id.
fro
lezinnen;
f,r"
No 104
Dinsdag 31 Januari
36e Jaargang
Buitenland.
te koop:
|oefje,
ehoekkachel
ippelen.
iwe en Bravo's
sleerling
nstbode
stbode, f
van gorsel,
istbode
jclame gi|
belangrijker
ioediger uwe
an gaan.
FEUILLETON.
John Ward en zifne Trouw.
tien heer C.
oper de heer
aCt onkosten.
t
L. J. Hu-
ongeh. P-
|j. Guiot; C-
L. J- Poer-
Loo.
Johanna Ma
li us Johannes
llhelmi'na Jan-
len) en Janna
v. Johannes
Anthonelta
d. v. Aart
Sampon.
lekens, 73 j.
|C. Sedee, 22
Stroo, 21 j.
v
Leenders, d.
vrouw van
Vlissingjen
llestelle-
|ss. Crt."
iRICHT.
lorgen van 30
1 Ned. Metpor.
larometerstand
[terstand 739.3
jan 31 dezer:
[lemende Wes-
nevelig of
waarschijnlijk
Boomgaard;
|ns goedkeuring
10 H.A. Bouw-
jit kunuen volgen,
bekomen
IOP
([JIJ. Middelburg,
|S. TE KOOP.
Afheiningpalen,
ïeelen, Ribben,
gens en Horden, A'
C SCHIPPER,7/7
Idelburg.
OP
veulendragendl
ening hal£ Maart, jb,- f
Molenaar, Veere.
OP
«de Ponny,
|ER, Middelburg
f'J
lop. fry
Iste nabouw.
|SE Jz., Vrouwe
ien Koe,
jari 3e kalf, bijj
te Zoutelande.
g. gevraagd Al/f
oaar. Zich te ver-
j BOO r, Zuidhef,,
ld
te Middelburg
loor
jaar bij het vak
|n Directeur.
j fb
jelling
»on, geen winkel-
erkvrouw.
jrkt K 156; Mid-
of desnoods 1
|nd-Bath
zoo spoedig me-
r. VAN BREENr.
Drukkers-Exploitanten
OOSTERBAAN LE C0INTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259!
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG
A b o n n e m e In t s p r i j s
Per 3 maanden, franco per posf, f 3.-^
Losse nummers f 0.05
Prijs der Advertentiën:
1—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct
Bij abonnement belangrijke korting.
Tholen.
Onze vrienden op Tholen hebben laatst
leden Dinsdagmiddag een goede "ure mo
gen smaken in Poortvliet's kerkgebouw
der Geref. Kerk. Daar stond hij dan voor
hen, de geliefde in onze partij, Iden-
burg.
In een woord, ontzaglijk van ernst en
ook aangrijpend van liefde voor lanrl en
volk besprak Z.Exc. de verschillende pu/.-
ten van ons Concept-Program van Actie.
De zorg voor ons geschokte geldwezen
en de heilige plicht van ieder goed anti
revolutionair om de van God verkregen
kinderen overeenkomstig den eisch van
Zijn Woord op te voeden, het Christelijk
onderwijs werd ons op het harte gebonden.
Gods souvereiniteit op bet terrein van
het recht werd ons in den breede voor
gehouden nevens de bestuurstaak van de
overheid naar luid van Gods Woord. Te
gen de revolutie kampen op grond van de
Schrift met goed en werdt dit gevraagd
inet ons bloed, wij kunnen het en zullen
het, wanneer in onze strgdvlaig geschreven
blijft: de Heere is mijn banier; wordt
de strijd dan zwaar; eenmaal had Moms,
Aaron en Bur ondersteunden zijne han
den, Israël streed en God schonk de ze
gepraal.
Versterkt en bemoedigd gingen ze weer
naar het oosten, het noorden en het wes
ten, de vrienden die kwamen om in el
kanders samenzijn en het aanhooren van
den geliefden leidsman gesterkt te wor
den in den kampstrijd, itie wacht.
De verre tocht en het koude weder
hadden zelfs bedaagde vrienden Uit Tho
len en Oud-Vossemeer niet thiiisgelaten.
Dat St. Annalahd en ook Stavenisse ver
tegenwoordigd waren het geeft* hope en
blijden moed voor de toekomst. Menig
bekend gezicht uit St. Maartensdijk liet
zich zien en dat vooral jongere broeders
'uit Scherpebisse waren overgekomen
moge profetie van een lachende dage
raad zijn. Onze vrienden van anti-revo
lutionairen huize loonden opnieuw
hUnne troüw, waar liet geldt onze schoone
beginselen. Wij misten er doch wie
zal 't hun euvel duiden, onze zieke vrien
den. En onze G,od heeft meer dan eenen
.zegen!
De Vrijzinnig Democratische Bond.
De Vrijzinnig-Democratische Bond heefi
in ,<een vergadering te Alkmaar j.l. Zon
dagmiddag bij monde van een barer min
dere goden verklaard nog springlevend
te zijn, en de overtuiging uitgesproken
dat de sprekers van dien middag, me
vrouw Bakker-Nort en mr. Oud, de Hom
mers .2 en 3 van de candidatenlijst, zou-
den bewijzende levende kracht te rij» die
«er „t.hans nog" uitgaat van «den
.V. D. B.
De speeches van deze beide genoemde
'levende-kracht .dragers werd met „Wij
:graote" belangstelling aangehoord, spijl,
het „geschetter" van „De Telegraaf" en
het „gebazuin" van „lief Volk", die den
V. B. B. dood wanen.
Zoo is de .voorstelling ia de verslagen.
Evenwel, wie pok door overtuigd
moge ,zijn geworden, stellig niet «de
dactie van Het Vaderland, die ook
vroeger reed® in de desertie van het
■trio Teens tra c.s. het begin van ontbin
ding ontdekt had. Zij houdt dan ook vol
dat de Vrijzinnig-Democratische partij „po
litiek is uitgeleefd"; nie.t meer .„in eigen
toekomst «gelooft", wat te verwachten was,
de,wijl haai" leider mr. Marchant „het le
vende schisma" is, het eigen erf „haar
zwakke stee" was, zij tot .zich had ge
lokt y.ele „ontevredenen uit andere par-
Naar het Engelseh van
MAEGARETHA DELAND.
tijen*", haar „individualisme in den
slechten zin van het woord telkens toe
nam", ën men zelfs ook in de V.-D,
mr. Merchants afbreek-stelsel, „dat afbre
ken zonder meer moede wordt".
Wij gaan natuurlijk op deze opmerkin
gen niet in; zij gaan buiten ons om; doch
stellen in ieder -geval vast dat hier geen
„schetteren" doch met redenen omkleedc
vertoogen vernomen worden.
Inderdaad maakt hetgeen in den V.-D.
Bond gepasseerd is ook op ons len in
druk van verval en ontbinding. Wij mogen
dit vrijmoeiiig «zeggen, dewijl wij het ver
loop van deze met zoo goede bedoelingen
door wijlen Bos en Drucker gestichte
partij met spijt volgen. Wij hebben 'den
strijd voor het ideaal, veertig jaar geleden,
door de jong-liberalen Heinecken, T'reub,
De Koo vooral, de vaders der radicale
party, ingezet, met bewondering gevolgd,
en meenden in het optreden van den
V.-D. B. de herhaling van deze zoo mooi
ingeluide periode te kunnen begroeten.
Doch dood en verraad en onverstand
kwamen er tusschen; en zoo zal straks
de erfenis van dr. Bos te loor gaan, om
deels de S.D.A.P., deels den Vrijheidsbond
ten goede te komen, na nog een laatste
poging te zullen gewaagd hebben om door
schade en schande wijs te worden.
Wankel.
79)
Mevrouw Forsyth e schudde het hoofd.
„Gij zjjt de eenige, die ik verlang dat van
hem houdt; als ge mij zeidet dat ge hem
zult liefhebben, zou ik! zoo gelukkig zijn!
Misschien wilt ge het niet gaarne zeggen.
Maar luister: ik weet alles van verleden
najaar, en hoe gij den armen jongen met
een gebroken hart hebt weggezonden;
maar toch bleef ik veel van u houden, en
ik was zoo blijde, toen hij mij Zei de, dat
hij het nog eens zou beproeven; en daar
om komt hij te Ashurst. Ja, hij komt om
u te vragen. Ge ziet wel, ik weet al zijn
geheimen; hij vertelt mij alles, zoo'n goed©
jongen is hij. Maar ik heb u dat gezegd,
omdat ik niet kan sterven o-, neen, ik
kan "niet sterven! zoolang ik niet weet
hoe het met hem gaan paal. Als ge ja
kondet zeggen, Louise als ge dat kon-
det doen!"
Hare stem haperde weder1, en do bleek
heid van afgematheid, die een grauwe
tint over haar gelaat spreidde, verschrikte
Indien waar is wat aan Het Vader
land door een vrijzinnig-democraat is
meegedeeld, is <ie positie van den leider
der vrijzinnig-detoocratische partij, nir.
Marchant, inderdaad zeer wankel.
Tegen alle regelsvan democratie in
werd besloten hem no. 1 op de lijst te
plaatsen; «zulks op voorstel van het partij
bestuur. Doch niet minder ondemocratisch
is, hetgeen aan dit besluit voorafging.
Ei was. namelijk ernstig geopponeerd, en
een voorstel-Ilaarleni om de kiezers ge
heel vrij te laten, werd .met een stem
meerderheid vervVorpen, en zulks nog wol
„doordat de afgevaardigde van een der
afdeeh'ngen bij vergissing tegen stemde,
en zijn verzoek om zijn stem, die als
vóór bedoeld was, ook als zoodanig te
rekenen, werd afgewezen door het Hoofl-
bestuur"'.
Een weigering waarop het vonnis van
Het Vaderland inderdaad van toe
passing schijnt: „een partijleider, die het
niet durft laten aankomen op de vrije
ke'uze der Kiesvereenigingen, en dan ten
slotte den stag met één twijfelachtige
stem wint, luidt zelf mn die partij de
doodsklok",
Zedelijke volkspolitiek.
Al mindert het, nog duidelijk hooren wij
in 't huidig heden verkondigen en verdedi
gen een in liberale kringen geliefde en be
kende stelling: Godsdiensten politiek mo
gen niet samengaan. Ieder van die twee
heeft eigen terrein. De godsdienst is voor
de binnenkamer en de politiek is veelal
neerslag van bedorven levenssfeer. Daar
om geen yermenging'; het kon zijn, dat
het reine kleed van den godsdienst be
smeurd werd door de-u v uilen greep van
de politiek.
Zoo kwam het van 'lieverlede,. dat te-
onderkennen viel het ge-mis van strevin
gen, die wetten en regeeringsvormen wil
den vinden, waardoor stoffelijke en ze-
delijk-godsdienstige bloei va.n het volk
bevorderd werd. Men verviel tot partij
politiek, tot 'n dobbelspel, waarbij het
om eer en voordeel van partij en perso
nen te do-en was. De politiek deed zich
Louise. Zij huiverde, en wrong hare han
den.
„O," zeide zij, „ik: Zou alles ter wereld
voor u willen doen maar, maar"
„Maar dit is het eenige wat ik verlang,"
viel de «zieke haar in de rede. „Beloof
mij dit, en ik sterf tevreden. Als hij u
vraagt o, mijne lieve, beloof mij dan
ja te zeggen!"
Louise had haar gelaat in het hoofd
kussen verborgen. „Het was alles mijne
schuld," zeide Zij bij zichzelve; ,,'t is het
eenige wat ik' doen kan om er voor te
boeten."
„Ik zal alles doen wat ge van mij ver
langt," zeide zij eindelijk.
(Mevrouw Forsythe legde hare bevende
hand op het g.ebo-gen hoofd van het meis
je. „O, zie mij aan! Gij schenkt mij het
leven als ge dat zegt. Wilt ge mij beloven
ja te zeggen, Louise?"
Zij hief het hoofd op, maar zij wilde
mevrouw Forsythe niet in de oogen zien.
„Ja," zeide zij, hare vingers zenuwachtig
in elkander draaiende. „Ik beloof het u
als hij mij hebben wil."
„O, mijne lieve, mijne lieve!" riep me
vrouw Forsythq, en toen, tot Louise's
schrik, barstte zij in tranen jiit. Zij be
proefde te zeggen dat het van vreugde
was en dat Louise er niet van moest
schrikken, maar het meisje vluchtte voor
somwijlen kennen in zeer minderwaardi
gen vorm.
Ernstige nienschcn in on,ze samenleving
begon dit te verdrieten.
De gedachte kwam op, dat het maat
schappelijk vraagstuk ook zedelijke kan
ten heeft, dat zedelijke beginselen de po
litiek beh-ooren te schragen.
Een vereenigjng- is opgericht. Het ge
nootschap voor «zedelijke volkspolitiek.
Het openbare politieke leven zoo- be
doelt het genootschap 't dient door
hoogere motieven beheerseht te zijn.
Wij voor ons meeiien oprecht -geen be
hoefte te hebben aan wat het genoot
schap bieden wil. Wij kunnen ons slechts
verheugen over het feit, dat men van
de jacht naar stoffelijk gewin bekomen
is en toont te beseffen, dat idiëele ge
dachten verheffen kunnen en sturen naar
solidariteit. Het is toe te juichen, dat
meer algemeen gevoeld wordt hoezeer de
nienschheid staat voor zware, zedelijke
vragen.
Ziet men samengaan Prof. He-ering en
H. van Kol, Mr. R. Mees en Prof. Van
Embden, er komt hope in het hart, dat
men wil beuren uit de sfeer van het
«ziekelijke en triviale, naar het gezonde en
normale in de samenleving.
Wordt de samenleving straks bewaar«l
tegen weerzinwekkend geschrijf, als b.v.
inzake de D jam bi-concessie, mede door
den invloed van het genootschap, de toe
komst «zal inderdaad meer de beteekenis
van het Recht, en dus ook van het on
recht en de ware menscbelijkheid aan
den dag dragen.
Hoogere motieven zullen moeten heer-
schen straks en de samenleving beheer-
schen, althans zoo zeggen de leiders «le
zer gemeenschap het.
Met groote belangstelling zien wij too
of onder deze motieven gerekend wordt
de Christelijke levensbeschouwing. Waar
deze innig verband heeft met zedelijke
grondslagen voor het maatschappelijk le
ven gedurende reeksen van eeuwen, daar
vertrouwen wij, dat zij onder de „mo
tieven" een eerste plaats inneemt.
Overigens kan de toekomst het beste
wel dienen, hij, die, zonder veel van
zijn plannen te reppen, met alle kracht
werkzaam wil zijn aan het heil der
menschheid. Deze arbeid vordert diep
gaand, levend geloof. Wij hebben ons
om de toekomst niet bezorgd te maken,
aangezien deze is in 's Heeren hand. Zal
men Gods wil volbrengen o-p sociaal zoo
wel als op staatkundig terrein, de zede
lijke krachten, waarover te beschikken is
moeten erkend en bekrachtigd en ieders,
.op -zichzelf onbeduidende kleme kracht
'leiden, in bond met wat God ons 'in
•kunnen toestaat en geeft, naar het ver
krijgen van een krachtig: gevoel van ,ze-
delijk-godsdienstige verantwoordelijkheid
tegenover individu en maatschappij.
Zou het genootschap het woord van
John Ruskin voedt de zielen op, dat
is de rijkdom der natie in practijk
brengen willen, ongetwijfeld stelt Let «zich
voor profeten-werk te doen.
De dreigende ineenstorting van
Oostenrijk.
Politieke en financieel© kringen, aldus
wordt uit Weenen gemeld, volgen met
de grootste spanning de uit Londen en
Parijs binnen komende berichten over het
toestaan van ee'n crediet aan Oostenrijk,
pe sterke schommelingen der Westelijke
mevrouw Dale, liep naar den 'zolder en
sloot zich daar op.
jBij het westelijke venster wierp zij zich
op den vloer neder, met het gelaat in
hare armen verborgen.
„Hij heeft mij er toe gebraeht," zeide
zij, tusschen hare snikken door; „hij heeft
gezegd dat het mijne schuld was. Welnu,
ik heb er nu voor -geboet. Ik heb het be
loofd."
Zij gevoelde zich Zelfs te ongelukkig
om de aan de jeugd -eigene voldoening
te vinden van de hevigheid harer eigene
droefheid op te merken. Zij weende en
snikte zonder van tranen storten bewust
te zijn. Eindelijk viel zij. van uitputting
in slaap, en werd gewekt door mevrouw
Dale hard aan de deur te hooren kloppen.
„Kom, Louise!" rielp zij. „Wat scheelt
er aan? Dick Forsythe is hief. Wees, ten
minste, zoo beleefd beneden te komen. Ik
weet niet of zijne moeder wel een zier
beter is, maar zij heeft alle kans gehad
om tweemaal te sterven, voordat hij hier
gekomen is."
HOOFDSTUK XXI.
Het bericht van de ongerustheid, die
in Ashurst heerschte, verhaastte Heiena's
bezoek. Zij dacht misschien van nut te
kunnen zijn, en dus was het beter nu te
gaan dan eene week later.
devisen in de afgeloopen weiek, zijn een
bewijs, dat de belofte van financieele hulp
aan Oostenrijk ernstig zal worden opgevat.
In regeermgskringen wordt met stellig
heid verklaard, dat de terugslag des te
gevaarlijker «zou moeten zijn, wanneer ook
ditmaal, evenals tot lieden altijd het ge
val was, de hoop niet mocht worden
vervuld.
De activiteit, waarmede de Westersche
.staten de hulpverleening ter hand schijnen
te nemen, wordt door de geheele Oosten-
rijks-che openbare mieening dankbaar er
kend; men ziet daarin ook een bewijs, dat
men begint in te zien, dat het herstel
van Oostenrijk zonder groote moeilijkhe
den en met betrekkelijk geringe sommen
te bereiken is. De toestand is ongetwijfeld
reeds zoodanig geworden, dat een zeer
spoedige beslissing onvoorwaardelijk nood
zakelijk is.
De gesneuvelden in het Oosten.
Langzamerhand worden de lijken van
Fransche soldaten, in den oorlog in het
Oosten gesneuveld, naar hun vaderland
overgebracht. De eerste 500 lijkkisten ko
men een dezer dagen met het S.S. Rollon
te Marseille binnen. Met groote plechtig
heid zullen deze in ontvangst worden ge
nomen en bijgezet. Of «Ie minister van
Oorlog óf maarschalk Franchet d'Esperey
zal de plechtigheid uit naam der regeering
leiden.
Een Christelijk Chineiesch Leger.
Dr. J. Goforth schrijft in Het Zoek
licht:
Ongeveer een jaar geleden schreven we
over een Christelijk Chineesch generaal-
Wat hier volgt is slechts een voortzetting
van het wondervolle genadewerk.
Het leger ligt te Honau in garnizoen.
We hebben er plm. 3 weken doorgebracht.
We noemen het een Christelijk leger, om
dat daar bewijzen voor zijn.
In dit kleine leger zijn van de 10.000
er reeds 5000 gedoopt. Op een avond
vroeg ik een soldaat, die me thuis bracht,
welk deel van zijn bataljon Christen was.
Hij zei, dat al hun officieren Christenen
waren en 8 a 10 der minderen zijner
afdeeling ook. En die niet gelooven? Spre-
fcen: zij u tegen of plagen zij hen, die
gelooven? vroeg ik. Voor zoover ik weet
biet, zei hij. Zij weten, dat onze meerderen
allen Christenen zijn. Wat de jonge- re
kruten aangaat, die beginnen allen dade
lijk Clirf* liederen en de Katechismus te
jeeren.
We spraken generaal Feng -over de
noodzakelijkheid van Bijbelonderzoek.
Twee uitstekende mannen geven al hun
tijd tot Bijbelonderzoek. Tweemaal per
week komen al de officie-ren samen tot
Bijbelstudie en zij houden*eiken avond
Weer ©en cursus voor de minderen, zoo
dat het geheele leger op de hoogte komt.
Het is niet ongewoon -officieren open
luchtsamenkomsten te zien houden. Men
ziet geen rondslenterende soldaten, noch
hij dag, noch bij avond; ze gebruiken al
hun vrijen tijd voor studie. Ze ver
kwisten hun geld niet. met rooken, drin
ken of dobbelen. De mannen beleggen
gaarne hun geld in de spaarbank van
hei leger. Laatst hadden 40 mannen den
leeftijd bereikt, waarop ze met groot ver
lof konden gaan. Elk hunner had een
ambacht geleerd en had nu geld op de
bank om wal te beginnen.
Toen het leger ingedeeld werd, waren er
plm. 300 slechtbefaamde vrouwen in de
stad. Generaal Feng beval, dat al die
vrouwen binnen 5 dagen de stad moe-sten
verlaten. Het stadsbestuur meende, dat -hij
Misschien gevoelde zij ook de nood
zakelijkheid van kalmte. Zij was tot vin
nige woordenwisselingen gedwongen ge
worden, die haar eindelijk zoo begonnen
te vervelen, dat zij op al de eenzijdige
redeneeringen, die tegen haar gehouden
werden, niet eens meer antwoordde. De
ouderling Dean was haar komen bezoeken,
en eerst had zij hem met geduld ont
vangen en hem haar reden gezegd waarom
zij niet aan de hel geloofde. Er was zelfs
een oogenblik geweest dat Helena ge
meend had, hem te kunnen overtuigen
van hetgeen in hare oogen zoo duidelijk
en eenvoudig was. Maar op alles, wat zij
aanvoerde, had hij maar éen antwoord;
„De Bijbel, mevrouw, het Woord van God.
leert ons" zus of zoo en dan kwam hij
weer hardnekkig op zijn eigen standpunt
terug. Zoo ging het eene poos voort, tot
dat Helena den man niet langer kon dul
den, en hem schreef dat zij niet meer
mèt hem wilde redetwisten en hem ver
zocht niet weder op de pastorie te komen
om haar te bezoeken.
Grier, in ontzetting toen hij van ziijne
vrouw vernam wat mevrouw Ward gezegd
had, spoedde zich ook naar Lockhaven,
om John te berispen en te vermanen dat
hij zulk een ketterij in zijn gezin toeliet;
want Grier was het met Paulus eens dat
de man het hoofd der vrouw is, en dus
niet zulke drastische (uiterst strenge)
maatregelen moest nemen en wilde de
helft laten blijven. Zelfs niet één mag
er blijven zei de generaal. Later vertelde
de generaal zijn mannen de toedracht
en zei: Ik wist, dat het eenigen uwer en
ook de jonge onderzoekers in verzoeking
Zou brengen. Daarom gaf ik geen verlof
er één te laten blijven van deze vuile
Vrouwen. Wij zijn krijgsknechten des Hee
ren en kuinnen het niet toelaten dat de
duivel voor onze oogen kwaad doet. 'Men
zegt, dat de vroede stadsvaderen samen
kwamen om te bespreken, hoe zij het plan
Van den generaal konden verhinderen. Zij
kwamen echter tot de conclusie, dat de
generaal zijn mannetje kon staan en
hij kreeg zijn zin.
„Het dal des doods.''
Hoe verschrikkelijk de berichten
ook zijn, die door de buitenlandsclhe
hulporganisaties en door leden van
het Nansen-co-mité uit Rusland gezon
den worden over de -ellende m de
Russische hongergebiede-n, zoo- schij
nen deze schilderingen nog niet eeris
de afschuwelijke verschrikkingen na
bij te komen van den toestand in
de afgelegen gebieden van Ooist-RuS-
lancl. Tot de zwaarst getroffen g|et
bieden behoort het district Boezoeloek
in het gouvernement Samara. De
bolsjewiek Chocholf «heeft dit „Dal
des Doods", zooals het genoemd
wordt, bezocht en geeft in de Iswes-
tia verslag -van zijn bezoek.
Zelfs de reeds ellendige voeding
met allerlei onverteerbare surroga
ten is niet kunnen voortgaan, daar
de sneeuw de wortels en kruiden in
de bosschen bedekt en voor de men-
schen onbereikbaar gemaakt heeft.
Gevallen paarden en hondenlijken
gelden a«ls lekkere beetjes, die zeer
zeldzaam geworden zijn.
Bij dozijnen liggen de lijken der
veihongerden langs de stralen en in
de graven. Hoe het -er in de afgele
gen dorpen uitziet, woelt niemand,
daar het bij gebrek aan paarden on
mogelijk is er door te dringen. Het
wordt waars c'h ij n 1 ij k geacht, dat
daar sedert lang alle leven uit
gestorven is
Choc hl of heeft, verder op zijn reis
vastgesteld, dat de gevallen van ka-
n i 1) a 1 i s m e in den laatsten tijd op
schrikbarende wijze toog ei-
nomen zijn. In het dorp Moksja
heelt een vróuw haar -aan hongerdood
gestorven dochter gedeeltelijk opge
geten. In het dorp Blagodarof in het
district Boez-oeloek hebben drie fa
milies, door wilden honger gedreven,
lijk van een pas gestorven dertien-
jarjgen jongen eerst geopend, de in
gewanden er uit genomen en na op
pervlakkige reiniging rauw verteera.
Tengevolge van het eten van dit
menschenvleesch is een der vrouwen
gestorven; haar lijk is desniettemin
opgegeten. Van h|et lijk van een an
deren knaap, in hetzelfde dorp gestor
ven, bleken bij opgraving uit een mas
sa-graf hoofd en beene-n verdwenen
te zijn; desniettemin werd ook nog
de romp door hongerenden wegge-
renden weggehaald en in hun hutten
opgegeten.
Al deze gevallen van kannibalisme,
zoo zegt nog Chochlof, zijn door
het hulpcomité van het dorp' vastge
steld. en een prortes-verbaal ervan is
naar de hoofdafdeeling van het district
verzonden, en de schrijver eindigt
sprak het, volgens hem, vanzelf dat hij
ook over haar .geweten te zeggen had.
John was niet thuis; dus richtte hij zijn
aanval op de ware schuldige, haar ver
zekerende dat hij dit tot heil harer ziel
deed. Helena had plotseling een ©inde
aan het onderhoud gemaakt, door te wei
geren verder met hem te redeneeren en
Grier op "n beleefde manier, maar vrij dui
delijk, de deur te wijzen, met 'n vastheid
van blik, die, tot zijne verbazing, toen
hij er over nadacht, hem het stilzwijgen
o-plegde.
De gesprekken met John konden na
tuurlijk^ niet kwellend genoemd worden,
want zij sprak met hem, maar zij waren
vruchteloos.
Toen de laatste avond, voordat zij hare
woning zou verlaten, gekomen was, wist
Helena met een zeker smartelijk gevoel
van wroeging dat het eene verlichting
voor haar was van huis te gaan; zjj was
blijde dat zij veertien dagen de stem van
den ouderling Dean niet zou hooren.
„Ja," antwoordde John, „het zal goed
voor u zjjn eene poos van dat alles af
te wezen, 't Is moeilijk voor u helder t-e
denken, door mijn ongeduldig verlangen
om u tot een vaste overtuiging te brengen
gehaast. Dat begrijp ik. Maar ik wil dat
je zult trachten tot die overtuiging te
komen, lieve." (Wordt verveigd*