irr
leboomen/
ty#
\o 86
Dinsdag 10 Januari 1913
s- 14» t
liT
Utf
1 TUINGROND,
Buitenland.
J
inschrijving
voor 7 jaren
iving te koop
Croonerwten,
36e Jaargang'
iidersgezïn
>te Knecht
Dienstbode
FEUILLETON.
John Ward en zijne Vrouw.
icember.
ebron1, An.
i Boonman én
tje, d v. A bra-
en a Maria Jus-
d. v. Janis van
elia van Waar-
a, d. v. Johan-
Goedbloed; 31,.
lijnse en Sara
a Jobsen, 78 j
/liet1.4, €or-
wed. v. Pie-
29, een kind'
ran .loos Schip-
RBERICHT.
den ochtend.
ld door het
ut te De Bilt.
775.0 te Tou-
tmanoier.
nd van 10 Jan.
krachtige Zni-
l, betrokken tot
op regenbuien,
ontant
etinge in Jachtboek,
1 bij K van Liere,
ulier eil 7 Kerse-
adendamme aan het
1 (Olmeboom
ravenpolder aan den
sboom
Heer- Abtskerke bi
boom. i
:t.
in te leveren ten
>taris VAN DISSEL
of op Donderdag
nwplan II, tegen de
aats.
zijn op het terrein
ulletten perperffeel
eheel in te leveren
Notaris PILAAR,
Annan a s,, bij wien
bekomen zijn.
ontant
ille, iu den boom-
Kerkwqk.
te bekomen en bil -
everén tot en met
Inuari bij A. J. DE
«rij te Hansweert.
|KO"OP!
eren, rekening 14
en een Koe, drie
d of een pas ge-
ij J. DE BREE Pz.,
IK 0 0 P
hnd en kiemkracht
tdres ADR. MESU,
koop i. j y
rek. 15 Januari
en voor de zaai»
Koudekerke.
Pi
ten
3ninc
KOOP: p
bij de reken!
Meid of aan
gevraagd, bij
ENS, Koudekerke.
|e terstond gevraagd
1
3SEN, Wemeldinge.
Woning beschik-
DE NOOD, Landb.
erkje, W. Z.-Vlaan-
kg met tuin beschik-
VAN NIEUWEN-
Jpolder.
juffr. BUITENDIJK
[at, Goes.
■enstbode
MATTH. KOLE,
b, Wemeldinge.
aankomende Meid
reiken kan. Jt U
IE Kz., Oostkapelle
Drukkers-Exploitanten:
OOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 6870, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
f
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
CONCEPT-PROGRAM VAN ACTIE.
XVII.
Wanneer de lezer in ons blad de ver
slagen van de gehouden besprekingen in
de Tweede Kamer over het dienstplicht-
ontwerp heeft gevolgd, dan heeft hij daarin
voldoende materiaal gevonden om de te
genstanders te weerstaan, die telkens weer
aankomen met 't argument, dat wij onze
weermacht moeten inkrimpen.
Wij hébben dien eisch altijd hoogst ge
vaarlijk gevonden. En wij zijn nog altijd
van meetning dat de wereldoorlog ons
land is voorbijgegaan, natuurlijk de zaak
uit menschen-oogpunt gezien, omdat 'taan
•geien der strijdende partijen onverschil
lig was een driehonderdduizend man meer
of minder tegenover zich te zien. Was
ons leger toen niet paraat geweest, wij
waïen er allicht even slecht aan toe ge
weest als onze broeders de Belgen.
Bovendien zou 't, dwaas zijn, zoolang
anderen in West-Europa niet tot vermin
dering overgaan, onze eigen weermacht,
die op 't©ogenblik toch al niet zoo groot
.is, nog meer te verminderen,
t Terecht is dan ook in de Kamerzitting
van Maandag 19 Dec., toen de heier v'
Groenendael vermindering aanprees, om
dat Engeland verminderde en Duitséhland
Weerloos lag. door den heer Duijs ge
vraagd: en Bel gif' dan? België toch heeft
op T oogenhlik een effectief tegen,: Cl(,a,t
viermaal zoo groot, is dan dat; hetwelk mi
nister v. Dijk een der vorige dagen vroeg"
Natuurlijk sluit onze partij zich aan bij
allen, die onze weermacht tot hel nood
zakelijke willen beperken. Wij laten hierbij
ter zijde de bewering van minister de
'Geer, uitgesproken in een vraaggesprek,
dat er weinig kans is op een herhaling
,van eein West-Europeesehem oorkn, zooals
We nu beleefd hebben. Immers niemand
Weet dit, en de hooge oorlogskosten op
de Staatsbegrootingen van onze naaste bu
ren, wekken het vermoeden, dat die niet
zoo optimistisch in de toekomst zien als
deze bewindsman. De begrooting toch van
■nationale verdediging in België over 1922
wijst een reuzenbedras aan van ruim een
miljard francs!
Maar wij moeten onderscheid maken
'tusschen weiermacht en weerkracht. Weer
macht ziet, op het aantal manschappen, die
in dienst gehouden moeten worden. Weer
kracht is de landsverdedigbaarheid in 't
•algemeen. Wij mogen onze weerkracht,
onze verdedigbaarheid niet in gevaar
brengen door verslapping of verminde
ring onzer weermacht.
Malar beperking van de kosten van be
wapening verdient o izen krachtigen steun.
Dit voorop stellende, vragen wij ons
fit, hoe wij staan tegenover deze drie
vragen
lo. hoe wij staan tegenover de ontwa-
peningsleus en tegenover den toeleg om
'slands weerkracht te vermindereu; dit is
'de politieke vraag;
2o. boe wij wenschen dat ons volk
Voor zijn verdediging zal zorgen; dat is
•de militaire vraag;
So. hoe onze houding moet zijn tegen
over de principieels dienstweigeraarsdit
is de oonseiemtievraag.
De eerste vraag achten wij door onze
bovenstaande inleiding beantwoord.
Wij staan eigenlijk alleen met de Chris
telijk historische partij op het volstrekte
standpunt, dat een Christen verplicht is
rijn vaderland te verdedigen; dat een volk
verplicht is zijne zelfstandigheid te hand
haven tegenover wien ook; en dat een
landsregeering te zorgen heeft dat hare
Ve Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKOAG
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.
Losse nummersf0.05
Prijs der Advertentiën:
1—4 regels f 1.20, elke regel meer 3D ct
Bij abonnement belangrijke korting.
Naar het Engelsch van
MARGARETHA DELAND.
84)
John Ward stond op, en sloeg zijn ma
nuscript open op het fluweelen kussen
van den witten kansel.
„De woorden van mijn tekst," zeide
hij, "vindt gij' in het zesde hoofdstuk
van den Brief aan de Romeinen, het éen-
en-twintigste vers: „Want het einde der-
zelve is de dood."
Het was aangekondigd, dat hij zou pree-
ken over Buitenlandsche Missiën, en de
gemeente wachtte geduldig terwijl de pre
dikant k'ortelijk mededeelde wat in het
laatste jaar door de Pïëëbyteriaansche
Kerk volbracht was, en na beschreven te
hebben op welke wijze zij werkte, ver
meldde wat zij voornemens was ra 't ver
volg te doen.
„Dat is nog maar de inleiding hij zal
de heidenen er van langs geven!" fluis
terde iemand achter Helena; en nu was ©f
een geginnegap en een „st! st!" toen
Ward begon te zeggen dat Buitenlandsche
Missiën onvermijdelijk waren waar het ge
voel van medelijden in het menschelijk
onderdanen, voor de land-verdediging op
geroepen, behoorlijk gewapend en ge
kleed zullen zijn, en in staat om den
indringer, die op ons onafhankelijk volks
bestaan loert, in het open void te ont
moeten.
Onder de linkschè, partijen zijn er, die
hiervan niets willen weten. De jongste
debatten in de Tweede Kamer hebben
het weer uitgewezen. Men roept aan dien
kant allerwegen om ontwapening. Mocht
het, en ware 't mo ie'ijk, wij zouden dien
roep steunen. Maar de omstandigheden
zijn voor verwezenlijking van dien eisch
niet gunstig.
Nienmnd toch weet, wat de naaste toe
komst baren kan, en of do brandstof voor
den wereldbrand niet reeds opgehoopt ligt
en wacht op de vonk, die haar in vlam
zal zetten
Hiermede ligt. wat ons betreft, de ont-
wapeningseisch geslagen, en is ook de
eisch „'geen man en geen cent" geoor
deeld. i
Trouwens de S. D. A. P., die dezen1
kreet heeft aangeheven, deed ook in dit.
opzicht reeds water in den wijn, blijkens
haar jongste programpunt: stelselmatige
fn snelle beperking, een ei tcfi!)' die wel
Stelselmatig en sne( klinkt,, doch waarin
zij de afschaffing (geen man en geen
cent) tot beperking heeft afgepimt.
OC wij dan geen oor hebben voor de
vrede skianken, door Tolstoïa.nen in hun.
leer van het .,niet wederstaan", door anar
chisten met hun leus „geen geweld"; door
idealisten in de arbeiderspartijen met hun
„wij willen niet meer" ©n andere dierge
lijken geuit?
Zeer zekermaar deze allen hebben
ook in 191.4 den oorlog niet kunnen tegen
houden; de arbeiders niet, de so ciaal-de
mocratische leiders niet, de overigen ook
niet: en de dwepers over deze laatsten
van de 'revolutionaire internationale van
vakvereenigingen, bun vredeskreten ten
spijt, hebben in Rusland zich geleend,
om de macht van het bolsjewisme te
schrégen en het ergste militairisme te
dienen, dat naar verhouding nog meer
bloed vergoten 'heieft dan de „militairistem"
in den wereld krijg.
Ook de Volkenbond, schoon zijn arbeid
door ons zeer wordt gewaardeerd, zal
slechts in een zeer verre toekomst zijn in
vloed kunnen doen gelden.
En nu is dit voor wie zichzelf kent
en rijn Bijbel leest niets vreemds. Tiet
is de zonde, die in dit ondenrn'aBn&cbef
baar rol speelt. Zoolang de zonde lieerscht,
zal er ook vijandschap zijn tusschen de
volken, en zal het, oorlogsgevaar blijven
idreigen. Dat is de waarheid, die wij niet
bit hel oog moeten verliezen, en welk©
wij ons volk behooren voor te houden, tot
dat. 'ter naar luistere; en waarmede wij
'ook iu den aanstaanden verkiezingsstrijd
onzen eisch van een goede weerkracht'
hebben te verdedigen.
Natuurlijk houdt de antirevolutionaire
partij vast aan de waarheid dat de vol
keren den weg van 'tracht, en niet dien
van het geweld moeten zoeken; en wil
zij gaarne medewerken tot bevordering
van den internationalen vrede; en spreekt
daarbij den wensch uit dat in dit. pogen
Nederiand voor moge gaan-
Bovenstaande is voldoende om te doen
'gevoelen dat wij geen militairisten zijn.
Een militairist was Napoleon, bij wien
geweld ging boven recht. En militairisten
izijn en waren in de groote mogendheden
zij die hunne regeeringen dreven naar de
politiek van de expansie, den statén-
hart plaats vond, omdat de schuld van
hen, die in de duisternis van het ongeloof
waren, zonder God, zonder geloof, hen
zeker tot eeuwige rampzaligheid doemde;
en dat was een zoo ontzettend denkbeeld,
dat men niet, de een naar zijn akker, de
ander naar zijn handel, kon gaan en hen
laten verderven.
De eenvoudige en vaste overtuiging,
waarmede de predikant zijn toehoorders
begon te bewijzen dat de heidenen schul
dig waren, omdat Adam, hun stamvader en
vertegenwoordiger, gezondigd had, ver
borg misschien voor hen de wreedheid,
welke hij de Godheid toeschreef. Niemand
dacht er aan zijne verklaring te betwisten
dat de toorn Gods rustte op al de onbe
keerde zielen, en dat die hen, tenzij zij1
uit de duisternis in het heerlijk licht der
geopenbaarde waarheid kwamen; ter helle
zou doemen.
Sommige der oudere Christenen knikten
daarbij goedkeurend en keken naar de
zondaars in hunne eigene familie, hopende
dat zij door dit leerstellig bazuingeschal
gewekt en voor hun gevaar gewaarschuwd
zouden worden. Voor zulke toehoorders:
was het onnoodig dat John Ward drukte
op de onwaarde van natuurlijken gods
dienst, hen vermanende te bedenken dat
voor die heidenen, zoowel als voor de
meer begunstigde zielen, Christus de ©eni
ge naam onder den hemel was, waardoor
roof, de annexierung" a la Bismarck,
do verovering.
Maar Nederland, hetwelk niet aan ver
overen of aanvallen denkt, doch alleen
aan verweer wanneer het wordt mingeval
len, is geen militairist.
Wij zijn integendeel zeer yredelievend-
Maar wij zijn ook vrijheidlievend.
Tegen wie onze vrijheid zou willen 'be:
lagen, zouden wij het zwaard opheffen.
Toch hopen wij, dat 'ter nooit van ko
men zal. Trouwens er zijn nu zooveel
paden en paadjes at te loope'i eer men aan
oorlog toe kwam, dat 't wel niet gemakke
lijk gaan zou.
De diplomatie zou voorop moeten met
haar gedachtenwisseling, o n een compro
mis, een vergelijk le zoeken. Mislukt dit,
dan zou 't geschil in handen van een
scheidsgerecht kunnen gesteld worden.
Mislukt ook dit dan een volgende arbi
trage. Eerst daarna zou, tenzij de Volken
bond, met bindend gtezag bekleed, het nog
voorkomen kon, eein oorlog tot de moge
lijkheden kunnen behooren. In ieder ge
val de roeping om mogelijk te maken
dat wij in tijd van nood ons vaderland
mogen verdedigen,' mogen wij nooit verza
ken.
Ontwapening, onder de versleten leus:
wij kunnen ons land toch niet verdedigen,
zou de dood onzer nationale zelfstandig
heid zijn. Een volk, dat hiertoe overging,
zou hiermede zijn eigen doodvonnis teeke-
neri. Trouwens geen enkel volk doet dit'
Het program vraagt dan ook terecht
drieërlei: een zoo goed mogelijk geoefend
volk: een doelmatig georganiseerde1?! vrij-
willigen landstorm; en bezuiniging.
Wat 'teerste aangaat, vraagt rij voor
oefeningen, die leiden tot beperking van!
den duur der eerste oefening, en een oefe
ning die zoo noodig het verblijf in de
kazernes onnoodig maakt.
In die richting gaat het ontwerp.Dienst
plichtwet, dat. straks door de Eerste Ka
mer zal behandeld worden.
Wat het. tweede betreft,: een vrijwillige
landstorm, waarin ook het kader kan wor
den gevormd, dal hij de vooroefening goe
de leiding geeft, ook hiervan is de grond
slag gelegd-
En wat het derde aanbelangt, ook in
die richting is de regeiering werkzaam,
de minister van buitenlandsche zaken pre
sideerde zelfs dezer dagen die vergadering
gen van dein Vrijheidsbond, in welke ver
gaderingen zulke hoopvolle besluiten wer
den genomen.
Rest ons nog de quaestie der dienst
weigeraars.
Omtrent deze kunnen wij kort zijn.
Indien er ernstige, eerlijke jongemannen
zijn,, toegegeven dat zij dwepers zijn, maar
'die in de consciëntie zich geroepen achten
tegen het dragen va:n wapenen le protes
teeren, dan moet voor dezulken een an
dere taak worden uitgedacht. Hoe, dat
weten wij niet; doch eein weg dient te wor
den gezocht en gevonden.
Staatsloterij. 1
Het Centraal Comité van Antirevolutio
naire kiesvereenigingen heteft in 't cionoept-
program van actie onder meer opge-no-
inen in de rubriek Financiën: af
schaffing der Staatsloterij.
Reeds bij de behandeling van 't concept
in ons blad hebben wij tusschen de bedrij
ven door een woord gewijd, in ons no. van
6 Dec j.l., aan Loterijen in 't algemeen
én daarbij met name ook -de Staatsloterij
veroordeeld.
Zoodat wij opneming van dit punt in 't
de mensch behouden kon worden, en het
volk Gods aansporende om in de duister
nis hunne handen naar die blinde, dwalen
de, gedoemde broeders uit te strekken.
Hij drong hen vaardig te zijn om op die
roepstem: „Komt over en helpt ons!" te
antwoorden, en te luisteren naar die krach
tige stem onder het geween der wanhoop,
die zeide: „Wat gii aan den minsten mij
ner broederen gedaan hebt, dat hebt gij
Mij gedaan."
De mogelijkheid om zonder de kennis
van Christus behouden te worden, zeide
hij, bleef na bijna negentien eeuwen, eene
mogelijkheid waarvan geen voorbeeld was
aan te wijzen; en in de schaduw van die
verschrikkelijke waarheid staande, wetend©
'dat millioenen en millioenen zielen zonder
het Evangelie, de bron des levens, leef
den en zonder hoop stierven, konden wij
slechts God bidden om den geest en de
middelen om hen te helpen.
ISchakel voor schakel verlengde hij de
keten dezer redevoering totdat hij aan de
diepste hel kwam. Hij betoogde hoe gods
lasterlijk het zeggen was, dat de menschen
behouden moesten worden, omdat rij, bij
gemis van gelegenheid, Christus niet ken
den; dat God de ziel niet zon verdoemen,
die geen 'kans had gehad om de behou
denis aan te nemen. Die kans op behoude
nis had zij in Adam gehad, en zij had ze
verloren, en daarom was rij veroordeeld.
concept-progrim vnn harte toejuichen.
Alleen mérken wij op ,dat dit punt al
van 1888 af op de programs van actie
heeft gestaan, doch bij de besprekingen
in de Tweede Kamer er telkens slecht
is afgekomen.
Minister Godin de Beaufort, de minister
Van financiën iu het kabinet-Mackav, stel
de vast dat hij de inkomst van deze in
stelling niet kon missen.
Minister Harte van Tecklenburg, de mi
nister van financiën in hel kabinet Kuyper,
zegde een geleidelijke afschaffing toe,
-waardoor in, naar wij meenen, twee en
twintig jaren de afschaffing een feit zou
zijn.
En minister Kolkman, de minister van
financiën in het kabinet-Heemskerk, voel
de niet veel voor de afschaffing.
Het is daarom maar goed, dat wij dit
punt maar telkens weer in onze pro
grams opnemen.
0,nzc motieven voor de afschaffing der
Staatsloterij zijn uit ons ino. van 6 Dec'
j.l. bekend. Wij willen ze nog even re-
pe te eren.
Wie in de loterij speelt, zondigt tegen
de koninklijke wet. der liefde, want hij
verrijkt zich ten koste van anderen; en
tegen de zedelijke wet, welke oischt. dat.
hij werken en bidden zal voor zijn dage-
iijksch brood.
En wie den speler tot spelen verlokt,
staat even schuldig, ook al heet hij Staat.
Met eenige wijziging kan hier de opmer
king geldende heler is even slecht als
de speler; ja nog slechter, want hij strijkt
de voordeelen er van op.
Wel pogen sommigen hun gewèten te
sussen met het praatje, dat de Staat,
door er een fatsoenlijke(!) loterij op na
te houden, juist de niet fatsoenlijke Weert.
Maar dit argument gaat niet, op. Het
is ten eenemale valsch. Het is precies
dezelfde redemeering, die men ook bij de
voorstanders der gereglementeerde prosti
tutie aantreft. Onderhandelen en heulen
met het kwaad, oim zoo het voortwoeke
ren ervan te voorkomen.
De zonde matig laten hoerschen, om
erger te voorkomen! Als ware het erge
niet juist cle vrucht van het matige.
Opmerkelijk is het, echter, dat zij, die
aldus redeneeren de consequentie van
hunne stelling niet aandurven.
Immers, ligt het; op den weg van den
Staat, er ©en Staatsloterij, als een soort
veiligheidsklep op na te houden, waarom
dan niet eveneens, om andere ergerlijke
uitspattingen der zonde te voorkomen,
voor rekening van den SJaat speelbanken,
danshuizen en huizen van ontucht op
gericht?
Er bestaat, de 'gevangenissen kunnen
dit bewijzen, niet alleen speel lust, maar
ook s tee 1 lust. bij ons volk. Maar zal het
nu in iemands gedachten opkomen, om
st eel lust in het kle in van overheids
wege te gaan aanmoedigen, om haar in
het groot te voorkomen?
Al deze argumenten tot behoud dtelr
instelling bewijzen dan ook niets en vcr-
oiordeelen bovendien zichzelven.
De Toestand.
Er zijn wel eens ongunstiger be
richten'te melden geweest dan van
daag en gisteren. Allereerst de rati
ficatie van het Englelsdh-Iersche ver
drag door het lerscihie parlement, waar-
In de oogen van den predikant scheen
die straf van den hulpeloozen heiden niet
meer dan rechtvaardig te zijn.
„Zal de Rechter van de gansche aarde
niet doen wat rechtvaardig is?" riep hij,
en hij hield op, om bij wijze van betoog-
grond te vooronderstellen dat Adam niet
gezondigd had; voorzeker zou nie
mand dan de rechtvaardigheid betwisten
om zijne zegeningen deelachtig te zijn.
Toen begon hij' het recht van den potten
bakker op de klei te bewijzen. Hij was
zijne toehoorders vergeten; de verschrik
kelijkheid der verdoemenis van de heide
nen was overgegaan in de vrees dat éene
ziel verloren zou zijn- Hij Zag slechts
Helena; zij was in gevaar, zij' was verre
van God, maar de prijs van in den hemel
toegelaten te worden was niet te veran
deren, hoewel zijn hart 'brak van verlan
gen dat zij behouden zou worden; de
eischen van het Evangelie waren niet ver
zacht, de raadsbesluiten van den Almach
tige waren even onveranderlijk als het
eeuwig verleden.
Zijn vurige woorden van liefde en droef
heid waren slechts voor haar. De donder
van Gods rechtvaardigheid schokte zijn
ziel, terwijl hij haar de oneindige genade
van Christus aanbood. Maar hij deinsde
er niet voor terug te erkennen dat genade
slechts was voor hen, die haar wilden aan
nemen, en zich niet verstoutten God de
door wel niet als bij too verslag rust
en vrede in dit door burgeroorlog zoo
zwaar geteisterde eil ind zullen terug.
keorem, maar waardoor toch de mo
gelijkheid op een vredelievende oplos,
sing grooter wordt dan ooit tevoren.
En verder is ©r de conferentie te
Cannes, waarvan gezégd is (ofschoon
dit niet de eerste is, waarvan zulks
wordt geprofeteerd), dat zij1 de belang
rijkste worden zal van de reeks con
ferenties, die in de laatste jaren ge
houden zijn. En dat zijn er volei
Maar indien ons verder geen contra-
berichten bereiken, sdh'jml deze voor.
spelling toch gedeeltelijk in vervul,
ling te zullen gaan. Reeds lang wa
ren in de voorheen zoo hechte Entente
twee stroom,ingen ontstaan, die we
kortheidshalve'maar zullen noemen:
de Enge]sclie en de Fransdhe. De eer
ste wilde meer de vraag stellen en
overwegen: wat is van hel verdrag
van Versailles onder de gegeven om
standigheden ten uitvoer te brengen
Terwijl de laatste, al heel weinig vart
redeneeren wilde weten en onver
zwakte handhaving van dit verdrag
eischte.
De werkelijkheid, die nu eenmaal
niet weg te cijferen valt, de ernst
van den ecionomischen toestand, ma
ken echter, dal Frankrijk en België
althans over de Engelsche opvatting
eens denken moeten. En het is juist
deze gematigde strooming. die het,
als de voorteekemem niet bedriegen,
op de conferentie van Cannes winnen
zal. Natuurlijk niet zóó, alsof di' zon
der moeite gaan zou. O neen, Uoyd
George heeft al zijn staatsmanstalent
noodig om althans iets te bereiken
en... Engeland moet zlelf beginnen
met aan Frankrijk concessies, op fi
nancieel gebied te doen. Maar jets'
zal er dan toch waarschijnlijk' bereikt
worden.
Dat een Duilsche delegatie verzocht
is naar Parijs te komlein en zich ter
beschikking te honden is ook oen ver.
blijdend toeken. Vroeger werid alleen
geordonneerd, thans wil imlen in ieder
geval eetos overleggen.
Welke bedragen wil mien nu van
Duitsohland vorderen Engeland wil
als mlaximum aannemen: 500 milhoien
goudmark in 1922. Natuurlijk heeft
Duits oh land dan nog mieér op1 te1 bren
gen. Deuk slechts aan de kolslen der
Enten te-bezetting, aan de levering in
hatura, enz.
Belangrijk nieuws is ook, dat Enge
land en Frankrijk een aocoord voor
bereiden, bevattende wederzijidsclhe
waarborgen tegen een evenlueeten
Duitscihen aanval. Gevolg van hielt ac-
c.oiord zou zijn een vermindering der
Frainsche strijdkrachten. Voorts wordt
de mogelijkheid ontder 'toog gezien
van eau breed Opgezette entente, ook
met. andere landen, tot waarborging
van den status quo in Europ'a.
En dan 'l is nu ©enm;aal ge
woonte gewordeh, dat opi iedere En
tente-conferentie gesproken wordt
over een volgende is er nog de
voorbereiding van de groote, in Maart
te Genua te honden, economische en
fin and ëele samenkomst.
Er is een streven merkbaar, dat
vooral vah Engelsche rijde wo*dt ge
steund (het zon eien prachtig middel
wezen om dé Duitsche concurrentie
voorloopig in de rest van do wereld
uit te schakelen) .om aan Duitschland
wet voor te schrijven dat alle zondaars
behouden, tot behoudenis gedwongen
moesten worden, zonder zich aan Zijne
voorwaarden te houden.
„Welk recht," zeide hij', „hebben wij om
te verwachten dat genade voor allen zou
bestaan? Hoe onzinnig dan te meenen
dat Hij zou afwijken van den regel, dien
Hij zichzelf gesteld heeft, en zonder voor
waarden hen, die rechtvaardig veroordeeld
zijn, behouden? Maar aan de rechtvaar
digheid is voldaan, want Christus is ge
storven. O ziel, neem dat offer aan." Hij
stond over den rand van den kansel ge
bogen, met de eene hand aan den zwaren
band van den Bijbel geklemd en de andere
bevend uitgestrekt; zijne ernstige, bezorg
de blikken zagen over de plechtig tot
hem opziende gezichten zijner toehoorders
heen en zochten Helena, die in de schaduw
bij het open venster zat, met haar gelaat
een weinig afgewend en de lippen stijf
op elkaar gedrukt.
iSommige van de vrouwen weenden; een
louter zenuwachtige geestvervoering deed
ze gevoelen dat zij verloren zondaressen
waren; 'zij beefden bij het hooren van Johns
stem, alsof zijne woorden eene gespannen
snaar in haar vreedzaam en deugdzaam
gemoed aanroerden.
(Wordt v r ölgd)