I XU\ Vrijdag i© «Suni 1ÖS o/ PANDBRIEVEN j|| y HA Saaimeisjes, jfy^ .jbêë deed ik een goede keus? ruisbessen, 'ruimen shmachine, »nvarkens, Menstbode, Ie Dienstbode, Boerendienstbode lndksÉ nsluitinjen. FEUILLETON. SS*? Jaargaiifi Zaeuwsehe HygietMtek 6 Uitloting a pari 4%pe'" jaar. MiUÏ 0 Mr. A. A. DE VEER. Mr. M. C. VAN DER MINNE. UIT DEN G0ESCHEN RAAD. Buitvnf&Rd. °tSK--8eH 1 700 struikel gelegen bij de J?„, i tingen bjj 'w Vik 3 te Kattendijke het bestuur I E KOOP: j eere, B 45. /j EKOOPI "Tl GEIT. jj CLAAR, N. VliSs,Wet E KOOP: 'kende Marktsckoone E KOOP: "HAGE, Aagtekerke, :d voor de Stichtini ce Bergen op Zoom f240 tot f340, bo- tie geld. aan den Geneesheer' •LOKLAND VISSEB ertsen 40 te Vlissia' 2gen 15 Juli ®f eerder, 18 jaar. «7 3 a^I veel verval. *1 {AN DER LEIJÉ- vraagt tegen half 18 jaar. Jjond. Kade H 56. AC. BLOK, Borssele, Waar men iets goeds weet te waardeeren, ll-Schoencrême hoog geel - rood - wit 8.16 9.31 8.47 9.56 9.87 10.51 9.65 11.07 10.17 10.30 10.44 11.42 11.07 11.16 12.03 12.11 im m Uitgave van W9oml. Venn. LUCTOR ET EMERGO, gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LANGE 'VORS.TS.TRAAT 70, (Telefoon No. 11). Bureau te Middelburg FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers Qosterbaan Le Cointre, Goes. ONS KOLONIAAL BESTUUR. Re regeering heeft in hare voorstellen totGrondwetsherziening volle aandacht ge schonken aan de belangen van ons ko loniaal bestuur. Zij heeft in de artikelen, welke het bestuur der Koloniën betreffen, wijzigingen van principieeten aard ont worpen- Zij heeft daarmede getoond de eischen eener nieuwe periode te verstaan, en met het verloopen van het getij de ba- Pens te verzetten. Het samenstel onzer Koloniën is een bezitting^ die niet tot, maar aan Neder land behoort. Niet de Koning, maar 'het Rjjk der Nederlanden bezit de overzeesch© gewesten. Zij zijn geen Kroondomein, maar domein van het Rijk. Geen deelen van het Rijk, maar bezittingen, gelijk artikel 1 der Grondwet duidelijk zegt. Doch ook geen „dominions" (grondeigendommen) van Nederland, gelegen op het rechtsge bied van een anderen staat, maar deele'Ui van zijn eigen rechtsgebied. kt 1798 zijn de gezamenlijke bezittingen der voormalige Oost-Indische Compagnie door het Rijk geëigend en verklaard te zijn bezittingen van den Staat. Zulks terecht, wijl dat bezit vrucht wias niet van verove ringen door een Vorst bevochten, maar door uit het volk sself opgekomen licha men gemaakt. Alleen door Koning; en Staten-Gene- raal saam kan en mag; derhalve ten aan- zien der Koloniën worden beslist. Zoolang, een volk in een toestand van onmondigheid verkeert, moet 'tabs zoo danig 'behandeld worden. Deze waarheid, die wij overigens niet wenschén be schouwd te zien, als een motief voor de jarenlange exploitatie zijner Bezittingen, waaraan het Rijk zich heeft schuldig gè- maakt, is tot hiertoe leiddraad geweest bij ons koloniaal bestuur en beheer. Langzamerhand zijn echter de bewoners dezer Bezittingen, de Javanen voorop, ont waakt en tot meer vrijheid gerijpt, en maakt, iaoo merkt de Regeering terecht op, „het huidige stadium van ontwikke- 'ling der koloniën, in het bijzonder van Nederlandsch-Indië, het noodig de voor de wetgeving en het bestuur aldaar geldende grondregelen te herzien." Die herziening 'beweegt zich natuurlijk in de richting) eener meerdere zelfstandigheid dier ko loniën; hetgeen getuigt van een gezond inzicht in de verhoudingen, welke tus schen deze en het Moederland hebben te bestato. Evenzeer van verstandig be leid getuigt het dat de Regeering met op dit terrein slechts een bescheiden stap te zetten de lijnen der geleidelijkheid kiest. De regeering stelt zich voor de wetge ving en het bestuur in de koloniën, wat (le inwendige aangelegenheden betreft, „zooveel mogelijk" te leggen in handen van de ter plaatse zetelende 'lichamen, en overheden, en aan de bevolking zoo veel mogelijk invloed op en aandeel in de samenstelling dier lichamen toe te ken, nen, waarnaast evenwel voorloopiig de be voegdheid van den wetgever in het moe derland om ten dezen regelend en toeziend °P te treden behoort te worden gehand haafd. Daarom stelt zij' een nieuwe regeling voor, waarbij 1. onderscheiden wordt tusschen wetge ving en bestuur (thans beide begrepen onder het „opperbestuur"); 2. de gouverneur-generaal van Neder- landsch-Indië en de gouverneurs van Su riname en Curasao uitdrukkelijk worden belast met de uitoefening van het alge meen bestuur, voorzoover niet bij de wet bepaalde .bevoegdheden aan den Koning Mm zelf zijn voorbehouden; 3. de regeling van inwendige aangele genheden der koloniën slechts door den Koning zal kunnen geschieden, voor zoo veel betreft de onderwerpen, door de wet aan te wijzen; 4. met uitzondering van de aldus door den Koning aangewezen onderwerpen en behoudens de bevoegdheid van den wetge ver hier te lande, welke onveranderd blijft, de regeling van de inwendige aangelegen heden der koloniën wordt overgelaten aan aldaar gevestigde organen; 5. aan dien wetgever de bevoegdheid wordt gewaarborgd om de door de even- vermelde organen vastgestelde verordenin gen op grond van strijd met de Grond wet, met de wet of met het algemeen belang, te .vernietigen. Nu is hetgeen in deze vijf punten ,'sa.amgevat wordt natuurlijk ook in Indië 'gelezenen daar hebben de radicale en socialistische elementen zich tegen de regeling verzet. Zij willen den band tus schen Indië en Nederland nog losser ma ken dan hier wordt voorgesteld. Reeds hebben een drietal Volksraad-leden een serie wijzigingen ingediend, waarvan een regeling het gevolg zou zijn als ten aan zien van de Eng'elsche dominions geldt. Al moet erkend, dat de E.'ngelsche re geeringen verstandig beleid hebben ge toond in de behandeling van har© win gewesten van alle eeuwentoch, moet ook als waarheid vopr ons vaststaan, dat onttrekking aan de voogdijschap; nooit on middellijk, maar slechts geleidelijk behoort plaats te hebben. Deze onmondige kin deren moeten niet op eenmaal piomdiigj verklaard worden, maar hunne mon digheid moet allengs, uit htimia daden blijken. E.n langzaam maar zeker gaan ook de Indonesiërs, gelijk de oppositie in den Javaanschen Volksraad de bewo ners van Nederlandsch-Indië bereids noemt, deze toekomst tegemoet. Dioch op 't ©ogenblik schijnt de tijd nog niet rijp te zijn, al is ljij: rijpende. Daarom moet Nederland zich verzetten tegen hunne voorstellen, volgens wtelke van „Koloniën en bezittingen" in do Grondwet heel niet meer gesproken z.ou mogen worden; deze termen zouden moe ten worden vervangen door „zelfstandige Staatsdeelen". Hiermede is voldoende de strekicing aangegeven der wijzigingsvoorstellen de zer Indonesiërs (ook de naam Ned.-Indië dient plaats te maken voor Indonesia). Alleen voor zoover de belangen van heel het Koninkrijk er mee gemoeid zijfn mo gen zich de Staten-Generaal (h'et is! niet eens noodig) in de aangelegenheden van Indonesia mengen, dat evengoed als het Rijk in Europa zich bij wetgeving en be stuur slechts zal hebben te richten naaï algemeene „beginselwetten", en voor het overige geheel vrij! is naar eigen inzich ten haar zaken te regelen. Die beginselen der staatsinrichting vast te stellen of te wijzigen (niet dan na Verplicht advies van het vertegenwoordigend lichaam' in Indonesia te hebben ingewonnenblijft de taak der Staten-Generaal, die ook de bevoegdheid houden, in bepaalde gevallen de Indonesische landswetten voor ver nietiging aan de Kroon voor te ürUgen. Op dit .alles past wel de Waarschuwing in tien gevel van het Amsterdam's chei Beursgebouw: Beid Uw tijd. En die an- deizte: Grijpt, als 't rijpt. Doch .zóóver .zijn wij met on,ze Bezittingen nog lang met. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Prijs per 3 maanden fr. p. post f3. Losse nummersf0.05 MIDDELBURG SGUAA53S8HS KA0E G 151. De Directie 3 12.) 0- «Wat scheelt er aan, lieve Maggie?/' vroeg ik, terwijl ik met mijn hand haar Mig, Wond haar glad streek. ■A'May," snikte .zij, „indien wij slechts; )1 alkander konden blijvenals ik maar wet behoefde heen te gaan en u verlaten'.: an morgen telde ik de dagen in de over en 8r Z^n er n°® maar Negentien j'4rmei kleine Maggie!" zeide ik, „wat zat ik zonder u doen?" zeiri za^ zonder u doen, May?" life Z'' tantes' zijn zeer vriende- rakfT1 3Ü zijn niet als gij; ge zijit j a's een moeder voor mij. Ik zal .,eeu S?«d meisje worden, May, wan- l en 1 -1 nie^ Hb om toi mij te spreken, rwV u n^ei* mÜn verdrietelijkhe- dea kan vertellen"- J ■kunt. ze aan Jezus vertelen,, mTió'j zel£*e ik> „juist zooals je ze pf^lti]d verleid hebt, en Hij zal je hel- dan YQQ\ v^el beter vertroosten^ W MZ0U. kunnen doen." May, .zgide zij, terwijl zij haar gezichtje ophief, opdat ik het zou kus- isen, „ik zal ze Hem eiken dag vertellen} ik beloof je, dat ik het doen zal." i „En bovendien kunt ge mij schrijven, Maggie", zeide ik. „Kijk eens, wat ik voor je .gekocht heb. Ik was van plan, het tot den laatsten dag te bewaren, maar misschien is het beter, dat ik het je nu geef." Ik haalde uit de lade een net schrijft lessenaartje, dat gevuld was met papier, enveloppen, pennen, postzegels, kortom', met alle benoodigdheden voor het schrij ven van brieven. Maggie was. er mede verrukt, en werd even vroolijk, als ze eerst droevig was,» en begon tersfond plannen te maken, hoe veel brieven zij mij iedere week zou schrijven, en wat ze erin zou zeggen. Ze izlei.de, dat ,ze mij 'alles zou mededeelen, zelfs hoe laat ze iederen morgen opstond, en hoe laat ze iederen avond naar bed ging. Lieve, lieve Maggie! hoe goed kan ik mij haar voorstellen, zooals ze er uitzag op dien gedenkwaardigen avond in mijn leven, waarop ik geweigerd had, Claude Ellis' vrouw te worden. HOOFDSTUK IV. Maggie's tantes. De laatste dagen, die Maggie en ik te Een Raadsagenda van 33 punten voor spelde een raadszitting' van langen duur, izoodat het weinig; verwondering baarde, diat de vroede vaderen meenden van twee Uur tot kwart over vijf te moe ten vergaderen. De besloten vergadering duurde ditmaal bij wijze van Uitzondering eens kort. De grootste kluif was, gelijk te vermoeden was, de schoolkwestie. Maar ach, wat ging' het daarbij slapjes toe. Waar een vorig maal een veeleischend adres van den Bond van Ned. Onderwij zers was ingediend en enkele Raadsleden meenden toen nog niet te kunnen be slissen, omdat hieraan zooveel vast zat en.zij de kwestie nog eens grondig onder de ooigen wilden .zien, mocht men toch nu wel een discussie verwachten, waarbij de heeren de stof terdege meester ble ken te izijn. Doch er hing; een matte, onzekere stemming'. De sociaal-democraat De Die was absoluut 'onbegrijpelijk, zoowel voor den voorzitter, zijn mede-raadsleden als de pers. Dhr. Oonsitandse wilde als liberaal raadslid een politiek tintje aan de zaak geven en meende, dat zijn link- sche collega's met zijn plan nader ontvouwd in het verslag van gisteren en zeer veel overeenkomend met dat van den Bond van Ned. Onderwijzers moes ten instemmen. Doch ook daarvan kwam niets. Zelfs zijn partijgenoot, de wethouder v. d. Bout, verklaarde ronduit hem niet te begrijpen. Hoe misten wij bij; dit debat een tzioo bij uitstek deskundig m.an als dhi'. Brants. Hoewel ook het voorstel van B. en W. niet bijzonder krachtig verde digd werd, nam de Raad het met 7 tegen 4 stemmen (teg;en 2 sociaal-democraten en 2 liberalen) ten slotte aian. 't Kost de pu blieke kas in ieder geval z.eer veel min der dan het plan der minderheid. Van zuinigheid getuigde ook de beslis sing, die de Raad mam ten aanzien van de subsidie-aanvraag voor de Gymnastiek- feesten op 22 en 23 Juli a.s. Dhr. Vienings-, hoewel volgens izijn zeggen niet sprekende als voorzitter van de commissie voor' dit doel, trachtte zijn enthousiasme voor de lichaamsoefening, zijn mede-leden deel achtig te doen worden, maar het was ver.geefsc.he moeite. Althans zoo leek het ons. Men moge dit betreuren, in ieder geval zullen velen het billijken, dat voor dit doel de gemeente-kas niet werd aan gesproken. Tegenover het plan tot doortrekking van de Rimmelandstraat naar de Voorstad, nam wel de financiëele commissie, maar zamen in het ouderlijk huis doorbrachten, waren zeer gelukkige. Ik nam iedere gele genheid, die ik had, waar, om de lessen, die ik mijn zusje, van haar kindsheid af, had geleerd, en waarvan ze altijd zoo veel had gehouden, haar diep in 't gemoed pin te prenten. Ik had goede reden, om| te hopen, dat zij niet tevergeefs waren geweest, maar dat mijn lieve, kleine Maggie inderdaad en in waarheid een kind Gods was. We hadden "tzeer druk met 'tbij el kander zoeken en inpakken onzer verschil lende bezittingen, en met het in orde brengen van hetgeen in het huis moest worden achtergelaten voor den verkoop, die, na ons vertrek, onmiddellijk moest plaats hebben. Ik had een bevredigend antwoord ont vangen op mijn .sollicitatie naar de be trekking van juffrouw van gezelschap, Het antwoord hield in, dat de Heer Wil liam Trefford, na behoorlijke inlichtingen omtrent mij te hebben ingewonnen, blijde Iziou zijn met mijn diensten al's. 'gezelschaps juffrouw van zijn dochter, juffrouw Evelijn Trefford, en zeer gaarne zou willen we ten, op welken dag ik mijn betrekking te AUiston Hall zou kunnen aanvaarden. Ik zag Claude niet weer, voor ik heen ging. Den dag, na zijn bezoek, hoorde ik, dat hij het ouderlijk huis weer had ver- niet de meerderheid van den Raiad een zuinigheidsstandpunt in. Men wil het stra tenplan in ons schoon© Nieuw-Goes nu maar voltooien. Dan is de kroon op het werk gezet en wint dit stadsdeel, dat zich toch al bijzonder in onze belangstel ling mag verheugen, weer aan belangrijk heid. Als het Gemeentebestuur nu ook maar eens krachtig de hand aan den ploeg slaat met betrekking tot de vernieuwing en verbetering van bestaande straten, zijn allen tevreden. Want ook dit Laatste is in vele gevallen zeer dringend noodig. Evenals het dempen van den beruchten stinkput bij het station, waarover ook n'u weer gepraat is, mlaar zonder resultaat. Bij de rondvraag kwamen ditmaal naast enkele onbeteekenende ook wel eenige meer belangrijke pUnten ter sprake. Dat de vraag! van den heer Vienings betref fende de kleedkamertjes voor zwemmers in de haven zoo weinig; resultaat oplever de, betreuren wij. Na hetgeen wij daar over reeds schreven, gelooven wij niet, dat de kosten zoo hoog: kunnen zijn, temeer waar ongetwijfeld zij, die van deze kamertjes gebruik maken, gaarne daarvoor iets willen betalen. Dat de rustende wan delaars het in onze plantsoenen toet bankjes zonder leuningen zullen moeten stellen, hebben z.ij aan de Goesche jeugd, die wei het toppunt van vernielzucht schijnt bereikt te hebben en ook de plan ten en bloemen niet met rast kan laten, te danken, 'tls wel ergerlijk. Prijs der Adveïtentiën: 1"4 regels fl.20, elke regel meer 30 et Bij abonnement belangrijke korting. Bewijsnummers 5 cent. Bedames» Matigheid, opgewektheid ,frisschfe lucht, geregelde gewoonten, die noodige rust slaap, lichaamsbeweging en een zorgzame leef wijze is wat de natuur vraagt om uw lichaam in goede conditie, uw nieren ge zond ,en uw gestel vrij van urinezuar te houden. Hebt gij er ooit aan gledacht, dat uw, pijn in den rug, hoofdpijn, urinekwallea en waterzuchtig© zwellingen een gevolg kunnen zijn van uw leefwijze? Te zwaar eten, het voortdurend gebruik van alcohol, te voel rooken ,het zich t© weinig beschermen tegen het klimaat, on matigheid, en het te weinig zoeken van gezonde ontspanning en rust, zullen on getwijfeld die nieren mettertijd verzwak ken. En dan. komt de last. Rugpijn, hoofdpijn, urinestoomissen, waterzuchtige zwellingen, niergruis, en duizeligheid zijn verschijnselen van téveel urinezuur in het bloied en er bestaat ge vaar voor nier- en blaasontsteking en on geneeslijke nierziekten. Matig eerst die verkeerde gewoonten en sta dan de verzwakte nieren bij door een degelijke kuur met Foster's Rugpijn: Nieren Pillen. Deze werken niet op de ingewanden, doch zijn teen betrouwbaar en veilig niergeneesnuddel onder alle om standigheden. De echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen, voorzien van de handteekening van James Foster op het letiket, zijn te Goes ver krijgbaar bij de Paauw Co. en te Mid delburg bij fa. C. Schulte Co. a f 1.75 per doos, (38) De Toestand. Bepaald hartelijk is de verhouding; tu's- schen Engeland en Frankrijk op 'toogen- folik weer niet. De bekende, in Opper- Silezië opereerende, Duitsche generaal Höfer heeft n.l. verklaard, dal hij niet op eigen ge,zag is opgetreden, maar al zijn plannen en posities onvoorwaardelijk den Engelschen opperbevelhebber had kenbaar gemaakt. En dialarover is de Ftansiche pers natuurlijk al heel slecht te spreken. Vooral de „Eeliair", die v'an het bericht omtrent een saimen'spre'king tUjSschen beide generaals bevestiging heeft gekregen, is heftiig in haar critiek. Daar komt no'g; bij, dat 'Churchill, de En'gelsche minister van koloniën, in een rede te Manchester gezegd heeft: „Als wij E'uriopa weer op de been willen hel pen en een nieuwen vreeselijken oorlog! willen verhinderen, is er maar een laten, en naar zijn vrienden in Schotland' was teruggekeerd. Den avond voor wij Acton verlieten, ging ik naar de pastorie, om goeden dag te zeiggen. Juffrouw Richards ontving mij1 zeer vriendelijk, maar ons beider houding was gedwongen, want we dachten over dezelfde zaak, en geen van ons beide'ti jwilde ze noemen. We spraken over het '.weder, over mijn toekomstige plannen, over den verkoop der meubelen, over de gezondheid van ds. Ellis, maar Claude's naam werd zorgvuldig vermeden, en dat gene, waarmede onze gedachten vervuld waren, werd geheel buiten bespreking ge laten. Het was dus geen wonder, dat ons gesprek nu en dan niet wilde vlotten, en dat we verre van natuurlijk, of op ons gemak .waren. 1 Juist toen ik heen zou ga.an, herinner de ik mij, hoe goed juffrouw Richards voor mij geweest was, na den dood mijner moeder; ze was altijd gereed, om mij met raad en daad bij te staan, wanneer ik haar hulp noodig had, terwijl zij zeer ge duldig luisterde naar hetgeen ik haar ver telde van de kleine, huiselijke moeilijkhe den, die zich voordeden, toen ik voor 't eerst de zorgen en verantwoordelijkheden van het huishouden op mij' nam. „Juffrouw Richards,' 'zeide ik, „gij' zijt als een moeder voor mij geweest; ik zal Er moet n.l. vrede heerschen tusschen Engeland, Frankrijk en Duitschland. Er moet echte samenwerking; .zijn tusschen de,ze machtige naties,, om den puinhoop van den oorlog op te ruimen en den roem en de eenheid van Europa, opnie'uw op te bouwen." Van een derg'elijken vrede tusschen Frankrijk en Duitschland rilt natuurlijk de Franschman. Liever wil hij den haat en het uitmergelen van het machtelooize Duitschland. Onnoodig te zeggen, dat de keei', die de Enjgelsche politiek de laatste weken neemt, ons meer in 't belang van Europa schijnt dian de onverzoenlijke Fransche houding. In den stand van het mijnconflict in Engeland is een belangrijke verbetering gekomen, naar men hoopt. Mijnwerkers en mijneigenaars zijn weer met elkander gaan praten. Het is niet precies 'bekend, welk a.anbiod de mijneigenaars ten slotte den mijnwerkers daarbij hebben gedaan. Maar iziooveel is .zeker, diat de vertegen woordigers der laatsten het niet aange durfd hebben het aanbod eenvoudig; af te wijzen. Hedenmorgen vergaderen de gedelegeerden der mijnwerkers te Londen en de bestuurders iZullen hun aanbevelen, de mijnwerkers bij1 stemming iz'elf te laten uitmaken, of izij de voorstellen willen aanvaarden. Korte Berichten. Soldaten te Shanglai hebben de stad geplunderd. Verschillende gebouwen zijn in brand gestoken. Ook talrijke buitenland- sche .zaken hebben schade geleden. Eenige Chinee,zen zijn gedood en velen gewond. Woensdag heeft er te Montre'uil bij Parijs een hevige brand gewoed. Verschei dene fabrieken izijn in de asch gelegd, waardoor tien millioen frank schade is aangericht. u nooit, nooit genoeg 'kunnen danken voor alles, wat gij' voor mij geweest zijt." neen, May," .zeide zij, hartelijk, ge moet daarvan niet spreken; ge zijt even veel, of noigl meer, voor mij geweest lieve. Gij zijt een heldere zonnestraal ge weest, May. Sedert ik hier ben gekomen, hebt jge mij dikwijls 'tleven verhelderd." O, juffrouw Richards," rzeide ik, „ik heb nooit gedroomd, dat ik u gelukkiger zou kunnen maken." „Dan deed ge het, zonder het te droo- men, lieve", zeide zij, glimlachend; „en, May,' ''voegde zij' er bij, „wat er tusschen Claude en1 u gebeurd is, zal geen verande-' ring brengen in uw liefde voor mij, wel? Ge wilt mij steeds als vriendin behande len, en mij somtijds van n laten hooren,; nietwaar, lieve?" „O, juffrouw Richards," zeide ik; „wilt ge mij toestaan u te schrijven? Ge zijt dus niet erg boos op mij?" „Boos op u! waarom?' 'zeide zij; „om dat ge Claude hebt afgewezen?" „Ja,' 'zeide ik, „om het antwoord, dat ik Claude heb gegeven." (Wordt vervolgd.) f i 'T

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1921 | | pagina 1