w Allo»'] Naaimeisjes, i m Kassier, flinke Dienstbode, Dienstbode) flinke $00 Woensdag 8 Juni 102 verzekeringswetten en diaconale arbeid. FEUILLETON. RD WIELEN DEED IK EEN GOEDE KEUS? 25, aan particulieren d-Beveland v p eren. Prijs Ï9.3q' lp de Per besteed n 20 r< 6, Doperwten tiboonen lazie skrul) er K.G 11- iavoye 14—18, mmenas 6, Sjalotten 5 per de volgende veiling Werd 44, Poters u '^wten 30-# 1825, p'°' ~lSV^ Komkonijj Andijvie 2,5-3 <f k°oil 3 ct, al' Rhabarber 3 55' Selderie •tten 0,5—9 bos. gisteren gehouden nde prijzen be- Aardappelen 20 -line Boonen 14 :,5, Doppers 20 nboonen 15—94 8,5, Savoye kool - Komkommers stuk. Selderie 14 12—16,5, Kroten 6, Rammenas ct., alles per bos Zuring 3-7, Pie' 21 ct., alles per jINGE. Veiling van 6 veiling: Kruisbessen 100 K.G. >ege ketsen f45 -f47 beiden per 100 KK WEERBERICHT. jen in den morgen dég'edeeld door het stituut te De Bilt eterstand 768.5 te 53.7 te Vestmanoer. m avond v. 8 Juni: zwakke tot matige, vellicht Zuid-weste- ot (hlalfbewolkt, wei iets warmer. -80, 8, Bruine 5 14,5, t, Tuinboonen ieren 1—40, per eën er -3 18, 8- TE KOOP: nds Huiameubels, w.(j net, waarbjj op elke èi legde ster staat. Ei ilegde Secretaire enz. LADDET, Middelburg, TE KOOP: aartij gerookt en pek vanaf f 1,— p, 1 ■>SE, Slager, Giijpikerh gevraagd 4,^ leeling „Biggekerfee"v Volksspaar- en VaorscW Zeeland, hriftelijk aan te meidei er P. j. R003ENDA" rke, bij wien ook inliet bekomen zijn. makerskttdcht of nk Halfwas j,1 bij J. DE GOFFAU, N. en St. Joosianil m 1 V A. DEK, Kruiningei gevraagd (RIJGER, Hofstede V Rilland. te richten Stationskoli -abbendgke. a g d voor de Stichtiaj b" te Bergen op Zoom van f240 tot f 340, b«j cantiegeld. ties aan den Genees» i gevraagd JRGER, Bakkerij, e e r e. igustus Dame die koken n kan, jnstbode lourant. a. s. in f alleen Dienstbode en ze'f'L Bureau J»1U 'Middelbu^ d in gen 15 sisje unnende f25, p. >en Haag rustig juni ui koken en fj m. Krane Ictober en M bij M. HOI 10 Uitgave van J Naaml Venn. LUCTOR ET EMERGiO, dei gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 70, (Telefoon No. 11). Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ L. BURG. Drukkers 0OSterbaan Le Cointre, Goes. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Prijs per 3 maanden fr. p. post f3. Losse nummersfO.OS Prijjs der Advertentiën: 14 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct Bij abonnement belangrijke korting. Bewijsnummers 5 cent. II. (Slot.) Maar ook nog een ander bezwaar doet zich bij de aangeduide aftrekmethode gel den. Zoo kunnen kinderen of andere fa milieleden meenen, dat met den steun van je diaconie, de ouderdomsrente hun reeds bejaarde ouders of verwanten in staat zal stellen om het „niet al te krap" of nog wat beter" te hebben. Misschien kunnen zij dan op zichzelf blijven wonen. Ze willen voor de oudjes, die dit niejf kunnen of bij gebrek aan inzicht niet wïlen, wel de premie betalen, doch wat zal de diaconie straks doen? Als deze de ouderdomsrente geheel in mindering brengt van de uitkeering, zijn de pre- miën eigenlijk niets anders dan verzeke- ringspremiën betaald ten bate van de dia conie. Geen der bedoelde methoden komt ons voor juist te zijn, noch de aftrekme thode, noch de methode waarbij „maar ge geven" wordt. Beide toonen geen oog te hebben voor de opvoedende kracht, die er van het persoonlijk spaarsysteem kan uit gaan. En toch verdient dit alle aanbe^ veling, daar zuinigheid, ingetogenheid en arbeidzaamheid hierdoor worden aange wakkerd. Een waarschuwend woord, nu het nog niet te iaat is, is hier wellicht niet misplaatst. Maar indien niet zóó, hoe dan, zult gij vragen? Het komt ons voor, dat geen „voorschrift" hier dient te wor den aanbevolen, doch slechts dit principe gehuldigd: eigen inspanning, al kan zij niet behoeden voor behoeftigheid, behoort te worden erkend en beloond. Elk geval; dient op zichzelf te worden beschouwd en, om de goede werking te bevorderen, worde daaraan te voren ruime bekend» heid gegeven, dus van nu aan. 1 Zoo blijkt dus, dat door de verzekering s- wetten voor de diaconie de uitgaven wel kunnen worden beperkt. Waar die beper king noodig is, door noodlijdendheid der diacconie is dit een „uitkomst" en waar dit niet om die reden en tot dat doel noodig is, schept dit een „gelegenheid orrt andere broeders en zusters te beter te helpen." Elke medaille heeft twee .zijden en zoo ook hier. Komen er eener.zijds gielden vrij voor de verzekeringswetten, anderzijds bie den deze aan de diaconie gelegenheid om deze gelden te benutten tot berei king van haar doel, wellicht van een doel, dat tot heden buiten bereik bleef. Wij zouden kunnen zeggen, dat de ver zekeringswetten voor de diaconie een ge legenheid te meer bieden om hare taak; te vervullen. Deze gelegenheid bestaat daar, waar de verzekerden door behoeftige omstandigheden gevaar loopen hun recht op rente te verliezen ofwel te zien ver minderen. Waar in dergelijke omstandig heden de helpende hand wordt uitgeste- ken, helpt de diaconie dus om zich zelve in de toekomst in bepaalde gevallen óf niet óf minder noodig te maken. Een dergelijk hoog standpunt zal uit den aard der zaak slechts kunnen worden ingeno men waar gezindheid tot zelfopoffering aanwezig is. Waar duidelijk leeft het be wustzijn, dat de diaconie er is niet om zich zelf, doch om den arme. Wij vertrouwen, dat onze diaconiën op dit standpunt willen staan en zullen dan ook met enkele voorbeelden duidelijk ma ken in welke omstandigheden de diaconie „aan de verzekering kan doen". Voor de arbeiders van meer gevorder den leeftijd zal tot him 65e jaar slechts een bescheiden bedrag aan premiën wor den betaald. Als overgangsmaatregel is nu bepaald, dat de ouderdomsrente niet min der zal zijn dan f 3.— mits voor den arbeider een behoorlijk aantal pre miën is betaald, m.a.w. indien het moge lijke is gedaan. Zoo is b.v. rekenend met de werke loosheid, die door ouderdom wordt in de hand gewerkt, bepaald, dat voor arbeiders tusschen hun 60e en 65e jaar minstens 39 premiën per jaar moeten zijn betaald. Het spreekt echter in dezen tijd en in ons landbouwgebied helaas als een boek, dat niet zelden het gevaar dreigt, dat een oude landarbeider over m eer dan 13 weken per jaar werkeloos is en ook niet in staat om zelf de ontbrekende premiën aan te vullen. O.i. is hier een taak voor de diaconie, niet om in al dergelijke ge vallen maar premie .te betalen, maaT om te onderzoeken, of dit noodig is en zoo ja, dan te betalen. Zoo neen, met toe genegen gemoed maar goeden raad n ie t te betalen. Ook dit laatste kan voorkomen. Ter illustratie wijzen wij er op, dat er soms kinderen zijn, die wat vergeetachtig zijn in het nakomen van hun kinderplich ten. Om in dergelijke gevallen raadgevend te kunnen optreden, is het noodig, voor den Diaken, dat hij weet aan welke voor waarden moet worden voldaan om het recht op ouderdomsrente te doen vast staan. Uit den aard der zaak wordt ook hier den diaken geen „regel" aangegeven, maar overtuigt hij zich in elk geval wat gedaan behoort te worden. Met nog sprekender voorbeeld kunnen, wij aangeven de wenschelijkheid van dia- conalen steun bij de premiebetaling in het geval, dlat een arbeider-gezinshoofd in de kracht van zijn leven door invaliditeit wordt bedreigd. De Invaliditeitswet n.l. geeft ook recht op rente, maar als voor zichtigheidsmaatregel tegen bedrog is ook hier een voorwaarde gesteld, n.l. daze, dat eerst over 150 weken 150 zegels moeten izijn geplakt. Welnu onze arbeider is door een slepende kwaal aangetast en kan niets meer verdienen. Zijn gezin leeft in sober© omstandigheden en heeft nauwelijks ge noeg voor het heden, zeker geen cent te missen voor de toekomst. De renten kaart ligt vergeten in een hoekje. Straks zijn er 150 weken v oo r b ij en zou er recht op pl.m. f187.Invaliditeitsrente bestaan indien maar over elke week was geplakt. Zou het geen aanbeveling; ver dienen, indien hier de diaconie deed wat! haar hand vond om te doen? En tijdig! Zoowel in het belang van den zieken broeder als in haar eigen belang. Doch er is meer. De Invaliditeitswet is niet aljeen bedoeld om tegen de gelde lijke gevolgen van invaliditeit te verzeke ren, doch tevens om, waar dit mogelijk is ,deze te voorkomen. Laten wij ter illustratie slechts even vertellen, dat se dert 3 December 1919 in ons land reeds 1057 verzekerden voor rekening van het Invaliditeitsfonds zijn verpleegd of onder geneeskundige behandeling gesteld. Men kan gerust zeggen, dat ook daardoor in vele smartelijke wonden een druppel bal sem is gegoten. Het Invaliditeitsfonds doet, indien de kans op afwending van invalidi teit aanwezig wordt geacht, alles om den arbeider de middelen tot herstel te ver schaffen, verplegings-, operatie- en reis kosten, ja, indien noodzakelijk, ook be- noodigdheden voor opname in een inrich ting ais b.v. onderkleeding e.d., wordt soms betaald, maarhet gezin waar zal dat van leven? En nü komt straks ook wel uit het Invaliditeitsfonds - r-9- 'W ihr-Ö W.) _o_ „Maar, Claude, het is niet uitgemaakt, ik, „je weet, ik kan niet verwachten,i gelukkig te zijn, of Gods tegenwoordige eid te zullen genieten, indien 'ik Zijn ïdenjk bevel ongehoorzaam zou zijn." „Melk bevel bedoel je dan toch?", zei- "Wer^eiÖk, May, dit is al te K sloeg mijn Bijbel op en overhandigde ,ern dien; er was een teeken bij het eis „ln den Brief aan de Corinthiërs, n zijn bik werd somber, toen hij de woorden las. ■L Wou, dat dat vers uit iederen Bij- den' e-T were'(l is> werd uitgesne- wili' Z61(k k°os> «ik zou wel eens de n weten, voor hoeveel menschen het hn„t°rza,a^ *s t>eweest van den ondergang i.fe„ s; en hét is volkomen bela- (bpj 1,' "el> May, ge kunt zelfs niet de 'tam n-E van dei tekst begrijpenge kunt) zelfs niet in Wn en e. niet in 'tGrieksch lezen, en op 'tpunt om al mijn plan- en voornemens voor de toekomst ^ïucr te werpen, en al mijn geluk op ereld te vernietigen, juist terwille van dat eene, duistere vers." „Ik kon niet nalaten op te merken, hoe Claude zeer uitweidde over zijn eigen plannen, en voornemens, en geluk op de wereld ,en hoe hij dezaak geheel uit zijn eigen gezichtspunt beschouwde, en in 't geheel niet van mijn kant. „Neen, Claude," zeide ik, op kalmen töon, „ik kan het niet in 'tGrieksch le zen, maar ik begrijp er Wel zooveel van, om volkomen zeker te zijn, dat, indien ik zou toestemmen u te huwen, ik mijn besten Vriend zou bedroeven, door onge hoorzaam te zijn aan Zijn duidelijk bevel." „Wel, May, dat toont juist, dat ge er hoegenaamd niets van weet," zeide hij. „Dat vers heeft evenveel met u uit te staan, als met de tafel; het werd ge sproken tot de Corinthiërs, die, vóór Pau- lus tot hen predikte, onwetende heidenen waren, en wat het bedoelt is, dat Christe-i den niet met heidenen moeten trouwen. Ek ben geen heiden, hoe slecht ge ook' over mij schijnt te denken. „Maar," antwoordde ik, „het spreekt van ongeloovigen, en ongetwijfeld worden zij daarmede bedoeld, die geen geloovi'-, gen zijn. Claude, zijt gij een waar geloovige in den Heere Jezus Christus Kunt ge eer lijk zeggen, dat ge het zijt? Zoudt ge willen, dat ge door de wereld een ge loovige genoemd werd?" aan het gezin van den verpleegden arbei der iets ten goede, doch het blijft een bescheiden hulp en een vastgesteld be drag. Ook hier blijft noodig de Diaken, die meeleeft en meevoelt, die troost en raadt en verdere steun, niet volgens voorschrift of regel, maar volgens behoefte kan geven. Op dit gebied is plaats voor samenwer king tusschen het Overheidsinstituut de Raad van Arbeid, die binnen de grenzen der wettelijke bevoegdheid moet- blijven, met de tekortkomingen aan eiken regel verbonden ,en de Kerkelijke liefdadigheid, die v r ij b e i d bezit om met alle bijzon dere omstandigheden rekening te houden. Samenwerking zou ongetwijfeld de huis- genooten des geloofs de beste vruchtenj van ei'g;en arbeid en inspanning door de verzekeringswetten doen toekomen. Want, het zij nog eens in herinnering gebracht, de genoten uitikeeringen zijn vrucht van eigen arbeid. De verzekeringswetten toch bevatten in principe niets, dat op barmhartigheid of liefdadigheid vam overheidswege wijst. Wel geeft de Staat gedurende een zeker aan/ tal jaren een toelage doch dit is slechtj een overgangsmaatregel en te beschouwen als een afbetaling van schuld gemaakt door den Staat, die in verzuim was ge bleven om den arbeider de helaas noodige bescherming tegen maatschappelijke wan toestanden te geven. In aansluiting hieraan willen wij, tegenover de nadeelen van den Staatsdwang wijzen op de voordeelen, die daarmede gepaard gaan. Wij vestigen er daarom uwe aandacht op, dat in tegenstelling met hetgeen als de bestaans- aanleiding van particuliere verzekering! moet worden aangemerkt, winstbejag hier is Uitgesloten. Ook daarom: wordt noch de oude, noch de zwakke geweerd, terwijf de onkosten worden betaald door den Staat ,dus niet uit de premie van de verzekerden. Dit laatste nu is een bijj zonder te waardeeren zaak voor de arbei ders, die behoorlijke zorg dragen voor hun rentekaart, wijl zij toch nu niet in 't bijzonder de dupe worden van de na latige en slordige arbeiders en werkgevers, die driedubbele kosten veroorzaken. Het is ongetwijfeld een mooie, schoon niet immer gemakkelijke taak, om misverstanden uit den weg te ruimen. Een enkel woord dan nog om verkeerds opvattingen, die op dat terrein rondwaren te signaleeren. In de eerste plaats wel, dei gedachte: o, met die verzekering zal het zoo'n vaart niet loopen. Zoovelen hebben de ouderdomsrente kosteloos gekre gen, wij zullen het maar afwachten. Het is ons menschen niet gegeven om in de toekomst te zien en al onthouden; we ons dus van voorspellingen, we kun-, nen toch dit zeggen: zooals de zaken thans staan, krijgt niemand, die op 3 December 1919 jonger dan 65 jaar was, (rente zonder premiebetaling. Voor de oude- (ren dan 35 jaar gaat wat de verplichte verzekering betreft op 3 December a.s. de deur onherroepelijk dicht en wat de Vrijwillige Ouderdomsverkering betreft op 3 December a.s. zoover dicht, dat niemand zonder zichzelf- te benadeelen toe treding tot de verzekering tot na dien datum kan uitstellen. Het is vooral hierom, dat een aansporing om thans de hand aan den ploeg te slaan, reden van be- Claude kon deze vraag niet beantwoor den daarom haastte hij zich óm het gesprek een geheel andere wending te geven. „En dus oordeelt ge uzelve te goed voor mij, May, dat is de zaak! Ge vindt uzelve veel te heilig, om met een armen iheiden, zooals ik, te worden verbonden!" „Neen, C'laude, dat is het inderdaad niet," zeide ik, „waarlijk niet. Ik ben in 't geheel niet goed; zeer, zeer verre er vandaan; maar toch vertrouw ik, dat ik tot Jezus ben gekomen, en dat ik in Heml geloof. Ja, ofschoon ik zeer onvolmaakt, en vol zonden ben, toch, o Claude, hoop ik, dat ik een geloovige ben," zeide ik, met tranen in de oogen. „Ja, lieveling,' 'zeide Claude, op geheel anderen toon, „ik weet, dat je heel goed zijt ik wensch somtijds, dat ik meer op je geleek. Zoudt ge me niet willen hel pen, om beter te worden, May? Zoudt ge me niet voor mijzelf willen behoeden, en mij' willen leeren beminnen, wat gij' lief- hebt? Kom, May, het is mijn 'laatste kans; ge wilt me toch zeker niet af wijzen?" En Claude hield mijn hand vast en zag mij smeekend aan. Het was een vreeselijke verzoeking, en er ontstond een hevige strijd in mijn ge moed. Zoolang Claude boos en ongeduldig staan heeft. In de tweede plaats willen wij als onjuist signaleeren de gedachte, dat de invaliditeitswet alleen verzekert tegen ouderdomsrente. Niets is minder juist. De genoemde cijfers hebben het wel reeds bewezen; behalve ouderdoms rente wordt weduwen-, weezen- en inva liditeitsrente uitgekeerd, terwijl, indien voorkoming van invaliditeit mogelijk is, ook genees- en heelkundige behandeling- wordt verleend. Het zij terloops opgemerkt, dat hierdoor ook aan de weduwen van arbeiders, die in het genot zijn geweest van ouderdomsrente waarvoor pre miën zijn betaald geworden we- duwenrente toekomt. Wanneer deze vrouwen dan ook zelf zorgen, zoo noodig met behulp van de vrijwillige ouderdomsverzekering, dat zij voor f3.ouderdomsrente zijn verze kerd, zullen zij straks als weduwe bo ven de genoemde f3.nog f3.60 wedu- wenrente genieten. Moge vooral dit, nu het nog niet te laat is, door geen diaco nie worden over het hoofd gezien. In de derde plaats noemen wij de mee ning, dat de ouderdomsrente niet meer dan f3 kan bedragen. Het is hierbij met de verzekering als met een jonge aan planting. Het ziet in den aanvang nog wat ijl en dun aan. Komen we echter tot een normalen toestand volgens de thans be staande wetten, dan kunnen zoowel ouder- doms- als invaliditeitsjrente tot f6 oploo- pen. Bij de gedachte, die mogelijk bij) u zou opkomen dat dit nog maar zeer bescheiden is willen wij opmerken: lo. dat binnenkort met verhooging van de loongrenzen ook te wachten is verhoo ging van premiën en dus ook verhooging der renten. 2o. dat deze verzekering niet is be doeld om volledig schadeloos te stellen, hetwelk „uit voorzichtigheidsoogpunt ge- izien, ook alle waardeering; verdient, ter wijl door vrijwillige verzekering de renten kunnen worden verhoogd. Reclames. De Toestand. De toestand in Opper-Silezië is, inge volge het gisteren door ons reeds ver melde ultimatum aan generaal Höfer en diens weigering oim aan de entente- eis-chen gevolg te geven, opnieuw hoogst ernstig geworden. Genoemde Duitsche ge neraal had reeds een onderhoud met den opperbevelhebber der Engelsche troepen, generaal Henniker. Het onderhoud was zeer vriendschappelijk, maar Henniker verklaarde, dat hij slechts het uitvoerend orgaan was der geallieerden en geen eigen volmacht had over zijn troepen. Hij was verplicht, zeide hij, de Duitsche Selbstschutz een verder oprukken te ver bieden. Een zelfde verbod hadden echter ook de insurgenten ontvangen en indien deze zich daaraan niet stoorden, zouden ze de Engelsche troepen op hun weg vin den. De insurgenten denken er intussehen heelemaal niet aan, hun aanvallen te sta ken, en daar zij zich voortdurend meer versterken, gelooft men, dat ondanks het ultimatum spoedig wel een samengaan van de Duitsche Selbstschutz met de geallieerden tot stand zal komen. Ook het station van Beuthen is nu IW 'Ui' UW I—I I lliwmfjl I «iiOWIMWHm IHIII|I*g was geweest, was het betrekkelijk ge makkelijk om standvastig te zijn, maar nu, nu die stem zoo smeekend en zoo teeder waswa®, nu die hand .zoo liefderijk op de mijne werd gelegd, nu zijn oogen werkelijk vól tranen stonden, gevoelde ik, dat mijn besluit aan 'twankelen werd gebracht, en dat mijn geloof begon -te verzwakken. Indien, bij shot van rekening, Claude gelijk had, wat dan? Wat, indien ik in derdaad het (middel mocht zijn, om hem tot betere dingen te leiden? Juffrouw Richards scheen 'dat te denken, en juffrouw Ri chards was een goede vrouw. En toch ,mijn geweten zeide mij dui delijk genoeg, dat de meening eener goede) vrouw geen verkeerde daad goed kon; maken. Was het in Gods oog goed of verkeerd? Dat was de vraag, en telkens wanneer ik mijn hart die vraag deed, kwam hetzelfde antwoord, in duidelijke, ondubbelzinnige woorden: „Trekt niet een ongelijk juk aan met de ongeloovigen", Ik zag het pad, dat plicht mij aanwees, duidelijk voor mij, een moeilijk pad, zóó moeilijk, dat ik er bijna aan wanhoopte, poit in staat te zullen zijn, het te betreden. De verzoeking was inderdaad hevig en sterk, en ik stond op het punt van te bezwijken. Claude zag dit, en sprak nog teederder, en maakte zooveel mogelijk ge bruik van het voordeel, dat hij had ver- Tegen verstopping gebruike men Foster's Maagpillen, een uitstekend, geen gewoonte vormend laxeermiddel. Prijs f0.65 per flacon, al om verkrijgbaar. (5) door opstandelingen bezet. Naar berich ten van ooggetuigen staan daar 30 groote machinegeweren opgesteld, welke den grooten stationsweg en de omliggende stadsgedeelten beheersehen. Dagelijks neemt het aantal pantsertreinen aan 'Pool- sche zijde toe. In Kattowitz, zijn nu ook 2 treinen met 400 Poolsche rebellen aangekomen. Er wordt daar op het spoorweg-emplacement druk geroofd en geplunderd. De Engelschen laten het er echter ook niet bij zitten. Zij voeren voortdu rend versterkingen aan. Wat dan ook wel, gezien de Poolsche brutaliteit, noodig is. De gruwelen in Armenië. Nu te Berlijn het proces aan den gang is tegen den moordenaar van Ta- laad Piacha komt zoo eens een en ander aan 't licht betreffende de moorden in Armenië, die, gelijk men weet, op reke ning der Turken moeten geschreven wor den. Zoo luidde op zekeren dag het bevel, dat de Armeniërs in de Mesopotamische woestijn moesten worden gedreven. Vaii de "Oost-Anatolische-Armeensche bevol king is nauwelijks 10 pet. aangekomen. De andere mannen, vrouwen en kinderen ;zijn onderweg, door honger, ziekte en moorden gestorven. Volgens 'het oordeel van den Duitschen gezant in Constanti- nopel zijn 1 millioen Armeensche man nen, vrouwen en 'kinderen omgekomen. Systematisch en op de gruwzaamste wijze werden de gedeporteerden ter dood gebracht. Zoodra de concentratie-kampen overvol waren, werden de Armeniërs bij massa's in de woestijn gedreven en al- daar gedood. Het wias het doel der Turken j een geheel volk Uit te roeien. 'Slechts met de brutaalste en meest onmensche- i lijke methoden kon in zoo'n korten tijd j een millioen menschen worden gedood. Gespaard bleven slechts 200.000 Arme- I niërs in Constantinopel, Smyrna en'Alep- p°- De oversiroomingen ie Colorado. Zaterdag is Puebio nog, door een twee- j de wolkbreuk geteisterd. Twee clammen in de bergen boven de £tad zijn boven- j dien bezweken. Opnieuw hadden över- Stroomingen plaats, waardoor nu do oogst j der boeren is vernield. Voorts wordt uit Denver gemeld, dat ook de Platte-rivisr buiten haar overs is getreden. Nieuws slachtoffers hebben de jongste overstroo mingen niet geëischt. Van de 250 dooden zijn er ondanks de ontzettende moeilijk heden van het reddingswerk 100 ge borgen. Soldaten vonden in een woning een moeder, wie het water 'tot de schou ders kwam en die haar kind boven haar hoofd hield. Gedurende verscheidene uren moet zij in deze houding hebben gestaan. Een Hohenzollern-proces. Een pijnlijke familiegeschiedenis in liet huis Hoihënzollelrn wordt op' het oogen- blik, door een civiel proces voor het landsgerecht te Potsdam weer opgerar keld. Het proces, is door de vroegere, de laatste jaren gescheiden gemalin van prins Joachim van Pruisen, (keizer AVil- helm's jongste zoon, die onlangs zelf moord pleegde) aanhangig gemaakt tegen kregen. Mijn hart riep tot God om hulp. Mijn ge bed kwam niet over mijn lippen, zelfs in gedachte had ik de woorden niet gerang schikt, maar het was opgerezen uit het diepst mijner ziel, en het bleef niet on beantwoord. Op dit oogenblik kwamen mij vjer woorden voor den geest, die mij in staat stelden, de overwinning te behalen. Zoo duidelijk, alsof de zonnestralen, die door het venster naar binnen stroomden, ze op den muur der kamer hadden ge» schreven, schitterden mij deze woorden tegen: „Om Mijns Naam wü". Ja! hier was een beweegreden, sterk genoeg om mij in staat te stellen, de grootste verzoeking, ja, al de begeerten en wenschen mijns harten, die mij tot onge hoorzaamheid aan het bevel mijns Heeren brachten, te overwinnen. „Om Mijns Naams wil; is bet te veel, om voor Mij te lijden?" hoorde ik Hem vragen; en in een oogenblik drong zich al Zijn on eindige liefde voor mij, al Zijn zelfver» loochening, om mijnentwil, al Zijn arbeid der ziel, al wat Hij deed, om mij te red den en te zegenen, in mijn gemoed op en werd gevolgd door de vraag: „Dit alles heb ik voor u geleden, wat doet gij' voor Mij?" 1 1 S T: SST '""'"Ft j (Wordt rerrolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1921 | | pagina 1