GING. \M It M S4± 27 Januari. Donderdag §10 Januari 102? ;t steeds 86e Jaargang X© 100 bd onrein direct. IOOMEN," Reclames. ÏHAPPIJ JW jïing te koop Bouwland, 'dappelen. Ie Diensthode. ion f 0.40. ir te Goes bij en VERMA1RE gingen bij i, Hendrikstr. 18. ieiburg bij .UIJS, Vlasmarkt in in fieuwe Drogisterij Delft 94. r zware *f f, ir te pachten Stalmest. FEUILLETON. John Ward en zyne Vrouw. 1 A coop „Welgelegen", Goes, laling. Ite bekomen en in- ften te bezorgen bij EBEEKE, Voorstad op Zaterdag 28 Ja- den Hoogeweg. averen vóór 10 Febr. ISE, Koudekerksche pgen, waar ïnlichtin- zijn. KOOP: Y^jf lauwe en Bravo's [t. lste nabouw. IEMSE Jz., Vrouwe- je Wlelktransport» inhoud, a f 7.00 toop, bij t/ ff Q J. C. DELS., v K 177, Middelburg- KOOP Af/Jf )VAA Jr., Rittbem. KOOP eenpaards [7 Meter stang en ïom en een Veer- fy. P. MOL, Smid, Ikerke. aan een Arbeider ling direct beschik- mest ei n, Mid- ILSCHAP—Jordaas,^ ide G 119, vraagt yj Meid of aaako V/A gevraagd, voor dé iburg". Adres J. DE ersweg V 89, M'burg. Drukkers-Exploitanten OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraal 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 2591 De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f 3. Losse nummers f 0.05 OM DE EERE GODS. I [Tengevolge van de bekende overtre ding te Schoonrewoerd is weer eens de aandacht gevestigd op het gemeentelijk' vloekverbod. De kantonrechter te Vtónen had, kooals de pers meldde, den beklaagde vrijger sproken op grond van het feit „dat het inroepen van de verdoemenis Gods in houdt een erkenning van de Almacht Gods en men zich daardoor niet aan Godslas tering schuldig maakt." Hoezteer ook van scherpzinnig vernuft getuigend, in beroep werd des Kanton rechters uitspraak vernietigd en beklaagde veroordeeld. De uitspraak der Rechtbank te Tiel zAl bevrediging brengen aan godsdienstig Nederland, dat het nog ter harte ,gaat, wanneer Gods oppermajesteit snood wordt aangerand. Maar het verbijsterende van Vianens uitspraak blijft. (De wijze, waarop de geheele pers, en met name de Christelijke pers, zich met dit geval bezig hield, toont aan, dat er nog een meeleven is, wanneer het gaat om de eere Gods. Een meeleven, dat versterkt, in deze tijden van losmaking en ontbinding. Er voer een huivering door dat deel van ons volk, dat zijn God nog de eere wil gebracht zien, zijne algeheele afhan kelijkheid van Hem belijdt en het weet, dat alle dingen uit Hem, door Hem en tot Hem zlijn. wat doet het schamel aan, een der gelijk nietig protest van iemand, die dn zichzelf verloren is, zoo diezelfde hoo- ge God, Wien hij de kroon van het hoofd zou rukken, Hem de hand ter redding niet uitsteekt. Welk eene beschamende tegenstelling ook, wanneer men eenerzijds ziet d© po ging van een nietig sterveling, het maaksel van Gods handen, om zijn Schepper de eerekroon te rooven. En anderzijds: de stemmelooze natuur, waarvan de Psalmist zegt: „De hemelen vertellen Gods ©er en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk. IDe dag aan den dag stort overvloedig sprake uit, en de nacht aan den nacht toont wetenschap." De onbezielde natuur den Schepper lovend. De bezielde natuur den Schepper lasterend. I - Met dit al, de uitspraak van ;Vianens rechter is teekenend voor onzen tijdgeest. Het afwijken van God, den levenden God, dringt al verder door. Het ongeloof vertoont zich bruut, niet heimelijk en bedekt, maar in het openbaar. .Droef'is het, in-droef, wanneer de ver wildering in de breede lagen des volks zoozeer doordringt, dat de heiligheid des Heeren wordt aangetast en men blijk geeft, geen besef meer te hebben van zijne al geheele aihankelijkheid van God Almach tig. Want immers in Hem leven wij, bewegen wij ons, zijn wij. Doch droeviger nog is het, wanneer die afwijking van den levenden God van bovenaf wordt gesanctioneerd en Zijn grondslag erlangt. Het recht Gods geworden tot een werk van 's menschen handen. Gods recht verkeerd in 's menschen on gerechtigheid. Naar het Engelsch van MARGARETHA DELAND. 76) Zij zeide nog veel meer, en misschien zou zelfs Giffords streng begrip van recht vaardigheid niet overtuigd gebleven zijn dat hij wel had gedaan met Louise te zeg gen dat het ongeluk hare schuld was, als hij geweten had welke gedachten aan «en mogelijke boetedoening in haar hoofd om gingen, toen mevrouw Forsythe aldus over haar zoon sprak. Het was niet de eerste maal sedert zij daar lag, -dat zij Louise hare bezorgdheid over de toekomst van Dick te kennen had gegeven, en nu ver liet het meisje haar met een ontroerd hart. In de gang ontmoette zij mevrouw Dale, vol gevoel van gewicht en gezag. „Ik heb hier wat bouillon voor Arabella Forsythe," zeide zij, het blad op de een© hand in evenwicht houdende, terwijl zij met de andere het servet oplichtte1, om te zien of alles wel in orde was. „Als ik haar nu maar kan overreden om er van te gebruiken. Maar, neen, ik wil haar nu niet hard vallen; zij is vrij erg, dat moet ik zeggen en wat bevalt haar dat! Maar waarlijk, Louise, als we niet spoedig Hier staan de twee weer tegenover elkaar: de wijsheid Gods en het dwaze der menschen. 2oo gaat de menschheid omlaag. Zoo gaat het de helling af iberg afwaarts! Tenzij Tenzij God het verhoede! ETenzij Hij zich nog ontferme over ons land, over ons volk, dat almeer de oude paden verlaat. Als het Israël Zóó was, dat een iegelijk deed wat recht was in zijne oogen, dwaalde het af en was de Heere verre. Doch bij Israël was er ten langen leste weer omkeering. Door gebed, door terugkeer. Maar waar is die terugkeer in Nederland? Ds v. Noort. Het overlijden van ds. v. Noort heeft ook in onze omgeving diepen indruk ge maakt. Ds. v. Noort was een man met een warm hart voor de zaak van Gods Ko ninkrijk. Zondagsschool, Zending, Veree- nigingsleven, Christelijk Onderwijs voor al had de liefde van zijn hart. De Goe- sche vrienden van het Nederlandsch Jon gelingsverbond herinneren zich nog le vendig zijne steeds goed verzorgde en gekruide toespraken, waardoor deze boei ende voorzitter zijn jeugdige hoorders tot hun arbeid wist te bezielen. En de Ne derlandsch© Zondagsschoolvereeniging, welker secretaris hij was, heeft niet groo- ter weldaad aan Zeeland, en met name aan Goes bewtezen, dan toen zij besloot, hier, te vergaderen en de Zeeuwen, naast Moet'on on Rumscheidt, met ds. v. Noort kennis te do-rti 'maken, en naar hunne gulden woorden te doen luisteren. Ds. v. Noo'rt had zeer veel beminne lijks. Hij had op de hoogeschoiol vele vrien den, de intimus onder hen was dr. Wa genaar; en de scheiding van '86 kon de oude vriendschap- nietdoen verflauwen, de harten trokken steeds weer tot el kander heen. In breeden kring wordt dan ook zijn heengaan diep betreurd. De a.r.-club en het vrouwenkiesrecht. De legende mag niet blijven loopen, dat onze club deel heeft gehad in de sanctioneeiing van het vrouwenkiesrecht. In de IVe-ede Kamer is destijds tegen dat Vrouwenkiesrecht geprotesteerd, en gestemd,v door all-o anti-revolutionairen op twee na, toen -bet als wettelijk voor schrift werd aangediend. En in December van 't vorige jaat heeft zoo goed als geheel onze geheele KameHractie hare medewerking ontzegd aan 't pogen der Regeering om het vrou wenkiesrecht in de- Grondwet vast to leggen. Dit zal in onze kringen met genoegen vernomen worden. Slechts één anti-revo lutionair, de heer Smee-nk, wa,s er voor om hel: wettelijk voorschrift om te zet ten in een grondwettelijke bepaling. Een andere houding zou trouwens niet wel denkbaar zijn geweest. In ons Program van Beginselen toch wordt het Vrouwenkiesrecht gewraakt, en de laatste Dieputatenvergadering heeft op wat van dat jongemensch hooren, weet ik niet wat wij beginnen moeten, want zij is vannacht zeker erger. Uw vader heeft juist een brief van iemand ontvan gen, waarin gemeld wordt dat hij mei eenige vrienden een plezierreisje doet en geen adres heeft achtergelaten. Ik dacht, dat hij Zoo verlangde te Ashurst te 'ko men dat vertelt Arabella. Het zou mij niet verwonderen dat hij zijne moeder- niet levend meer zag dat zeg i k Zij schudde het hoofd en verdween in de ziekenkamer. Louise gevoelde eene b-e- kneldheid van hart, die hare lippen deed verbleeken. „Als tante Dale zegt dat me vrouw Forsythe erger" is, dan is ziij zeker heel erg," dacht ziij. Duizelend liep zij naar boven; zij wilde van iedereen verwijderd zijn en deze ver schrikkelijke waarheid onder de oogen zien. Zoo kwam zij o-p den zolder, welks llage, breede vensters, met kleine groenach tige ruiten, over de toppen der 'hoornen op het westen uitzagen, dat nog flauw met een geel schijnsel van de ondergaande zon verlicht was, met lange, vliesachtige strepen van grauwe wolken er tusschen- door. Zij knielde neder en legde hare wang tegen de vensterbank, vol inkervingen van kinderhanden; want vroeger was het hier eene speelkamer geweest, en menigen re- jgenachtigen namiddag hadden zij, Helena en Gifford, hier doorgebracht, verkleed met de oude kleedingstukken Jen hoeden, Als voorbehoedmiddel wordi'geprez-en „Vul een „glas halfvol mejXwarm water en roer/daarin een eetlepel Abdijsiroop. IiierniCTe vijf maal daags goed gorgelen. ondubbelzinnige wijs zich tegen het Vrou wenkiesrecht verklaard. Alleen maar blijft onder ons de vraag: wat moeten nu onze vrouwen doen? Of liever, die vraag is geen vraag meer. Onze vrouw-en gaan stemmen. Wie nog aarzelden, zijn zeker van di rectie veranderd, na lezing van het mooio verslag in ons vorig nommer van de rede van den oud-minister Idenburg te Poortvliet; -en de herinnering in ons voor laatste nommer aan de brochure van mej'utfrouw II. S. S. Kuyp'er, aan de anti-revolutionaire Vrouwen en het vrou wenkiesrecht gewijld. De intiemste vriend van onzen dr. Kuyp-e-r, en de oudste dochter van onzen betreurden leider, zij spreken hierin éénzelfde taal: het Vrou wenstemrecht is ons geschonken tegen onzen zin, maar wij hebben 't nu, en er is alle aanleiding -en gezond motief om het nu te gebruiken. Niet recht duidelijk. De heer Linden, kapitein der infanterie, publiceert in de „Nieuwe Courant" een brief, waarin hij zijn meening zegt over de behartiging der weermachtsbelangen door den Vrijheidsbond. Na te hebben erkend, dat, hetgeen voor, tijdens en na 'de mobilisatie is tot stand gekomen, te danken is aan de Christe lijke partijen, vraagt de Schr. of de Vrij heidsbond 't verdient te worden gesteund, bij de a.s. verkiezingen, om de -belangen van de defensie te behartigen. Het ant woord luidt ontkennend. „Meerderen zullen rechts gaan stem men", indien niet het leger de Zoo noodige rust en verbetering zal Worden gegund"; aldus de heer Linden, die verder nog den Vrijheidsbond oproept o-m de definitieve oplossing niet uit te stellen, „al ware het maar om de nagedachtenis van Tyde- man en Ver he ij geen schande aan te doen". En zou de heelr Dresselhuis in deze richting niet kunnen sturen dan zou de Vrijheidsbond maar weer moeten worden „opgedoekt". Wij mogen wel vragen of in ernst 't laatste beroep- wordt gedaan op politieke gewetens met herinnering aan Tydeman en Verheij? Schuilt er wer kelijk geen andere drijfkracht achter den Vrijheidsbond en moeten ho-oge landsbe langen met -een .beroep op stervelingen worden bepleit, laat men dan den schijn vermijden en zich aansluiten bij den vaandeldrager van het: „geen man, geen cent". Dan zijn de verhoudingen zuiver der. Maar nu wil do heer Linden na het „opdoeken" -een historische partij stich- ten, „waarin de voormalige Vrije liberalen, de Christelijk-Historischien en de links staandeanti-revolutionairen zich kon den vereenigen". die in de groene kisten daar tegen de muur gepakt waren, of heen en weer ge zwaaid in den kleinen schommel, die van de kale balken hing. Zij zag naar de ster ren en harten, die op de vensterbank ge sneden waren, en naar een grooten „Gif- iford" in het hout gebeiteld, en afgetrokken volgde zij de letters met haar vingers. „Hij laakt mij ook," zeide zij bij zich- zelve; „hij ziet het in zooals het_ is. Hoe Bal ik het vergoeden? Wat kan ik doen? Zij bleef voor het venster staan, totdat het westen geheel grauw was; daar be neden in den tuin, begon het eentonig gesjilp der krekels en het gegons der avondinsecten. Toen ging zij weer naar beneden, en zat buiten de kamer van mevrouw Forsythe, om het minste ge luid in de ziekenkamer te hooren. Gifford, die in eene andere ziekenkamer •zat, leed met haar en laakte izichzelven ondanks zijne beginselen. Denner lag in zijn groot ledikant in het midden van de boekerij. D-e gordijnen waren zoo hoog mogelijk opgehaald, om de laatste schemering van licht nog bin nen te laten, maar de kamer was vol schaduwen, behalve waar een kaars flik kerde op een tafeltje, waarop de medi cijnen stonden. „Ik geloof," zeide Denner, de handen op zijne borst vouwende, „dat de dokter er niet recht voor wilde uitkomen. Ik! vond het gepast hem te vragen, of mijne Deze nieuwe bond zou op „historische dus Christelijken grondslag staan, waar in de uiting van den Christelij ken zin werd vr ij gelaten naar den a a r d, die ontwikkelde men schen pas t, die maatschapp'elijk en eco nomisch op dezelfde plaats staan". Wij zouden van zulk een partij wel eens willen zien het program van actie en nog liever dat van beginselen. We zouden dan wel ten naastebij kunnen beoordeelen hoeveel kracht zou w-orden ontwikkeld. De héér Linden ziet in den Vrijheids bond een verzameling eenheden, die niet hijteen behooren op- -stuk van defensie. En verder? Stel die mooie nieuwe duiventil is ge reed, die historische partij. Daar zal dan eenheid zijn ten opzichte van de defensie En andere hoogst belangrijke, politieke Vragen? Bedenkt de Schr. wel dat de defensie-quaestie ten deele een stuk soci ale strekking heeft I Het uitgangspunt lijkt bovendien gevaarlijk, omdat ni-et is be leden de instelling van de Overheid als Gods dienaresse. Maar ook links -,S;t a an d e anti revolutionairen, hem waarschijnlijk bekend, mogelijk georganiseerd, zouden dezie ©enerzijds Gods -eere en anderzijds 's menschen berekening en vrije ontwik kelde geaardheid bedoelen in het staat kundig bestel? 't Is niet ovérbodig hieromtrent meer te vernemen. De Ongevallenwet 1921. Men schrijft ons: Bij de Ongevallenwet 1901 waren de werklieden in verschillende met name ge noemde bedrijven verzekerd tegen gelde lijke gevolgen van ongevallen, hun in verband met de uitoefening van het bedrijf overkomen. Waar de bedrijven met name waren genoemd, viel e-en groot aantal werklieden, werkzaam in de niet genoem de bedrijven, niet onder de bepalingen tier Ongevallenwet, niettegenstaande de kans voor hen om een ongeval (e krijgen bij hun, werk toch even groot was, bijv. de werklieden in handelsondernemingen deze waren niet-verzekeringsplichtig, als geen krachtwerktuig in het bedrijf werd gebruikt. Een steenko'-eiihandelaar, welke voor zijn bedrijf een krachtwerktuig gebruikte, moest zijn werklieden wettelijk verzekeren. Kreeg een van zijn werklieden bij het lossen van een schip kolen een ongeval, dan ontving dez-e werkman van de Rijks verzekeringsbank uitk-e-ering enz. Een gelijksoortig werkman, werkzaam in dienst van een ko'enhandelaar, welke geen krachtwerktuig gebruikte, ontving bij een ongeval van de Rijksverzekeringsbank n iets. Aan deze grove onbillijkheid is door de Ongevallenwet 1921 een einde ge maakt; thans zijn ingevolge de O.W. 1921 de werklieden in bedrijven, en wat als zoodanig wordt beschouwd, volgens de (bepalingen dier wet verzekerd tegen -gelde lijke gevolgen van ongevallen, hun in ver band met hunne dienstbetrekking over komen. Alle bedrijven zijn thans volgens de O.W. 1921 verzekeringsplichtig, behalve de bedrijven van landbouw, veehouderij, tuinbouw en b-oschbouw en (in 'tko-rt Uitgedrukt) de zeevaart, alsmede het vis- schersbedrijf, uitgeoefend buiten rivieren en binnenwateren, als 'regel buiten kwetsuur van een ernstigen aard was, of het ja, ik moet mijne verontschul diging maken dat ik! over onaangename dingen spreek of het slecht z'ou kun nen afloopen. Hij zieide alleen dat alle kwetsuren de mogelijkheid in zich heb ben om ernstig te worden; hij scheen haast te hebben, en te verlangen om weg te komen, dus wilde ik hem niet ophouden, want ik dacht dat hij misschien ergens een ernstigen patient had. Maar het kwam mij voor, alsof hij er niet recht voor wilde uitkomen, Gifford; kortom, alsof hij ont week. Ik' heb er niet verder -op willen aandringen, om hem niet in verlegenheid te brengen, maar ik geloof, dat hij ontweek." Gifford ontweek ook'. „Hij heeft tegen mij niets ontwijkends geziegd mijnheer Denner. Hij heeft mij sterk op het hart gedrukt voor het toedienen van uwe medi cijnen te Zorgen, en hij heeft nog over uw moed gesproken." Hierop schudde Denner ontkennend het hoofd, maar hij scheen toch gestreeld te zijn. „O, dat was niets dat had niets te beteekenen." Een van d-e luiken was dicht, en verdonkerde de kamer; GiffcFd stond op, leunde uit het venster en maakte het aan den haak tusschen het klimop vast. „Ik kan geen aanspraak op moed ma ken," ging de zieke voort. „Neen, Ret was, als 't ware, toevallig, Giffort]." P r i j s der Adviertentiën: i1—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 of Bij abonnement belangrijke korting. het gezicht der Nederlandsche kust. Voor de bedrijven van landbouw, veehouderij, tuinbouw en boschbouw is het ontwerp van wet gereed; de personen der zeevaart zijn reeds wettelijk verzekerd, z-oodat bin den niet al te langen tijd alle werklieden, onder een Ongevallenwet zullen vallen. Voorheen, dus volgens d-e O.W. 1901, was een werkman verzekerd in de ge noemde bedrijven, indien het ongeval hem in verband met de uitoefening van het bedrijf overkwam. Thans, ingevolge de O.W. 1921, is een werkman verzekerd, indien het ongeval hem in verband met zijn dienstbetrekking overkomt. Dit laat ste geeft den werklieden belangrijk voor deel; wanneer ©e-n werkman rechtstreeks 'van huis naar zijn werk gaat of van zijn werk rechtstreeks naar huis, en hem over komt een ongeval, zal geacht worden dit ongeval hem te zijn overkomen in ver hand met zijn dienstbetrekking en ont vangt hij uitkeering. Had voorheen de kverkman werkplaats of terrein verlaten en overkwam hem een ongeval op weg naar huis of omgekeerd, dan kreeg hij geen uitkeerin g. Een onbillijkheid vain de oude wet blijkt uit het volgende voorbeeld: Indien bijv. een machinefabrikant een bij hem in dienst zijnden werkman ge lastte, eenige pannen op het dak van zijn eigen woning te plaatsen en de werk man kreeg daarbij een ongeval, dan had deze volgens de bepalingen der Ongeval lenwet 1901 geen recht -op schadeloos stelling, het ongeval wias hem dan riiet overkomen in verband met d-e uitoefening van het verzekeringsplichtige- bedrijf. Thans zal een werkman ingevolge de bepalingen der O.W. 1921 wel uitkeering ontvangen; aangenomen wordt, dat dit werk, het leggen van pannen op het dak van de woning van den fabrikant, hem in verhand met zijn dienstbetrekking is overkomen. Een we-rkman, die v-oorheen een ander werkman hulp verleende, ook indien dit hem door zijn werkgever was gelast, doch daarbij niet werkzaam bleef in het ver zekeringsplichtig 'bedrijf van den werkge ver, had bij -een eventueel ongeval geen recht op uitkeering. Een voorbeeld zal dit duidelijk maken. Indien een smid ruiten in zijn smederij deed inzetten door een schildersknecht, in dienst van een schiklerspatro-on, en de smidsknecht zou hierbij hulp verleenen, dan bekwam de smidsknecht, indien hem bij dit werk -een ongeval overkwam, geien uitkeerin-g. De meeste werkgevers waren met de bepalingen der Wet niet voldoende bekend, zoodat, wanneer een werkgever een werk man eenig werk gelastte-, de werkgever te g-oeder trouw meende, dat zijn knecht steeds verzekerd was. En voor werkge vers, èh v-oor werklieden was het bij der gelijke ongevallen een bittere ontgooche ling, dat de Rijksverzekeringsbank, ge bonden aan d-e bepalingen der O.W. 1901, geen schadeloosstelling gaf en niet mocht geven. Enkele groote werkgevers, door schade wijs geworden, sloten ©e-n aanvullende ver zekering bij een particuliere maatschappij; 't gaf hun veel last en administratieven omslag. Immers de loonen, uitbetaald bij werkzaamheden, door hunne werklieden verricht, welke werkzaamheden niet on der de uitoefening van hun bedrijf waren te brengen, e-n soms van geringen omvang Waren behoorden -niet op de door de „Toevallig?" zeide de jonkman. „Hoe kon dat zijn? Ik hoorde het paard en liep den weg op, den phaëton tegemoet, juist toen ik u dien sprong (zag nemen, waardoor gij haar gered hebt." Denner zuchtte. „Neen," hernam hij, „neen, het was louter bij toeval. Ik ik vergiste mij. Ik ben echter blijde, dat ik het niet wist, anders zou ik misschien geaarzeld hebben:- Nu echter, in eene dwa ling verkeerende, had ik geen tijd om bevreesd te zijn." V,Ik geloof dat ik u niet recht begrijp," zeide Gifford. Denner bewaarde het stilzwijgen. De kamer was nu zoo donker, dat hij het gelaat van den jonkman, die tegen een der stijlen van het ledikant leunde, nau welijks kon zien. Achter hem kou Denner nog juist zijn groot schrijfbureau onder scheiden, met zijne loketjes, elk met een opschrift voorsten, en de ordelijk aan een lias gestoken papieren. Niemand had het gesloten, sedert den namiddag, toen hij naar binnen gedragen en op de paarden haren sofa gelegd was. Hij had geaarzeld iemand moeite te veroorzaken door te verzoeken het te sluiten, hoewel het tegen zijn begrip van geheimhouding streed dat het zoo openstond. Nu zag hij -er naar, -en liet het oog op den neef van de dames Woodhouse vallen. (Wordt verve!d

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1922 | | pagina 1