No 119 Woensdag 1 Ulaart 1911 TE HUUR Spitters u£ 36e Jaargang 1 Koe Reclames. Buitenland. Gravenstraat, (t, Middelburg. Tarwsstroo, huur gevraagd zaad voor de zaai •agend Werkpaard, lo r<— hersteller ende Rijwiel- en hersteller, iide Bakkersknecht eerling *P(t( DE RIDDER, Arbeider aankomende Meid ienstbode, e Dienstbode. FEUILLETON. John Ward en zijne Vrouw verwarren met nsche Reuzel) it per pond. KOOP: r 2000 KG. Klaverhooi, kelminapolder, e* Wapen van Goes. >»n KOOP: aart van kaar 2de WOLF, Zoutelande. 2 jaar. R. in Hoogeland, R. in 't Neerland, NE PzKoudekerke. P. DE KAM, KOOP f Moesbosck Koude». vraagd y DAMME, Wissen- ANDERSE, Tuinderij Middelburg. met Mei Bakker, Wissekerke. ning beschikbaar. >SER, Vrouwepolder. ws g D. WILLEM SE, St. Laurens. V Hh Dienstbode" CORNs. SLAGER, Annaland. ederd. Herv. z. z. g. jf. ster bij eenig heer- in, gen. alle voork. verrichten. D Boekh. Fa, F.JP. Iburg. f [E Czn. te Krabben- AGGINGER AÜER„. ddelburg, vraagt P n Drukkers-Exploitanten OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraal 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 250 I'.Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f 3. Losse nummers t 0.05 Prijs der A d ve rt e n t i n: 1—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct Bij abonnement belangrijke korting. TWEEËRLEI WERELDBESCHOUWING Jaren geleden -wierd door een onzer anti-rev. professoren de tweeërlei wereld beschouwing verklaard. Wij mieenen, dat 't professor Visscher was. Onze wereldbeschouwing wordt bepaald door de grondkrachten onzler individuali teit, door de grondrichting van ons gees telijk leven zelf. Zij hangt niet af van de mate der ont wikkeling, van meer of minder kennis en wetenschap. Dat een eenvoudigvrouwtje Gods vader hand speurt in elke bete broods, doet zij niet krachtens haar eenvoud, even min als een dokter, zieggende dat hij de hemelen doorvorscht had, doch God niet vond, dat Zegt krachtens zijn weten schap Copernicus, Newton, Leibnitz, terwijl menig eenvoudige God vloekt of niet kent. Het religieuze leven kan door geen wetenschap worden gewijzigd. Het is dezelfde God dien de menschheid de eeuwen door ontmoet; hetzelfde feit der 2onde, waarop zij stuit in haai' zede lijk bewustzijn; dezelfde zielsbehoeften, die overal spreken. Daarom wordt het zien der wereld niet bepaald door de grootte van den schat der wetenschap, die de menschheid zich vergaderd heeft. (Het is van belang daarop te wijzen, want er was een tijd waarin bijna elke scho lier in naam der wetenschap decreteerde, dat het Christelijk geloof der voorge slachten een dwaasheid was, die terugwij ken moest voor de voortschrijdende we tenschap. Het geloof in de schepping was verouderd bijgeloof; de evolutie door de wetenschap beleden de hoogste wijsheid. Het wonder was onzinnig; en heel de Chxistusverschijning hoogstens een schoone poëzie. Nu zal die richting wel nimmer uitster ven; maar hoe dat ook zij, van den tijd geest geldt evenals van den individu, dat zijn blik op de wereld bepaald wordt door hel type van zijn wezen. De haard van het leven ligt dieper en deze is 't, die de lichtglansen omstraalt, waardoor de we reld gekleurd wordt voor het oog der ziel. Niet de mate onzer kennis of ver lichting, maar hetgeen wij zijn voor God, is 't die beslist. En nu kan 't wezen: 't koninkrijk Gods is binnen in ulieden; of de verwerping van dat Koninkrijk Gods is binnen in ons. Of het één, of het ander. En naar dien maatstaf zal ons de wereld, ©n dus onze wereldbeschouwing zijn. Er is dus tweeërlei wereldbeschouwing, omdat er is tweeërlei zij n voor God, tweeërlei g e es te sleven. Een uit God, en een niet uit God. Wat uit God is keert zich tot Hem, wat uit God niet is, keert zich niet tot Hem. De inspiratie Uit God drijft tot Hem het geestesleven uit en baart dus 'een wereldbeschouwing die boven de we reld uitgaat; en het geestesleven dat uit Hem niet is, haart een wereldbeschouwing die in de wereld moet opgaan, en nimmer boven haar komt. De candidatenlijst. Lal,en onze Kiesvereenigingen en Clen- trales derhalve goed hegrijpen, dat het op maken van de candidatenlijst berust bij de Kiesvereenigingen. Hierin verloochent onze partij haar democratisch karakter niet. De Kieskringen Zeeland, Dordt en Til burg zijn nu vèreenigd, in een groep. Naar het Engelsch van MARGARETHA DELAND. 98) Misschien was het om zijne gedachten een andere richting te geven dat hij aan Helena dacht, en in dit opzicht was alles voldoende. Wel had hij in zijne nicht een zekere terughouding opgemerkt, die trou wens niet bleek uit verminderde harte lijkheid, maar toch niet te loochenen was Doch dat wilde hij niet eens uitpluizen! Wat behoefde hij te weten of zij misschien vreesde met hem te spreken over iets wat haar na aan het hart lag, omdat hij toch wist dat zij bij hem geen hulp kon vinden. Dor. Howe kon wel begrijpen dat dit hen onvermijdelijk op een afstand van elkander moest houden; maar het zou hem zeer smartelijk gevallen zijn te moeten denken dat het werkelijk zoo was; dus wilde hij maai- liever bij zichzelven zeggen dat alles goed was; hij zou niet gaarne gewild hebben dat hij haar had moeten be rispen, wat bij wel had moeten doen, als !zij er van gesproken had; hij was blijde dat alles vergeten was. Hij was ook blijde dat Louise in Lockhaven bij haar kwam. De groep is eenstemmig tot hot advies gekomen om |no. 1 tot, 3 op de candidaten lijst te doen luiden: de Wilde, Voort van Zijp en Colijn; de Kiesvereenigingen zijn vrij om een andere volgorde te kiezen, maar de groep neemt de vrijheid sterk te adviseeren tot deze volgorde. De overeen komst, daartoe strekkende, is slechts na breiede bespreking verkregen, (en is der halve vrucht van een compromis, waarin, zoo immer mogelijk, verandering on ge wen scht is. De overige candidaten, zeven in getal, zijn aangewezen: no. 5 en 9 door Zee land, no. 7 door Tilburg en die overigen door Dordrecht. Dit zevental wordt dooi de Kiesvereenigingen op de lijst gebracht- De groep s-af ge vaardigden hebben daartoe een zevental namen in volgorde naar vo ren gebracht, edoch alleen bij wijze van leiddraad. Het Prov. Comité draagt namens Zeeland voor J. F. Heemskerk en J. Schouten; Tilburg (waartoe de heele land bouwstreek van Oost-Brabant behoort, te welen Klundert c.a., Fijnaart ca., enz.) plaatste op no. 7 Chr. v d. Heuvel, land bouwer le Nieuwvennep; en Dordrecht zag voor de overige plaatsen gaarne genoemd het Kamerlid v. d. Molen en drie anderen; zoodat de lijst, na bovengenoemd compro mis, luidt als volgt: de Wilde, v. cl. Voort van Zijp, A. Colijn, landbouwer, burge meester van Nieuwer Amstel, broeder van H. Colijn; J. v. d. Molen, ,T. F. Heems kerk, nir G. van Baren, burgemeester van Delft, Chr. v. d. Heuvel, J. A. .T. Jansen, wethouder van Dordrecht, het Kamerlid .1. Schouten, C. Warnaer, te Dirksland. De n-ommers 3, 7 en 10 zijn land. of tuin bouwers. Tap verbod. Ter ondersteuning van onze opmer king in zake de overwinning door de voorstanders van een tapverbod in gemeenteverordeningen behaald, nemen wij' hieronder een bericht op, dait wij indertijd nog in '-L vorig jaar aan de Politiegids ontleenden, en dat heden ons Veer in handen kwam: Tapverbod toelaatbaar. De Hooge Raad heeft op' 21 Nov. i.l. volgens de ,,N. D. CL." beslist, dat een tapverbod door een gemeenteraad ioelatbaaar is. Het cassatieberoep van M. W. S., cafhouder te Gorredijk, tegen het von nis van de rechtbank te Heerenveien, waarbij hij is veroordeeld wegensi overtreding van een tapverbod, opge nomen in de politieverordening van Opsterland (zulks met vernietiging van een vonnis van den kantonrechter, die een ontslag van rechtsvervolging had uitgesproken) werd verworpen uit overweging o.a., dat de vergunning tot verkoop van sterken drank m het 'klein wordt verleend in dien zin, dat be perking daarvan is toegelaten, waartoe oa. .behoort, dat de vergunninghouder is onderworpen aan de plaatselijke verordening. De gemeenteraad is ten deze bevoegd, regelend op té' treden. En, wat er ook zij' van een bevoegd! herd a.1 of niet óm ,het lappen ge heel te verbieden, hielt verbod, fe- Ireffende een bepaaldein tijd en ondier bepaalde omstandigheden (jziooals hier bij 't geven van een voor 't publiek toegankelijke bioscoopvertooning) was in elk géval toelaatbaar. Die arme kleine Louisef Ach, die arme Denneri Ja, er is veel naarheid in het leven. En hij nam zijn beker warmen wijn op, en dronk peinzend, en toen sloeg hij zijne beenen weer op het haardijzer over elkander, en buiten kletterde en ruischte de regen nog. Zou Louise's bleekheid in eenig verband staan met het vertrek van de Forsythes? dacht hij. Mevrouw Dale had er op ge zinspeeld, hoewel zij niet rechtstreeks over het geheim van Arabella Forsythé had durven spreken. Toen bedacht hij .hoe teleurgesteld hij geweest was dat er van de zaak niets kwam. Maar zonder Louise zou het toch zeer eenzaam op de pastorie geweest zijn. Zoo was het maar goed. Dr. Howe vond meestal dat het „zoo maar goed" was. Ja, men had hem hooren Zeggen dat, met eene goede spijsvertering, elk leed, binnen drie jaar, ten beste ge weest bleek te zijn. Misschien was hij toen voor 't oogenblik vergeten dat hij een weduwnaar was; maar in allen gevalle had hij het gezegd. Dus blies hij de blokken tot een heldere vlam aan, en dronk het overschot van zijn warmen wijn op, na dien geroerd tie heb ben, om er den geur van de nootmuskaat en kruidnagelen des te meer uit te proe ven, en zeide bij zichzelven, terwijl hij na7 kletteren van den regen en het loeien van den wind luisterde en Max bij Alle hervormingen van ons. Mocht nog eenrn; ,al naar een pas sen! embleem worden gezocht voor het socialisme, dan kan geen heter toeken worden gekozen dan d|ö be roemde haan Glianteoler uit hel too- neelsluk van Edmoud Rostand. Dit snuggere beest leefde in de zoele illusie, dat zijn kraaien, en zijn kraaien alleen, den opgang der zon bewerkte. Zoo ook leeft, bij (de sociialistische voormannen Ide gedachte, dal door hun woordenpraal, en hun woorden praal alleen, de maatschappelijke her vormingen, 'die in den loop' der jaren zijn aangebracht, tol slarid zijn ge komen. Mr. Troelstra zong Maandag laatst leden in hel Concertgebouw le Am sterdam weer dit oude' liedje. „Alle hervormingen van ons", zoo verklaarde hij bout Alle hervormingen van ons? Eilieve, hoe dan. ite verklaren, dat toen in 1889 de weg van de Arbeids wetgeving werd betreden, Ide eenigie vertegenwoordiger van het socialisme iri do Tweede Kantor zijn stem uit bracht tegen de wet, die door haar beperking van den arbeidsduur van vrouwen en jeugdige personen later een zegen bi eek Hoe laan te verklaren, dat. de onder socialistische beademing staande vakt beweging weigerde hulp te veirleieinetn aan Ide enquêtes, welke de totstandko ming van de Arbeidswetgeving ten doel hadden? Hoe dan te verklaren de feil© op positie onder leiding van T'ak in de Tweede Kamer en van de socialisti sche vakvereenigingsmannen buiten de Kamer tegen de wet op' het Ar beidscontract'van 1907, die naar het eenparig getuigenis van alle bevoeg den zulk een krachtig stuk maatschap- pejijken -vooruitgang bevat? Hoe dan te verklaren de vijandige houding, jaren achtereen door het socialisme aangenomen, tegen het col lectief arbeidscontract, welks sociale beleckenis thans algemeen wordt gee roernld Hoe dan te verklaren de halsstarrige weigering der sociaal-democraten ouv steun te verleenen aan Talma's wieil- ten, op wier verwezenlijking duizen den arbeiders wachtten? Hoe dan te verklaren de vijand schap, die hel socialisme tegen de coöperatie bezielde? Ilop na Id it alles nog te verklaren Mr. Troelslra's woord: „alle hervor mingen van ons"?: Mr. Tro-elstra heeft zich vergist. (Rotterdammer. Oom Krisjan. Een inz'ender in De Ploeg, het te Antwerpen verschijnende weekblad, dat de belangen van den Dietschen taalstam en van het Vlaamsche volk, onze Zuid-Neder- landsche broeders, en van Zuid-Afrika be pleit, schrijft onder den indruk' van een te Utrecht gehoorde rede van ds. (welhaast dr.) Van Broekhuizen uit Zuid-Afrika op 17 dezer onder meer: Voor ons stond de spreker, dominéé Van Broekhuizen, forsch en lenig, levendig van gebaar en oogopslag. Grijzend reeds niemand Zou 't verwonderen, als hij zijne zijdeachtige ooren trok, dat het de ergste Junistorm was, dien hij zich kon herinneren. Daardoor hoorde hij misschien niet dat de voordeur geopend fen met een harden slag dichtgeslagen werd tegen den gierenden wind, die met geweld wilde binnendringen, en het licht in de vestibule uitblies en Sally den regen in 't gezicht joeg. Binnen kwam Miss Helena. Haar gelaat stroomde van den regen en de donkere oogen staarden zonderling strak. „Zeg Miss Louisé niet dat ik hier ben," Zeide zij. „Waar is mijn oom? Ik moet hem spreken." Sally 'kon slechts sprakeloos naar de deux van de boekerij wijzen. Snel ging Helena daarheen. Zij scheen een oogenblik te aarzelen voordat zij binnentrad, en toen opende zij de deur, deed die achter zich dicht, en stond er zwijgend vóór! Dr. Howe zag kalm op, niet anders denkende of het zou Sally zijn; maar toen op eenmaal Helena voor hem stond, week de kleur een oogenblik uit zijn gelaat, van schrik. „Helena-'" riep hij, overeind springende, „wat is er gebeurd? Wat ben je nat!" „Ik ben teruggekomen," antwoordde zij, elk woord uitsprekende met die eigenaar dige langzaamheid, welke men opmerkt bij zeer zware zieken, die beproeven zichzelve te hooren spreken. 't verslag hoorde van de zware omstan digheden, waardoor ook dezte held zich heeft moeten heen slaan. In zijn houding en gestalte herkent men echter onmid dellijk den onbuigzamen, den nooit te breken wil. In zijn stem klinkt soms drei gend het geluid van den donder, terwijl zijn Oogen vuur schieten: als hij spreekt over de gedragingen van hen die de eer en de vrijheid van zijn volk belagen. In elke zin trilt de vereering van een groot hart voor de prachtige mannen, die het kleine Afri- kaansche volk heeft voortgebracht. Het is alsof men (zie in dien eenen man verper soonlijkt ziet: Kristiaan de Wet, Kristiaan Beyens, Koos de la Key, president Steyn, Paul Kruger, Danie Theron, Jopie Fourie het is als 'n visioen van het Afrikaan- sche volk: met zijn sterk sprekende deug den, gegrond op een onverwoestbare, ber gen verzettende vroomheid. Daar leeft de trouw, de vriendschap tot in den dood, de liefde voor eigen volk, ge paard met ontembaren vrijheidszin. Het was eenige jaren voor den Oorlog, dat Oom Kristiaan te Bloemfontein wilde pro testeeren tegen de verwijdering van gene raal Hertzog uit 't ministerie Botha. Hij kon geen zaal krijgen sprak toen zijn menschen toe vanaf 'n mesthoop, buiten ergens. Hij ving aan met de sprekende woorden: „Liever op een mesthoop_ te midden van mijn volk, dan in de paleizen der anderen." Treffend is de voorgeschiedenis van den Z.g. opstand van 1914. Wie eenmaal ds. Van Broekhuizen heeft gehoord, weet dat er van opstand geen sprake is geweest. Beyens wilde Zijn eed van trouw niet breken aan de Rritsche regeering; hij en De Wet wilden bovendien geen. strijd van Afrikaners tegen" Afrikaners, doch en hier richtte spreker1 Zich in zijn volle lengte op „als er van opstand sprake was geweest, dan had de wereld wat anders gezien. Wij wilden niet rebelleeren, wij wilden protesteeren tegen het optreden van onze regeering, die ons dwingen wilde te vechten tegen een volk, dat ons geen kwaad had gedaan, die ons wilde dwingen de Engelsche uniform aan te trekken: 14 jaar nadat men 26.000 van onze vrouwen en kinderen in de concentratiekampen had laten omkomen, ons land had plat getrapt". De eerste schoten vielen niet van den. kant der „opstandelingen", maar van de zijde der regeering, die Beyers liet ach tervolgen omdat hij bedankt had als kommandant-generaal dei' Unie, daar hij niet tegen Duitsch Zuidwest Afrika wilde optrekken. Ook toen verbood Beyers zijn mannen om terug te vuren. Hij trok tel kens terug. Veertig dagen werd hij ver volgd, gejaagd als 'n stuk wild. Tot hij eindelijk lafhartig in den dood werd ge dreven. In dien zelfden tijd trok de Wet aan het hoofd van eenige duizenden door den Vrij staat. Hij wilde met zijne mannen trekken naar de grens van Duitsch Zuidwest, hen verder vrij laten gaan, doch zelf volstaan met te weigeren om aan het strijdbevel der regeering te voldoen. Er'gens stiet hij op eenige honderden dei' tegenpartij. Hij eischte van die kleine minderheid de-over gave. Zij voldeden hieraan niet, doch scho ten. Danie de Wet, de jongste zoon van 'den generaal, 20 jaar oud, viel dood naast zijn vader neer. Toen werd het Oom Kris tiaan te machtig. Hij liet stormen, on middellijk en nam den vijand gevangen. Het was de eenige maal dat hij in den „opstand" geschoten heeft. Zelf hield hij de lijkrede voor zijn zoon, met een kalmte die de omstanders ver- Hij legde zijne hand op haar schouder, en hielp haar haar mantel afleggen. „Je 'bent doornat. Ben je in een open rijtuig gekomen? Maar waarom ben je hier? Heb je den trein gemist?" Zelfs terwijl hij dit zeide, en nog voordat zij het hoofd schudde, wist hij dat zij tegen den middag terug geweest zou zijn, als zij den trein gemist had. Max was naar haar toe gekomen, snuf felde wantrouwend aan haar rok, en toen wreef hij zijn kop tegen hare knieën en trekte Zijn hals uit, om gestreeld te worden. Zij liet hare hand een oogenblik op Zijn kop rusten, beproefde toen haai' mantel af te leggen en haar hoed van haar drui pend haar te nemen. Zij deed geen poging om den regen van haar gelaat te vegen, en Dr. Howe trachtte dit met zijn grooten zakdoek voor haar te doen. „Wat is er gebeurd, mijne lieve?" vroeg de predikant zenuwachtig. „Is Ward iets overkomen? Zeg het mij, mft'n kind; je bedroeft me door je stilzwijgen." „Ik ben teruggekomen," antwoordde zij langzaam, met een afgetrokken blik naar Max ziende, die stil hare hand likte. „Ik heb een brief van John gehad. Daarom ben ik teruggekomen. Ik ben zeer ver moeid. Ik ben, geloof ik, van Mercer te voet gekomen; ik herinner 't mij niet recht. Roep, als 't u belieft, niemand, oom." Ook voor kinderen zijn Foster's Maagpülen het ideale laxeer middel, gemakkelijk in te nemen en aange naam van smaak. Prijs f0.65 per flacon, alom verkrijgbaar. 5 baasde. Hij zeide met berusling ook dit offer aan zijn volk te willen brengen. Door laffe verklikkerij van menschen, waai' hij onderdak had gezocht met 'n kleine groep getrouwen, valt hij tenslotte in handen van zijn vervolgers en wordt opgesloten in de gevangenis te Johannes burg. Daar hebben zij elk een cel met een mat en kussen, gevuld met gras. De lengte der ruimte is zoodanig, dat zij, liggende, met het hoofd en voeten tegelijk de wanden raken: Zetten zij de ellebogen luit, dan vinden zij weer den muur; staan jple, dan raken ze met de hand de zoldering. In die ruimte moesten zij verblijven zonder kranten of boeken, met voedsel beneden peil en dat eerst later vervangen mocht worden door eigen voedsel. In de gevan genis is de gezondheid van De 'Wet ge knakt. Zelfs het Zingen was in de gevangenis verboden. Maar eiken middag om 5 om klonk, dreunend door 't heele gebouw, een psalm door oom Krisjan aangeheven. „Als ik dat hoorde", aldus dominéé Van Broekhuizen, „dan dacht ik: Hulle kry die oü baas nooit nie dood nie". Wat ik in deZen avond vooral buiten mate sterk gevoeld heb, was dat de Afri kaners hun kracht, naast hun geestelijke grootheid, vooral danken aan nooit ont brekende, voor geen gevaren terugdein zende daadvaardigheid. Dit alles in 't bij zonder verpersoonlijkt in de figuur van De Wet, dien wij door de levendige be schrijving van dominéé Van Broekhuizen als voor onze oogen zagen. De sprekende kop met de zware beslissende kin, de be sliste houding en vastberaden stap: allies kenmerkte voor wie hem ontmoette, reeds bij den eersten oogopslag den man die van geen wijken noch aarzelen wist. Ik heb van mijn leven nogal wat ge schreven, gedacht en gesproken over nati onalisme, ik heb er misschien ook wel voor gedaan wat ik voor mij in ons rus tige Holland kon doen. Maai- uit die stoere sfeer van de daad was 't mij als hoorde ik een stem uit 'n andere wereld: „Zie, zoo behoort het te Zijn"Het is zeer moeilijk om in dit zioo beschaafde en moderne Europa te handelen, ziooals men dat doet in het onbegrensde, vrije Afrikaansche veld, met het onmiddellijk besluitvaardige Afrikaan sche volk. Toch is 't dat waarnaar wij moeten streven. Nationalisme is best, maar dan een nationalism® van de daad, zoo als in Zuid-Afrika. Wij, Hollanders, heb ben dat brood- en broodnoodig. Ook gij; Vlaamsche vrienden-' Een vorstelijk huwelijk. Gisteren is dan het huwelijk voltrokken tusscben de Engelsche koningsdochter, prinses Mary en den graaf de Lascelles- Er was voor deze huwelijksvoltrekking geweldige' belangstelling. Reeds Maandag avond stelden zich belangstellenden in de (straten, waar de stoet zou .passeeren, op en gistermorgen zes uur waren de beste plaatsen reeds overal bezet. Toen de stofet Hoewel ziij zoo wild en verward sprak, was dat toch niet de taal van eene ijlende vrouw, zooals hij gedacht had. „Beproef mij dan teizeggen wat dat alles beteekent," Zeide hij; „of, wacht ik zal eerst een glas wijn voor u halen." Hij schoffelde op zijne pantoffels naar de eetkamer, en kwam terug met een wijnglas en de kleine dikbuikige karaf met het zilveren kettinkje om haar hals. Hij schonk het glas vol en hield het aan hare lippen. „Dank u, oom Archie," zeide zij. „Nu moet ik naar boven. Ik ben zoo vermoeid." „Maai-, kindlief," bracht hij hiertegen in, „je moet me eerst Zeggen wat dit alles beteekent." „Ik zal het u zeggen," begon zij, „maar er is niet veel te zeggen. John heeft mij geschreven dat ik niet in Lockhaven terug moet komen. Ik zal mijn man nooit wederzien, oom Archie," liet zij er op hartroerenden toon op volgen. „Waarom waarom waarom?" riep Dr. Howe. „Wat beteekent dat alles? Ward Zegt dat mijne nicht niet bij haar man terug moet komenO, kom, kom!" „Behoeft er van avond nog meer gezegd te worden?" vroeg zij. „Ik ik kan niet spreken." (Wordt vervelgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1922 | | pagina 1