So 69
Dinsdag SO December 1921
36e Jaargang
FEUILLETON.
John Wartl en zyne Vrouw.
Zeeuwsclie Stemmen.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO,
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRA AT 70,
(Telefoon No. 11).
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ L. BURG-
Drakkers
Oosterbaan Le Cointre, Goes.
VeZeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Prijs per 3 maanden fr. p. post f3.
Losse nummersf0.09
Prijs der Advertentiën:
14 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
Bewijsnummers 5 cent.
Zij die zich met 1 Jan. a.s. op ons'
Wad abonneeren, ontvangen de nog in
December verschijnende nommers gratis.
wiawwim—ii awnwnwi iwiwm »uw»MMM«KinMn»vinwKg
Leerrijke gevallen.
Het trefct de aandacht dat in het
buitenland de roode negeeringen veel
straffer optreden legen revolutionai
ren en andere geEagsondeiTniijners dan
in ons land door de rooden wordt
voorgestaan.
Toen na het beruchte avontuur van
mr Troelstra in November 1918 onze
Regeering zich genoodzaakt za,g ter
verzekering van rust en orde een ver
klaring van trouw aan het wettig gezlag
te vragen van ben, die voor een
burgemeestersbenoeming in aanmer
king wenschen te komen, stak in de
socialistische regionen een geweldige
storm op.
In Pers en Kamer dreunde het van
protesten. Dat was aanranding van
de vrijheid
Maar zie nu wat in Duitschland,
waar de socialistische heer Ebert de
drager van. 't hoogste gezag is, en in
't ministerie de sociaMteten den boven
toon voeren, geschied is.
Daar heelt (blijkens het blad „Ko-
munale Praxis") de Minister vanBin-
nenlandsche Zaken (socialist) hjet na
volgende besluit uitgevaardigd„Naar
aanleiding van de houding der cttri-
munisten tijdens de laatste onlusten
en hun in woord en geschrift voortge
zette propaganda voor de geweldda
dige oimveiwerping van de bestaande
staatsorde, kunnen diegenen, die deze
richting aanhangen, niet geschikt wor
den geacht voor het beikleeden van
een gewichtig overheidsambt instaats-
of gemeentebieheer, vooral niet voor
dat van burgemeester. De .minister
verzoekt derhalve in alle gevallen,
waarin ter bekrachtiging van de be
noeming in een zoodanig openbaar
ambt een beslissing moet worden ge
nomen met betrekking tot een per
soon, die de communistische richting
voorstaat of propageert, geheel over
eenkomstig deze opvatting te hande
len."
De krasse m'aatnegel werd door be
doelden minister toegelicht met het
betoog dat de bevolking „recht heeft
op bescherming door de van regee-
ringswege ingestelde .politie tegen ge
welddadigheden van communistische
zijde."
Stel nu hier tegenover den storm
van verontwaardiging die in ons land
van socialistische zijde is opgegaan
tegen den maatregel van onz;e regee-
ring om alleen maar uit te sluiten
van sollicitatie naar eenig overheids
ambt, indien de sollicitant heeft deel
genomen aan revolutionaire aanslagen
op het gezag.
Dan zijn de Duitsche socialisten in
nuchterheid en betrouwbaarheid hun
Nederlandsche geestverwanten al heel
wat voor!
Nog een ander staaltje van mindere
nuchterheid viiel 2 Dec. j.l. in de
Tweede Kamer waar te nemen.
Er kwam bij de Grondwetsherzie
ning aan de orde een voorstel der
Regeering om hen, die het actieve
kiesrecht missen, ook uit te sluiten
van het passieve kiesrecht.
r Daar kwamen terstond de heeren
Troelstra en v. Ravesteyn tegen op,
i i i f— innrrrmi uwmm nin i n iimwn»
Naar het Engelsch van
MARGARETHA DELAND.
en wel met een beroep op de Anti-
Revolutie wet. Die regeerimjg 'kon er
eens gebruik van maken om de ple
gers van aanslagen gevangenisstraf te
bezorgen en langs dien weg een haar
niet-welgevall ig Kamerlid onschade
lijk te maken. Maar tegen dit verzet
verzette zich hun partijgenoot, de heer
Schaper, die 't voorstel der regeering
verdedigde, en het gevaar, door zijn
vrienden genoemd, niet aanwezig
achtte.
De rest echter van de S. D. A. P.,
Duys, grootmondig voorop, stond
Troelstra ter zij, en wenschte te blij
ven in den stijl van November 1918.
Zij denken noig steeds aan de moge
lijkheid eener situatie1, waarin zij hun
slag kunnen slaan.
Doch de heer Schaper liet niet los.
Hij' vond 't verzet tegen 't regeerings'-
vdorstel geweldig opgeblazen; en
vreesde 't revolutionair gedoe van
Wijnkoiop niet.
Ook in verband met de m'aatregels
die de Duitsche' socialisten namen,
wanneer zij zelf het roer in handen
hebben, is de oppositie der roode
heeren ten onzent, legen 't regeerings-
artifcel en indertijd' 'legen de anti-
re volutie wet teekenend
51.)
o—
Onder het naar huis gaan, spraken de
zusters over Dr Howe's toorn.
„Hü heeft gelijk", Zeide Miss Deborah,
die den arm van haar neef had losgelaten,
zoodat zij beter kon oppassen niet in
de modder te stappen, en haar rok aan
weerszijden had opgenomen alsof zij 'een
nijging; ging maken „hij heeft gelijk:
eene vrouw behoort evenzoo te denken
als haar man; 't is heel verkeerd van
Helena, dat zij het niet doet, en het
zal haar ongeluk aanbrengen. Ja, 't is
eene les voor ons allen," liet zij er op
volgen.
jGifford had te veel gevoel van eer
bied, om stil te staan bij de gedachte,
dat het eene les was, waarmede Miss De
borah waarschijnlijk geen gelegenheid zlou
hebben haar voordeel te doen.
Maar hij luisterde niet oplettend naar
het gebabbel zijner tantes; hij dacht ain
de onverschilligheid van Louise. „Eens
'zag zij er zelfs uit alsofik haar ver
veelde," dacht hij; „maar dat is nog geen
Provinciale Staten van Zeeland.
In de Maandagmiddag te 2 uur gehou
den vergadering waren aanwezig 41 loden.
Afwezig was de heer Blum wegiens on
gesteldheid.
De voorzitter sprak zijn beste wenschlen
uit voor 'het spoedig herstel van den hleier
Blum.
Betreffende het havienkanaal en 3©
zwaaiplaats te Zierikzee deelde de voor
zitter toede, dat Ged. Staten geen wijziging
hebben gebracht.. Dhr. Lindeijfer zou dan
gaarne toch weten wat ged. staten nu vier
der willen doen. Dhr. Sprenger Zegt, dat
vele leden va noordeel zijn, dat 't gedane
aanbod zeer funstig was voor Zierikzee.
Thans zullen Ged. Staten alle middelen
toepassen, die de wet ben geeft. Als de
toestand niet verbetert, zou Zierikzee bin
nen een paar jaar zijn afgesloten. Dhr
Timmerman zegt, dat Zierikzee niet on
willig is. Zierikzee had f 6500 uitgetrokken
om dit jaar te baggeren, toen het schrij
ven van Ged. Staten kwam. Dhr. Lindeijer
begrijpt niet, waarom Zierikzee niet ingaat
op f 1400 per jaar en wel in eens
f 6500 uittrekt. Dhr. Timmerman zegt, dat
Zierikzee in de laatste jarien f 1000 per
jaar voor de haven enz. uitgaf. De medel-
deeling van Ged. Staten wordt nu voor
kennisgeving aangenomen.
Betreffende de drinkwatervoorziening op
Walcheren wees dhr. Welloman er op, dat
Ged. 'Staten in 1919 koo walitm waren
voor deze zaak ,en nu vragen zij de op
dracht terug te nemen. Spr. acht dat
er vier belanghebbenden zijn, n.l. Middel
burg, Vtissingen. het platteland van Wal
cheren en ook de Zuid-Bevelandsche Wa
terleidingmaatschappij. Spr. hoopt, dat Ged.
staten el* 'p'og in zullen slagen deze be^
lang hebbenden tot elkaar te brengen. Dhr.
Ondeirdijk zou liet ook gaarne anders zien,
maar gezien de toestand van het oogienblik
meent spr. dat Ged. Stoten Middelburg
moeten gaan helpen en Middelburg zich
enkele offers moet getroosten, gezien haar
belang bij goede hygiënische toestanden!
ten pLattetande. Dhr. de Veler wijst er
op, dat het water uit de Middelburgsche
bewijs dat zlij veel van dien Forsythe
liouclt. Ik .zal haar vertrouwen. Houdt zij
niet van mij, van hem ral zij; zeker ook
niet houden."
HOOFDSTUK XIV.
Het gevoelen in Bockhaven omtrent
Helena Wards ongeloof bepaalde zich
niet tot den ouderling D'ean; want ieder,
die vrouw Davis kende, wist hoe de vrouw
van den predikant over Toms beho'ud
dacht en beoordeelde haar daarnaar. Wat
de weduwe zelve betrof, de hoop, die
Helena haai^ gegeven had, was onder de
koesterende ziorg van den ouderling 'Dean
geheel uitgedoofd. Zij werd bitterde.' dan
ooit, en wilde zelfs over dit onderwerp
niet meer spreken.
„Neen, mevrouw," zi*ide zij verdrietig,
toen Helena haar na de begrafenis kwam
bezoeken „neen, mevrouw, het baat
niet er over te spreken. De ouderling Dean
(s hier geweest, en ik weet dat er geen
hoop is. Zelfs de dominé geeft mij geen
hoop. Wat gij gelegd hebt, was een troost,
mevrouw, maar het was niet waar. Het
staat in den Bijbel dat er eene hel is,
en of wij al zeggen dat er geen is, dat
helpt niet; zeggen dat er geen is, houdt
er ons niet uit, Zegt ouderling Dean, en
ik geloof dat hij gelijk heeft. Ik ben u zeer
verplicht, mevrouw, maar ik 'ben zelve
Waterleiding goedkooper is, dan van de
Vlissingsche of Zuid-Bevelandsche. Het
platteland van Walcheren is nog niet rijp
voor een waterleiding. Men moet zachtjes
aan de menschen verlangend maken en als
dan de concessie te Vlissingen geëindigd
is, zal de waterleiding aldaar kunnen over
gaan in handen van een openbaar li
chaam. Dhr van Niflrik meent, dat uit
niets gebleken is, dat de Vlissingsche wa
terleiding geen capaciteit gienoeg bezit, om
met haar in onderhandeling te trcde'n.
Dhr. v. d. Putte sluit zich bij den 'heer
v. Niflrik aan en wijst op de dringeaoe
behoefte aan water voor het vee.
De heer de Veer zegt, als men op
Walcheren een emmer water voor niets
kan krijgen, dan geeft men er geen cent
voor uit.
De heer van Niftrik meent, dat noch'
de gemeente Vlissingen, noch de water,
leidirigmaatschappij gelden wenscht uit te
geven voor uitbreiding naar buiten-ge
meenten; het geld daartola mag niet uit do
ïilgemeene kas komen. Deze mededeeling
wordt ook voor kennisgeving aangeno
men.
Betreffende de viereeniging van polders
meent dhr. Overhoff opgemerkt te heb
ben, dat Ged. Staten geen steun, maar
eenigen aandrang noodig hebben van de
Prov. Stoten. Spr. heeft met zijn motie
bedoeld „dat Ged. Staten werkelijk eens)
stappen zullen doen om te komen tot oen
onderzoek ten deze; on niet zullen wacht
ten totdat de wenschelijkbeid van bepaal
de polders .aan hen wordt verzocht. Spr'
dringt aan op het aannemen zijner motie.
Dhr. Moelker acht samenvoeging van pol
ders niet zoo makkelijk, er zijn zoovele!
uiteenloopende belangen Toch is samen
werking mogelijk; dat begrepen o,a. dia
polder's in Tholen na. de inundatie van
12 Maart 1906.
De beer Welleman houdt leen pleidooi
voor vereeniging tvan 'kleine polders al ont
kent hij geenszins de moeilijkheden, die er
echter zijn orn overwonnen te worden.
De inotie-Overhoff wordt verworpen mlat
33 tegen 7 stemmen, die der hoeren de
Meij, Overhoff, Lindeijer, Onderdijk, van.
.Niflrik, Adriaanse en Welleman (de hiaer
Gunst was tijdens de stemming afwezig).
Ten aanzien van de Nijverheidsscholen'
meent dhr. Vienings, dat men algemleien
erkent, dat deze scholen in iaën moeilijke
impasse zijn gekomen. Het beklemd maken,
dat de Prov. Staten gebleken is, dat htet
noodzakelijk is steun te verlelemen, zal
reeds een ruggesteun zijn voor de gemeen
ten, die zulke soort van scholen bezitten.
Spr. doet een voorstel in dien g'eiest, dat
ook door fcmdere sprekers wordt verdedigd.
Dhr. de Veer nxeent, dat het er niet
om gaat de scholen te helpen, maar de
gemeenten en de staten kunnen niet be-
oordeelen of die bet noodig hebben.
Daarom wil spr. ieder geval op zichzelf
beschouwen en nu afwachten de we'rking
van de voorgestelde wijlzigingen der wet.
Dhr. Dieleman zegt, dat de heeren zich
vergissen, men komt mlet het amende
ment geen stap verder. Het Nijverheids
onderwijs is een zaak van rijks- en ge-
meentezoi'g en by de behandeling dei' wet
zijn de provincies .piet in den schakel
opgenomen, maair daarom is nog geen pro
vincialen steun verboden. Maar daarvoor
moet de vraag gesteld worden of het geld
er is.
Het amendement-Vienings wordt ver
worpen met 32 tegen 9 stemmen, die der
heeren Nolson, Erasmus, Vienings, Hen-
sel, Moelker, da Meij, van Waesbergho,
II ■W—M— n—IWIB IIMMMMWM—aN—tUKHJ—MMWMO—
eene Christelijke vrouw, en ik kan het
geloof mijner moeder niet verloochenen."
Daar was geen redeneeren tegen; hare
hopeloosheid was tot eene overtuiging bij
haar geworden.
Helena deelde het John mede, met haar
hoofd tegen zijne borst rustende en door
zijne tegenwoordigheid alleen reeds ver
troost. „Ik weet dat je aan de hel ge
looft," zeide zij ten slotte; „maar, o John,
't is zoo verschrikkelijk!"
Hij streelde haar Zacht over ,t hoofd.
„Ik vrees, lieve, dat vrouw Davis ge
lijk heeft. Ik1 vrees dat er geen mogelijk
heid op hoop is. D'e Ziel, die zondigt, zal
sterven; en zal de 'Rechter over de gansche
aarde niet rechtvaardig zijn?"
Helena sprong overeind. „O," riep- zij
hartstochtelijk „dat is het juist
Hij is rechtvaardig! wel, als ik dacht
dat God in staat was Tom naar de hel te
Zenden, zou ik Hem haten." John wilde
spreken, maar zij viel hem in de rede.
„Wij zullen er niet weer over spkeken,
nooit! Geloof wat je wilt, lieve dat
komt er niet op aan maar spreek ei*
met mij niet over, als je me liefliebt. Ik
kan het niet verdragen, John. Beloof het
mij."
„O, Helena!" Zeide hij, teeder verwijtend,
„Zou je willen dat ik mijn zieleleven voor
je verborgen hield? Het zou wezen alsof
wij gescheiden leefden, als er éen onder
van Zuijen en van Niftrik.
De voortstellen van Ged. Staten ten aan
zien van de restauratie van „De Steen-
rotse" en tot het veHeenen van een ren
teloos voorschot aan de waterleiding!
Schouwen-Duiveland worden z. h. s, aan
genomen.
Mede namens de heeren W. van Oeve-
ron en Moelker stelde do heer van Nieuw-
kuijfc voor art. 20 van het Polderregle
ment, /hetwelk baggeren, visschen, enz.
binnen een afstand van 100 M. uit do
grenzen aan do zeezijde en van weers
zijde aan do ondërzeesche oeververdedi
gingen, verbiedt, in 't belang der vïs-
schers te schrappen.
De 'heer Moelker,verdedigt het voorstel
op grond van de praktijk. Zoo men art. 20
zuivel' wil handhaven, dan werd do mos-
selvissche'rif in de "Eendracht geheel on
mogelijk gemaakt.
Dhr. Lantsheer wijst er op, dat de pol
ders wel gehpord.zijn over het oorspron
kelijk art. 10, maar niet over hot gewij
zigde. 'Spr. ziet in de nieuwe redactie
Inoeilijkheden en stelt voor de oude
redactie te handhaven.
Het voorstel-Lantsheer wordt aangeno
men met 27 tegen 14 stemlmlen, die der
heerten Dtekker, Hartoog, Nols'en, Vienings,
van der Weijde, van Rompiu, van Nieuw-
kuijk, Fmijtier, Sprenger, J! W. van Oeve-
i'en, van Zuijen, van Niftrik, Dieleman
en Dumoleijn.
Dhr. Dieleman verdedigt vervolgens be
houd van a'rt. 20 en zegt, dat het wer
kelijk een zoo eenvoudige zaak niet is, de
oevers hebben groote bescherming noo
dig, en de belangen der visschers kunnen
behartigd worden door art. 35 en 36.
Na replieken wordt het voorstel tot
schrapping verworpen met 32 tegen 9
stemmen, die der heeren Verhorst, Lin
deijer, Moelker, Hendriks©, de Meij!, van
Nieuwkuijk, Fruijtier, W. van Onveren,
en "Mulder.
Dhr. Dekker stelt voor de voorstellen
betreffende de Dijlk van liet rijksafwa
teringskanaal in den Ser-Lippenspolder,
aan te houden of Unders de uitvoering
der werken uit te stellen tot April 1922.
Dhlr. Sprenger zegt, 'dat men niet kan
blijven uitstellen. Ged. Sitaten zijn echter
bereid 'de uitvoering der werken tot 1
April te verdagen. Z. h. s. wordt in den
geest Van den heer Sprenger besloten,
j Betreffende den spoorweg op Tholen
wil dhr. Adriaanse de spoorwegmaat
schappij ter wille zijn en de gevraagde
verzetting van den termijn toestaan, maar
dan bepalen, dat, als het werk wordt
uitgevoerd, Ged. Staten zullen mededee-
len of een dam of ©en brug over de Een
dracht gewenscht is. Dhr. Dieleman stelt
voor te. bepalen, dat de subsidie zal
f worden gegeven als bepaald is of een dam
l of een brug zal worden gelegd en dan
i eventueel© noodzakelijke wijzigingen zul
len worden aangebracht.
Het voo'rstel-Adriaans© wordt verwor
pen met 36 tegen 3 stemmen. D'e heeren
van Zuijen en Moelker zijln weggegaan
nadat bij stemming een voorstel van dejn
voorzitter tegen 6 uur werd aangenomen
om 'nog eenigen tijd vooirt te vergaderen.
1 Voor stemmen de heeren Adriaanse, van
s Niftrik en Welleman. Het voorstel-D'ie-
leman wordt aangenomen z. h. s.
De voorstellen tot verleèncn van sub
sidies aan den dienst WemeldingeSta
tion Vlake en aan den auto-dienstWal
cheren worden z. h. s. aangenomen.
Bij de wijziging begrooting 1921 vindt
dhr. Hensel f 1000 voor do waarneming
werp was, dat wij niet durfden aanroeren.
Laat mij u de waarheid en rechtvaardig
heid van dit alles aantoonen; laat mij u
zeggen hoe het plan des behouds de ver
borgenheid van z'onde en straf duidelijk
.en rechtvaardig maakt."
„Neen," z'eide zij, terwijl de smartelijke
blos van haar gelaat verdween, maar hare
oogen nog van tranen glinsterden
„neen, ik kan er niet over' spreken. Het
Zou slecht zijn als ik het geloofde; dat
zlou mij slecht maken. Spreek er nooit
weer met mij over, John.
Zij sloeg hare armen om hem heen, en
kuste hem zacht op het voorhoofd; en
toen liet zij hem alleen, om met zijn ge
weten te kampen en zichzelven af te
vragen of zijn dralen dit gevoel van af
keer had veroorzaakt, dan of het ver
standig was geweest te wachten en hij
het nog wat moest volhouden.
Maai' Helena,s woorden werden over
verteld en liepen van mond tot mond,
met de zonderlingste bijvoegingen en ver
draaiingen. Mevrouw Ward had gezegd
dat er geen hel was en geen hemel en
geen God. Was het dan te verwonderen,
nu er Zulk een zuurdeesem van boos
heid in de kerk aan ,t werken was, dat
de ouderling Dean ongerust werd en in
den schoot van zijn gezin zijn gevoelen
over mevrouw Ward te kennen gaf, en
bij de bid-meeting vurig bad voor onge-
van 'het hoofdingenieursschap to hoog,
het 'rijk geeft hoogstens het verschil in
traktement. Sp'r. stelt T500 voor. Dhr.
de Veer wijst er op., dat de betrokkene
twee betrekkingen tegelijk vervulde, die
van hoofdingenieur ©n van ingenieur te
Zierikzee.
Mot 22 tegen 14 stemmen wol'dt het
voo'rstel-Hensel f 500, verworpen. Dhr.
Ilensel vraagt ryig of het in de bedoeling
ligt 'in de ingenieurs vacature te Goes
al !dan niet te voorzien.
De Voorzitter antwoordt, dat deze kwes
tie nog niet is uitgemaakt. Dhr. Hensel
zou ter dan op aandringen in deze va
cature niet te voorzien.
Die heer Hensel acht f800 voor waar
schuwingsborden te veel.
Die heel' de Veer bepleit openstelling
del' 'Provinciale bibliotheek des avonds.
Hierna sluit de voorzitter te kwart
over zeven in Naam der Koningin <le
najaarszitting deri Provinc ale Staten.
CCLIIII.
Dr. Kuyper beeft eens gezegd: de
uniformiteit (eenvormigheid) is de vloek
van het moderne leven. En deze uitspraak
iH tot een gevleugeld woord geworden,
want zij is tenvolle waarheid. Wie om
zich heen ziet, komt al spoedig tot d<j
conclusie, dat deze meesterhand hier weer
in een enkelen triek de kwaal van onzen,
tijd ge teekend heieft.
Maar er is helaas ook een andere hier
aan tegenovergestelde eigenschap, die
onzen tijd kenmerkt en wel de onnoodige
verdeeldheid. Eigenlijk is dat zóó niet juist
gezegd, want als we de geschiedenis na
gaan, blijkt dat die lust tot versnipperen
en verdeelen, tot hot scheppen van kleine
clubjes en kringetjes, vaak om allerlei
nietige oorzaken, alle tijden door in ons
volk gezeten heeft. Nu eens wat meer,
straks eens wat minder. En ons Zeeuw-
sche volkje maakt helaas daarop gansch
geen uitzondering.
Denk nu niet, dat ik speciaal het thöo-
lojgjsch of kerkelijk terrein bedoel. O ze
ker, hier vooral vindt die eigenschap
ruim© toepassing en 't is bekend, dat
theologische .twisten de felste van alle
•zijn, maar „De Zeeuw" is*g;een kerkelijk
blad en dus heeft het geen zin, hierover
nog meer te schrijven. Waar ik ditmaal
heen wilde, is naar het sociaal gebied.
O, vraagt misschien deze of gene, be
doelt ge die talrijke vakbonden? Neen,
daarop heb ik nu juist niet het oog,
want 't is wel gebleken, dat de werk
nemers in ieder bedrijf zich afzonderlijk
organiseeren. En bovendien, al die Chr.
vakorganisaties zijn weer vereenigd in
het Chr. Nat. Vakverbond, zoodat hier
van een onnoodige scheiding moeilijk
sprake kan zijn.
Ik bedoel de z.g.n. algemeene Chr. so
ciale bonden, die er in ons land bestaan,
n.l. Chr. Nationale Werkmansbond, Pa
trimonium en Maarten Luther. Nu zijn
in Zeeland alleen de beide eerste orga
nisaties bekend, .zoodat ik 't slechts daar
over wil hebben.
Ja, 't is in on.ze provincie eigenaardig
met die verdeeldheid gesteld. Niet alleen,
dat deze twee organisaties, Werkmans
bond en Patrimonium bestaan, terwijl met
één kon worden volstaan (waarover straks
meer), maar men heeft daaraan hier en
daar nog niet genoeg. Men draait vaak
een Chr. sociale vereeniging in elkaar,
die weer buiten de beide Bonden komt
loovigen, al was zij er niet bij om er
nut van te hebben? Eens, toen hij zeide
dat de vrouw van den predikant onkruid
onder de tarwe zaaide, vond hij eene
oppositie, die hem verbaasde. Alfaretta
durfde haar vader ziegg-en dat hij zich
schamen moest Zoo te spreken over zulk
een „engel als Zij was."
(Baas Dean was verstomd; eene vrouw,
een meisje, en dat wel zijne eigene doch
ter, durfde Zoo iets tegen hem zeggen!
Hij deed verscheidene malen zijn mond
open voordat hij in staat was te spreken.
Alfaretta had haar uitgaansavondje en was
thuis, en haar vrijer was Mj haar en ver
langde naar het klokje van negenen om
haar „naar huis" te bréngen. Zij waren
voornemens geweest nog een wandelingetje
langs de rivier te doen, maar de bijeen
komst duurde nogal lang, en daarna moest
Alfaretta luisteren naar den goeden raad,
die elke week gegeven werd, zoodat Thad-
deus, de vrijer, alle hoop op het wan
delingetje langs de rivier opgaf, en slechts
met ongeduld wachtte totdat het negen
uur sloeg, wanneer hij wist dat het haar
tijd was om heen te gaan. Maar hierin
was hij ook tot teleurstelling gedoemd,
want de uitbarsting, die den ouderling
zoo verbaasd had, hield Alfaretta tot tien
uur op, wat Helena niet weinig ongerust
maakte over hare anders zoo stipte dienst
maagd. (Wordt vervolgd.)