No 119
Woensdag 1 Ulaart 1911
TE HUUR
Spitters u£
36e Jaargang
1 Koe
Reclames.
Buitenland.
Gravenstraat,
(t, Middelburg.
Tarwsstroo,
huur gevraagd
zaad voor de zaai
•agend Werkpaard,
lo r<—
hersteller
ende Rijwiel- en
hersteller,
iide Bakkersknecht
eerling *P(t(
DE RIDDER,
Arbeider
aankomende Meid
ienstbode,
e Dienstbode.
FEUILLETON.
John Ward en zijne Vrouw
verwarren met
nsche Reuzel)
it per pond.
KOOP:
r 2000 KG.
Klaverhooi,
kelminapolder, e*
Wapen van Goes.
>»n
KOOP:
aart van kaar 2de
WOLF, Zoutelande.
2 jaar.
R. in Hoogeland,
R. in 't Neerland,
NE PzKoudekerke.
P. DE KAM,
KOOP f
Moesbosck Koude».
vraagd y
DAMME, Wissen-
ANDERSE, Tuinderij
Middelburg.
met Mei
Bakker, Wissekerke.
ning beschikbaar.
>SER, Vrouwepolder.
ws g
D. WILLEM SE,
St. Laurens.
V Hh
Dienstbode"
CORNs. SLAGER,
Annaland.
ederd. Herv. z. z. g. jf.
ster bij eenig heer-
in, gen. alle voork.
verrichten.
D Boekh. Fa, F.JP.
Iburg. f
[E Czn. te Krabben-
AGGINGER AÜER„.
ddelburg, vraagt
P n
Drukkers-Exploitanten
OOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraal 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 250
I'.Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f 3.
Losse nummers
t 0.05
Prijs der A d ve rt e n t i n:
1—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct
Bij abonnement belangrijke korting.
TWEEËRLEI WERELDBESCHOUWING
Jaren geleden -wierd door een onzer
anti-rev. professoren de tweeërlei wereld
beschouwing verklaard. Wij mieenen, dat
't professor Visscher was.
Onze wereldbeschouwing wordt bepaald
door de grondkrachten onzler individuali
teit, door de grondrichting van ons gees
telijk leven zelf.
Zij hangt niet af van de mate der ont
wikkeling, van meer of minder kennis
en wetenschap.
Dat een eenvoudigvrouwtje Gods vader
hand speurt in elke bete broods, doet
zij niet krachtens haar eenvoud, even
min als een dokter, zieggende dat hij de
hemelen doorvorscht had, doch God niet
vond, dat Zegt krachtens zijn weten
schap Copernicus, Newton, Leibnitz,
terwijl menig eenvoudige God vloekt of
niet kent. Het religieuze leven kan door
geen wetenschap worden gewijzigd.
Het is dezelfde God dien de menschheid
de eeuwen door ontmoet; hetzelfde feit
der 2onde, waarop zij stuit in haai' zede
lijk bewustzijn; dezelfde zielsbehoeften, die
overal spreken. Daarom wordt het zien
der wereld niet bepaald door de grootte
van den schat der wetenschap, die de
menschheid zich vergaderd heeft.
(Het is van belang daarop te wijzen, want
er was een tijd waarin bijna elke scho
lier in naam der wetenschap decreteerde,
dat het Christelijk geloof der voorge
slachten een dwaasheid was, die terugwij
ken moest voor de voortschrijdende we
tenschap.
Het geloof in de schepping was
verouderd bijgeloof; de evolutie door
de wetenschap beleden de hoogste wijsheid.
Het wonder was onzinnig; en heel de
Chxistusverschijning hoogstens een schoone
poëzie.
Nu zal die richting wel nimmer uitster
ven; maar hoe dat ook zij, van den tijd
geest geldt evenals van den individu, dat
zijn blik op de wereld bepaald wordt door
hel type van zijn wezen. De haard van
het leven ligt dieper en deze is 't, die de
lichtglansen omstraalt, waardoor de we
reld gekleurd wordt voor het oog der
ziel. Niet de mate onzer kennis of ver
lichting, maar hetgeen wij zijn voor God, is
't die beslist.
En nu kan 't wezen: 't koninkrijk Gods
is binnen in ulieden; of de verwerping
van dat Koninkrijk Gods is binnen in
ons. Of het één, of het ander. En naar dien
maatstaf zal ons de wereld, ©n dus onze
wereldbeschouwing zijn.
Er is dus tweeërlei wereldbeschouwing,
omdat er is tweeërlei zij n voor God,
tweeërlei g e es te sleven. Een uit God,
en een niet uit God.
Wat uit God is keert zich tot Hem,
wat uit God niet is, keert zich
niet tot Hem. De inspiratie Uit God drijft
tot Hem het geestesleven uit en baart dus
'een wereldbeschouwing die boven de we
reld uitgaat; en het geestesleven dat uit
Hem niet is, haart een wereldbeschouwing
die in de wereld moet opgaan, en nimmer
boven haar komt.
De candidatenlijst.
Lal,en onze Kiesvereenigingen en Clen-
trales derhalve goed hegrijpen, dat het op
maken van de candidatenlijst berust bij
de Kiesvereenigingen. Hierin verloochent
onze partij haar democratisch karakter
niet.
De Kieskringen Zeeland, Dordt en Til
burg zijn nu vèreenigd, in een groep.
Naar het Engelsch van
MARGARETHA DELAND.
98)
Misschien was het om zijne gedachten
een andere richting te geven dat hij aan
Helena dacht, en in dit opzicht was alles
voldoende. Wel had hij in zijne nicht een
zekere terughouding opgemerkt, die trou
wens niet bleek uit verminderde harte
lijkheid, maar toch niet te loochenen was
Doch dat wilde hij niet eens uitpluizen!
Wat behoefde hij te weten of zij misschien
vreesde met hem te spreken over iets
wat haar na aan het hart lag, omdat hij
toch wist dat zij bij hem geen hulp kon
vinden. Dor. Howe kon wel begrijpen dat
dit hen onvermijdelijk op een afstand van
elkander moest houden; maar het zou hem
zeer smartelijk gevallen zijn te moeten
denken dat het werkelijk zoo was; dus
wilde hij maai- liever bij zichzelven zeggen
dat alles goed was; hij zou niet gaarne
gewild hebben dat hij haar had moeten be
rispen, wat bij wel had moeten doen, als
!zij er van gesproken had; hij was blijde dat
alles vergeten was. Hij was ook blijde
dat Louise in Lockhaven bij haar kwam.
De groep is eenstemmig tot hot advies
gekomen om |no. 1 tot, 3 op de candidaten
lijst te doen luiden: de Wilde, Voort van
Zijp en Colijn; de Kiesvereenigingen zijn
vrij om een andere volgorde te kiezen,
maar de groep neemt de vrijheid sterk te
adviseeren tot deze volgorde. De overeen
komst, daartoe strekkende, is slechts na
breiede bespreking verkregen, (en is der
halve vrucht van een compromis, waarin,
zoo immer mogelijk, verandering on ge
wen scht is.
De overige candidaten, zeven in getal,
zijn aangewezen: no. 5 en 9 door Zee
land, no. 7 door Tilburg en die overigen
door Dordrecht. Dit zevental wordt dooi
de Kiesvereenigingen op de lijst gebracht-
De groep s-af ge vaardigden hebben daartoe
een zevental namen in volgorde naar vo
ren gebracht, edoch alleen bij wijze van
leiddraad. Het Prov. Comité draagt namens
Zeeland voor J. F. Heemskerk en J.
Schouten; Tilburg (waartoe de heele land
bouwstreek van Oost-Brabant behoort, te
welen Klundert c.a., Fijnaart ca., enz.)
plaatste op no. 7 Chr. v d. Heuvel, land
bouwer le Nieuwvennep; en Dordrecht zag
voor de overige plaatsen gaarne genoemd
het Kamerlid v. d. Molen en drie anderen;
zoodat de lijst, na bovengenoemd compro
mis, luidt als volgt: de Wilde, v. cl. Voort
van Zijp, A. Colijn, landbouwer, burge
meester van Nieuwer Amstel, broeder van
H. Colijn; J. v. d. Molen, ,T. F. Heems
kerk, nir G. van Baren, burgemeester van
Delft, Chr. v. d. Heuvel, J. A. .T. Jansen,
wethouder van Dordrecht, het Kamerlid
.1. Schouten, C. Warnaer, te Dirksland. De
n-ommers 3, 7 en 10 zijn land. of tuin
bouwers.
Tap verbod.
Ter ondersteuning van onze opmer
king in zake de overwinning door
de voorstanders van een tapverbod
in gemeenteverordeningen behaald,
nemen wij' hieronder een bericht op,
dait wij indertijd nog in '-L vorig
jaar aan de Politiegids ontleenden,
en dat heden ons Veer in handen
kwam:
Tapverbod toelaatbaar. De
Hooge Raad heeft op' 21 Nov. i.l.
volgens de ,,N. D. CL." beslist, dat
een tapverbod door een gemeenteraad
ioelatbaaar is.
Het cassatieberoep van M. W. S.,
cafhouder te Gorredijk, tegen het von
nis van de rechtbank te Heerenveien,
waarbij hij is veroordeeld wegensi
overtreding van een tapverbod, opge
nomen in de politieverordening van
Opsterland (zulks met vernietiging van
een vonnis van den kantonrechter,
die een ontslag van rechtsvervolging
had uitgesproken) werd verworpen uit
overweging o.a., dat de vergunning tot
verkoop van sterken drank m het 'klein
wordt verleend in dien zin, dat be
perking daarvan is toegelaten, waartoe
oa. .behoort, dat de vergunninghouder
is onderworpen aan de plaatselijke
verordening. De gemeenteraad is ten
deze bevoegd, regelend op té' treden.
En, wat er ook zij' van een bevoegd!
herd a.1 of niet óm ,het lappen ge
heel te verbieden, hielt verbod, fe-
Ireffende een bepaaldein tijd en ondier
bepaalde omstandigheden (jziooals hier
bij 't geven van een voor 't publiek
toegankelijke bioscoopvertooning) was
in elk géval toelaatbaar.
Die arme kleine Louisef Ach, die arme
Denneri Ja, er is veel naarheid in het
leven. En hij nam zijn beker warmen wijn
op, en dronk peinzend, en toen sloeg hij
zijne beenen weer op het haardijzer over
elkander, en buiten kletterde en ruischte
de regen nog.
Zou Louise's bleekheid in eenig verband
staan met het vertrek van de Forsythes?
dacht hij. Mevrouw Dale had er op ge
zinspeeld, hoewel zij niet rechtstreeks over
het geheim van Arabella Forsythé had
durven spreken. Toen bedacht hij .hoe
teleurgesteld hij geweest was dat er van
de zaak niets kwam. Maar zonder Louise
zou het toch zeer eenzaam op de pastorie
geweest zijn. Zoo was het maar goed.
Dr. Howe vond meestal dat het „zoo
maar goed" was. Ja, men had hem hooren
Zeggen dat, met eene goede spijsvertering,
elk leed, binnen drie jaar, ten beste ge
weest bleek te zijn. Misschien was hij
toen voor 't oogenblik vergeten dat hij
een weduwnaar was; maar in allen gevalle
had hij het gezegd.
Dus blies hij de blokken tot een heldere
vlam aan, en dronk het overschot van zijn
warmen wijn op, na dien geroerd tie heb
ben, om er den geur van de nootmuskaat
en kruidnagelen des te meer uit te proe
ven, en zeide bij zichzelven, terwijl hij
na7 kletteren van den regen en het
loeien van den wind luisterde en Max bij
Alle hervormingen van ons.
Mocht nog eenrn; ,al naar een pas
sen! embleem worden gezocht voor
het socialisme, dan kan geen heter
toeken worden gekozen dan d|ö be
roemde haan Glianteoler uit hel too-
neelsluk van Edmoud Rostand.
Dit snuggere beest leefde in de
zoele illusie, dat zijn kraaien, en zijn
kraaien alleen, den opgang der zon
bewerkte.
Zoo ook leeft, bij (de sociialistische
voormannen Ide gedachte, dal door
hun woordenpraal, en hun woorden
praal alleen, de maatschappelijke her
vormingen, 'die in den loop' der jaren
zijn aangebracht, tol slarid zijn ge
komen.
Mr. Troelstra zong Maandag laatst
leden in hel Concertgebouw le Am
sterdam weer dit oude' liedje.
„Alle hervormingen van ons", zoo
verklaarde hij bout
Alle hervormingen van ons?
Eilieve, hoe dan. ite verklaren, dat
toen in 1889 de weg van de Arbeids
wetgeving werd betreden, Ide eenigie
vertegenwoordiger van het socialisme
iri do Tweede Kantor zijn stem uit
bracht tegen de wet, die door haar
beperking van den arbeidsduur van
vrouwen en jeugdige personen later
een zegen bi eek
Hoe laan te verklaren, dat. de onder
socialistische beademing staande vakt
beweging weigerde hulp te veirleieinetn
aan Ide enquêtes, welke de totstandko
ming van de Arbeidswetgeving ten
doel hadden?
Hoe dan te verklaren de feil© op
positie onder leiding van T'ak in de
Tweede Kamer en van de socialisti
sche vakvereenigingsmannen buiten
de Kamer tegen de wet op' het Ar
beidscontract'van 1907, die naar het
eenparig getuigenis van alle bevoeg
den zulk een krachtig stuk maatschap-
pejijken -vooruitgang bevat?
Hoe dan te verklaren de vijandige
houding, jaren achtereen door het
socialisme aangenomen, tegen het col
lectief arbeidscontract, welks sociale
beleckenis thans algemeen wordt gee
roernld
Hoe dan te verklaren de halsstarrige
weigering der sociaal-democraten ouv
steun te verleenen aan Talma's wieil-
ten, op wier verwezenlijking duizen
den arbeiders wachtten?
Hoe dan te verklaren de vijand
schap, die hel socialisme tegen de
coöperatie bezielde?
Ilop na Id it alles nog te verklaren
Mr. Troelslra's woord: „alle hervor
mingen van ons"?: Mr. Tro-elstra
heeft zich vergist.
(Rotterdammer.
Oom Krisjan.
Een inz'ender in De Ploeg, het te
Antwerpen verschijnende weekblad, dat de
belangen van den Dietschen taalstam en
van het Vlaamsche volk, onze Zuid-Neder-
landsche broeders, en van Zuid-Afrika be
pleit, schrijft onder den indruk' van een
te Utrecht gehoorde rede van ds. (welhaast
dr.) Van Broekhuizen uit Zuid-Afrika op
17 dezer onder meer:
Voor ons stond de spreker, dominéé
Van Broekhuizen, forsch en lenig, levendig
van gebaar en oogopslag. Grijzend reeds
niemand Zou 't verwonderen, als hij
zijne zijdeachtige ooren trok, dat het de
ergste Junistorm was, dien hij zich kon
herinneren. Daardoor hoorde hij misschien
niet dat de voordeur geopend fen met een
harden slag dichtgeslagen werd tegen den
gierenden wind, die met geweld wilde
binnendringen, en het licht in de vestibule
uitblies en Sally den regen in 't gezicht
joeg.
Binnen kwam Miss Helena. Haar gelaat
stroomde van den regen en de donkere
oogen staarden zonderling strak.
„Zeg Miss Louisé niet dat ik hier ben,"
Zeide zij. „Waar is mijn oom? Ik moet hem
spreken."
Sally 'kon slechts sprakeloos naar de
deux van de boekerij wijzen. Snel ging
Helena daarheen. Zij scheen een oogenblik
te aarzelen voordat zij binnentrad, en
toen opende zij de deur, deed die achter
zich dicht, en stond er zwijgend vóór!
Dr. Howe zag kalm op, niet anders
denkende of het zou Sally zijn; maar toen
op eenmaal Helena voor hem stond, week
de kleur een oogenblik uit zijn gelaat,
van schrik. „Helena-'" riep hij, overeind
springende, „wat is er gebeurd? Wat ben
je nat!"
„Ik ben teruggekomen," antwoordde zij,
elk woord uitsprekende met die eigenaar
dige langzaamheid, welke men opmerkt bij
zeer zware zieken, die beproeven zichzelve
te hooren spreken.
't verslag hoorde van de zware omstan
digheden, waardoor ook dezte held zich
heeft moeten heen slaan. In zijn houding
en gestalte herkent men echter onmid
dellijk den onbuigzamen, den nooit te
breken wil. In zijn stem klinkt soms drei
gend het geluid van den donder, terwijl zijn
Oogen vuur schieten: als hij spreekt over
de gedragingen van hen die de eer en de
vrijheid van zijn volk belagen. In elke zin
trilt de vereering van een groot hart voor
de prachtige mannen, die het kleine Afri-
kaansche volk heeft voortgebracht. Het
is alsof men (zie in dien eenen man verper
soonlijkt ziet: Kristiaan de Wet, Kristiaan
Beyens, Koos de la Key, president Steyn,
Paul Kruger, Danie Theron, Jopie Fourie
het is als 'n visioen van het Afrikaan-
sche volk: met zijn sterk sprekende deug
den, gegrond op een onverwoestbare, ber
gen verzettende vroomheid.
Daar leeft de trouw, de vriendschap tot
in den dood, de liefde voor eigen volk, ge
paard met ontembaren vrijheidszin. Het
was eenige jaren voor den Oorlog, dat
Oom Kristiaan te Bloemfontein wilde pro
testeeren tegen de verwijdering van gene
raal Hertzog uit 't ministerie Botha. Hij
kon geen zaal krijgen sprak toen zijn
menschen toe vanaf 'n mesthoop, buiten
ergens. Hij ving aan met de sprekende
woorden: „Liever op een mesthoop_ te
midden van mijn volk, dan in de paleizen
der anderen."
Treffend is de voorgeschiedenis van den
Z.g. opstand van 1914. Wie eenmaal ds.
Van Broekhuizen heeft gehoord, weet dat
er van opstand geen sprake is geweest.
Beyens wilde Zijn eed van trouw niet
breken aan de Rritsche regeering; hij
en De Wet wilden bovendien geen. strijd
van Afrikaners tegen" Afrikaners, doch
en hier richtte spreker1 Zich in zijn volle
lengte op „als er van opstand sprake
was geweest, dan had de wereld wat
anders gezien. Wij wilden niet rebelleeren,
wij wilden protesteeren tegen het optreden
van onze regeering, die ons dwingen wilde
te vechten tegen een volk, dat ons geen
kwaad had gedaan, die ons wilde dwingen
de Engelsche uniform aan te trekken: 14
jaar nadat men 26.000 van onze vrouwen
en kinderen in de concentratiekampen had
laten omkomen, ons land had plat getrapt".
De eerste schoten vielen niet van den.
kant der „opstandelingen", maar van de
zijde der regeering, die Beyers liet ach
tervolgen omdat hij bedankt had als
kommandant-generaal dei' Unie, daar hij
niet tegen Duitsch Zuidwest Afrika wilde
optrekken. Ook toen verbood Beyers zijn
mannen om terug te vuren. Hij trok tel
kens terug. Veertig dagen werd hij ver
volgd, gejaagd als 'n stuk wild. Tot hij
eindelijk lafhartig in den dood werd ge
dreven.
In dien zelfden tijd trok de Wet aan het
hoofd van eenige duizenden door den Vrij
staat. Hij wilde met zijne mannen trekken
naar de grens van Duitsch Zuidwest, hen
verder vrij laten gaan, doch zelf volstaan
met te weigeren om aan het strijdbevel
der regeering te voldoen. Er'gens stiet hij
op eenige honderden dei' tegenpartij. Hij
eischte van die kleine minderheid de-over
gave. Zij voldeden hieraan niet, doch scho
ten. Danie de Wet, de jongste zoon van
'den generaal, 20 jaar oud, viel dood naast
zijn vader neer. Toen werd het Oom Kris
tiaan te machtig. Hij liet stormen, on
middellijk en nam den vijand gevangen.
Het was de eenige maal dat hij in den
„opstand" geschoten heeft.
Zelf hield hij de lijkrede voor zijn zoon,
met een kalmte die de omstanders ver-
Hij legde zijne hand op haar schouder,
en hielp haar haar mantel afleggen. „Je
'bent doornat. Ben je in een open rijtuig
gekomen? Maar waarom ben je hier? Heb
je den trein gemist?"
Zelfs terwijl hij dit zeide, en nog voordat
zij het hoofd schudde, wist hij dat zij tegen
den middag terug geweest zou zijn, als
zij den trein gemist had.
Max was naar haar toe gekomen, snuf
felde wantrouwend aan haar rok, en toen
wreef hij zijn kop tegen hare knieën en
trekte Zijn hals uit, om gestreeld te worden.
Zij liet hare hand een oogenblik op Zijn
kop rusten, beproefde toen haai' mantel
af te leggen en haar hoed van haar drui
pend haar te nemen. Zij deed geen poging
om den regen van haar gelaat te vegen,
en Dr. Howe trachtte dit met zijn grooten
zakdoek voor haar te doen.
„Wat is er gebeurd, mijne lieve?" vroeg
de predikant zenuwachtig. „Is Ward iets
overkomen? Zeg het mij, mft'n kind; je
bedroeft me door je stilzwijgen."
„Ik ben teruggekomen," antwoordde zij
langzaam, met een afgetrokken blik naar
Max ziende, die stil hare hand likte. „Ik
heb een brief van John gehad. Daarom
ben ik teruggekomen. Ik ben zeer ver
moeid. Ik ben, geloof ik, van Mercer
te voet gekomen; ik herinner 't mij niet
recht. Roep, als 't u belieft, niemand,
oom."
Ook voor kinderen
zijn Foster's Maagpülen het ideale laxeer
middel, gemakkelijk in te nemen en aange
naam van smaak. Prijs f0.65 per flacon,
alom verkrijgbaar. 5
baasde. Hij zeide met berusling ook dit
offer aan zijn volk te willen brengen.
Door laffe verklikkerij van menschen,
waai' hij onderdak had gezocht met 'n
kleine groep getrouwen, valt hij tenslotte
in handen van zijn vervolgers en wordt
opgesloten in de gevangenis te Johannes
burg. Daar hebben zij elk een cel met
een mat en kussen, gevuld met gras. De
lengte der ruimte is zoodanig, dat zij,
liggende, met het hoofd en voeten tegelijk
de wanden raken: Zetten zij de ellebogen
luit, dan vinden zij weer den muur; staan
jple, dan raken ze met de hand de zoldering.
In die ruimte moesten zij verblijven zonder
kranten of boeken, met voedsel beneden
peil en dat eerst later vervangen mocht
worden door eigen voedsel. In de gevan
genis is de gezondheid van De 'Wet ge
knakt.
Zelfs het Zingen was in de gevangenis
verboden. Maar eiken middag om 5 om
klonk, dreunend door 't heele gebouw, een
psalm door oom Krisjan aangeheven.
„Als ik dat hoorde", aldus dominéé Van
Broekhuizen, „dan dacht ik: Hulle kry die
oü baas nooit nie dood nie".
Wat ik in deZen avond vooral buiten
mate sterk gevoeld heb, was dat de Afri
kaners hun kracht, naast hun geestelijke
grootheid, vooral danken aan nooit ont
brekende, voor geen gevaren terugdein
zende daadvaardigheid. Dit alles in 't bij
zonder verpersoonlijkt in de figuur van
De Wet, dien wij door de levendige be
schrijving van dominéé Van Broekhuizen
als voor onze oogen zagen. De sprekende
kop met de zware beslissende kin, de be
sliste houding en vastberaden stap: allies
kenmerkte voor wie hem ontmoette, reeds
bij den eersten oogopslag den man die van
geen wijken noch aarzelen wist.
Ik heb van mijn leven nogal wat ge
schreven, gedacht en gesproken over nati
onalisme, ik heb er misschien ook wel
voor gedaan wat ik voor mij in ons rus
tige Holland kon doen.
Maai- uit die stoere sfeer van de daad
was 't mij als hoorde ik een stem uit
'n andere wereld: „Zie, zoo behoort het
te Zijn"Het is zeer moeilijk om in dit
zioo beschaafde en moderne Europa te
handelen, ziooals men dat doet in het
onbegrensde, vrije Afrikaansche veld, met
het onmiddellijk besluitvaardige Afrikaan
sche volk. Toch is 't dat waarnaar wij
moeten streven. Nationalisme is best, maar
dan een nationalism® van de daad, zoo
als in Zuid-Afrika. Wij, Hollanders, heb
ben dat brood- en broodnoodig. Ook gij;
Vlaamsche vrienden-'
Een vorstelijk huwelijk.
Gisteren is dan het huwelijk voltrokken
tusscben de Engelsche koningsdochter,
prinses Mary en den graaf de Lascelles-
Er was voor deze huwelijksvoltrekking
geweldige' belangstelling. Reeds Maandag
avond stelden zich belangstellenden in de
(straten, waar de stoet zou .passeeren, op
en gistermorgen zes uur waren de beste
plaatsen reeds overal bezet. Toen de stofet
Hoewel ziij zoo wild en verward sprak,
was dat toch niet de taal van eene ijlende
vrouw, zooals hij gedacht had. „Beproef
mij dan teizeggen wat dat alles beteekent,"
Zeide hij; „of, wacht ik zal eerst een
glas wijn voor u halen."
Hij schoffelde op zijne pantoffels naar
de eetkamer, en kwam terug met een
wijnglas en de kleine dikbuikige karaf
met het zilveren kettinkje om haar hals.
Hij schonk het glas vol en hield het aan
hare lippen.
„Dank u, oom Archie," zeide zij. „Nu
moet ik naar boven. Ik ben zoo vermoeid."
„Maai-, kindlief," bracht hij hiertegen
in, „je moet me eerst Zeggen wat dit
alles beteekent."
„Ik zal het u zeggen," begon zij, „maar
er is niet veel te zeggen. John heeft
mij geschreven dat ik niet in Lockhaven
terug moet komen. Ik zal mijn man nooit
wederzien, oom Archie," liet zij er op
hartroerenden toon op volgen.
„Waarom waarom waarom?" riep
Dr. Howe. „Wat beteekent dat alles? Ward
Zegt dat mijne nicht niet bij haar man
terug moet komenO, kom, kom!"
„Behoeft er van avond nog meer gezegd
te worden?" vroeg zij. „Ik ik kan niet
spreken."
(Wordt vervelgd.)