Posterijen en Telegrafie.
Uit de Pers.
Gemengd Nieuws.
Rechtszaken.
Briefwisseling.
Leestafel.
Allerlei.
zal, straks betreden door anderen, die
met de ervaringen van hun voorganger
zijn verrijkt, ten einde toe worden af
gelegd, zoodat triomfeerend de vlag zal
worden geplant op dit uiterste punt der
aarde. Zal het misschien de Nederland-
sche vlag zijn? Of zal reeds Kapitein
Wild, die na den dood van zijn kameraad
en hoofd de leiding der expeditie heeft
overgenomen, het einddoel bereiken?
(Timotheus)
Toewijding aan de gemeenschap.
Wij lezen in de a.-r. „Rotterdammer"
Geliefd is do voorstelling in socialistï.
schen kring1, als zou de arbeider plotseling
zijn individueelen tegenzin in den arbeid
op zijde zetten, wanneer hij weet, dat zijn
arbeid rechtstreeks ten goede komt aan
de gemeenschap en niet tevens aan de
boni's van den ondernemer.
AJs voorbeeld werd wel gewezen op
den arbeid in de Engelsche munitiefabrie
ken tijdens den oorlog, die uitmuntte door
schitterende prestaties. Waar overdreven
chauvinisme en ontzaglijk hooge loonen
met progressieve stukloonpremies even-
zoovele factoren waren, die tot de gun
stige resultaten meewerkten, is een ver
wijzing naar die prestaties als een exem-
pel vrijwel waardeloos.
Do dagclijksche practijk leert het ons
anders. Daarvoor behoeft het oog niet ge
licht te worden op de proefnemingen in
Rusland, Duitschland en Hongarije.
Men stelle zich slechts de vraag of de
arbeiders in dienst van het rijk, provincie
of gemeente hun taak met merkbaar meer
belangstelling en ijver verrichten dan in
de particuliere bedrijven.
Trouwens de nuchtere koppen onder de
sociaal-democraten gevoelen zelf het on
houdbare en dwaze dezer voorstelling.
Een der samenstellers van het sociali-
satie-rapport, de heer Goudriaan, schreef
ronduit dat groote arbeidersgroepen be
zield .zijn door de gedachte: „Wij willen de
conjunctuur uitbuiten, zooals de onderne.
mers het doen, wij willen winst, al gaat
het ook ten koste van alle andere arbei
dersgroepen". En hij wees er op, hoe de
voorzitter van het mode vakverbond, de
heer Stenhuis, die gedachte met een beetje
andere woorden in het grooto bouwconQict
dat nog in ieders geheugen ligt, heeft ver
tolkt. „Er is een tekort aan woningen, er
is een groote vraag in het bouwbedrijf,
daar moeten de arbeiders hun winst van
hebben, wat kan het schelen al zijn hun
loonen twee driemaal zoo hoog als die van
andere gelijkwaardige groepen-, In het ka
pitalisme is een andere handelwijze pure
malligheid."
Openlijk geeft deze sociaal-democraat
in terugslag op deze gedachtengang van
den heer Stenhuis deze rondborstige ver
klaring: „Nog erger malligheid echter zou
het zijn, te gelooven, dat de bouwarbei
ders, die thans van den door de gemeen
schap betaalden volkswoningbouw trach
ten te plukken wat er van te plukken valt,
morgen aan den dag zouden veranderen
in lieden, die door gemeenschapsgevoel
hun groepsbelang in toom wisten te hou
den."
Metterdaad kon door niemand scherper
worden gehekeld het holle .gezwets over
het „werken voor de gemeenschap", dat de
grondslag heet te .zijn van de nieuwe
maatschappij.
Geen aanslag. De „Hbld."-cor-
respondent te Oldenzaal meldt:
Naar aanleiding van de berichten ,uit
Oldenzaal over een aanslag op be
woners van het kasteel „Singraven", bij
Denekamp, gevoelen we ons genoodzaakt
tot mededeelingen welke het gebeur
de bij genoemd kasteel in een
heel ander licht stellen. In de eer
ste plaats dan kunnen we melden, dat
genoemd kasteel door .geen der familie
leden Laan bewoond wordt. De pseudo-
marechaussee, waarvan in bedoelde be
richten sprake was heeft zich op den be-
wusten Vrijdagmiddag in marechaussée-
of in elk geval in militaire kleeding aan
gediend en tiaar gesproken met een huis
bewaarder. Met dezen huisknecht bevonden
zich nog drie personen, tot het personeel
behoorend, op het kasteel, 's Avonds heeft
de bewuste „marechaussée" niet opnieuw
aan het kasteel gebeld, doch heeft hij toe
vallig, nadat hij twee schoten in de na
bijheid van het kasteel had gelost, een
opzichter ontmoet, wien hij gedreigd heeft
met een revolver, waarna hij, zonder te
schieten, de vlucht heeft genomen. Bij ver
schillende landbouwers in de omgeving
heeft blijkbaar dezelfde persoon zich als
„marechaussee uit Almelo" aangediend,
voorgevende, dat hij een onderzoek moest
doen naar kippendiefstallen. Hoewel nog
niemand is aangehouden, meent de poli
tie toch het spoor van dezen „marechaus
sée" te kennen.
Maar dat hier een aanslag op het leven
van een der kasteelbewoners het doel
van dit „avontuur" zou geweest zijn, wordt
door de feitelijke toedracht voldoende
weersproken.
Een vader verdrinkt zijn vier
kinderen. Te Sévignac bij Dinan heeft
dezer dagen een afschuwelijke misdaad
plaats gehad.
De veertigjarige Huguet, een man,, die
sterk aan den drank verslaafd was, heeft
zijn vier kinderen, twee jongens van 8
en 3 jaar en een van vijf maanden en
een meisje van 7 jaar in een poel ver
dronken, om zijn vrouw „klein te krijgen".
Tien jaar geleden trouwde hij zijn nto
37-jarige vrouw, een dochter van brave
boerenmenschen te Sévignac, Het bleek
weldra, dat de man een beest was voor
zijn vrouw, haar voortdurend sloeg en
als eene slavin behandelde. 1
Toen de oorlog uitbrak, werd Ifuguot
gemobiliseerd. In 1916 werd hij, daar
hij zwaar verwond was, door de Duitschers
uitgewisseld. Hij keerde naar Sévignac
terug, maar was eens zoo ruw geworden
als te voren.
Van den vroegen morgen tot laat in
den nacht moesten zijn vrouw en kinde
ren het werk op de boerderij doen; hij
wenschte geen knecht te nenie.n. Het was
hem er om te doen zooveel mogelijk geld
uit te sparen. Vrouw en kinderen hadden
het zwaar bij hem te verantwoorden, voort
durend mishandelde hij ze op de meest er
gerlijke wijze. Zijn vrouw vluchtte zelfs
het huis uit, doch kwam naderhand terug.
Den 21sten Januari had hij zijn vrouw,
die in blijde verwachting verkeerde, we
derom zoo geslagen, dat zij naar haar
ouders vluchtte.
Toen den volgenden morgen een buur
man bij Huguet kwam om hem wat te
vragen, vond hij hem in den tuin liggen,
terwijl het water uit zijn kleeren droop.
Met de hulp van andere landbouwers werd
de man in bed gebracht. Toen bemerkte
men dat geen der vier kinderen thuis
was. Oümiddellijk ging men op onderzoek
uit en zag in den poel een kinderlijkje
drijven. Bij het dreggen werden de lijk
jes der andere kinderen ook gevonden.
Inmiddels was Huguet bijgekomen en
werd hem een verhoor afgenomen. Met
cynische kalmte bekende hij zijn misdaad.
Toen men hem vroeg, of hij geen berouw
had over zijn daad, antwoordde hij slechts:
„Ik denk wel, dat mijn wouw nu zal ster
ven en dat maakt alles goed. (Tel.)
Kolendamp verstikking. De bu
ren van een gezin, dat in een lint niet \er
van de Benedictijnerabdij te Oosterliont (N.
B.) woonde, bemerkten, dat luiken en deur
gesloten bleven. Na herhaald geklop, werd
de (leur met een bijl geopend. Men vond
toen het jonge gezin, man, vrouw en ee'n jeug
dig kind, dood op bed liggen. Do kolendamp
van de nog brandende kachel bracht het
gezin door verstikking om het leven.
De dienstbode van het echtpaar W.,
wonende op den Kaldenkerkerweg te Yenlo,
vond 's-morgens het huisgezin, man, vrouw
en hel kind van J jaar bewusteloos te bed
liggen. Kolendamp, door een defecten schoor
steen ontsnapt, was oorzaak, dat liet drietal
bewusteloos was geraakt. Dc in der baast
ontboden geneesheer slaagde er na veel
moeite in, het gezin tot bewustzijn te brengen.
Op net oogenblik verkeeren allen buiten le
vensgevaar.
De griep. Over een griep-epidemie
in de achttiende eeuw wordt een en ander
verleid in de Pai'ijsche schetsen van Sebas-
tien Mercier, die schrijft over oen bijzonder
hevigen aanval van deze "ziekte in het jaar
1781.
„Bijna ieder jaar zoo schrijft hij
nemen, omstreeks half November, de gevallen
van verkoudheid buitengewoon toe, tenge
volge van het koude, nevelachtige en voch-
Jige weer dat het transpireeren belet. Velen
sterven er aan, maar do Parijzenaar, wiens
aard het nu eenmaal is om over alles gekheid
te maken, noemt deze gevaarlijke verkoud
heid „la grippe, la couqette", en die lachers
worden drie dagen later door deze kokette
„grippe" aangetast en grafwaarts gebracht.
De nieuwe mode om groote, zware mantels
t.e dragen is voortreffelijk, want ze bescher
men uitstekend tegen de koude. Maar de
dames, die bij het verlaten van de theaters
op hun rijtuig of draagstoel moeten wachten
staan toch nog in hunne du'nuo kleederen te
beven van de koude en moesten bedenxe'n,
dat zo niet voldoende tegen de „grippe" be
schermd zijn.
Van geheel anderen aard dan deze zware
achttiende eeuwsche mantels als bescher
mingsmiddel tegen de griep, is het nieuwste
Amerikaansche voorbehoedmiddel, waarvan 'n
teiegram uit New York aan de „Chicago Tri
bune", melding maakt.
Een Amerikaansch geneesheer, Dr Park, heeft
een inentingsmiddel tegen do influenza uitge
vonden, waarmede hij proeven heeft genomen
op vijfhonderd apen, die niet minder gevoelig
zijn voor de ziekte daii de mensch.
Volgens dezen dokter worden deze ingeente
apen nooit door de influenza aangetast e'u
blijven ze immuun voor longontsteking.
Hij heeft nu zijn proeven voortgezet, ditmaal
op mensclien en heeft zesduizend mantien en
vrouwen ingeënt, tot dusver, naai' hij be
weert, met zeer bevredigend resultaat.
- De ho-nd voor de jenever
kruik. Bij hei bekeuren van een
bier'huishouder ie Bellingwokle werd
de sterk© drank, die verkocht werd,
gevonden verstopt in een hok,
waarin een gevaarlijke hond aan de
ketting was gelegd.
B r u I a 1 e i n b r a a k. In de villa
van dhr J. Ooir .ie Roermond heeft
Zondag op1 Maandagnacht een dief of
dieven zich toegang verschaft door
het uitsnijden van oen ruit tot de
woning. Toen d© heer des huizes des
morgens onderkwam, bleek dal een
groot getal zilveren lepels, vorken,
desseiimesjes enz. verdwenen waren.
Nog vond men een vijl in de secre
taire steken, zoodat de bedrijver in
zijn werk gestoord is. De- politie heeft
©en streng onderzoek ingesteld.
S t r ie mende journalis
tiek. Te Batavia zullen twee week
bladen verschijnen onder de sensa
tioneel© namen „D'e Zweep'" en „De
Karwats". Men houdt in Indië nu
eenmaal van gepeperde kost.
Vors is oh ade. In de Groning
sdie kleistreken is een groot deel van
hel. wintergraan door de vorst verL
nietigd.
Een onheil voorkommen.
Men meldt uit Leiden aan de Rot.t;
De sneltrein, welke gistermiddag te
4.105 u. uit Leiden naar Rotterdam
vertrokken was, werd vlak voor De
Vink plotseling tot staan gebracht. Het
bleek, dat verzuimd was, de hoornen
van den overweg le sluiten. De ma
chinist had zulks bemerkt en wist tij
dig le remmen, waardoor, gezien hel
drukke verkeer aldaar en do omstan
digheid, dat verschillende personen op
het punt stonden, den spoorweg ovei
ie steken, onheilen zijn voorkomen.
- De kachel ges p r om gen. To
Burg sprong met ieen hevigen knal de
kachel der familie B. uiteen. De omzit-
Lenden kwamen gelukkig met den
schrik vrij. Het meubilair en do
schoorsteen werden echter ernstig be
schadigd. Men vermoedt, dat een dy-
namiefpatroon in de kolen oorzaak
was van de ontploffing.
is» wn n'lirwur -ivh n—i
Gos3. Het Rijkstelegraafkantoor alhie>
behandelde in de maand Jan 1992
Telegrammenverz 947, ontv. 955,
overgen 2939, totaal 4811
bespreken: verz. 3202, ontv. 3350,
overgen. lokaal 77. Totaal 6(i29
Voorts werden door de Hulpkantoren
op Zuid- en Noord-Beveland behandeld-
Telegrammen.
Kantoren.
Verz. Ontv.
Tot.
Baarland
7
23
30
Biezelinee
34
28
62
Borsseleii
27
36
63
Colijnsplaat
61
67
128
Driewegen
8
18
26
Ellewoutsdijk
23
18
41
's Gravenpolder
38
26
64
's Heer Arendskerkt
42
58
too
's Heerenlioek
22
25
47
's Heer Hendriksk
3
8
11
Heinkenszand
27
43
70
Hoedekenskerke
22
21
43
Kamperland
40
57
97
Kapelle
63
64
127
Kats
20
23
43
Kloetinge
18
40
5*
Kortgene
52
65
117
Kruinmgen
85
81
166
Kwadendamme
11
16
27
Nieuwdorp
42
44
86
Nisse
16
26
42
Oudelande
10
22
32
Ovezande
29
31
60
Rilland
40
47
87
Schore
27
42
69
Waarde
15
26
41
Wissenkerke
52
38
90
Wolfaartsdijk
40
72
112
Anna-Jacohapolder
St. Philipsland
G e s p r e
k k e n.
Kantoren.
Verz. Ont\
Tot,.
Baarland
14
1
15
Biezblinge
122
88
210
Borsselen
85
53
138
Colijnsplaat
207
189
396
Driewegen
123
11 0
223
Ellewoutsdijk
's-Gravenpolder
104
87
191
284.
270
554
's-Heer Arendskerke
188
246
434
's-Heerenlioek
102
78
180
Heinkenszand
50
39
89
Hoedekenskerke
102
85
187
Kamperland
273
153
426
Kapelle
241
283
524
Kats
59
32
91
Kortgene
391
305
696
Kruiningen
388
323
711
Kwadendannne
43
31
74
N ieuwdorp
16L
163
324
Nisse
76
107
183
Oudelande
52
28
80
Ovezande
162
121
283
Rilland
237
427
364
Schore
214
216
430
Waarde
179
152
331
Wissenkerke
96
83
179
Wolfaartsdijk
236
140
376
Ann a- J aco ha polder
St. Philipsland
crummy-ae» iiimb minim i
iVr ij gesproken. Wij deelden on
langs een en ander mede omtrent oneenig-
heid onder doktoren, directrice en per
soneel van een sanatorium te Gorsel. Gis
teren nu heeft de Rechtbank te Zutphen
deze directrice vrijgesproken, die terecht
heeft gestaan terzake van verduistering
van belangrijke bedragen ten nadeele van
genoemd gesticht.
De Rechtbank overwoog daarbij, dat
zij niet uit wettige bewijsmiddelen de over
tuiging heeft kunnen putten, dat de be
klaagde het haar ten laste gelegde zou
hebben gepleegd, zijnde ook niet bewezen,
dat de beklaagde, Indien zü de in het
kasboek voorkomende hoogere bedragen,
dan de slagers verklaren te hebben ont
vangen, heeft geïnd, die meerdere gelden
.zich toegeëigend en niet in de kas van het
gesticht heeft doen verblijven.
De eisch was drie maand gevangenis
straf.
Wij ontvingen oen stuk tor plaatsing aa'n
't adres van den heer Wolfert, doch zullen er
liever geen gebruik van maken. Dc melkprijzen
quaestïe is nu wel voldoende in ons blad
besproken. Alleen releveeren wij de klacht
van den inzender, wiens stuk wij ter zijde
legden, dat de heer Wolfert, die om een ex
ploitatie-rekening vraagt, naliet er zelf een
t» geren.
Timotheus van deze week bevat een
beginstuk en een slotstuk van den hoofd
redacteur, beide zeer ter overdenking waard.
Het beginstuk is een waarschuwing tegen
speculoeren't slotstuk herdenkt kapitein Shac-
kleton, bij een photo van dezen koenen lond-
ontdekker. Wij namen het in ons Bijvoegsel
over. Het bekende zangstuk „IJs", woorden
van Juursema, toonzetting van Mens, trekt
evenzeer de belangstelling. Do hoofdredacteur
wijdt een woord aan nu wijlen Ds Dijkstra,
Ds van Nooit en Ds Voorhoeve, wier photo's
er bij zijn gevoegd.
Ook De Spiegel wijdt een woerd aan Ds van
Nooit bij diens beeltenis.
Hoe de vrouwen deftig zijn.
De gewoonte, om in de damesmode
allerlei vreemde woorden te gebruiken,
wordt ook in de bontmode gevolgd, en
menige bonthahdelaar zon niet weten, hoe
hij het had, als de dingen waarmede hij
de dames gelukkig maakt, eens met hun
goeden Nederlandschen naam werden be
steld of genoemd.
Een kraag van „stinkdier" zou geen
enkele dame durven vragen, maar nu het
bont van dit beestje achter den Engelschen
naam „skunk" wordt gemaskeerd, bestaa.i
er geen bezwaar meer tegen.
■Huiden van eekhoorntjes, ratten, gei
ten en lammeren worden evenmin bij den
naam genoemd in den bonthandel.
Toch is wat men „opussum" noemt niets
anders dan de huid van de buidelrat.
Wat bij verkorting „bisam" heet, is
het velletje van den bisamrat, en een
veel gezocht „artikel" wordt ook wel hoog
dravend „mutria" genoemd, doch is niets
anders dan de huid van den bruinen moe
rasbever, die ook wel beverrat heet.
Wat is „echt krimmer", wat is „perst
aner", wat is „astrakan"?
Achter al die namen verbergt zich niets
voornamere dan lamsvel.
„Feh-Bont" is het vel van een soort
eekhoorntje, dat in Siberië thuis behoort.
Het vreemde woord „sealskinkan doet*
het-Nederlandsche woord fobbenvel wor
den vervangen.
„Seal electric" is echter volstrekt geen
„eleclrische zeehond", maar kortgescho
ren konijnenvel en achter den vakterm
„murmelin" verbergt zich bescheiden echt
Nederlandsch geitenvel.
De moerasotter, een klein, slank roof
dier, is i n de kringen van den bonthandel
bekend onder den naam „nerz".
Vossen deelt de bonthandel in roode
vos, bruine vos, kruisvos, blauwe vos en
witte vos.
De namen marter, wolf, mormeldier,
sabelotter, beer, luipaard, aap, panter,
huiskat enz. zijn alle eerlijk en oprecht.
„Chinchilla" klinkt eenigszins fantas
tisch, doch is eveneens de juiste naam
van een knaagdier dat alleen in Amerika
voorkomt.
De ratten en de geiten die den dames
de warmte van hnn vellen afstaan, zijn
brave, eerlijke dieren.
De overdreven vreemde namen der bont-
confectie nemen zij eerst aan, als zij door
de industrie veredeld zijn door verven,
kloppen, schudden, rekken, en door de be
handeling met soda, kalk, ijzervitriool,
loodwit, wijnsteen, potasch, chroomkali,
en dergelijke.
Men ziet het: de toilettafel van het
stinkdier is bijna even goed voorzien als
die van de mooie vrouw, die den bont
winkel met stinkdiervel getooid, verlaat.
Hard tegen hard. Te Potsdam
werd eens een gecostumeei'd bal gegeven
aan het Hof en het grootste gedeelte
der officieren uit het garnizoen namen
er mee aan deel. i
In een der genoodigden herkende Fre-
derik de Groote een ritmeester, die voor
dit bal geen verlof had bekomen. Zijn
buikje verried hem. De koning ging op
hem af: Masker, ik ken je.
De officier schrok, want onmiddellijk
had hij aan de stem den „obersten ICriegs-
herr" herkend. Hij herstelde zich echter
dadelijk en antwoordde: ik ken jou
niet, masker.
Geërgerd repliceerde de koning:
Masker, je bent ritmeester von Stei-
nitz. Resoluut antwoordde deze:
Masker, je hebt goed geraden, maar
ik ben zonder verlof hier, en een hondsvot
is 't, die 't verder vertelt.
't Was een kras antwoord, maar in bui
tengewone gevallen hield Frits wel van
een buitengewoon antwoord.
Op m'n eer, repliceerde hij, 't blijft
onder ons.
Voor den volgenden dag was door den
koning om 8 uur een parade bevolen.
De ritmeester rook lont en zette er alles
op, om zijn eskadron een flink figuur te
laten slaan.
Jongens, zei hij tegen z'n mannen,
vandaag moet ieder zoo stram en „schnei-
dig" zitten alsof we de heele wereld ver
overen moesten. Als 't goed gaat, krijgen
jullie 'n vat bier.
De koning inspecteerde het eskadron
van Von Steinz met buitengewone opmerk
zaamheid maar de kerels zaten zoo vast
in 't zaal, en alles was zoo keurig in
orde, dat hij den (r itmeester voor zich
riep, die in kranige houding voorreed.
Dichterbij, beval de Koning en zich
tot den officier overbuigend, fluisterde
hij hem in 't oor:
Masker, je bent majoor, maar een
hondsvot, die 't verder vertelt!
De ritmeester kleurde tot achter (Zijn
ooren maar antwoordde met geest:
Op m'n eer, Majesteit, 't blijft onder
ons.
Dit beviel den koning.
Maar 'n vol jaar bleef de promotie een
geheim tusschen beiden.
Eerst op den verjaardag der gebeur
tenis werd de benoeming bekend gemaakt.
„Ritmeester von Steinitz is tot majoor
bevorderd met ingang van heden 't vorige
jaar.
Vrouwonlogica. „Mijn man woont
in huis bij zijn moedor", vertelde een vrouw
voor een Engelsche rechtbank, „en omdat ik
niet met familie wil samenwonen, wil ik daar
niet bij in gaan. Hij kan bü mij' komen."
„U 'hebt gelijk", zei de rechter. „Waar
woonL u?"
„Bij mijn moeder."
Hoeveel woorden spreekt een
mensch. Een Amerikaansch statisticus heeft
berekend hoeveel woorden een mensch gemid
deld in zijn leven spreekt.
Hij is tot het resultaat gekomen, dut een
zv ijgzaam mensch tot zijn 60ste jaar 33 mil-
lior-n woorden spreekt, een normaal mensch
spreekt in dien tijd een milliard woorden,, een
druk prater brengt het tot twee milliard woor
den. Over de vrouw wordt in deze woorden-
slatistiek gezwegen
De uitvinder van de fiets. To
Sint Elienne is onlangs overlede'n de heer
Pierre Gauthier, die wordt gehouden voor
der, uitvinder van de fiets. De fiets is echter,
naar „Le Journal" opmerkt, uitgevonden door
ecu jonge leerling werktuigkundige, te Baarle-
Hertog, Ernest Michaux.
Zijn vader was werktuigkundige te Baarlé-
Hertog en de jonge Ernest werkte onder zijn
leiding. Hij werd in 1842 geboren.
In 1855 bracht een klant van zijn vader
een „Draisienne" om te repareeren.
Deze primitieve fiets, Draisienne genaamd,
naar zijn uitvinder, baron Drais uit Sauer-
bronn ,had twee wielen, een stuur, maar geen
pedalen. Men bracht haar in beweging door
met de punt van den voet op don grond lo
drukken.
Toen hü dit weinig-praclische instrument
zag, kwam de jonge Ernest op het denkbeeld,
er pedalen aan te maken met een ketting die
--hel. achterwiel in beweging bracht.
De vader van den jongen uitvinder maakte
gebruik van deze uitvinding en stichtte een
fabriek te Parijs.
in 1894 ia te Baarle-Hertog ter eere van
Ernest en Pierre Michaux, uitvinders en fa
brikanten van de fiets met pedalen een ge-
.lenkteeken opgericht.
Hoe de thee ingevoerd werd.
Tol de verspreiding van de thee in Europa
heeft ,de wetenschappelijke reclame, met be
hulp waarvan men de algeme.ene aandacht
c(< dezen drank vestigde, niiet onbelangrijk
biigedragen. Ofschoon de Hollanders al in
hel jaar 1610 de thee in Europa gebracht
hadden, toch kwam het gebruik ervan pas in
heL midden der 17e eeuw er nog maar matig
Ook als geneesmiddel was de drank nog
niet bekend geworden. Om ze in te voeren
stelden de Hollanders een aantal dokters en
natuurvorschers aan, die de thee alle moge-
lijki goede eigenschappen toekenden en die
vermeende deugden in woord en geschrift
moesten uitbazuinen. Zoo prees de Holland-
sche dokter en Konsul Tulpius in 1641 te
Amsterdam de opwekkende en versterkende
krachL der thee. Nog verder ging de Fransche
arts Morisset, die in êen in 1648 verschenen
geschrift de stelling verkondigde, dat cte thee
versland gaf.
Die het meest verrukt was over de gekochte
loftuitingen der thee, was Cornfölius Bonte
koe, lijfarts van den grooten keurvorst van
Brandenburg. Deze geleerde trachtte in 1667
in een verhandeling te bewijzen, dat het veel
vuldig gebruik van thee de gezondheid des
menschen in werkelijk hoogen graad bevor
derde. Als men echt gezond wilde zjjn, moest
men dagelijks van 100 tot 200 koppen drinken.
Maar niet alleen het lichamelijk welzijn, ook
de geestelijke en technische vaardigheid vun
een ieder, werd, volgens Bontekoe, door een
theekuur, zeer bevorderd. Zoowel de diplo
maal. als de geleerde zouden hun studie met
veel grooter ijver en succes voortzetten, en
dc schoenmaker zou beter werk afleveren,
als zij thee dronken.
De lofuiting van den Brandenburger lijf
arts miste haar uitwerking niet. Door Bonte
koe werd de thee in Duitschland bekend en
spoedig een zoo geliefde drank, dat men tot
vervalschingen moest overgaan, cm aan de
groote vraag naar het nieuwe genotmiddel
te kunnen voldoen. (Volk)
Ben man, die zijn vrouw ver
koop t. Bij het opslaan van „de Oude
Tijd" door J. ter Gouw, jaargang 1872,
las ik op blz. 192 het volgende, dat ik
merkwaardig genoeg vind om het in dit
Weekblad mede te deelen, aldus Mr. C.
Bake in het W. v. h. R.
't Verkoopen eener getrouwde vrouw
kwam hier te lande niet dikwijls, maar
toch somtijds voor, en werd met geldboete
gestraft. Omstreeks 1350 had Evert Zwib-
bekens, op 't eiland Wieringen, zijne huis
vrouw verkocht aan Meylof Tettensdaar
voor werd de verkooper door den baljuw
Hendrik van Heemskerk gestraft met eene
boete van drie pond, maar de kooper met
eene boete van vier pond. Waarom moest
de laatste zwaarder boeten? Werd zijn
misdrijf grooter geoordeeld dan dat van
den man, die zijne wederhelft verkocht?
Denkelijk niet; maar Meylof zal 't beter
hebben kunnen betalen dan Evert, want
de baljuwen en de schouten namen in
dergelijke gevallen, wat zij krijgen kon
den."
K i e n e n. De rechtsge'eerden hebben
een heerlijk kluifje aan de vraag: Is kie
nen een hasard-spel?
Er zijn in Eindhoven al een drietal
caféhouders veroordeeld, maar hun ver
dediger heeft hen aangeradenga door met
gelegenheid tot kienen te geven. Wat ze
ook deden. Er is nu weer proces-verbaal
opgemaakt.
(Wij zouden wel eens een rechtsge
leerde willen hooren bestrijden dat kienen
geen hasardspel is. Red.)