Staten-Generaal. Uit dg Provincie. Z.E. te "klennen gaf met het denkbeeld eener nieuwe eenti'ale te Middelburg niet te kunnen instemmen. Nadat zoowel Ged. Staten als commissarissen nogmaals een krachtig pleidooi hadden gehouden voor de wenschelijkheid der ontworpen plan nen, deelde Z.E. daarop in April 1920 mede, dat op zijne medewerking tot den houw van een nieuwe electrische centrale niet kon worden gerekend. Z. E. de .Mi nister stelde zich daarbij op het stand punt, dat de stroomopwekking en het trans port onder hooge spanning bij het Rijk behooren te worden gebracht en dus het staatsmonopolie dienaangaande zich ook tot Zeeland zou uitstrekken. Eenzelfde mee ning was ook toegedaan de Staatscommis- sie, ingesteld bij ministrieele beschikking van 16 April '1919; stichting van nieuwe centrales moest zooveel mogelijk worden tegengegaan. In de Zomerzitting van 1920 werd door commissarissen uitvoerig rapport uitge bracht over dezen ongunstigen stand van zaken onder mededeeling, dat er in den Raad zelfs stemmen waren opgegaan, welke over ontbinding der Mij. spraken. Maar laat ik op den feestdag van heden niet 'verder uitweiden over deze minder op wekkende passage uit het historieboek der Mij. Omstreeks Augustus 1920 kwam ein delijk eene regeling tot stand, waarmede zoowel de minister als de Raad van com missarissen en de Staten accoord' gingen. Ten aanzien van Zeeuwsch-Vlaanderen hield die regeling in, dat aldaar eene zelfstandige centrale zou worden opge richt. Ik moge nog slechts aan 't korte historische overzicht toevoegen, dat in de zomerzitting der Staten van het vorige jaar eene belangrijke en levendige dis cussie heeft plaats gehad over de plannen der P. Z. E. M. en ten aanzien van het daarvoor van provinciewege toe te stane kapitaal. Deze discussie heeft geleid tot het besluit van 20 Juli 1921, waarbij Ged. Staten machtiging ontvingen om tot dek king van de kosten der electrificatie van de provincie een leening aan te gaan van ten hoogste f 1.600.000. Mijne Heeren. Wij1 leven tegenwoordig helaas nog steeds onder ernstige tijdsom standigheden en de vraag, of er wel aan leiding bestaat om van provinciewege de groote offers, welke dit werk zal voe deren, bijeen te brengen, moest en is ook niet ernst onder de oogen ge zien. Dat do Staten van Zeeland niet over één nacht's ijs zijn gegaan, toonen m.i. de discussies in de zomerzitting van het vorige jaar. Er zijn optimisten en er zijn pessimisten. Wilt het mij niet ten kwade duiden, dat ik mij in de rij der eersten schaar. Ja zeker, wie zal 't zieggen, of de moeilijkheden, waarmede wij te kampen hebben, nog niet veel zwaar der zullen worden en of de malaise reeds haar toppunt heeft bereikt. Het antwoord op die vraag ligt in het duister, maar dit neemt niet weg, dat een menschdom zonder hoop een prooi wordt van diepe ellende. Hoop doet leven en het leven eischt vooruitgang, geen stilstand. K\oa somber en donker de tijdsomstandigheden dan ook schijnen of in werkelijkheid zijn, wij mogen, neen wij moeten de hoop blijven koesteren dat betere tijden weer eenmaal zullen aanbreken. Die hetere tijden zullen ook straks aanbreken. Mogen, neen moeten wij dan thans niet daarmede rekening houden? Zouden wij Zeeuwen, terwijl in nagenoeg alle pro vincies de hand aan de ploeg wordt ge slagen en van de ontwikkeling der elec- tiotechniek partij wordt getrokken, rustig en kalm stil blijven zitten, waar het geldt de uitvoering van een werk. waarvan de noodzakelijkheid en de wenschelijkheid niet in twijfel kan worden getrokken? Niemand zal toch willen ontkennen, dat wij thans in het tijdperk dei' electriciteit leven en dat, was het nu niet, dan tocli over eenige jaren tot stichting der cen trale zou moeten worden overgegaan, maar door uitstel zouden wij achteraan komen en dan in Landbouw, industrie enz. niet kun nen wedijveren met onze buren in binnen- en buitenland. Besturen der gemeenten in Zeeuwsch- Vlaanderen. De staten dezer provincie heb ben een zeer prijzenswaardig besluit ge troffen om de gelden beschikbaar te stel len voor de oprichting dezer centrale. Ik zou U thans willen toeroepen: toont U dit besluit waardig, toont» het door in talrijke mate U aan te sluiten aan het net der Maatschappij. Wilt niet eerst de kat uit den boom kijken, en steeds maar afwachten, wat anderen doen. Neen, over tuigt U zelf, dat met de stichting dezer centrale rechtstreeks het voordeel uwer gemeente en hare inwoners wordt beoogd. Onnoodig zal het zijn hier te gaan uitweiden over het nut van de» electrischen stroom. De stroom, die U van uit deze centrale zal worden toegevoegd, zal UI licht en kracht brengen in huis en boer derij, stal en erf, in fabrieken en winkels, Op den openbaren weg en overal, waar zulks wenschelijk mocht blijken. Voor tal rijke doeleinden zal hij kunnen worden toegepast, voor den landbouw, de groot- en kleinindustrie, tractie, polderbemaling, drinkwatervoorziening enz. enz. Speciaal ook voor den landbouw zal hij van groot nut kunnen zijn, ik denk aan 't eleetrisch ploegen, dorschen, voederbereiding, graan- malen, 't zij coöperatief, 't z'ij met eigen motoren, het eleetrisch schaapscheren, wel licht ook eleetrisch melken. Laat ik hier mede volstaan om aan te toonen, dat eene landbouwende provincie als Zeeland haren goeden naam op het spel zou zetten, in dien zij zich niet wist aan te passen aan de eischen van den tegenwoordigen tijdv Licht en kracht, zeide ik, dat zal deze centrale U brengen. Moge het niet alleen in letterlijken zin maar ook in figuurlijken zin zijn en moge de stroom ook uwe geesten, uw energie en uw arheidslust steeds meer en meer doen opvlammen. Het wil mij voorkomen, dat de dag van heden een zekere voldoening en vreugdo zal schenken aan allen, die hebben mee gewerkt aan of hun invloed hebben uit geoefend bij de voorbereiding der stich ting van dit bouwwerk. Heden toch mag met vrij groote zekerheid worden, aart- genomen, dat op den ingeslagen weg zal kunnen worden voortgegaan- en dat de voor Zeeuwsch-Vlaanderen ontworpen plan nen werkelijkheid zullen worden. Hulde en dank in de eerste plaats aan heeren commissarissen voor al hunne werk zaamheden en voor het aandeel, hetwelk fcij in de voorbereiding hebben gehad. Bui tenstaanders zullen zich wellicht niet ge makkelijk een denkbeeld kunnen vormen van de talrijke beslommeringen en zorgen, welke het commissariaat eener maatschap pij als de P. Z. E. M. vooral in de jaren har er eerste ontwikkeling medebrengt. Aan hen, die het werken del* commissarissen evenals spreker van meer nabij hebben mogen gadeslaan, zal het duidelijk zijn, dat op den dag van heden, waarop de eerste kiemen van het zaad, door com missarissen uitgestrooid, tot de opper vlakte der aarde doordringen, woorden van dank en lof namens de provincie niet mogen ontbreken- Ik wil niet nalaten hierbij ook te denken aan den vorigen president-commissaris, den heei' jhr. de Casenibroot en aan allen die hebben deel uitgemaakt van den Raait van commissarissen. Men zal 't mij in- tusschen kunnen billijken, indien ik in mijn huldiging van commissarissen een eereplaats toeken aan den president-com missaris, den heer Van Rompu en den secretaris, mr Dieleman. Kort na mijn komst in deze provincie mocht ik reeds in de zomerzitting der Staten van het vorige jaar woorden van groote hulde en dank spreken voor alles wat mijn, ambtsvoorganger voor Zeeland heeft ge daan. Gij zult het ongetwijfeld allen met mij eens zijn, dat ook op deZen dag' de zegenrijke invloed, welke er van den heer mr Dijckmeester uitging, met dankbaar heid moet worden herdacht. Hulde ook aan Prof. Feldman, wiens uitnemende en heldere rapporten door een ieder zeer op prijs zijn gesteld en die door de kracht zijner argumenten er in 5s mogen slagen om het Dag. Bestuur dezer provincie, zoomede de staten van dit ge west tot het juiste inzicht te brengen. Hulde ook aan den heer Streefkerk, die met rijke kennis van zaken de maatschappij onder toezicht van commissarissen tot dus verre heeft bestuurd, de plannen, welke thans tot uitvoering komen en die welke straks tot uitvoering zullen komen, heeft ontworpen, toegelicht en verder voorbe reid, de noodige onderhandelingen voert enz. enz. Hij is de spil der Mij., de man om wien alles draait. De taak, die op de schouders van den directeur eener Mij. als de P. Z. E. M. rust, is zeer groot en veel omvattend, vooral waai' het nog een maat schappij betreft, welke in het eerste sta dium harer ontwikkeling verkeert. Het is onnoodig en daarom wil ik thans geen poging doen U den directeur te schet sen, hem kennende, zult gij allen hem ongetwijfeld naar waarde kunnen schatten. Alleen een woord van lof vooi.' den ijver de toewijding en de ambitie, welke de heer Streefkerk aan den dag legt, is hier zeker wel op zijn plaats. Onlangs ontvingen Geel. Staten een van den directeur afkomstig voorstel tot toekenning der noodige con cessies aan de P. Z. K. M. Daarin was o.m. voorgesteld, dat alle rechten van een zui ver provinciaal eleetrisch bedrijf aan de Mij. zouden worden toegekend. In het mid den latende of dit voorstel dooi" Ged. Staten zal worden aanvaard, mocht ik daaruit toch tot mijn vreugde afleiden, dat ook de heer Streefkerk van oordeel is, dat de P. Z. E. M. ingericht in den vorm eener vennootschap, toch een pu bliekrechterlijk cachet draagt en dat dus ook naai zijn meening de band en de samenwerking tusschen provincie en Mij. zoo nauw mogelijk moet zijn. Zeer hoop ik, dat ook zijnerzijds daarnaar steeds zal worden gestreefd. Het woord van hulde, hetwelk ik tot den directeur richtte, wensch ik uit te strekken tot heel het onder hem werk zaam zijnde personeel, tot den heel' in genieur, den heer hoofd-boekhouder, hee ren teekenaai's en alle ambtenaren, diuf deel uitmaken van het corps zijner onder geschikten. Hulde ten slotte ook aan den heer Magendans, den adjunct-secretaris van den raad van commissarissen, die in stilte achter de schertnen werkende,, toch zeker een omvangrijke rol heeft ge had bij de tot dusverre verrichte werk-" zaamheden en wiens heldere nota's en ontwerpvoorstellen zoo menigmaal de goedkeuring en de instemming zijner su perieuren verkregen. Met name meen ik nog te moeten noemen den heer A. A. Kok, architect te Bussum, die i'eeds me nigmaal blijk van goeden kunstzin gaf en die voor de P. Z. Et M. een centrale gebouw ontwierp, hetwelk algemeen, ook in zijn gevelvormen, geprezen wordt. Den aannemer van het werk kan ik zooals van zelf spreekt, moeilijk thans reeds een woord van lof toespreken. Zeer hoop ik intusschen, dat op zijn bouwwerk straks de eerste regel van het lied „Von der Glocke" „Fest gemauert in der Erde" van toepassing zal zijn. Mjjne Heeren, Door toevallige omstan digheden is de plechtigheid, waartoe wij hier zijn samengekomen, uitgesteld tot den 21sten Maart, den dag, waarop er weer een nieuwe lente voor ons aanbreekt. Moge dit tijdstip een bonum omen voor de P. Z. E. M. zijn en moge evenals het jonge groen, dat zich weldra thans een weg zal banen door de knoppen, welke het omhullen, ook deze jeugdige maatschappij zich krachtig ontwikkelen en weldra een bron van voor spoed en welvaart zijn voor heel Zeeuwsch- Vlaanderen, ja voor heel onze provincie. Hierna werd overgegaan tot de eigen lijke plechtigheid, het leggen van den steen. Deze steen is vervaardigd bij de Firma L. Renquet en Co. te Middelburg en wel door den steenhouwer, den heer J. C. van Va rik, die ook het ontwerp, de teekening, voor den steen maakte. Do steen is vervaardigd uit blauw hardsteen, terwijl er in verzilverde letters op staat: De eerste steen van dit gebouw is op 21 Maart 1922 gelegd door jhr. mi J. W. Quarles van Ufford, commissaris der Ko ningin in Zeeland. Gelijk met den' steen werd een looden koker ingemetseld, bevattende de op het atelier van den heer C. W. Dhuy te Mid delburg vervaardigde oorkonde, waarop het feit der plechtigheid is neergezet als op den steen, terwijl daaronder teekenden de commissaris den' Koningin, de commissa rissen en de directeur der maatschappij. Betreffende deze plechtigheid willen wij nog nieédedetelen, dat de Luctor et .Emergó, die de gasten van boven da ^Schelde cn enkele uit Zeeuwsch-Vlaan deren westelijk deel, die van Bres ken s waren overgestoken, in ongeveer ancler- haf uur naar Terneuzen bracht, .groote vvprbefcering heeft ondergaan, nu behalve de benodenkajuit, ook op het dek een uit stekend verblijf, zoowel niet rooken als rookon voor de passagiers is verrezen. AI was de reis spoedig volbracht, toch had zij ons geleerd, dat dc Luctor et Emei'- go het aflegt tegen de raderboot Zeeland, Wie lot tweemaal toe het zusterschip inhaalde, cn wel eerst voor en later na Borsselen, waar dé Zeeland had aan gelegd Het schutten te Terneuzen was spoedig geschied en toen de talrijke gasten uit Zeeuwsch-Vlaanderen aan boord waren gekomen en ook talrijke doozen en man den met spijs en drank, werd doorgevaren naar de plaats Vaar de electrische cen trale reeds in aanbouw1 is. Betreffende de eigenlijke plechtigheid moeten wij beginnen met een kleine fout te herstellen en wel, dat de commissaris der Koningin, niet eerst sp'rak en toen den steen inmetselde, maar dat hij eerst dit werk verrichtte on toon zijn reeds ver melde rede deed hooren. Zooals gemold, werd een oorkonde mede ingemetseld. De volledige tekst van de keurig getcekende oorkonde luidde: „Heden den ©enentwintigsten Maart 1922 is van w>eg© de Naamlooze Ven nootschap Provinciale Zeeuw'schle Elec- triciteitsmaatschappij gevestigd te Mid delburg, waarvan thans commissarissen zijn J. A. van Rompu, voorzitter, mr P. Dieleman, secretaris, mr F. J. Spreuger, mr A. A. de Veer, D. W. Lindenbergh, leden. Dipl. Ing. II. Streefkerk, directeur, de eerste steen gelegd voor den bouw van deze centrale, ter voorziening van Zeeuwsch-Vlaanderen van electriciteit, door den Hoog Ëdelgestrengen Heer Jhr. Mr. J. Wi. Quarles van Ufford, commissaris der Koningin in Zeeland, hetwelk verklaren Hieronder volgen tie handteekeningen links die van den commissaris der Ko; ningin, rechts die van de commissarissen der maatschappij en in liet midden die van den directeur, laatstgenoemde staat onder in kleuren geteekend wapen van Zeeland, lu afwijking van het eerste plan werd de oorkonde aan de achterzijde ook nog van handteekeningen voorzien en wel van die der statenleden, die do plechtigheid medemaakten, namelijk de heeren: Blum, van der Weijde, Kakebeeke, Ondevdij'k, van Niftrik, Erasmus, Adriaanse, Hensel, van de Putte, van Nieuwkuijk, Lantsheer, Vienings. Overhoff, Welleman, Moelker, v. Nieuwen huijze, v. Zuijlen, v. Waes- berghe, van Dixhioorn, van den Ouden, en Dumoleijn, terwijl ook de heer Hart man, griffier der staten, toekende. Nadat de commissaris der Koningin zijn met applaus bezegelde toespraak had beëindigd, nam de heer Ph. J. van Dis hoorn uit Axel het woord. Spr. wilde ten eerste als bewoner van Zeeuwsch-Vlaan deren, deze streek gelukwensohen met deze plechtigheid en dank brengen aan den commissaris der Koningin, aan Ged. Stalen en aan commissarissen der Maat schappij, voor wat zij deden in het belang van de tot standkoming dezer centrale. En met den commissaris hoopte spr. dat deze centrale nieuw leven mag bren gen aan deze streek. In de tweede plaats gaf spr. als lid der Prov. Staten de ver zekering, dat liet Jilem steeds een genoegen is en zal blijven aan dergelijke maat regelen zijn steun te kunnen blijven ver- leenen, opdat niet alleen Zeeuwsch-Vlaan deren maar geheel Zeeland kan blijven concurreeren op elk gebied- In de derde plaats wilde de heer van Dixhoorn spreken als voorzitter van den kring Axel van de Z. L. M., daar de centrale niet alleen van belang zal zijn voor de industrie, maar ook voor den landbouw. Spr. doet daarom een berpep op allen, die aan de uitbreiding dei' electrificatie kunnen medewerken, hun steun volledig te verieenen. Het grooti nut van de electrificatie blijkt in andere streken, waar men niet gaarne afstand zou doen van hetgeen men hier thans gaat verkrijgen en waarnaar men ook hiel verlangend uitziet. Mot de hoop uit te spreken dat de elec trificatie zal 'zijn tot heil van Zeeuwsch- Vlaanderen en van heel de provincie, ein digde spreker. Juist onder het slot van de rede van den commissaris der Kqningin vielen d< eerste der weinige sneeuwvlokkan, die £nen op de reis zag dwarrelen, maar treffend net toen mr Quarles sprak 'over de begonnen 1 nto Dat dit eenige hilariteit verwekte is begrijpelijk Ondei de leden ontstond s.'hrik, toen een der gasten, de heer Jl., gemeente secretaris van Uadzand, onwel werd en neerstortte. Onmiddellijk werd hij aan boord gedragen, waar hij gelukkig spo, dig herstelde. Nadat de plechtigheid was afgcloopen werd onder leiding van den heer Streef kerk de centrale, voor zoover zij reeds is opgetrokken in oogonschouw genomen, waarna men weer aan boord van de extra- boot, die den Provincialen Standaard in top voerde, terugging en deze boot eerst naar Sas van Gent stevende, waar oen deel der gasteif het gezelschap verliet om per train of ander vervoermiddel huis- (waarts te koeren. De boot ging toen naar Terneuzen terug. Onderweg werd het van broodjes en koffie rijkelijk voorzien s buffet bestormd. Een woord van hulde voor de wijze waar op de „ober" uit het hotel Des Pays lïas met zijn vrouwelijke hulp voor den inwendigen mensch 'zorgde is hier zeker op zijn plaats. Te Terneuzen was men te half drie en da ju' het wol vijf uur kon worden, eer de Luctor et Ëmergo kon worden afgeschut, .gingen de gasten hier over op de Zeeuwsch-Vlaanderen, die in den ge wonen dienst was en die te 4 uur in de buitenhaven te Vlissingon meerde. Hot was een aangename reis geweest, \vaul al was het te koud om buiten op dc boot van het tochtje over de Schelde* en Kanaal lo genieten, de boot lag rustig op liet water cn binnen werd .de reis verkort door aangename kout van dc zich gevormd hebbende, afwisselende groepjes van deelgenooteu aan den tocht. Voor ons rest nog slechts een woord van dank voor de hulp ons verleend, waardoor wij in staat waren zoo spoedig onze lozers 'een verslag van de plechtig heid te verschaffen. Tweede Kamer. Tengevolge van de verwerping door de Eerste Kamer van de pensioenwetten, heeft de ïvgeering een tweede wetsont werp- van dien aard ingediend, met slechts één gewijzigd artikel. Daarin wordt de mogelijkheid van verhaal van de pensi oensbijdrage op de ambtenaren vastgelegd. Dit wetje is gisteren door de Tweede Kamer behandeld en aangenomen. Van de verkiezingsreclame, die duimen dik op de speeches van van Stapele, v. d. Laar en Ketelaar lag, zullen we maar geen melding maken. De fiolen van toorn dezer hoeren werden over de Eerste Ka mer, die men maar eens mores moest leeren volgens den heer Ketelaar, uitge stort. De heeren Lely (V B.) en Smeenk (A.R.) namen de zaak veel gemakkelijker op en wilden aan dit politieke spelletje niet meedoen. De pensioengever is immers dezelfde als de salaris gever en als straks wellicht de salarissen omlaag moeten gaan (en Minister De Geer achtte dit, in weerwil van zijn groote w,aardoering voor het werk der ambtenaren, onvermijdelijk, wan neer de algehcelo toestand niet ver anderde) dan zou daarop door dezen pensioenaftrek al 'vast een stuk zijn ge disconteerd. Nadat een socialistisch amendement, om het oude wetje te handhaven, met 55 tegen 26 stemmen was verworpen, werd het regeeringsontwerp, met alleen de stem van den heer Braat tegen, aangenomen. De motie-Duijs over afschaffing van registratierecht voor,veilingen is met 46 tegen 36 stemmen aangenomen. Vanwaar de plotselinge liefde van Ouijs voor de land- en tuinbouwers, welke, men in dien kring meer gewoon is als parasieten, woe keraars, O.W.'ers, enz. te betitelen'? Och, de naderende verkiezingen, nietwaar? Dat geheel links aan deze kiezersvleierij mee deed en ook Staalman en v. d. Laar, is volkomen verklaarbaar liet is een goedkoop mitldel om stenunon te winnen, daar immers de regeering reeds verklaard heeft, dezen vorm van belasting niet te kunnen missen maar dat ook een zestal room'schen. aan dit spelletje meededen, zal zeker menigeen bevreem den. Zouden zij werkelijk meenen, dat de tijd nu reeds gekomen is, om belastingen te gaan afschaffen? Het in i 1 j o e n. Bij den penning meester van het Miljoen-Comité in den Kieskring Goes.zijn nog ingekomen twee nagiften en wel uit Goes f25 en uit Rilland-B,ath f2.55. Ter navolging! Jhr. Mr. E. A. O. de Casein, b r o o t. f G isfcerenavond overleed te Middelburg de heer jhr. mr. Eduard 'August Otto de Casenibroot, die 15 Juli 1860 t.e Tholen geboren werd en dus den 61-jarigen leeftijd bereikte. Na gepromoveerd te zijn, vestigde mr- de Casembroot zich als advocaat in zijn .geboorteplaats in 1887. In 1890 werd hij tol lid van den gemeenteraad gekozen. In 1891 werd hij benoemd tot griffier van het kantongerecht te Hulst, vanwaar hij in 1892 reeds weer naar Middelburg trok als substituut-griffier van de rechtbank- In 1892 was in "de Staten een vacature ontslaan door het overlijden van den heer Wagtho, die als liberaal zitting had voor het district Tholen. Dit district vaardigde op 4 October van dat jaar mr. de Casem broot af naar de Provinciale Staten en sedert dien werd bij elke periodieke ver kiezing dit mandaat hernieuwd. Bij de verkiezing in 1919 onder-het nieuwe stel sel stond de naam van jhr. de Casem broot boven aan de lijst der Vrij-liberalen en werd hij weder herkozen, totdat hij in het najaar van 1921 bedankte als lid der Prov. Staten. Toen door de regeeriug in 1895 de ver kiezing van wijlen den heer J. H. Snijders tot lid van Ged. Staten nietig werd ver klaard. moest op 20 September een bui tengewone zitting plaats hebben en daar in werd mr. de Casembroot gekozen tot lid van het dagelijksch bestuur der pro vincie. Onder alle omstandigheden werd hij herkozen, zoodat h'j ir September j.l. reeds 25 jaar zitting had. Naast zijn lidmaatschap van Ged. Sta ten was de heer de Casembroot o. a. ook ifeenigen lijd voorzitter van den Raad van Commissarissen der N. V. P. Z. E. M., icommissaris van de Kon. Stoomvaart maatschappij „Zeeland", do N. V. The Vitrito Works, enz. Een terrein waarop de overledene zich ook veel en met volle liefde bewoog was dat van hulp bieden aan door rampen enz. getroffenen. De overledene was ridder in do orde van den Nederlandschen Leeuw, lidder in de orde van St- Jan en hem was het Kruis van verdienste van het Roode Kruis verleend; ook was hij Kamerheer in bui tengewonen dienst van H. M. de Koningin. In verband met de opheffing van het Rijkslandbouwproefstation te Goes zal het onderzoek van landbouwproducten en hulpmiddelen voor den landbouw van ver schillenden aard, hetwelk thans nog te Goes plaats heeft, te beginnen met 1 April geschieden aan liet Rijkslandbouwproef- station te Wageningen, waar tot dusver alleen veevoedermiddelen werden onder zocht. Goes. Men schrijft ons: De aardige 17e eeuwsche trapgevel van bet pand St. Jacobslraat no. 9, van den heer I- Sinko, opgetrokken van door don tijd fraai ge schakeerde baksteen, met een typisch poortje, behoefde dringend herstel Aan vankelijk bestond hij belanghebbende het voornemen den gevel te bepleisteren, waardoor deze veel van zijn karakteris tieke schoonheid zou hebben ingeboet, eiu waartoe hot gemeentebestuur dan ook wijselijk vergunning heeft geweigerd. De eigenaar hoeft daarop de herstelling van liet pand volgens de tegenwoordig gevolg de wijze van restauroeren gevolgd, de gevel is opnieuw gevoegd en voor onaf- zienbaren tijd in zijn tegenwoordige schil derachtige gedaante voor het nageslacht behouden Dank zij de hulp van diverse ingezetenen, die hiervoor financieels bij dragen hebben gegeven en oudheidkundi gen, die zich voor het geval bobben geïnteresseerd, is ook het poortje dat mede in zeer vervallen toestand verkeer de, op oordeelkundige wijze hersteld. 'Het aantal kiezers, voorkomende op de heden vastgestelde kiezerslijst voor 1922-1923 bedraagt 4150. Vlissingen. Naar aanl riding van opmer kingen van Ged. Staten over de vastge stelde verordeningen op de heffing en in vordering van schoolgeld voor het L. O., het U. L. O. en het vervolgonderwijs stel len Burg. en Weth. den raad voor, ver schillende wijzigingen in die verordenin gen aan te brengen. Burg. en Weth. stellen voor, den be r Passeriier en 'echtgenoote, thans tijdelijk binnenvader en binnenmoeder in het Bur ge rw ces hu is, althans hoofd van het Ge meentelijk Weezengezin, definitief als zoo danig te benoemen. Burg. en Weth. stollen voor afwijzend te beschikken op het verzoek van P. A. Pelte, gewezen tijdelijk Leeraar aan de Avondscholen, om het zes achtste van zijn jaarwedde uit to keerem, daar hij van moo ning is dat het salaris gebaseerd is op ecu cursus van 8 maanden. Burg. en Weth. meenen, dat de jaarwedde moet worden beschouwd als te loopen over een geheel jaar. Burg en Weth. stellen voor afwijzend te beschikken op het verzoek van wed- J. M. Wessel Schroevers te Utrecht om boven haar pensioen een toelage van de gemeente te mogen ontvangen. Ingevolge de bepalingen der L. O.-wet stellen Burg. en Weth. voor de Chr. school aan de Kasteelstraat en de Chr. U. L. 0.- school voorschotten te geven van reso- f 3200 en f 330. Voorgesteld wordt den onderwijzer F. Wijsveld over te plaatsen van school F naar school K (zevende klasseschool). Nog wordt voorgesteld tie nieuwe com- missie tot wering van schoolverzuim sa men te stellen uit dezelfde heeren als waaruit de oude commissie bestond. Kruiningen. Donderdag 23 Maart (reedt, voornamelijk voor de aanslaande vrouwe lijke kiezers op de heer J. Buijse met 't onderwerp „Vrouwenkiesrecht". lerseke. Bij ontstentenis van den heer J. Buijse sprak gisteravond voor de A ll. Kiesvcreeniging in do Chr. School dhr. A. de Lange uit Goes over „Vrouwenkies recht". Van de gelegenheid tot bespreking werd door verschillende aanwezigen ge bruik gemaakt. De opkomst was bevredi gend, alleen had hét aantal aanwezige vrouwen grooter. kunnen zijn. De voor zitter, dhr. Janse, opende en sloot de vergadering. Het raadsbesluit om het heffing.-- cijfer van 2.5 op 1.7 te brengen, is dooi de Kroon goedgekeurd. Dus de ingeze tenen kunnen er op i'ekenen plm. min der te betalen dan het aanslagbiljet ver meldt. Kapelle. Het raadslid Eerman alhier is door de afdeeling van den Vrijheidsbond gesommeerd zijn ^houding inzake de aan hangige kwestie tot voteering van gelden

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1922 | | pagina 2