*io 8S Donderdag 5 Januari lfl!& 36e Jaargang- Buitenland. FEüSLtETON. John Ward en zijne Vrouw. Drukkers-Exploitanten OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 2)eZeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG Abo n nem e ntsprljs: Per 3 maanden, franco per post, f3. Losse nummersf0„05 Prijs der Advertentiën: 1—4 regels fl.20, elke regel meer 30 ot Bij abonnement belangrijke korting. CONCEPT-PROGRAM VAN ACTIE. XIVt- Punt 6 van 't Concept handelt over de Koloniën. In het Centraal Comité zijn twee uitnemende koloniale specialiteiten, namelijk Colijn (Voorzitter) en Iden- buro (vice-voorzitter). Wij zullen hel wel niet tie ver mis hebben, wanneer wij hun beider hand zien in Üe para graaf, die over de Koloniën handelt. Daarom moeten wij deze koloniale paragraaf met te groóter nauwkeurig heid bekijken. Het concept vraagt drieërlei: Zorg vuldig financieel beleid, Diecentralisa tie vim bestuur, Zedelijke verheffing. Wat 'I eerste punt aangaat, blijve 'tgevleugeld woord pijn doen: de tijd der batige sloten is voorbij. Pijn doen, niet zoo z^er om 't feit, dan wel om de herinnering aan het slechte gebruik dat van die batige sloten getoaalkt is. De Atjeh-oorlog, die miljarden beeft gekost, is uit die batige slooeln betaald; de Javaan is door de conservatieve staatkundigen van een halve eeuw terug geëxploiteerd geworden, .in plaats van geciviliseerd en opgevoed, -en voorbereid voor rijn taak, eenmaal zichzelf te kunnen besturen. Liberalen als Van Hoëvell en Fran sen v. d. Putto, antirevolutionairen als Keuchenius en Essier, Roomlsdh-Ka.- tholiekem als Dos Amorfe v. d. Hoeven en dr Schaepman hebben, met dr Kuyper en de na Van Lansbërge el kaar opvolgende gouverneurs generaal herhaaldelijk voor déze civiliseering gepleit etn .tegen die exploiiteerinig ge toomd. 'Eigenlijk is eerst imiet 't optreden van Keuchenius als minister de nieu we richting in hel regiaeringssteÉSel -onzer koloniën ingeluid-, en hebben op volgende ministers, ook liberalen, sjeèds in die richting voort gesponnen. Wel waren die koloniale specialitei ten uit de school van Fransen van de Putte voor de verheffing van den Javaan, voor opheffing van heeren diensten en andere (dwang-systemen doch bij hen was 'tHumanisme de drijfveer, terwijl Essér en Keuchenius, en na hen onze vroeg ontslapen Van Aisch v. Wijcik en. Idenburg zich door 't Christendom lieten beïnvloeden. En 'tis dan ook die Christelijke boventoon, welke sinds Keuchenius' •optreden steeds' in alle opvolgende kabinetten van ministers en gouver neurs generaal voortgezet werd; zoo zelfs dat nog niet zoo heel lang ge leden de leider der vrijzinnig demo craten in een volksvergadering den gouverneur-generaal van Ned. Indië een huichelaar schold, daarbij aan de traditie zijner liberale vaderèri ge trouw, die den -minister Keuchenius ia Januari 1890 in de ^Eerste Kamer bij monde van den liberaal Van Royen gek verklaarden; hieim verwijtende dat hij leed aan godsdienstwaanzin; en daarmee toohe'nde dat zelfs het libe ralisme in zijn minst benepen ver schijning zich nog- niet kan losmaken van zijn afkeer van of vrees voor het Christendom als toongever in de Nederlandsche staatkunde. tl: Dat een zorgvuldig financieel be leid meer dan ooit noodzakelijk is, zal blijken wanneer wij' u enkele cij fers voorhouden. Naar het Engelsch van MAR.G ARETHA DELAND. 60) Hij stak een hand vooruit, als om haar terug te duwen, deed de deur dicht, en zij hoorde den grendel er op schuiven. Een oogenhlik stond zij als wezenloos op die gesloten deur te staren. Wat kon dat be- teekenen? Alfaretta's verdriet was ver geten; er was iets, dat' John verontrustte zij' kon aan niets anders denken. Als in een droom verwijderde zij zich en begon werktuigelijk haar tuinhoed af te nemen, John had verdriet. Zij ging naai' boven, naar hare slaapkamer, en beproefde zich met naaiwerk bezig te houden totdat zij bijl hem kon komen; maar ze wist nauwelijks wat zij deed. Wat was dat een lange och tend! John had van zijn schrijfwerk opge keken, toen hij Dean aan de deur zag staan. „Goeden morgen," zeide hij gul hartig, terwijl hij opstond, om den ouder ling de hand te geven. „Het verheugt mij u te zien. Hoe is 't in mijne afwezigheid met de zaken gegaan?" :Maar baas Dean scheen niets bijzonders Dn Begrooting voor 1922 raamt hel; totaal der uitgaven voor dat dienst jaar 'op- 925 miljoen gulden, dat der inkomsten op 735 miljoen, dus een tekort van 190 miljoen, waarvan 119 miljoen voor buitengewone uitgaven, die uit leening kunnen worden go- dekt, 10 miljoen voor vlooluitbneddmg en 61 miljoen voor den gewonen dienst. De begrooting van 1921 sloot met een tekort van 16 miljoendat is heer wat minder;, zult ge zeggen. Doch dit is slechts schijn. Er werd name lijk 132 miljoen 'uit bijzondere hef fingen aan de middelen toegevoegd, wat eigenlijk niet 'in orde was, want dat geld, ais zijnde opbrengst van bij zondere (dus buitengewone) "heffingen, had eigenlijk voor buitengewone uil gaven moeten dienen. Nu men die som in. den gewonen dienst bracht, was 't te kort, dat eigenlijk 148 mil joen beliep, nu, schijnbaar althans, zoo klein. In vorige'jaren waren de tekorten aldus: over 1920 ruim 132 miljoen, tegen 51 miljoen over 1919, en 35 mihoen over 19187 en 9 miljoen in 1917. Men. ziet, dil* is voortdurende ach teruitgang sedert 1917, en nog wel een heel snelle; 9 3551132148 190. Tekorten in de klimmende lijn. Van 1867 (invoering der Comptabili teitswet) tot en mei 1916 liet de ge wone dienst in totaal een over schot van 413 miljoen; van 1917 tot en met 1922, eèn tijdperk van slechts vijf: -jaren een tekort van nu reeds 300 miljoen. Die gewone uitgaven stegen van 200 miljoen in 191.5 tot 513 miljoen in 1922, dat is 156 procent; terwijl jde ontvangsten slechts met 124 procent kond en stijgen. En dal in weerwil van de aanzetting der belaslingschroef men kent het woord eener hoog aange slagen Javaansche vrouw, reeds voor jaren door de pers vereeuwigdal wat ik bezit is aangeslagen/ uitge zonderd de melk in mijne borsten! Daarom, nog eens, vragen wij: zorgvul dig financieel beleid. Maar ook daarnaast versterking der mid delen. - De „gewone ontvangsten" van Indië vloeien uit vijf bronnen: belastingen, mo nopolies. producten, bedrijven en diversen. De geraamde opbrengst over 1922 is als volgt: belastingen 268 miljoen, en de ove rige middelen achtereenvolgens 56, 40, 59 en 29 miljoen, totaal 452 miljoen. Nu is volgens den schrijver in D e Standaard uit geen van deze middlelen meer te halen. Die belastingen niet, tenzij men naar middelen grijpt, die de industrie vermoorden. Dan ka|i men, zegt hij1 la- oonisch, doch niettemin juist, dan kan men wel ramen, maar niet innen. Een voorbeeld hiervan giaeft de petro- leumquestic die de laatste maanden aan de orde was, en door de sociaal-democra ten en andere bestrijders van al wat zij onder den naam „kapitalisten" saamvatten, onrechtvaardig wordt warm gehouden. Gelijk men weet, had de Volksraad op Java bij amendement op de 'begroeting onder de inkomsten gebracht ten verhoo ging van de uitvoerrechtenop petroleum, waardoor de opbrengst van dezen tarief post zou kunnen worden geraamd op f54 miljoen 's jaars. Maar hoort dan nu eens wat dienaangaande de oud-Directeur der te vermelden te hebben, en liet den pre dikant van de Algemeene Vergadering ver tellen, terwijl hij verlegen zijn hoed in zijne groote, grove handen zat te draaien. Een zonnestraal viel door het zuidelijke venster op den vloer, str'eek langs het bord met viooltjes op de tafel, en bracht een plotselingen glans in Johns vrien delijke, donkere oogen. „Mijnheer Ward," zieide de ouderling eindelijk, een paar malen zijn mond ope nende voordat hij begon te spreken, „ik heb wat op mijn hart. Ik geloof verplicht te zijn om het u te zeggen." „Zijt gij' zelf in droefenis, mijn vriend?" De vermoeide uitdrukking op Johns ge laat, toen hij zijne pen nederlegde, was oogenblikkelijk verdwenen. „Dan ver heugt het mij dat ik niet langer wegge bleven ben. Ik hoop dat uw gezin niet door ziekte bezocht is?" „Neen," was het plechtig antwoord. t Is "geen lichamelijke krankheid. Wat zegt Gods Woord tot den Christen? „Hij zal Zijne engelen over u doen waken." Neen, ik ben genadiglijk voor ziekte bewaard; al heb ik in uwe afwezigheid erg/het spit in den rug gehad; maar met dankbaar heid mag ik zeggen, dat is nu beter. Krankheid van ziel, mijnheer Ward, dat is vrij wat erger." „Ik hoop, dat gij niet de macht van Sa tan ondervindt?" vroeg John bezorgd. „Zulk een zielskrankheid is werkelijk efger Javaansche Bank, het gewézen Volksraads lid Mr. Gerritzen (Econorn. Statist, be richten 19 Oct. 1921) als slotsom van een uitvoerige beschouwing opmerkt: i „Als zeker mag worden aangenomen dat, waar de Indische olieproductie dier Koninklijke niet. meer clan één-vijfde ha- rer totale olie productie bedraagt, en waar de winst over 1920 (dat een voor- deelig jaar is geweest) over de go- hee le olieproductie niet meer heeft 'bedragen dan f 130 millioen ,van de wiiist op één-vijfde dier olieproductie boven de bestaande belastingen niet nog eens f53.9 millioen jaarlijks kan geke ven worden. Want door die extra-heffing zou niet alleen de winst van de Koqink- v lijke op hare Indische olieproductie ge heel verdwijnen, maar zou zij daarop nog een zeer aanzienlijk bedrag moeten bijpassen." Zoo is het. Wij wezen onlangs al op'het gevaar van ©en der gelijken maatregel. Af gedacht van bet feit dat de regeering hier onrecht zou hebben gepleegd door vain do Koninklijke naar proportie een veel hooger bedrag te eischen dan van ©enige andere onderneming, maakt zij dooi een zoodnnigen maatregel het bestuur van zulke ondernemingen onmogelijk. Vele bui tenlanders steken hun geld in dergelijke ondernemingen. Maar wanneler deze onder nemers voelen dat. zij gfeen rechtszekerheid hebben, integendeel dat hun onrecht ge schiedt, dan zullen er zeker althans geen nieuwe onclernemingten bij komen. Het zou in de toekomst tot versterking van de inkomsten leiden wanntaer d© re- geering dergelijke ondernemingen aantrekt» in plaats van afstoot, niet door haar tie bntzien, maar door haar rechtvaardig te bejegenen. Het zal derhalve moeten gevon den worden op: zuinigheid en vermeerde ring de'r inkomsten, volgens De Stan daard te verkrijgen o.a. door opvoe ring van de bedrijf so verschotten, scher pere ontginning van wat de bodem bleivat of oplevert, als de materie er zich toe leent, door staatsexploitatie: anders door samenwerking van Rcgetering en particu lier kapitaal. En wat, den eisch: zuinigheid betreft, den 'raad gevolgd van een der meest erva ren Volksraadsleden „de uitgaven der huishouding te regelen naar de inkomsten, met terugbrenging der belastingen tot een peil, dat in ove'reenstem'mi.ng is met de economische en maatschappelijke verhou dingen". Helpt Amerika Europa? In tegenwoordigheid van president Har ding heeft het Amerikaansöhle kabinet twee uur lang beraadslaagd over den economi- schen toestand iu Europa. Officieel wordt mede'gledeeld, dat er geen besluit genomen werd betrieflénde de Ame- rikaansche politiek dienaangaande ten het al of niet bijwonen der Europetesche con ferentie. Tot dusver is trouwens, officieel noch officieus eenige uitnoodiging tot bijwoning dier conferentie door cla Europeesche mo gendheden aan Halrding gericht. Trotski als Jood uitgeworpen. Op aanklacht van zijn ouden, half blin den vader heeft de Joodsche Kerk Leon Bronstein, alias Trotski, als een vijland dan elke ziekte van het lichaam." „Neen," antwoordde de ouderling; „neen, ik sta op vaste voeten. Ik weet in wien ik geloof. Ik ben nooit bevreesd voor twijfel. Maar wat is twijfel iets ver schrikkelijks, broedeir1 Ward!" „Dat is het wel," zeide John deemoedig. „Door Gods genade heb ik nooit de ver zoeking vah twijfel gekend. Hij heeft mij weerhouden ooit aan de waarheid te twij felen." „Wat zou het verschrikkelijk zijn," her nam Dean, die zijne verlegenheid begon te vergeten, „als efr twijfel in een hairt sloop, of in een gezin, of in de Kerk! Ik héb in den laatsten tijd weieens gedacht of gij ons wel genoeg gezonde leer op den kansel gaaft. Die mellc des Woords kunnen wij- zeiven uit den Bijbel halen; maar de leer wordt in de Heilige Schrift niet ge vonden zooals zij gepredikt moet worden." John zag verdrietig. Hij 'wist dat het verwijt verdiend was. „Ik heb ook' ge vreesd dat mijne pireéken, zooals gij' zegt, niet genoeg leerstellig waren. Maar ik heb u zes jaar lang onderwezen in punten van geloof, en ik begreep dat het misschien verstandiger was over de liefde Gods te spreken, zooals die in Christus geopen baard is. En ik ben het niet met u eens dat dezie leer niet in den Bijbel staat, baas Dean." „Nu ja," beaamde de ouderling, „dat natuurlijk wel. Maar niet zoodat wie dwaalt van God eii de menschen, met do zeven Joodsche vloekeu verdoemd en hem ver vallen verklaard van de Joodsche gemeen schap. Naar de Bériijnsche correspondent van de Daily Express mededeelt, heeft deze typisch Joodsche plechtigheid plaats gehad in de kleine synagoge van Jekate- rinoslaf. Na den gewonen Sabbathdienst, toen de kerkgangers op het punt stonden, de kerk to veriaten, sprak de rabbi Een Joodsche_ broeder wieinscht een Jood le beschuldigen. Daarop stond achter in de kerk een oudé half blinde man op1, die steunende op zijn zoons naar de ark strompelde Dit was Mozes Bronstein, de vader van den Russisclien dictator. In de lang© zwar te kaftan van den Ooster'schen Jood, op Let hoofd een klein zwart kapje en in de handen de gebedenriem was hij1 het toonbeeld van waardige droefenis. Voor de ark buigend zeide Mozes Bronstein met bevende stem: Ik beschuldig Leon Bronstein, een lid van onze -msenschap1. Waarin bestaal; deze oeschuldiging? vraagt de rabbi. Hij heeft, liet geloof zijner vaderen af gezworen. Hij he- ft zich een vijand va,n het Jodendom betoond. Hij is de vloiefc der mensehheid geworden. En de bewijzen? vraagt de rabbi, waar op Mozes Bronstein Ieder lid onzer gemeenschap is een getuige, iedere Rus, de heel© wereld. Alle aanwezigen getuigen gezamenlijk. Zoodra de stilte hersteld is, verklaart de rabbi het bewijs geleverd. Wat moet ik doen? vraagt hij op- dramatischen toon. Ik wensch, dat Leori Bronstein uit de gemeenschap der Joden wordt verbannen. Ik wensch, dat hij: vervloekt en verdoemd worde met den vloek, welke sedert de schepping der wereld alleen is gespro ken tegen de vijanden van God den vloek van welken geen vergiffenis is. Als een profeet uit. het Oude Testament staat Leon Bronstein daar met opgehe- /ven armen, het gelaat tien. hemel gewend, vragende, dat el'ger dan de dood zij'n zoon zal treffen. De gemeente Staat op' en met opge heven armen, roept ieder: Hij worde uit gebannen. Hij worde vervloekt. Een pries ter legt dc hand aan de heilige hoorn. Hij blaast, naar de vier windstreken ©n roept telkens: Hoort Israi'4, hoort. Dit is dé naam van uw vijand. Leon Bron stein heeft het geloof zijner vaderen af gezworen. Leon Bronstein heeft zich een vijand va.n de Joden betoond. Leon Bron stein is de vloek der menschheicl gewor den. Daarop worden plechtig de zeven vloeken voorgelezen. Een voor een. blaast de rabbi de zeven kandelaars uit en er hee'rscht een halfduister. Leon Bronstein is uitgeworpen en ver vloekt. Maar gij, Mozes Bronstein, vraagt een hooger straf. De wet ivan God dwingt 'mij u te vragen, ot gij wilt, dat hij in alle eeuwigheid vér- vloekt zal zijn. Doodsche stilte (hee'rscht 'in de kerk. De rabbi wacht opi (het antwoord van den vader. Mozes Bronstein is op de knieën gezonken en bidt. Op de knieën liggend roept hij en zij'n stem klinkt als die van ;een gemartelde: Hij zal ver vloekt zijn tot in alle eeuwigheid. Eien angstkreet klinkt te midden de'r dreigende stilte. Het is de moeder van Trotski, die het niet langer verdraagt. Zij valt in zwijm. De kandelaars worden weder ont stoken, de moeder komt weder tot zich zelf en langzaam stroomt de synagoge ■'■■uw III haar daarin naa/r waarheid vinden kan. Sommigen zullen „God is liefde" uit den Bijbel aannemen, en vergeten dat „God een verterend vuur is." John boog een oogenblik het hoofd op zijne hand, en bewaarde het stilzwijgen om na te denken. Eene poos spraken zij geen van beiden, totdat John zeide, zon der het hoofd op te heffen: .„Meent gij dat dit verzuim van mijn 'kant schadelijk voor een ziel is geweest? Dan is het uw plicht het mij te zeggen." iOp dit oogenblik klopte Helena aan de deur, en toen John weder ging zitten, zag hij zlijn beschuldiger strak in de oogen. „Meent gij dat?" vroeg hij'. „D'Ominé," was het antwoord, „dat kan ik niet zeggen. Ik heb niet gehoord dat het zoo is en toch 'vrees ik het. Maar ik ben niet gekomen om u daarover ver wijtingen te doen. Gij hebt ongetwijfeld uwe redenen gehad om te doen sooals gij 'gedaan .hebt. Maar ik ben gekomen om n te waarschuwen, dominé, dat er een kwaad in de Kerk insluipt; en zoo al niet vroeger hebben wij nu de ktfachtige hand having der leer noodig. En ik ben des te eer gekomen om het n te zeggen, omdat het onder mijn eigen dak schuilt. Ja, het is mijn eigen kind." „Uw eigen kind?" riep John uit. „Over Alfaretta behoeft gij niet ongerust te zijn; rij1 is een braaf, zedig meisje." „Zij is braaf en zedig genoeg," her- lecg. Maar voor hen en voor alle Joden op de wereld bestaat geen Leon Bronstein meer. De dictator van "Rusland heeft opge houden Jood le rijn. Een interview van drie minuten. Een Amerikaansch journalist is op het denkbeeld gekomen om interviews van drie minuten te houden. Men legt dan niet veel beslag o;p den tijd van hel slachtoffer, dal in milde stemming daarover allicht wat meier loslaat. In de „San Francisco Chronicle" komt nu zoo'n drie-minu- ten-interview mlet Hoover, den Ame- rikaanschen voiedsielregelaar, voor: Vraag no. 1. Wat was het m'ëest opwindende oogenblik van uw leven? Hoover gaf een ontwijkend ant woord: „Gij begin! mlet een grapje". Onmiddellijk werd overgegaan tol Vraag 2„Wat is uw meest ge liefde sport?" Hoover: visschen. Vraag 3: „Raadt gij jonge mannen aan zich met hun zaken of met de politiek in te laten?" Hoovermet hun zaken. Vraag 4: „Hebt gij de verhoudin gen in het wereldhuishouden verbe terd, zooals gij het u nu een jaar geleden hadt voorgesteld?" Hoo ver: meer dan ik verwacht had. Vraag: „Koerein de menschen tol de grond deugden terug, waaro ver gij het zoo dikwijls hebt gehad; mieter arbeid en minder verkwisting?" Hoover: Jawel. Vraag 6„Wanneer gij een maand vacantie krijgt en u volkomen van het werk vrij'kunt maken, waa'r zandt gij dan heen igaan en wat zou dl. gij dan doen?" Hoover: Naar Cali- fornië, in 'tgebergte onder den vrijen) hemel kampteerein met mijn twee jon gens. Vraag '7„Welke wetehschap heeft den grootsfen vooruitgang in de laat ste drie jaren gemaakt Ilooyer (aarzelt voor 'leerst in dit vragen- trommelvuur)Diezë vraag loopt over een uitgestrekt veld. Maar ik zou zeg gen de draadloozie telegrafie. Schept onbegrensde mogelijkheden. Vraag 8: „Wat is uw stokpaard?" Hoover: heb er geen. Vraag 9: „Op welke preistatie in uw leven zijt gij; hel meest trotsch?" Hoover: daar antwoord ik niet op', die vraag koinrl; mij voorbarig voor. Vraag 10: „Welke persoonlijkheid heeft op u gedurende uw reizen door de wereld den groots ten, indruk ge maakt?" Hoover (na een korte pauze)dat is elen onbekookte vraag. Vraag 11: „Gaat Rusland op het oogenblik voor- of achteruit?" Hoover: beslist achteruit. Vraag 12: „Gelooft gij dat ier wer kelijk rooverschepen bestaan?" (Hoo ver's departement was het eerste, dat het verdwijnen van een aantal Aïrie- rikaansche schepen aan de» actie van' zee roo vers toeschreef). Hoover: Mij zijin berichten gezonden, die de verdenking bij mij wekten, dat zee- roovers ee'n winstgevend bedrijf uit oefenen. Vraag 13: „Hebt gij er wiel eens over nagedacht, dat een andere car rière dan die, welke gij gekozen hebt, u gelukkiger zou hebben gemaakt?" Hoover: daarover hob ik nooit na gedacht. nam Dean, het hoofd schuddende; „eo toen zij twee jaar geleden hare belijdenis deed, was niemand vaster in het geloof dan zij. Zij» kende haar catechismus door en door, en nooit deed zij eene vraag of had een enkelen twijfel. Maar nu nu is het anders!" „Bedoelt ge dat haar geloof geschokt is dat zij twijfelingen heeft? Zulke oogen- blikken hebben alle jonge Christenen, zon der van eenige onoprechtheid bewust te rijn, en die twijfelingen zijn slechts opper vlakkig. Heeft zij zulke twijfelingen?" „Die heeft zij, ja, die heeft zij," riep de ouderling, „en het 'breekt mijn hairt mijn kind aan den Booze overgegeven te zien." „Neen, neen," sprak John, geruststel lend, „als zij eene van de uitverkorenen is en wij hebben reden om dat te ge- looven zal zij volharden. Denk, tot uw troost, aan de volharding der heiligen. Maar hoe is dat zoo gekomen? Door den een of anderen invloed?" „Ja, zoo is 't," zeide de ouderling snel. „Wat is haar bijzondere twijfel?" vkoeg John. „Zij gelooft niet aan de hel," antwoord de de ouderling. John zag afgetrokken voorbij hem heen, en had niet Alfaretta, maar Helena voor oogen. Wordt ve.-.-Vig 1.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1922 | | pagina 1