>o
Dinsdag SI Februari 193*1
36e Jaargang
Buitenland.
FEUILLETONS.
John Ward en zjjne Vrouw
Drukkers-Exploitanten
OOSTERBAAN LE C01NTRE GOES
Bureaux: Lange Vcrststraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie na. 58
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHU1J, L. Burg. Tel. no. 25Ö
Ve Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG
Abonnemeintsprljs
Per 3 maanden, franco per post, f 3.
Losse nummers
f ff. 05
Prijs der Advertsntien:
14 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct
Bij abonnement belangrijke korting.
EEN WAARSCHUWING TEGEN
ZELFBEDROG.
Tn tien laatstee tijd wordt van sociaal
democratische zijde, in Pers en Kamers,
zeer hoog opgegeven van de solidariteit
tier internationale arbeidersbeweging, o.m.
ter voorkóming van oorlogen.
Bij de behandeling van het dienstplicht-
ontwerp in de Eerste, Kamer heeft me
vrouw Pothuis, lid dier Kamer, het ont
werp bestreden, onder anderen met verwij
zing naar het Internationaal Vakverbond
tt.V.V.) met. zijn 24 miljoen arbeiders,
en geprofeteerd, dat deze gezamenlijke
menschen den oorlog zullen voorkomen.
Deze profetie grondde' zij o.u. op een be
sluit, daartoe op het Congres te Londen
in 1920 genomen, op 't -plaatselijk optre
den van transportarbeiders, en op 't, eerst
in April a.s., te Rome te houden inter
nationaal congres, dat, nota be nu blij
kens een interview (gesprek) met
één man, tot propaganda tegen het militai
risme zal besloten worden!
Welk een naïef geloof spreekt uit deze
woorden. Een vrouwenhand, althans in d©
S. D. A. P., en vooral wanneer 'top
„ontwapenen" aankomt, schijnt, evenals
de bekende kinderhand, gauw gevuld te
zijn. Wat te meer opvalt, nu men toch
weet dat althans in 1914 dit internationa
lisme heeft gefaald.
Bovendien vergete men niet, dat.er ook
In de S. D. A. P. nuchtere menschen
zijn, die op dat internationaal tegenhouden
van een oorlog minder gerust zijn.
De heer Troelstra noemde de houding
der S. D. A. P. „een daad van vredea-
behoud", en «nobilisieeren noodzakelijk,
„niet om in den oorlog te gaan, maar om
builen den oorlog te blijven". En de heer
•Vliegen zei „als ik geloofde in de misluk
king van den Volkenbond, zou ik evenmin
Jn de mogelijkheid van ontwapening geloo-
ven."
Maar in nog veel positiever zin schreef
tie heer Loopuijt Hij waarschuwt te
gen dat speculeeren op de 'brute
macht van de ongeschoolde arbeiders, hij'
noemt de profetieën omtrent dat tegen
houden van den oorlog door dit interna
tionaal gezelschap „massa-zielkundige
dwalingen". Hij constateert, dat zoowel in
als na den oorlog „de psychologie van
de massa een veel sterkere macht is ge-
hlekeii dan de leiders en zelfs dan hun
beste theorieën1'. Met andere woorden: de
leiders kunnen het met hun theorieën
nóg zoo goed meenen, zij zijn het niet die
de massa in de hand hebben. De heer
Loopuit ziet het gevaar: „Het: „ik 'ben hun
leider, derhalve moet ik hen volgen", het
gevaar van alle massabewegingen van on
geschoolden, is in de laatste jaren nóch'
denkbeeldig, nóch een uitvindsel van de
genen, die van huis-uit een afkeer had
den voor iedere massale beweging, van
rvveiken aard ook, en lwaï' daarom altoos
'hebben pogen verdacht te maken.
Daarom schrijft hij:
Wij zullen tot bezinning moeten komen
en ons voor het karakter van de econo
mische verschijnselen niet heel lang meer
achter massapsycbologisehe dwalingen
kunnen blijven verschuilen. Het zal trou
wens toch ook niet veel baten, omdat
de Nemesis der harde, misschien is het
beter te zeggengruwelijke werkelijkheid,
toch achterhaalt die, zij het dan ook gie-
truimen tijd en uit de meest verklaarbare
■oorzaken zich voor haar hebben pogen
te verstoppen.
Er zijn tal van revolutionaire illusies, die
deze schrijver, de heer Loopuijt, wel niet
noemt, doch die wij niettemin rekenen on
der dezulke, waartegen de goede verstaan-
Naar het Engelsch van
MARGARETHA DELAND.
93)
Giffords gelaat werd langzamerhand
rood en hij sprak met meer bedaardheid
dan gewoonlijk: „Laat ik u niet langer
ophouden, als ge wilt roo'ken. Ik dank u
zeer voor de bezorging van het pakje.'-'
„Tot uw dienst," zeide Dick. „Ja, ik
zal nu maar heengaan. Ik neem meteen af
scheid van u, mijnheer Woodhouse. Ik zie
u zeker niet weer, voordat ik heenga?
.En ik weet niet, wanneer ik in Ashurst
terugkom
Gifford schrikte. „Ga nog een oogen-
blik zitten," sprak hij, Dicks hand af
werende. „Ge Zult Ashurst toch niet voor
lang verlaten?"
„Voor lang?" aeide de ander lachend.
„Dat kan wel zijn. Ik denk de volgende
maand buitenslands te gaan."
Gifford gevoelde eene zonderlinge aan
drift om hem met zijne sterke handen bij
■de keel te grijpen en zoo doo'r elkaar te
schudden dat de lust tot lachen hem wel
der in de S.D.A.P. zich gewaarschuwd kan
achten.
Men hoort bijvoorbeeld in sociaal-démo-
cratische kringen van „weigering om het
kapitalisme te helpen opbouwen"; „over
neming van de productie door de arbei
ders" als „eenige voorwaarde tot weder
opbouw van het economische leven".
Welnu, tegen al dergelijke theorieën
waarschuwt de heer Loopuijt.
Het zal hard noodig wezen dat wij doen
wat bijv. Marx en Engels omstreeks 1850
deden, namelijk zich onttrekken aan een
valsche revolutionaire illusie, die, ware
zij toen volgehouden, tot niets anders had
geleid dan tot hun eigen politieleen onder
gang. Wij hebben de ekonomische verhou
dingen weder te gaan bestudeeren, ons
naar de ekonomische feiten toe te wenden,
hun beteekenis te leeren kénnen, en de
gevolgtrekkingen daaruit te maken die zij
opleveren, hetzij die aangenaam zijn of
niet.
Zonder twijfel z;ijn die verhoudingen
zéér onaangenaam. Een bekend Ameri-
kaansche* financier, Paul M. Warburg-,
heeft nog maar kort geleden in een groot
Duitsch blad de ekonomische situatie van
'Europa aldus geleekend, dat dit ons we
relddeel gelijk was aan een „gezonken
schip", dat onmogelijk met ander er hulp
meer was vlot te krijgen, met name niet
door de hulp van Amerika.
'Dit beeld is niet te pessimistisch; ieder
een die de belangrijkste ekonomische lite
ratuur van den dag pleegt te volgen,
weet dit wel. Maar zoo ellendig als het
er met Europa uitziet en de ware
toestand is in weerwil van zekeren schijn
Zoo somber als het kan zoo erg is het
ook, kan men zeggen, over nagenoeg de
geheele wereld gesteld. Op de inflatie
periode volgt thans een periode van pro-
duktie-krisis, zóó erg dat zij, als de tee
kenen niet bedriegen, in de gansche mo
derne geschiedenis haar weerga niet zal
vinden.
E.en produktie-kfisis uit armoede, uit ge
brek aan koopkracht, bij een ontzettend
gestegen behoefte aan allerhande voor het
leven noodzakelijke waren; een toestand
die in de gansche moderne ekonomische
geschiedenis hierom ook haar weerga niet
heeft, wijl zij dreigt millioenen moderne
proletariërs in het pauperisme te zullen
sleuren, met aan den anderen kant aan de
zoogenaamde tegenpool, evenzeer een rela
tieve, misschien zelfs absolute verminde
ring van productieve mogelijkheden. Het
kapitalisme als verarmingsverschijnsel, in
een phase, waarin wij het tot nog toe
niet hebben gekend.
Waar de zaken zoo staan wordt het
perspektief voor een zoogenaamde over
neming van de produktie door het pro
letariaat nu nog minder aanlokkelijk dan
een paar jaar geleden.
Dé theorie, dat het proletariaat weigert
om „het kapitalisme te helpen opbouwen",
voor een anderhalf jaar nog vrij algemeen
geoord en erg populair, was m.i. altoos
te 'beschouwen als een uiting van die psy
chologische dwaling, waarvoor men moge
lijk een boekdeel zou noodig hebben om
haar volledig te verklaren.
Het wordt hóóg tijd, dat het proletariaat
den aard van de ekonomische verschijn
selen anders gaat inzien. Deze theorie,
«aoor zij er althans een was, heeft voor haar
deel er toe medegewerkt, den toestand
buitengemeen te verslechteren. Tn zulk een
psychose (valsche bezieling) kan de huidige
wereld, Europa althans zeker, ekonomisch
ten onder gaan, terwijl dan in dien
'zondvloed tegelijk ook de toe
komst van het socialisme wordt
verzwolgen.
verging. Maar in plaats daarvan, sloeg
hij de armen over elkaar en stond hem,
zwijgend aan te zien.
Dick was weer gaan zitten „en 'draaide
zijne natte parapluie bij dien knop rond.
„Ja," zeide hij, ,,'t is een lang vaarwel
aan Ashurst."
„Mijnheer Forsythe," sprak Gifford, met
een zweem van toorn in zijne stern, die
zelfs een meer onverschillig oor dan dat
van Dick niet had kunnen ontsnappen,
„mag ik vragen of Dr. Howe van uwe
plannen weet?"
Dick 'zag op, en zijn zooeven nog glim
lachend gelaat werd plotseling bewolkt.
„Ik weet niet waarmee ik die belangstel
ling van uw kant verdiend heb, mijnheer
Woodhouse; maar nu gij het vraagt, heb
ik er niets tegen te zeggen dat Dir. Howe
met mijne zaken niets te maken heeft. Ik
weet niet of hij van mijne plannen weet,
■en nog minder 'kan het are schelen."
.Hij stond op, greep zijne natte parapluie
in 't midden, en zag Gifford uitdagend aan.
Het was zonderling dat hij uit die enkele
vraag zoo terstond begreep dat zijn gedrag
lakenswaardig werd gevonden.
Gifford beigpn op dien langizlamen, af
gemeten toon te spreken, die bewees hoe
hij elk zijner woorden overwoog. „Hij'
moge met uwe zaken niets te maken heb-
sanatocen
Zenuwen en Lichaam
luim•fg&rorr;
Uitaten veAveeg A door iet
1 de krachten te doen toeneni^
De bedreiging, waaronder de naaste eko
nomische toekomst zich ontwikkelt, zal
aan allerlei oude revolutionaire wanhoops
uitingen nieuw voedsel geven, terwijl voor
de wereld juist niets z:oo erg zal kunnen
zijn dan een nieuwe revolutié.
Mij dunkt dat dit duidelijk gezegd moet
worden, niet versluierd door misverstan
den en kasuïstieke (kunstgreepachtige) uit
leggingen over de demokratie. Uit een
oogpunt van de toekomst is het morrelen,
aan de demokratie op zich zlelf al erg
genoeg, maar dit is hier nu niet eens de
hoofdzaak. Uit een oogpunt van opbouw, is
de theorie van het niet-'weder-opbouwen
van het ekonomische leven de vrucht van
een Bolsjewistische maatschappij-leer, die
spot met de huidige en de toekomstige
levensvoorwaarden van een proletariaat,
dat nog niet tot het peil van den Rwssi-
schen moesjik is gezonken en dit ook niet
zal willen.
Van deze lange, lezenswaardige rede
is derhalve de lcorte zin: denkt niet dat
eenige revolutie u, o sociaal democraten,
heicl «al brengen; Iaat ïi niet beet nemen.
Maar 't is tegelijk een dementi op 't ge
drag yan hun leider, mr. Troelstra, in
1918.
(Inflatie kan 't best vertaald worden
dioor volproppen. Kon beeld aan het men-
Iche'lijk liphaam ontleend.)
De vrijheid.
Dat 'de vrijzinnigen van oinds, ook
toen zij nog liberalen heetten, nooit
de partij1' der vrijheid zijn geweest,
behoeft geen betoog.
Dit sta voorop voor elk, die leest,
dal de vrijheid inzonderheid hij: de
partijen van links, die uit de libérale
pariii zijn voortgekomten, zou berusten.
De vrijzinnig democraten hebben
Zondag- een staaltje gegeven van de
wijze, waarop zij zich 'die vrijheid van
hét woord, denken.
In tie viifzui veringsvergadering;
waar de elite uit 'hun bond bij'eeïi
was, werden sprekers, die niét 'mlet
de meerderheid meegingen, 'mfeerm'a-
len in '(spreken bemoeilijkt. Van één
der sprekers, dhr Lulofs uit Utrecht,
staat zelfs in het verslag (Courant
20 Febr.), dal onder zijn spreken
„een ware hel" losbrak en mén „hém
niet wenschte te laten uitspreken"
en dat zelfs, to.en hij verdedigjdie dat
men ook buiten het partijverband) vrij
zinnig ideim'oiciraal kan blijven - iets
wat toch vanzelf spreken moest, die
hel opnieuw losbrak, en Mr Marcih'ant,
de leider der 'Kamercilub één club
thans van twee man'hem toe1-
voeg'de: loop' u er dan maar uit.
Ziehier dan nu de vrijheid van het
woord in de praktijk der vrijzinnig
democraten.
Ook in sociaal idem'ocrallisc'he ver
ben," zeide hij, „maar ge kunt toch nau
welijks verwachten dat hij van uwe af
wezigheid geen notitie neemt."
„Ik zie niet in dat mijn komen en gaan
voor D<r. Howe van zooveel gewicht is,"
antwoordde Dick; „en voorzeker heeft hij
(zich nooit zoo met mijne zaken bemoeid dat
hij er mij naar gevraagd heeft."
„Niettemin," hernam Gifford, met
kwaadvoorspellende bedaardheid, „moet hij
toch wel verbaasd zijn over uw vertrek.
Dat uwe zaken 'u nu juist roepen, mijnheer
Forsythe, treft ongelukkig."
„Ik ken mijne eigene zaken het best,"
fsprak de ander, met eene stem, bevend van
toorn, „en ben wel in staat er voor te
zorgen zonder uwe wenken. Ik moet 'u
verzoeken duidelijk te spreken, in plaats
van .toespelingen te maken. Welk recht
heb je te vragen waarom ik Ashurst ver
laat?"
„Geen recht," Zeide Gifford bedaard.
„Waarom kom je er dan niet als een
man voor uit wat je meent?" vroeg Forsy-
sythe, in eene uitbarsting van woede met
■zijne 'Vuist op de tafel staande. „Wat bctee
kent die veT'wensehte onbescheidenheid?
Je durft dus aanmerking maken op mijn
gedrag jegens Louise Howe, niet waai"?
.jij. wijsneus!"
„Zwijg," zeide Gifford tusschen zijne
galderingen h'eefl 'men menigmaal die
hooggeloofde vrijheid gebruikt om aan
niel-welgevalligé opponenten hél spre
ken te beletten'doch dat warén de
sociaal democraten „maar".
Doch nu de vrijzinnig democraten,
kochten deze niét een walt lioogjer
standpunt ingenomen hebben
In ieder geval is '1 bewijs geleverd,
dat ook bijl hen de vrijheid nog niét
veilig is.
Een kettierijtje.
Blijkens het verslag van bovenge
noemde vergadering heeft Mr Mar-
chant de leider 'der vrij'zinnig idemo-
craten, zijn oulden vriend Van Bere-
steij'n verwelen, nooit (e hebben be
sef!, dat een goed v o 1 k s vertegen
woordiger eerst imoet behartigen do
belangen van zijn partij.
Indien Mr Marchanl, 't z,oo gezlegd
beeft, heeft hij een kétterijtje verkon
digd, waarvoor hij', ware een zijner
geestelijke voorvaders, b.v. Th'orbêcfce
of Buijs voorzitter der vergadering ge
weest, zeker lot 1de orde zlou zijn
geroepen.
Een voilksvertegenwoordiger, a,Her-
eerst dienende 't belang der partij',
dat is een contradictio, een Legienstel-
ling, in terminis, 'dat wil zeggen: die
er niet mee 'door kan.
Stadsbestuurders als dranksmokkelaars.
Te Newport (Kentucky) zijn bijna
alle burgerlijke ambtenaren in arrest
gesteld wegéns het vervaardigen en
verknopen van likeuren.
De burgemeester, het hoofd der po
litie en andere heerén van het giiide
der clandestine likeurstokers werdén
allen gevangen genomen, nadat de
openbare gebouwen 'door troepten om1-
singeld waren.
De militairen oefenen voortdurend
toezicht uit en hebben heel wat ge
heime disLilleerderijlen ontdekt en dui
zenden liters whisky in beslag geno'-
n ven.
Poincaré leert Russisch.
In het Palais-Bourbon, zoo ver
haal!. een Parijsch blad, zitten jour
nalisten en afgevaardigden familiaar
le keuvelen.
Natuurlijk komt liet gesprek ook op
bel voor journalisten zoo boeiende
onderwerp Genua.
Op dat oiogenblik kotat Poinciaré
binnen. Een journalist trekt hem' in
bet voorbijgaan aan z'n jas in
figuurlijken' zin natuurlijk.
Poincaré slaat stil en van die ge
legenheid maakt een socialistisch, par
lementslid gebruik om hem' te vra
gen: „Wa,aroim wilt u, toclh niet dade
lijk naar Genua?"
Poincaré denkt met een hoogst ern
stig gezicht na.
„Waarom? Nu, laait ik h'et u zeg
gen. Met Loyd George kan ik wel
een beetje Engelsch spreken en ben
dus niet zoo' zeer in de minderheid.
Maar met de Sovjet-gedelegeerden? Ik
ben 'dus maar Russisch gaan leeren."
De president verwijdert zich met
een uitdrukking van ironie op het
gelaat.
Bomaanslagen.
Gisternacht ontplofte er een bom
tanden. „Een fatsoenlijk man haalt er
den naam van eene vtouw niet in als hij
twist heeft. Ge vergeet uzeiven. 'tls niet
noodig er verder over te spreken. Ik
heb niets meer te zeggen."
„Maar ik heb nog meer te zeggen. Wie
ig:al je heit recht mij er over te spreken?
Het meisje zelve? Dan moet ze wel heel
naar zijn, als zie jou tot haar bode kiest!"
'Gifford gaf geen antwoord: een oogen-
blik was het doodstil in de donkere kamer,
behalve het kletteren van den regen op het
klimop bij het venster.
„Of, misschien," ging de ander voort,
met een honenden grimlach, „wil je haar
zelf gaan troosten? Welnu, 't is je
gegund."
Gifford hield ziijne handen geklemd aan
den rug van den stoel, die voor hem stond.
„Mijnheer," zeide hij, „deze plaats be
schermt u, en dat weet gij!"
Maar Dick Forsythe was buiten zich-
zelven van woede. Hij lachte beleedigend.
„Ik zial je niet tegenhouden. Je wilt zeker
vanavond nog; wel naai* dei pastorie gaan.
Maar ik vrees, hoewel ik zoo verplichtend
ben Ashurst te verlaten, dat je geen "I
Hij eindigde den volzin niet. De hand van
Gifford Woodhouse had hem als eene
schroef bij den kraag vast. "Woorden wer
den er niet gebruikt. Dicks tegensparte-
bii'i ilen winkel van een antiquair te
Livorno. De winkel werd beschadigd.
Een andere bom stond op bel punt
■te ontploffen, toen gelukkig de lont
uitdoofde.
Deze aanslagen, welke aan politieke
motieven worden toegeschreven, lok-
ilen repressailles uit. In den morgen
werden twee bommen, waarvan er
één ontplofte, tegen een winkel gé-
worpen.
Landru.
Nu het hoioger beroep van Landru
verworpen is, najdert het oogcnblik,
waarop definitief over zijn lot zal
beslist worden. Binnenkort zal de
president der republiek zi-clh over hte't
verzoek om gratie van den Ier dood
veroordeelde moeten uitspreken. In-
tussc'hen vraagt de Fransche pers zich
af, or zich voor dien geen min of
meer sensationeel© •onthullingen zul
len voordoen. Zoo beeft de Mora
Giafferie, de verdediger van den bet-
sohuldigde, een brief ontvangen, iff
welke gezegd wordt, dat een ziekere
Forget uit Montreal in Canada u,it
goede bron zou vernomien 'hebben, dat
Mevr. Héon, een der verdwenen slacht
offers van Landru, enkele maanden
geleden op het kerkhof van de Cöte
des Neiges zou begraven zijn. De ad
vocaat van 'den sire Gam'bais heeft
dezen brief onmiddellijk aan den pro
cureur-generaal idoen 'toekomen. In
rechterlijke kringen is mien ecjhllter van.
meening, dat deze brief geien motief
is, om een nieuw onderzoek in te stel
len, te meer, waar d;e brief zélfs niet
ondierteekend is. Nochtans zal aan 'den
Franschen consul te- Montreal opL
drarhl worden gegeven, Ide identiteit
van Forge! vast te stellen en deizie'n
te verzoeken, de hem toegeschreven
bewering schriftelijk te Bevestigen.:
Een nader onderzoek naar !de waar
heid. van hel beweerde feit zou dan
gemakkelijk ingesteld' kunnen worden..
Korte berichten.
Door de Engelsche coalitiepartijen
was voor Zaterdag een groote propaganda-
meeting op het Trafalgar'square op touw
gezet. De opkomst was echter zóó gering,
dat de zaak werd afgelast. Blijkbaar gaat
men liever naar1 een voetbalwedstrijd. D©
politieke malaise .schijnt dus ook al in
ternationaal te zijn!
Evenals het Amsterdamsche zal ook
het Berlijnsch panopticum, dat 50 jaar
bestaan heeft, verdwijnen. De heele boel
is verkocht.
In de T'aufers-bergen in ItaliaanscK
Tyrol werd een Italiaansche patrouille vlak
bij de Zwitsersche grens door een bende
Zwitsersche smokkelaars in een hinderlaag
gelokt. Na een hevig gevecht werd een
Italiaansche grenswacht gedood en een
ander zwaar gewond.
Na een reis rond de wereld van 50
duizend mijlen, welke 8 maanden geduurd
heeft, is lord Northcliffe Zaterdag te Mar
seille geland.
De Fransche senaat heeft thans het
wetsontwerp [goedgekeurd, waarbij 't aan
tal Kamerleden in Frankrijk van 626 tot
op 530 w.ordt" teruggebracht.
Zonbagmiddiag .zijn veertien menschen'
die vischten in een van zeilen voorziene
motorboot, bij Falsebay door storm over
vallen. De boot sloeg om, waardoor allen
verdronken. Vier lijken zijn tot nu toe
hij de kust aangespoeld.
D© stakende slagersgezellen in Enge
land hebben genoegen genomen met een
lingen waren zoo vruchteloos als het slaan
tegen eene rots; hoe hij Zich ook te weer
stelde, hij kon die hand niet van zich af
schudden. Gifford schoof hem en droeg
hem half de deur uit, en een oogenblik
later was Dick Forsythe als een bijtende
hond in de modder van Denners tuin ge
smeten.
Hij krabbelde overeind, en zag Gifford
in de deur staan, alsof hij hem eene kana
tot wraakneming aanbood.
„Kwajongen", riep hij woedend. „Dat
[aal ik je betaald Zetten! Ik ik 'Hij.
stikte bijna van woede en schudde zijn
vuist tegen die onbeweeglijke gedaante
op de stoep. En al vloekende en razende,
verdween hij in de duisternis.
Gifford zag hem na» deed de deur dicht
en ging naar Denners boekerij terug.
Zijne ademhaling was gejaagd, maar zijn
hart gloeide niet van een gevoel van zege
praal. „Ik ben een gek .geweest," zeide
hij „ik ben een gek geweest. Ik heb
het nog erger voor haar gemaakt. Die
hond!"
Maar niettemin gevoelde hij eene hei
melijke vreugde. „Hij bemint haar niet,"
dacht hij, „en zip Zal hem vergeten."
(Wordt vervolgd.)