irr leboomen/ ty# \o 86 Dinsdag 10 Januari 1913 s- 14» t liT Utf 1 TUINGROND, Buitenland. J inschrijving voor 7 jaren iving te koop Croonerwten, 36e Jaargang' iidersgezïn >te Knecht Dienstbode FEUILLETON. John Ward en zijne Vrouw. icember. ebron1, An. i Boonman én tje, d v. A bra- en a Maria Jus- d. v. Janis van elia van Waar- a, d. v. Johan- Goedbloed; 31,. lijnse en Sara a Jobsen, 78 j /liet1.4, €or- wed. v. Pie- 29, een kind' ran .loos Schip- RBERICHT. den ochtend. ld door het ut te De Bilt. 775.0 te Tou- tmanoier. nd van 10 Jan. krachtige Zni- l, betrokken tot op regenbuien, ontant etinge in Jachtboek, 1 bij K van Liere, ulier eil 7 Kerse- adendamme aan het 1 (Olmeboom ravenpolder aan den sboom Heer- Abtskerke bi boom. i :t. in te leveren ten >taris VAN DISSEL of op Donderdag nwplan II, tegen de aats. zijn op het terrein ulletten perperffeel eheel in te leveren Notaris PILAAR, Annan a s,, bij wien bekomen zijn. ontant ille, iu den boom- Kerkwqk. te bekomen en bil - everén tot en met Inuari bij A. J. DE «rij te Hansweert. |KO"OP! eren, rekening 14 en een Koe, drie d of een pas ge- ij J. DE BREE Pz., IK 0 0 P hnd en kiemkracht tdres ADR. MESU, koop i. j y rek. 15 Januari en voor de zaai» Koudekerke. Pi ten 3ninc KOOP: p bij de reken! Meid of aan gevraagd, bij ENS, Koudekerke. |e terstond gevraagd 1 3SEN, Wemeldinge. Woning beschik- DE NOOD, Landb. erkje, W. Z.-Vlaan- kg met tuin beschik- VAN NIEUWEN- Jpolder. juffr. BUITENDIJK [at, Goes. ■enstbode MATTH. KOLE, b, Wemeldinge. aankomende Meid reiken kan. Jt U IE Kz., Oostkapelle Drukkers-Exploitanten: OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 6870, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 f Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 CONCEPT-PROGRAM VAN ACTIE. XVII. Wanneer de lezer in ons blad de ver slagen van de gehouden besprekingen in de Tweede Kamer over het dienstplicht- ontwerp heeft gevolgd, dan heeft hij daarin voldoende materiaal gevonden om de te genstanders te weerstaan, die telkens weer aankomen met 't argument, dat wij onze weermacht moeten inkrimpen. Wij hébben dien eisch altijd hoogst ge vaarlijk gevonden. En wij zijn nog altijd van meetning dat de wereldoorlog ons land is voorbijgegaan, natuurlijk de zaak uit menschen-oogpunt gezien, omdat 'taan •geien der strijdende partijen onverschil lig was een driehonderdduizend man meer of minder tegenover zich te zien. Was ons leger toen niet paraat geweest, wij waïen er allicht even slecht aan toe ge weest als onze broeders de Belgen. Bovendien zou 't, dwaas zijn, zoolang anderen in West-Europa niet tot vermin dering overgaan, onze eigen weermacht, die op 't©ogenblik toch al niet zoo groot .is, nog meer te verminderen, t Terecht is dan ook in de Kamerzitting van Maandag 19 Dec., toen de heier v' Groenendael vermindering aanprees, om dat Engeland verminderde en Duitséhland Weerloos lag. door den heer Duijs ge vraagd: en Bel gif' dan? België toch heeft op T oogenhlik een effectief tegen,: Cl(,a,t viermaal zoo groot, is dan dat; hetwelk mi nister v. Dijk een der vorige dagen vroeg" Natuurlijk sluit onze partij zich aan bij allen, die onze weermacht tot hel nood zakelijke willen beperken. Wij laten hierbij ter zijde de bewering van minister de 'Geer, uitgesproken in een vraaggesprek, dat er weinig kans is op een herhaling ,van eein West-Europeesehem oorkn, zooals We nu beleefd hebben. Immers niemand Weet dit, en de hooge oorlogskosten op de Staatsbegrootingen van onze naaste bu ren, wekken het vermoeden, dat die niet zoo optimistisch in de toekomst zien als deze bewindsman. De begrooting toch van ■nationale verdediging in België over 1922 wijst een reuzenbedras aan van ruim een miljard francs! Maar wij moeten onderscheid maken 'tusschen weiermacht en weerkracht. Weer macht ziet, op het aantal manschappen, die in dienst gehouden moeten worden. Weer kracht is de landsverdedigbaarheid in 't •algemeen. Wij mogen onze weerkracht, onze verdedigbaarheid niet in gevaar brengen door verslapping of verminde ring onzer weermacht. Malar beperking van de kosten van be wapening verdient o izen krachtigen steun. Dit voorop stellende, vragen wij ons fit, hoe wij staan tegenover deze drie vragen lo. hoe wij staan tegenover de ontwa- peningsleus en tegenover den toeleg om 'slands weerkracht te vermindereu; dit is 'de politieke vraag; 2o. boe wij wenschen dat ons volk Voor zijn verdediging zal zorgen; dat is •de militaire vraag; So. hoe onze houding moet zijn tegen over de principieels dienstweigeraarsdit is de oonseiemtievraag. De eerste vraag achten wij door onze bovenstaande inleiding beantwoord. Wij staan eigenlijk alleen met de Chris telijk historische partij op het volstrekte standpunt, dat een Christen verplicht is rijn vaderland te verdedigen; dat een volk verplicht is zijne zelfstandigheid te hand haven tegenover wien ook; en dat een landsregeering te zorgen heeft dat hare Ve Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKOAG Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3. Losse nummersf0.05 Prijs der Advertentiën: 1—4 regels f 1.20, elke regel meer 3D ct Bij abonnement belangrijke korting. Naar het Engelsch van MARGARETHA DELAND. 84) John Ward stond op, en sloeg zijn ma nuscript open op het fluweelen kussen van den witten kansel. „De woorden van mijn tekst," zeide hij, "vindt gij' in het zesde hoofdstuk van den Brief aan de Romeinen, het éen- en-twintigste vers: „Want het einde der- zelve is de dood." Het was aangekondigd, dat hij zou pree- ken over Buitenlandsche Missiën, en de gemeente wachtte geduldig terwijl de pre dikant k'ortelijk mededeelde wat in het laatste jaar door de Pïëëbyteriaansche Kerk volbracht was, en na beschreven te hebben op welke wijze zij werkte, ver meldde wat zij voornemens was ra 't ver volg te doen. „Dat is nog maar de inleiding hij zal de heidenen er van langs geven!" fluis terde iemand achter Helena; en nu was ©f een geginnegap en een „st! st!" toen Ward begon te zeggen dat Buitenlandsche Missiën onvermijdelijk waren waar het ge voel van medelijden in het menschelijk onderdanen, voor de land-verdediging op geroepen, behoorlijk gewapend en ge kleed zullen zijn, en in staat om den indringer, die op ons onafhankelijk volks bestaan loert, in het open void te ont moeten. Onder de linkschè, partijen zijn er, die hiervan niets willen weten. De jongste debatten in de Tweede Kamer hebben het weer uitgewezen. Men roept aan dien kant allerwegen om ontwapening. Mocht het, en ware 't mo ie'ijk, wij zouden dien roep steunen. Maar de omstandigheden zijn voor verwezenlijking van dien eisch niet gunstig. Nienmnd toch weet, wat de naaste toe komst baren kan, en of do brandstof voor den wereldbrand niet reeds opgehoopt ligt en wacht op de vonk, die haar in vlam zal zetten Hiermede ligt. wat ons betreft, de ont- wapeningseisch geslagen, en is ook de eisch „'geen man en geen cent" geoor deeld. i Trouwens de S. D. A. P., die dezen1 kreet heeft aangeheven, deed ook in dit. opzicht reeds water in den wijn, blijkens haar jongste programpunt: stelselmatige fn snelle beperking, een ei tcfi!)' die wel Stelselmatig en sne( klinkt,, doch waarin zij de afschaffing (geen man en geen cent) tot beperking heeft afgepimt. OC wij dan geen oor hebben voor de vrede skianken, door Tolstoïa.nen in hun. leer van het .,niet wederstaan", door anar chisten met hun leus „geen geweld"; door idealisten in de arbeiderspartijen met hun „wij willen niet meer" ©n andere dierge lijken geuit? Zeer zekermaar deze allen hebben ook in 191.4 den oorlog niet kunnen tegen houden; de arbeiders niet, de so ciaal-de mocratische leiders niet, de overigen ook niet: en de dwepers over deze laatsten van de 'revolutionaire internationale van vakvereenigingen, bun vredeskreten ten spijt, hebben in Rusland zich geleend, om de macht van het bolsjewisme te schrégen en het ergste militairisme te dienen, dat naar verhouding nog meer bloed vergoten 'heieft dan de „militairistem" in den wereld krijg. Ook de Volkenbond, schoon zijn arbeid door ons zeer wordt gewaardeerd, zal slechts in een zeer verre toekomst zijn in vloed kunnen doen gelden. En nu is dit voor wie zichzelf kent en rijn Bijbel leest niets vreemds. Tiet is de zonde, die in dit ondenrn'aBn&cbef baar rol speelt. Zoolang de zonde lieerscht, zal er ook vijandschap zijn tusschen de volken, en zal het, oorlogsgevaar blijven idreigen. Dat is de waarheid, die wij niet bit hel oog moeten verliezen, en welk© wij ons volk behooren voor te houden, tot dat. 'ter naar luistere; en waarmede wij 'ook iu den aanstaanden verkiezingsstrijd onzen eisch van een goede weerkracht' hebben te verdedigen. Natuurlijk houdt de antirevolutionaire partij vast aan de waarheid dat de vol keren den weg van 'tracht, en niet dien van het geweld moeten zoeken; en wil zij gaarne medewerken tot bevordering van den internationalen vrede; en spreekt daarbij den wensch uit dat in dit. pogen Nederiand voor moge gaan- Bovenstaande is voldoende om te doen 'gevoelen dat wij geen militairisten zijn. Een militairist was Napoleon, bij wien geweld ging boven recht. En militairisten izijn en waren in de groote mogendheden zij die hunne regeeringen dreven naar de politiek van de expansie, den statén- hart plaats vond, omdat de schuld van hen, die in de duisternis van het ongeloof waren, zonder God, zonder geloof, hen zeker tot eeuwige rampzaligheid doemde; en dat was een zoo ontzettend denkbeeld, dat men niet, de een naar zijn akker, de ander naar zijn handel, kon gaan en hen laten verderven. De eenvoudige en vaste overtuiging, waarmede de predikant zijn toehoorders begon te bewijzen dat de heidenen schul dig waren, omdat Adam, hun stamvader en vertegenwoordiger, gezondigd had, ver borg misschien voor hen de wreedheid, welke hij de Godheid toeschreef. Niemand dacht er aan zijne verklaring te betwisten dat de toorn Gods rustte op al de onbe keerde zielen, en dat die hen, tenzij zij1 uit de duisternis in het heerlijk licht der geopenbaarde waarheid kwamen; ter helle zou doemen. Sommige der oudere Christenen knikten daarbij goedkeurend en keken naar de zondaars in hunne eigene familie, hopende dat zij door dit leerstellig bazuingeschal gewekt en voor hun gevaar gewaarschuwd zouden worden. Voor zulke toehoorders: was het onnoodig dat John Ward drukte op de onwaarde van natuurlijken gods dienst, hen vermanende te bedenken dat voor die heidenen, zoowel als voor de meer begunstigde zielen, Christus de ©eni ge naam onder den hemel was, waardoor roof, de annexierung" a la Bismarck, do verovering. Maar Nederland, hetwelk niet aan ver overen of aanvallen denkt, doch alleen aan verweer wanneer het wordt mingeval len, is geen militairist. Wij zijn integendeel zeer yredelievend- Maar wij zijn ook vrijheidlievend. Tegen wie onze vrijheid zou willen 'be: lagen, zouden wij het zwaard opheffen. Toch hopen wij, dat 'ter nooit van ko men zal. Trouwens er zijn nu zooveel paden en paadjes at te loope'i eer men aan oorlog toe kwam, dat 't wel niet gemakke lijk gaan zou. De diplomatie zou voorop moeten met haar gedachtenwisseling, o n een compro mis, een vergelijk le zoeken. Mislukt dit, dan zou 't geschil in handen van een scheidsgerecht kunnen gesteld worden. Mislukt ook dit dan een volgende arbi trage. Eerst daarna zou, tenzij de Volken bond, met bindend gtezag bekleed, het nog voorkomen kon, eein oorlog tot de moge lijkheden kunnen behooren. In ieder ge val de roeping om mogelijk te maken dat wij in tijd van nood ons vaderland mogen verdedigen,' mogen wij nooit verza ken. Ontwapening, onder de versleten leus: wij kunnen ons land toch niet verdedigen, zou de dood onzer nationale zelfstandig heid zijn. Een volk, dat hiertoe overging, zou hiermede zijn eigen doodvonnis teeke- neri. Trouwens geen enkel volk doet dit' Het program vraagt dan ook terecht drieërlei: een zoo goed mogelijk geoefend volk: een doelmatig georganiseerde1?! vrij- willigen landstorm; en bezuiniging. Wat 'teerste aangaat, vraagt rij voor oefeningen, die leiden tot beperking van! den duur der eerste oefening, en een oefe ning die zoo noodig het verblijf in de kazernes onnoodig maakt. In die richting gaat het ontwerp.Dienst plichtwet, dat. straks door de Eerste Ka mer zal behandeld worden. Wat het. tweede betreft,: een vrijwillige landstorm, waarin ook het kader kan wor den gevormd, dal hij de vooroefening goe de leiding geeft, ook hiervan is de grond slag gelegd- En wat het derde aanbelangt, ook in die richting is de regeiering werkzaam, de minister van buitenlandsche zaken pre sideerde zelfs dezer dagen die vergadering gen van dein Vrijheidsbond, in welke ver gaderingen zulke hoopvolle besluiten wer den genomen. Rest ons nog de quaestie der dienst weigeraars. Omtrent deze kunnen wij kort zijn. Indien er ernstige, eerlijke jongemannen zijn,, toegegeven dat zij dwepers zijn, maar 'die in de consciëntie zich geroepen achten tegen het dragen va:n wapenen le protes teeren, dan moet voor dezulken een an dere taak worden uitgedacht. Hoe, dat weten wij niet; doch eein weg dient te wor den gezocht en gevonden. Staatsloterij. 1 Het Centraal Comité van Antirevolutio naire kiesvereenigingen heteft in 't cionoept- program van actie onder meer opge-no- inen in de rubriek Financiën: af schaffing der Staatsloterij. Reeds bij de behandeling van 't concept in ons blad hebben wij tusschen de bedrij ven door een woord gewijd, in ons no. van 6 Dec j.l., aan Loterijen in 't algemeen én daarbij met name ook -de Staatsloterij veroordeeld. Zoodat wij opneming van dit punt in 't de mensch behouden kon worden, en het volk Gods aansporende om in de duister nis hunne handen naar die blinde, dwalen de, gedoemde broeders uit te strekken. Hij drong hen vaardig te zijn om op die roepstem: „Komt over en helpt ons!" te antwoorden, en te luisteren naar die krach tige stem onder het geween der wanhoop, die zeide: „Wat gii aan den minsten mij ner broederen gedaan hebt, dat hebt gij Mij gedaan." De mogelijkheid om zonder de kennis van Christus behouden te worden, zeide hij, bleef na bijna negentien eeuwen, eene mogelijkheid waarvan geen voorbeeld was aan te wijzen; en in de schaduw van die verschrikkelijke waarheid staande, wetend© 'dat millioenen en millioenen zielen zonder het Evangelie, de bron des levens, leef den en zonder hoop stierven, konden wij slechts God bidden om den geest en de middelen om hen te helpen. ISchakel voor schakel verlengde hij de keten dezer redevoering totdat hij aan de diepste hel kwam. Hij betoogde hoe gods lasterlijk het zeggen was, dat de menschen behouden moesten worden, omdat rij, bij gemis van gelegenheid, Christus niet ken den; dat God de ziel niet zon verdoemen, die geen 'kans had gehad om de behou denis aan te nemen. Die kans op behoude nis had zij in Adam gehad, en zij had ze verloren, en daarom was rij veroordeeld. concept-progrim vnn harte toejuichen. Alleen mérken wij op ,dat dit punt al van 1888 af op de programs van actie heeft gestaan, doch bij de besprekingen in de Tweede Kamer er telkens slecht is afgekomen. Minister Godin de Beaufort, de minister Van financiën iu het kabinet-Mackav, stel de vast dat hij de inkomst van deze in stelling niet kon missen. Minister Harte van Tecklenburg, de mi nister van financiën in hel kabinet Kuyper, zegde een geleidelijke afschaffing toe, -waardoor in, naar wij meenen, twee en twintig jaren de afschaffing een feit zou zijn. En minister Kolkman, de minister van financiën in het kabinet-Heemskerk, voel de niet veel voor de afschaffing. Het is daarom maar goed, dat wij dit punt maar telkens weer in onze pro grams opnemen. 0,nzc motieven voor de afschaffing der Staatsloterij zijn uit ons ino. van 6 Dec' j.l. bekend. Wij willen ze nog even re- pe te eren. Wie in de loterij speelt, zondigt tegen de koninklijke wet. der liefde, want hij verrijkt zich ten koste van anderen; en tegen de zedelijke wet, welke oischt. dat. hij werken en bidden zal voor zijn dage- iijksch brood. En wie den speler tot spelen verlokt, staat even schuldig, ook al heet hij Staat. Met eenige wijziging kan hier de opmer king geldende heler is even slecht als de speler; ja nog slechter, want hij strijkt de voordeelen er van op. Wel pogen sommigen hun gewèten te sussen met het praatje, dat de Staat, door er een fatsoenlijke(!) loterij op na te houden, juist de niet fatsoenlijke Weert. Maar dit argument gaat niet, op. Het is ten eenemale valsch. Het is precies dezelfde redemeering, die men ook bij de voorstanders der gereglementeerde prosti tutie aantreft. Onderhandelen en heulen met het kwaad, oim zoo het voortwoeke ren ervan te voorkomen. De zonde matig laten hoerschen, om erger te voorkomen! Als ware het erge niet juist cle vrucht van het matige. Opmerkelijk is het, echter, dat zij, die aldus redeneeren de consequentie van hunne stelling niet aandurven. Immers, ligt het; op den weg van den Staat, er ©en Staatsloterij, als een soort veiligheidsklep op na te houden, waarom dan niet eveneens, om andere ergerlijke uitspattingen der zonde te voorkomen, voor rekening van den SJaat speelbanken, danshuizen en huizen van ontucht op gericht? Er bestaat, de 'gevangenissen kunnen dit bewijzen, niet alleen speel lust, maar ook s tee 1 lust. bij ons volk. Maar zal het nu in iemands gedachten opkomen, om st eel lust in het kle in van overheids wege te gaan aanmoedigen, om haar in het groot te voorkomen? Al deze argumenten tot behoud dtelr instelling bewijzen dan ook niets en vcr- oiordeelen bovendien zichzelven. De Toestand. Er zijn wel eens ongunstiger be richten'te melden geweest dan van daag en gisteren. Allereerst de rati ficatie van het Englelsdh-Iersche ver drag door het lerscihie parlement, waar- In de oogen van den predikant scheen die straf van den hulpeloozen heiden niet meer dan rechtvaardig te zijn. „Zal de Rechter van de gansche aarde niet doen wat rechtvaardig is?" riep hij, en hij hield op, om bij wijze van betoog- grond te vooronderstellen dat Adam niet gezondigd had; voorzeker zou nie mand dan de rechtvaardigheid betwisten om zijne zegeningen deelachtig te zijn. Toen begon hij' het recht van den potten bakker op de klei te bewijzen. Hij was zijne toehoorders vergeten; de verschrik kelijkheid der verdoemenis van de heide nen was overgegaan in de vrees dat éene ziel verloren zou zijn- Hij Zag slechts Helena; zij was in gevaar, zij' was verre van God, maar de prijs van in den hemel toegelaten te worden was niet te veran deren, hoewel zijn hart 'brak van verlan gen dat zij behouden zou worden; de eischen van het Evangelie waren niet ver zacht, de raadsbesluiten van den Almach tige waren even onveranderlijk als het eeuwig verleden. Zijn vurige woorden van liefde en droef heid waren slechts voor haar. De donder van Gods rechtvaardigheid schokte zijn ziel, terwijl hij haar de oneindige genade van Christus aanbood. Maar hij deinsde er niet voor terug te erkennen dat genade slechts was voor hen, die haar wilden aan nemen, en zich niet verstoutten God de door wel niet als bij too verslag rust en vrede in dit door burgeroorlog zoo zwaar geteisterde eil ind zullen terug. keorem, maar waardoor toch de mo gelijkheid op een vredelievende oplos, sing grooter wordt dan ooit tevoren. En verder is ©r de conferentie te Cannes, waarvan gezégd is (ofschoon dit niet de eerste is, waarvan zulks wordt geprofeteerd), dat zij1 de belang rijkste worden zal van de reeks con ferenties, die in de laatste jaren ge houden zijn. En dat zijn er volei Maar indien ons verder geen contra- berichten bereiken, sdh'jml deze voor. spelling toch gedeeltelijk in vervul, ling te zullen gaan. Reeds lang wa ren in de voorheen zoo hechte Entente twee stroom,ingen ontstaan, die we kortheidshalve'maar zullen noemen: de Enge]sclie en de Fransdhe. De eer ste wilde meer de vraag stellen en overwegen: wat is van hel verdrag van Versailles onder de gegeven om standigheden ten uitvoer te brengen Terwijl de laatste, al heel weinig vart redeneeren wilde weten en onver zwakte handhaving van dit verdrag eischte. De werkelijkheid, die nu eenmaal niet weg te cijferen valt, de ernst van den ecionomischen toestand, ma ken echter, dal Frankrijk en België althans over de Engelsche opvatting eens denken moeten. En het is juist deze gematigde strooming. die het, als de voorteekemem niet bedriegen, op de conferentie van Cannes winnen zal. Natuurlijk niet zóó, alsof di' zon der moeite gaan zou. O neen, Uoyd George heeft al zijn staatsmanstalent noodig om althans iets te bereiken en... Engeland moet zlelf beginnen met aan Frankrijk concessies, op fi nancieel gebied te doen. Maar jets' zal er dan toch waarschijnlijk' bereikt worden. Dat een Duilsche delegatie verzocht is naar Parijs te komlein en zich ter beschikking te honden is ook oen ver. blijdend toeken. Vroeger werid alleen geordonneerd, thans wil imlen in ieder geval eetos overleggen. Welke bedragen wil mien nu van Duitsohland vorderen Engeland wil als mlaximum aannemen: 500 milhoien goudmark in 1922. Natuurlijk heeft Duits oh land dan nog mieér op1 te1 bren gen. Deuk slechts aan de kolslen der Enten te-bezetting, aan de levering in hatura, enz. Belangrijk nieuws is ook, dat Enge land en Frankrijk een aocoord voor bereiden, bevattende wederzijidsclhe waarborgen tegen een evenlueeten Duitscihen aanval. Gevolg van hielt ac- c.oiord zou zijn een vermindering der Frainsche strijdkrachten. Voorts wordt de mogelijkheid ontder 'toog gezien van eau breed Opgezette entente, ook met. andere landen, tot waarborging van den status quo in Europ'a. En dan 'l is nu ©enm;aal ge woonte gewordeh, dat opi iedere En tente-conferentie gesproken wordt over een volgende is er nog de voorbereiding van de groote, in Maart te Genua te honden, economische en fin and ëele samenkomst. Er is een streven merkbaar, dat vooral vah Engelsche rijde wo*dt ge steund (het zon eien prachtig middel wezen om dé Duitsche concurrentie voorloopig in de rest van do wereld uit te schakelen) .om aan Duitschland wet voor te schrijven dat alle zondaars behouden, tot behoudenis gedwongen moesten worden, zonder zich aan Zijne voorwaarden te houden. „Welk recht," zeide hij', „hebben wij om te verwachten dat genade voor allen zou bestaan? Hoe onzinnig dan te meenen dat Hij zou afwijken van den regel, dien Hij zichzelf gesteld heeft, en zonder voor waarden hen, die rechtvaardig veroordeeld zijn, behouden? Maar aan de rechtvaar digheid is voldaan, want Christus is ge storven. O ziel, neem dat offer aan." Hij stond over den rand van den kansel ge bogen, met de eene hand aan den zwaren band van den Bijbel geklemd en de andere bevend uitgestrekt; zijne ernstige, bezorg de blikken zagen over de plechtig tot hem opziende gezichten zijner toehoorders heen en zochten Helena, die in de schaduw bij het open venster zat, met haar gelaat een weinig afgewend en de lippen stijf op elkaar gedrukt. iSommige van de vrouwen weenden; een louter zenuwachtige geestvervoering deed ze gevoelen dat zij verloren zondaressen waren; 'zij beefden bij het hooren van Johns stem, alsof zijne woorden eene gespannen snaar in haar vreedzaam en deugdzaam gemoed aanroerden. (Wordt v r ölgd)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1922 | | pagina 1