[eerenhuis
hvv1,3' Rhatt
\o 255
Maandag I Augustus 1921
35e Jaargang
Koetshuis mei
wenwoning,
I
U\
aam Keukenmeisje j
fea^ W
'PERVRUCHTEN
deed ik een goede keüs?
Buitenland.
Reclames.
itis1 g
Iqo f alles per
193 ct. per 100 stuks
iop bij inschrijving:
'AD GOES.
et flinken Tuin.
Irstond te huur: fl
s te N. en St. loostland,
iming groote en
ne Watervaten.
FEUILLETON.
tój'peer 6_lg>
I 6—10, Codliu r„
lan 13, Z,oet;. stS
|4, Duchess© d'O),©
an' ,r 0 e lessen 9e
Kruisbessen 4^
-IJ, Poters '4 c
pboonen 20-50, vK"
|27, Postelein 13_a7
ïeloenen 41-75, pl'
lozen 2,5—4 <éi„
lio, Komkommers l
H2> Pieteïselia 2—4
I per bos.
LINGE, 29 Ju); 29121
fcr- oiaPij's f 34—
[148, Preco.se de Tré
mskinderen f20—9,"
J-f 18, Roode SuikeriJ
|ren f9— fio, Witte
d'Oldenbui'g f if.
hf fif f2l'1 Tln -)ueeri-
J f 6~f 11; Pooiinee-
lagt f 8 f 15, Prince-
Ghoene boonen f14
f 3f 4, alles per ion
0.37— f 0.47 per joq
1 ct. pe'r stuk. Witte-
|r stuk.
in de navolgende boon-
ran den heer o, wisse]
ie Kapelle.
agaard Armbestuur,
kbosch, 3. Maalstee, met]
n, 4. Achterste boomgaard
aard bij de hofstede ei|
aard in Kitskinderen.
jvingsbiljetten in te leve.
of op Zaterdag 6 Aug® I
des namiddags 4 uur,'
pre van Notaris E. C,
te Goes
TE KOOP:
iber e. k. op gebruik,
ragen „Bank voor Zeeland",
iade, Goes.
stalhouderij, Nieuw,straat I
eiden ook afzonderlijk te 1
trhuring van Koetshuiil
den met goedkeuring van I
pes toegestaan,
vragen bij Mej. de Wed.
r T E R S N's-Gravein
t de hand te koop;
door J. DE LOOFF.
.NISSE, Gortstraat M'burjij
TE KOOP:
bruikte Driewielskar,
ichikt voor wateri
A. NIEUWENHUIJStf j
Borssele.
kleine Ziekeninrichg.
i worden tegen
cwaamheid). Zonder g,
onnoodig zich aau t
even onder No. 2, burea»
blad te Goes.
Terstond jj\
«dn DMftnH»
'ai' O 223, Middelburg I
October QJ
en Meid gevraag' d,
AN WALLENBURG, 9
- weg, Middelburg
de Wt&H*
nadere aankondig"1?
ikens.
7 25 9.50 11.27, "am'
Kï? 10.40 12.0«
7.20
Uitgave van
a «^jai Venn. LUCTOR ET EMERGO,
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goea:
fjV»'öE VORSTSTRAAT 70,
fTelefoon No. 11).
Bureau te Middelburg:
piRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
[jjDsterbaan Le Cointre, Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprp:
Prijs per 3 maanden fr. p. post f3.—
Losse nummersfO OÖ
Prijs der ^dveïtentiën:
14 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct
Bij abonnement belangrijke korting.
Bewijsnummers 5 cent.
u STERKTE IN GOD.
Habakuk 31719.
Wanneer de vijg niet uit zal botten.
Geen druif meer zWellen zal van wijn,
De olijf haar kweekells zal bespotten
£n alle vruchtboom kialal szlal zijn;
ajg nergens graanveld meer zal rijpen,
De herder tevergeefs zal grijpen
Jfaar ooi °f rund, op veld of stal;
Zoo weet ik nog, dat onder 't lijden
Rijn ziel in God zich zal verblijden,
'jfjjn hart in Hem opspringen zab.
God is mijn heil! ik zal niet vreezen,
Hij is mijn rotsik wankel niet.
God zal altoos dezelfde wezen,
Die nooit Zijn volk, Zijn werk verliet 1
De Heere Ileere is Isrels sterkte,
Hij, Die van ouds Zijin wond'ren werkte,
Zal mij ban 's werelds dreigend lot
Gelijk een hinde doen ontsnellen,
En op des aardrijke hoogten stellen!
Zangmeesterstem dit lied voor mijne
Neginoth.
D'A CO,STA.
Als wereldtaal af.
Eeuwen lang was Grieksch de inter
nationale taal der beschaafde wereld.
Toen kwaim het Latijn, dat nog langer
het middel bleef, waardoor de volken
elkander konden verstaan.
Het werd opgevolgd door 'tFransch en
dit heeft tot den dag van heden den
voorrang gehad in de diplomatie.
.Maar tlmns is er in Frankrijk groote
ontsteltenis.
Telegrammen uit Washington hebben
gameid, dat Engelsch de eenige offi-
decle taal aal zijn, welke ter aanstaande
conferentie over de ontwapening zal ge
bezigd worden.
iWij lazen dit bericht in Het Cen
trum met genoegen.
Wij hebben nooit goed kunnen begrijpen
waaraan de Franschen de pretentie ont
kenen en dat h'un taal de conversatie-
en correspondentie-wereldtaal zou moe
ten zijn. Dit komt veeleer aan de Engel-
sche taial toe.
En dit 'geldt ook van de taal onzer
diplomaten.
Keucheni'us verstond dit beter. Die cor
respondeerde en converseerde veel in het
Engelsch. Toen hem in 1879 telegrafisch
vanwege de Gorkumsche a.-r. kiesver-
eeniging gevraagd werd of hij een even
tueel© Kamercandidatuur voor dit district
izou willen aanvaarden, seinde hij terug:
„Elected I submit" (Word ik gekozen,
dan onderwerp ik mij).
Dat het Fransche taalonderwijs op de
iMerlandische scholen is afgeschaft, is
volkomen recht.
Trouwens al sinds bijna een eeuw
is het Engetoch bezig het Fransch als we
reldtaal te verdringen.
,t Prof. dr. H. Bavinck.
Pof. dr. Slotemaker schrijft in De
Nederlander:
Het ontroerend bericht, dat prof. Ba
vinck van ons is weggenomen, dwingt
ons tot de vraag], Wat ons in hem is ge-
schonken geweest. Als men zich daarvan j
rekenschap geeft, is het opvallend, boe
gemakkelijk men het antwoord vindt.
Bavinck was een eenheid. Waar
tneii hem ook bestudeert: in zijn hoo'gl-
leeraorswerk, in zijn arbeid op allerlei
deelen van het gpoote openbare terrein,
hij is overal dezelfde, en dezelfde grond
trekken springen overal naar voren.
1». Hij was dit eerst —.een g e -
52.) _o-
„Och, dat weet ik niet," zeide Alice
benend, „ik hen niet erg onder den ïn-
®uk van. Gij riet, dat wij nu al geheel ge
woon zijn geraakt aan de Oostersche ma
meren en^ gewoonten wij' zag,en er zeer
veel van in Cairo, en wat de oude puin
hopen en gebouwen hier betreft, zij zijn
op verre na niet zoo oud als de Pyrami-
h- En er is hij slot van rekening zeer
eimg te zien, behalve voor die mensc'hen,;
ten i8 leW gel°oven, die men hun ver
ten opzichte van het „heilige graf",
11 van (het graf van de „Heilige Maagd",
iw, wr' (^e- FaiiLbe van Bethlehem. Well,
nie 'n een s,traiat> ln een geHeei
uwe muur, wees onze gids een steei*
ste' waar^an men gelooft, dat het de
flieeii i18', "zou geroepen hdxben", in
den" w zich 9'H hadden gehou-
j,.,een onzin! He heb er geen ge-
voor!" zeide Alice, verachtelijk,
van ze^e Evelijn, „ten opzicht©
Li «.gerijmde verhallen ben ik
Herd M ®et .'u eens. Ik ziou geen hon-
die T,m j ..wiüei1 'loop®", om een van
aderlijke heilige plaatsen t© bezoe-
boren docent en redenaar1. Als
ik die twee aanduidingen in één adem
noem, voelt men, hoe ae bedoeld zijn:
docent, maar zonder dorheid; redeniaaa*,
doch zonder franje. Hoe rustig sprak hij;
hoe systematisch bouwde hij; We kalm
beheerschte hij' zijn stof; We doorzichtiigi
was het geheel. Ik ben meer dan eens
jaloeTsch geweest, als ik hem zoo. boorde
spreken, en 'k zal de eenige wel niet
zijn igeweest.
2o. Dan het tweede, doch het hangt
ten deele saam met het vorige wat
wist hij veel. Neem de boeken, die
hij ions heeft nagelaten, en de daarin
opgesomde literatuur, opgesomd, mlajar ook'
verwerkt. Naast zijn klaar verstand en
zijn helder geheugen heeft hem hier zijn
levensloop verbazend geholpen. Toen hij
acht en twintig jaar was, had hij' de ker
kelijke studie en één-jaar-preditoant-zijn
achter den rug; bovendien zijn eerste we
tenschappelijke studie in de theologie.
Toen, d.i. in al de frischheid van zijn
kracht en al het idealisme van zijn jengd,
werd hij docent te Kampen. In een afge
sloten plekske, met een kleinen werk
kring zonder afleiding, en waar hij dus
studeeren toon, aldoor stüdeeren. Zijn la
ter leven bewijst, We voortreffelijk hij;
die kans gebruikt heeft. Toen hij later
in het drukke en overstelpende leven
kwam, beschikte hij over kolossalen
voorraad, die m&)ar behoefde bijgehou
den te worden, om - voortdurend op de
hoogte te zijn.
3o.. Men weet al, dat hij zich niet
opgesloten heeft in Kampen; niet met
eigen kleinen gezichtskring is tevreden
geweest. Integendeel dat is- het der
de wilde hij midden in het
cultuurleven staan, en dla,t naar
alle -zijden doorzoeken, beggijpen in zijn
schitterenden rijkdom en in zijn schreien
de armoe het keuren en dan daarin
de stralen werpen va|n Gods
licht. Zijn theologische en zijn paedago-
gische werken geven hier een .zelfde ge
tuigenis. 'k Noem de politiek niet. Ook
in al wat hij diaar zeide en deed, komt
wel al het opgesomde voor als voordeel
en als deugd. Maar hij was geen man
voor de politiek, doch voor den katheder,
de studeerkamer, de confex-entie, het con
gres. Diaar stond hij met heel zlijn
wezen lev en d in de problemen
van onzen t ij d.
4o. Daar bleek ook dit is het vier
de -zijn betrekkelijke ziwakte.
Dit is niet en kan niet zijn bedoeld als
een onwelwillend oordeel! Wie zou bij
de lijkbaar van een ,zoo beminnelijk en
zoo louter man als Bavinck onwelwil
lend kunnen zijn Maar het onbevredigde,
dat er blijft van zijn werk, ligt in de
geweldige .zwaarte van het probleem, aan
de oplossing waarvan hij zijn leven ge
wijd heeft. Christendom èn cul
tuur; de cultuur tegejnoiver het
Christendom in .zijn Gerefor
meerde gestalte: dat is het ge
vaarte, waarvoor hij stond met allen;
wie heeft de oplossing' gereed? Wie zich
hier Bavinck herinnert, denkt eerst weer
aan zijn ruimte van blik en h'art.
H ij was beslist, maar o n b e -
fcromnpen; GerefoxHrajeerd, mUOir
Christen eerder. Hoe lang nog
poogde hij saam "te houden, wat naar
zijn overtuiging kon samengaan, al scheen
het uiteen te wijken; 'kdenk aan zijn
houding tegenover de N.C.S.V. Hoe dik
wijls heeft hem de ontwikkeling] der te
genwoordige moeiten geplaagd, als hij den
uitslag van een pogen niet -zag', niet zien
kon. Wat er werkt binnen de Gerefor
meerde Kei-ken, is hem aan het hart ge
gaan; de verzoening van de Gereformeer
de visie met het cultuurleven, of wilt
g:e: de beantwoording der hedendaagsche
cultuurvragen van uit zijn geestelijke over
tuiging r hij heeft ize niet gegeven en
niet van anderen gezien. Maar hij wor
stelde mee. In dit opzicht heeft h ij
een zwaar leven gehad; maar
hij -was er oms te liever om. Ook
in Bavincks leven was de spanning. Nu
rust hij.
IWij staan nog midden in de taak.
Maar niemand, die daar staat, ook als
h'ij ten deele van een anderen kant tot
sommige problemen, nadert, geen ant
woord igeeft, waar hij reeds antwoordde,
een ander antwoord geeft dan hij ons
naliet niemand zal het. mog'elijk we
zen anders, te doen dan met dank
baarheid en eerbied zijn na
gedachtenis zegenen.
Ook het schrijven van een zoodanig
artikel wekt eerbied voor den schrijver
en getuigt van des schrijvers breeden
blik en ruime hart.
ken; maar, met dit al, dit is Jeruzalem,
„en het was hier," voegde zij er op zach-,
ter toon hij, „dat de Heere Jezus wan
delde, en predikte, en stierf, en werd'
begraven, en weder opstond."
„O ja, natuurlijk, zeide Alice, onver
schillig, alsof dat feit voor ihaar van weinig
belang was.
„En als wij Hem werkelijk liefheb
ben," zeide Evelij'n, „als Hij ons dierbaar
der is dan iemand anders, vindt gij dan
niet, dat wij JeruzlaJem, en die plaatsen,
vreeihd en wonderlijk gevoel moeten be-
walarin Hij gewoond heeft, met een
schouwen
Alice zag Evelijn verbaasd aan; zij had
haar vroeger nooit op die manier hoo-
ren spreken, en had er geen denkbeeld
van hoe Evelijn was veranderd, sedert
zij haar het laatst had gezien. Zij gaf geen
antwoord, en ik denk, dat rij' het gesprek
op een ander onderwerp had willen 'bren
gen, indien Evelijn niet het eerst had
gesproken.
„Gij kijkt verwonderd, Alice," zeide zij j
„gij ihadt niet verwacht, dat ik dat zeggen
zou, wel?"
„Inderdaad niet," zeide Alice, lachend';
„ik dacht, dat gij en ik beiden geheel)
vrij waren van allen sentimenteelen onzin.
Ik vrees, dat juffrouw Lindsay u tot haar
denkwijze heeft overgehaald." i
De Toestand.
,Wat kan men in de poëtiek toch wei
nig op de courantenberichten aan. Van
daag istoan de verhoudingen ziuis, en mor
gen staan z,ij zoq. Zaterdag vemieldden
wij dat 't weer lang niet boterde t'usschen
Engeland en Frankrijk, in de cfuaestie
PolenOost-Siberië; en n'u zouden wij
haiaist zeggen is 't lal botertje tot den
boom. De verschillende misverstanden
zijn Uit den weg geruimd, en nu zal
de (Opperste Raad weer wel op 4 Augus
tus la.», bijeenkomen. En met Duitschland,
het slachtoffer wiaar 't om gaat, staat
't ook izooi gunstig als 't maar kan, wijl
de Duitschei regeering bereids heeft ver
klaard het besluit vjan dien Oppersten
Raad onvoorwdarde^jk te zullen uitvoe
ren. "En nu izijn er nStgi wel oneeniig'heden
tasischen de troepen der geallieerden ter
plaatse wlalar het slachtoffer woont, doch
men 'hoopt dat dit ophouden zal, zoodia
de Fransche versterkingen daar zuilen
aangekomen zijn. Men schijnt bijl 't ver
nemen van dezen wensch hij' komt Uit
Parijs, dit kan men wel hooren! wel
een weiniig] te moeten denken aan den
appel, die door den gjooten jongen ver
deeld werd, en lang;s dien weg heelemiaial
uit handen der 'kleinere jongens
in de maag] Van den grooten jongen te
recht kwam. In ieder geval zal 't al veel
gewonnen zijn, wanneer door dez,e op
lossing de vijandelijkheden tüssohen Po
len en Duitscihers gestaakt worden. Want
er wordt, vooi'al van de zijde van eerst-
genioemden, vreeselijk gemoord. Wij ont
vingen een brochure Uit Hindenburg', in
'Opper-Sileeië, met een droeve beschrijving
van de erg^r dan heidensohe martelingen,
die de Polen hunne „vijanden" aldaar
en te. Glciwitz. in Mei en Juni j.l. deden
ondergaan, een en ander met ijselijfce
photo's toegelicht. Weerlooze bewoners
izijn met bijlen en door kogels, op korten
'afstand afgeschoten, afgemaakt. En d<>
martelingen gaan alle beschrijving te boi-
ven. Wanneer zal dat eens ophouden!
Ook de meter in de war.
Wijl nu eenmaal alles ter wereld in de
war is geraiakt, meende ook de beroemde
standaardmeter, wahrvan we op school
„Is het onzin?" zeide Evelijn 'ernstig,
geen acht slaande op Alice's laatste woor-'
i den; indien -het geen onzin is, is het zeker
een .groote werkelijkheid!"
„Och, ik weet 'tniet," zeide Alice, op
luchtigen toon, „Claude zegt, dat 'het 'groot
ste deel van den godsdienst onzin is,
en ik veronderstel, dat hij het behoort
te weten; hij heeft de zaak bestudeerd,
en ik niet."
„Och, Alice," zeide Eve'lijin, met tranen/
in de oogen, indien gij slechts wist, hoe
hoogst gelukkig ik in den laatsten tijd
ben „geweest! Ik heb vroeger nooit ge
weten, dat liet mogelijk was, zoo ge
lukkig te zijn als ik nu toen!"
„Dat kan wel zijn," zeide Alice, „en
ik toen niet gelukkig. Somtijds toen ik
ellendig, zeide zij, op smarttelijken toon,
met die ernstige, droevige uitdrukking, die
ik vroeger al eens op haar gezicht had|
gezien; „maar toch kan ik niet nalaten,
met Claude hierin overeen te stemmen,
dat het toeter is, in 'tgeheel niet vertroost
te worden, dan troost te verkrijgen uit
een leugen."
„O ja," zeide ik, „mijnheer Ellis heeft
daarin volkomen gelijk, maar de geheele
zaak komt 'hierop neer: Is de Bijtoel
een leugen van salan of Gods waarheid?
Hij moet zeker óf het een óf het ander
zijn."
leerden, niet bij den modernen tijd te
moeten achter blijven.
De standaardmeter wordt aangegeven
door den afstand van twee strepen op
den staaf van platina, die in het Bureau
International des 'Poids et Mesures te
Sèvres bewaard wordt, bij een temperar
tu'ur van 0 graden.
Om te kijken of deze meter zich goed
gedraagt heeft men nog eenige dochters
vervaardigd, die in andere landen rijn
gedeponeerd en welke nu en dan met de
echte moet worden vergeleken. En tot
nog toe, had men telkens overeenstem
ming gevonden binnen de grens van de
waarnemingen, die men aan kan nemen
ongeveer 0.2' duizendste m.m. te rijn.
In de laatste zitting; van het Comité
Intern, des Poidisi et 'Mesures, welke den
voritgen herfst te Parijs plaats vond,
moest het bUrealu echter mededeelen, hoe
gebleken was, dat de beide oopieën van
het bureau, een 0,5 duizendste langpr
waren dan verschillende andere.
Ja, wat nu? vraagt Het Centrum
spottend.
Joego-Slavië.
Naar men uit Belgrado meldt, is bij
het onderzoek inzake den moord op den
vro'eg'eren minister van handel Drachko-
vitsj vastgesteld, dat men hier met een
samenzwering op groote schaal te doen
heeft.
Er zijn een soort lotingtslijisten gevon
den, waarop' ook de namen voorkwamen
van minister-president Pasitsj en den
voorzitter der skoeptsjina. In de laatste
dagen hebben ook andere politieke per
soonlijkheden dreigtorieven ontvangen,
waarin werd medegedeeld, dat izij door
het coimntuni'stisch-terroristi'sch comité ter
dood waren veroordeeld.
'Overigens is bij "het onderzioek tegen
Herbigiorja vastgesteld, dat deze de gees
telijke bewerker van den aanslag; op
Drachtoovitsji is geweest. Herbigiorja wais
ook de aiansboker op den aanslag op
den ban'us van Croiatië in 1914. Hiji werd
toen tot 16 jaar tuchthuisstraf veroor
deeld, maar was bij de omwenteling vrij
gekomen.
Lloytl George en Lord Northcliffe.
Al ©en paar jaar botert het niet tus-
scben die twee. Dat toomt hier vandaan
dat laatstgenoemde, de rijke eigen'aar
van vele dagbladen, een feilen veldtocht
onderhoudt teegen de Engelsch© regee
ring onder de leus: er moet bezuinigd
worden. Hij lieeft er succes mee, want
er zijn al enkele ministers afg'etreden en
ongeveer twintig leden van het Lager
huis vervangen door bezUinigingsmannen.
Dezer dagen heeft de lord een nieuwen
aanval gericht op de beide „regeerders,"
Lloyd George en Curzon (deze laatste ia
gewezen onderkoning van Britsch In-
dië), welke hij openlijk brandmerkt als
ongeschikt oui Engeland te vertegenwoor
digen op de ontwapeningsconferentie te
Washington, eerstgenoemde omdat hij niet
te vertrouwen is, en zij samen niet om
dat zij een ten doode wankelende re
giering vertegenwoordigen en volstrekt
niet het Engplsche volk in zijn geheel.
Hij zelf bevindt zich op 'toogenhlik 'te
Washington en wordt daar hoog vereerd.
Hij is zelfs al een keer met den dagblad
schrijver Steed (spreek uit Stiecty o-p het
Witte Huis bij Harding geweest, en er
allerbovenst ontvanig'en. D,at nu beeft
Lloyd George kwaad gemaakt en hem
verleid om in het Lagerhuis te vertellen
dat Northcliffe den Koning leugenach
tig© woorden in den mond gielegd heeft,
welke de Koning in Ierland zou gesproken
„Wel," zeide Alice, onverschillig, „het is
te heet om een theologisch gesprek aan
te knoopen. Ik zal den gids roepen en hem
wat limonade voor ons laten 'halen; onze-
kok maakt ze heerlijk."
„Arme Alice," zeide Evelijn, toen wij
in de tent alleen waren 'gelaten.
„Ja," zeide ik, „zij is zeer t© beklagen,
want zij is niet op haar gemak in haar
ongeloof; ze twijfelt zelfs ten opzichte
vSn haar eigen twijfelingen."
Alice kwam terug, om ons te zeggen,
dat de 'heeren van plan waren een ritje
te doen naar den Olijfberg, en dat de\
igids was heengegaan, om paarden te hui
ren voor het geheele gezelschap, zoodat
wij tezamen v,an de Poort van Damascus
zouden kunnen vertrekken, zoodra het een,1
weinig koeler werd.
Ondertusschen geleidde mijnheer Stan
ley ons naar ons hotel. Wij gingen langs
een anderen weg terug, 'buiten de stad
blijvende, totdat we de Jaffa Poort bereik
ten. Mijnheer William en ik liepen voorop,
en mijnheer Stanley en Evelijn volgden;
maar daar mijnheer William in zijn reis
gids las, die hij geopend in zijn hand
hield, en die hij, al voortwandelende, raadJ
pleegde, had ik veel tijd om te den
ken, en ééns of twee keer kon ik_ niet!
vermijden, het .gesprek dat achter mij ge
voerd werd, te beluisteren.
Urinezuur en de Nieren.
Overtollig urinezuur is de werkelijke
oorzaak van rheumatiek, ischlias en spit,
en het kan zoowel de oorzaak als het
gevolg zijln van nierzwakte. Zware, moei
lijk verteerbare spijzen, alcohol, overwer
king en nadeelige gewoonten leiden, tot
de vorming van een dusdanige hoeveel
heid van dit vergift, dat de nieren over
weldigd worden door de overspanning om
het uit het bloed te filtröeren.
Voorzorgen en matigheid verminderen
de hoeveelheid urinezuur, vergemakkelij
ken de taak der nieren en voorkomen, dat
niet-gefiltreerd urinezuur zich in de ade
ren, spieren, zenuwen en gewrichten af
zet en kristaHiseert. Deze voorbehoedende
maatregelen kunnen worden aangevuld
door tijdige versterking van de nieren
door Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Dit
speciale niergeneesmiddel verschaft suc
ces, zelfs in gevorderde gevallen van nier
aandoening en verschijnselen als rheu
matiek, steen, spit, ischias, niergruis, nier.
waterzucht, nier- en blaasontsteking, en
urinez'uur-vergiftiging.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen werken
niet op de ingewanden, doch louter op.
de nieren en blaas. Antiseptisch, voor
behoedend en genezend, wordt dit nierge
neesmiddel alom aanbevolen als gevolg
van de uitmuntende resultaten, die men
ermede behaalde.
Te Goes verkrijgbaar bij de Paauw
Co., en te Middelburg bij fa. C. Schulte
Co. a fl.75 per doos. (36)
hebben, in welke 'tizioo was voobglesteld
dat de Koning 'aan Lloyd 'George het
verder onderdrukken van Ierland hlad be
let. Northcliffe izloü dit in een inter
view (vraaggesprek) aan een dagblad
schrijver hebben verteld. i
Nu van achteren blijkt dat niet hij
maar rijn reisgezel Steed (redacteur van
de „Times") dat vraaggesprek had toe
gestaan en de volle veranderlijkheid voor
den inhoud van dat vraaggesprek afwijst,
komt de boo,ze uitlating, van Engelands
eersten wereldregeerenden minister in het
licht te staan van z'uivere jaloU&ie, omdat
Northcliffe, die in zijn optreden tegen
hem wel gelijk kon hebben, anderhalf
uur lang met President Harding .gespro
ken heeft, iets wat nog nimmer op het
Witte Huis aan eenïg buitenlander was
overkomen.
Korte Berichten.
In Marokko blijft do toestand on
zeker, maar de kansen voor Spianje wor
den beter. Vele soldaten zijn uit de han
den der Marokkanen ontkomen, en zijn
met vele burgers gevlucht naar Algiers.
Bij Nador wordt een nieüwe „slag" ver
wacht. Intusschen worden nog 20 dui
zend menschen vermist, deels Spanjaar
den, deels inboorlingen.
In het krijgsgevangenenkamp: te Avig
non en op andere plaatsen in Frankrijk
bevinden zich nog 111 krijgsgevangenen.
Briand zal heden aan den Engel-
'schen gezant te PaTij's ©en nota overhan
digen in antwoord op het Britsche memo
randum inzake OppeT-Silezië.
Ter bestrijding van den honger
snood in Rusland worden nieuwe dras
tische dwangmaatregelen aangekondigd.
De bolsjewisten schijnen de propa-
ganda-centrale van Moiskou naar Berlij'n
te willen overbrengen, lannen voor inten-
sieve propaganda Worden gepubliceerd.
„Gij' kent dus Lord Moreton, juffrouw
Trefford?" hoorde ik mijnheer Stanley
zeggen. 1 1
„Ja; papa kent 'hem zeer goed, en hij'
'houdt zeer veel van hem," zeide Evelijn
lachend.
„En igij niet?" zeide mijnheer Stanley
ernstig. 1
„Och, ik 'heb geen afkeer van hem,"
zeide Evelijn; „alleen vind ik hem zeer
dom en erg saai."
Ik dacht, dat mijnheer William déze
opmerking moest gehoord hebben, maar
indien hij ze al gehoord had, zoo gaf
hij er toch geen acht op, maar was. blijk
baar in zijn boek verdiept.
„Lord Moreton dom! Lord Moreton
saai!" herhaalde mijnheer Stanley, „dan
neem mij niet kwalijk, dat ik het zeg,
juffrouw Trefford, dat indien dat uw mee
ning is, ben ik er zeker van, dat gijj
Lord Moreton niet kent: niemand, die
hem werkelijk kent, zou ooit tot zulk
een gevolgtrekking komen."
Mijnheer Stanley had nog al met warmte
gesproken, en Evelijn zeide op verdedigen
den toon: „het spijt mij zeer, mijnbeer
Stanley, Ik zie, dat Lord Moreton een
vriend van u isik wist volstrekt niet,
dat u hem kendet."
(Wordt vervolgd.)
I