No 76 Donderdag 2d December 1921 36e Jaargang Buitenland. FEUILLETON. John Ward en zijne Vrouw. Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO, gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRA AT 70, (Telefoon No. 11). Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. D HU IJ L. BURG. Drukkers ©osterbaan Le Cointre, Goes. 2)eZeeutv VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG Abonnementsprijs: Prijs per 3 maanden fr. p. post f3. Losse nummersf 0 05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f 1.20, elke regel meer 30 et Bij abonnement belangrijke korting. Bewijsnummers 5 cent. CONCEPT PROGRAM VAN ACTIE. XI. Ons program van actie vraagt ook we der invoering der doodstraf en kastijding der openbare onzedelijkheid. Wanneer onze partij dit eerste, vraagt, tdan wordt zij daartoe niet gedrevien door wïaakgedachten, .gelijk de oppervlakkige toeschouwers bij het wegvoeren van een moordenaar; en ook niet door vrees en schrik voor den onmensch, die zich aan het leven van den naaste vergrijpt, en nog minder door de philosofie van ze-kiene 'school, die in den moordenaar een erfelijk belaste .ziet, die van de aarde verdwijnen moet, opdat hij niet een geslacht kwe©- ke, dat mogelijk nog slechter is en nog meer gevaar oplevert voor des,zelfs om geving en voor de maatschappij. Neen, het ©enige motief', waarom zij de doodstraf weer wenscht ingevoerd te zien, ligt in Gods Woord, in hetwelk, na melijk in Genisis 96 het voor allen gtel- flend gebod ligt aangewezen; namelijk dat de mensch geschapen is naar Gods Beeld, en dat derhalve wie eens menschen bloed Vergiet, diens bloed ook moet vergoten worden. Natuurlijk wil dit ook weer niet zeggten, dat op wie iemand uit zelfverdediging of in den krijg, of bij ongeluk doodfJ, onvoorwaardelijk de doodstraf moet wor den toegepast. Dit kan veilig aan den 'rechter worden overgelaten. Er zijn in dezen tal van mogelijkheden, waarmede deze heeft te rekenen. Natuurlijk in volstrekten zin geldt de Goddelijke wet dat wie doodt, zelf ook gedood moet worden. Maar de wetgevers der volken van alle eeuwen zijn ver dicht, om deze strafbedreiging zóó te for- muieéren, dat deze ordinantie Gods tot haar recht komt. Doch 't motief voor de doodstraf behoort .pteeds te gelden: niet de vergelding, niet ■tie wegruiming van een gevaarlijk mensch, piet de verbetering van het menschenras mag voor den rechter beweeggrond zijn voor 't vonnis dat hij strijkt, maar enkel en alleen de vernietiging van het, beeld Gods in den mensch, waardoor God zelf werd aangerand. Immers, zegt dr. Ruyper in zijn „Anti revolutionaire Staatkunde", dit is het: wat aan den mensch in Gods oog zijn hooge waardij en beteekienis verleent. Ter oor- ziake van die hooge waardij is daarom' het plegen van moord op een mensch' een aanranding van wat God zich in Zijn beeld geheiligd heeft. Zoo is althans de antirevolutionaire op vatting. Maar het; nreerendeel onzer rechters re- kent niet meer mist den Bijbel en met ■de ordinantiën Gods. Deze menschen han delen derhalve naar andere motieven. Het- Avelk natuurlijk alleen voor hunne verant.. woording ligt. Maar zoo zegt. men indien gij de doodstraf toepast op den moordenaar, snijdt gij voor hem de kans op zijn be- peering af. Dit, bezwaar gaat echter niet op. Ging 'top, dan zou de Overheid geten onbe keerde soldaten in den oorlog mogen zen den, geen onbekeerde politiemannen mo gen benoemen, gaan onbekeerde jongens voor de zeevaart mogen goedkeuren. Uit al die groepen sneuvelen er telkens bij1 de. waarneming hunner taak. v Een ander meent, dat rraaer waarde aan de zedelijke verbetering van den misdadi ger dan :aan de Gerechtigheid en het Recht moet worden toegekend. Al voelen wij veel voor dergelijk pogen, toch mogen wij voor dit. argument niet uit den weg - i i uimiw III I iii iII Naar het Engelsch van MARGARETHA DELAND. -54) o— -„Ik heb niet gezegd, dat jij niet in den hemel komt," betuigde de berouwhebben de Thaddeus, maar zij viel hem met bit terheid in de rede.' „Heb ik je niet gezegd dat ik ga waar zij gaat? En als je zoo bang bent dat zie len verloren zullen gaan, verwondert het me wel dat je niet al je geld in de zen delingenbus stort, in plaats van nieuwe laarzen te koopen." Misschien was het de gedachte aan de nieuwe laarzen, maar Thaddeus stapte op het steenpad, en ditmaal zonder afgeweerd te worden, sloeg hij zijn arm om Alfa- retta's middel. „Kom, Retta," zeide hij, „ik héb het immers niet kwaad gemeend. Ik wou al leen maar niet dat de ouderling mij voor niet zuiver in de leer zou houden, want dan zou hij zeggen dat wij. nïet langer verkeering mochten hebben, en daarom alleen ben ik verleden jaar lid van de gemeente geworden." ,gaan. Wilt gij, zeggen wij, den moorde naar zedelijk verbetieiien, sluit, hem dan ook piet op; gevangenisstraf leidt zoo zelden tot. verbetering. Geef hem liever de vrij heid, en zie dan of gij dat „goedle", in hein door u verondersteld, „beter" kunt maken. Uit 't bovenstaande mag tévens worden nfgeleid, dat wij van meening zijn, dat de rechtspraak, die tot, doodstraf leidt, met de uiterste voorzichtigheid motet te werk gaan. Doch voorshands blijven wij 't met dr. Ruyper ééns: Op moord .met voor bedachten rade, op een moord, waarbjj i^een verzachtende omstandigheden in aan merking komen, behoorde in elke landswet de straffe des doods verordend te zijn. Men heeft 'tin 1885 bij de Strafwlet- boekherziening onzen antirevolutionairen Kamerleden den beer Lohman uitge zonderd van liberale zijde erg kwalijk genomen dat zij voorstelden d>e doodstraf in het Strafwetboek o.p 'te nemen. Nog1 meer nam men het later den heer Lu- casse kwalijk, toen 'die den minister van' liustitie mr. Moeff, in het ministerie Kuyper (1901. 1905) uit zijn bent lokte voor een principieel debat over de dood straf. Let men op deze precedenten, dan kan er voor onze club geen ©er ingelegd worden met, een mogelijken aandrang in dezen zelfden geest. Doch een staatsman, die het Recht dient, vraagt hiernaar niet. Of gij 'tdan niet ijselijk vindt, vraagt li de tegenstander, ©en mian op 't. schavot te brengen en hlam te zien dooden? Zeker is dit ijselijk. Maar zij, die zoo iets vragen, vindein er niets ij se lijk s in om te lezen van een duel, waarin de een dten ander doodsteekt- De helden der revolutie in Frankrijk waren voor afschaffing der doodstraf, maar zagen er geen beian in de vrijheid, gelijkheid en broederschap in broederbloed te doen ge boren worden. In Rusland verwerpt m'em Üe doodstraf, doch past die op honderdtal len tegelijk toe 't.Is oófc hier weer waar: de barmhar tigheden der goddeloozen zijn wreed. En 'tis ooik hier de vraag wat het hoogste is, hetwelk beslist: miedelijden met den moordenaar of handhaving van het Recht Gods. De Sneeker motie. i De toelichting op de Sneeker motie- is verschenen. Schrijver is de heer H. S. van Houten, redacteur van „Friesch Dag blad". De meeste kiesvereenigingen zul len hun oordeel wel reeds hebben uitge sproken; doch voorzoo ver dit nog niet mocht geschied zijnhebben zij in dteae Toelichting een leiddraad voor hunne -over denkingen, besprekingen en besluiten. Wij melden nog alleen, dat die toelich- ter van mee-nin-g is, dat we in 1922 allemaal als één man, zoo mannen als •vrouwen, ter stembus moeten, en ons hébben te scharen achter onzen leider den beer Golijn; en ons niet te schamen voor onze begin selen Dat zullen we wel allemaal dte vrouwen ook! met <je Sneeker broe deren eens zijin. Zelf innen De schoolbesturen zien zich voor de vraag gesteld: zullen Wij zeiwen het school geld blijven innen, of zullen wij die taak overdragen aan de gemeentebesturen'? Schoolraad en Gereformeerd School verband adviseieren tot hjet eerste; Christe lijk Volksonderwijs raden het laatste aan. „Nu dan," zeide Alfaretta, die niet on willig was om zich weer met hem te ver zoenen, als zij daar troost in kon vinden, „hou je 't er voor dat mevrouw Ward in den hemel komt?" „Ja," antwoordde Thaddeus, met het volste vertrouwen, en in eene vlaag van galanterie liet hij er op volgen: „Dat kan niet missen, Retta, als zij komt waar jij komt, want jij komt er zeker in." 'Van dergelijke ongerechtige toestanden als onverschilligheid, brooddronkenheid, gewetenloosheid en huichelarij was 't dorpje vol; en de predikant was een zwakkeling, die dit alles met zekeren schuchteren spijt ter nauwernood weersprak. Ziedaar de vrucht van een huwelijk met een onge- loovige! HOOFDSTUK XV. Mevrouw Forsythe kwam niet te As- hurst vóór het midden van April, en toen kwam zij alleen. Diick was opgehouden, zeide zij, en zou over een paar weken komen. Dus kon Louise vrij ademhalen, hoewel zij wist, dat het slechts uitstel was, -en zij maakte ruimschoots van hare vrijheid gebruik, om zijne moeder te gaan bezoeken. Zij hield veel van de ziekelijke vrouw, die haar, zelve in den bloei van jeugd Wij zijn 't met eerstgenoiemden eens het schoolgeld innen moet door het; school bestuur blijven geschiedten. Wel is 't secuurder, en bestaat er min der gevaar voor stroppen, wanneieir de gemeenteonlvang©r de taak van den pen ningmeester overnteemt. Maar het karakter onzer vrije scholen, de oude, goede ge woonte, de bantl tusschen cle schoolver. peniging en hape leden, tusschen de school 'pn de ouders, tusschen de broeders onder ling', dit alles heeft ook nog wel wat 1© beteekienian. Laat 't daarom blijven zooals 't is. De broederband is ook wat waard; en het „rijken en armen ontmoeten elkander" zal in bijzondere gevallen, waarin de liefde allicht een woordje zial hebben mee te spreken, gemakkelijker kunnen geschie den in de kamer van den penning meester of van 't hoofd der schooi, dan ■op het kantoor van den gemeentsonlvan'. ger. Te verklaren. Reeds wezen wij op den onbevredigen- den gang van zaken bij de behandeling ;'der Grondwetsherziening, inzonderheid in zake het derde hoofdstuk. Tegen de voorstellen onzerzijds in, werd de evenredige verkiezing voor de leden der Eerste Kamer aanvaard, ging de ver hoog! ng der schadevergoeding door, kwam er ©en regeling der pensionneering die io.i. te ver voert, en wat ons het zwaarste woog, werd het vrouwenkiesrecht in de Grondwet vastgelegd. Nu op zoo goed als elk aangelegten p-unt vlak tegen de metening onzer groep in werd beslist, werd het baar moeilijk bij de eindstemming het voor de doen jhooren. Evenzoo stond het met de ontbindbaar heid der Prov. Staten in het vierde, hoofd stuk. Verwondering kom het dus niet wekken, dat zoo goed als al onze mannen tegiein ide wetsontwerpen tot wijziging dezer twee hoofdstukken hun stem uitbrachten. Deze houding is o.i. niet slechts ver klaarbaar, maar ook j'uist. Wij juichen het toe, dat ditmaal voet bij stuk werd gehouden. Hulp voor de venen. i Er wordt in ons land veel gedaan voor 'de slachtoffers van den krijg, lot leniging; !van den nood in Duitschland en Hongarije. 'En dat is uitnemend. Thans roept men om hulp voor wie in Rusland aan den honger ten prooi zijn. Ook die oproep Verdient gehoor. Maar de ellende binnen eigen grens mag niet worden vergeten. Ook in ons blad werd de nood in de Veenstreken op aangrijpende wijze ver tolkt. De arbeid moest daar grootendiaels wor pen stopgezet en vielen derven reeds maan den hun loon. Er wordt in honderden gezinnen gie- brek geleden. Er is behoefte zelfs aan het allernoodigste. Van verschillenden, kant wordt hulp ge- jboden. En onze mannen in de venen, we llende, dat van het Christenvolk in Neder land veel wordt gevaagd, hebben lans gewacht, eer zij zich tot 't publiek om steun dorsten wenden. Maar nu is de Good ten hoogste geklommen. Daarom steunen wij de bede, die van allerwegen tot ons komt: steunt de hon gerenden in de Venen. De mannen van Patrimonium en den en gezondheid, als een fijn porceleinen beeldje toescheen, zoo broos, zoo teer, met haar zacht, wit haar, dat om haar vriendelijk en droefgeestig gelaat kron kelde. Mevrouw Forsythe ging gekleed in lichtgrijs of lavendelkleur; ringen staken aan hare vingers, en doorgaans had zij een of ander fantasiewerkje in de hand. Hare ziekelijkheid had haar een voorkomen van belangwekkende zwakte gegeven, dat Lou ise deed verlangen haar krachtigen jeug digen arm om haar heen te slaan, om haar te beschermen tegen elke windvlaag, die te ruw voor haar zou kunnen zijn. iD'ie hartelijkheid was Mevrouw For sythe zeer welgevallig. Zooveel teederheid had zij nooit van haar zoon ondervonden, die haar reeds te dikwijls had hoofen zeggen, dat zij aan de poorten des doods stond, om er altijd ongerust over* te zijn; maar op Louise maakte haar zachtmoedige berusting een diepen indruk. De harte lijke genegenheid van het meisje verzoende de oudere dame er bijna mede, dat zij te Ashurst gekomen was terwijl de sneeuw nog op beschutte plekken lag, en voordat de krokussen hun gouden kopjes'in haar tuin hadden opgestoken; want Louise kwam haai' eiken dag bezoqken, en hoewel zij er niet altijd afkwam zonder een veelbe- teékenenden blik| der lijderes of een zucht over de toekomst van D'ick, vond zij in Nat. Chr. Werkmansbond zullen er zich' .misschien wel voor willen spannen. Zij 'en hun vrienden in plaatsen waar nog geen afdeeling van Patrimonium of Chr. Werkmansbond is, zien zich hier elen schoone taa.k aangewezen, ten 't publiek werke mede door mooie gaven. Alleen waarschuwen wij;: ziet goed toe, aan wien gij uw gave zendt, opdat uw gaven bij de uitdeeling in goede handen komen. DE BARRIèRE KERKEN. VIII. De Zeeuwsche landbouwers zullen in hun vakbladen deze dagen ook wel een en ander gelezen hebben, reken ik, over het honderjarig bestaan der Veeartsenij- kundige Hoogeschool te Utrecht. Bij de herdenking van dit eeuwfeest zijn in die stad olficiëele bijeenkomsten gehouden en werden, zooals gewoonlijk, door vooraan staande personen Zeer belangrijke rede voeringen gehouden, liet meest trof mij de toespraak van den rector-magnificus dezer hoogeronderwijsinrichting en v.n.l. deze passage daarin waarin hij in bloemrijke taal ervan gewaagt, hoe de Utrechtsche stedemaagd in den loop der jaren haar armen om de Veeartsenijschool heeft heengeslagen. Wij moeten de omarming rustig toelaten, zei de redenaar, maar Voelen ten deze de te g.roote beknelling. Een wervellractnur hebben wij al geloo- pen in den vorm van de doortrekking van de Verlengde 'Poortstraat en,z. Voor iemand, die tusschen de regiels ver mag te lezen, is het geen geheim, dat aan het doortrekken van bedoelde straat een j-arenlange onderhandeling is voorafgegaan en dat eerst na veel schikken en plooien tusschen gemeente en rijk te langen leste een overeenkomst is getroffen. Het vastleggen van afspraken gaat nu eenmaal niet van een leien dakje. Immers partijen staan soms zoo ver van elkander verwijderd, dat van toenadering geen spra ke is en de zaak mislukt mo-et worden be schouwd. Doet zich dan soms later een onvoorziene omstandigheid voor en weet een der belanghebbenden -daarvan een juist gebruik te maken, dian wordt ten sl-otte de beoogde samenwerking toch nog verkregen. Het ging de kerk van Veurne al niet finders, wat wij uit het verdere verloop der zitpLaatsen-quaestie .zullen leeren: De Handelingen, gehouden op den 23en Julij 1717, is openinge gedaan door den predicant op de gewoone wijse. Art. 1. Dat niets bes ouders in de gemeinte was voorgevallen, als dat de Leden van de kerkeraat wel sagen, dat hunne voorige resolutie, rakende de sitplaatsen van de officieren vrouwen tot pirofijte van de kerke souden verhuurt worden, door som mige quatwilligen en die geerne muite rijen en onrusten in kerkelijke en andere saaken soeken an te rigten, qualijk wierde uitgelegt, so dat wel sagen, dat hunne oogmerk, dat een gemeene rust in de kerke en daardoor iets wes om an den armen te konnen mededeylen, niet konden erlan gen; Art. 2. Toonden de diaconen, dat evens- ivel de noot der armen daaglijks meerder wierde, dat men derhalven om middelen mugte bedagt wesen eenige inkomsten te konnen vinden, dewijl de collecte pennin gen des Sonxlaigis bedal niet genoegsaam wa ren tot onderhoud van de daaglijkse uit gave; Art. 3. Waarop de Leden van de kerke raat raatgenomen, hebben goetgevonden die bezoeken veel genoegen. Het was zoo aangenaam, in de avondschemering voor de op ën heer dansende vlam van een vuur van appelboomhout te zitten, terwijl de geur der hyacinthen en jonquilles in den tuin het venster binnendrong, en naar de verhalen uit mevrouw Forsythe's jeugd te luisteren. Zulke verhalen had Louise nooit ge hoord. Mevrouw Dale zou gezegd hebben dat het voor jonge meisjes niet paste lief desgeschiedenissen te weten, en waai-- schijnlijk hadden de dames Woodhouse ér nooit een te vertellen gehad; dus was dit Louise's eerste en eenige kans, -en z;ij zat te luisteren met de handen om hare knieën samengevouwen, wijd geopende oogen en gloeiende wangen door de hitte van het vuur en het boeiende van het verhaal. „Maar mijn slechte gezondheid stond' mij daarbij natuurlijk in den weg", zeide me vrouw Forsythe op zekeren avond, met een zucht na een harer verhalen, juist toen het voor Louise tijd was om naar huis te gaan. „Waart gij toen dan ook ziekelijk", „toen gij den geheelen avond danste?" „O ja", was het antwoord; „ik ben mijn leven lang een lijderes geweest. Het kan ook niet lang meer duren. Dit arme lichaam is bijna geheel uitgeput." om an de Franse gemeinte te versoeken, dat hunne doodt'kleet neffens dat van de d'uitse gemeinte, te samen in handen van de koster mugte gegeven worden om op derselve een reglement te maaken tot pro- fijte van de armen, dewijl tot deses vap niemant als van de chirigijn-Major van 't regiment Carpentier iets voor 't gebruik van de selve was gegeven, sullende de helfte te profijte van de franse en de helfte voor de duitse gemeinte sijn. D-e Handelinge op den 22en Aug. 1717. Art. 2. Heeft de plr-edicant kennisse g-e- •geven aan de- Leeden van de Kerkeraat, dat hem rapiport was gedaan van d-e Pre dicant van -de franse gemeinte, dat de kerkeraat van de franse gemeinte haar kl-eet niet wilden uijt haarc handen geven, maar s:o we 't nodig hadden, dat wie liet uijt haaire handen konden halen. 3 Meert 1.718. Dat seeker sergeant, TeTasse in 't hos pitaal nu gestorven, welke van hem pre dicant in sijn uiterste was geassisteert, nog wel bij sijlnen verstande sijnde, sijhei nalatinschap had-de an de armen van dese gemeinte na sijn overlijden had-de gedispoi- ncert -en tot dien eijhd-e de penningen an den heer Boij'e, hospitaalmecster deses guarnisoens gegeven. Maar de wijl dat de cap'iteijn van die compagnie niet hij-r sijn de, de heer Major Piccat swnriglheijt had- de gemaakt om die penningen te laten geven an de Diaconie, waarover bij1 de pre dicant en Hospita,almees'te'r r-eete geregj- telijke information genomen waren, Waar op- de Leed-en van de kerkeraat aflos over wogen hebbende, hebben goetgevonden om alles te laten in statu quo, t-ot dgt die capteijn soude gekomen si|n, of Ie sien, wat mesu'rtes door de krijgsrad© of andere in descri mugten genomen worden. De toestand. We leven weer in een Lijd van confe renties. Ze zijn zóóvele in aantal, dat men schier den tel kwijt raakt. Het meest bekend is die van Washing ton, welke nog altijd de duikbootenkwestie had af te handelen. Maar juist daarmee is het niet vlot geloopen. Frankrijk vooral was de weerbarstige. Het wilde in geen geval genoegen nemen met minder dan 330.000 ton hulpstrijdkrachten, waarvan 90.000 ton duikbooten. Ook Japan ver langde veel meer dan in het Amerikaansche voorstel was aangegeven. Volgens dit voor stel zou Frankrijk 42.000 Japan 30.000 en Italië 20.000 ton mogen behouden. Het ziet er wel naar uit, dat men in deze kwestie tot geen oplossing zal ko men. Temeer wil men uitstellen, omdat bij het duikbootenvraagstuk ook de kleine staten betrokken zijn, die niet alle in Was hington zijn vertegenwoordigd. In de tweede plaats zal er op 6 Januari en volgende dagen een conferentie van den Oppersten Raad te Cannes plaats heb ben. Ziij izal wel 8 dagen vorderen, want het programma omvat de kwesties van herstel- en van de bijeenroeping eeneT internationale conferentie Deze laatste is dan de derde conferentie, die wij willen noemen. Daar zal de finan- ciëele toestand van Europa van nog bree der standpunt worden bezien, want ook Duitschland, Rusland, Amerika en Japan zullen er aan deelnemen. In de vierde plaats z;al er vandaag te Parijs igleconfereerd worden tusschen eenige vertegenwoordigers der Duitsche „0, zeg dat niet!" riep Louise en kuste de witte, zachte hand met haar schitte rende ringen, in al de teederheid van haar jeugdig hart. Dit alles maakte, dat mevrouw For sythe het meisje hoe langer hoe meer lief kreeg, en meer dan eens schreef zij haar z.oon over hare beminnelijkheid en goedheid. Miss Deborah of Miss Ruth, of zelfs mevrouw Dale, zouden vermeden hebben den naam van een meisje te be zigen, als zij aan een heer schreven, maar Mevrouw Forsythe was niet in Ashurst geboren. D-ick bleef echter nog weg, en daar was Louise blijde om, en zelfs haar ver wachting van den kwaden tijd, die aan staande was, als zijn komst een einde aan haar vreedzame dagen zou maken, Icon haar tegenwoordige tevredenheid niet ver storen. Het was bijna Mei, en dat eigen aardig, verkwikkelijk 1-ent-egevoel, dit niet te beschrijven is, stemde het hart tot opgewektheid en levenslust. Louise zwierf den tuin rond, om jacht te maken op de teedere voorjaarsbloemen, die te voor schijn kwamen, en bracht haar buit naaar mevrouw Forsythe's ziekenkamer. (Wordt vervolgd.) ÜJ2! WM M W *3- J

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1921 | | pagina 1