I
XU\
Vrijdag i© «Suni 1ÖS
o/ PANDBRIEVEN j|| y
HA
Saaimeisjes,
jfy^ .jbêë
deed ik een goede keus?
ruisbessen,
'ruimen
shmachine,
»nvarkens,
Menstbode,
Ie Dienstbode,
Boerendienstbode
lndksÉ
nsluitinjen.
FEUILLETON.
SS*? Jaargaiifi
Zaeuwsehe HygietMtek
6 Uitloting a pari 4%pe'" jaar. MiUÏ 0
Mr. A. A. DE VEER. Mr. M. C. VAN DER MINNE.
UIT DEN G0ESCHEN RAAD.
Buitvnf&Rd.
°tSK--8eH
1 700 struikel
gelegen bij de J?„, i
tingen bjj 'w Vik
3 te Kattendijke
het bestuur I
E KOOP:
j
eere, B 45. /j
EKOOPI "Tl
GEIT. jj
CLAAR, N. VliSs,Wet
E KOOP:
'kende Marktsckoone
E KOOP:
"HAGE, Aagtekerke,
:d voor de Stichtini
ce Bergen op Zoom
f240 tot f340, bo-
tie geld.
aan den Geneesheer'
•LOKLAND VISSEB
ertsen 40 te Vlissia'
2gen 15 Juli ®f eerder,
18 jaar. «7 3 a^I
veel verval. *1
{AN DER LEIJÉ-
vraagt tegen half
18 jaar.
Jjond. Kade H 56.
AC. BLOK, Borssele,
Waar men iets
goeds weet te
waardeeren,
ll-Schoencrême hoog
geel - rood - wit
8.16
9.31
8.47
9.56
9.87
10.51
9.65
11.07
10.17
10.30
10.44
11.42
11.07
11.16
12.03
12.11
im
m
Uitgave van
W9oml. Venn. LUCTOR ET EMERGO,
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE 'VORS.TS.TRAAT 70,
(Telefoon No. 11).
Bureau te Middelburg
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers
Qosterbaan Le Cointre, Goes.
ONS KOLONIAAL BESTUUR.
Re regeering heeft in hare voorstellen
totGrondwetsherziening volle aandacht ge
schonken aan de belangen van ons ko
loniaal bestuur. Zij heeft in de artikelen,
welke het bestuur der Koloniën betreffen,
wijzigingen van principieeten aard ont
worpen- Zij heeft daarmede getoond de
eischen eener nieuwe periode te verstaan,
en met het verloopen van het getij de ba-
Pens te verzetten.
Het samenstel onzer Koloniën is een
bezitting^ die niet tot, maar aan Neder
land behoort. Niet de Koning, maar 'het
Rjjk der Nederlanden bezit de overzeesch©
gewesten. Zij zijn geen Kroondomein, maar
domein van het Rijk. Geen deelen van
het Rijk, maar bezittingen, gelijk artikel 1
der Grondwet duidelijk zegt. Doch ook
geen „dominions" (grondeigendommen)
van Nederland, gelegen op het rechtsge
bied van een anderen staat, maar deele'Ui
van zijn eigen rechtsgebied.
kt 1798 zijn de gezamenlijke bezittingen
der voormalige Oost-Indische Compagnie
door het Rijk geëigend en verklaard te zijn
bezittingen van den Staat. Zulks terecht,
wijl dat bezit vrucht wias niet van verove
ringen door een Vorst bevochten, maar
door uit het volk sself opgekomen licha
men gemaakt.
Alleen door Koning; en Staten-Gene-
raal saam kan en mag; derhalve ten aan-
zien der Koloniën worden beslist.
Zoolang, een volk in een toestand van
onmondigheid verkeert, moet 'tabs zoo
danig 'behandeld worden. Deze waarheid,
die wij overigens niet wenschén be
schouwd te zien, als een motief voor
de jarenlange exploitatie zijner Bezittingen,
waaraan het Rijk zich heeft schuldig gè-
maakt, is tot hiertoe leiddraad geweest
bij ons koloniaal bestuur en beheer.
Langzamerhand zijn echter de bewoners
dezer Bezittingen, de Javanen voorop, ont
waakt en tot meer vrijheid gerijpt, en
maakt, iaoo merkt de Regeering terecht
op, „het huidige stadium van ontwikke-
'ling der koloniën, in het bijzonder van
Nederlandsch-Indië, het noodig de voor de
wetgeving en het bestuur aldaar geldende
grondregelen te herzien." Die herziening
'beweegt zich natuurlijk in de richting)
eener meerdere zelfstandigheid dier ko
loniën; hetgeen getuigt van een gezond
inzicht in de verhoudingen, welke tus
schen deze en het Moederland hebben
te bestato. Evenzeer van verstandig be
leid getuigt het dat de Regeering met
op dit terrein slechts een bescheiden stap
te zetten de lijnen der geleidelijkheid kiest.
De regeering stelt zich voor de wetge
ving en het bestuur in de koloniën, wat
(le inwendige aangelegenheden betreft,
„zooveel mogelijk" te leggen in handen
van de ter plaatse zetelende 'lichamen,
en overheden, en aan de bevolking zoo
veel mogelijk invloed op en aandeel in
de samenstelling dier lichamen toe te ken,
nen, waarnaast evenwel voorloopiig de be
voegdheid van den wetgever in het moe
derland om ten dezen regelend en toeziend
°P te treden behoort te worden gehand
haafd.
Daarom stelt zij' een nieuwe regeling
voor, waarbij
1. onderscheiden wordt tusschen wetge
ving en bestuur (thans beide begrepen
onder het „opperbestuur");
2. de gouverneur-generaal van Neder-
landsch-Indië en de gouverneurs van Su
riname en Curasao uitdrukkelijk worden
belast met de uitoefening van het alge
meen bestuur, voorzoover niet bij de wet
bepaalde .bevoegdheden aan den Koning
Mm
zelf zijn voorbehouden;
3. de regeling van inwendige aangele
genheden der koloniën slechts door den
Koning zal kunnen geschieden, voor zoo
veel betreft de onderwerpen, door de wet
aan te wijzen;
4. met uitzondering van de aldus door
den Koning aangewezen onderwerpen en
behoudens de bevoegdheid van den wetge
ver hier te lande, welke onveranderd blijft,
de regeling van de inwendige aangelegen
heden der koloniën wordt overgelaten aan
aldaar gevestigde organen;
5. aan dien wetgever de bevoegdheid
wordt gewaarborgd om de door de even-
vermelde organen vastgestelde verordenin
gen op grond van strijd met de Grond
wet, met de wet of met het algemeen
belang, te .vernietigen.
Nu is hetgeen in deze vijf punten
,'sa.amgevat wordt natuurlijk ook in Indië
'gelezenen daar hebben de radicale en
socialistische elementen zich tegen de
regeling verzet. Zij willen den band tus
schen Indië en Nederland nog losser ma
ken dan hier wordt voorgesteld. Reeds
hebben een drietal Volksraad-leden een
serie wijzigingen ingediend, waarvan een
regeling het gevolg zou zijn als ten aan
zien van de Eng'elsche dominions geldt.
Al moet erkend, dat de E.'ngelsche re
geeringen verstandig beleid hebben ge
toond in de behandeling van har© win
gewesten van alle eeuwentoch, moet ook
als waarheid vopr ons vaststaan, dat
onttrekking aan de voogdijschap; nooit on
middellijk, maar slechts geleidelijk behoort
plaats te hebben. Deze onmondige kin
deren moeten niet op eenmaal piomdiigj
verklaard worden, maar hunne mon
digheid moet allengs, uit htimia daden
blijken. E.n langzaam maar zeker gaan
ook de Indonesiërs, gelijk de oppositie
in den Javaanschen Volksraad de bewo
ners van Nederlandsch-Indië bereids
noemt, deze toekomst tegemoet. Dioch op
't ©ogenblik schijnt de tijd nog niet rijp
te zijn, al is ljij: rijpende.
Daarom moet Nederland zich verzetten
tegen hunne voorstellen, volgens wtelke
van „Koloniën en bezittingen" in do
Grondwet heel niet meer gesproken z.ou
mogen worden; deze termen zouden moe
ten worden vervangen door „zelfstandige
Staatsdeelen".
Hiermede is voldoende de strekicing
aangegeven der wijzigingsvoorstellen de
zer Indonesiërs (ook de naam Ned.-Indië
dient plaats te maken voor Indonesia).
Alleen voor zoover de belangen van heel
het Koninkrijk er mee gemoeid zijfn mo
gen zich de Staten-Generaal (h'et is! niet
eens noodig) in de aangelegenheden van
Indonesia mengen, dat evengoed als het
Rijk in Europa zich bij wetgeving en be
stuur slechts zal hebben te richten naaï
algemeene „beginselwetten", en voor het
overige geheel vrij! is naar eigen inzich
ten haar zaken te regelen. Die beginselen
der staatsinrichting vast te stellen of
te wijzigen (niet dan na Verplicht advies
van het vertegenwoordigend lichaam' in
Indonesia te hebben ingewonnenblijft
de taak der Staten-Generaal, die ook de
bevoegdheid houden, in bepaalde gevallen
de Indonesische landswetten voor ver
nietiging aan de Kroon voor te ürUgen.
Op dit .alles past wel de Waarschuwing
in tien gevel van het Amsterdam's chei
Beursgebouw: Beid Uw tijd. En die an-
deizte: Grijpt, als 't rijpt. Doch .zóóver
.zijn wij met on,ze Bezittingen nog lang
met.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Prijs per 3 maanden fr. p. post f3.
Losse nummersf0.05
MIDDELBURG
SGUAA53S8HS KA0E G 151.
De Directie 3
12.)
0-
«Wat scheelt er aan, lieve Maggie?/'
vroeg ik, terwijl ik met mijn hand haar
Mig, Wond haar glad streek.
■A'May," snikte .zij, „indien wij slechts;
)1 alkander konden blijvenals ik maar
wet behoefde heen te gaan en u verlaten'.:
an morgen telde ik de dagen in de
over en 8r Z^n er n°® maar Negentien
j'4rmei kleine Maggie!" zeide ik, „wat
zat ik zonder u doen?"
zeiri za^ zonder u doen, May?"
life Z'' tantes' zijn zeer vriende-
rakfT1 3Ü zijn niet als gij; ge zijit j
a's een moeder voor mij. Ik zal
.,eeu S?«d meisje worden, May, wan- l
en 1 -1 nie^ Hb om toi mij te spreken,
rwV u n^ei* mÜn verdrietelijkhe-
dea kan vertellen"- J
■kunt. ze aan Jezus vertelen,,
mTió'j zel£*e ik> „juist zooals je ze
pf^lti]d verleid hebt, en Hij zal je hel-
dan YQQ\ v^el beter vertroosten^
W MZ0U. kunnen doen."
May, .zgide zij, terwijl zij haar
gezichtje ophief, opdat ik het zou kus-
isen, „ik zal ze Hem eiken dag vertellen}
ik beloof je, dat ik het doen zal." i
„En bovendien kunt ge mij schrijven,
Maggie", zeide ik. „Kijk eens, wat ik
voor je .gekocht heb. Ik was van plan,
het tot den laatsten dag te bewaren, maar
misschien is het beter, dat ik het je nu
geef."
Ik haalde uit de lade een net schrijft
lessenaartje, dat gevuld was met papier,
enveloppen, pennen, postzegels, kortom',
met alle benoodigdheden voor het schrij
ven van brieven.
Maggie was. er mede verrukt, en werd
even vroolijk, als ze eerst droevig was,»
en begon tersfond plannen te maken, hoe
veel brieven zij mij iedere week zou
schrijven, en wat ze erin zou zeggen.
Ze izlei.de, dat ,ze mij 'alles zou mededeelen,
zelfs hoe laat ze iederen morgen opstond,
en hoe laat ze iederen avond naar bed
ging.
Lieve, lieve Maggie! hoe goed kan ik
mij haar voorstellen, zooals ze er uitzag
op dien gedenkwaardigen avond in mijn
leven, waarop ik geweigerd had, Claude
Ellis' vrouw te worden.
HOOFDSTUK IV.
Maggie's tantes.
De laatste dagen, die Maggie en ik te
Een Raadsagenda van 33 punten voor
spelde een raadszitting' van langen
duur, izoodat het weinig; verwondering
baarde, diat de vroede vaderen meenden
van twee Uur tot kwart over vijf te moe
ten vergaderen. De besloten vergadering
duurde ditmaal bij wijze van Uitzondering
eens kort. De grootste kluif was, gelijk te
vermoeden was, de schoolkwestie. Maar
ach, wat ging' het daarbij slapjes toe.
Waar een vorig maal een veeleischend
adres van den Bond van Ned. Onderwij
zers was ingediend en enkele Raadsleden
meenden toen nog niet te kunnen be
slissen, omdat hieraan zooveel vast zat
en.zij de kwestie nog eens grondig onder de
ooigen wilden .zien, mocht men toch nu
wel een discussie verwachten, waarbij
de heeren de stof terdege meester ble
ken te izijn. Doch er hing; een matte,
onzekere stemming'. De sociaal-democraat
De Die was absoluut 'onbegrijpelijk, zoowel
voor den voorzitter, zijn mede-raadsleden
als de pers. Dhr. Oonsitandse wilde als
liberaal raadslid een politiek tintje aan
de zaak geven en meende, dat zijn link-
sche collega's met zijn plan nader
ontvouwd in het verslag van gisteren en
zeer veel overeenkomend met dat van
den Bond van Ned. Onderwijzers moes
ten instemmen. Doch ook daarvan kwam
niets. Zelfs zijn partijgenoot, de wethouder
v. d. Bout, verklaarde ronduit hem niet
te begrijpen. Hoe misten wij bij; dit debat
een tzioo bij uitstek deskundig m.an als
dhi'. Brants. Hoewel ook het voorstel van
B. en W. niet bijzonder krachtig verde
digd werd, nam de Raad het met 7 tegen
4 stemmen (teg;en 2 sociaal-democraten en
2 liberalen) ten slotte aian. 't Kost de pu
blieke kas in ieder geval z.eer veel min
der dan het plan der minderheid.
Van zuinigheid getuigde ook de beslis
sing, die de Raad mam ten aanzien van
de subsidie-aanvraag voor de Gymnastiek-
feesten op 22 en 23 Juli a.s. Dhr. Vienings-,
hoewel volgens izijn zeggen niet sprekende
als voorzitter van de commissie voor'
dit doel, trachtte zijn enthousiasme voor
de lichaamsoefening, zijn mede-leden deel
achtig te doen worden, maar het was
ver.geefsc.he moeite. Althans zoo leek het
ons. Men moge dit betreuren, in ieder
geval zullen velen het billijken, dat voor
dit doel de gemeente-kas niet werd aan
gesproken.
Tegenover het plan tot doortrekking van
de Rimmelandstraat naar de Voorstad,
nam wel de financiëele commissie, maar
zamen in het ouderlijk huis doorbrachten,
waren zeer gelukkige. Ik nam iedere gele
genheid, die ik had, waar, om de lessen,
die ik mijn zusje, van haar kindsheid
af, had geleerd, en waarvan ze altijd zoo
veel had gehouden, haar diep in 't gemoed
pin te prenten. Ik had goede reden, om|
te hopen, dat zij niet tevergeefs waren
geweest, maar dat mijn lieve, kleine
Maggie inderdaad en in waarheid een kind
Gods was.
We hadden "tzeer druk met 'tbij el
kander zoeken en inpakken onzer verschil
lende bezittingen, en met het in orde
brengen van hetgeen in het huis moest
worden achtergelaten voor den verkoop,
die, na ons vertrek, onmiddellijk moest
plaats hebben.
Ik had een bevredigend antwoord ont
vangen op mijn .sollicitatie naar de be
trekking van juffrouw van gezelschap,
Het antwoord hield in, dat de Heer Wil
liam Trefford, na behoorlijke inlichtingen
omtrent mij te hebben ingewonnen, blijde
Iziou zijn met mijn diensten al's. 'gezelschaps
juffrouw van zijn dochter, juffrouw Evelijn
Trefford, en zeer gaarne zou willen we
ten, op welken dag ik mijn betrekking te
AUiston Hall zou kunnen aanvaarden.
Ik zag Claude niet weer, voor ik heen
ging. Den dag, na zijn bezoek, hoorde ik,
dat hij het ouderlijk huis weer had ver-
niet de meerderheid van den Raiad een
zuinigheidsstandpunt in. Men wil het stra
tenplan in ons schoon© Nieuw-Goes nu
maar voltooien. Dan is de kroon op het
werk gezet en wint dit stadsdeel, dat
zich toch al bijzonder in onze belangstel
ling mag verheugen, weer aan belangrijk
heid. Als het Gemeentebestuur nu ook
maar eens krachtig de hand aan den ploeg
slaat met betrekking tot de vernieuwing
en verbetering van bestaande straten, zijn
allen tevreden. Want ook dit Laatste is
in vele gevallen zeer dringend noodig.
Evenals het dempen van den beruchten
stinkput bij het station, waarover ook
n'u weer gepraat is, mlaar zonder resultaat.
Bij de rondvraag kwamen ditmaal naast
enkele onbeteekenende ook wel eenige
meer belangrijke pUnten ter sprake. Dat
de vraag! van den heer Vienings betref
fende de kleedkamertjes voor zwemmers
in de haven zoo weinig; resultaat oplever
de, betreuren wij. Na hetgeen wij daar
over reeds schreven, gelooven wij niet,
dat de kosten zoo hoog: kunnen zijn,
temeer waar ongetwijfeld zij, die van deze
kamertjes gebruik maken, gaarne daarvoor
iets willen betalen. Dat de rustende wan
delaars het in onze plantsoenen toet
bankjes zonder leuningen zullen moeten
stellen, hebben z.ij aan de Goesche jeugd,
die wei het toppunt van vernielzucht
schijnt bereikt te hebben en ook de plan
ten en bloemen niet met rast kan laten,
te danken, 'tls wel ergerlijk.
Prijs der Adveïtentiën:
1"4 regels fl.20, elke regel meer 30 et
Bij abonnement belangrijke korting.
Bewijsnummers 5 cent.
Bedames»
Matigheid,
opgewektheid ,frisschfe lucht, geregelde
gewoonten, die noodige rust slaap,
lichaamsbeweging en een zorgzame leef
wijze is wat de natuur vraagt om uw
lichaam in goede conditie, uw nieren ge
zond ,en uw gestel vrij van urinezuar
te houden.
Hebt gij er ooit aan gledacht, dat uw,
pijn in den rug, hoofdpijn, urinekwallea
en waterzuchtig© zwellingen een gevolg
kunnen zijn van uw leefwijze?
Te zwaar eten, het voortdurend gebruik
van alcohol, te voel rooken ,het zich t©
weinig beschermen tegen het klimaat, on
matigheid, en het te weinig zoeken van
gezonde ontspanning en rust, zullen on
getwijfeld die nieren mettertijd verzwak
ken. En dan. komt de last.
Rugpijn, hoofdpijn, urinestoomissen,
waterzuchtige zwellingen, niergruis, en
duizeligheid zijn verschijnselen van téveel
urinezuur in het bloied en er bestaat ge
vaar voor nier- en blaasontsteking en on
geneeslijke nierziekten.
Matig eerst die verkeerde gewoonten
en sta dan de verzwakte nieren bij door
een degelijke kuur met Foster's Rugpijn:
Nieren Pillen. Deze werken niet op de
ingewanden, doch zijn teen betrouwbaar
en veilig niergeneesnuddel onder alle om
standigheden.
De echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen,
voorzien van de handteekening van James
Foster op het letiket, zijn te Goes ver
krijgbaar bij de Paauw Co. en te Mid
delburg bij fa. C. Schulte Co. a f 1.75
per doos, (38)
De Toestand.
Bepaald hartelijk is de verhouding; tu's-
schen Engeland en Frankrijk op 'toogen-
folik weer niet. De bekende, in Opper-
Silezië opereerende, Duitsche generaal
Höfer heeft n.l. verklaard, dal hij niet op
eigen ge,zag is opgetreden, maar al zijn
plannen en posities onvoorwaardelijk den
Engelschen opperbevelhebber had kenbaar
gemaakt. En dialarover is de Ftansiche
pers natuurlijk al heel slecht te spreken.
Vooral de „Eeliair", die v'an het bericht
omtrent een saimen'spre'king tUjSschen beide
generaals bevestiging heeft gekregen, is
heftiig in haar critiek.
Daar komt no'g; bij, dat 'Churchill, de
En'gelsche minister van koloniën, in een
rede te Manchester gezegd heeft: „Als
wij E'uriopa weer op de been willen hel
pen en een nieuwen vreeselijken oorlog!
willen verhinderen, is er maar een
laten, en naar zijn vrienden in Schotland'
was teruggekeerd.
Den avond voor wij Acton verlieten,
ging ik naar de pastorie, om goeden dag
te zeiggen. Juffrouw Richards ontving mij1
zeer vriendelijk, maar ons beider houding
was gedwongen, want we dachten over
dezelfde zaak, en geen van ons beide'ti
jwilde ze noemen. We spraken over het
'.weder, over mijn toekomstige plannen,
over den verkoop der meubelen, over de
gezondheid van ds. Ellis, maar Claude's
naam werd zorgvuldig vermeden, en dat
gene, waarmede onze gedachten vervuld
waren, werd geheel buiten bespreking ge
laten. Het was dus geen wonder, dat ons
gesprek nu en dan niet wilde vlotten,
en dat we verre van natuurlijk, of op
ons gemak .waren. 1
Juist toen ik heen zou ga.an, herinner
de ik mij, hoe goed juffrouw Richards
voor mij geweest was, na den dood mijner
moeder; ze was altijd gereed, om mij met
raad en daad bij te staan, wanneer ik
haar hulp noodig had, terwijl zij zeer ge
duldig luisterde naar hetgeen ik haar ver
telde van de kleine, huiselijke moeilijkhe
den, die zich voordeden, toen ik voor 't
eerst de zorgen en verantwoordelijkheden
van het huishouden op mij' nam.
„Juffrouw Richards,' 'zeide ik, „gij' zijt
als een moeder voor mij geweest; ik zal
Er moet n.l. vrede heerschen tusschen
Engeland, Frankrijk en Duitschland. Er
moet echte samenwerking; .zijn tusschen
de,ze machtige naties,, om den puinhoop
van den oorlog op te ruimen en den roem
en de eenheid van Europa, opnie'uw op te
bouwen."
Van een derg'elijken vrede tusschen
Frankrijk en Duitschland rilt natuurlijk de
Franschman. Liever wil hij den haat en
het uitmergelen van het machtelooize
Duitschland. Onnoodig te zeggen, dat de
keei', die de Enjgelsche politiek de laatste
weken neemt, ons meer in 't belang van
Europa schijnt dian de onverzoenlijke
Fransche houding.
In den stand van het mijnconflict in
Engeland is een belangrijke verbetering
gekomen, naar men hoopt. Mijnwerkers
en mijneigenaars zijn weer met elkander
gaan praten. Het is niet precies 'bekend,
welk a.anbiod de mijneigenaars ten slotte
den mijnwerkers daarbij hebben gedaan.
Maar iziooveel is .zeker, diat de vertegen
woordigers der laatsten het niet aange
durfd hebben het aanbod eenvoudig; af
te wijzen. Hedenmorgen vergaderen de
gedelegeerden der mijnwerkers te Londen
en de bestuurders iZullen hun aanbevelen,
de mijnwerkers bij1 stemming iz'elf te laten
uitmaken, of izij de voorstellen willen
aanvaarden.
Korte Berichten.
Soldaten te Shanglai hebben de stad
geplunderd. Verschillende gebouwen zijn
in brand gestoken. Ook talrijke buitenland-
sche .zaken hebben schade geleden. Eenige
Chinee,zen zijn gedood en velen gewond.
Woensdag heeft er te Montre'uil bij
Parijs een hevige brand gewoed. Verschei
dene fabrieken izijn in de asch gelegd,
waardoor tien millioen frank schade is
aangericht.
u nooit, nooit genoeg 'kunnen danken voor
alles, wat gij' voor mij geweest zijt."
neen, May," .zeide zij, hartelijk, ge
moet daarvan niet spreken; ge zijt even
veel, of noigl meer, voor mij geweest
lieve. Gij zijt een heldere zonnestraal ge
weest, May. Sedert ik hier ben gekomen,
hebt jge mij dikwijls 'tleven verhelderd."
O, juffrouw Richards," rzeide ik, „ik
heb nooit gedroomd, dat ik u gelukkiger
zou kunnen maken."
„Dan deed ge het, zonder het te droo-
men, lieve", zeide zij, glimlachend; „en,
May,' ''voegde zij' er bij, „wat er tusschen
Claude en1 u gebeurd is, zal geen verande-'
ring brengen in uw liefde voor mij, wel?
Ge wilt mij steeds als vriendin behande
len, en mij somtijds van n laten hooren,;
nietwaar, lieve?"
„O, juffrouw Richards," zeide ik; „wilt
ge mij toestaan u te schrijven? Ge zijt
dus niet erg boos op mij?"
„Boos op u! waarom?' 'zeide zij; „om
dat ge Claude hebt afgewezen?"
„Ja,' 'zeide ik, „om het antwoord, dat
ik Claude heb gegeven."
(Wordt vervolgd.)
f
i 'T