i£l3
„J.
iZzï
W
c$u*\
mansknec
IXo 141
Woensdag 15 Maart 199*1
36e Jaargang
lerskneeht
gevraagd,
Buitenland.
Reclames.
!)GUS"
DE MUIJNCK.
ideerde
i Scharen
lis Blocus" ffrdf*
f In ruil:
ning met Tuin,
cnecht en een
Halfwas
FEUILLETON.
John Ward en zijne Vrouw
A
A
DDELBURG
enfokkers.
g en zal worden
kwerf bekroonde
20 veulengeld.
rworpen paarden
lengeld.
oskerke (Veldlust).
echtsche Tent-
portieren,
IIItf, Mr. Smid,
nkleeding (lakend
w, Broek en Klap-
i Knoopen, en een
Iracht. A. HUI-//«-
Serooskerke (W.j
OOP:
aiks Egge
Gr. TAAL, Smid,
terstond:
delburg. Brieven
HUIJ, M'burg.
OOP:
gemakkelijkep
roodkar.
EN, Markt, Goes.
I. KRAMER,
Wissekerke.
/Cv*
OLIJSLA&ER,
O. en W. Souburg.
Sf DE SANDE,
Krabbendijke.
;erstond
p
o
AN IWAARDEN.
LARDEN.
renwerk, zoo mo-
A. BOOGAARD,
pskerke.
w£l
mende Meid
WALLENBURG,
veg, Middelburg.
Mei
benoodigd,
1KER, landbouwer
s., bij Dokter DE
Drukkers-Exploitanten
OOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Langi Vorststraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Bijkantoor te Middelburg:
'Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
Ve Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG
Abo n nem en tsp rijs:
Per 3 maanden, franco per post, f 3.
Losse nummers
f 0.05
Prijs der Advertentiën:
14 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct
Bij abonnement belangrijke korting.
Zij, die zich mei 1 April op ons blad
abonneer:!!, ontvangen de vóór dien da
tum nog verschijnende nummers gratis.
Ontwapenen.
Vooral ook doordat de Rechtsche vrou
wen van de stembus zijn weggebleven, re
geert in Zweden de socialist Branting.
Deze partij-hoofdman kwam na zijn op
treden met een program, 'n lijst van werk
zaamheden.
Eenig vreemd opzien veroorzaakt onge
twijfeld het in dit program ingenomen
standpunt omtrent het leger en wel hierom,
dat onze oogen zoo gewoon zijn aan de
rumoerige beweging van onze socialisten
die voor het leger geen man en geen cent
willen.
In Zweden zit 't zoo. Branting' hoopt,
-dat de Volkenbond waarvan onze rooden
niets moeten hebban, wijl ze 't zaakje niet
vertrouwen het zoover zal brengen,
dat aan radicale en internationale beper
king van bewapening gedacht kan wor
den; daarom wil de Zweedsche minister
een onderzoek naar de verdedigingsmid
delen, die in het huidige stadium noodig
zijn.
Er is dus verschil van opvatting tusschen
rooden en rooden.
In de laatste zitting van het congres
van de Fransche afdeeling der socialis
tische arbeidsinternationale werd met al
ge m e e n e stemmen de volgende motie
aangenomen: De partij (Fransche SDiAP)
„wil de positieve actie welke Renandel
heeft voorgesteld, waarvan de groote be
ginselen zijn o.a.: vermindering van den
duur van den militairen dienst, met toe
passing van de denkbeelden van Jaurès
over de vorming van het nieuwe
leger."
In Frankrijk denken blijkbaar de rooden
anders dan de ontwapenings-maniakken ten
onzent.
De wet van 30 December op den mili
tairen dienst in België bêpaalt 10 maan
den eerste oefentijd voor Infanterie; (Ne
derland nu: anderhalve maand en vooroefe
ningen thuis) deze regeling is tot stand
gekomen met medewerking en onder mede
verantwoordelijkheid van de sociaal-demo
craten in België.
Dikwerf vernam men in de laatste tijden
dat in de toekomst wel geen oorlogen
zullen worden gevoerd, wanneer eerst de
socialisten het bestuur hebben overgeno
men van de kapitalisten 'en de Volken
bond mede dienstbaar hieraan zal zijn, dat
boven macht het recht zal heerschen.
Intusschen zet men in Australië de be
wapening tot het ongehoorde en ondrage
lijke voort; overweegt men in Amerika de
invoering van automatische (semi) gewe
ren; stelde men in Frankrijk in eene Com
missie van voorlichting betreffende de fa
bricage van het bij mobilisatie benoodigde
materieel; benoemde de Fransche Regee-
ring 20 Jan. '22 een Inspecteur-Generaal
van het Leger, met de opdracht permanent-
technisch raadsman te zijn van den Mi
nister van Oorlog betreffende alle zaken,
die de oplossing van den troep en de
oorlogsvoorbereiding betreffen; besloot de
Zwitsersche bondsraad 2 Dec. 1921 nadere
bepalingen vast te. stellen nopens de weer
baarheid van liet volk.
't Ware te wenschen, dat eindelijk de
Volkeren verlost werden van den zwaren
last, welke bewapening en behoorlijke toe
rusting vereischen, moest het tot strijd
kopienï
Wie iriSSS ooren en oogen open heeft
bemerkt bitter weinig van recht boven
macht en liefde voor vrede. Zou 't ook
Naar het Engelsch van
l MARGARETHA DELAND.
107)
Zij waren stil, terwijl z'ij de bloemen op
de versche aarde van Denners graf legden,
waai' het gras nog niet zijn sluier over
gespreid had; en Miss Deborah bukte,
om eene enkele roos op de ingezakte,
met mos begroeide plek te leggen, waar
twintig jaar geleden Denners zusje be
graven was. Beide dames wischten zich
de oogen af, hoewel met geen andere
gedachten dan aan de oude vriendschap,
die hier geëindigd was. Toen hadden zij
willen terugkeeren, maar Miss Deborah
legde hare hand op Miss Rtaths arm.
„Kijk, zuster," zeide zij, „wie is dat bij
het graf van Mary Jeffrey?"
Een jonge vrouw lag op het gras, met
hare wang tegen het kleine marmeren
kruis, dat voor den grafsteen stond, en
den «men arm er omheengeslagen-
„Dat moet Helena zijn-r" antwoordde
Miss Ruth bezorgd. „Hoe onvoorzichtig
zoo in 't gras te liggen."
zjjn, omdat Gods wet en Zjjn recht niet
wordt verstaan en de vr'eeselijke uitwer
king van ile zondevraig niet wordt erkend
In dit geval is er geen gegronde hope op
eeuwigen vrede en is de plicht- duidelijker
kenbaar voor ons volk om naar kracht
weerbaar te blijven.
Kei publieke gebed.
Het aantal gemeenteraden in onze pro
vincie, dat, de laatste jaren ertoe is over
gegaan om zijn vergaderingen met gebed
te openen en met dankzegging te sluiten,
is niet onb®teekenend.
Dit is -een feit, dat eetn ieder, die van
de noodzakelijkheid is doordrongen om
ook op het publieke terrein voor de zaak
des Heeren uit te komen, met blijdschap
vervullen moet.
Het publieke gebed in den Raad is eisch
voor den gene, wiens hulpe hij den Ileere
alleen is -en die voorlichting alleen ver
wacht van den Geest Gods.
Jammer is het daarom, dat er nog altijd
rechtsche gemeenteraden schijnen te zijn,
die hun roeping in dezen weinig verstaan
en nog geen uitspraak bewerkten betref
fende deze voor een Christen zoo gewich
tige aangelegenheid.
Met hier te zwijgen maakt men zich
er niet af.
Wie toeziet en de zaak bij het oude
laat, staat schuldig voor zijn God-
En de liberale uitvlucht, dat elk voor
zich in zijn binnenkamer kan tnkeeren en
van tevoren zijn knieën buigen kan, moet
met klem afgewezen.
Zooals bet gezin bij monde van den
vader den Hoera aanroept on daardoor zijn
belangen als gezin aan Hem opdraagt, zoo
dient ook de Raad in zin geheel als ver
tegenwoordigend college het aangezicht
des Heeren te zoeken.
De Raad dient in het openbaar zijn on
macht en onafhankelijkheid te belijden en
Gods Zegen af te smeeken over den ar-
•beid. die hem wacht.
Dit alles doelde op het grootere col
lege, -- den Raad.
Doch 'het geldt eveneens, woord voor
woord, voor het- dagelijksch bestuur, de
vergadering van Burgemeester en Wet
houders.
Ook zij, Burgemeester en Wethouders,
ontleenen hun gezag aan den Opperheer
en dienen het in hup, arbeid als. college
uit te spreken, dat bet werk onder Gods
Zegen alleen gedijen kan.
Daarom ook in het Reglement van
Orde voor de vergaderingen van Bur ge-
meester en Wethouders dient een be
paling opgenomen te worden, dat de sa
menkomsten met gebed geopend en met
dankzegging gesloten worden.
Zóó stelden Burgemeester en Wethou
ders van Rilland-Bath het juist vast, zoo
als in ons blad stond vermeld.
Zóó dient het elk' rechtsch College voor
eigen kring te bepalen.
Zóó eischt het trouwens bet beginsel,
opdat de Naam onzes Gods door ons
geëerd en "oprezen worde.
Kerk en sociaal Vraagstuk.
't Gelat dergenen, die zeggen dat de
kerk en bet sociale vraagstuk niet met
elkaar te.maken hebben, neemt gestadig af.
Zeker, er mogen nog theoretici zijn, die
meen en, dat de kerk gemerlei roeping
heeft ten opzichte van verschillende so
ciale vraagstukken, maar ook zij worden
vaak door dc moedoogienlooze practijk in
eens midden iu de sociale quaestie ge
plaatst, zoodat ontbonden niei: mogelijk is.
Door armenzorg en vakorganisatie, dooi
werkstaking en uitsluiting komt. de kerk
geregeld met bet sociale leven in zeer
nauwe aanraking, of zij het wil of niet-
'I Is bier dan ook geen louter getheo
retiseer, hier spreekt de practijk.
De kerk aanvaardt niet het contact met
het sociale vraagstuk of wijst het af, zij
staat er middenin.
Nu gaat bet echter zóó staan, dat, de
kerk telkens in bepaalde gevallen haar
houding zal hebben te bepalen, haar be
ginselen keer op keer aan het practische
leren zal hebben te toetsen.
Natuurlijk.
Elke kerk of kerkformatie zal haar be
ginselen hebben toe te passen.
Ook in ile Geref. Gemeenten vraagt deze
kwestie de aandacht.
In de volgende Generale Synode zal de
vraag aan de orde worden gesteld„Welke
houding hebben onze Gemeenten naar
Geref Kerkrecht aan ie nemen ten op
zichte van sociale organisaties?"
Waar tot nu toe het standpunt in de
zen kring ten opzichte van de sociale
kwestie bijna zonder uitzondering terug
houdend was, zien we met belangstelling
beantwoording der vraag tegemoet.
Zij traden naar de liggende gedaante toe,
Miss Deborah bukte, raakte zacht haar
schouder aan, en vroeg haar wat er aan
scheelde.
Helena ontstelde hevig, sprong over
eind, wischte hare tranen af, en deed zich
geweld aan om kalm te spreken. „Ik
ik wist niet dat hier iemand was."
„Wij zouden juist heengaan;" sprak Miss
Ruth vriendelijk, „maar het trof ons u
zoo bedroefd te zien."
„Gij zijt wel goed," zeide Helena, ter
wijl de tranen nog in hare oogen parelden.
„Er was iets, dat mij bedroefde en
daarom kwam ik hier."
De zusters zeiden iets vertroostends be
treffende die jonge moeder, die reeds
langer dan twintig jaar hier begraven
lag, en verwijderden zich daarna, vol me
delijden, te bescheiden om in het geheim
van die droefheid te willen dringen, hoe
wel in haar hart benieuwd wat er de
reden wel van mocht zijn.
„Zij mist zeker haar' man," opperde
Miss Ruth.
„Maar dat vond Miss Deborah al zeer
onwaarschijnlijk. Als dat het geval was,
kon zij immers naar huis gaan."
Helena toefde nog lang op de stille
begraafplaats. Zouden de dooden haar mee*
troost geven dan de levenden? Louise had
Die begrafenis van De Wet.
Van de begrafenis van Generaal De
Wet bij het Vrouwenmonument te Bloem
fontein bereiken thans de verslagen ons
land.
Een correspondent van de N. R. Ct.
.schrijft o.m.
Er is een vorst gevallen! Eu aan dien
vorst is hulde gebracht door volgeling
cn tegenstander, vriend en vijand, patriot
enrenegaat. Met een gerust gewe
ten kan men het bevestigen heel Zuid-
Afrika was vertegenwoordigd bij het graf
van gen. D'e Wet. Is dat geen welsprekend
feit? Is het niet treffend, dat vijf Kaffer-
hoofden speciaal uit hun gebieden kwa
men, om (het lijk van den grooten Boe
rengeneraal te aanschouwen
Men gevoelde het zoo diep bij het zien
van dat lichaam hier was een groot
man, groot in het buitenland, groot onder
zijn eigen volk, groot in levenskrachten,
groot in talenten, groot in karakter, groot
in zijn eenvoudige godsvrucht.
Aandoenlijk was het om te zien Hij,
die zoo Vele kogels van zijnvijanden
getrotseerd had, eindelijk geveld door den
Dood. Zijn ijzeren gestel terneergeworpen.
Zijn doordringende oogen gesloten. Maar
ferm zijn mond en tevreden en haast
trol sch de uitdrukking van het gelaat,
alsof het daarmee zeggen wouGa jij
en doe desgelijks
Hij lag in de Gedenk zaal, in dezelfde
zaal waar president Steyn, tijdens een
toespraak, in elkaar zakte eii doocl neer
viel. Schier ontelbaar waren de kransen
om hem (heen, Vier „wagters" met pur
peren vaandels slonden roerloos rondom
zijn kist. En eindeloos was de stroom
jvan menschen die in en git ging om
een laatsten blik op hem te werpen. Op
het voeteinde de Vrijstaatsche vlag die
boven Bloemfontein troonde toen deze
door de Engelschen ingenomen werd. En
een prachtzwaard hem door Duitschers
aangeboden die zijn voornaam droegen,
vlak na den Boerenoorlog.
De iregeering bood door middel van
gen. Smuts een staatsbegrafenis aan, en
het aanbod werd door mevr. de Wet
aanvaard. Op alle regeeringSgebouwen in
het land woei de vlag „halfmast" tijdens
de ter aarde bestelling. De onderwijzers
kregen vrij in den geheel en Vrijstaat. Spe-
haar sedert dat gesprok op de voor
kamer nauwelijks durven toespreken, en
Di'. Howe's stilzwijgen lag als een doods -
wade over het geheel© huis. Daarom
was zij hierheen gegaan en trachtte zich
voor te stellen wat haar echtgenoot en
haar oom wel tegen elkander gezegd had
den, want Dr. Howe had niet in bijzonder
heden van zijn bezoek willen treden.
Zijn onderhoud met haar echtgenoot was
slechts op des te grooter bitterheid van
Dr. Howe's kant uitgeloopen. Hij had het
antwoord van John Ward op zijn brief
afgewacht, en diens stellige betuigingen
dat hij onveranderlijk in zijne overtuiging
was, gaven hem geen hoop dat er .jets
uitgericht kon voorden zonder een per
soonlijk onderhoud. Met een man, die% wer
kelijk geloofde dat dit wreed en schande
lijk plan door God was aangewezen om
de ziel zijner vrouw te behouden, was
niet te redeneeren, zeide hij, maar hij
moest het toch doen. Wrevelig zuchtend,
overhandigde hij Helena den brief van
haar echtgenoot.
„Hij heeft alle gevoel van welvoeglijk
heid verloren; blijkbaar' beseft hij vol
strekt niet wat hij jegens u verplicht is.
Welnu, ik zal morgen naar Lockhaven
gaan."
„Eu dat doet ge voor mij-'" zeide He-
cialo treinen brachten duizenden aan. En
men schat hel aantal bijwoners van de
begrafenis op ruim 20000, de tallooze
naturellen en kleurlingen uitgesloten.
(lm Iweè uur des namiddags eerst, een
plechtige dienst in de kerk, geleid door
een vriend en levensbeschrijver van den
overleden generaal, Ds Kestell Reeds
vroeg is de kerk stampend vol. Ik sta
in het voorportaal, en zie dal oud-pre
sident Reifz. enkele senators en rechters
zich -ook met een staanplaats moeten te
vredenstellen. Het gedrang is zoo g oot
dat ik de wijk neem naar de achterzijde
van de kerk, waar de consistoriekamer
zich bevindt.
Als de correspondent nog in de consis
toriekamer staat, verschijnt op het too-
neel het Volksraadslid Charlie Fichardt,
die den koster de komst aanmeldde van
gen. Smuts, gen. Hertzog, president Steyn
en de andere „slippedragers", waaronder
de bijzonder „imposante", martiale figuur
van gen. Kritzinger allen in gokleede
jas en met don hoogen hoed op.
Ook gen. Smuts ziet ©r actief en ro
bust uit, terwijl de gezondheidstoestand
Van gen. Hertzog te wenschen schijnt
over te laten Gezellig met elkaar pratende
kwamen zij de kerk binnen en ik sprak
stil den wensch uitmocht deze dag
een dag van groote toenadering worden
•tusschen de verdeelde kampen van tiet
Afrikaansche volk.
Met den langen, eindeloozen stoet van
af de kerk naar het Vrouwen-monument,
die ongeveer kwart over drieën zich in
beweging zette, ging ik niet mee. Over
den afstand van. ongeveer twee mijlen
stonden de menschen aan weerszijden
letterlijk aaneen, niet alleen langs de
(straten en op het pad; maar ook op
de daken en balcons. Reeds vroeg nam
ik mijn gereserveerde plaats in op het
monument en toen reeds zaten de men-
ischen hij duizenden te wachten op het aan
grenzende nogal hoogie kopje ter rechter
zijde. Het was 'oen indrukwekkend schouw
spel. ,,One could not see", zegt The
Star, „a single square inch of vegetation,
not a patch of green, not a vestige of
acrub; nothing but a great closelycover
of human beings."
Onder kanongebulder zette de indruk
wekkende stoet zich in beweging.
Daar begint het kanongebulder ten tee-
ken, dat do stoet zich in de stad in
beweging gezet heeft. Burger en mititai;
boer en khaki, ambtenaar en rebel, zij
nemen allen deel. De vierkleur wappert
ook weer en dat in de tegenwoordigheid
van den Eersten Minister, wiens electie-
kreet was „kill secession", en van den
vertegenwoordiger van onzen gouverneur,
generaal, prins Arthur. Het is een won
derlijke mengeling, maar schilderachtig,
mooi, grootseh. Hel teekent de belangrijk
heid van den hoofdpersoon waar het om
gaat.
De treurmalrsch van Chopin weerklinkt,
de baar nadert, en wordt de trappen
van het monument opgedragen. Generaal
de Wet is bij Izijn laatste rustplaats aan
gekomen, De menigte staat op in doodsche
stil.te ter eere van den gevallen held.
De muziek gaat voor onder leiding
van prof. P. K. de Villiers en de gansche
menigte zingt met ontroering
„Rust, mijn ziel! Uw God is Konjng,
Heel de wereld Zijn gebied;
Alles wisselt op Zijn wenken.
Maar Hij zelf verandert niet.
„Rust, mijn ziel! Uw God is Koning,
Wees tevreden met uw lot:
Zie, hoe alles hier verandert.
En verlang alleen naar God."
lena. „O, oom Archie, als ge ,t maar wil-
det begrijpen."
Dr. Howe bromde iets, maar hij zeide
slechts: „Zeg Louise, dat zij mijne reis-
tasch pakt. Ik ga met den eersten trein.
Och, Helena, waarom kun je niet zoo
zijn als andere vrouwen? Waarom toch
die geloofsverschillen? Heb je eene bood
schap aan hem?"
„Neen," antwoordde zij.
„Moet ik ook zeggen hoe je hoe je
hem mist, Helena?"
Een flauwe glimlach deed haar aarzelen,
maar zij zeide eenvoudig: „Dat weet John
wel," en reikte hem de hand tot afscheid.
Met elke mijl van zijne reis werd Dr.
Howe in zijn gevoel onverdraagzamer. Al
les wat hem overweg overkwam, wekte zijn
persoonlijken wrevel tegen den man, dien
hij ging spreken. Het geratel der wagons
op de spoorweglijn ergerde hem als eene
nieuwigheid; de bedrijvigheid op het sta
tion hinderde hem in tegenoverstelling
van de rust en kalmte te Ashurst; de
gezichten van de mannen op de werf vond
hij brutaal. Een jaar geleden zou Dr.
Howe dit alles zeer eenvoudig en na
tuurlijk gevonden hebben en er belang
in gesteld hebben. En nu dat er op
zulk eene plaats een man woonde, die
het in zijne macht had de Howes ver-
Maagpijn.
krampen, brakingen, slechte spijsvertering,
verstopping enz. moeten spoedig zwicht -n
voor Foster's Maagpillen, het ideale, zacht
werkende laxeermiddel. Prijs f0.65 'per
flacon, alom verkrijgbaar. (6)
Met bevende stem kondigt Ds Kestell
aan op bet spreekgestoelte, vlak onder de
groep die den naam van den beeldhouwer
Van Wouw heeft vereeuwigd, dat generaal
Smuts het gehoor zal toespreken. En de
man dien velen er niet verwacht hadden
maakt zijn forsche verschijning. Het is
een persoonlijkheid, het is oen man mot
een schranderen kop. Het is een wereld
figuur, evenals de overledene generaal.
Met intense spanning wordt zijn toe
spraak afgewacht. Wat zou hij wel zeggen,
hij, de vroegere krijgsmakker van generaal
De Wet; hij, die hem meedoogeloos liet
vervolgen gedurende den opstand van bet
jaar 1914; hij, die men verantwoordelijk
[houdt voor het fusileeren van Jopie
Fourie
Het was ©en tragisch oogenblik. En
toch geloof ik dat oen ieder dankbaar
was om ook generaal Smuts daar op het
spreekgestoelte te zien, als symbool van
de absolute eenstemmigheid, waarmee de
Zuid-Afrikaners hulde wilden b'rengen aan
de nagedachtenis van Christiaan de Wet
Het was ©en unieke gelegenheid om
iets groots te zeggen, iets gi"oots te doen.
Maar de groote Jan Smuts faalde. Hij was
nerveus, hij zocht naar zijn woorden.
En toch was zijn toespraak in zekeren
zin een diplomatiek meesterstuk. Voor
een gehoor, waarmee hij geen contact
scheen te kunnen krijgen, besprak hij
de gebeurtenissen van de Rebellie, en hij
besprak ze ook niet! En daar tusschendoor
vlocht hij een lauwerkrans om den ont
slapene zoo mooi, zoo- kunstig, als nie
mand van hem had verwacht.
Het verleden van dezen man was, bij
de groote meerderheid van het gehoor,
tegen hem. Eu dat was zijn grootste
„handicap".
Hij begon met den vertegenwoordiger
van prins Arthur en de consuls van de
buitenlanilsche regeeringen (waaronder
ook dc Nederiandsche) te bedanken- voor
hun aanwezigheid En vervolgde ongeveer
als volgt in tie Nederiandsche taal: Ik
sta hier niet alleen in mijn officieele hoe
danigheid. Er is een andere band uit het
verleden, die geen misverstand of verschil
van meening of gebeurtenis verbreken
kan. In onzen grooten worstelstrijd waren
wij kameraden "en de herinnering daaraan
is en blijft een heilige band'tusschen ons....
Die oorlog (18991902) is en blijft de
grootste gebeurtenis in onze geschiedenis
en de roem van Christiaan de Wet blijft
onafscheidbaar ermee verbonden.... in dien
oorlog werd het fondament van het toe
komstige Zuid-Afrika gelegd. Zijn invloed
zal op ons nationaal karakter eeuwig^
durend zijn, want in dien smeltkroes
werden de grondslagen gelegd voor het
Zuid-Afrika van hedö". Ip dien strikf
volbracht net Boerenvolk een reusachtige
taak; reusachtige figuren maakten liun
verschijning op het tooneel. Ik spreek
niet van president Krugier, want hij behoort
aan de periode van vóór den Boerenoor
log. Ik spreek van president Steijrt. die
de ziel werd van een'strijd van volharding.
Ik denk aan het militaire driemanschap,
die voor altijd schitterende sterren zullen
blijven aan ons firmament de la Rev,
Botha en De WetDeze drie helden
driet en schande aan te doen, was on
verdraaglijk1
Toen hij aan de pastorie kwam, waarheen
een gedienstige jongen, wien hij den weg
had gewaagd, hem had gebracht, had zijn
wrevel het toppunt bereikt en alle voorge
nomen betooggronden uit zijn geest ver
dreven. Alfaretta, die hem de deur open
deed, zag hem met verbazing aan, en
toen hij zijn naam noemde, klaarde haar
gezicht eensklaps op.
„Gij zijt haar oom," riep zij. „Hoe is
't met haar? en wanneer komt zij terug?
Zij is toch niet ziek?"
„Neen, neen, mijne goede vrouw," zeide
hij ongeduldig, „zeker niet. Waar is uw
heer?"
„Dominé is niet thuis," antwoordde het
meisje koel. Zij was niet gewoon „mijne
goede' vrouw" genoemd te worden. „Gij
kunt op hem wachten, als gij wilt," liet
zij er op volgen; maar eensklaps kroeg
hare bezorgdheid de overhand op hare
gekrenktheid, en zij vroeg weder: „Komt
zij spoedig terug?"
„Ik zal wachten," zeide Dr. Howe kort
af, haar voorbij loopende naar "Johns
boekerij.
I
(Wordt verLA;