i
sanatocen
en.
J/
echt//^
ter,
en
ode. I
No. :$5
Donderdag I4i» November IIISI
36e Jaargang
Jtjfy Ijy
i/
Buitenland.
f
[schrijving
rig Hakhout,
:RKE- /it J
7 jaren
>o«w:and,
IPjespeen. v
Iti
mt
i i-
gevraagd,
ster.
Zeeuwsclie Stemmen.
FEUILLETON.
John Ward en zpe Vrouw.
Bij Zenuwachtigheid neemt
v Zenuwen en Lichaam
gen
en
lal iansdochters,
it geld
fcschenboseli a.
Igrmtwt g
pc leveren vóór
J's nam 1 uur,
iNotaris VAN
|lwaar evenals
LAL te Kapelle,
uen zijn. j
(350 Raan
Middelburg,
hove, Zuidelijk
Nots. Mr JAN
I inschrijvingen
vóór 15 No-
In
P;
11 Nov, 4e
rekening 13
loud 18 maan-
fHART, Oost-
I-)
ir tiir
iitth em.
ip
?aars,
[er, bij C. W.
pskcrke (Mun-
cnecht
'POOLSE Pz.
ie omstandig.-
boterbereiding,
1BREGTSE, te
en metselen
G. VALK,
iselaar, Lom-
delburg.
Ned. Herv
vraagt tegen
tbode.
dal", Veere.
burg in burger-
verkeer.
ÏUIJ.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO,
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRA AT 70,
(Telefoon No. 11).
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ L. BURG-
Drukkers
Oosterbaan Le Cointre, Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG
Abonnementsprijs:
Prijs per 3 maanden fr. p. post f3.
Losse nummersf0.06
Prijs der Advertentiëa:
14 regels f 1.20, elke regel meer 30 et.
Bij abonnement belangrijke korting
Bewijsnummers 5 cent.
CCLI.
Op het eind dezer week komt te Was
hington de internationale conferentie tot
beperking der bewapening bijeen.
Is dit nu een onderwerp, zoo vraagt
wellicht deze of gene lezer om in eieö
„Zeeuwsche Slem" te worden behandeld?
Heeft, deze conferentie, zoo ontzettend ver
weg, wel zooveel tot ons, Zeeuwen te
zeggen?
Ik geloof van ..wel. Immers, in som
mige. kerken is Zondag j.l. ook gebeden
voor het welslagen dezer conferentie eaj
beeft men den Allerhoogste gesmeekt, dat
Hij Zijn zegen gebiede over de pogingen,
aldaar aan te wonden, om het z.g. mili-
tairisime onder de volken te beteugelen.
Ons dunkt dat. elke christelijke kerk,
en elk christen, aan dien oproep gaarne
gehoor zal gegeven hebben, omdat hel
christenplicht is tegen alle gevolgen onzer
gemeenschappelijke zonde, het wapen des
gebeds op te heffen naar omhoog.
Al te veel wordt deze christenroeping
in de tegenwoordige christenheid ver
geten.
Ook tegenover het verfoeielijke kwaad
van het militairisme hebben zij, die Je
zus Christus, de groote Vredevorst, erken
nen als hun Heer, een taak.
„Maar ho," zoo wordt misschien ge
vraagd, „wilt ge van ons propagandisten
maken der dienstweigering
In geenen deele. Schriftuurlijk' is de
plicht, om, als ons aardsche vaderland on
der onrecht van buiten, bedreigd wordt,
zijn vrijheid desnoods met het wapen in
de vuist .te verdedigen, ten koste zelfs
van het eigen leven.
De Bijbel kent zelfs den -krijgsman een
eereplaats toe, en stelt hem allerminst
als met een afschrikwekkend beeld vooi
oogen.
Daar is de hoofdman van Kapernaum
hoe militair klinkt zijn woordgij hoorl
er duidelijk de commandostem in. en gij
hoort er ook in het groote geloof, dat
geloof dat Jezus verbaast.
Dan is er nog in de Schrift sprake
van een Cornelius van Caesarea, die ook
na de prediking van Paulws den wapen
rok blijft dragen.
Maar een militaire weermacht nood
zakelijk en plichtmatig te achten, is geheel
iets anders dan het militairisme recht
streeks of zijdelings te kweeken of ook
maar te dulden.
En tegen dat militairisme hebben wij,
Christenen, veel te weinig geprotesteerd.
Ja, op sommigen van ons oefende het nog
een zekere aantrekkelijkheid uit. Ze von
den het wel mooi, dat overdreven mili
tair vertoon. I
Wat militairisme eigenlijk is?
Het is koestering van de zonde van de
machtswellust.; de erkenning en ver
eering van het recht van den sterkste.
De Kain- en Lamechs,zonde in het groot.
De wil tot de macht, door bruut geweld.
En dat militarisme is vierkant in strijd
met Gods Woord. Het verdraagt zich op
geenerlei wijze met het Evangelie van
genade door recht.
God eisclit ook van de grooten der
aarde' een ootmoedigen wandel en een
nederig hart. f
Helaas, dat ook de christenvolken van
de zonde der machtsaanbidding niet vrij
gebleven zijn.
En de „wonderen der techniek" zijn
door een overmachtige Oorlogsindustrie
dienstbaar gemaakt aan dezen afgod van
Naar het Engelsch van
MARGARETHA DiELAND.
het militairisme. Totdat deze laatste
„groote Oorlog" deed zien, tot welk een
gruwel der verwoesting zulk een mili
tairisme én den verwonnene én den over
winnaar brengen moet.
En wie zal zich voorstellen kunnen,
welke ijselijke gruwelen, als dat booze
kwaad der overbewapening niet wordt be
dwongen, de eerstvolgende oorlog aan do
„christelijke" samenleving brengen zal?
Het geweer zal 'in dien oorlog een on
dergeschikte rol spelen.
Artillerie van reusachtige afmeting en
hoeveelheid; luchtbommen, en omderzeie-
ers zullen er de wapenen zijn, waarmede
men den „strijd" tot beslissing brengt
-Vooral doodelijke gassen zullen er do
hoofdrol spelen; nevens doodelijke bacte-
rieënverspreiding.
Dezen zomer meldde een Engelsch blad,
dat „de chemische afdeeling van het De
partement van Oorlog in de Ver. Staten,
een vergift beeft uitgevonden, van zóó
doodelijke kracht, dat drie droppels op
de huid voldoende zijn om een menscb'
te dooden. De mogelijkheid van vervaar
diging is slechts begrensd door de be-
noodigde electrische kracht. De officieele
schatting is, dat 4000 tón, gesproeid uil
400 vliegtuigen, in staat .zo'ude zijn. een
leger van P/a millioen man in 12 uur tijda
te vernietigen. De militaire dienst is bezig
een beschermende uniform te ontwer
pen, dat zijn drager geheel bedekt."
Mag, ja moet de christenheid tegen dit
afschuwelijk bedrijf van het nog voort
woekerend militairisme niet zijn zedelijk
protest laten uitgaan? En elke eerlijke
poging om zulk een kwaad te breidelen,
steunen ook met haar voorbidding? Is
het dulden en goed praten en kweeken
van zulk monsterachtig militairisme, naai
den geest van Christus of van Satan,
van den Mammon?
Daarom mogen wij als Christenen vooi
teen conferentie als nu te Washington staat
gehouden te worden, niet slechts „ma
tige", maar biddende belangstelling
toonen. Het is onze plicht, hoe weinig
vertrouwen wij ook in de personen heb
ben, die daar bijeenkomen, te bidden voor
den vrede onder de Christenheid.
Natuurlijk weten allen, die den Bijbel
kennen, zeer goed, dat de ontwapenings
conferentie te Washington niet den we
reldvrede zal brengen. Maar de weten
schap, dat er tot aan het eind^der dagen
oorlogen zullen zijn, mag ons nooit tot een
zondig nietsdoen verleiden. Dan kunnen
iwij allen strijd tegen de zonde wel nalaten.
Getuigen tegen het kwaad, ook tegen het
kwaad .van het militairisme, blijft onze
plicht.
De zonde van het militairisme kan al
leen onder de christenvolken worden ge
stuit door de genade van Hem, die voor
ons het recht Gods heeft verzoend, op
dat ook de volken naar -dat recht, in
dienende liefde onder elkander zouden
leven. JAN VAN 'T LAND.
28)
-o
Hij zweeg; met haar arm om zijn hals
geslagen, terwijl haar teedere oogen in
de zijne zagen, kon hij niet redetwisten;
hij was de minnaar, niet de predikant.
Hjj kuste haar op het voorhoofd; het
was zoo gemakkelijk zijn plicht te verge
ten! Zijn geweten kwam echter in flauw
verzet. „Als je me maar wildet laten zeg-
grQjj
„Nu niet", viel zij hem in de rede, en
He'lena's-stem was een liefkoozing. „Weet
je nog wel, hoe je de eerste maal, toen
we elkaar ontmoetten, ook over geloof
sprak?" Het was zoo natuurlijk zich in
herinneringen te verdiepen, terwijl hij daar
naast haar bij den haard geknield lag, dat
John bijna vergat hoe hun gesprek begon
nen was, en geen van beiden dacht er
aan hoe laat het was, voordat zij het hek
van den kleinen voortuin snel hoorden
openen en dichtslaan en een vlugge tred
op het pad aanduidde, dat er iemand aan
kwam.
Berlijnsche rooversbenden.
In de laatste maanden As het aantal
roofovervallen door groote benden op af
gelegen boerderijen en zelfs op kleine
plaatsjes in de omgeving van Berlijn
schrikbarend toegenomen. Deze roovers
benden, die soms uit tien tot vijftien
man bestaan, Jrijn met enkele uitzonde
ringen geheel uit Berlijnsche misdadigers
samengesteld.
„Dat zal Gifford Woodhouse wezen",
zeide John, zich voorover buigende, om
in het vuur te poken, waarmede de ver
wachting van een bezoeker altijd gepaard
schijnt te moeten gaan.
„Neen, het kan Giff niet zijn", zeide
Helena, „hij fluit gewoonlijk."
Maar het was Gifford. De opflikkerende
vlam bescheen zijn gelaat toen hij binnen
kwam en Helena zag, dat het in plaats
van zijn gewone opgeruimdheid, een ver
drietige uitdrukking teekende.
„Ik vrees dat ik ongelegen kom", zeide
hij ,toen zij beiden opstonden om hem te
begroeten en er eenige drukte was om de
lamp aan te steken en een stoel bij te
schuiven. „Heb ik u gestoord?"
„Ja", antwoordde John eenvoudig,
maar dat is heel goed, want ik had van
avond iets te schrijven, en daar heb ik
niet aan gedacht. Gij en Helena zult mij
wel niet kwalijk nemen dat ik! u een poosje
verlaat."
Beiden protesteerden daartegen: Gif ford
omdat hij Ward van zijn eigen haard weg
joeg, en Helena, omdat het te laat was
om nu nog te werken.
„Neen, ge jaagt me niet weg. Mijn pa
pieren zijn boven. Straks zie ik u weer,"
zeide hij tot Gifford en toen ging hij de
kamer uit, deed de deur achter zich dicht
en zij hoorden zijn voetstappen boven.
Die stoornis had hem tot het werkelijk
Zoo berichtte de „Voss. Ztg." onlangs
van een nieuwen rooftocht in Guten
Gerrfiensdorl" bij Loweaberg in de Mark.
De bezitter van de geplunderde boerderij
deelt mede, dat de bende met pistolen
'en handgranaten was gewapend en "daar
mede een groot deel van het dorp in
toom had gehouden. Vijf der roovers dron
gen dé boerderij binnen terwijl tien an
deren het dorp bezet hielden. De vrouw
van den boer, het dienstmeisje, twee
nichten en de zoon werden met de wa
penen gedwongen in de eetkamer neer
te knielen met. het gelaat naaj; den wand
gekeerd; daarna moest de vrouw den
sleutel van de brandkast overgeven. Alle
voorbijgangers werden gedwongen te blij-
vpn staan en zich niet te bewegen. Toen
'theele huis doorzocht was, werden alle
aanwezigen in de eetkamer gebracht en
daar opgesloten. Hun werd medegedeeld;
dat onmiddellijk een handgranaat in de
kamer zou" worden geworpen, zoo zij
alarm durfden maken voor er een kwartier
verloopen was. Spoedig daarop kwam
de eigenaar van de boerderij van het sta
tion terug. Hij vond alle kasten leeggeplun
derd Den misdadigers waren, behalve een
som van 50.000 mark, een groot aantal
sieraden in handen gevallen.
Een villa van den ex-keizer als museum.
Naar uit Rome gehield wordt, is de
prachtige villa van ex-keizer Wilhelm te
Frasic&ti bij Rome formeel door deIta
liaan sche regeering overgenomen, in over-
eenstemming met 't decreet betreffende
de Duitscbe góederen in Italië. Schikkin
gen zijn reeds getroffen om de villa in een
museum en het park er om heen in een
openbare wandelplaats te veranderen.
De.ze villa is gedurende eenigen tijd de
residentie der Pausen geweest. In 1905
werd aij door een Duitsehen millionair
gekocht en den ex-keizer 'aangeboden.
De derde jaardag der revolutie.
Het feest van den derden jaardag der
revolutie is te Berlijn in elk opzicht rus
tig verloopen. Gistermiddag om 2 uur ver
lieten de arbeiders hun werkplaatsen en
begaven ziich in gesloten groepen naar zes
verschillende plaatsen, waar toespraken
werden gehouden. Die deelneming aan ver
gaderingen en optochten was zwak. Men
schat het aantal betoogers op hoogstens
70.000.
,,K o kia do rus" Kamer-candidaat
Volgens de „Vrije' Socialist" bestaan er
plannen om den bekenden Amsterdam-
leven teruggeroepen. De vreugde, die de
stem van zijn geweten gesmoord had, week
uit zijn hart en hij gevoelde weder de
bekommering, die Heiena's woorden in
hem gewekt hadden, en die wroeging over
een verzuimden plicht; hij verlangde met
zijn eigen gedachten alleen te zijn. Zijn
schrijven hield hem niet lang op, en daar
na liep hij de kamer op en neder, met
zichzelven kampende om door zijns liefde
3 heen zijn plicht te zien. Maar in dat half
l uur, dat hij boven was, kwam hij tot geen
besluit. Heiena's afkeer van leerstellin
gen was zoo scherp uitkomend; het was,
zooals hij zeide, nutteloos met haar te
redetwisten; en het zou erger dan nut
teloos zijn er op aan te dringen dat zij
de bidmeetings bijwoonde, als zij "het met
tegenzin deed; het zou haar des te af-
keeriger van de waarheid maken. Zij was
niet bereid, voor het krachtig voedsel
des Woords, dat z'n ouderlingen de honge
rige zielen op die bid-meetings aanboden.
John wist niet dat er in zijn eigen hart
tegenzin was om hun harmonie en vrede
door redetwisten te verstoren; hij erkende
eenvoudig zijn eigen beweegredenen niet;
de redenen, die hij zichzelven opgaf, waren
alle van ondergeschikten aard.
„Ik had niet zoo laat nog moeten ko
men", zeide Gifford; „en 'tis schande!
dat ik Ward gestoord heb; maar ik wildeI
u zoo gaarne spreken, Helena."
schen markt grap po mmiak er Kokadorus voor
de eerstvolgende Kamerverkiezingen cian-
didaat te stellen. Hij zelf is bereid, om
ook voor zijn candidatuur propaganda te
maken.
Wel ja, waarom ook niet? Als Had-je-
me-mOar gemeenteraadslid kan worden is
de keuze van Kokadorus voor Kamerlid
al izoo onzinnig niet meer. Waar gaan
we toch op deze wijze heen?
De vrije Zaterdagmiddag voor
de miliciens.
De Minister van Oorlog! heeft tol den
commandant van het veldleger, comman
danten en liniën en stellingen enz. een
brief gtericht van ongeveer den volgenden
inhoud
Gelet op de noodzaak om van den ver
korten eersten-oefentijd zooveel moig'plijk
profijt te trekken acht ik het noodig; de
bestaande regelingen, betrekking hebbende
op de verloven aan dienstplichtigen en
die op den vrijen Zaterdagmiddag te her
zien. Aanvankelijk ben ik van meening
dat:
le. aan de voorgeoefenden, wier eerste
oefentijd slechts anderhalve maand be
draagt, alleen uitzonderingsverlof behoort
te worden toegekend;
2e. aan hen wier eerste-oefentijd- vijf
en een halve maand bedraagt, behalve
uitzonderinigsveriof en verlof op kerke
lijke feestdagen éénmaal één werkdag, het
zij een Zaterdag!, hetzij, een Maandag: of
een dag! volgende op een kcrkelijken feest
dag kan worden verleend;
3q. aan hen, wier eerste-oefentijd meer
dan vijf en een halve .maand bedraagt,
twee achtereenvolgende dagen per 2 maan
den of 4 ac,htereenvol:g;ende diagen verlof
per 4 maanden kunnen verleend (bij voor
keur met Pasehen, Pinksteren en Kerst
mis) in deze verlofperiode moet minstens
één Zondag' vallen.
D e vrije Zaterdagmi ddajg zou
in h.et algemeen dienen te ver
vallen.
Aan dienstplichtigen wier gezin niet op
den,zelfden dag bereikt zou kunnen wor
den hij vertrek na afloop der middagpefe-
ning, zou hiertoe vervroegd vertrek kun
nen worden toegestaan, indien zij zich
overigens deze gonst waardig, betoonen.
Ik verzoek u mij hieromtrent bij ge
zamenlijk advies, van raadde dienen. Even
eens verwacht ik Uw 'advies omtrent de
geldende regeling voor het toekennen van
vrij vervoer (geheel of gedeeltelijk) welke
regeling thans hooge uitgaven veroorzaakt.
De Christelijke Werkgevers en
de staking, in de Metaal
industrie.
Het Bestuur der Christelijke Werkgevers
Vereeniging, gehoord de besprekingen Van
bij hare Vereeniging aangesloten werkge
vers in de metaalindustrie vereenigt zich
met de conclusie dier leden en is Van
oordeel, dat een loonsverlaging onder de
tegenwoordige omstandigheden in het al
gemeen niet mag worden tegengehouden;
dat te dien aanzien niet alle bedrijven
in dezelfde omstandigheden verkeeren,
doch dat voor een groot aantal een loons
verlaging een economische noodzakelijk
heid is; dat deze economische noodzake
lijkheid met name ook g;eldt voor vele
bedrijven in de metaalindustrie. Het Be
stuur betreurt de houding; yan den Me-
taalbond, welke, voor zoover bekend, in
zake de aanigjekondigde loonsverlaging
'geen overleg gepleegd heeft met de or
ganisaties der arbeiders of althans daar
toe geen gelegenheid heeft opengesteld;
betreurt evenzeer de houding! van de Chris-
Heiena's gedachten volgden haar echt
genoot, en het kostte haar moeite ze tot
Gifford en zijn belangen terug te "brengen;
maar met de haar eigen vriendelijkheid
wendde ze haar kalm gelaat naai' hem toe.
„Hij komt aanstonds terug", zeide zij';
„en hij zal blijde zijn als zijn schrijven hem
van avond van het hart is. Ik was maar
bang, dat hij in die kille kamer kou zou
vatten: je weet, dat hij zoo 'n hardnekkig
kuchje heeft. Waarom wilde je me spre
ken, Giff?"
Ze nam haar breiwerk van haar werk
tafeltje, rolde het los en begon de houten
naalden met een zacht tikkend geluid
vlug in beweging te brengen. Gifford zat
tegenover haar, met de handen in zijn
zakken gestoken, de voeten recht uitge
strekt en het hoofd op de borst gezon
ken. Maar hij zag er niet uit alsof hij
rustte; integendeel duidde zijn gehesle
voorkomen een inwendige onrust aan, en
en dit ontging Heiena's opmerkzaamheid
niet. Zij zag naar hem, terwijl hij met
gefronsd voorhoofd in het vuur zat te
staren, maar daar sloeg hij geen acht op.
„Je hebt verdriet, Gifford", sprak zij.
Hij zag op. „Ja", zeide hij. Hij veran
derde van houding, leunde met zijn elle
bogen op zijn knieën en met zijn kin op
zijn vuisten, nog altijd somber in het vuur
turende. „Ja, en daarom kwam ik u spre
ken."
telijk georganiseerde arbeiders in de me
taalindustrie welke, voor zoover bekend,
tot staking ,zijn overgegaan, voordat vol
doende bleek, dat alles, was in het werk
gesteld om een conflict te voorkomen
en besluit deze conclusie te p'ublioeeren.
Jhr. De Jonge op reis.
Reeds vroeger werd het vermakelijke
geval medegedeeld, dat het sociaal-domo-
cratische Kamerlid jhr. De Jonge te Gen
nep, in tegenwoordigheid van arbeiders-
partijgenooten, plaats nam in een derde
klasse-rij tuig; van spoorwegen, om later in
kruispunt Beugen over te stappen in een
eerste-klasse-rijtüig.
Thans is er weer een eigenaardig ge
val met dien afgevaardigde, schrijft ,,De
Volkskrant". Dezer dagen zat hij in een
eerste-klasse-rijtuig en vroeg de conduc
teur naai' ,zijn plaatsbewijs. Hij gaf (en
antwoord: „Ben Kamerlid". De conduc
teur nam hiermede echter geen genoegen
en drong aan op vertooning van plaats
bewijs. Hierop sloof jhr. De Jonge op
en gaf den conducteur tot bescheid, dat
hij wel nader van de zaak zou hooren!
De socialistische afgevaardigde noteerde
't nummer van den conducteur.
Welk een aanmatiging!
De conducteur was volkomen in zijn
recht om plaatsbewijs te eisohen en zou
zelfs zijn plicht niet hebben gedaan, in
dien hij, ziulks had nagelaten.
Genoemd Kamerlid nota bene zich
noemende „arbeidersufjgievaardigdc"
schijnt dit niet te beseffen, er alvast een
denkbeeld te willen geven met welke hu
maniteit de arbeiders, in een socialistische
maatschappij door volksvertegenwoordi
gers .zuilen worden bejegend.
Do nieuwe Militiewet en de
le g e r-kam p e n.
Naar het Dgbl. van N.-Brab. meldt»
wordt druk gewerkt aan de ontwierping en
samenstelling der legerkampen, ingevolge
de gewijzigde Militiiewet-Van Dijk.
Het ligt in de bedoeling vier legerkam
pen oip te richten, waarvan één komt
in de nabijheid van Breda. Elk legerkamp
zal o.a. bevatten gebouwen voor gods-
dienstoefeningen, kampgebouwen voor
4000 man, militaire tehuizen, enz. Deze
gebouwen zijn berekend voor den tijd van
dertig jaar en kosten voor de vier kampen
te zamen nauwelijks meer dan de nieuw
bouw van een flinke moderne kazerne
zou bedragen.
Het betreffende ontwerp kan binnenkort
worden tegemoet gezien.
Beperking van den va cc ine-
d wa n g.
Naar aanleiding van het dezer dagen
aan het Volk ontleende bericht omtrent
beperking va.n den vaccinedwang, is aan
het departement van arbeid aan de Tel.
meegedeeld, dat een herziening van de
wet op de besmettelijke ziekten in voor
ontwerp gereed is. Daarbij zal vanzelf
ook het vaccine-vraagstuk onder de oogen
gezien moeten worden. Er is echter nog
geen enkele beslissing van welken aard
dan ook genomen. 'De herziening ver
keert nog in het stadium van voorberei
ding
Valu ta-kwaad.
„Papier", bijblad van „Graficus",
schrijft
Een frappant staaltje van Duitsche con
currentie kwam ons ter oore.
Een firma te Amsterdam had 10.000 cir
culaires noodig, en dacht er eigenlijk niet
over ,dat drukwerk naar buiten te sturen.
„Doe dat dan", hernam Helena, maar
Gifford scheen moeilijk een begin te kun
nen vinden.
„Ik heb vandaag een brief van tante
R,uth ontvangen", zei hij eindelijk, „en
die maalt mij door het hoofd. Ik weet
niet hoe ik 't ,u recht begrijpelijk zal
maken; je zult zeggen dat het mij niet
aangaat."
„fs er op de pastorie iets gebeurd
vroeg Helena, haar werk nederleggende en
snel ademhalende.
„O neen, dat niet", antwoordde Gifford.
„Het geval is, Helena het geval is
welnu, ronduit gezegd, tante Ruth meent
dat Forsythe verliefd is op Louise."
De toon, waarop Gifford sprak, beves
tigde voor Helena wat zij vroeger slechts
vermoed had, en onwillekeurig ontsnapte
haar een uitdrukking van sympathie.
„0", riep de jonkman met een driftig
gebaar, terwijl een blos hem naar het ge
laat steeg, „je begrijpt me verkeerd. Uc
ben niet gekomen om over mijzelven te
lamenteeren of zoo iets. Ik ben niet ja-
loersch; denk toch niet dat ik zoo mal
ben. Als die man Louise waardig was
wel, dan zou ik de eerste zijn om mij er1
over te Verheugen dat zij gelukkig was.
Ik wensch uit den grond van mijn hart
dat Louise gelukkig zal zijn. Ik hoop,
dat je me gelooft, Helena?"
(Wordt vervólgd.)
I