E3AN K-ASSOCIATIE Zaterdag ^5 Juni 10S1 S5f -Jaargang KapitaaS ©n reserves f 19,500,000 RIJWIELEN feuilleton. II. KANTOOR GOES. GROOTS StëARKT 24. TELEF. SNTERC. No. 41 en 227. All® Bankzaken. t f f Brand- en Inbraakvrije Kluisinrichfting. Loketten vanaf flO,— per jaar. Uitgave van m] Venn LUCTOR ET EMERGÖ, ^:vaaml'gevestigd to Goes. Hoofdbureau te Goes: laNGE VORSTSTRAAT 70, (Telefoon No. 11). Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers flosterbaan Le Cointre, Goes. Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Prijs per 3 maanden fr. p. post f3.— Losse nummersf0.08 Prijs der Advertentiën: 1regels fl.20, elke regel meeir 30 ot Bjj abonnement belangrijke korting. Bewijsnummers 5 cent. fnsifttmcmaesx ET'XWMtOtlSMSO die zich met 1 Juli op ons blad .bonneeren, ontvangen de tot dien datum, np.rschijnende nummers gratis. .^en School met den Bijbel." Waarom ontbindt de Unie zjchzelve hiet waarolm neemt z-ij niet hel. be sluit «ver bet geheel© land de Unie- flollecte te doen eindigen? Dc vraag ts acilueel genoeg, nu tal van Locale Coanité's reeds in eigen toto de band met de Unie hebben losgemaakt en de collecte afschaften, maar dit deden zonder een zweem van recht. Zelfs is er nog meer. In de alge meene vergadering van de Unie op 6 April 1920 werd In den rech ten weg een voorstel ingediend door het Locaal Comité te Gouda om: de Unie op 'te heffen nu door de Wet- de Visser het in 1878 geschonden recht werd hersteld. Het Locaal Co mité van Arnhem steunde dit voorstel. Na een breedvoerige discussie werd gestemd. Het bleek, dat 55 stemmen tegen het voorsteb'Gouda, 7 vóór en 2 in blanco waren uitgebracht. De Algemeene Vergadering was al- zoo van oordeel, dat de Unie niet tóo.cht worden ontbonden. Krachtige argumenten waren gebe zigd, Men ging zelfs zóó ver, te ver klaren „dat het niet van dankbaarheid jegens God zou getogen, a.ls men de Unie in stand hield, eens opge richt om den strijd te voeren voor het, recht, dat onsnu eindelijk is toe gekend". De conclusie leek zeer logisch. Ze had echter geen rekening gehouden met de historie. Men liad vergieten, dat reeds na de aanneming van de vvet-Mackay in 1889, de Unie aan de 'polleote eén andere beteekenis had gegeven. Van een pro-test te- 5en bet ons aangedane onrecht, was e collecte geworden een dankbare herinnering aan het Volkspetiti- jdnnement van 1878. Terecht werd dus jopgemerkt, of zelfs een wet, die ons ten volle recht deed, als de Wet-De .Visser, die dankbare herinnering1 uit ons hart mocht uitwisschen? Het dankbaar herdenken van wat Gods genade tot stand bracht is een nim mer eindigende Christenplicht. Mogen wij dan de doior God gelegde en tot nu toe onderhouden banden met eigen handen ontbinden? De groote fout is, dat men in de Unieoollecte het e enige bestaans- w van: de Unie meent te zien. wordt die collecte overbodig, dan, zoo concludeert men, is ook ae Unie overbodig. Waarom zullen wij dus in stand houden wat zijn tijd heeft ge had? Le Unie heeft in net verleden voortreffelijk weik verricht, zeer ze ker steunende en bezielende, maar de Schoolstrijd om het recht is nu hegraven, de gelden in de clolleote gegeven, zijn niet meer noodig, laat ons dus niet kunstmatig in het leven gouaen, wat sterven wil. (Ue zóó denken en zóó spreken, 5-j ea eigenlijk nog nooit zich een duidelijk beeld gemaakt van wat de r.Me 's; ze kennen de geschiedenis met. wij mogen daarvan niemand een li!r o ,maken. Wie de geschiedenis or Urne mede heeft doorleefd, ten WERTHEISVS GOiHPERTZ 1834 EN CREDIETVEREEKIGING 1853. deele heeft medegeholpen die geschie denis te maken, heeft daarin zulk een ontzaglijk voorrecht ontvangen, dat het hem' ootmoedig en dankbaar moet stemmen en hij toit teerheid in het oordeelen wordt gedwongen. Langza merhand sterven de ouden uit. die het verleden kennen -omdat het hun geschiedenis was, en de jongeren, die almeer hun plaatsen innemen, staan in veel ongunstiger conditie. Willen zij het verleden kennen, liet moet hun geleerd worden. Misschien treft hier de Unie zelve een zacht verwijt. Hoe z'ullen „onze menschen" de b'eteeke- nis der Unie voor onze Scholen met den Bijbel kennen en verstaan als er geen zijn, die hun baar vertellen. Meer dan ooit moet de Unie eropi bedacht zijn door middel van Uniesprekers dit gemis aan kennis van het verleden aan te vullen. Een Unierede was vroe ger een pleidooi voor het geweten van ons volk om' Scholen met den Bijbel te stichten voor zijne kinde ren. Wij' zullen thans noodig hebben een echte Unierede, een rede waar in aan ons volk de geschiedenis der Unie zelve wordt verteld, opdat het de beteekems, het belang, de nood zakelijkheid der Unie weer versta. Ons volk kent van de Unie niet veel meer dan wat hét ziet in de Unieoollecte. De Unie is een gjroote bedelaar, die regelmatig terugkomt» om te vragen. IDlait zij meer en nog wat anders is dan dit, ziet dat worde door het levend woord nu eens krachtig; en overal gepredikt. Het zaad zóó in de harten gestrooid, zal vrucht dragen, nu zlop goed als in het ver leden, en de zegen ervan z,al ook teruggevonden worden in trouwe of fervaardigheid. De Umiedoillecte zal van zelve toit h'aoger peil komen. Wie de beurs wil winnen, winne het hart. Het Modenamen van het Bestuur der Unie „Een School met den Bijbel", A. DE GEUS, Voorzitter. J. IJ. PIERSON, 2e Voorzitter. E. J. Th. a Th. v. d. HOOP. J. TERPSTRA, seör.-penn. USED IK EEN 60EDE KEUS? 64') O hoofdstuk VII. De stem des ge we tens. epÜHv 'eT?n Alliston Hall was zeer «mi,, na <iaS ging voorbij zonder „nrrie ?°rS °f angst, en iedereen was e™Ü V,CK)r ""f' dat mij niet langer TT m °f verlaten kon gevoelen. j i. e m®er ik Evelijn Trefford leerde In ,en' meer ik van haar hield. loo^6e Van 'laar luchthartige, zorge- van spreken, was er zeer en ii- Prec 1' natuurlijk gevoel in haar, wit in ret ze'cer' dat zij alles deed,; haar vermogen was om mij geluk-' kfipv .In, i' Dr herinner mij niet één kim' rende al den tijd, dat ik bij «rekktot vegenS bT Eevnoi/ "U1S nlet op mnn gemak hanclmu8' tpheer William en Evelijn be- lid wa,® lm'1 beiden, alsof ik een familie- vrienfinn611 I311 'Uln .hdrijke bezoekers en Éjkhpiu rvodd ik niets dan vrfende- ritzonderinJ1"^ EIdridge was de eienige Wanneer zij ook te Alliston PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND. Dooi* de heeren Lindeijer, de Mèij, On- derdijk en Overhoff is' a,an de Staten een voorstel gedaan tot wijziging van ver schillende artikelen in de „Verordening lot regeling der bezoldiging van de amb tenaren in dienst der provincie Zeeland". De strekking; der wijzigingen is om voor den griffier en voor den hoofdingenieur van den Waterstaat de maxima, met f 250, Hall verscheen, achtte zij bet haar plicht, mij steeds bewust te doen zijn, wie zij, Mevrouw EIdridge, was, en wie ik, May Lindsay, was, en de groote en onmete lijke afstand, 'tusschen ons. De gasten te Alliston Hall legden geen zeer lange bezoeken af, ik had dus ge durig verandering en afwisseling in mijn leven, en ik hoorde en zag veel meer van de buitenwereld, dan in ons stil, landelijk, ouderlijk huis. En toch, ofschoon alles rondom mij: zoo aangenaam was, en iedereen zoo vriendelijk was voor mij, was ik nog niet vele maanden te Alliston geweest, of ik begon mij rusteloos en ongelukkig te ge voelen. Want ik gevoelde, dat ik niet meer zoo dicht in Gods nabijheid wan delde, als ik vroeger gedaan had. Ik was koud en zorgeloos geworden, terwijl ik 's morgens laat opstond en haastig mijn gebeden deed, en dan den dag doorbracht1 in een ijdel en zorgeloos leven, bijna nooitj aan mijn Heere denkende, of trachtende Hem 'te behagen. Gedurende eenigen tijd maakte 'mij dit volstrekt niet ongelukkig. Ik h.ad zooveel, dat mijn gedachten in beslag nam, er wa ren zooveel aangename bezoekers, die in het huis logeerden, en zooveel boeken te lezen, en er was zooveel te doen, omj Evelijn aangenaam bezig te houden, en te .voor de overige ambtenaren ter secreta rie, de ingenieurs, de bureel-ambtenaren, den assistent en den amanuensis van de provinciale bibliotheek met f200 te ver noegen. In de memorie van toelichting zeggen de voorstellers': Hoewel de salarissen van soortgelijke ambtenaren bij het rijk, bij' meerdere pro vincies en gemeenten zélfs nog hoogeï zijn dan nu door de voorstellers' wordt voorgesteld, meeuen zij, gezien den finan- ciëelen toestand der provincie, niet ver der te moeten gaan. Daarom meenden zij op verschillende salarissen slechts een verhooging der maxima met f 200 of f 250 te moeten voorstellen, boven de in December 1919 vastgestelde bedragen en zoover deze iuaximums sedert dien tijd niet zijn ver hoogd. Diaamaaist zijn ook ten opzichte der verhoogingen eenige wijzigingen voor gesteld, waardoor eveneens het salaris hooger wordt. Door verdergaande voorstellen, zou ook de verhouding tot de salarissen van het etoombootpersoneel verbroken worden, waardoor een geheele salaris-herziening zou noodig zijn, en de voorstellers be twijfelen of daarvoor pon meerderheid in de Staten zou 'zijn. Waar dus de voorstellen zeer beschei den zijn, en de nu voorgestelde wijzigin gen nog feitelijk geen voldoende salaris regeling brengen, vermeenen de voorstel lers, dat deze wijzigingen zonder bezwaar kunnen aangenomen worden. Gezien vorige besluiten over zelfde onderwerpen om geen precedent te schep pen, stellen Ged. Staten voor afwijzend te beschikken op het verzoek van de Ver- ëeniging voor Handelsonderwijs te Mid delburg, om een gedeelte van het nadeelig Saldo der vereeniging over 1920, in 't ge heel bedragendef 8118.33y2, voor reke ning der provincie te nemen. Gezien de gewijzigde verhoudingen in de voorschotten van rijk, provincie en streek voor aanleg en exploitatie van spoor- en tramwegen, stellen 'Ged. Staten voor aan de stoomtram-maatschappij'; Breskens—Maldeghem een renteloos voor schot toe te kennen yoor de lijn van de grens bij Retranchement naar Bres kens met zijlijnen naar Sluis en Cadzand- haven, van ten hoogste f390.000, mits door belanghebbenden (gemeenten, pol ders -of watersthapp'en en anderen) een .voorschot wordt verleend van ten min ste f253.650 en zulte voor 1 Januari 1922 is toegezegd. Gemeenteraad van Vliseingen. In de Vrijdag gehouden raadsvergade ring waren afwezig de heeren Auer en maken dat de dagen voor haar geluk kig voorbij gingen, d.at ik mij zelve geen tijd gunde, om over mijn zielstoestand n,a te denken. Maar de logeergasten gin gen 'heen, en het wierd nu bij ons weer; rustig; en toen had ik een ledig, onvol daan gevoel in mijn hart, hetwelk ik niet in woorden kran uitdrukken. Mijn geweten sprak nu zeer luide, en bracht mij al mijn veronachtzaming van mijn besten en dierbaarsten Vriend, al mijn koelheid en onverschilligheid jegens Hem, te binnen. Ik zou alles hebben willen geven, om Zijne tegenwoordigheid te genieten, zoo- als in vroegere tijden maar Hij scheen ver van mij verwijderd, en ik gevoelde mij zelfs te koud om tot Hem te bidden. Maar ofschoon ik Hem zóózeer vergeten had, dacht de Heere toch aan mij. Het was Zondagmiddag. Evelijn was op de sofa in slaap gevallen; ik ging den tuin in, totdat zij wakker werd. Den geheelen morgen waren er regenbuien geweest, m,aar nu scheen de zon helder, en op het gr.as glinsterden de regendroppels als diamanten. Ik ging langs een der grasperken, en sloeg den weg in naar een rustig, door palmstruiken ingesloten pad, dat,_ zacht glooiend, naar de zee afdaalde. Dit was mijn geliefkoosde wandeling, en ik koos het altijd, als ik alleen uitging. Er ston- Merckens. De heer van Oorschot, was Da een zeer langdurige en ernstige ziekte weder voo-r het eerst tegenwoordig. Bij de drie adressen om weer wijzi ging te brengen in het sluitingsuur op Zaterdagavond, wilde dhr. van de Putte direct hierover beslissen. Spr. heeft zich den voriigen keer bij' het uitbrengen van zijn stem vergist. De bepaling van 9 uur sluiting op Zaterdag bezorgt aan kleine winkeliers groote schade. Dhr. Hillinga Wijst er op, dat do barbiers ook bijna alle sigaren en sigaretten verkoopen. Do geest van het publiek is tegen deze 9- uUr-sluiting, Dhr. Lindeijer zegt, dat dit juist andersom is men juicht het toe, in ieder geval moet advies worden uitge bracht. Anders is men ook zoo gehaast niet. Besloten wordt het advies van B. en W. af te wachten. Bij de benoemingen van de vier hoof den van scholen, vraagt dhr. Lindeijer waarom nu Weer op twee voordrachten pi- leen personen van buiten Vlissingen staan, men heeft eigenlijk te veel onder wijzers, vooral nu het aantal bijzondere scholen zich uitbreidt. Waarom vraagt spr. is niet tegelijk de overpjlaatsing dei' onderwijzers aan de orde gesteld, en zulks na overleg met de betrokkenen? Ook vraagt spr. hoe het Staat met de be handeling van het reorganisatie-plan en of het juist is, dat men is afgestapt van de idee een gezamenlijke school van zevende klassen te vormen. De heer Laemoes, wethouder van on derwijs, zegt, dat hij' moeilijk in het open baar kan spreken over de voordrachten, zij zijn zoo opgesteld opj yeriangen van den inspecteur van het L. O. De over plaatsing der onderwijzers moet wachten tot men een overzicht over het aantal kinderen heeft. Met de wienschen der onderwijzers zal zooveel mogelijk reke ning worden gehouden. Een afzonderlijke zevende klasse-school zal nimmer worden goedgekeurd, trou wens bij weinig leerlingen voor die klas se zal het voegen van de klasse bij een der scholen het voordeeligst zijn. Als school Ei door de burgerschool verlaten wordt zou iu dat gebouw de zevende klas se wellicht onder te brengen zijn. Dhr. van de Putte zegt, dat ook hem de voordrachten niet hebben bevredigd. Gaarne zou hij in (het vervolg betere inlichtingen ontvangen. Die voorzitter acht het nu gewensc'ht, de raadsleden beter in te lichten en de vergadering gaat daarom over in een met gesloten deuren. Na ongeveer drie kwartier wordt de open bare vergadering heropend en woirdt tot stemming overgegaan. Aan ischool D II wordt benoemd de heer T. Hesselius met algemeene stem men, aan school Cl JI de heer J. Butler met 12 tegen 4 op den heer J. van Wijn- gen en 1 pp Öeri heer J. Luteij'n, aan school A II de heer J. Q. Brand met 12 tegen 5 op den heer "Cl. de Jonge, aan 'school F If de heer de Jonge met 11 tegen 5 op don heer "Kwaak en 1 op den heel" Was. Daar het ajdviesi van den inspecteur nog niet is ontvangen worden de benoemingen aan de Avondschool voor handwerkslieden en de Burger avondschool aangehouden tot de volgen de vergadering. Dhr. Staverman meent, dat het bezoe- den op dit pfad verscheidene banken, die zóó gezet waren, dat men door de strui ken en hoornen, die zelfs tot ,aa>n het strand afdaalden, een blik op de zee kon werpen. Toen ik op dit kronkelende pad een hoek omdraaide, stond ik plotseling vóór juffrouw Lilla Irvine, die op een der ban ken haar Bijhei zat te lezen. Ik maakte mijn excuus, d,at ik baar stoorde, en stond op het punt om terug te koeren, toen zij mij vroeg, of ik niet een poosje wilde> blijven en met haar lezen. „Gij1 en ik beminnen denzelfden Heere, May," zeide zij; „dat weet ik, en ik ge loof, dat het ons zou steunen, wanneer wij somtijds van Hem spraken; „tenmin ste", voegde zij er hij, „ik weet zeker, dat het mij zou steunen." „Och, juffrouw Irvine," zeide ik, toen ik naast haar was gezeten, „als ge slechts wist „Als ik wat slechts wist?" zeide zij, op zachten toon. „Als ge slechts wist, hoe zorgeloos ik in den iaatsten tijd ben geweest; ik heb' ternauwernood aan Hem gedacht." „Wat was hiervan de reden, May?" vroeg zij. „Och, ik weet 't niet" antwoordde ik; „ik denk, dat in den Iaatsten tijd alles te zacht en te aangenaam voor mij is ken van sollicitanten van alle raads leden geen beteekenis' heeft en lastig is en stelt de volgende motie voor: „Da raad van oordeel, dat het bezoeken der raadsleden door sollicitanten naar een gemcontebetrelcking niet langer gewenscht is, gaat over tot de orde van den dag;". Dhr. van de Putte en Hensel achten ken nismaking met de sollicitanten gewenscht. De motie wordt aangenomen met 10 tegen 7 stemmen, die vau mevrouw Engering en de hoeren: Sorel, van de Putte, Ver maas, Hensel, Hillinga en Post. Het voorstel tot wijziging dor instructie voor den gemeente-ontvanger en tot vast stelling van zijn borgtocht worden aange nomen, waarna met algemeene stemmen stemmen wordt benoemd de heer M. J. Hemmekam. Deze wordt daarop binnen geroepen en legt iu handen van den voor zitter de voorgeschreven eeden af, waar na de voorzitter hemj gelukwenscht mot zijn benoeming. Bij het voorstel tot aanleg van een nieuwe begraafplaats, vraagt dhr. vau de Putte of spoedig met het op'spuiten kan Worden begonnen, de polder Walcheren zal niet langer toestemming geven dan tot '1 September, uiterlijk 15 September. Dhr. Hensel zou voorloopig willen blijven bij het voegen van het voetbalterrein bij de bestaande begraafplaats. Dhr. Sta verman juicht het plan van B. en W. zeer toe maar zou nu rente en werkloon zoo hoog zijn, slechts voor pen 10-tal jaren het terrein in ordo willen brengen. Ook vindt spr., dat hét voorstel weer wel wat kort voor de vergadering ter kennis van de leden is gekomen en zou het klas- senstelsel willen afschaffen, dat men toch ten minste na Iden dood geen onder scheid meer maakt (Applaus). D:hr. van Niftrik, wethouder, zegt, dat men reke ning moet houden met de uitbreiding der Gebouwde kom. Zeker zou het voetbal terrein voor enkele jaren helpen. Maal' men kan nu voor den lagen prijls van f 1 per vierk. Meter op'hoogen. Afschaffing van klassen zou uit idieel oogpunt zeker zijn toe te juichen, maar er is pok een piractische overweging, de begraafplaats moet zichzelf kunnen be druipen en dan is klassestelsel uit finan- ciëel oogpunt noodzakelijk. Dhr. Hensel is ook voor afschaffing van klassen, bijv. floor het invoeren van een progressief begi'afenisrecht. Ook dhr. deMeijl is hiervoor. Het voorstel wordt z. h'. s. aange nomen. (De heer Staverman heeft tijdens deze discussies de vergadering verlaten). De overige reeds vroeger door ons ver melde voorstellen wérden aangenomen. Bij de rondvraag worden door den voorzitter enkele vragen uit vorige ver gaderingen beantwoord. Den heer Hen sel wordt medegedeeld, dat een verzoek om Vlissingen in de eerste salarisklasse te plaatsen aan de desbetreffende staats commissie is verzonden. Door den secre taris Werd een uitvoerig rappbrt over de groentenveiling uitgebracht, waarin ge concludeerd wordt tot behoud der vei ling, welk rapplort bij' de leden zal cir- culeeren. Medegedeeld wordt, dat de Zaterdag- avondmarkt naar het Bellamypia;rk is ver plaatst, waarop de heer Hillinga vraagt verkoopers en publiek te verzoeken zoo- ^geweest; hoe dan ook, hot is gemakkelijker 'recht te handelen, wanneer de weg tame lijk raw is; denkt gij dat ook niet, juffrouw Irine?" „J,a", zeide zij, „wanneer de zaken ver keerd gaan, en alles tegen ons schijnt, worden we tot bidden uitgedreven, May we gevoelen, d,at we dan m oeten bidden; maar we moesten niet gedreven behoeven te worden naar onzen dierbaren* Heere." „O neen," zeide ik; „ik weet, dat dit niet zoo zijn moest." „En o, M,ay," zeide zij, ernstig, „als we op ons zelve vertrouwen, en het ge bed nalaten, zullen we spoedig vallen j wij zijn geen enkel oogehblik veilig, indien we niet krachtig zijn in den Heere en in de sterkte Zijner macht. Ge zult vallen pis ge niet tot Hem terugkomt, May." „Ik wenschte, dat ik terug kon komen, juffrouw Irvine," zeide ik, „maar het is gemakkelijker den verkeerden weg op te gaan, dan ervan terug te keeren. Ik stond van morgen tamelijk goed op en trachtte te bidden, maar ik kon mijn gedachten niet in woorden brengenallerlei dingen hielden mijn geest bevangen, en ik gaf het eindelijk op." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1921 | | pagina 1