i£l3 „J. iZzï W c$u*\ mansknec IXo 141 Woensdag 15 Maart 199*1 36e Jaargang lerskneeht gevraagd, Buitenland. Reclames. !)GUS" DE MUIJNCK. ideerde i Scharen lis Blocus" ffrdf* f In ruil: ning met Tuin, cnecht en een Halfwas FEUILLETON. John Ward en zijne Vrouw A A DDELBURG enfokkers. g en zal worden kwerf bekroonde 20 veulengeld. rworpen paarden lengeld. oskerke (Veldlust). echtsche Tent- portieren, IIItf, Mr. Smid, nkleeding (lakend w, Broek en Klap- i Knoopen, en een Iracht. A. HUI-//«- Serooskerke (W.j OOP: aiks Egge Gr. TAAL, Smid, terstond: delburg. Brieven HUIJ, M'burg. OOP: gemakkelijkep roodkar. EN, Markt, Goes. I. KRAMER, Wissekerke. /Cv* OLIJSLA&ER, O. en W. Souburg. Sf DE SANDE, Krabbendijke. ;erstond p o AN IWAARDEN. LARDEN. renwerk, zoo mo- A. BOOGAARD, pskerke. w£l mende Meid WALLENBURG, veg, Middelburg. Mei benoodigd, 1KER, landbouwer s., bij Dokter DE Drukkers-Exploitanten OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Langi Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Bijkantoor te Middelburg: 'Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 Ve Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG Abo n nem en tsp rijs: Per 3 maanden, franco per post, f 3. Losse nummers f 0.05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct Bij abonnement belangrijke korting. Zij, die zich mei 1 April op ons blad abonneer:!!, ontvangen de vóór dien da tum nog verschijnende nummers gratis. Ontwapenen. Vooral ook doordat de Rechtsche vrou wen van de stembus zijn weggebleven, re geert in Zweden de socialist Branting. Deze partij-hoofdman kwam na zijn op treden met een program, 'n lijst van werk zaamheden. Eenig vreemd opzien veroorzaakt onge twijfeld het in dit program ingenomen standpunt omtrent het leger en wel hierom, dat onze oogen zoo gewoon zijn aan de rumoerige beweging van onze socialisten die voor het leger geen man en geen cent willen. In Zweden zit 't zoo. Branting' hoopt, -dat de Volkenbond waarvan onze rooden niets moeten hebban, wijl ze 't zaakje niet vertrouwen het zoover zal brengen, dat aan radicale en internationale beper king van bewapening gedacht kan wor den; daarom wil de Zweedsche minister een onderzoek naar de verdedigingsmid delen, die in het huidige stadium noodig zijn. Er is dus verschil van opvatting tusschen rooden en rooden. In de laatste zitting van het congres van de Fransche afdeeling der socialis tische arbeidsinternationale werd met al ge m e e n e stemmen de volgende motie aangenomen: De partij (Fransche SDiAP) „wil de positieve actie welke Renandel heeft voorgesteld, waarvan de groote be ginselen zijn o.a.: vermindering van den duur van den militairen dienst, met toe passing van de denkbeelden van Jaurès over de vorming van het nieuwe leger." In Frankrijk denken blijkbaar de rooden anders dan de ontwapenings-maniakken ten onzent. De wet van 30 December op den mili tairen dienst in België bêpaalt 10 maan den eerste oefentijd voor Infanterie; (Ne derland nu: anderhalve maand en vooroefe ningen thuis) deze regeling is tot stand gekomen met medewerking en onder mede verantwoordelijkheid van de sociaal-demo craten in België. Dikwerf vernam men in de laatste tijden dat in de toekomst wel geen oorlogen zullen worden gevoerd, wanneer eerst de socialisten het bestuur hebben overgeno men van de kapitalisten 'en de Volken bond mede dienstbaar hieraan zal zijn, dat boven macht het recht zal heerschen. Intusschen zet men in Australië de be wapening tot het ongehoorde en ondrage lijke voort; overweegt men in Amerika de invoering van automatische (semi) gewe ren; stelde men in Frankrijk in eene Com missie van voorlichting betreffende de fa bricage van het bij mobilisatie benoodigde materieel; benoemde de Fransche Regee- ring 20 Jan. '22 een Inspecteur-Generaal van het Leger, met de opdracht permanent- technisch raadsman te zijn van den Mi nister van Oorlog betreffende alle zaken, die de oplossing van den troep en de oorlogsvoorbereiding betreffen; besloot de Zwitsersche bondsraad 2 Dec. 1921 nadere bepalingen vast te. stellen nopens de weer baarheid van liet volk. 't Ware te wenschen, dat eindelijk de Volkeren verlost werden van den zwaren last, welke bewapening en behoorlijke toe rusting vereischen, moest het tot strijd kopienï Wie iriSSS ooren en oogen open heeft bemerkt bitter weinig van recht boven macht en liefde voor vrede. Zou 't ook Naar het Engelsch van l MARGARETHA DELAND. 107) Zij waren stil, terwijl z'ij de bloemen op de versche aarde van Denners graf legden, waai' het gras nog niet zijn sluier over gespreid had; en Miss Deborah bukte, om eene enkele roos op de ingezakte, met mos begroeide plek te leggen, waar twintig jaar geleden Denners zusje be graven was. Beide dames wischten zich de oogen af, hoewel met geen andere gedachten dan aan de oude vriendschap, die hier geëindigd was. Toen hadden zij willen terugkeeren, maar Miss Deborah legde hare hand op Miss Rtaths arm. „Kijk, zuster," zeide zij, „wie is dat bij het graf van Mary Jeffrey?" Een jonge vrouw lag op het gras, met hare wang tegen het kleine marmeren kruis, dat voor den grafsteen stond, en den «men arm er omheengeslagen- „Dat moet Helena zijn-r" antwoordde Miss Ruth bezorgd. „Hoe onvoorzichtig zoo in 't gras te liggen." zjjn, omdat Gods wet en Zjjn recht niet wordt verstaan en de vr'eeselijke uitwer king van ile zondevraig niet wordt erkend In dit geval is er geen gegronde hope op eeuwigen vrede en is de plicht- duidelijker kenbaar voor ons volk om naar kracht weerbaar te blijven. Kei publieke gebed. Het aantal gemeenteraden in onze pro vincie, dat, de laatste jaren ertoe is over gegaan om zijn vergaderingen met gebed te openen en met dankzegging te sluiten, is niet onb®teekenend. Dit is -een feit, dat eetn ieder, die van de noodzakelijkheid is doordrongen om ook op het publieke terrein voor de zaak des Heeren uit te komen, met blijdschap vervullen moet. Het publieke gebed in den Raad is eisch voor den gene, wiens hulpe hij den Ileere alleen is -en die voorlichting alleen ver wacht van den Geest Gods. Jammer is het daarom, dat er nog altijd rechtsche gemeenteraden schijnen te zijn, die hun roeping in dezen weinig verstaan en nog geen uitspraak bewerkten betref fende deze voor een Christen zoo gewich tige aangelegenheid. Met hier te zwijgen maakt men zich er niet af. Wie toeziet en de zaak bij het oude laat, staat schuldig voor zijn God- En de liberale uitvlucht, dat elk voor zich in zijn binnenkamer kan tnkeeren en van tevoren zijn knieën buigen kan, moet met klem afgewezen. Zooals bet gezin bij monde van den vader den Hoera aanroept on daardoor zijn belangen als gezin aan Hem opdraagt, zoo dient ook de Raad in zin geheel als ver tegenwoordigend college het aangezicht des Heeren te zoeken. De Raad dient in het openbaar zijn on macht en onafhankelijkheid te belijden en Gods Zegen af te smeeken over den ar- •beid. die hem wacht. Dit alles doelde op het grootere col lege, -- den Raad. Doch 'het geldt eveneens, woord voor woord, voor het- dagelijksch bestuur, de vergadering van Burgemeester en Wet houders. Ook zij, Burgemeester en Wethouders, ontleenen hun gezag aan den Opperheer en dienen het in hup, arbeid als. college uit te spreken, dat bet werk onder Gods Zegen alleen gedijen kan. Daarom ook in het Reglement van Orde voor de vergaderingen van Bur ge- meester en Wethouders dient een be paling opgenomen te worden, dat de sa menkomsten met gebed geopend en met dankzegging gesloten worden. Zóó stelden Burgemeester en Wethou ders van Rilland-Bath het juist vast, zoo als in ons blad stond vermeld. Zóó dient het elk' rechtsch College voor eigen kring te bepalen. Zóó eischt het trouwens bet beginsel, opdat de Naam onzes Gods door ons geëerd en "oprezen worde. Kerk en sociaal Vraagstuk. 't Gelat dergenen, die zeggen dat de kerk en bet sociale vraagstuk niet met elkaar te.maken hebben, neemt gestadig af. Zeker, er mogen nog theoretici zijn, die meen en, dat de kerk gemerlei roeping heeft ten opzichte van verschillende so ciale vraagstukken, maar ook zij worden vaak door dc moedoogienlooze practijk in eens midden iu de sociale quaestie ge plaatst, zoodat ontbonden niei: mogelijk is. Door armenzorg en vakorganisatie, dooi werkstaking en uitsluiting komt. de kerk geregeld met bet sociale leven in zeer nauwe aanraking, of zij het wil of niet- 'I Is bier dan ook geen louter getheo retiseer, hier spreekt de practijk. De kerk aanvaardt niet het contact met het sociale vraagstuk of wijst het af, zij staat er middenin. Nu gaat bet echter zóó staan, dat, de kerk telkens in bepaalde gevallen haar houding zal hebben te bepalen, haar be ginselen keer op keer aan het practische leren zal hebben te toetsen. Natuurlijk. Elke kerk of kerkformatie zal haar be ginselen hebben toe te passen. Ook in ile Geref. Gemeenten vraagt deze kwestie de aandacht. In de volgende Generale Synode zal de vraag aan de orde worden gesteld„Welke houding hebben onze Gemeenten naar Geref Kerkrecht aan ie nemen ten op zichte van sociale organisaties?" Waar tot nu toe het standpunt in de zen kring ten opzichte van de sociale kwestie bijna zonder uitzondering terug houdend was, zien we met belangstelling beantwoording der vraag tegemoet. Zij traden naar de liggende gedaante toe, Miss Deborah bukte, raakte zacht haar schouder aan, en vroeg haar wat er aan scheelde. Helena ontstelde hevig, sprong over eind, wischte hare tranen af, en deed zich geweld aan om kalm te spreken. „Ik ik wist niet dat hier iemand was." „Wij zouden juist heengaan;" sprak Miss Ruth vriendelijk, „maar het trof ons u zoo bedroefd te zien." „Gij zijt wel goed," zeide Helena, ter wijl de tranen nog in hare oogen parelden. „Er was iets, dat mij bedroefde en daarom kwam ik hier." De zusters zeiden iets vertroostends be treffende die jonge moeder, die reeds langer dan twintig jaar hier begraven lag, en verwijderden zich daarna, vol me delijden, te bescheiden om in het geheim van die droefheid te willen dringen, hoe wel in haar hart benieuwd wat er de reden wel van mocht zijn. „Zij mist zeker haar' man," opperde Miss Ruth. „Maar dat vond Miss Deborah al zeer onwaarschijnlijk. Als dat het geval was, kon zij immers naar huis gaan." Helena toefde nog lang op de stille begraafplaats. Zouden de dooden haar mee* troost geven dan de levenden? Louise had Die begrafenis van De Wet. Van de begrafenis van Generaal De Wet bij het Vrouwenmonument te Bloem fontein bereiken thans de verslagen ons land. Een correspondent van de N. R. Ct. .schrijft o.m. Er is een vorst gevallen! Eu aan dien vorst is hulde gebracht door volgeling cn tegenstander, vriend en vijand, patriot enrenegaat. Met een gerust gewe ten kan men het bevestigen heel Zuid- Afrika was vertegenwoordigd bij het graf van gen. D'e Wet. Is dat geen welsprekend feit? Is het niet treffend, dat vijf Kaffer- hoofden speciaal uit hun gebieden kwa men, om (het lijk van den grooten Boe rengeneraal te aanschouwen Men gevoelde het zoo diep bij het zien van dat lichaam hier was een groot man, groot in het buitenland, groot onder zijn eigen volk, groot in levenskrachten, groot in talenten, groot in karakter, groot in zijn eenvoudige godsvrucht. Aandoenlijk was het om te zien Hij, die zoo Vele kogels van zijnvijanden getrotseerd had, eindelijk geveld door den Dood. Zijn ijzeren gestel terneergeworpen. Zijn doordringende oogen gesloten. Maar ferm zijn mond en tevreden en haast trol sch de uitdrukking van het gelaat, alsof het daarmee zeggen wouGa jij en doe desgelijks Hij lag in de Gedenk zaal, in dezelfde zaal waar president Steyn, tijdens een toespraak, in elkaar zakte eii doocl neer viel. Schier ontelbaar waren de kransen om hem (heen, Vier „wagters" met pur peren vaandels slonden roerloos rondom zijn kist. En eindeloos was de stroom jvan menschen die in en git ging om een laatsten blik op hem te werpen. Op het voeteinde de Vrijstaatsche vlag die boven Bloemfontein troonde toen deze door de Engelschen ingenomen werd. En een prachtzwaard hem door Duitschers aangeboden die zijn voornaam droegen, vlak na den Boerenoorlog. De iregeering bood door middel van gen. Smuts een staatsbegrafenis aan, en het aanbod werd door mevr. de Wet aanvaard. Op alle regeeringSgebouwen in het land woei de vlag „halfmast" tijdens de ter aarde bestelling. De onderwijzers kregen vrij in den geheel en Vrijstaat. Spe- haar sedert dat gesprok op de voor kamer nauwelijks durven toespreken, en Di'. Howe's stilzwijgen lag als een doods - wade over het geheel© huis. Daarom was zij hierheen gegaan en trachtte zich voor te stellen wat haar echtgenoot en haar oom wel tegen elkander gezegd had den, want Dr. Howe had niet in bijzonder heden van zijn bezoek willen treden. Zijn onderhoud met haar echtgenoot was slechts op des te grooter bitterheid van Dr. Howe's kant uitgeloopen. Hij had het antwoord van John Ward op zijn brief afgewacht, en diens stellige betuigingen dat hij onveranderlijk in zijne overtuiging was, gaven hem geen hoop dat er .jets uitgericht kon voorden zonder een per soonlijk onderhoud. Met een man, die% wer kelijk geloofde dat dit wreed en schande lijk plan door God was aangewezen om de ziel zijner vrouw te behouden, was niet te redeneeren, zeide hij, maar hij moest het toch doen. Wrevelig zuchtend, overhandigde hij Helena den brief van haar echtgenoot. „Hij heeft alle gevoel van welvoeglijk heid verloren; blijkbaar' beseft hij vol strekt niet wat hij jegens u verplicht is. Welnu, ik zal morgen naar Lockhaven gaan." „Eu dat doet ge voor mij-'" zeide He- cialo treinen brachten duizenden aan. En men schat hel aantal bijwoners van de begrafenis op ruim 20000, de tallooze naturellen en kleurlingen uitgesloten. (lm Iweè uur des namiddags eerst, een plechtige dienst in de kerk, geleid door een vriend en levensbeschrijver van den overleden generaal, Ds Kestell Reeds vroeg is de kerk stampend vol. Ik sta in het voorportaal, en zie dal oud-pre sident Reifz. enkele senators en rechters zich -ook met een staanplaats moeten te vredenstellen. Het gedrang is zoo g oot dat ik de wijk neem naar de achterzijde van de kerk, waar de consistoriekamer zich bevindt. Als de correspondent nog in de consis toriekamer staat, verschijnt op het too- neel het Volksraadslid Charlie Fichardt, die den koster de komst aanmeldde van gen. Smuts, gen. Hertzog, president Steyn en de andere „slippedragers", waaronder de bijzonder „imposante", martiale figuur van gen. Kritzinger allen in gokleede jas en met don hoogen hoed op. Ook gen. Smuts ziet ©r actief en ro bust uit, terwijl de gezondheidstoestand Van gen. Hertzog te wenschen schijnt over te laten Gezellig met elkaar pratende kwamen zij de kerk binnen en ik sprak stil den wensch uitmocht deze dag een dag van groote toenadering worden •tusschen de verdeelde kampen van tiet Afrikaansche volk. Met den langen, eindeloozen stoet van af de kerk naar het Vrouwen-monument, die ongeveer kwart over drieën zich in beweging zette, ging ik niet mee. Over den afstand van. ongeveer twee mijlen stonden de menschen aan weerszijden letterlijk aaneen, niet alleen langs de (straten en op het pad; maar ook op de daken en balcons. Reeds vroeg nam ik mijn gereserveerde plaats in op het monument en toen reeds zaten de men- ischen hij duizenden te wachten op het aan grenzende nogal hoogie kopje ter rechter zijde. Het was 'oen indrukwekkend schouw spel. ,,One could not see", zegt The Star, „a single square inch of vegetation, not a patch of green, not a vestige of acrub; nothing but a great closelycover of human beings." Onder kanongebulder zette de indruk wekkende stoet zich in beweging. Daar begint het kanongebulder ten tee- ken, dat do stoet zich in de stad in beweging gezet heeft. Burger en mititai; boer en khaki, ambtenaar en rebel, zij nemen allen deel. De vierkleur wappert ook weer en dat in de tegenwoordigheid van den Eersten Minister, wiens electie- kreet was „kill secession", en van den vertegenwoordiger van onzen gouverneur, generaal, prins Arthur. Het is een won derlijke mengeling, maar schilderachtig, mooi, grootseh. Hel teekent de belangrijk heid van den hoofdpersoon waar het om gaat. De treurmalrsch van Chopin weerklinkt, de baar nadert, en wordt de trappen van het monument opgedragen. Generaal de Wet is bij Izijn laatste rustplaats aan gekomen, De menigte staat op in doodsche stil.te ter eere van den gevallen held. De muziek gaat voor onder leiding van prof. P. K. de Villiers en de gansche menigte zingt met ontroering „Rust, mijn ziel! Uw God is Konjng, Heel de wereld Zijn gebied; Alles wisselt op Zijn wenken. Maar Hij zelf verandert niet. „Rust, mijn ziel! Uw God is Koning, Wees tevreden met uw lot: Zie, hoe alles hier verandert. En verlang alleen naar God." lena. „O, oom Archie, als ge ,t maar wil- det begrijpen." Dr. Howe bromde iets, maar hij zeide slechts: „Zeg Louise, dat zij mijne reis- tasch pakt. Ik ga met den eersten trein. Och, Helena, waarom kun je niet zoo zijn als andere vrouwen? Waarom toch die geloofsverschillen? Heb je eene bood schap aan hem?" „Neen," antwoordde zij. „Moet ik ook zeggen hoe je hoe je hem mist, Helena?" Een flauwe glimlach deed haar aarzelen, maar zij zeide eenvoudig: „Dat weet John wel," en reikte hem de hand tot afscheid. Met elke mijl van zijne reis werd Dr. Howe in zijn gevoel onverdraagzamer. Al les wat hem overweg overkwam, wekte zijn persoonlijken wrevel tegen den man, dien hij ging spreken. Het geratel der wagons op de spoorweglijn ergerde hem als eene nieuwigheid; de bedrijvigheid op het sta tion hinderde hem in tegenoverstelling van de rust en kalmte te Ashurst; de gezichten van de mannen op de werf vond hij brutaal. Een jaar geleden zou Dr. Howe dit alles zeer eenvoudig en na tuurlijk gevonden hebben en er belang in gesteld hebben. En nu dat er op zulk eene plaats een man woonde, die het in zijne macht had de Howes ver- Maagpijn. krampen, brakingen, slechte spijsvertering, verstopping enz. moeten spoedig zwicht -n voor Foster's Maagpillen, het ideale, zacht werkende laxeermiddel. Prijs f0.65 'per flacon, alom verkrijgbaar. (6) Met bevende stem kondigt Ds Kestell aan op bet spreekgestoelte, vlak onder de groep die den naam van den beeldhouwer Van Wouw heeft vereeuwigd, dat generaal Smuts het gehoor zal toespreken. En de man dien velen er niet verwacht hadden maakt zijn forsche verschijning. Het is een persoonlijkheid, het is oen man mot een schranderen kop. Het is een wereld figuur, evenals de overledene generaal. Met intense spanning wordt zijn toe spraak afgewacht. Wat zou hij wel zeggen, hij, de vroegere krijgsmakker van generaal De Wet; hij, die hem meedoogeloos liet vervolgen gedurende den opstand van bet jaar 1914; hij, die men verantwoordelijk [houdt voor het fusileeren van Jopie Fourie Het was ©en tragisch oogenblik. En toch geloof ik dat oen ieder dankbaar was om ook generaal Smuts daar op het spreekgestoelte te zien, als symbool van de absolute eenstemmigheid, waarmee de Zuid-Afrikaners hulde wilden b'rengen aan de nagedachtenis van Christiaan de Wet Het was ©en unieke gelegenheid om iets groots te zeggen, iets gi"oots te doen. Maar de groote Jan Smuts faalde. Hij was nerveus, hij zocht naar zijn woorden. En toch was zijn toespraak in zekeren zin een diplomatiek meesterstuk. Voor een gehoor, waarmee hij geen contact scheen te kunnen krijgen, besprak hij de gebeurtenissen van de Rebellie, en hij besprak ze ook niet! En daar tusschendoor vlocht hij een lauwerkrans om den ont slapene zoo mooi, zoo- kunstig, als nie mand van hem had verwacht. Het verleden van dezen man was, bij de groote meerderheid van het gehoor, tegen hem. Eu dat was zijn grootste „handicap". Hij begon met den vertegenwoordiger van prins Arthur en de consuls van de buitenlanilsche regeeringen (waaronder ook dc Nederiandsche) te bedanken- voor hun aanwezigheid En vervolgde ongeveer als volgt in tie Nederiandsche taal: Ik sta hier niet alleen in mijn officieele hoe danigheid. Er is een andere band uit het verleden, die geen misverstand of verschil van meening of gebeurtenis verbreken kan. In onzen grooten worstelstrijd waren wij kameraden "en de herinnering daaraan is en blijft een heilige band'tusschen ons.... Die oorlog (18991902) is en blijft de grootste gebeurtenis in onze geschiedenis en de roem van Christiaan de Wet blijft onafscheidbaar ermee verbonden.... in dien oorlog werd het fondament van het toe komstige Zuid-Afrika gelegd. Zijn invloed zal op ons nationaal karakter eeuwig^ durend zijn, want in dien smeltkroes werden de grondslagen gelegd voor het Zuid-Afrika van hedö". Ip dien strikf volbracht net Boerenvolk een reusachtige taak; reusachtige figuren maakten liun verschijning op het tooneel. Ik spreek niet van president Krugier, want hij behoort aan de periode van vóór den Boerenoor log. Ik spreek van president Steijrt. die de ziel werd van een'strijd van volharding. Ik denk aan het militaire driemanschap, die voor altijd schitterende sterren zullen blijven aan ons firmament de la Rev, Botha en De WetDeze drie helden driet en schande aan te doen, was on verdraaglijk1 Toen hij aan de pastorie kwam, waarheen een gedienstige jongen, wien hij den weg had gewaagd, hem had gebracht, had zijn wrevel het toppunt bereikt en alle voorge nomen betooggronden uit zijn geest ver dreven. Alfaretta, die hem de deur open deed, zag hem met verbazing aan, en toen hij zijn naam noemde, klaarde haar gezicht eensklaps op. „Gij zijt haar oom," riep zij. „Hoe is 't met haar? en wanneer komt zij terug? Zij is toch niet ziek?" „Neen, neen, mijne goede vrouw," zeide hij ongeduldig, „zeker niet. Waar is uw heer?" „Dominé is niet thuis," antwoordde het meisje koel. Zij was niet gewoon „mijne goede' vrouw" genoemd te worden. „Gij kunt op hem wachten, als gij wilt," liet zij er op volgen; maar eensklaps kroeg hare bezorgdheid de overhand op hare gekrenktheid, en zij vroeg weder: „Komt zij spoedig terug?" „Ik zal wachten," zeide Dr. Howe kort af, haar voorbij loopende naar "Johns boekerij. I (Wordt verLA;

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1922 | | pagina 1