evers, SNEEK levers JM ■a— 11 Ijn Is en Peren, >0 267 Maandag 15 Augustus 1921 35e «I aargang Boertje ATERIALEN. partij gebruikte e Reclames. .RECHT C 436 s en inlichtingen te j FEUILLETON, BEEE ik een goede keus? [roerend mooi verhei behoeft elechtsg gen van den inho£J ge reis Een dren. °P - De wondere een ruzie over b Inhere jeugd - p hjn zoontje Herman oorname afkomst Wintervermaak Door den vreemden het graf - Eindelijk - Door een onweder gd en gesard - Ee nde der hoogmoed idexamen Naar Vrouwen, wijn en intenfeest Herman „WieGod verlaat dentenfuif Herman •oneelen De Vluckt le jongeling Gebed verwelkte bloem - eder thuis Verwoest )e erfenis van Peter ragen" „Jezus uw hart" Vijf jaar later loone inhoud ID fraaii or H STREEFKERK, n mooi, natuurlijk en et genoegen zal 'lezen, s en moeders eenige .al, De vrouw van den t kranke kind, 'tOude aak van een dief, Max stichting? De gestolen )e ingestorte brug. De loge terecht. „Bij U is iz. enz. Royaal fo'rmaat, schoon boek, Inhoud vóór de Zondvloed en lande Een typisch eid Een verstandige door Ds v. d. ENDE. p, 40 pag. ;ng, na ontvangst van rop melden: „Aanbod mii g is ons No. 3176?. kenaanbod. iderbesturen er Aannemers, Uwe Rijsmaterialen, als: i, Walchersche Halen, z. en wat verder aan voor waterwerken van aan bovenstaand adres. sterkende wijn voor en herstellenden. velend, f M. W. VAN AABTSEN, in wijn en gedistilleerd, irkt, C 2, Middelburg. 1 aantal jaren met schit- resulfaten de Kruiden rruiken tegen vele om sden, zooals bijrechte ering, gal, 0I,?-U1;. ine-stoornissen, rugptte 't water, niersteen»", hiek, jicht, gezwollen en, bed wateren, vrou ;en, duizeligheid, hom iraandoening,ZUU1'S n, hartkloppingen, M» bronchitis, aamborstig reilijke ademhaling, 1 op de borst, enz. - i -a. 0V oef zal het nut er v« i. Uitsluitend verkr. hg Apotheker A. Dwgg a Brochure fg Prijs per pak t en nen is. ischrijving te koop in den boomgaar" WAKER Fzn, te Kouf J.! den eigenaar tot en itHS. stonden aan te k°°P aan billijken prijs. October een Meid Verk»Ül Uitgave van Naa»l- Venn. LUCTOR ET EMERGO, gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LARGE VORSTSTRAAT 70, (Telefoon No. 11). Bureau Ie Middelburg: FIRMA F. P- BHUIJ L. BURG. Drukkers Oosterbaan Le Cointi'e, Goes. t VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Prijs per 3 maanden fr. p. post f3. Losse nummersf 0.05 Prijs der Adveirtentiën: 1—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct. Bij abonnement belangrijke korting. 'Bewijsnummers 5 cent. „ROME" EN DE „PROTESTANTEN". Reeds in 1912 heeft prof. dr. H. H. Kuyper, bij 'de overdracht van het recto raat aan de Vrije Universiteit er aan herinnerd, dat de strijd, dien Rome 'tegen hel Protestantisme voert, zich in onzen tjjd in hoofdzaak naar het gebied der geschiedenis verplaatst. „D-e dogmati sche oontrovers. hield allengs, op; over kerkrechtelijke geschilpunten fiordt nauwelijks meer gesproken, maar jes te feller wordt de kamp op het slagveld der historie, waar Roomsche polemiek nieuwe lauweren te winnen poogt, dooi' aan het Protestantisme het stigma op het voorhoofd te drukken, dat het in ongerechtigheid is geboren." De Roomsche aanval „richt zich èn op de beginselen, waarvan de Re formatie is uitgegaan, èn op het karak ter der personen, die haar geleid heb ben, 'en op de v r u c h t, die ze voor de volken heeft gedragen." Wat in 1912 nog slechts op- dr. Kuy- peïs zeggen in onze kringen werd ge(g)loofd, wordt thans meer en meer als Vrucht van eigen waarneming vast gesteld. Een bewijs van recenten datum mag geput uit artikelen van de N i, e u- w e Z e e u w s c h e O o uir a n t. In haar no. van 23 Juni richtte de redactie van dat blad haar aanval .op de Engelsche revolutie en de regeering van Willem III, en meenden wij in ons ao. van 24 'Juni .eenigszins gedocumen teerd tegen hare 'wijze van geschiede- nisschïgven te moeten opkomen. Thans bevat dat blad weer een paar opstellen, waarin zij haar aanval richt op 0e stelling van De Standaard: „de verdraagzaamheid is een vrucht van de beginselen der 'Reformatie", en de aangevallene tracht te lokken naar het teïrein des Geschiedenis. Wij noemen 'dit een leepe taktiek, zoo wel van Rome in 't algemeen, als van de Roomsche pers in het bijzonder. Im- taers. zij weten wel, dat er op 't terrein der historie snaren te tokkelen vallen, die den oppervlakkigen lezer aangrijpen; iets wat men oip het terrein van dog matiek en kerkrecht z.oo niet heeft. Nu hebben wij reeds vroeger gezegd, •temeer wij 't in 't belang onzer lezers noodig achten, willen wij gaariie met onze geleerde collega, van 'de Nieuwe ZeeuWsche, ook op. historisch! gebied wel eens een degen kruisen, ook al valt dia taak tegenover een flink geharnast ridder als den schrijver van de artikelen „Een vïucht der Reformatie" in de N. Z. C'rt. van 9 en 10 Augustus niet gemakkelijk. Zij in 't kolrt dan meegedeeld, waar- In de aanval van de N. Z. Crt. bestaat. Zij toetst de stelling: „de verdraagzaam heid vrticht van de beginselen der Refor matie", aan „de feiten der Historie"; zij neemt de verdraagzaamheid hierbij „niet als theoretische of dogma tische, maar als practise lre ver draagzaamheid" en zegt dan „met den Protestantschen geschiedschrijver Men- zel dat „daar waar het Protestantis me de overhand had, ook de onverdraag zaamheid heeTschte", en gaat dit dan, naar zij zegt, „bewij'zen met de G e- tchiedenis in de hand". Zij Verhaalt dan van Luther, zonder Bronvermelding, doch wij' willen aanne men, dat de immers Roomsche? nïon zuiver is', dat deze „vader van het Protestantisme gezegd of 'geschreven heeft, dat zijne volgelingen den hemel „moesten winnen door het zwaard te gebruiken en op bergen van lijken tot God op Ite klimmen"dat zijn oorlogskreet was: "dood aan de Papisten; dat hij ge schreven heeft: waarom wasschen wij onze handen niet in him bloed? (bedoeld is „het Roomsche gebroed") en dat hij in een brief aan Lange schreef: „Wij zijn overtuigd, dat het pausdom de zetel van den waren en werkelij'ken anti-christ. is en houden ons overtuigd, dat ons, pm het te misleiden en ten ondergang te brengen, voor het heil der zielen alles geoorloofd is" 'én in zijn zendrief aan den Diuitschen adel„Willen wij tegen cle Turken strijden, laat ons dan hier be ginnen, want zij (de Paus en zijp aan hang) zijn de- eïfgsten van allen". Nu izij direct onzerzijds opgemerkt, dat, naar 'kenners der historie beweren, van 't begin der Reformatie af de Roomsche geschiedschrijvers onze reformatoren en de Reformatie steeds met vuigen laster hebben vervolgd. Groen van Priusterer (r) schreef reedfein 1839: „Gatholieke schrij vers hebben, ook nog in. onze dagen, zonder eenigen schroom, de feiten ver draaid of geloochend". „Het terrein der polemiek, waar de geschiedenis gevaar loopt Islavin beurtelings wan elk der par tijen te worden fe het gebied, waarheen Rome liefst de geschiedschrijving over brengt", voegt dr. H. II. Kuyper er aan toe (-'). Wat O.a. Bolsec, een van die door de N. Zeeuwische Clouïant in haar artikelen verheerlijkte Roomsche schrijVers, in dit opzicht heeft bestaan, laat zich in geen enkelen fatsoenlijken kring oververtellen. Wil de lezer een paar staaltjes? Zie ze hier. .Luther zou 'vrucht zijn geweest van verboden omgang zijner moeder met den duivel; hij zou reeds, als kind zulk een satanisch karakter hebben vertoond, dat zijn moeder berouw had hem niet in de wieg te hebben gesmoord; als monnik in het klooster zou hij door den duivel zijn bezeten; en na in allerlei onge rechtigheid geleefd te hebben, zou hij' zijn leven geëindigd hebben met zichzelf op te hangen aan een stijl van zijn ledi kant, waarna alle duivelen in ravenge- stalte hem uitgeleide zouden hebben ge daan bij zijn begrafenis (3)". ICalvijn maar laat ons eerst af drukken wat de Nieuwe Zeeuwsche van hem zegt En de „Vrome" löalvijn, die te Genève ial's een waTe dwingeland heerschte, Sch'reef hij niet een heel boek, om' te bewijzen, dat men de dissidenten ter dood Moet brengen? Voegde hij niet de daad bijl het woord door Michel Servet wegens „ketterij" levend te laten verbranden Woonde hij niet zelf de terechtzitting bij? Va lentin GentiliiSi ontsprong den dans door een tijdige herroeping zijlner dwaling, doch we'r'd kort daarop door het Pro- t.estantsche stadsbestuur van Bern tot den dood door' het zwaard verwezen, omdat hij Sn een andere ketterij was vervallen. Jacques Grues, die op ver schrikkelijke wdjlze werd gemarteld, Bol sec, Castellion, Ochino, Alcioti, boetten met dood of ballingschap hun ver metelheid, iets anders te gelooven, dan iGalvijn gedoogde. Het niet bijwonen der Calvinistische godsdienstoefeningen, (r) Archives le Serie VI blz. 49. (2) Het zedelijk karakter der Reforma tie, blz. 6. I (3) Boehmer, Luther itn Lichte der' neulren Foaschung, Leipzig 1906. het wegblijven uit de preek of van het avondmaal was een misdaad van hoogverraad en werd streng gestraft. „Calvijn 'aldus Galiffe, een P'Pote- 'Stantsche schrijver van Genève ves tigde een rijk van ruwe onver- idr aag.z ,aam he i d, van dor bijge loof en van de meest goddelooze leer. Hij Islaagde daarin eerst dolor list, ver volgens door gewelddie lage ziel had behoefte aan bloed." Wat :de N. Zeeuwsche hier over Gal vijn, smalend den „vrome" genoemd, schrijft, heeft zijl ontleend aan een „pro testantschen" Galiffe, beter gezegd a,an een werk van den Jezuïet Devivier, bewerkt door Van Oppenraav, insgelijks van de S. J. (Sociëteit van Jezus). 'Calvijn 'komt e'r daar nogal goed af, wanneer men leest wat Prof. Dioumergue in zijn we'rk „Une poignée de faux" en in zijn meesterwerk over Calvijjn aanhaalt wat Roorqsehe schrijvers nog wel ergers ■van i'Calvijh gezegd hebben. B.v. Calvijh zou lin zijn jeugd wegens de schandelijkste ontucht gebrandmerkt uit Frankrijk heb ben moeten vluchten, te Genève alsi een ty'ran zijn opgetreden, die in wreedheid en zedeloosheid Nero evenaarde, en in vertwijfeling gestorven zijn ten gevolge van die walgelijke ziekte, die vrucht en straf van de zonde der wellust is. (4) Vooral Böllinger, Janssen, pater De- nifle 'hebben zich in de verspreiding van valsche voorstellingen naam gemaakt, al mag (omtrent dezen laatstgenoemde, den geleerden onder-archivaris, van het Va- ticaan, met genoegen geconstateerd, cha.t, hij in den „onzedelijlken" Luther een slachtoffer ziet van de richting in de 15e en 16e eeuw opgekomen, waarbij „een gpoot deel der priesters en mon niken zich beheerschen liet door de lagere passies der menschelijke natuur, inzonder heid door de concupisoenta carnalis (vlee- schelijke gemeenschapsoefeningen), „Flei- schesbnuist"trots de plechtig afgelegde gelofte Van kuischheid aan God en kerk gezworen." (5) En nu. heeft pater Denifle, die deze zondigheden vergoelijkt met de opmerking, dat het gezag der Kerk toch onaangetast bleef, hieraan toegevoegd imaar Luther, weet je, die heeft „dezen dam doorgebroken", „de vrijheid van het vleesch tot dogma geproclameerd en daar mede het bederf tot haar toppunt ge voerd.'1 Wij Vermoeden dat in den loop der eeuwen ten aanzien van Rome door „plrotestansche" geschiedschrijvers meer malen geschiedvervalsching is gepleegd. Dioch £n ve'el erger mate hebben Ro-oui- 'sehe historici zich aan de waarheid be zondigd in zake de Reformatie en de Hervormers. Zelfs Pausen hebben dit ge daan, Wij noemen onder dé jongeren al leen Pius X die, in zijn Encycliek „Edi- tae Isaepe D;ei" (le driehonderdjarige her denking van de heiligverklaring yan Pa ter Borromeus vierende, onze 'reforma toren als hoognxoedigen, opstandigen, vij anden van het Kruis', wier God de buik Was, aardschgezïnden, dooders van ge loof en izeden, brengers van een pest van ondeugden en ondéTstbovenkeering", enz. signaleerde; en Leo XIII die o.a. in [zijn Canisiu's-encycliek ran 1 AWg|. 1.897 de Reformatie tot een „piestgif" degra deerde, terwijl de Catechismus, op last van P'ius X opgesteld, gewaagt van het Protestantisme als van „een kettersch gif, dat het geloof, de zedelijkheid en het Goddelijke èn menschelijke gezag ver woest." ■Waar zelfs dezen zoo lasteren hetgeen zij niet kennen, kunnen wijl Be NieuWe Zeeuwsche Courant en andere Roomsche scribenten gemakkelijk bun val- schen kijk |op de Reformatie en de Refor matoren vergeven. Op 't punt van haar oerdeel over Cal vijn Moeten Wij echter nog met haar aftekenen. DUIs tot later. Voorloopig echter zij kortheidshalve aan De Niexxwe Zeeuwsche Courant (die zekier wel een exemplaar van haar blad aan De Standaard zal hebben gezonden) meegedeeld dat d'e uitspraak van laatstgenoemd blad, namelijk: dat de gewetensvrijheid is een vrucht van de beginselen der Refonnatie, een 'uit spraak is;, die voor alle objectieve gieischiedkemiers vaststaat wij noemen slechts onze liberalen Fruin en Bakhui zen v. d. Brink, en de buitenlandsche Bancroft, de Toqueville en A'ulguste Laugel. Jacob van Oversteeg. Morgen 16 Augustus wordt „Jaap Over steeg", amanuensis a,an de Vrije Universi teit, 70 jaar. Van Oversteeg heeft onder predikanten en onderwijzers vele vrienden; doch ook vele antirevolutionairen stellen er een eer in hem te kennen. Hij is een knap ama nuensis, een vaardig penvoerder, een han dig debater, een ervaren spreker, een belezen verteller g;ebleken al de jaren die hij aan de V. U. en in de antir. partij zijne beste krachten geeft. De wekelijksche rubriek „Men schrijft ons" in De Heraut; de standjes en bedankjes die hij somwijlen nog aian de vrienden uitdeelt, en de guitige opmei'- kingen, die hij een enkele maal nog wel eens voor den tegenstander ten beste geeft, getuigen van ,zijn frischheid, en van zijn onbluschbaar optimisme. Wij .zullen er niet meer van zeggen, dewijl hij wars is van al wat hij noemt „vleierij"; en hij al gauw zo'u zeggen: ik was beter met een gulden voor de Vrije Universiteit. Welnü, doen wij dit laatste dan maar eens. Een enkele in onze omgeving ging reeds voor. Wie dezen jubilaxis op zijn verjaardag een gulden wil sturen voor de Vrije Uni versiteit, als blijk van hulde of vriend schap of geestverwantschap in engeren zin, die doe 't nog. heden. Hij stelle niet uit; anders komt er allicht niets meer bij M. HOUT FR MA^I «ij _o- „Neen," zeide ik, „het eenige, waar- om we hem kunnen beklagen, is onr zijn slechtheid." „Denk slechts aan zijn huwelijk met Fransch meisje," zeide zij. „Ik ben benieuwd of zij dezelfde is, die ons in winkel te Port-Said bediende. Wel, ten blij, dat hij dien brief heeft geschre- ten; het is veel beter, te weten, wat werkelijk is. Ik kan mij niet begrijpen, te )k mij zoozeer in hem heb kunnen uedxaegen. Ik vrees, dat ik niet heel goed u wakters der menschen kan lezen. aai' laat ons vandaag niet meer over tei spreken, May; het verdriet is inder- ted geheel en al weg, maar ik wil er niet Sterne over spreken; laat ons over iets praten Dei was_ voor mijnheer William een ffin° Verltehting, te bevinden, dat Eve- jw zoo opgewekt was. Hij was door den no,g zeer in de war en verstoord, tengevolge daarvan, den gairschen dag i •ke. «iet en gejaagd, en ontevreden' de wereld in het algemeen. Daar hij niet over zijn neef wilde spreken, uit vrees van E velijn te bedroeven, gaf hij, in plaats daarvan, 'lucht aan zijn gevoelens ten opzichte vam mijnheer Stanley's ver dwijning. „Mijnheer Stanley wais toch klaarblijke lijk niet van plan, te schrijven," zeide hij. „Zijn weggaan op die manier, was een van de Vreemdste dingen, die hij kende. Het bewees juist, wat hij altijd had gehoord, dat het niet goed is, vriend schap te sluiten met menschen, die men op reis ontmoet. „Het is onmogelijk te zeggen, wat zij zijn,' 'zeide hij, „en men kan in de hoogste mate worden bedro gen." „0 papa," zeide Evelijn, „wat bedoelt u? U meent toch zeker niet, dat mijnheer Stanley ons bedroog?" „Wel, ik zeg niet, dat hij het deed," zeide mijnbeer William, „maar ik zeg, dat we niet weten, dat hij het niet deed. Gé moet bekennen, dat het iets zeer ver dachts is, dat hij zoo plotseling is ver dwenen, en ons nooit een aanwijzing heeft gegeven, wat betreft de plaats, waar heen hij gegaan is. Het staat me volstrekt niet aan." Ik verlangde te spreken, maar ik bad een gevoel, alsof ik mijzelf nauwelijks vertrouwde, het te doen, wamt ik zou Kuyper t. a. p. blz. 7. (5) Banifle Lutheï (Einleitung) pag. 14 e. v. mogelijk meer zeggen, dan ik van plan was, indien ik mijn lippen had geopend. Ik liet het daarom aan Evelijn over hem te verdedigen, en zij nam dit ver ontwaardigd, op zich. „Het is waarlijk te erg, papa," zeide zij, „op die manier van mijnheer Stanley te spreken. Ik vind hem een van de aan genaamste menschen, die ik ooit heb ge zien." „Dat scheen hij te zijn, dat geef ik je toe." zeide mijnheer William, „maar hoe weten wij, wie hij is, of wat hij is? We weten het alleen uit hetgleen hij zelf ons vertelde, en dat kan waar zijn ik hoop het of het kan onwaar zijn. Daarom is het zeer dwaas, te vriendelijk te zijn jegens menschen, die men op reis ontmoet; ze kunnen geheel en al zijn, wat ze beweren te zijn, of ze kunnen het niet zijn." „Maar mijnheer Stanley is een groot vriend van Lord Moreton, papa," zeide Evelijn, ,,dat weet ik. Hij vertelde mij dit, toen Claude en Alice hier waren." „Ja, ik weet, dat hij u dat verteld heeft," zeide Mijnheer William, „ik heb Lord Mo reton hem nooit 'boonen noemen." „Wil u Lord Moreton niet eens schrij ven en het hem vragen, papa? Het is de moeite best waard, en dan zullen we het Vrijdag heeft Lloyd George Parijs ver laten, nadat hij vóóraf Briand bezworen had, dat de Entente nog altijd spring levend was. Jawel, dat kennen we. Jam mer alleen, dat daarvan de vorige week bitter weinig gebleken is. Gelijk we reed's meldden, zal nu de Raad van den Volken bond over de Oppier-Silezische kwestie hebben te beslissen. Deze raad bestaat uit de heeren Hijmans (België), Da cunna (Brazilië), Kuo (China), Quinenen de Leon (Spanje), Ilannetaux (Frankrijk) Fisher (Engeland), Arsini Baroni (Italië), Ishii (Japan). Of deze heeren nu zoo goed thuis zijn in de aanhangige kwestie, dat zij1 spoe - op de een of .andere manier te weten komen." „Ja, mogelijk doe ik het," zeide mijnheer William, „dat zal op de een of andere ma nier een eind aan de zaak brengen; mis schien dat Lord Moreton wiel opheldering kan geven in deze duistere mak." Den volgenden dag zou de mail vertrek ken, en mijnbeer William gaf mij zijn brie ven, onr ze dien man te geven, die ze op de post zou doen. Terwijl ik naar be: neden ging, kieek ik naar de adressen, maar geen dier brieven was voor Lord Moreton: hij had het vergeten. We genoten niet, veel van ons bezoek te Jeruzalem, nadat'mijnheer Stanley ons had verlaten. We hadden zeer koud en onaangenaam weder, en de kale steenen vloeren en die, welke nog ©enigszins be dekt waren, warien slechte plaatsvervan gers voor de rijkelijk met tapijt belegde kamers en helder vlammende vuren M Alliston Hall. Bovendien regende het den' ganschen dag onophoudelijk, en veel har der dan het in Engeland doet. We waren verplicht in het hotel binnenshuis^ te blij ven en te luisteren naar het geluid van het water, dat door de gootpijpen van het huis naar beneden liep en verder in de regenbakken, waarin het zorgvuldig werd bewaard, om 'bet in den komenden Achteruitgang van -de Nieren. Een huisdokter verklaart, dat de ergste gevallen van nierziekte gevonden worden bij personen, die te veel hebben gedron- ken, te zwaar hebben gegeten en een in- spannend leven van haast en drukte ge leid hebben. Hij vergeleek bij een onder zoek de nieren van een jongen man van 40 jaren met die vau een ouden man van 70 jaren. Beiden droegen den stempel van ouderdom. Waarom? Omdat het leven, dat de jongeman leidde, hem in den bloei van zijn leven nieren als van een ouden man bezorgde. Hoe verduidelijken deze woorden niet al te dikwijls de oorzaak van rugpijn, urinestoornissen, waterzuchtige zwellin gen, niergruis, rbeumatische aandoenin gen, voortdurende vermoeidheid enz. Nierziekte wordt als te voorkomen be schouwd - vergeet dit niet. Vermijd tocht en kou, wees matig met uw eten en drinken, zorg voor de noodige ru3t, lichaamsbeweging, ontspanning en slaap, en voor geregeldie ontlasting. Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn een onschatbare hulp aan de natuur tot onder houd en herstel van de werkzaamheid der nieren. Door dieze organen bij te staan in hun taak om het bloed te zuiveren, draagt dit erkende niergeneesmiddel veel bij' om de kwade gevolgen van onbedacht zaamheid tegen te gaan. Als de nieren verzwakt zijn, versterk ze dan met Foster's Rugpijn Nieren Pil len. Zijn zij gezond, wees dan zoo ver standig om haar gezond te houden. Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn te Goes verkrijgbaar bij die Paauw Co. en te Middelburg bij fa. C. Schulte Co. a f 1.75 per doos.- (41) d i g (want dat is hun verzocht) een be slissing hierin kunnen nemen, mag ge rust worden betwijfeld. Trouwens, de Engelsche en Fransc'he pers voorziet ook een op de lange baan schuiven van de Opper-Silezische kwestie en is daarover begrijpelijkerwijs siieclrt te spreken. Im mers Ihet gievaar voor opstanden en relle tjes wordt daardoor \veer des te gi'ooter. Zoo wordt nu reeds uit Kattewitz aan het Berlinier Tageblatt geseind, dat aldaar onrustwekkende berichten zijn binnenge komen, zeggend dat op de lijn Mislowitz- Kattowitz-Hindenburg tal van P-oolsche troepen i»et groote pakken beladen en be geleid door muziekkorpsen zijn aangeko men. Zij hebben in de logementen der verschillende gemeeUtep noodkwartier ge kregen. Donderdagavond zijn trouwens sol daten van Halier per spoor uit Schop pnitz te Ivattowitz aangekomen. Zij zijn verder gegaan in de richting van Zalenze. Donder dag zijn in de omstreken van Ratibor schietpartijen en handgranaatontploffingen voorgekomen.. De Italianen, die aldaar zijn gelegerd, staan gereed om in te grijpen. 't Is te hopen ,dat men de brutale Polen niet zal sparen! Een andere vraag Is, of de Volkenbond, doordat hem de Opper-Silezische kwes tie is voorgelegd, weer wat meer iir tel zal komen. Tot heden stonden zijn pa pieren niet hoog en was hij bijna tot een belaching geworden. Zoo vraagt een blad als de N. R. Crt- terecht „Over de Grieksch-Turksche kwestie is de Opperste Raad het gemakkelijk e'ens ge worden. Allen warien van oordeel, dat zomer te kunnen gebruiken; en, zoo goed als we konden, moesten we onszelven maar vermaken met ons werk en nret de weinige boeken, die er in het hotel wa ren 'te vinden. Mijnheer William werd zeer ongeduldig, er er kwanr plotseling een groot verlangen in hem op, om naar huis te gaan Hij had genoeg van het reizen in den vreemde, en van de vreemd© plaat sen, err van de vreemde hotels; .zeide hij, en Evelijn scheen zóó gezond en sterk, dat hij dacht, dat er geen gevaar in kon steken, om naar Engeland terug te keeren. Evelijn en ik stemden van harte in met dit voorsteler werd daarom besloten, met het eerstvolgende stoomschip Jaffa te verlaten. We bezochten vele plaatsen in Italië en Durlschland en hielden ons op de terugreis langen tijd op; want mijnheer William was, terwille van Evelijn, hang, in Engeland aan te komen, voordat de lente goed was 'begonnen. In veel, dat wie zagen, stelde ik zeer veel belaag!, en toch genoot ik er bijna, niet zóóveel van als ik mij altijd had voorge steld, dat ik van een reisje op het vaste land zou genieten. Ik gevoelde mij zenuw achtig en rusteloos, en ik verlangde, in Engeland terug te zijn. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1921 | | pagina 1