Wally Sigaren,
\0 «57
Woensdag 3 Augustus 19^1
Reclames.
Buitenland.
Binnenland.
»l8c
ar^ang
FEUILLETON.
DEED ie een goede ieüs?
ALOM VERKRIJGBAAR.
N. V. NEDERL. 8IG. FABRIEKE
„GLOBE" - UTRECHT.
Uitgave van
a Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO,
gevestigd te Goes.
■Hoofdbureau te Goes:
lANÖE VORSTSTRAAT 70;
^Telefoon No. 11).
Bureau te Middelburg:
flRMA F. P. DHUIJ U BURG.
Drukkers:
QÖSterbaan Le Cointre, Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Prijs per 3 maanden fr. p. post f3.—
Losse nummersfO.OÖ
P r ij s der jVdvertentiën:
14 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct
Bij abonnement belangrijke korting.
Bewijsnummers 5 cent
i pro Refle-
Ais. Zaterdag Landdag op de weide
van den heer De Bokx te Goes. Spre-
tere ds. Steinz, ds. Hagen, ds. Crou-
gaz en ds. Scheele.
Zoo is 't aangekondigd, izoo wordt het
aJ 'sinds eenigje dagen op ons eiland met
ingenomenheid rond verteld.
Wij hebben vroeger al eens 'tdoel van
Pro Rege uiteengezel;. Wij behoeven, wat
mj toen schreven, niet te herhalen. Al
leen rvenschen wij met genoegen te con-
stateeren dat de belangstelling voor Pro
Rege in onze omgeving toenemende is.
HetMilitair Pro Rege wenscht in de
Nederlandsche weermacht te strijden voor
de eere van Jezus Christus, den Koning
der Koningen- En het Burger Pro Rege
wenscht te bevorderen de Christelijke ac
tie in genoemden geest, de belangen van
onze soldaten, en de handhaving van het
wettig gezag.
Alle drie zoo noodig in onzen tijd.
Wij behoeven de vrienden niet op te
wekken om hiervan meer te gaan ver
nemen.
Maar wel mogen wij hen opwekken
em een of meer vrienden of vriendinnen
mee te brengen, opdat ook zij het doel
en streven van deze zoo gewenschte stich
ting fcomen vernemen.
Alle vier de sprekers, voorgangers in
den ernstigen strijd voor de stoffelijke en
geestelijke belangen onzer Jongens, zijn
een gaiteiaar de wei van De Bokx waard.
En deeltak die zij voorstaan, en voor
ons komen toelichten en bepleiten, ver
dient dien in dubbele mate.
De fooien.
Toevallig hoorden wij gisteren een een
voudig vrouwtje, die in de krant lias,
dat bij de kellners-stakimg het gaat o.a.
om de afschaffing van het fooienstelsel, de
opmerking maken„dat is slim, want die
fooien blijven de bezoekers toch voor *t
meerendeel geven". Wij moesten stilzwij
gend de juistheid der opmerking toegeven.
Nu lezen wij heden een schrijven in
de N. R. Ct. van den heer Vivian Brant-
een, waarin dezelfde opmerking voor
komt. Hij schrijft n.l.„Nu is inderdaad die
„afschaffing" der fooien het brutaalste
Boerenbedrog dat nog vertoond werd. lo.
brutaal: omdat de fooi die toch slechts
een „gunst" is, hier als dwang op de
rekening wordt vastgelegd. 2o. boeren
bedrog omdat het slechts eien speculatie
is (die in 99 van de 100 gevallen slaagt)
om behalve de „dwang"-fooi nog een vrij
willige fooi te ontvangen."
En dan vertelt de schrijver uit eigen
ervaring dat in Duitschland dat stelsel
van afgeschafte fooien niet voortreffelijk
werkt, en van afschaffing der 'fooien
geen sprake is.
„In zeer vele hotels vindt men in aller
lei hoeken tot op de closets toe plakkaten
om u in te lichten, dat de fooien geens
zins „afgeschaft" zijn. In Tsjecho-Slowa-
kije, waar men zeer ver„gevorderd" is op
(ht gebied, deed ik interessante ondervin
dingen op. In Karlstad, waar fooien overal
°p papier verboden zijn, tieren naast de
gedwongen fooien de vrijwillige fooien we-
fgl Overal, waar ik informeerde of men
Idoor de nieuwe regeling van het fooien-
„verbod" beter af was dan vroeger, ant
woordde men mij zonder uitzondering on
geveer aldus: „Wij verkiezen de nieuwe
iegeüng boven de oude. Wij zijn nu van
een minimum verzekerd en de „bessere
Herrschaften" geven toch nog een goede
fooi toe."
Wij zijn geneigd met den schrijver die
54.) _o_
„Voorwaarts naar dien dag, wanneer
do Heere Jezus niet langer over Jeruzalem
zal weenen, maar zich over haar zal
verheugen. Herinnert ge u dat gedeelte
Tan Jesaja 65:
„Maar weest gijlieden vroolijk, en ver
heugt u tot in der eeuwigheid in het
geen ik schep: want ziet, Ik schep Je
ruzalem. eene verheuging, en haar volk
«ene vroolijkheid. En Ik zal Mij verheugen
ov«r Jeruzalem, en vroolijk zijn over Mijn
Vo'k; en in haar zal niet meer gehoordj
worden de stem der weening, noch de
em des geschreeuwsI" Ge ziet, de Heere
r zal zich in Jeruzalem verheugen, en
°ept ons toe, ons met Hem te vertoeu-
Sen; en zeker, zij, die met Hem in Zijn
wart hebben gedeeld, zullen degenen
'je, wie Hij zal toeroepen, zich met Hem
verheugen in Zijn vreugde."
j, et ^et 11 niet herinneren aan de
eugde van den herder," zeide ik, „toen
Ye h'jI1 Ver,'oren schaap terug bracht, zich
terwijl hij zijn vrienden en
V"? samen riep, "zeggende tot hen:
«est blijde met mij; want ik heb mijn
fooien-afschaffing een fictie te noemen.
Natuurlijk afgedacht van de mogelijke
noodzakelijkheid van betere loonregeling
en arbeidsverdeling.
Wij zouden meer voelen vo-or den eisch:
afschaffing der uithuizigheid. Dan ware
ook deze quaestie spoedig weer opge
lost; de huismoeders zouden tevreden
zijn pn velen zouden er gezond van
worden.
Natuurlijk geldt dit van de café's; met
de hotels is 'teen ander geval, ofschoon
de heeren reizigers ook wel wat vroeger
naar bed konden gaan.
Als hier alle Christenen ook eens een
goed voorbeeld geven wilden!
Een „vrome" wenschl
Antirevolutionair is anders.
In de „N. R. Ct." wraakt de heer
Hugo No'lthenius de afstemming door
de Eerste Kamfer van het wetje-Ke
telaar inzlake gepensioneerde oude
ambtenaren:en inzonderheid wraakt
hiji de stem vain hen die meenden
dat heit voorstel van de regeering had
moeten, uitgaan.
„Maai'" z!oo' merkt hij' op
„staat het volk dan toch niet boven
de regeering, is de laatste niet de
uitvoerende 'macht vjain den volkswil
Het volk boven, z'ijln overheid!
De regeering de uitvoerster van den
volkswil
Ziedaar de ponsequentie van de li
berale theorie van de volkssouverei-
niteïit.
Zoo verdedigt 'men ten slotte het
bolsjewisme.
Spanje—Marokko.
Omtrent de oorzaak van de neder- j
laag der Spanjaarden in Marokko, i
wordt vernomen, dat er van de 25.000 j
man troepen, die het garnizoen uit
maakten in de zone van Melilla, j
slechts duizend in staat waren om
door te vichten het hoofd te bieden
aan de verrassing der Mooren. Het
gevolg was, dat de eerste linies ziwak
waren en de voornaamste stellingen
waren te midden der Kabielen gelegen,
wier opstand men moest voorzien. De
berg Arroeit in het bijzonder kon bij I
het eerste alarm' omsingeld worden', j
Van Batel tot aan zee wachten duizen- j
den Kabielen slechts op' een gelegen-
heid om in opstand te komen. Ook
heeft er veel toe hijgedragen de hou-
ding van het, Moorsche opperhoofd
Abd-el-Krir, die van een grooiten vriend
van Spanje de onverzoenlijke vijand
er van is geworden. Abd-el-Krir neeft
de Krijgsverrichtingen tegen de Span
jaarden geleid en aan het hoofd van
10.000 Kabielen de ram'p' veroorzaakt. 1
Rusland—Mongolië.
De sowjetbladen bevatten een heiele l
reeks van berichten over gevechten
tegen losse troepen witte gardisten, j
die er niet in geslaagd zlijn Èemenof's
troepen in de republiek van het Verre
Oosten te bereiken en nu aan de j
grens van Mongolië door sowjettroie-
pen en revolutionaire Mongolen in de I
Ean gehakt worden. Dit is bijvoor- j
eeld gebeurd met een 150 man sterke J
afdeehng van Schubin, die van Ir-
koetsk was gekomen, en met de af- j
deeling van kolonel Kasangradi, die 5
verschillende oorlogstrofeeën en aan- j
zienlijke hoeveelheden goud en gelds
waarden in handen van den vijand
heeft moeten laten.
Nopens den intocht van de sow-
jettroepen te Oerga, de hoofdstad van
Mongolië, even nadat Paul Ungern
Sternberg miet zijln troepen de stad
had verlaten, méldt de Dorps-Praw-
da van 21 Juli:
„De troepen van de communistische
republiek van het Verre Oosten zijn
begin Juli met de revolutionaire Mon-
goolsche aïdeelingen, terwijl zij den
verslagen baron Ungern scherp ver
volgden, voor de muren van Mongo-
lië's hoofdstad aangekomen. De Sjoe-
toesjta, de „levende Boeddha", liet
toen herauten van het Mongoolsc'he
volk eischen, dat het de troepen har
telijk zon ontvangen, daar zij kwa
men als vrienden van het Mongoolsclhe
volk. Toen de „voorloopige revoluti
onaire regeeriing" van Mongolië den
7en Juli aan [het hoofd der troepen
voor Oerga verscheen, kW am de be
velhebber van de paleiswacht van den
Sjoieotesjta hlaar reeds op! 5 K.M. bui
ten de stad tegemoet om haar met de
groeten van den levenden Boeddha te
ontvangen. Tevens overhandigde hij
aan een der elden van de voorloopige
regeering en den opperbevelhebber
namens den Sjoeloesjta zijden omslag
doeken als eén bewijs van hoogach
ting. Bontgekleed© ruiters vulden hier
op spoedig de stad m'et feestelijk ge
rucht. Den 9en Juli droeg de vroe
gere regeering het bewind aan de
„voorloopige revolutionaire" over,
welke voortdurend afgevaardigden ont
vangt van de verschillende' kloosters".
schaap gevonden, dat verloren was"?
„Ja, inderdaad," zeide mijnheer Stanley;
„Ik heb nooit daaraan gedacht; de twee
gedeelten gelijken wonderlijk op elkander.
„O, mijnheer Stanley,' zeide Evelijn,
toen hij zich omkeerde, „moeten wij gaan?
Het is zoo heerlijk, hier te zijn."
„Ik vind dat we op een anderen dag
er nog eens weer heen moeten gaan,
en dan alleen met ons eigen gezelschap,"
zeide mijnheer Stanley, op fluisterenden
toon, „uwe vrienden zijn tamelijk onge
duldig en verlangen voort te gaan; zij
vinden op den Olijfberg zeer weinig, dat
hun belang 'inboezemt."
„Dat verwondert mij niets," zeide Eve«
dijn, „den halven Bijbel gelooven zij
niet, en om de andere helft geven zij
niets; maar, och, och, ik wenschte wel,
dat ^ij niet bij ons gekomen waren; ik
dachit niet, dat wij het zóó erg zouden
gevoelen."
Evelijn ging met tegenzin heen, om zich
bij haar vader te voegen. Mijnheer Stanley
bleef een oogenblik achter, en plukte een
takje met olijfbladeren, dat hij mij gaf, en
vroe.g me, het te bewaren, „als een her
innering aan de plaats, en aan onze
samenkomst hier". Ik Jieb dat takje met
olijfbladeren nu nog, en zal het bewa
ren, zoolang ik leef.
Ruslands nood.
Gisteren zijn uit Helsingfors drie wa
gons levensmiddelen verzonden voor de
hongerlijdende Russische geleerden. De
lading 'bestaat o.a. uit 'haring uit Noorwe
gen, erwten en boonen uit Frankrijk en
melk uit Finland. Het Fransche aandeel
bedraagt in zijn geheel 800.000 K.G.
De cholera neemt toe. Er worden in
de stad Samara dagelijks 400 nieuwe ge
vallen van cholera aangegeven.
De vluchtelingen, die naar het Westen
trekken, laten vaak hun kinderen maar
achter. Alleen in het gouvernement Sa
mara, bevinden zich 40.000 verlaten kin
deren. De stad Tambof is door vluch
telingen overstroomd, die de pakhuizen
en opslagplaatsen plunderen. De uitgehon
gerde menschen wierpen zich op de paar
den van de ruiterij en de brandweer en
zelfs op die van de aapjes, slachtten ze
en aten dadelijk het rauwe vleesch op.
Bij een naderhand ingesteld onderzoek
is gebleken, dat de troepen, die de stad
hadden moeten beschermen, geweigerd
hadden het bevel om op de menigte te
schieten op te volgen.
Er komen al berichten over onlusten
Wij gingen nu naar Bethanië. De weg
moet in den tijd van den Heere Jezus
denzelfden loop hebben genomen, want er
is een diep dal, en de weg loopt naar den
top van den berg. En hij moet er juist
zóó hebben uitgezien, met dezelfde wildei
bloemen, groeiende langs den kant, dezelf
de blauwe bergen van Moab van voren,
en hetzelfde 'groene dal beneden. Mijnheer
Stanley wees mij eenige vijgeboomen aan,
die dicht bij den weg groeiden, juist
zooals zij deden, toen de Heiland, hongerig
van Zijn lange wandeling van Bethaniëj
tusschen de bladeren naar vrucht zocht,
f om zich op den weg te verkwikken. Ik had
5 er vroeger geen denkbeeld van, dat het
j zóó ver was van Jeruzalem naar Betha
nië. Hij moet wel zeer vermoeid zijn ge
weest, toen Hij de laatste, droevige week
Zijns levens op aarde iederen dag dien
weg heen en terug aflegde. 'Toch lezen
wij slechts één keer van Hem, dat Hij
reed; het was altijd te voet, in de hitte
van den dag, met dezelfde zon, op Zijn
hoofd brandende, die ons op dat oogern
blik bescheen.
En toen, terwijl ik aan de zijde van
mijnheer Stanley reed, herinnerde hij mij
aan die laatste wandeling, toen Jezus
Zijn discipelen tot aan Rethanië Uitgelei
de deed, en wij waren benieuwd of zij
in Rusland. Te Petersburg is een regi
ment van het garnizoen aan het muiten
geslagen. De muiterij moet bloedig onder
drukt zijn en in de stad zou thans een
waar schrikbewind heerschen.
Te Moskou moeten eveneens 20 en 21
Juli onlusten plaats gehad hebben, welke j
geleid hebben tot het afkondigen van den j
staat van beleg.
Wat deze laatste mededeeling omtrent
Petersburg en Moskou aangaat, laat ons
hopen dat ze onjuist is.
K»rte Berichten.
Sasonof, de gewezen Russische mi- j
nister van buitenlandsche zaken, die op
oneerlijke wijze den oorlog geforceerd
heeft, vertoeft thans te Praag (in Tsjecho-
Slowakije) in afwachting op betere tijden
in het eigen land.
Volgens een bericht uit Verona is
aldaar het (beroemde graf der Scaligers ge
opend. Het lijk van den vorst van Verona,
den beschermer van Dante Alighieri, is
geheel gaaf teruggevonden.
Caruso, de groote tenorzanger, is
te Napels overleden.
Begrafenis Proif. dr II. Bavinck.
Men meldt uit Amsterdam aan de
N. R. C.:
Op de nieuw'e Ooister Begraafplaats is
hedenmiddag ter aairde besteld het stof
felijk overschot van wijlen prof. dr. H.
Bavinck, in leven hoogleeraar aan de Vrije
Universiteit en lid van de Eerste Kamer.
Des morgens had ten sterfhuize uitslui
tend voor dc familie een godsdienstige
plechtigheid plaats, welke werd geleid
door ds. J. O. Brussaard te Bloemendaal.
Op de begraafplaats waren vele belang
stellenden vereenigd. "Wij merkten o.m.
op dr. J. Th. de Visser, minister van
onderwijs, kunsten en wetenschappen, di
recteuren, curatoren en senaat van de
Vrije Universiteit; den senaat van het
Studentencorps, N. D. D>. D'. en vele
studenten, o.a. van de Theologische
School te Kampen, (Vertegenwoordigers
van de Unie van gereformeerde staden-
ten aan openbare universiteiten; van het
Nederlandsch werkliedenverbond Patrimo
nium, van den Centralen Bond van Chxist-
phil an tropische inrichtingen; den kerke-
raad van de Gereformeerde Kerken in
Nederland en van die te Amsterdam;
en den Onderwijsraad.
Aan die gpoeve is het woord gevoerd
door dr. De Visser, minister van
onderwijs, kunsten en wetenschappen, en
prof. dr. R. II. VVoltjer, rector-mag-
nificus van de Vrije Universiteit.
Dr. De Visser zeide, namens de regee
ring de nagedachtenis' van Bavinck te
kunnen eeren als die van een van Neer-
land's grootste zonen of als die van een
christen-staatsman, wiens Kamer-adviezen
monumenten blijven van kennis, doorzicht
en welsprekendheid of als die van een
hoogleeraar, die het peil van het hoo-
ger onderwijs niet slechts hoog gehouden,
maai' ook hooger opgevoerd heeft. Maar
hij laat dit alles rusten, om als minister
van onderwijs dankbaar te gedenken, wat
Bavinck voor de volksontwikkeling en
volksopvoeding in het algemeen en voor
toen zij dezen weg bietraden, wisten, dat
Hij ben zoo spoedig zou verlaten, en dat-
het de laatste wandeling was, die rij niet
Hem zouden doen. Indien dit zoo jyare,
dan zouden ze zeker zeer bedroefd zijn
.geweest, dan zouden hun harten zeker zóó-
vol van de scheiding van Hem zijn ge
weest, dat zij, gedurende een korten tijd,
den zegen uit het oog moesten hebben
verloren, die die scheiding hun zou aan
brengen, en waarvan de verwerkelijking
hen zoo spoedig langs dienzelfden weg
naar Jeruzalem deed terugkeeren, „met
groote blijdschap, lovende en dankende
God." f l
Ik heb nooit van iets zóóveel genoten
als van dien rit naar Bethanië; het was
zeer rustig en vredig, want mijnheer Wil
Kam en Claude waren met den gids een
eindje vooruit en Evelijn, die naasit Alice
reed, was tot een gesprek niet zeer ge
neigd, en hield haar lachende vriendin
tamelijk stil, zoodat wij in ons rustig ge
sprek met elkander niet werden gestoord.
Wij. kwamen nu te Bethanië, een ellen
dig, vervallen, vuil dorp, waar verschei
dene vuile Arabieren uit hun huizen kwa
men, om naar ons te kijken, en om ons
om een aalmoes te smeeken.
Een aantal luidruchtige honden blaften,
en huilden, en sprongen tegen de koppen
Een voortreffelijk laxeermiddel,
waarvan de dosis niet voortdurend ver
hoogd behoefd te worden, dat zeer zacht
werkt en niet heftig purgeert, en zich
gemakkelijk laat innemen, vindt men in
Foster's Maagpillen. Prijs f0.65 pier fla
con, alom verkrijgbaar. (7)
het Christelijk onderwijs en de Christe-,
lijke paedagogiek in bet bij'zonder is ge
weest.
Deze boog begaafde man heeft bijzon
dere belangen op de meest voortreffelijke
wijze gediend. Vooral in het tweede deel
van zijn leven trad hij uit het rustige
studeervertrek om ons volk in zijn breed
ste vertakkingen de vruchten van zijn
wetenschap en geloof te doen plukken.
Door tal 'yan wetenschappelijke studies
geeft hij bier bezielende voorlichting. In
de Eerste Kamer werd hij' als de onder-
wijsspecialiteit erkend en geëerd. Als lid
van de Koninklijke Academie van Weten
schappen stond hij in hoog aanzien. Maaï
het meest practische work op dit gebied
leverde hij als voolrzitter van den On
derwijsraad. Om allerlei redenen was hij
hiervoor de aangewezen leider. Met groo
te dankbaarheid gedenkt spir. dan ook
zijn bereidvaardigheid om dezen veld-
heersstaf in handen te nemen. Hij heeft
'in goede handen gerost. En wanneer
in de laatste jaren van hervormingen op
onderwijsgebied sp'rake is geweest, was
dit voor een zeer groot deel aan Ba
vinck te danken. Wie onsi onderwijs lief
heeft, vergeet den eersten voorzitter van
den Onderwijsraad niet. Maar het diepst
ging zijn invloed op het gebied der Chris
telijke paedagogiek. Men begreep sinds
lang, .dat bij het Christelijk onderwijs
een eigen opvoedkunde behoorde, ge
bouwd op' een eigen psychologie. Maar
waar was de man, die haar kon geven?
Bavinck is die man geweest. Hij legde
er de grondslagen van en deed dit in
dien onovertroffen vorm, die al' zijn ge
schriften 'kenmerkte. Em hij deed het
voor allerlei kringen, van de hoogst ont
wikkelden af tot de plattelands jonge-
lingsvereeniging foe, in voordrachten en
spreekbeurten. Geen inspanning was hem
daarvoor te groot. Geen wonder, da;t zijh
invloed in 'dezen verstrekkend was. Bij
Gereformeerden en Hervormden, Cdnfes-
isioneelen en Ethischen gold h'ij in dezen
'als id e autoriteit. In Christelijke ondervvjjs-
en onderwijsvereenigingen was hij in de
zen de man. Geen congres werd gehou
den, geen vereeniging werd opgericht, of
Bavinck gold, als het de Christelijke pae
dagogiek betrof, als de geestelijke vader.
En altijd was hjj' gereed, omdat hij be
greep, dat het Christelijk onderwijs,
vooral nu, door zijn geheel zich een
plaats moest verzekeren in het hart van
ons volk. Wanneer dit geschiedt, komen
daaiTvoor allereerst aan Bavinck, die het
juiste spoor ons wees de eer en de dank
toe.
•En als spr. zich nu de Vraag stelt,
waaraan de machtige invloed, die van
Bavinck naar allerlei kringen is uitge
gaan, is toe te schrijven geweest, dan
ImtW'Oordt hij1: Ongetwijfeld aan zijn de
gelijke Wetenschap; zijn diep inzicht, zijin
vbreeden vleugelslag, zij'n logische betoog
kracht, zijn meesterschap over den vorm.
Em niet minder aan zijn rotsvast geloof,
(Zijn onkreukbaren wandel, zijn Christen
zijn in Woiord en daad. Maar dan, zegt
spr., bovenal, aan zijn harmonisch ont
wikkelde persoonlijkheid. Gelijk ais het
onzer paarden op. Wij verlangden zeer,
zoo snel mogelijk de nauwe, vuile straten
uit te komen, en langzamerhand de oost
zijde van den Olijfberg te hestijgen.
„Ik denk, dat de Hemelvaart van den
Heere Jezus hier ergens moet hebben'
plaats gehad," zeide mijnheer Stanley,
„het zou juist ver genoeg zijn van de
drukte van het dorp, en zoo'n geschikte
plaats voor Zijne discipelen, om er te
komen.
Een liefelijk tafereel lag voor ons uitge
spreid; het dorp Bethanië lag aan onze
voeten, en verderop strekte zich ver weg
de groote woestijn van Judea uit, en nog
verder, op verren afstand, de vruchtbare
vlakte der Jordaan, welke rivier, als een
zilveren streep, in die donker blauwe
Doode Zee uitliep. De achtergrond van het
tafereel werd gevormd door de groote
bergen van Moab, die zich, als een muur,
ten hemel verhieven.
„Dit is zeer mooi" zeide Olaude, toen
wij ernaar stonden te kijken; „dB is wel
de moeite waard om te zien."
Het was hetzelfde landschap, waarop
Loth den blik had geslagen; doch waar
waren de steden en de vlakte, die hij in
haar heerlijkheid had aanschouwd?
(Wordt vervolgd)