i) onder dn g 9 Februari 19$% Bnitenland. 11% 3Öe Jaargang FEUILLETON. Jöim Ward en zijne Vrouw Drukkers-Exploitanten ©OSTERBAAN LE CÖINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. II; Administratie no. 58 Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 BERICHT AAN ONZE ADVERTEERDERS. Tc rekenen vanaf I Januari j.l. zal door ons over de advertentiegeldein MAANDELIJKS worden gedisponeerd. De Administratie. OM DE EERE GODS III (Slot) "Van de hand van Mr. C. P. J. Gombault, Ambtenaar van het O.M. bij de Kanton gerechten in het Arondissement Middel burg, verscheen ten vorigen jara een werk, getiteld: „Communaal Strafrecht". Een werk, met kennis van zaken ge schreven, van groote verdienste. lOp het gebied van da. praktijk waar geen beginselen in het gedrang komen, kan dan ook deze arbeid aan ons uitnemende dien sten bewijzen. Anders is het, wanneer wij wenschen, dat op het terrein des publieken levens met God gerekend wordt en bepalingen maken, waarbij met deZe wenschen reke ning gehouden wordt. Daarvoor moet men dezen rechtsge leerde niet hebben. Als dat aan de orde is, kan men op zijn feilen tegenstand rekenen. Dan wordt zijne bewijsvoering van ge leerd en gedegen, spitsvondig en ver nuftig. Dan wisselt hij zakelijke beoordeeling in voor spot en hoon. Duister slechts naar hetgeen deze rechts geleerde bij de gratie Gods op pag. 125 en volg. .zegt: „Al meer en meer vinden verschillende gemeentebesturen zich geroepen om als zedemeester op te treden en dienaangaande verordeningen te maken. Waaraan deze speciale neiging der laatste 'jaren is toe te schrijven, is mij niet bekend, ik kan er slechts naar gissen. Is het, omdat ook de Rijkswetgever in 1911 zich geroepen heeft gevoeld om op zedengebied regelend op te treden en den teugel te dien op zichte strenger wenschte aan te halen dan tot dusverre, met het oog op de ov©r- heerschende Christelijke politiek en heb ben de gemeentebesturen dit voorbeeld, hun door de hoogere autoriteit gesteld, maar al te gretig willen navolgen? Ik weet het niet, doch ik heb sterke ver moedens. 'Als ik me goed herinner, begon van Zwijndrecht af de victorie van den zede lijkheidsapostel. De Raad dier 'Gemeente was een der eerste gemeentebesturen, die het noodig achtte een ope nbaar vloek- verbod uit te vaardigen. Dit goede voorbeeld vond gretige navolging en thans zijn verschillende gemeenten o.a. Huizen en Rilland-Bath zoo gelukkig te beschikken over een dergelijke bepaling, waarop straf fen gesteld worden, die niet malsch zijn, doch zeker in overeenstemming worden beschouwd met de groote zedelijkheids- belangen, die door dergelijke verordenin gen worden beschermd en gesteund." Aldus deze Ambtenaar vanuit de hoogte zijner rechtsgeleerd© zelfbewustheid, waar bij hij zich zoo spottend en kleineerend mogelijk uitlaat over die gemeentebesturen, die voor de eere Gods opkwamen. De diepere gronden van zoodanig pogen zijn hem blijkbaar .geheel vreemd. De natuur lijke mensch verstaat ook niet de dingen, die des geestes Gods zijn, ze zijn hem een raadsel. Zedemeester spelen op voetspoor eener overheerschende Christelijke poli tiek, dat is al. Juister titel van het werk ware dan ook wellicht geweest: Commu- 1 it imm 1Mb i ii i iiMiiininjimiL.,11 Naar het Engelsch van MARGARETHA DELAND. 85) - John Ward was te Zeer onder den in vloed van zijn eigen schuldbesef, om de verandering in den toon van die mannen te gevoelen. Van hunne vroegere oprechte bewondering en ontzag voor hun predikant was niets meer overgebleven. Zoodra zij zijne berispers werden, hielden zij op zijne meerderheid te gevoelen. Afkeuring was macht, en van de kluisters van eerbied bevrijd, werden zij wreed. Maar de stem van zijn geweten maakte hem doof voor al het andere. Hij zat voorovergebogen, de handen samengevouwen, en de- aderen op Zijn voorhoofd opgezwollen en gespan nen; zijne lippen waren wit en op elkander gedrukt. Dean stoud weder op, uu met veel minder verlegenheid. Dat Smith deel aan de verantwoordelijkheid had, was een© groote geruststelling voor hem. ,,'tls juist zooals broeder Smith zegt," sprak hij. „Als zij het alleen was zij alleen, dan zouden wij ons er misschien niet mee bemoeien, hoewel ik niet weet naai strafrecht, bezien vanuit het stand punt der liberale losbandigheid. De vrijheid van het volk om te -vloeken en God aan te randen, wanneer het hem belieft, wordt door den schrijver blijkbaar hooger gesteld dan een openlijk opkomen voor de eere Gods. Let slechts op het drietal wagen, waar mede Mr. G. het nut dezer verordeningen tracht te ontkennen: Kan een dergelijke gemeentelijke straf verordening effect hebben? Kan zij worden nageleefd en uitgevoerd? Is zij rechtsgeldig? Kan zij effect hebben? Een vraag, waarvan de beantwoording door Mr. G. geheel wordt ter zijde ge laten. Trouwens, de Heer G. staat allicht ook te ver buiten de werkingssfeer dier verordeningen, om hieromtrent een oor deel te kunnen vellen. Welnu, deze verordeningen hébben ef-. fect. Een effect, dat niet af te meten is naar het aantal processen-verbaal dat wordt opgemaakt, maar naar de preven tieve werking. En 't mag geconstateerd, dat hierin veel bereikt is. Waar zulk ©ene verordening bestaat, neemt men zich wel degelijk in acht en meer dan eens verna men we, dat bekende vloekers in het open baar er zich wel voor wachten om met den strafrechter in aanraking te komen. De actie, voor eenige jaren in Zeeland in het leven geroepen ter bestrijding van het vloekeuvel, mocht door den Beere "kennelijk 'giezegend worden. En te wen schen is, dat die gemeentebesturen, die tot dusverre achter bleven, hunne roe ping als overheid in dezen mogen ver staan en de publieke lastering van Gods Naam binnen hfanne gemeente mogen weren. Kan zij worden nageleefd en uitgevoerd? Dat vraagt de Heer G., want hij hoort zoo weinig van vervolgingen, ziet U. Als curiositeit vernam hij in de dagbladen van eene veroordeeling voor het Kantongei recht Hilversum. Welnu, deze zelfde vraag stelde een inzender in de Gemeentestem voor eenige jaren. Met dit gevolg, dat terstond zich ■eenige Burgermeesters aanmeldden met de Imededeeling, dat op overtreding dezer' verordening in hunne gemeente al her haaldelijk vevolgd was. Trouwens, ook uit den eisch van den Ambtenaar te Vianen, den eisch van den Officier van Justitie en de uitspraak van de rechtbank te Tiel blijkt, dat moeilijkheid van bewijsvoering en ernstige controle geen hoofdbezwaren Zijn voor eerlijke uit voering van vloekver'boden. t Neen, deze bezwaren wegen dan zwaar en bij hen zwaar, die van het vloekver- bod als zoodanig niet weten willen. Die eigenwaan stellen boven de heiligheid des Heeren. Die, als nietige menschen, zelf zich boven Gods majesteit -stellen, ten einde te verhoede®, dat Hem de eetPe wordt (gtebracht. In zekere gemeente wilde de Ambte naar niet tot vervolging overgaan, omdat de strafmaat hem te zwaar was. Elders werd bij eene overtreding in overweging gegeven, ligver proces-verbaal op te maken wegens dronkenschap. Ta bleau! Liever vervolging wegens dronkenschap, wat niet plaats had, dan wegens vloeken, wat geconstateerd werd. 'Zoo saboteert men het vloekverbod -uit loutere antipathie. Men bazelt van moeilijk te bewijzen, moeilijk te controleeren. of het toch onze plicht niet zou zijn. Maar wij moeten voor de kerk waken. Wij wil len zien of wij deze dwalende zuster to(t besef van haar toestand kunnen brengen, alvorens tot uiterste maatregelen over te gaan. Als zij in een verharden toestand bleef, dan zou het onze plicht zijn beschul digingen en bewijzen bij te .brengen. En dat zouden wij ook doen, gesteund door plichtsgevoel en door de genade Gods." Hier stond Johnson op, eenigszins luid- ruchtig. „Ik wilde maar Zeggen,' 'sprak Johnson, rad en met een hooge stem, „dat ik het met deze vergadering niet eens ben." John zag hem levendig aan. „Ik ben van meening dat zoo iets ner gens toe dient. De tijd is voorbij om ie mand tot geloovigheid te dwingen ja, mijnheer en .het leidt tot niets goeds. Mijn read zou zijn geen opschudding te maken, den vrede niet te verstoren. Ik ben voor rust en vrede boven alles. Late® wij er niets van zeggen. Niets is er wat eene kerk of een gezin meer in de war' stuurt dan twist. Ik weet het: ik ben een getrouwd man. En daarom raad ik, ons maar stil te houden. Gebruik uw invloed op -een bedaarde, zachte manier, maar niet anders. Misschien komt alles nog wel te recht." Hij ging weer zitten en Dean en Smith Maar men zorgt wel, dat het aan het bewijs en de controle niet toe komt. Uit haat tegen den Gezalfde. Want wij willen immers niet; dat deze Koning over ons zij. Daarom, Christenrechters hebben we zoo noodig. Nog altijd is het intellect, ook in onze Rechtbanken, van overwegend liberalen huize. Door het bekende henoemingsgeval te Haarlem is dit vuurtje weer eens op gerakeld en weer ©c-n diepe blik gegund in 't zondenregister van het liberalisme. Ook in onze Rechtbanken hebben we noodig Christenen, die den Naam des Hee ren durven belijden voor de menschen en zich het Evangelie van Jezus Christus niet schamen. Is zij rechtsgeldig? iBij het behandelen dezer quaestie brengt de schrijver alle spitsvondigheid in 't vuur, waarover hij beschikt. Immers, werd hier voor het bewijs geleverd, dan was de zaak gezond, de vloekverordening ter ziele en de gemoedsrust van Mr. G. hersteld. Op uiterst sophistische wijze wordt dan op grond van art. 451 van het Strafwet boek aangetoond, dat de verordening in strijd is* met de wet, waarbij- zelfs een oud vernietigingsbesluit van 1896 moet dienst doen. En dan de juichkreet van het slot: „Is aan de verschillende moderne vloek- verboden der gemeentebesturen éénzelfde lot beschoren? We kunnen slechts afwach ten, doch wij vreezen!" Deze twijfel van de v^ees moge van ,Mr. G. wijken. Het vloekverbod raakte reeds zoozeer de roerselen zijns gemoeds, dat het eene weldaad zal zijn, nu zijn vr©es te kunnen laten varen. (Ei' zijn toch reeds vloekverboden van de laatste jaren met de Kroon in aanraking weest, waarbij de Minister onomwonden verklaarde, voor vernietiging geen termen aanwezig te achten. Integendeel, de Mi nister kon zich volkomen met dit stand punt vereenigen. Deze Ambtenaar - kan dus zijn hoop op strijd met de wet in damp zien opgaan. De bewijsvoering van Mr. G. is nog die des Ministers niet, daarvoor is ze te: gekunsteld. 'tls echter de hooge overheid, die in deze bange tijden nog erkent het belang van een eeren van Gods Majesteit. Eij is Gods dienaresse, en zóó Zijne waardige dienaresse. IZij staat nog voor de eere Gods. 2(j steunt hierin de gemeentebesturen. Gemeentebesturen, kent uwe roeping, aan vaardt dien steun. De kous op den kop. Tot den Vrijheidsbond behooren een aantal knappe mannen. Dat blijkt 't meest klaar, wanneer verkiezingen, in 't zicht zijn. Ook ditmaal. Ieder dier heeren heeft zoo z'n taak. Moet Aalberse 't ontgelden, er zijn mannen, die hem aandurven. Heeft de Visser het verbruid, het wordt hem ingepeperd. Komt Van Dijk vragen om het noodige en mogelijke voor de weer macht: tegenstemmen. Niet alleen tegen stemmen. Niet slechts 'n gezicht zet ten alsof men het grootste gelijk van de wereld heeft, neen ook nog brutaal des kundigen de les liezen. Dat hoort er zoo bij. Een dier heerenJhr. de Muralt, zou in Den Haag' den Majoor Schuurman, van den genieraten staf, eens even inlichten om- trent de roekeiooze bezigheid van Mi nister van Dijk. begonnen met merkbare verontwaardiging over hem te fluisteren. Maar het gelaat van den predikant ver toonde eene uitdrukking van twijfel en droefheid. ,,Neen," Zeide hij eindelijk, met zichtbare inspanning, „wij kunnen eene Zonde niet overwinnen door haar te ver bergen of te vergeten, ©n ik geloof dat gijlieden het welzijn der kerk oprecht ter harte neemt, maar ik geloof niet dat het door u voorgestelde plan ten voordeel© van de kerk of de ziel, waarvan gij spreekt, zal zijn. Hare afwezigheid zou het, in allen gevalle, noodig maken voor het tegenwoordige eiken verderen stap Uit te stellen. Intusschen geloof ik dat de Heere mij wijsheid zal leeren, en genade en vrede Zal schenken aan haar, wier wel zijn het onderwerp uwer gebeden is. Als ik tot een besluit kom, dat gij behoort te weten, zal ik het u meedeelen. Als er verder geen voorstel is, wordt dezie ver gadering verdaagd." De ouderlingen stonden op, en ver wijderden zich in verlegen haast, met uit zondering van Johnson. Zij bogen even met het hoofd en maakten een keelgeluid, dat goeden avond zeggen moest heeten; maar zij waren te beschaamd om John toe te spreken, ofschoon het gelijk toch aan hun zijde was. Doch de liefde had al te zeer in hunne woorden ontbroken. 'f Zou zoovéél geld kosten, geld, dat we niet hebben! De Majoor Schuurman heeft op een openbare debatavond Jhr. de Muralt 1 Ge lijk in het nauw gejaagd. En de Muralt dacht: Ik zal Minister Van Dijk, die toch in zijn soort een han dige baas blijkt te ,zijn, eens voor mijn karretje petten. Ik zal eens inlichtin gen vragen omtrent, een commissie, waarin piijnheer die en die e-n die zitting zullen hebben, want ik ben niet goed ingelicht omtrent de kosten. Die Minister van Oorlog is een goed anti-revolutionair. Hij beseft ten volle welke verantwoor delijke plaats hij bekleedt en welk gezag hem wordt toegekend. Hij begreep ook ten volle niet in de eerste plaats geroepen te zijn Jhr. de Mu ralt uit de moeilijkheden te redden en den liberalen heeren bijstand te verleenten. ■Tbr. De Muralt kreeg de kous op den kop. De minister vertelde in zijn antwoord kort en bondig er niet aan te denken eenige commissie in te stellen, waarvan de samenstelling en werkzaamheid bui ten hem om is bepaald. Overigens blijft de Minister Van Dijk graag bereid, ais tot dusverre, de meest uitgebreide inlichtingen te verschaffen, die een wijze oordeelvorming behoeft. Deborah. Terecht schrijft prof. Fabius in zijn „Studiën en Schetsen": Dat beeft Deborah zeker niet gedacht nog zulk eene rol te zullen spelen in de Nederlandsche politiek van de 20ste eeuw. Voor het optreden van vrouwen in onze Stafm-Gemeraal wordt in anti-re volutionaire kringen soms gewezen op Deborah; en zij, die dit ontreden niet in het algemeen willen verdedigen, ma ken toch wel ééne uitzondering: als er eens eene Deborah onder ons school! Intusschen bedenke men daarbij, dat volgens Richteren 4 het méégaan van Deborah ten strijde eerst plaats had, nadat Barak geweigerd had op te trek ken, indien zij thuis bleef We moeten dus wachten, totdat geene anti revolutio naire candidaten meer bereid zijn naar de Staten-Generaal te gaan, ten ware in gezelschap van een dame. Toch ziet het er voorloopig daarnaar nog weinig uit. Ook moeten we in geen geval eene E r s a t z-Deb-oi'al) hebben. De echte trok met het leger uit. Eene moderne Deborah ,aoU dus wel licht het eerst in aanmerking komen voor ministeresse van Oorlog. Daarom is voor de dames, die mieenen veel op de oude Deborah te gelijken, bovenal geraden bestudeering van die militaire zaken. Als het dan ook met Minister Van Dijk eens niet goed ging, wie weet In dit stukske treden ernst en scherts beurtelings - naar voren. Doch de laatste clausule doet vermoeden dat de oud-hoog leeraar niet ter deputatenvergadering is geweest; want de eenige vrouw, die daar sprak, wees de Deborah-rol, mede namens hare zu stèren, onvoorwaardelijk af. J j inawiBwaigwm wt »x Dwr>i wtwiwomewite Generaal De Wet. In het. artikel, dat. de heer Ph. R. Botha in het „Vad." aan generaal De Slechtséén verstond hierin zijne roeping beter. Het was Johnson. Johnson bleef -nog even om te zeggen: „Sla er maar geen acht op, mijnheer Ward. Ik zou haai' maar mgt zachtheid terecht doeken te brengen; volhard in den gebede en eioo al meer, maar dwing haar niet. Daar zioudt gij maar verdriet van hebben. John wendde zich, smartelijk getroffen, haastig van hem af. Dit was dan zijne eigene ware houding: dit was het dan, waarop zijne voorgewende wijsheid in het laatste jaar was uitgeloopen. Zijne zelf misleiding rees hem voor den geest, en de hemel van dijn geloof werd zwaar be wolkt. Eén voor één kwamen de beschul digingen van dijn ouderlingen hem weder in de gedachten, en hij had er niets tegen in te brengen. Zijn instemmend geweten liet hem totaal weerloos. HOOFDSTUK XXIII. Dien eersten ochtend van Heiena's ont waken te Ashurst was het haar alsof het jaar, dat zij in Lockhaven gewoond had, een droom was geweest. Daar was zij dan weder in hare oude kamer! Wat zag alles er welbekend uit! dat ledikant met witte gordijnen, die kersenhouten toilet tafel, met haar vlekkeloos linnen over trek; wat danste de ochtendzonneschijn met de schaduwen der bladeren op den VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG Abo n n« m entsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f 3.— Losse nummersf B.05 Prijs der Advertentiën: 1—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 of Bij abonnement belangrijks korting. Wel heeft gewijd, trof ons wat hij ver telt van De Wet's diepe verontwaardiging over den voorgen-omen aanval op Dnitsch Zuidwest-Afrika in 1914, waaraan 't Afri- kaanschc volk moest meedoen. „Om. Duits-Suidwes te wil verower" zei hij te Polchefstroom, „is die besoedcling van julle bande.Ons sal gestraf word, as ons land gaan roof". En in de proclamatie van Steenbokfontein sprak hij van „de goddeloze aanval van Duits-Zuidwest, te gen een volk, dat ons nimmer iets kwaads gedaan heeft, maar altijd goedgezind was" en „dat ons volk in de grootste, ellende en ramp zal gedompeld worden en dat Gods vloek ons treffen zal, indien dit besluit, van de Regering ten uitvoer gebracht wordt". Hoe spreekt uit die taal een edele geest! De staking in Zuid-Amerika. De toestand in Johannesburg begint be denkelijk te worden. De onderhandelingen tasschen de petroons en arbeiders zijn afgebroken. De werkgevers eischten zulke Verregaande concessies van den kant der arbeiders, dat zij geweigerd werden. Op roerige demonstraties op verschillende 'punten der stad duren nog steeds voort. De nieuwe Paus. De Times verneemt uit Rome: Op de vraag, waarom kard. Ratti den naam Piua XI koos, antwoordde deze: „Ik ben gebo ren onder Pms, en kwam naar Rome onder Pius. Pius is een naam van vrede. Daarom heb ik den naam Pius gekozen." Doch hoewel Pius XI vredelievend is, is js hij geenszins lafhartig. Men Spreekt met lof over zijn moedig gedrag to War schau tijdens den opmarsch der bolsje wistische legers. To-en alle buitenlandsche gezanten de hoofdstad verlieten, bleef Ratti op zijn post. Hij verklaarde, dat zijn plicht hem .gebood, bij zijn schare geloo- vigen te blijven, ztelfs onder bolsjewisti sche heerschappij. Mond- en klauwzeer in Engeland. Niettegenstaande de- resolute afslach tingsmethode in de besmette districten j,er bestrijding van het mond- en klauwzeei door het ministerie van landbouw gevolgd, •heeft 'Zich de ziekte opnieuw uitgebreid. Thans beeft men 473 besmettingshaarden vastgesteld, terwijl 54 nieuwe gevallen nog in observatie zijn. De Engel sche methode ter bestrijding der zoo gevreesde veeziekte is bekend. Onmiddellijk, wanneer de ziekte epide misch voorkomt, worden de aangetaste beesten met pistoolschoten afgemaakt en daarna direct begraven. De moeilijkheid is echter steeds, wanneer is de ziekte epi demisch en wanneer nog niet. Men be schouwt hier de ziekte als een epidemie, wanneer zij in 't geheele district heerscht, zonder dat de besmettingshaard bekend is of is na te gaan. De warkloozen van Poplar. In het Zuid-Londenscbe voorstadje Pop lar is het Maandagavond weer storm achtig toegegaan, naar de Msb. meldt. Het gemeentelijk armbestuur was langen tijd bijeen geweest om te spreken over de hulpverschaffing1 aan de w-erkloO(Zen. De werkloozen hadden een deputatie gezon den om het armbestuur zoogenaamd in te lichten over den toestand. Tot slotte werd de bijeenkomst zeer rumoerig. Een van de vrouwelijke leden van de weririoozendeputatie merkte op, dat de werkloozen tevergeefs op 't armbe stuur van Poplar hadden gerekend, daar dit niet anders was dan een stootblok tu-s- schen de kapitalistische klasse en de ar- vloer, terwijl de gordijnen van het venster jaan de zuidzijde zacht door de frissche koelte heen en weer bewogen werden en de vogels buiten in de klimrozen fladder den! Tot zelfs de ruiker witte seringen op de tafel, alles was schijnbaar nog- zoo als zij het bijna een jaar geleden had ver laten. Lockhaven en de geloofspunten la gen achter haar #i toch was zij in zeke ren zin eene vreemdelinge in een vreemd land. 1 Het besef van verschil bij vroeger was den vorigen avond bij haar opgekomen, toen Louise haar «joor droefheid en on gerustheid bezwaard hart voor hare nicht had uitgestort (slechts niet de belofte aan mevrouw Forsythe gedaan) zoodra zij al leen waren. Louise voelde geen verschil. Helena was lang afwezig geweest, maar voor haar was zij nog dezelfde Helena, nog even oprecht en hartelijk en lief; misschien hadden hare oogen eene ernstiger uit drukking verkregen, maar Louise was zel ve zoo ernstig, dat zij dit niet eens op merkte. Voor Helena daarentegen was het een tweevoudig leven: het eene was een krachtig gevoelde werkelijkheid,, waarvan hare gansche ziel vervuld was; het andere 'eene herinnering - een liefelijk, schoon verleden, niet langer eene noodzakelijkheid. Wordt vervn i

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1922 | | pagina 1