge
bracht over dezen ongunstigen stand van
zaken onder mededeeling, dat er in den
Raad zelfs stemmen waren opgegaan, welke
over ontbinding der Mij. spraken. Maar
laat ik op den feestdag van heden niet
'verder uitweiden over deze minder op
wekkende passage uit het historieboek der
Mij. Omstreeks Augustus 1920 kwam ein
delijk eene regeling tot stand, waarmede
zoowel de minister als de Raad van com
missarissen en de Staten accoord' gingen.
Ten aanzien van Zeeuwsch-Vlaanderen
hield die regeling in, dat aldaar eene
zelfstandige centrale zou worden opge
richt. Ik moge nog slechts aan 't korte
historische overzicht toevoegen, dat in
de zomerzitting der Staten van het vorige
jaar eene belangrijke en levendige dis
cussie heeft plaats gehad over de plannen
der P. Z. E. M. en ten aanzien van het
daarvoor van provinciewege toe te stane
kapitaal. Deze discussie heeft geleid tot
het besluit van 20 Juli 1921, waarbij Ged.
Staten machtiging ontvingen om tot dek
king van de kosten der electrificatie van
de provincie een leening aan te gaan van
ten hoogste f 1.600.000.
Mijne Heeren. Wij1 leven tegenwoordig
helaas nog steeds onder ernstige tijdsom
standigheden en de vraag, of er wel aan
leiding bestaat om van provinciewege de
groote offers, welke dit werk zal voe
deren, bijeen te brengen, moest en is
ook niet ernst onder de oogen ge
zien. Dat do Staten van Zeeland niet
over één nacht's ijs zijn gegaan, toonen
m.i. de discussies in de zomerzitting van
het vorige jaar. Er zijn optimisten en
er zijn pessimisten. Wilt het mij niet
ten kwade duiden, dat ik mij in de rij
der eersten schaar. Ja zeker, wie zal
't zieggen, of de moeilijkheden, waarmede
wij te kampen hebben, nog niet veel zwaar
der zullen worden en of de malaise reeds
haar toppunt heeft bereikt. Het antwoord
op die vraag ligt in het duister, maar
dit neemt niet weg, dat een menschdom
zonder hoop een prooi wordt van diepe
ellende. Hoop doet leven en het leven
eischt vooruitgang, geen stilstand. K\oa
somber en donker de tijdsomstandigheden
dan ook schijnen of in werkelijkheid zijn,
wij mogen, neen wij moeten de hoop
blijven koesteren dat betere tijden weer
eenmaal zullen aanbreken. Die hetere tijden
zullen ook straks aanbreken.
Mogen, neen moeten wij dan thans niet
daarmede rekening houden? Zouden wij
Zeeuwen, terwijl in nagenoeg alle pro
vincies de hand aan de ploeg wordt ge
slagen en van de ontwikkeling der elec-
tiotechniek partij wordt getrokken, rustig
en kalm stil blijven zitten, waar het geldt
de uitvoering van een werk. waarvan de
noodzakelijkheid en de wenschelijkheid niet
in twijfel kan worden getrokken?
Niemand zal toch willen ontkennen, dat
wij thans in het tijdperk dei' electriciteit
leven en dat, was het nu niet, dan tocli
over eenige jaren tot stichting der cen
trale zou moeten worden overgegaan, maar
door uitstel zouden wij achteraan komen en
dan in Landbouw, industrie enz. niet kun
nen wedijveren met onze buren in binnen-
en buitenland.
Besturen der gemeenten in Zeeuwsch-
Vlaanderen. De staten dezer provincie heb
ben een zeer prijzenswaardig besluit ge
troffen om de gelden beschikbaar te stel
len voor de oprichting dezer centrale. Ik
zou U thans willen toeroepen: toont U
dit besluit waardig, toont» het door in
talrijke mate U aan te sluiten aan het
net der Maatschappij. Wilt niet eerst de
kat uit den boom kijken, en steeds maar
afwachten, wat anderen doen. Neen, over
tuigt U zelf, dat met de stichting dezer
centrale rechtstreeks het voordeel uwer
gemeente en hare inwoners wordt beoogd.
Onnoodig zal het zijn hier te gaan
uitweiden over het nut van de» electrischen
stroom. De stroom, die U van uit deze
centrale zal worden toegevoegd, zal UI
licht en kracht brengen in huis en boer
derij, stal en erf, in fabrieken en winkels,
Op den openbaren weg en overal, waar
zulks wenschelijk mocht blijken. Voor tal
rijke doeleinden zal hij kunnen worden
toegepast, voor den landbouw, de groot-
en kleinindustrie, tractie, polderbemaling,
drinkwatervoorziening enz. enz. Speciaal
ook voor den landbouw zal hij van groot
nut kunnen zijn, ik denk aan 't eleetrisch
ploegen, dorschen, voederbereiding, graan-
malen, 't zij coöperatief, 't z'ij met eigen
motoren, het eleetrisch schaapscheren, wel
licht ook eleetrisch melken. Laat ik hier
mede volstaan om aan te toonen, dat eene
landbouwende provincie als Zeeland haren
goeden naam op het spel zou zetten, in
dien zij zich niet wist aan te passen aan
de eischen van den tegenwoordigen tijdv
Licht en kracht, zeide ik, dat zal deze
centrale U brengen. Moge het niet alleen
in letterlijken zin maar ook in figuurlijken
zin zijn en moge de stroom ook uwe
geesten, uw energie en uw arheidslust
steeds meer en meer doen opvlammen.
Het wil mij voorkomen, dat de dag van
heden een zekere voldoening en vreugdo
zal schenken aan allen, die hebben mee
gewerkt aan of hun invloed hebben uit
geoefend bij de voorbereiding der stich
ting van dit bouwwerk. Heden toch mag
met vrij groote zekerheid worden, aart-
genomen, dat op den ingeslagen weg zal
kunnen worden voortgegaan- en dat de
voor Zeeuwsch-Vlaanderen ontworpen plan
nen werkelijkheid zullen worden.
Hulde en dank in de eerste plaats aan
heeren commissarissen voor al hunne werk
zaamheden en voor het aandeel, hetwelk
fcij in de voorbereiding hebben gehad. Bui
tenstaanders zullen zich wellicht niet ge
makkelijk een denkbeeld kunnen vormen
van de talrijke beslommeringen en zorgen,
welke het commissariaat eener maatschap
pij als de P. Z. E. M. vooral in de jaren
har er eerste ontwikkeling medebrengt. Aan
hen, die het werken del* commissarissen
evenals spreker van meer nabij hebben
mogen gadeslaan, zal het duidelijk zijn,
dat op den dag van heden, waarop de
eerste kiemen van het zaad, door com
missarissen uitgestrooid, tot de opper
vlakte der aarde doordringen, woorden
van dank en lof namens de provincie
niet mogen ontbreken-
Ik wil niet nalaten hierbij ook te denken
aan den vorigen president-commissaris,
den heei' jhr. de Casenibroot en aan allen
die hebben deel uitgemaakt van den Raait
van commissarissen. Men zal 't mij in-
tusschen kunnen billijken, indien ik in
mijn huldiging van commissarissen een
eereplaats toeken aan den president-com
missaris, den heer Van Rompu en den
secretaris, mr Dieleman. Kort na mijn
komst in deze provincie mocht ik reeds
in de zomerzitting der Staten van het
vorige jaar woorden van groote hulde
en dank spreken voor alles wat mijn,
ambtsvoorganger voor Zeeland heeft ge
daan. Gij zult het ongetwijfeld allen met
mij eens zijn, dat ook op deZen dag' de
zegenrijke invloed, welke er van den heer
mr Dijckmeester uitging, met dankbaar
heid moet worden herdacht.
Hulde ook aan Prof. Feldman, wiens
uitnemende en heldere rapporten door een
ieder zeer op prijs zijn gesteld en die
door de kracht zijner argumenten er in
5s mogen slagen om het Dag. Bestuur dezer
provincie, zoomede de staten van dit ge
west tot het juiste inzicht te brengen.
Hulde ook aan den heer Streefkerk, die
met rijke kennis van zaken de maatschappij
onder toezicht van commissarissen tot dus
verre heeft bestuurd, de plannen, welke
thans tot uitvoering komen en die welke
straks tot uitvoering zullen komen, heeft
ontworpen, toegelicht en verder voorbe
reid, de noodige onderhandelingen voert
enz. enz. Hij is de spil der Mij., de man
om wien alles draait. De taak, die op de
schouders van den directeur eener Mij. als
de P. Z. E. M. rust, is zeer groot en veel
omvattend, vooral waai' het nog een maat
schappij betreft, welke in het eerste sta
dium harer ontwikkeling verkeert.
Het is onnoodig en daarom wil ik thans
geen poging doen U den directeur te schet
sen, hem kennende, zult gij allen hem
ongetwijfeld naar waarde kunnen schatten.
Alleen een woord van lof vooi.' den ijver
de toewijding en de ambitie, welke de heer
Streefkerk aan den dag legt, is hier zeker
wel op zijn plaats. Onlangs ontvingen Geel.
Staten een van den directeur afkomstig
voorstel tot toekenning der noodige con
cessies aan de P. Z. K. M. Daarin was o.m.
voorgesteld, dat alle rechten van een zui
ver provinciaal eleetrisch bedrijf aan de
Mij. zouden worden toegekend. In het mid
den latende of dit voorstel dooi" Ged.
Staten zal worden aanvaard, mocht ik
daaruit toch tot mijn vreugde afleiden,
dat ook de heer Streefkerk van oordeel
is, dat de P. Z. E. M. ingericht in den
vorm eener vennootschap, toch een pu
bliekrechterlijk cachet draagt en dat dus
ook naai zijn meening de band en de
samenwerking tusschen provincie en Mij.
zoo nauw mogelijk moet zijn. Zeer hoop
ik, dat ook zijnerzijds daarnaar steeds
zal worden gestreefd.
Het woord van hulde, hetwelk ik tot
den directeur richtte, wensch ik uit te
strekken tot heel het onder hem werk
zaam zijnde personeel, tot den heel' in
genieur, den heer hoofd-boekhouder, hee
ren teekenaai's en alle ambtenaren, diuf
deel uitmaken van het corps zijner onder
geschikten. Hulde ten slotte ook aan den
heer Magendans, den adjunct-secretaris
van den raad van commissarissen, die
in stilte achter de schertnen werkende,,
toch zeker een omvangrijke rol heeft ge
had bij de tot dusverre verrichte werk-"
zaamheden en wiens heldere nota's en
ontwerpvoorstellen zoo menigmaal de
goedkeuring en de instemming zijner su
perieuren verkregen. Met name meen ik
nog te moeten noemen den heer A. A.
Kok, architect te Bussum, die i'eeds me
nigmaal blijk van goeden kunstzin gaf
en die voor de P. Z. Et M. een centrale
gebouw ontwierp, hetwelk algemeen, ook
in zijn gevelvormen, geprezen wordt.
Den aannemer van het werk kan ik
zooals van zelf spreekt, moeilijk thans
reeds een woord van lof toespreken. Zeer
hoop ik intusschen, dat op zijn bouwwerk
straks de eerste regel van het lied „Von
der Glocke" „Fest gemauert in der Erde"
van toepassing zal zijn.
Mjjne Heeren, Door toevallige omstan
digheden is de plechtigheid, waartoe wij
hier zijn samengekomen, uitgesteld tot den
21sten Maart, den dag, waarop er weer een
nieuwe lente voor ons aanbreekt. Moge
dit tijdstip een bonum omen voor de P. Z. E.
M. zijn en moge evenals het jonge groen,
dat zich weldra thans een weg zal banen
door de knoppen, welke het omhullen, ook
deze jeugdige maatschappij zich krachtig
ontwikkelen en weldra een bron van voor
spoed en welvaart zijn voor heel Zeeuwsch-
Vlaanderen, ja voor heel onze provincie.
Hierna werd overgegaan tot de eigen
lijke plechtigheid, het leggen van den
steen. Deze steen is vervaardigd bij de
Firma L. Renquet en Co. te Middelburg
en wel door den steenhouwer, den heer
J. C. van Va rik, die ook het ontwerp,
de teekening, voor den steen maakte. Do
steen is vervaardigd uit blauw hardsteen,
terwijl er in verzilverde letters op staat:
De eerste steen van dit gebouw is op
21 Maart 1922 gelegd door jhr. mi J. W.
Quarles van Ufford, commissaris der Ko
ningin in Zeeland.
Gelijk met den' steen werd een looden
koker ingemetseld, bevattende de op het
atelier van den heer C. W. Dhuy te Mid
delburg vervaardigde oorkonde, waarop het
feit der plechtigheid is neergezet als op
den steen, terwijl daaronder teekenden de
commissaris den' Koningin, de commissa
rissen en de directeur der maatschappij.
Betreffende deze plechtigheid willen wij
nog nieédedetelen, dat de Luctor et
.Emergó, die de gasten van boven da
^Schelde cn enkele uit Zeeuwsch-Vlaan
deren westelijk deel, die van Bres ken s
waren overgestoken, in ongeveer ancler-
haf uur naar Terneuzen bracht, .groote
vvprbefcering heeft ondergaan, nu behalve
de benodenkajuit, ook op het dek een uit
stekend verblijf, zoowel niet rooken als
rookon voor de passagiers is verrezen.
AI was de reis spoedig volbracht, toch
had zij ons geleerd, dat dc Luctor et Emei'-
go het aflegt tegen de raderboot Zeeland,
Wie lot tweemaal toe het zusterschip
inhaalde, cn wel eerst voor en later
na Borsselen, waar dé Zeeland had aan
gelegd
Het schutten te Terneuzen was spoedig
geschied en toen de talrijke gasten uit
Zeeuwsch-Vlaanderen aan boord waren
gekomen en ook talrijke doozen en man
den met spijs en drank, werd doorgevaren
naar de plaats Vaar de electrische cen
trale reeds in aanbouw1 is.
Betreffende de eigenlijke plechtigheid
moeten wij beginnen met een kleine fout
te herstellen en wel, dat de commissaris
der Koningin, niet eerst sp'rak en toen den
steen inmetselde, maar dat hij eerst dit
werk verrichtte on toon zijn reeds ver
melde rede deed hooren.
Zooals gemold, werd een oorkonde
mede ingemetseld. De volledige tekst van
de keurig getcekende oorkonde luidde:
„Heden den ©enentwintigsten Maart
1922 is van w>eg© de Naamlooze Ven
nootschap Provinciale Zeeuw'schle Elec-
triciteitsmaatschappij gevestigd te Mid
delburg, waarvan thans commissarissen
zijn
J. A. van Rompu, voorzitter,
mr P. Dieleman, secretaris,
mr F. J. Spreuger,
mr A. A. de Veer,
D. W. Lindenbergh, leden.
Dipl. Ing. II. Streefkerk, directeur, de
eerste steen gelegd voor den bouw van
deze centrale, ter voorziening van
Zeeuwsch-Vlaanderen van electriciteit,
door den Hoog Ëdelgestrengen Heer
Jhr. Mr. J. Wi. Quarles van Ufford,
commissaris der Koningin in Zeeland,
hetwelk verklaren
Hieronder volgen tie handteekeningen
links die van den commissaris der Ko;
ningin, rechts die van de commissarissen
der maatschappij en in liet midden die van
den directeur, laatstgenoemde staat onder
in kleuren geteekend wapen van Zeeland,
lu afwijking van het eerste plan werd de
oorkonde aan de achterzijde ook nog
van handteekeningen voorzien en wel van
die der statenleden, die do plechtigheid
medemaakten, namelijk de heeren: Blum,
van der Weijde, Kakebeeke, Ondevdij'k,
van Niftrik, Erasmus, Adriaanse, Hensel,
van de Putte, van Nieuwkuijk, Lantsheer,
Vienings. Overhoff, Welleman, Moelker,
v. Nieuwen huijze, v. Zuijlen, v. Waes-
berghe, van Dixhioorn, van den Ouden,
en Dumoleijn, terwijl ook de heer Hart
man, griffier der staten, toekende.
Nadat de commissaris der Koningin
zijn met applaus bezegelde toespraak had
beëindigd, nam de heer Ph. J. van Dis
hoorn uit Axel het woord. Spr. wilde ten
eerste als bewoner van Zeeuwsch-Vlaan
deren, deze streek gelukwensohen met
deze plechtigheid en dank brengen aan
den commissaris der Koningin, aan Ged.
Stalen en aan commissarissen der Maat
schappij, voor wat zij deden in het belang
van de tot standkoming dezer centrale.
En met den commissaris hoopte spr.
dat deze centrale nieuw leven mag bren
gen aan deze streek. In de tweede plaats
gaf spr. als lid der Prov. Staten de ver
zekering, dat liet Jilem steeds een genoegen
is en zal blijven aan dergelijke maat
regelen zijn steun te kunnen blijven ver-
leenen, opdat niet alleen Zeeuwsch-Vlaan
deren maar geheel Zeeland kan blijven
concurreeren op elk gebied-
In de derde plaats wilde de heer van
Dixhoorn spreken als voorzitter van den
kring Axel van de Z. L. M., daar de
centrale niet alleen van belang zal zijn
voor de industrie, maar ook voor den
landbouw. Spr. doet daarom een berpep
op allen, die aan de uitbreiding dei'
electrificatie kunnen medewerken, hun
steun volledig te verieenen. Het grooti
nut van de electrificatie blijkt in andere
streken, waar men niet gaarne afstand
zou doen van hetgeen men hier thans
gaat verkrijgen en waarnaar men ook
hiel verlangend uitziet.
Mot de hoop uit te spreken dat de elec
trificatie zal 'zijn tot heil van Zeeuwsch-
Vlaanderen en van heel de provincie, ein
digde spreker.
Juist onder het slot van de rede van
den commissaris der Kqningin vielen d<
eerste der weinige sneeuwvlokkan, die
£nen op de reis zag dwarrelen, maar
treffend net toen mr Quarles sprak 'over
de begonnen 1 nto Dat dit eenige hilariteit
verwekte is begrijpelijk
Ondei de leden ontstond s.'hrik, toen
een der gasten, de heer Jl., gemeente
secretaris van Uadzand, onwel werd en
neerstortte. Onmiddellijk werd hij aan
boord gedragen, waar hij gelukkig spo, dig
herstelde.
Nadat de plechtigheid was afgcloopen
werd onder leiding van den heer Streef
kerk de centrale, voor zoover zij reeds
is opgetrokken in oogonschouw genomen,
waarna men weer aan boord van de extra-
boot, die den Provincialen Standaard in
top voerde, terugging en deze boot eerst
naar Sas van Gent stevende, waar oen
deel der gasteif het gezelschap verliet om
per train of ander vervoermiddel huis-
(waarts te koeren. De boot ging toen
naar Terneuzen terug.
Onderweg werd het van broodjes en
koffie rijkelijk voorzien s buffet bestormd.
Een woord van hulde voor de wijze waar
op de „ober" uit het hotel Des Pays
lïas met zijn vrouwelijke hulp voor den
inwendigen mensch 'zorgde is hier zeker
op zijn plaats.
Te Terneuzen was men te half drie
en da ju' het wol vijf uur kon worden,
eer de Luctor et Ëmergo kon worden
afgeschut, .gingen de gasten hier over op
de Zeeuwsch-Vlaanderen, die in den ge
wonen dienst was en die te 4 uur in de
buitenhaven te Vlissingon meerde.
Hot was een aangename reis geweest,
\vaul al was het te koud om buiten
op dc boot van het tochtje over de
Schelde* en Kanaal lo genieten, de boot
lag rustig op liet water cn binnen werd
.de reis verkort door aangename kout van
dc zich gevormd hebbende, afwisselende
groepjes van deelgenooteu aan den tocht.
Voor ons rest nog slechts een woord
van dank voor de hulp ons verleend,
waardoor wij in staat waren zoo spoedig
onze lozers 'een verslag van de plechtig
heid te verschaffen.
Tweede Kamer.
Tengevolge van de verwerping door
de Eerste Kamer van de pensioenwetten,
heeft de ïvgeering een tweede wetsont
werp- van dien aard ingediend, met slechts
één gewijzigd artikel. Daarin wordt de
mogelijkheid van verhaal van de pensi
oensbijdrage op de ambtenaren vastgelegd.
Dit wetje is gisteren door de Tweede
Kamer behandeld en aangenomen. Van
de verkiezingsreclame, die duimen dik
op de speeches van van Stapele, v. d.
Laar en Ketelaar lag, zullen we maar
geen melding maken. De fiolen van toorn
dezer hoeren werden over de Eerste Ka
mer, die men maar eens mores moest
leeren volgens den heer Ketelaar, uitge
stort. De heeren Lely (V B.) en Smeenk
(A.R.) namen de zaak veel gemakkelijker
op en wilden aan dit politieke spelletje
niet meedoen.
De pensioengever is immers dezelfde
als de salaris gever en als straks wellicht
de salarissen omlaag moeten gaan (en
Minister De Geer achtte dit, in weerwil
van zijn groote w,aardoering voor het
werk der ambtenaren, onvermijdelijk, wan
neer de algehcelo toestand niet ver
anderde) dan zou daarop door dezen
pensioenaftrek al 'vast een stuk zijn ge
disconteerd.
Nadat een socialistisch amendement,
om het oude wetje te handhaven, met 55
tegen 26 stemmen was verworpen, werd
het regeeringsontwerp, met alleen de stem
van den heer Braat tegen, aangenomen.
De motie-Duijs over afschaffing van
registratierecht voor,veilingen is met 46
tegen 36 stemmen aangenomen. Vanwaar
de plotselinge liefde van Ouijs voor de
land- en tuinbouwers, welke, men in dien
kring meer gewoon is als parasieten, woe
keraars, O.W.'ers, enz. te betitelen'? Och,
de naderende verkiezingen, nietwaar? Dat
geheel links aan deze kiezersvleierij mee
deed en ook Staalman en v. d. Laar, is
volkomen verklaarbaar liet is een
goedkoop mitldel om stenunon te winnen,
daar immers de regeering reeds verklaard
heeft, dezen vorm van belasting niet
te kunnen missen maar dat ook
een zestal room'schen. aan dit spelletje
meededen, zal zeker menigeen bevreem
den. Zouden zij werkelijk meenen, dat de
tijd nu reeds gekomen is, om belastingen
te gaan afschaffen?
Het in i 1 j o e n. Bij den penning
meester van het Miljoen-Comité in den
Kieskring Goes.zijn nog ingekomen twee
nagiften en wel uit Goes f25 en uit
Rilland-B,ath f2.55. Ter navolging!
Jhr. Mr. E. A. O. de Casein,
b r o o t. f G isfcerenavond overleed te
Middelburg de heer jhr. mr. Eduard
'August Otto de Casenibroot, die 15 Juli
1860 t.e Tholen geboren werd en dus den
61-jarigen leeftijd bereikte.
Na gepromoveerd te zijn, vestigde mr-
de Casembroot zich als advocaat in zijn
.geboorteplaats in 1887. In 1890 werd hij
tol lid van den gemeenteraad gekozen. In
1891 werd hij benoemd tot griffier van
het kantongerecht te Hulst, vanwaar hij
in 1892 reeds weer naar Middelburg trok
als substituut-griffier van de rechtbank-
In 1892 was in "de Staten een vacature
ontslaan door het overlijden van den heer
Wagtho, die als liberaal zitting had voor
het district Tholen. Dit district vaardigde
op 4 October van dat jaar mr. de Casem
broot af naar de Provinciale Staten en
sedert dien werd bij elke periodieke ver
kiezing dit mandaat hernieuwd. Bij de
verkiezing in 1919 onder-het nieuwe stel
sel stond de naam van jhr. de Casem
broot boven aan de lijst der Vrij-liberalen
en werd hij weder herkozen, totdat hij in
het najaar van 1921 bedankte als lid
der Prov. Staten.
Toen door de regeeriug in 1895 de ver
kiezing van wijlen den heer J. H. Snijders
tot lid van Ged. Staten nietig werd ver
klaard. moest op 20 September een bui
tengewone zitting plaats hebben en daar
in werd mr. de Casembroot gekozen tot
lid van het dagelijksch bestuur der pro
vincie. Onder alle omstandigheden werd hij
herkozen, zoodat h'j ir September j.l. reeds
25 jaar zitting had.
Naast zijn lidmaatschap van Ged. Sta
ten was de heer de Casembroot o. a. ook
ifeenigen lijd voorzitter van den Raad van
Commissarissen der N. V. P. Z. E. M.,
icommissaris van de Kon. Stoomvaart
maatschappij „Zeeland", do N. V. The
Vitrito Works, enz. Een terrein waarop de
overledene zich ook veel en met volle
liefde bewoog was dat van hulp bieden aan
door rampen enz. getroffenen.
De overledene was ridder in do orde
van den Nederlandschen Leeuw, lidder
in de orde van St- Jan en hem was het
Kruis van verdienste van het Roode Kruis
verleend; ook was hij Kamerheer in bui
tengewonen dienst van H. M. de Koningin.
In verband met de opheffing van
het Rijkslandbouwproefstation te Goes zal
het onderzoek van landbouwproducten en
hulpmiddelen voor den landbouw van ver
schillenden aard, hetwelk thans nog te
Goes plaats heeft, te beginnen met 1 April
geschieden aan liet Rijkslandbouwproef-
station te Wageningen, waar tot dusver
alleen veevoedermiddelen werden onder
zocht.
Goes. Men schrijft ons: De aardige 17e
eeuwsche trapgevel van bet pand St.
Jacobslraat no. 9, van den heer I- Sinko,
opgetrokken van door don tijd fraai ge
schakeerde baksteen, met een typisch
poortje, behoefde dringend herstel Aan
vankelijk bestond hij belanghebbende het
voornemen den gevel te bepleisteren,
waardoor deze veel van zijn karakteris
tieke schoonheid zou hebben ingeboet, eiu
waartoe hot gemeentebestuur dan ook
wijselijk vergunning heeft geweigerd. De
eigenaar hoeft daarop de herstelling van
liet pand volgens de tegenwoordig gevolg
de wijze van restauroeren gevolgd, de
gevel is opnieuw gevoegd en voor onaf-
zienbaren tijd in zijn tegenwoordige schil
derachtige gedaante voor het nageslacht
behouden Dank zij de hulp van diverse
ingezetenen, die hiervoor financieels bij
dragen hebben gegeven en oudheidkundi
gen, die zich voor het geval bobben
geïnteresseerd, is ook het poortje dat
mede in zeer vervallen toestand verkeer
de, op oordeelkundige wijze hersteld.
'Het aantal kiezers, voorkomende op
de heden vastgestelde kiezerslijst voor
1922-1923 bedraagt 4150.
Vlissingen. Naar aanl riding van opmer
kingen van Ged. Staten over de vastge
stelde verordeningen op de heffing en in
vordering van schoolgeld voor het L. O.,
het U. L. O. en het vervolgonderwijs stel
len Burg. en Weth. den raad voor, ver
schillende wijzigingen in die verordenin
gen aan te brengen.
Burg. en Weth. stellen voor, den be r
Passeriier en 'echtgenoote, thans tijdelijk
binnenvader en binnenmoeder in het Bur
ge rw ces hu is, althans hoofd van het Ge
meentelijk Weezengezin, definitief als zoo
danig te benoemen.
Burg. en Weth. stollen voor afwijzend
te beschikken op het verzoek van P. A.
Pelte, gewezen tijdelijk Leeraar aan de
Avondscholen, om het zes achtste van zijn
jaarwedde uit to keerem, daar hij van moo
ning is dat het salaris gebaseerd is op
ecu cursus van 8 maanden. Burg. en
Weth. meenen, dat de jaarwedde moet
worden beschouwd als te loopen over een
geheel jaar.
Burg en Weth. stellen voor afwijzend
te beschikken op het verzoek van wed-
J. M. Wessel Schroevers te Utrecht om
boven haar pensioen een toelage van de
gemeente te mogen ontvangen.
Ingevolge de bepalingen der L. O.-wet
stellen Burg. en Weth. voor de Chr. school
aan de Kasteelstraat en de Chr. U. L. 0.-
school voorschotten te geven van reso-
f 3200 en f 330.
Voorgesteld wordt den onderwijzer F.
Wijsveld over te plaatsen van school F
naar school K (zevende klasseschool).
Nog wordt voorgesteld tie nieuwe com-
missie tot wering van schoolverzuim sa
men te stellen uit dezelfde heeren als
waaruit de oude commissie bestond.
Kruiningen. Donderdag 23 Maart (reedt,
voornamelijk voor de aanslaande vrouwe
lijke kiezers op de heer J. Buijse met
't onderwerp „Vrouwenkiesrecht".
lerseke. Bij ontstentenis van den heer
J. Buijse sprak gisteravond voor de A ll.
Kiesvcreeniging in do Chr. School dhr.
A. de Lange uit Goes over „Vrouwenkies
recht". Van de gelegenheid tot bespreking
werd door verschillende aanwezigen ge
bruik gemaakt. De opkomst was bevredi
gend, alleen had hét aantal aanwezige
vrouwen grooter. kunnen zijn. De voor
zitter, dhr. Janse, opende en sloot de
vergadering.
Het raadsbesluit om het heffing.--
cijfer van 2.5 op 1.7 te brengen, is dooi
de Kroon goedgekeurd. Dus de ingeze
tenen kunnen er op i'ekenen plm. min
der te betalen dan het aanslagbiljet ver
meldt.
Kapelle. Het raadslid Eerman alhier is
door de afdeeling van den Vrijheidsbond
gesommeerd zijn ^houding inzake de aan
hangige kwestie tot voteering van gelden