evers, SNEEK
levers
JM
■a— 11 Ijn
Is en Peren,
>0 267
Maandag 15 Augustus 1921
35e «I aargang
Boertje
ATERIALEN.
partij gebruikte
e
Reclames.
.RECHT C 436
s en inlichtingen te j
FEUILLETON,
BEEE ik een goede keus?
[roerend mooi verhei
behoeft elechtsg
gen van den inho£J
ge reis Een dren.
°P - De wondere
een ruzie over b
Inhere jeugd - p
hjn zoontje Herman
oorname afkomst
Wintervermaak
Door den vreemden
het graf - Eindelijk
- Door een onweder
gd en gesard - Ee
nde der hoogmoed
idexamen Naar
Vrouwen, wijn en
intenfeest Herman
„WieGod verlaat
dentenfuif Herman
•oneelen De Vluckt
le jongeling Gebed
verwelkte bloem -
eder thuis Verwoest
)e erfenis van Peter
ragen" „Jezus uw
hart" Vijf jaar later
loone inhoud ID fraaii
or H STREEFKERK,
n mooi, natuurlijk en
et genoegen zal 'lezen,
s en moeders eenige
.al, De vrouw van den
t kranke kind, 'tOude
aak van een dief, Max
stichting? De gestolen
)e ingestorte brug. De
loge terecht. „Bij U is
iz. enz. Royaal fo'rmaat,
schoon boek, Inhoud
vóór de Zondvloed
en lande Een typisch
eid Een verstandige
door Ds v. d. ENDE.
p, 40 pag.
;ng, na ontvangst van
rop melden: „Aanbod
mii g is ons No. 3176?.
kenaanbod.
iderbesturen er
Aannemers,
Uwe Rijsmaterialen, als:
i, Walchersche Halen,
z. en wat verder aan
voor waterwerken van
aan bovenstaand adres.
sterkende wijn voor
en herstellenden.
velend, f
M. W. VAN AABTSEN,
in wijn en gedistilleerd,
irkt, C 2, Middelburg.
1 aantal jaren met schit-
resulfaten de Kruiden
rruiken tegen vele om
sden, zooals bijrechte
ering, gal, 0I,?-U1;.
ine-stoornissen, rugptte
't water, niersteen»",
hiek, jicht, gezwollen
en, bed wateren, vrou
;en, duizeligheid, hom
iraandoening,ZUU1'S
n, hartkloppingen, M»
bronchitis, aamborstig
reilijke ademhaling,
1 op de borst, enz. -
i -a. 0V
oef zal het nut er v«
i. Uitsluitend verkr. hg
Apotheker A. Dwgg
a Brochure fg
Prijs per pak t
en
nen
is.
ischrijving te koop
in den boomgaar"
WAKER Fzn, te Kouf J.!
den eigenaar tot en
itHS.
stonden aan te k°°P
aan billijken prijs.
October
een Meid
VerkȆl
Uitgave van
Naa»l- Venn. LUCTOR ET EMERGO,
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LARGE VORSTSTRAAT 70,
(Telefoon No. 11).
Bureau Ie Middelburg:
FIRMA F. P- BHUIJ L. BURG.
Drukkers
Oosterbaan Le Cointi'e, Goes.
t
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Prijs per 3 maanden fr. p. post f3.
Losse nummersf 0.05
Prijs der Adveirtentiën:
1—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
'Bewijsnummers 5 cent.
„ROME" EN DE „PROTESTANTEN".
Reeds in 1912 heeft prof. dr. H. H.
Kuyper, bij 'de overdracht van het recto
raat aan de Vrije Universiteit er aan
herinnerd, dat de strijd, dien Rome 'tegen
hel Protestantisme voert, zich in onzen
tjjd in hoofdzaak naar het gebied der
geschiedenis verplaatst. „D-e dogmati
sche oontrovers. hield allengs, op; over
kerkrechtelijke geschilpunten
fiordt nauwelijks meer gesproken, maar
jes te feller wordt de kamp op het
slagveld der historie, waar Roomsche
polemiek nieuwe lauweren te winnen
poogt, dooi' aan het Protestantisme het
stigma op het voorhoofd te drukken, dat
het in ongerechtigheid is geboren."
De Roomsche aanval „richt zich èn
op de beginselen, waarvan de Re
formatie is uitgegaan, èn op het karak
ter der personen, die haar geleid heb
ben, 'en op de v r u c h t, die ze voor de
volken heeft gedragen."
Wat in 1912 nog slechts op- dr. Kuy-
peïs zeggen in onze kringen werd
ge(g)loofd, wordt thans meer en meer
als Vrucht van eigen waarneming vast
gesteld. Een bewijs van recenten datum
mag geput uit artikelen van de N i, e u-
w e Z e e u w s c h e O o uir a n t.
In haar no. van 23 Juni richtte de
redactie van dat blad haar aanval .op
de Engelsche revolutie en de regeering
van Willem III, en meenden wij in ons
ao. van 24 'Juni .eenigszins gedocumen
teerd tegen hare 'wijze van geschiede-
nisschïgven te moeten opkomen.
Thans bevat dat blad weer een paar
opstellen, waarin zij haar aanval richt
op 0e stelling van De Standaard:
„de verdraagzaamheid is een vrucht van
de beginselen der 'Reformatie", en de
aangevallene tracht te lokken naar het
teïrein des Geschiedenis.
Wij noemen 'dit een leepe taktiek, zoo
wel van Rome in 't algemeen, als van
de Roomsche pers in het bijzonder. Im-
taers. zij weten wel, dat er op 't terrein
der historie snaren te tokkelen vallen,
die den oppervlakkigen lezer aangrijpen;
iets wat men oip het terrein van dog
matiek en kerkrecht z.oo niet heeft.
Nu hebben wij reeds vroeger gezegd,
•temeer wij 't in 't belang onzer lezers
noodig achten, willen wij gaariie met
onze geleerde collega, van 'de Nieuwe
ZeeuWsche, ook op. historisch! gebied wel
eens een degen kruisen, ook al valt dia
taak tegenover een flink geharnast ridder
als den schrijver van de artikelen „Een
vïucht der Reformatie" in de N. Z. C'rt.
van 9 en 10 Augustus niet gemakkelijk.
Zij in 't kolrt dan meegedeeld, waar-
In de aanval van de N. Z. Crt. bestaat.
Zij toetst de stelling: „de verdraagzaam
heid vrticht van de beginselen der Refor
matie", aan „de feiten der Historie";
zij neemt de verdraagzaamheid hierbij
„niet als theoretische of dogma
tische, maar als practise lre ver
draagzaamheid" en zegt dan „met den
Protestantschen geschiedschrijver Men-
zel dat „daar waar het Protestantis
me de overhand had, ook de onverdraag
zaamheid heeTschte", en gaat dit dan,
naar zij zegt, „bewij'zen met de G e-
tchiedenis in de hand".
Zij Verhaalt dan van Luther, zonder
Bronvermelding, doch wij' willen aanne
men, dat de immers Roomsche?
nïon zuiver is', dat deze „vader van het
Protestantisme gezegd of 'geschreven
heeft, dat zijne volgelingen den hemel
„moesten winnen door het zwaard te
gebruiken en op bergen van lijken tot
God op Ite klimmen"dat zijn oorlogskreet
was: "dood aan de Papisten; dat hij ge
schreven heeft: waarom wasschen wij
onze handen niet in him bloed? (bedoeld
is „het Roomsche gebroed") en dat hij
in een brief aan Lange schreef: „Wij
zijn overtuigd, dat het pausdom de zetel
van den waren en werkelij'ken anti-christ.
is en houden ons overtuigd, dat ons,
pm het te misleiden en ten ondergang te
brengen, voor het heil der zielen alles
geoorloofd is" 'én in zijn zendrief aan
den Diuitschen adel„Willen wij tegen cle
Turken strijden, laat ons dan hier be
ginnen, want zij (de Paus en zijp aan
hang) zijn de- eïfgsten van allen".
Nu izij direct onzerzijds opgemerkt, dat,
naar 'kenners der historie beweren, van
't begin der Reformatie af de Roomsche
geschiedschrijvers onze reformatoren en
de Reformatie steeds met vuigen laster
hebben vervolgd. Groen van Priusterer (r)
schreef reedfein 1839: „Gatholieke schrij
vers hebben, ook nog in. onze dagen,
zonder eenigen schroom, de feiten ver
draaid of geloochend". „Het terrein der
polemiek, waar de geschiedenis gevaar
loopt Islavin beurtelings wan elk der par
tijen te worden fe het gebied, waarheen
Rome liefst de geschiedschrijving over
brengt", voegt dr. H. II. Kuyper er aan
toe (-').
Wat O.a. Bolsec, een van die door de
N. Zeeuwische Clouïant in haar artikelen
verheerlijkte Roomsche schrijVers, in dit
opzicht heeft bestaan, laat zich in geen
enkelen fatsoenlijken kring oververtellen.
Wil de lezer een paar staaltjes? Zie
ze hier.
.Luther zou 'vrucht zijn geweest van
verboden omgang zijner moeder met den
duivel; hij zou reeds, als kind zulk een
satanisch karakter hebben vertoond, dat
zijn moeder berouw had hem niet in
de wieg te hebben gesmoord; als monnik
in het klooster zou hij door den duivel
zijn bezeten; en na in allerlei onge
rechtigheid geleefd te hebben, zou hij'
zijn leven geëindigd hebben met zichzelf
op te hangen aan een stijl van zijn ledi
kant, waarna alle duivelen in ravenge-
stalte hem uitgeleide zouden hebben ge
daan bij zijn begrafenis (3)".
ICalvijn maar laat ons eerst af
drukken wat de Nieuwe Zeeuwsche van
hem zegt
En de „Vrome" löalvijn, die te Genève
ial's een waTe dwingeland heerschte,
Sch'reef hij niet een heel boek, om'
te bewijzen, dat men de dissidenten
ter dood Moet brengen?
Voegde hij niet de daad bijl het woord
door Michel Servet wegens „ketterij"
levend te laten verbranden Woonde
hij niet zelf de terechtzitting bij? Va
lentin GentiliiSi ontsprong den dans door
een tijdige herroeping zijlner dwaling,
doch we'r'd kort daarop door het Pro-
t.estantsche stadsbestuur van Bern tot
den dood door' het zwaard verwezen,
omdat hij Sn een andere ketterij was
vervallen. Jacques Grues, die op ver
schrikkelijke wdjlze werd gemarteld, Bol
sec, Castellion, Ochino, Alcioti, boetten
met dood of ballingschap hun ver
metelheid, iets anders te gelooven, dan
iGalvijn gedoogde. Het niet bijwonen
der Calvinistische godsdienstoefeningen,
(r) Archives le Serie VI blz. 49.
(2) Het zedelijk karakter der Reforma
tie, blz. 6.
I (3) Boehmer, Luther itn Lichte der'
neulren Foaschung, Leipzig 1906.
het wegblijven uit de preek of van
het avondmaal was een misdaad van
hoogverraad en werd streng gestraft.
„Calvijn 'aldus Galiffe, een P'Pote-
'Stantsche schrijver van Genève ves
tigde een rijk van ruwe onver-
idr aag.z ,aam he i d, van dor bijge
loof en van de meest goddelooze leer.
Hij Islaagde daarin eerst dolor list, ver
volgens door gewelddie lage ziel
had behoefte aan bloed."
Wat :de N. Zeeuwsche hier over Gal
vijn, smalend den „vrome" genoemd,
schrijft, heeft zijl ontleend aan een „pro
testantschen" Galiffe, beter gezegd a,an
een werk van den Jezuïet Devivier,
bewerkt door Van Oppenraav, insgelijks
van de S. J. (Sociëteit van Jezus).
'Calvijn 'komt e'r daar nogal goed af,
wanneer men leest wat Prof. Dioumergue
in zijn we'rk „Une poignée de faux" en
in zijn meesterwerk over Calvijjn aanhaalt
wat Roorqsehe schrijvers nog wel ergers
■van i'Calvijh gezegd hebben. B.v. Calvijh
zou lin zijn jeugd wegens de schandelijkste
ontucht gebrandmerkt uit Frankrijk heb
ben moeten vluchten, te Genève alsi een
ty'ran zijn opgetreden, die in wreedheid
en zedeloosheid Nero evenaarde, en in
vertwijfeling gestorven zijn ten gevolge
van die walgelijke ziekte, die vrucht en
straf van de zonde der wellust is. (4)
Vooral Böllinger, Janssen, pater De-
nifle 'hebben zich in de verspreiding van
valsche voorstellingen naam gemaakt, al
mag (omtrent dezen laatstgenoemde, den
geleerden onder-archivaris, van het Va-
ticaan, met genoegen geconstateerd, cha.t,
hij in den „onzedelijlken" Luther een
slachtoffer ziet van de richting in de
15e en 16e eeuw opgekomen, waarbij
„een gpoot deel der priesters en mon
niken zich beheerschen liet door de lagere
passies der menschelijke natuur, inzonder
heid door de concupisoenta carnalis (vlee-
schelijke gemeenschapsoefeningen), „Flei-
schesbnuist"trots de plechtig afgelegde
gelofte Van kuischheid aan God en kerk
gezworen." (5) En nu. heeft pater Denifle,
die deze zondigheden vergoelijkt met de
opmerking, dat het gezag der Kerk toch
onaangetast bleef, hieraan toegevoegd
imaar Luther, weet je, die heeft „dezen
dam doorgebroken", „de vrijheid van het
vleesch tot dogma geproclameerd en daar
mede het bederf tot haar toppunt ge
voerd.'1
Wij Vermoeden dat in den loop der
eeuwen ten aanzien van Rome door
„plrotestansche" geschiedschrijvers meer
malen geschiedvervalsching is gepleegd.
Dioch £n ve'el erger mate hebben Ro-oui-
'sehe historici zich aan de waarheid be
zondigd in zake de Reformatie en de
Hervormers. Zelfs Pausen hebben dit ge
daan, Wij noemen onder dé jongeren al
leen Pius X die, in zijn Encycliek „Edi-
tae Isaepe D;ei" (le driehonderdjarige her
denking van de heiligverklaring yan Pa
ter Borromeus vierende, onze 'reforma
toren als hoognxoedigen, opstandigen, vij
anden van het Kruis', wier God de buik
Was, aardschgezïnden, dooders van ge
loof en izeden, brengers van een pest
van ondeugden en ondéTstbovenkeering",
enz. signaleerde; en Leo XIII die o.a.
in [zijn Canisiu's-encycliek ran 1 AWg|. 1.897
de Reformatie tot een „piestgif" degra
deerde, terwijl de Catechismus, op last
van P'ius X opgesteld, gewaagt van het
Protestantisme als van „een kettersch
gif, dat het geloof, de zedelijkheid en
het Goddelijke èn menschelijke gezag ver
woest."
■Waar zelfs dezen zoo lasteren hetgeen
zij niet kennen, kunnen wijl Be NieuWe
Zeeuwsche Courant en andere
Roomsche scribenten gemakkelijk bun val-
schen kijk |op de Reformatie en de Refor
matoren vergeven.
Op 't punt van haar oerdeel over Cal
vijn Moeten Wij echter nog met haar
aftekenen.
DUIs tot later.
Voorloopig echter zij kortheidshalve aan
De Niexxwe Zeeuwsche Courant
(die zekier wel een exemplaar van haar
blad aan De Standaard zal hebben
gezonden) meegedeeld dat d'e uitspraak
van laatstgenoemd blad, namelijk: dat de
gewetensvrijheid is een vrucht van de
beginselen der Refonnatie, een 'uit
spraak is;, die voor alle objectieve
gieischiedkemiers vaststaat wij noemen
slechts onze liberalen Fruin en Bakhui
zen v. d. Brink, en de buitenlandsche
Bancroft, de Toqueville en A'ulguste Laugel.
Jacob van Oversteeg.
Morgen 16 Augustus wordt „Jaap Over
steeg", amanuensis a,an de Vrije Universi
teit, 70 jaar.
Van Oversteeg heeft onder predikanten
en onderwijzers vele vrienden; doch ook
vele antirevolutionairen stellen er een eer
in hem te kennen. Hij is een knap ama
nuensis, een vaardig penvoerder, een han
dig debater, een ervaren spreker, een
belezen verteller g;ebleken al de jaren
die hij aan de V. U. en in de antir. partij
zijne beste krachten geeft.
De wekelijksche rubriek „Men schrijft
ons" in De Heraut; de standjes en
bedankjes die hij somwijlen nog aian de
vrienden uitdeelt, en de guitige opmei'-
kingen, die hij een enkele maal nog wel
eens voor den tegenstander ten beste
geeft, getuigen van ,zijn frischheid, en
van zijn onbluschbaar optimisme.
Wij .zullen er niet meer van zeggen,
dewijl hij wars is van al wat hij noemt
„vleierij"; en hij al gauw zo'u zeggen:
ik was beter met een gulden voor de Vrije
Universiteit.
Welnü, doen wij dit laatste dan maar
eens. Een enkele in onze omgeving ging
reeds voor.
Wie dezen jubilaxis op zijn verjaardag
een gulden wil sturen voor de Vrije Uni
versiteit, als blijk van hulde of vriend
schap of geestverwantschap in engeren
zin, die doe 't nog. heden. Hij stelle niet
uit; anders komt er allicht niets meer
bij M. HOUT FR
MA^I
«ij _o-
„Neen," zeide ik, „het eenige, waar-
om we hem kunnen beklagen, is onr zijn
slechtheid."
„Denk slechts aan zijn huwelijk met
Fransch meisje," zeide zij. „Ik ben
benieuwd of zij dezelfde is, die ons in
winkel te Port-Said bediende. Wel,
ten blij, dat hij dien brief heeft geschre-
ten; het is veel beter, te weten, wat
werkelijk is. Ik kan mij niet begrijpen,
te )k mij zoozeer in hem heb kunnen
uedxaegen. Ik vrees, dat ik niet heel goed
u wakters der menschen kan lezen.
aai' laat ons vandaag niet meer over
tei spreken, May; het verdriet is inder-
ted geheel en al weg, maar ik wil er niet
Sterne over spreken; laat ons over iets
praten
Dei was_ voor mijnheer William een
ffin° Verltehting, te bevinden, dat Eve-
jw zoo opgewekt was. Hij was door den
no,g zeer in de war en verstoord,
tengevolge daarvan, den gairschen dag
i
•ke.
«iet en gejaagd, en ontevreden'
de wereld in het algemeen. Daar
hij niet over zijn neef wilde spreken, uit
vrees van E velijn te bedroeven, gaf hij,
in plaats daarvan, 'lucht aan zijn gevoelens
ten opzichte vam mijnheer Stanley's ver
dwijning.
„Mijnheer Stanley wais toch klaarblijke
lijk niet van plan, te schrijven," zeide
hij. „Zijn weggaan op die manier, was
een van de Vreemdste dingen, die hij
kende. Het bewees juist, wat hij altijd
had gehoord, dat het niet goed is, vriend
schap te sluiten met menschen, die men
op reis ontmoet. „Het is onmogelijk te
zeggen, wat zij zijn,' 'zeide hij, „en men
kan in de hoogste mate worden bedro
gen."
„0 papa," zeide Evelijn, „wat bedoelt
u? U meent toch zeker niet, dat mijnheer
Stanley ons bedroog?"
„Wel, ik zeg niet, dat hij het deed,"
zeide mijnbeer William, „maar ik zeg,
dat we niet weten, dat hij het niet deed.
Gé moet bekennen, dat het iets zeer ver
dachts is, dat hij zoo plotseling is ver
dwenen, en ons nooit een aanwijzing
heeft gegeven, wat betreft de plaats, waar
heen hij gegaan is. Het staat me volstrekt
niet aan."
Ik verlangde te spreken, maar ik
bad een gevoel, alsof ik mijzelf nauwelijks
vertrouwde, het te doen, wamt ik zou
Kuyper t. a. p. blz. 7.
(5) Banifle Lutheï (Einleitung) pag.
14 e. v.
mogelijk meer zeggen, dan ik van plan
was, indien ik mijn lippen had geopend.
Ik liet het daarom aan Evelijn over
hem te verdedigen, en zij nam dit ver
ontwaardigd, op zich.
„Het is waarlijk te erg, papa," zeide zij,
„op die manier van mijnheer Stanley te
spreken. Ik vind hem een van de aan
genaamste menschen, die ik ooit heb ge
zien."
„Dat scheen hij te zijn, dat geef ik
je toe." zeide mijnheer William, „maar
hoe weten wij, wie hij is, of wat hij
is? We weten het alleen uit hetgleen hij
zelf ons vertelde, en dat kan waar zijn
ik hoop het of het kan onwaar zijn.
Daarom is het zeer dwaas, te vriendelijk
te zijn jegens menschen, die men op reis
ontmoet; ze kunnen geheel en al zijn,
wat ze beweren te zijn, of ze kunnen
het niet zijn."
„Maar mijnheer Stanley is een groot
vriend van Lord Moreton, papa," zeide
Evelijn, ,,dat weet ik. Hij vertelde mij
dit, toen Claude en Alice hier waren."
„Ja, ik weet, dat hij u dat verteld heeft,"
zeide Mijnheer William, „ik heb Lord Mo
reton hem nooit 'boonen noemen."
„Wil u Lord Moreton niet eens schrij
ven en het hem vragen, papa? Het is de
moeite best waard, en dan zullen we het
Vrijdag heeft Lloyd George Parijs ver
laten, nadat hij vóóraf Briand bezworen
had, dat de Entente nog altijd spring
levend was. Jawel, dat kennen we. Jam
mer alleen, dat daarvan de vorige week
bitter weinig gebleken is. Gelijk we reed's
meldden, zal nu de Raad van den Volken
bond over de Oppier-Silezische kwestie
hebben te beslissen. Deze raad bestaat
uit de heeren Hijmans (België), Da cunna
(Brazilië), Kuo (China), Quinenen de Leon
(Spanje), Ilannetaux (Frankrijk) Fisher
(Engeland), Arsini Baroni (Italië), Ishii
(Japan).
Of deze heeren nu zoo goed thuis zijn
in de aanhangige kwestie, dat zij1 spoe -
op de een of .andere manier te weten
komen."
„Ja, mogelijk doe ik het," zeide mijnheer
William, „dat zal op de een of andere ma
nier een eind aan de zaak brengen; mis
schien dat Lord Moreton wiel opheldering
kan geven in deze duistere mak."
Den volgenden dag zou de mail vertrek
ken, en mijnbeer William gaf mij zijn brie
ven, onr ze dien man te geven, die ze op
de post zou doen. Terwijl ik naar be:
neden ging, kieek ik naar de adressen,
maar geen dier brieven was voor Lord
Moreton: hij had het vergeten.
We genoten niet, veel van ons bezoek
te Jeruzalem, nadat'mijnheer Stanley ons
had verlaten. We hadden zeer koud en
onaangenaam weder, en de kale steenen
vloeren en die, welke nog ©enigszins be
dekt waren, warien slechte plaatsvervan
gers voor de rijkelijk met tapijt belegde
kamers en helder vlammende vuren M
Alliston Hall. Bovendien regende het den'
ganschen dag onophoudelijk, en veel har
der dan het in Engeland doet. We waren
verplicht in het hotel binnenshuis^ te blij
ven en te luisteren naar het geluid van
het water, dat door de gootpijpen van
het huis naar beneden liep en verder
in de regenbakken, waarin het zorgvuldig
werd bewaard, om 'bet in den komenden
Achteruitgang van -de Nieren.
Een huisdokter verklaart, dat de ergste
gevallen van nierziekte gevonden worden
bij personen, die te veel hebben gedron-
ken, te zwaar hebben gegeten en een in-
spannend leven van haast en drukte ge
leid hebben. Hij vergeleek bij een onder
zoek de nieren van een jongen man van
40 jaren met die vau een ouden man
van 70 jaren. Beiden droegen den stempel
van ouderdom. Waarom? Omdat het leven,
dat de jongeman leidde, hem in den bloei
van zijn leven nieren als van een ouden
man bezorgde.
Hoe verduidelijken deze woorden niet
al te dikwijls de oorzaak van rugpijn,
urinestoornissen, waterzuchtige zwellin
gen, niergruis, rbeumatische aandoenin
gen, voortdurende vermoeidheid enz.
Nierziekte wordt als te voorkomen be
schouwd - vergeet dit niet. Vermijd tocht
en kou, wees matig met uw eten en
drinken, zorg voor de noodige ru3t,
lichaamsbeweging, ontspanning en slaap,
en voor geregeldie ontlasting.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn een
onschatbare hulp aan de natuur tot onder
houd en herstel van de werkzaamheid
der nieren. Door dieze organen bij te staan
in hun taak om het bloed te zuiveren,
draagt dit erkende niergeneesmiddel veel
bij' om de kwade gevolgen van onbedacht
zaamheid tegen te gaan.
Als de nieren verzwakt zijn, versterk
ze dan met Foster's Rugpijn Nieren Pil
len. Zijn zij gezond, wees dan zoo ver
standig om haar gezond te houden.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn te
Goes verkrijgbaar bij die Paauw Co. en
te Middelburg bij fa. C. Schulte Co. a
f 1.75 per doos.- (41)
d i g (want dat is hun verzocht) een be
slissing hierin kunnen nemen, mag ge
rust worden betwijfeld. Trouwens, de
Engelsche en Fransc'he pers voorziet ook
een op de lange baan schuiven van de
Opper-Silezische kwestie en is daarover
begrijpelijkerwijs siieclrt te spreken. Im
mers Ihet gievaar voor opstanden en relle
tjes wordt daardoor \veer des te gi'ooter.
Zoo wordt nu reeds uit Kattewitz aan
het Berlinier Tageblatt geseind, dat aldaar
onrustwekkende berichten zijn binnenge
komen, zeggend dat op de lijn Mislowitz-
Kattowitz-Hindenburg tal van P-oolsche
troepen i»et groote pakken beladen en be
geleid door muziekkorpsen zijn aangeko
men. Zij hebben in de logementen der
verschillende gemeeUtep noodkwartier ge
kregen. Donderdagavond zijn trouwens sol
daten van Halier per spoor uit Schop pnitz
te Ivattowitz aangekomen. Zij zijn verder
gegaan in de richting van Zalenze. Donder
dag zijn in de omstreken van Ratibor
schietpartijen en handgranaatontploffingen
voorgekomen.. De Italianen, die aldaar zijn
gelegerd, staan gereed om in te grijpen.
't Is te hopen ,dat men de brutale Polen
niet zal sparen!
Een andere vraag Is, of de Volkenbond,
doordat hem de Opper-Silezische kwes
tie is voorgelegd, weer wat meer iir tel
zal komen. Tot heden stonden zijn pa
pieren niet hoog en was hij bijna tot
een belaching geworden.
Zoo vraagt een blad als de N. R. Crt-
terecht
„Over de Grieksch-Turksche kwestie is
de Opperste Raad het gemakkelijk e'ens ge
worden. Allen warien van oordeel, dat
zomer te kunnen gebruiken; en, zoo goed
als we konden, moesten we onszelven
maar vermaken met ons werk en nret de
weinige boeken, die er in het hotel wa
ren 'te vinden. Mijnheer William werd zeer
ongeduldig, er er kwanr plotseling een
groot verlangen in hem op, om naar huis
te gaan Hij had genoeg van het reizen in
den vreemde, en van de vreemd© plaat
sen, err van de vreemde hotels; .zeide hij,
en Evelijn scheen zóó gezond en sterk,
dat hij dacht, dat er geen gevaar in kon
steken, om naar Engeland terug te keeren.
Evelijn en ik stemden van harte in
met dit voorsteler werd daarom besloten,
met het eerstvolgende stoomschip Jaffa te
verlaten.
We bezochten vele plaatsen in Italië
en Durlschland en hielden ons op de
terugreis langen tijd op; want mijnheer
William was, terwille van Evelijn, hang,
in Engeland aan te komen, voordat de
lente goed was 'begonnen.
In veel, dat wie zagen, stelde ik zeer
veel belaag!, en toch genoot ik er bijna, niet
zóóveel van als ik mij altijd had voorge
steld, dat ik van een reisje op het vaste
land zou genieten. Ik gevoelde mij zenuw
achtig en rusteloos, en ik verlangde, in
Engeland terug te zijn.
(Wordt vervolgd.)