f*. ote Veiling Roode en Witti Bessen 233 Woensdag 6 Juli 1921 35e Jaargang ichten aili nkzaken. laiionale Bankvereenigini, !0 A. 10 C.A. uniehovten Secretaife, Reclames, IK EEN GOEDE KEUS? dag 15 Juli 1921 >r koopon,/ ceelen Zomergerst; Tarwe, "aver, en Aardappelen Veilingsvereeniging ren te Middelburg, iderdag 7 Juli van 3 lappelen op monster. 3UBURG. aal en Reserven 13.750.000. n, Coupons, DepositiJ paarbank, enz.) koop of in ruil: j\ Kalfvaarzen, top bij inschrijving: e We ster-Scheid FEUILLETON. irissen PILAAR ,e fines „,n AK e'l V^J :e Goes, zullen Idags te 2 uur (Km.] lost-Nieuwlandpokler J perceel Haver, eerenpolder, chtigen vanaf u juli te bekomen in de h li 8 Juli a. s. te 2 uur J óór 12 u. aan het kanton, HET BESTUUR, fèi i Maandags en Vrij. ■n 471/, uur, Kanaal'; ek Paspoortstraat. kening. Dagelijks te be> en Donderdags in mijn Beddewijkstraat, bij (te t. O. KLINGEBÉIL, reele, Middelburg. aan den Kloetingsclm t Villa Westdorp, te GoesJ ia te leveren vóór C. VAN IWAARDEN TE KOOP: aemsten Hooi) AN DE VRIE, 's-i (Poel). TE KOOP: I te, van haar 2e kalf en ■s, oud 5 maanden, &l LJAARS, Aagtekerka TE KOOP: I MUIJNCK, Mr. Schilder, nadere aankondiging ens. 9.60 11.27, nam. 10.40 12.03 nam. 25 50 10 20 10.35, n.m. 2.- 6.40 12.03, n.m. 3.35 6.10 en. 10.50 nam. 2.30 nam. 2.4.1a S 10.50 n.m. 2.30 2 2.-n m. 5.40 bet veer 20 minuten nsweertVlake. ig Vlissmgen-Roase'1^ kdagen op Zon-< 55 6.10 vm J?? 5.^ .30 7.45 854 J .04 8.46 9 34 0 ,23 9.- I »n9J5L,U oBgeveer 20 mm Uitgave van .'„ml. Venn. LUCTOR ET E ME RGD, 1 gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: ANGE VORSTSTRAAT 70, (Telefoon No. 11). Bureau te Middelburg fIRMA F. P. DHUIJ L. BURG. Drukkers i ,)0Sterbaan Le Cointre, Goes. Zeeuwsche Stemmen. CCXXXXll. gei kleine en zeker bij 99 pet. der Nederlanders alleen bij name bekende eiland Urk mag zich in de laatste weken ffel j„ veler belangstelling verheugen. Er voor enkele maanden zelfs een kran tenman heen geweest, die aan dit eiland on rijn bewoners in „De Standaard" en kele artikelen heeft gewijd. De loftrompet werd daarin veel geblazennaar ik van iemand hoorde, die ter plaatse eenig&zins bekend is, .zelfs te veel. Wat ik bij het lezen dier artikelen terstond vermoedde, daar de .zonde toch wel evengoed in Urk j]s jn andere dorpen en steden zal heer- schen en .ziel) allicht in dezen of genen vorm .zat uiten. Maar na heeft Urk gelijk men in de bladen heeft kunnen lezen zeer hoog bezoek gehad. Niemand minder dan onze Koningin met haar Gemaal, den Prins der Nederlanden, heeft op dit kleine, .schier vergeten eiland den voet gezet. En wij kunnen ons levendig indenken, dat dit een gebeurtenis is, die met gou den letteren in de Urksche historieblaan aal worden opgeteekend. Zoo iets had den dó Urker visschers wel nooit dur ven droomen. En zooaJs het altijd gebeurt, zoo ging bet ook nu. De vertegênwoordigers der groote bladen waren bij dit eenigszins bijzondere bezoek tegenwoordig. Zij moes ten er een en ander van opteekenen en j -zoo kwamen ook, de liberale journalisten j in aanraking met dit visschers volk, dat j ach zijn Christelijke belijdenis niet schaamt. Zelfs wias er onder hen één, die dit eiland zóó aantrekkelijk vond, dat hij er den daaropvolgenden Zondag ook I doorbracht. Hij wilde Urk ook des Zon- j dags wel eens zien. En nu is het wel de j moeite waard kennis, te nemen Van j hetgeen deze liberale redacteur aan zijn blad daarover schrijft. „Toen de klokken beierden over het j dorp", zoo. heet het, „en over het haast rimpeloos meer, traden uit de kleine hui- zekes de mannen en vrouwen en kinderen «m kerkwaarts te gaan en bij het Woord jj Gods en een 'Psalm Davids dankend te berdenken de groote dingen, welke op het 1 eiland waren geschied. De moderne zen'uwmensch kan veel lee- 1 ren op Urk. Welk een op 't eerste oog wanbopig-eentonig bestaan leiden de men- schen daar. T'er ontspanning: hebben z,e j letterlijk niets. Men heeft het beproefd j met den bioscoop en een der pre dik an- ten er is een burgemeester en er j zjjn schepenen, maar de predikanten zijn de eigenlijke machthebbers had zelfs .zijn goedkeuring aan deze instelling: ge- hecht, maar de goede dominee beeft on- j der .zachten drang; het eiland moeten ver- j laten en met hem de bioscoop. Wonder j boven wonder heeft „Antonius Valerius", I dank zij zijn lauweren aan den vasten j wal en de Koninklijke gonst, waarin ka- j pelmeester Snoek zich mag: verheugen, ach kunnen handhaven. Maar verder is er dan ook niets. De ontspanning: is de kerk. Er zijn j drie kerken. Do Hervormde is de klein- j ste, de Gereformeerde de grootste, de Christelijk Gereformeerde staat er tus- schen. Het eiland herbergt maar één ka- i tholiek, den rijksveldwachter, een g'eïm- port eerde. De kerken leven vreedzaam Mast elkander, vandaar dat hier een openbare School-unicum ikon ontstaan, een openbare school met den Bijbel, aldus jj geregeld bij onderling goedvinden. Op Zondagen is alles geslotenwin- tel en herberg. Twee, drie kerkgangen van .VERSCHIJNT ET,KEN WERKDAG Abonnementsprjjjsi Prjjs per 3 maanden £r. p. post f3.— Losse nummersf 0.03 Prijs der Advertentiën: 14 regels f 1.20, elke regel meer 30 cl Bij abonnement belangrijke korting. Bewijsnummers 5 cent twee uur en meer dooden den tijd. Na kerk verzamelen de mannen zich aan het havenhoofd, waar men in opperste rust en eendracht de belangen bespreekt, Zuodra de Sabbath ten einde is, g;a.an de mannen even naar huis en van daar dadelijk naar boord, 's Nachts motoren of zeilen ze weg voor de vischvangst, om Zaterdags weer terug te keeren. Zoo verloopt het leven van den Urker tusschen zee, kerk, huisje en de om- top (de eenige wandeling door het wei land achter het dorp). 1 Men denke zich 'dat leven en vooral den Zondag; eens even in. En toch zal het moeilijk zijn, ergens in Nederland een partij van 3000 menschen te vinden, die zoo rijk zijn aan innerlijke gemoeds rust, tevredenheid en evenwicht. Den jongen deerns wordt het levens vooruitzicht soms wel eens wat te bar en ze verlaten de boogie woning te midden der wateren, maar de spijt komt spoedig. Ik sprak er eenigen op de boot; ze waren overgekomen voor het feest en ze konden den volgenden morgen zoo heel moeilijk scheiden. Gezonder levensvreugde en hier kan het alleen vreugde zijn om het leven zelf, want er is wezenlijk niets anders dan op Urk, zal ook in Nederland moeilijk te vinden zijn. Wat heeft dan toch de Bijbel een geestelijke kracht! Want het is een inn erlijk-beschUafd, prettig-zelfbewust volkje. Niet koppig, o nee, maar fier en recht-Uit. 't Zijn vrien delijke en hulpvaardige menschen en men kan het bun zoo aanzien, dat zij den vreemdeling in niets benijden. Zij gaan hun weg; langs hem--heen. Ze weten, wat ®e hebben. Ik zou van dien indruk kon ik maar niet loskomen aan de Urkers verlof willen vragen, of zij hun dorp willen open stellen voor een beperkt aantal ze nuwlijders, opdat dezen zouden kunnen medeleven het Urker leven. Voor menig een zou dit redding en genezing bren gen. Och, wij stedelingen, met ons. concert, tea, schouwburg1, courant, electrische, vliegtuig, roman-bibliotheek, concours, mode wat zijn wij een stuk armer in werkelijk levensgeluk dan de Urker met den Bijbel, zijn net en zijn woninkje. Nog iets ter typeering. Op den feest avond liep ik langs een huisje, waarvan het tuintje met een tiental kinderen was gevuld. Zij zaten allen op den grond in een kring. In het midden hing laag een lampion aan een stokje. Een handig meiske van een jaar of tien zat naast den ballon. Zij sloeg de maat. Men ver maakte zich met psalmzingen. Juist toen ik langs kwam, zei het meiske: „en nu zingen we voor de Koningin: Dat 'sHee- ren zegen op U daal! Werkelijk, ik heb den psalm dikwijls in m'n leven hooren zingen, maar hij beeft nog1 nimmer zoo'n indruk op mij gemaakt als op dat oogenblik en in die omgeving. Trek nu geen neus op, paedagoog; van boog© professie en fijne eruditie, want ik heb u toch gezegd, dat ik u zet, een tweede dorp van 3000 .zielen met zoo veel geestelijk-gezonde menschen in Ne derland aan te wijzen Merkwaardige woorden! En dat uit de pen van een liberaal journalist! Deze schrijver, voor wiens eerlijkheid wij ,al- thans respect hebben, heeft toen hij onder die Christelijke visschersbevolking vertoef de, iets gevoeld van de jammerlijke ar moede der vrijzinnigheid. En hij steekt dat niet onder stoelen of banken. Zijn stuk i ffJ 33.) „Maar ik geloof, dat gij hem alles moet wellen ,zeide ik, „en hem niets ver- r°en van hetgeen ge gevoelt, dat hij lnii- weten. Ge zöüdt veel ig|e- leldt"1 zijn. Evelijn, ,ais ge 'them ver- aet „Ja," zeide zij, „dat zou ik ook; maar, Se» daar staat tegenover, dat ik be ta! hei kem niet te vertellen, en toeken" n°°'' ^oed zijn, mijn belofte te TiI;llr. indien ge beloofde!, te doen, wat ais) ,waf'" .zeide ik, „kan het zeker n®0™ pn uw belofte te houden." bchtiL2! May?" zeide ziJ; »ik een»,'i "et 6611 vreeselijk iets was, Ui tdofte te breken." er'nilt's antwoordde ik, „als loofASilerkeerds is hetgeen wij be- Weu nuar, indien naderhand ons liaddmf °ns dai- wij de belofte nooit binnen ï0®1'611 dl0en> en. dat we haar niet keerd dei1, zonder te doen, wat ver- geloof ik zeker, dat wij halar „Denkt gij dat?" vroeg ze nogmaals. „Ik ben er zeker V|an," antwoordde ik. „Het is verkeerd, om te beloven, iets te zullen doen, dat niet recht is, maar de belofte te houden, is dubbel verkeerd." „Ik kan dat volstrekt niet inzien," zeide zij; „ik geloof d,at, als men belooft, iets te zullen doen, men zijn beloftte moet houden, onverschillig of de zaak recht of verkeerd is." „Veronderstel, d,at ik aan eenige vijan den v.an u zou beloven, dat ik u zou ver giftigen, Evelijn," zeide ik; „dat zou slecht zijn, nietwaar?" „Ja, zeer slecht," zeide zij, lachend, ofschoon de tranen haar in de oog en stonden; „wat een vreeselijk beeld ge bruikt ge!" „Dat doet er niet toe; het zal u dui delijk maken, wat ik bedoel. Het zou zeer slecht van mij zijn, te beloven, zoo'n zondig iets te zullen doen, maar het zou nog slechter zijn, indien ik mijn belofte hield, en u werkelijk viergiftilgde. Nu, is 'tniet zoo?" „Ja," zeide zij, „ik begrijp het; na tuurlijk zou het dat." „Wel," antwoordde ik, „ik geloof, dat die regel op alle beloften van toepassing is. Het is verkeerd, te beloven, te doen, wat niet goed is, maar het is dubbel ver is één veroordeeling van zijn eigen stand punt. Hij móethet zeggen„wat heeft toch de Bijbel een geestelijke kracht!" Mij dunkt zoo: zou deze scribent niets v.an een zelfverwijt hebben gevoeld, toen hij daar op Urk ronddwaalde en onder de bekoring van de religie kwam? Want !wie waren het anders dan de liberalen, die tientallen jaren lang getracht hebben den Bijbel uit ons volksleven, uit de school, uit den sfaat, uit de maatschappij en indien zij maar gekund hadden, ook uit de kerk te bannen? Alles moest neutraal, dat is on-christelijk, dat is anti-godsdienstig wor den. Geen middel, dat daartoe dienst kon doen, moest onbeproefd gelaten. Zelfs niet dat van de onderdrukking der minderhe den. De haat tegen den Christus en de Christenen was het, die tientallen jaren lang en nog steeds denken en doen der vrijzinnigen richting en stuur geeft. En zie, daar komt zulk een liberaal, als bij toeval, op een eiland, waar dat liberalisme niet of zeer weinig vermocht binnen te dringen. En hij kan niet anders zeggen, dan dat het een oase is temidden van de wereld onzer dagen. Hij „moet het uitroepen: „Gezonder levensvreugde dan op Urk zal ook in Nederland moeilijk te vinden zijn." Een liberaal weet niet beter, of „een fijne" is een droogstoppel, iemand, voor wien vreugde en vroolijkheid op het eerste gezicht de vlucht nemen. En dan nu zulk een bekentenis Voor geestelijk minderwaardigen, ja zelfs defecten zijn de Christenen, die voor hun overtuiging st,and hielden, wel gehouden. En nu klinkt het: „Ik zet u, een tweede dorp van 3000 zielen met zooveel geestelijk gezonde menschen ,aan te wijzen." Ik dacht zoo bij het lezen van boven genoemd stuk: ech, liberale schrijver, ge hebt nu het gezond Christelijke Urk ge zien ge hebt nu door een Calvinisti- scben tuin mogen wandelen ga nu eens de vruchten van üw arbeid >zien b.v. in het moderne, vrijzinnige Noord- Holland. En zult ge dan niet tot de erken tenis moeten komen, dat uw beginsel tot een jammerlijk fiasco is geworden, dat gij door uw theorieën de menschen hebt be roofd van de echte levensvreugde, dat gij hen steenen voor brood hebt gegeven? Toen wij dat alles zeiden, werden wij nooit geloofd. Een liberale persman moet nu in een eerlijk oogenblik ons gelijk geven. Nu schrijf ik dit .alles niet. om 'ons hoogmoedig te maken. O neen. Er is juist aan ons Christelijk leven, aan de omzetting van onze beginselen ^in de practijk nog zoo ontzaglijk veel te ver beteren. Daarover zijn we het, hoop ik, allen eens. Maar wij hebben een beginsel, een wet, waarnaar wij ons leven hebben te schikken en te richten. En de Chris ten, die leer en leven met elkander wil doen harrftoniëeren en dat is o zoo moeilijk weet, waar hij de kracht hier voor moet zoeken. De reden, waarom ik dit onderwerp ditmaal meende te moeten behandelen, is veeleer om elkander te waarschuwen te-i gen de schoonklinkende leuzen van het liberalisme „.of van den tegenwoordigen Vrijheidsbond. En ook om den vrijzinnigen het vernietigend vonnis over 'hun verder felijke principes door een hunner eens këerd, onze belofte houden en haar te volbrengen; omdat, ziet ge, men dan eenvoudig de eene zonde bij de andere) voegt. Het doen v.an die belofte is ééne verkeerde daad, en het vervullen van die belofte is slechts een andere, en nog i ergere daad, er aan toevoegen. I „Ik heb nooit tevoren daaraan gedacht," zeide zij; „ik heb sedert dien tijd ge- wenscht, dat ik niet beloofd had, het niet aan papa te vertellen. Ziet ge, May, ik heb Donald dien middag, voor gij bin- nen kwaamt, beloofd, dat ik den een i of anderen dag, zijn vrouwtje zo'u worden. Ik weet, dat ik het hem niet had moeten beloven, maar hij was zoo aardig, en scheen zeer veel v.an mij te houden. Hij zeide, dat hij dezen ring had medege- bracht, opdat ik dien altijd bij mij zou l kunnen houden, en, wanneer ik er naar i 'keek, aan mijn belofte zou denken. En toen zeide hij, dat ik het niet aan papa moest zeggen, omdat 'hij zoo erg boos zou zijn, als hij het wist. Ik zeide tot Donald, dat ik verplicht zou zijn, om het papa te vertellen; want hoe zouden we ooit kunnen trouwen, indien papa, er niets v.an wist?" „En wat zeide mijnheer Trefford?" vroeg ik. i, „Och, hij zeide, dat daar nog tijd genoeg te doen aanzeggen. Moge menige laksche en lauwe er door worden wakker ge schud. Het gaat nog steeds om de be waring onzer heiligste beginselen. JAN VAN 'T LAND. PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND. Zomerzitling. Vergadering van Dinsdagavond te half acht. Voorzitter de Commissaris der Koningin, de heer jhr. mr J. W. Quarles van Ufford. Aanwezig 39 leden, drie vacatures. Na opening der zitting in naam der Koningin, doet de griffier voorlezing van de brieven van den minister van- binnenlandsche zaken behelzende de mededeelingen, bet >aan den heer mr H. J. D'ijcikmeester verleend meest eer vol ontslag als commissaris, onder dankbetuiging voor de vele en gewich- tiige diensten door hem aan den lande bewezen en van de benoeming van den heer jhr. mr J. W. Quarles van Ufford tot commissaris. Eveneens woirdt voorgelezen ©en brief van den heer imr H. J. Dijcjkmeester naar aan leiding van zijne uittreding uit het ambt van Commissaris der Koningin, waarin deze dank betuigt voor de steuin en hulp steeds van de Staten ondervonden, gedurende 15 jaar van zijn werken in Zeeland, waaraan hij gehecht was. Hij spreekt de beste wen- schen voor de Staten en bet gewest uit. Deze brieven werden voor kennis geving aangenomen. Hierna sprak de voorzitter ongeveer als volgt Mijne Heeren, Alvorens onze werk zaamheden aan te vangen, reken ik het mij tolt een plicht om, nu ik voor de eerste maal het voorrecht heb uit kracht van mijn ambt den voorzitters- zetel in uw midden ju t© nemen, aan H. M. de Koningin en aan Hoogstder- zelver raadslieden mijn dank te be tuigen voor bet groote vertrouwen, dat zij in mij stelden. Hulde zou ik voorts wenschen te brengen aan mijn ambtsvoorganger, mr H. J. Djjcikmèestér, voor alles wat hij' in 'het 15-jarig tijdperk, hetwelk olp! 1 Mei j.l. achter ohs lag en waarin zulke moeilijke jaren voorkwamen, voor deze provincie beeft gedaan. De zioo hoogstaande kundige en minzame magistraat, die voor deze provincie in tijden van voor- en tegenspoed tot grooten zegen is geweest, zial voor- zieker in uw aller hart een eere plaats hebben gekregen. Moge hiij nog lange jaren niet mevrouw Dijckmees- ter, die steeds zioo trouw aan zijn zijde stolnd, van zijn optium gum dig- nitatO' genieten, een wensch, waarme de zeer zeker ieder uwer van harte zal instemmen, (applaus). Mijn ambtsaanvaarding heeft plaats gehad einder deels nog ongunstige, deels meer hoopvolle tijdsomstandig heden. Maar, Mijne heèren, 'ik wrl thans, nu ik voor de eerste maal in uw midden ben, niet trachten u een somber beeld te schilderen van de jaren, welke achter ons liggen, noch van den ernstigen crisistijd, welken wij hebben doorgemaakt, noch van den kwijnenden toestand, welke helaas ook thans nog op' menig gebied beersdht. wn i ■i WimiBiiii, niwu uwMaga— voor was dat we nog in langen tijd niet zouden kunnen trouwen; en den een of anderen dag zou hij het zelf wel aan papa vertellen. Hij liet mij dus beloven, het hem niet te vertellen, voordat hij er verlof toe zou geven; en juist op dat oogenblik kwaamt gij in de kamer, en konden wij er niet meer over spre ken. Ik wilde wel, dat ik het nooit beloofd had." „Ja, het was erg jammer," zeide ik; „maar ik geloof, dat het beste wat ge doen kunt is, dat ge aan mijnheer Trefford schrijft, en hem meldt, diat ge gevoelt, dat ge zeer verkeerd hebt gedaan, door de belofte 'te doen, maar da,t het nog; erger zou zijn, haar te houden." „Denkt ge dat dit een goed plan zou zijn?" vroeg zij. „Ja," zeide ik, „ik ben ervan overtuigd, dat gij dat behoort te doen, Evelijn." Ze antwoordde mij niet terstond, maar keek, nadenkend in 'het vuur. Ik zond een ernstig gebed op, d,at zij er toe ge bracht mocht worden, om te doen, wat recht was. ©ogenblikkelijk -zag zij mij' aian, en zëi- de: „ik kan 'tniet doen, May, het -geeft niets, erover te denken; ik kan 'tni|et ;aan papa vertellen. Donald zou erg boos zijn; ik denk niet, dat hij 'tmij ooit zou Slechte spijsvertering j en de onaangename gevolgen als brakin- t I gen, hoofdpijn, gemelijkheid, verstopping, f geelzucht, hartwater enz. verdwijnen door J het gebruik Tan Foster's Maagpillen. Prijs f0.65 per flacon, alom verkrijgbaar. (6) Tusschen die [zwarte onweerswolken zijn er .ook lichtpunten geweest. Hoe goed, hoe heerlijk, hoe weldadig was net b.v. te voelen, dat de ijzieren band tusschen Oranje en volk onwrikbaar vast is saamgesmeed. Met welk een trots heeft voorts heel ons vaderland den blik naar deze provincie gesla gen, toen er in biet buitenland snoode stemmen opgingen toit wederrechtelijk© aantasting van ons grondgebied. D'e fiere, edele houding, welke daartegen i;n dit gewest alom is aangenomen, deed ieder rechtgeaard Nederlander dankbaar een jubeltoon aanheffen. Ook lichtpunten zie ik in het heden.. Is het niet, alsof wij' langzamerhand' meer en meer een keerpunt naderen? Het wil mij althans voorkomen, alsof er teekenen zijn, die op. een terugkeer van meer gunstige toestanden wijzien, al zijin het die ook niet van vóór den oorlog. Het wil mij voorkomen, alsof de schoone zinspreuk van het Zeeuwsche wapen ons met nieuwen lust tot den arbeid aanspoort. Arbeid, dat is 'ttoich, pralt men yan ons allen vraagt. Moge eén ieder kracht daartoe zoeken bij den bron, waar hij meent die te kunnen vinden. Wat jmij betreft, ik weet, uit welke broin ik die krach ten vrij en rijkelijk kan putten. Mijne Heeren, mij wacht een schoone, maar ook een zware taak. Voor mij, die voor eenige maanden vrijwel als vreemdeling de grenzen dezer schoone provincie ben overschreden, is de tijd nog te kort geweest, om met de noo- dige kennis van personeh, zaken en plaatselijke toestanden, tnans reeds eeinige 'lijnen aan te geven, welke ik op het uitgebreide veld van werk zaamheden, hetwelk voor mij ligt, zal volgen. Mijn ernstig streven zal het intusschen zijn door stoeren arbeid en met inspanning van alle krachten mij1 zoo spoedig mogelijk de noodig'© kennis van dit gewest eigen te maken en om steeds met het grootst© plichts- -besef mijn ambt zoo. goed mogelijk waar te nemen. 'Gij zult het, Mijne Heeren, niet in mij misprijzen, dat, waar ik op nog, vrij1 jeugdigen leeftijd het aanbod voor het eervolle ambt van commissaris in deze provincie ontving, ik mij niet zonder eeniigên schroom en zörg heb' afgevraagd, of ik wel in allé opzich ten opgewassen zou zijn tegen de tal rijke verplichtingen, welke uit het ambt voortvloeien. Heb ik het aan bod dankbaar aanvaard, dan was dat, omdat ik de stellige hoop' koesterde*,- dat ik naast Gods hulp:, steeds opi uwe volle medewerking en steun gal mogen rekenen. Voor het inroepen van dien steun en medewerking heb jk thans het woord genomen. Ooik opl de volle medewerking van het corps provinciale hoofdambtena ren en ambtenaren, van vyien ik iin den korten tijd, dat ik in' deze pro vincie ben, zulk een goeden indruk mlociht ontvangen, meen ik te mogen rekenen. Mogen zij allen 'n voorbeeld nemen aan onzen griffier der Staten, die juist dezer dagen 40 jaren ter WIUWUWliiMHI Ui Li IH I vergeven." „Evelijn," zeide ik, „ge herinnert u wel de belofte v,an Herodes, dat hij aan de dochter van Herodias zou geven, wat zij ook wenschen zou; en ge herinnert u wel, waarom hij die belofte hield, zelfs, toen het houden ervan hem een moord deed begaan." „Ja," zeide zij, „staat er niet, dat het terwille van zijn eed was; ik veronderstel, dat Herodes niet gaarne zijn woord wil de breken." „En, Evelijn," zeide ik, „er is nog eén .andere reden aangegeven; herinnert ge u, wat er verder volgt?" „Neen, w,at dan?" „En terwille van hen, die met hem aanzaten. Ik geloof, dat dit de ware reden was, waarom Herodes zijn woord hield. Het was niet, omdat hij geen zin had, zijn belofte te breken 'hij w.as er de man niet naar, om daartegen bezwaar te hebben maar hij was bevreesd voor hetgeen zijn vrienden zouden zeggen, of denken; mogelijk d.acht hij ook wel, dat zijn vrouw het hem nooit vergeven zou, en daarom hield hij zijn belofte, en liet Johannes den Dooper onthoofden hij was niet moedig genoe'g, om te doen hetgeen hij wist, dat recht was." (Wordt v«fcvolgd)t

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1921 | | pagina 1