w
Allo»']
Naaimeisjes,
i
m Kassier,
flinke Dienstbode,
Dienstbode)
flinke
$00
Woensdag 8 Juni 102
verzekeringswetten en
diaconale arbeid.
FEUILLETON.
RD WIELEN
DEED IK EEN GOEDE KEUS?
25, aan
particulieren
d-Beveland v p
eren. Prijs Ï9.3q'
lp de
Per
besteed
n 20 r<
6, Doperwten
tiboonen
lazie
skrul)
er K.G
11-
iavoye
14—18,
mmenas
6, Sjalotten
5 per
de
volgende
veiling Werd
44, Poters u
'^wten 30-#
1825, p'°'
~lSV^
Komkonijj
Andijvie 2,5-3 <f
k°oil 3 ct, al'
Rhabarber 3
55' Selderie
•tten 0,5—9
bos.
gisteren gehouden
nde prijzen be-
Aardappelen 20
-line Boonen 14
:,5, Doppers 20
nboonen 15—94
8,5, Savoye kool
- Komkommers
stuk. Selderie 14
12—16,5, Kroten
6, Rammenas
ct., alles per bos
Zuring 3-7, Pie'
21 ct., alles per
jINGE. Veiling van 6
veiling: Kruisbessen
100 K.G.
>ege ketsen f45 -f47
beiden per 100 KK
WEERBERICHT.
jen in den morgen
dég'edeeld door het
stituut te De Bilt
eterstand 768.5 te
53.7 te Vestmanoer.
m avond v. 8 Juni:
zwakke tot matige,
vellicht Zuid-weste-
ot (hlalfbewolkt, wei
iets warmer.
-80,
8, Bruine
5 14,5,
t, Tuinboonen
ieren
1—40,
per
eën
er
-3
18,
8-
TE KOOP:
nds Huiameubels, w.(j
net, waarbjj op elke èi
legde ster staat. Ei
ilegde Secretaire enz.
LADDET, Middelburg,
TE KOOP:
aartij gerookt en
pek vanaf f 1,— p, 1
■>SE, Slager, Giijpikerh
gevraagd 4,^
leeling „Biggekerfee"v
Volksspaar- en VaorscW
Zeeland,
hriftelijk aan te meidei
er P. j. R003ENDA"
rke, bij wien ook inliet
bekomen zijn.
makerskttdcht of
nk Halfwas j,1
bij J. DE GOFFAU,
N. en St. Joosianil
m
1
V
A. DEK, Kruiningei
gevraagd
(RIJGER, Hofstede V
Rilland.
te richten Stationskoli
-abbendgke.
a g d voor de Stichtiaj
b" te Bergen op Zoom
van f240 tot f 340, b«j
cantiegeld.
ties aan den Genees»
i gevraagd
JRGER, Bakkerij,
e e r e.
igustus
Dame
die koken
n kan,
jnstbode
lourant.
a. s. in f
alleen
Dienstbode
en ze'f'L
Bureau J»1U
'Middelbu^
d in
gen 15
sisje
unnende
f25, p.
>en Haag
rustig
juni ui
koken en fj
m. Krane
Ictober
en M
bij M.
HOI
10
Uitgave van
J Naaml Venn. LUCTOR ET EMERGiO,
dei gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 70,
(Telefoon No. 11).
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ L. BURG.
Drukkers
0OSterbaan Le Cointre, Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Prijs per 3 maanden fr. p. post f3.
Losse nummersfO.OS
Prijjs der Advertentiën:
14 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct
Bij abonnement belangrijke korting.
Bewijsnummers 5 cent.
II. (Slot.)
Maar ook nog een ander bezwaar doet
zich bij de aangeduide aftrekmethode gel
den. Zoo kunnen kinderen of andere fa
milieleden meenen, dat met den steun van
je diaconie, de ouderdomsrente hun
reeds bejaarde ouders of verwanten in
staat zal stellen om het „niet al te krap"
of nog wat beter" te hebben. Misschien
kunnen zij dan op zichzelf blijven wonen.
Ze willen voor de oudjes, die dit niejf
kunnen of bij gebrek aan inzicht niet
wïlen, wel de premie betalen, doch wat
zal de diaconie straks doen? Als deze
de ouderdomsrente geheel in mindering
brengt van de uitkeering, zijn de pre-
miën eigenlijk niets anders dan verzeke-
ringspremiën betaald ten bate van de dia
conie.
Geen der bedoelde methoden komt ons
voor juist te zijn, noch de aftrekme
thode, noch de methode waarbij „maar ge
geven" wordt. Beide toonen geen oog te
hebben voor de opvoedende kracht, die er
van het persoonlijk spaarsysteem kan uit
gaan. En toch verdient dit alle aanbe^
veling, daar zuinigheid, ingetogenheid en
arbeidzaamheid hierdoor worden aange
wakkerd. Een waarschuwend woord, nu
het nog niet te iaat is, is hier wellicht
niet misplaatst. Maar indien niet zóó, hoe
dan, zult gij vragen? Het komt ons voor,
dat geen „voorschrift" hier dient te wor
den aanbevolen, doch slechts dit principe
gehuldigd: eigen inspanning, al kan zij
niet behoeden voor behoeftigheid, behoort
te worden erkend en beloond. Elk geval;
dient op zichzelf te worden beschouwd
en, om de goede werking te bevorderen,
worde daaraan te voren ruime bekend»
heid gegeven, dus van nu aan.
1 Zoo blijkt dus, dat door de verzekering s-
wetten voor de diaconie de uitgaven wel
kunnen worden beperkt. Waar die beper
king noodig is, door noodlijdendheid der
diacconie is dit een „uitkomst" en waar
dit niet om die reden en tot dat doel
noodig is, schept dit een „gelegenheid orrt
andere broeders en zusters te beter te
helpen."
Elke medaille heeft twee .zijden en zoo
ook hier. Komen er eener.zijds gielden vrij
voor de verzekeringswetten, anderzijds bie
den deze aan de diaconie gelegenheid
om deze gelden te benutten tot berei
king van haar doel, wellicht van een
doel, dat tot heden buiten bereik bleef.
Wij zouden kunnen zeggen, dat de ver
zekeringswetten voor de diaconie een ge
legenheid te meer bieden om hare taak;
te vervullen. Deze gelegenheid bestaat
daar, waar de verzekerden door behoeftige
omstandigheden gevaar loopen hun recht
op rente te verliezen ofwel te zien ver
minderen. Waar in dergelijke omstandig
heden de helpende hand wordt uitgeste-
ken, helpt de diaconie dus om zich zelve
in de toekomst in bepaalde gevallen óf
niet óf minder noodig te maken. Een
dergelijk hoog standpunt zal uit den aard
der zaak slechts kunnen worden ingeno
men waar gezindheid tot zelfopoffering
aanwezig is. Waar duidelijk leeft het be
wustzijn, dat de diaconie er is niet om
zich zelf, doch om den arme.
Wij vertrouwen, dat onze diaconiën op
dit standpunt willen staan en zullen dan
ook met enkele voorbeelden duidelijk ma
ken in welke omstandigheden de diaconie
„aan de verzekering kan doen".
Voor de arbeiders van meer gevorder
den leeftijd zal tot him 65e jaar slechts
een bescheiden bedrag aan premiën wor
den betaald. Als overgangsmaatregel is nu
bepaald, dat de ouderdomsrente niet min
der zal zijn dan f 3.— mits voor den
arbeider een behoorlijk aantal pre
miën is betaald, m.a.w. indien het moge
lijke is gedaan.
Zoo is b.v. rekenend met de werke
loosheid, die door ouderdom wordt in de
hand gewerkt, bepaald, dat voor arbeiders
tusschen hun 60e en 65e jaar minstens
39 premiën per jaar moeten zijn betaald.
Het spreekt echter in dezen tijd en in
ons landbouwgebied helaas als een boek,
dat niet zelden het gevaar dreigt, dat
een oude landarbeider over m eer dan 13
weken per jaar werkeloos is en ook niet
in staat om zelf de ontbrekende premiën
aan te vullen. O.i. is hier een taak voor
de diaconie, niet om in al dergelijke ge
vallen maar premie .te betalen, maaT om
te onderzoeken, of dit noodig is en zoo
ja, dan te betalen. Zoo neen, met toe
genegen gemoed maar goeden raad n ie t
te betalen. Ook dit laatste kan voorkomen.
Ter illustratie wijzen wij er op, dat er
soms kinderen zijn, die wat vergeetachtig
zijn in het nakomen van hun kinderplich
ten. Om in dergelijke gevallen raadgevend
te kunnen optreden, is het noodig, voor
den Diaken, dat hij weet aan welke voor
waarden moet worden voldaan om het
recht op ouderdomsrente te doen vast
staan. Uit den aard der zaak wordt ook
hier den diaken geen „regel" aangegeven,
maar overtuigt hij zich in elk geval wat
gedaan behoort te worden.
Met nog sprekender voorbeeld kunnen,
wij aangeven de wenschelijkheid van dia-
conalen steun bij de premiebetaling in het
geval, dlat een arbeider-gezinshoofd in
de kracht van zijn leven door invaliditeit
wordt bedreigd. De Invaliditeitswet n.l.
geeft ook recht op rente, maar als voor
zichtigheidsmaatregel tegen bedrog is ook
hier een voorwaarde gesteld, n.l. daze, dat
eerst over 150 weken 150 zegels moeten
izijn geplakt. Welnu onze arbeider is door
een slepende kwaal aangetast en kan niets
meer verdienen. Zijn gezin leeft in sober©
omstandigheden en heeft nauwelijks ge
noeg voor het heden, zeker geen cent
te missen voor de toekomst. De renten
kaart ligt vergeten in een hoekje. Straks
zijn er 150 weken v oo r b ij en zou er
recht op pl.m. f187.Invaliditeitsrente
bestaan indien maar over elke week was
geplakt. Zou het geen aanbeveling; ver
dienen, indien hier de diaconie deed wat!
haar hand vond om te doen? En tijdig!
Zoowel in het belang van den zieken
broeder als in haar eigen belang.
Doch er is meer. De Invaliditeitswet
is niet aljeen bedoeld om tegen de gelde
lijke gevolgen van invaliditeit te verzeke
ren, doch tevens om, waar dit mogelijk
is ,deze te voorkomen. Laten wij ter
illustratie slechts even vertellen, dat se
dert 3 December 1919 in ons land reeds
1057 verzekerden voor rekening van het
Invaliditeitsfonds zijn verpleegd of onder
geneeskundige behandeling gesteld. Men
kan gerust zeggen, dat ook daardoor in
vele smartelijke wonden een druppel bal
sem is gegoten. Het Invaliditeitsfonds doet,
indien de kans op afwending van invalidi
teit aanwezig wordt geacht, alles om den
arbeider de middelen tot herstel te ver
schaffen, verplegings-, operatie- en reis
kosten, ja, indien noodzakelijk, ook be-
noodigdheden voor opname in een inrich
ting ais b.v. onderkleeding e.d., wordt
soms betaald, maarhet gezin
waar zal dat van leven? En nü komt
straks ook wel uit het Invaliditeitsfonds
- r-9- 'W ihr-Ö
W.) _o_
„Maar, Claude, het is niet uitgemaakt,
ik, „je weet, ik kan niet verwachten,i
gelukkig te zijn, of Gods tegenwoordige
eid te zullen genieten, indien 'ik Zijn
ïdenjk bevel ongehoorzaam zou zijn."
„Melk bevel bedoel je dan toch?", zei-
"Wer^eiÖk, May, dit is al te
K sloeg mijn Bijbel op en overhandigde
,ern dien; er was een teeken bij het
eis „ln den Brief aan de Corinthiërs,
n zijn bik werd somber, toen hij de
woorden las.
■L Wou, dat dat vers uit iederen Bij-
den' e-T were'(l is> werd uitgesne-
wili' Z61(k k°os> «ik zou wel eens
de n weten, voor hoeveel menschen het
hn„t°rza,a^ *s t>eweest van den ondergang
i.fe„ s; en hét is volkomen bela-
(bpj 1,' "el> May, ge kunt zelfs niet de
'tam n-E van dei tekst begrijpenge kunt)
zelfs niet in Wn en
e.
niet in 'tGrieksch lezen, en
op 'tpunt om al mijn plan-
en voornemens voor de toekomst
^ïucr te werpen, en al mijn geluk op
ereld te vernietigen, juist terwille
van dat eene, duistere vers."
„Ik kon niet nalaten op te merken,
hoe Claude zeer uitweidde over zijn eigen
plannen, en voornemens, en geluk op de
wereld ,en hoe hij dezaak geheel uit
zijn eigen gezichtspunt beschouwde, en in
't geheel niet van mijn kant.
„Neen, Claude," zeide ik, op kalmen
töon, „ik kan het niet in 'tGrieksch le
zen, maar ik begrijp er Wel zooveel van,
om volkomen zeker te zijn, dat, indien
ik zou toestemmen u te huwen, ik mijn
besten Vriend zou bedroeven, door onge
hoorzaam te zijn aan Zijn duidelijk bevel."
„Wel, May, dat toont juist, dat ge er
hoegenaamd niets van weet," zeide hij.
„Dat vers heeft evenveel met u uit te
staan, als met de tafel; het werd ge
sproken tot de Corinthiërs, die, vóór Pau-
lus tot hen predikte, onwetende heidenen
waren, en wat het bedoelt is, dat Christe-i
den niet met heidenen moeten trouwen.
Ek ben geen heiden, hoe slecht ge ook'
over mij schijnt te denken.
„Maar," antwoordde ik, „het spreekt
van ongeloovigen, en ongetwijfeld worden
zij daarmede bedoeld, die geen geloovi'-,
gen zijn. Claude, zijt gij een waar geloovige
in den Heere Jezus Christus Kunt ge eer
lijk zeggen, dat ge het zijt? Zoudt ge
willen, dat ge door de wereld een ge
loovige genoemd werd?"
aan het gezin van den verpleegden arbei
der iets ten goede, doch het blijft een
bescheiden hulp en een vastgesteld be
drag. Ook hier blijft noodig de Diaken, die
meeleeft en meevoelt, die troost en raadt
en verdere steun, niet volgens voorschrift
of regel, maar volgens behoefte kan
geven.
Op dit gebied is plaats voor samenwer
king tusschen het Overheidsinstituut de
Raad van Arbeid, die binnen de grenzen
der wettelijke bevoegdheid moet- blijven,
met de tekortkomingen aan eiken regel
verbonden ,en de Kerkelijke liefdadigheid,
die v r ij b e i d bezit om met alle bijzon
dere omstandigheden rekening te houden.
Samenwerking zou ongetwijfeld de huis-
genooten des geloofs de beste vruchtenj
van ei'g;en arbeid en inspanning door de
verzekeringswetten doen toekomen. Want,
het zij nog eens in herinnering gebracht,
de genoten uitikeeringen zijn vrucht van
eigen arbeid.
De verzekeringswetten toch bevatten in
principe niets, dat op barmhartigheid of
liefdadigheid vam overheidswege wijst. Wel
geeft de Staat gedurende een zeker aan/
tal jaren een toelage doch dit is slechtj
een overgangsmaatregel en te beschouwen
als een afbetaling van schuld gemaakt
door den Staat, die in verzuim was ge
bleven om den arbeider de helaas noodige
bescherming tegen maatschappelijke wan
toestanden te geven. In aansluiting hieraan
willen wij, tegenover de nadeelen van
den Staatsdwang wijzen op de voordeelen,
die daarmede gepaard gaan. Wij vestigen
er daarom uwe aandacht op, dat in
tegenstelling met hetgeen als de bestaans-
aanleiding van particuliere verzekering!
moet worden aangemerkt, winstbejag hier
is Uitgesloten. Ook daarom: wordt noch de
oude, noch de zwakke geweerd, terwijf
de onkosten worden betaald door den
Staat ,dus niet uit de premie van de
verzekerden. Dit laatste nu is een bijj
zonder te waardeeren zaak voor de arbei
ders, die behoorlijke zorg dragen voor
hun rentekaart, wijl zij toch nu niet in
't bijzonder de dupe worden van de na
latige en slordige arbeiders en werkgevers,
die driedubbele kosten veroorzaken. Het is
ongetwijfeld een mooie, schoon niet immer
gemakkelijke taak, om misverstanden uit
den weg te ruimen.
Een enkel woord dan nog om verkeerds
opvattingen, die op dat terrein rondwaren
te signaleeren. In de eerste plaats wel, dei
gedachte: o, met die verzekering zal het
zoo'n vaart niet loopen. Zoovelen hebben
de ouderdomsrente kosteloos gekre
gen, wij zullen het maar afwachten.
Het is ons menschen niet gegeven om
in de toekomst te zien en al onthouden;
we ons dus van voorspellingen, we kun-,
nen toch dit zeggen: zooals de zaken
thans staan, krijgt niemand, die op
3 December 1919 jonger dan 65 jaar was,
(rente zonder premiebetaling. Voor de oude-
(ren dan 35 jaar gaat wat de verplichte
verzekering betreft op 3 December a.s.
de deur onherroepelijk dicht en wat de
Vrijwillige Ouderdomsverkering betreft
op 3 December a.s. zoover dicht, dat
niemand zonder zichzelf- te benadeelen toe
treding tot de verzekering tot na dien
datum kan uitstellen. Het is vooral hierom,
dat een aansporing om thans de hand
aan den ploeg te slaan, reden van be-
Claude kon deze vraag niet beantwoor
den daarom haastte hij zich óm het
gesprek een geheel andere wending te
geven.
„En dus oordeelt ge uzelve te goed
voor mij, May, dat is de zaak! Ge vindt
uzelve veel te heilig, om met een armen
iheiden, zooals ik, te worden verbonden!"
„Neen, C'laude, dat is het inderdaad
niet," zeide ik, „waarlijk niet. Ik ben
in 't geheel niet goed; zeer, zeer verre er
vandaan; maar toch vertrouw ik, dat ik tot
Jezus ben gekomen, en dat ik in Heml
geloof. Ja, ofschoon ik zeer onvolmaakt,
en vol zonden ben, toch, o Claude, hoop
ik, dat ik een geloovige ben," zeide ik,
met tranen in de oogen.
„Ja, lieveling,' 'zeide Claude, op geheel
anderen toon, „ik weet, dat je heel goed
zijt ik wensch somtijds, dat ik meer
op je geleek. Zoudt ge me niet willen hel
pen, om beter te worden, May? Zoudt ge
me niet voor mijzelf willen behoeden, en
mij' willen leeren beminnen, wat gij' lief-
hebt? Kom, May, het is mijn 'laatste
kans; ge wilt me toch zeker niet af
wijzen?"
En Claude hield mijn hand vast en zag
mij smeekend aan.
Het was een vreeselijke verzoeking, en
er ontstond een hevige strijd in mijn ge
moed. Zoolang Claude boos en ongeduldig
staan heeft. In de tweede plaats willen
wij als onjuist signaleeren de gedachte,
dat de invaliditeitswet alleen verzekert
tegen ouderdomsrente. Niets is minder
juist. De genoemde cijfers hebben het
wel reeds bewezen; behalve ouderdoms
rente wordt weduwen-, weezen- en inva
liditeitsrente uitgekeerd, terwijl, indien
voorkoming van invaliditeit mogelijk is,
ook genees- en heelkundige behandeling-
wordt verleend. Het zij terloops opgemerkt,
dat hierdoor ook aan de weduwen van
arbeiders, die in het genot zijn geweest
van ouderdomsrente waarvoor pre
miën zijn betaald geworden we-
duwenrente toekomt.
Wanneer deze vrouwen dan ook zelf
zorgen, zoo noodig met behulp van de
vrijwillige ouderdomsverzekering, dat zij
voor f3.ouderdomsrente zijn verze
kerd, zullen zij straks als weduwe bo
ven de genoemde f3.nog f3.60 wedu-
wenrente genieten. Moge vooral dit, nu
het nog niet te laat is, door geen diaco
nie worden over het hoofd gezien.
In de derde plaats noemen wij de mee
ning, dat de ouderdomsrente niet meer
dan f3 kan bedragen. Het is hierbij met
de verzekering als met een jonge aan
planting. Het ziet in den aanvang nog wat
ijl en dun aan. Komen we echter tot een
normalen toestand volgens de thans be
staande wetten, dan kunnen zoowel ouder-
doms- als invaliditeitsjrente tot f6 oploo-
pen. Bij de gedachte, die mogelijk bij)
u zou opkomen dat dit nog maar zeer
bescheiden is willen wij opmerken:
lo. dat binnenkort met verhooging van
de loongrenzen ook te wachten is verhoo
ging van premiën en dus ook verhooging
der renten.
2o. dat deze verzekering niet is be
doeld om volledig schadeloos te stellen,
hetwelk „uit voorzichtigheidsoogpunt ge-
izien, ook alle waardeering; verdient, ter
wijl door vrijwillige verzekering de renten
kunnen worden verhoogd.
Reclames.
De Toestand.
De toestand in Opper-Silezië is, inge
volge het gisteren door ons reeds ver
melde ultimatum aan generaal Höfer en
diens weigering oim aan de entente-
eis-chen gevolg te geven, opnieuw hoogst
ernstig geworden. Genoemde Duitsche ge
neraal had reeds een onderhoud met den
opperbevelhebber der Engelsche troepen,
generaal Henniker. Het onderhoud was
zeer vriendschappelijk, maar Henniker
verklaarde, dat hij slechts het uitvoerend
orgaan was der geallieerden en geen
eigen volmacht had over zijn troepen.
Hij was verplicht, zeide hij, de Duitsche
Selbstschutz een verder oprukken te ver
bieden. Een zelfde verbod hadden echter
ook de insurgenten ontvangen en indien
deze zich daaraan niet stoorden, zouden
ze de Engelsche troepen op hun weg vin
den. De insurgenten denken er intussehen
heelemaal niet aan, hun aanvallen te sta
ken, en daar zij zich voortdurend meer
versterken, gelooft men, dat ondanks het
ultimatum spoedig wel een samengaan
van de Duitsche Selbstschutz met de
geallieerden tot stand zal komen.
Ook het station van Beuthen is nu
IW 'Ui' UW I—I I lliwmfjl I «iiOWIMWHm IHIII|I*g
was geweest, was het betrekkelijk ge
makkelijk om standvastig te zijn, maar nu,
nu die stem zoo smeekend en zoo teeder
waswa®, nu die hand .zoo liefderijk op de
mijne werd gelegd, nu zijn oogen werkelijk
vól tranen stonden, gevoelde ik, dat mijn
besluit aan 'twankelen werd gebracht, en
dat mijn geloof begon -te verzwakken.
Indien, bij shot van rekening, Claude
gelijk had, wat dan? Wat, indien ik in
derdaad het (middel mocht zijn, om hem tot
betere dingen te leiden? Juffrouw Richards
scheen 'dat te denken, en juffrouw Ri
chards was een goede vrouw.
En toch ,mijn geweten zeide mij dui
delijk genoeg, dat de meening eener goede)
vrouw geen verkeerde daad goed kon;
maken. Was het in Gods oog goed of
verkeerd? Dat was de vraag, en telkens
wanneer ik mijn hart die vraag deed,
kwam hetzelfde antwoord, in duidelijke,
ondubbelzinnige woorden: „Trekt niet een
ongelijk juk aan met de ongeloovigen",
Ik zag het pad, dat plicht mij aanwees,
duidelijk voor mij, een moeilijk pad, zóó
moeilijk, dat ik er bijna aan wanhoopte,
poit in staat te zullen zijn, het te betreden.
De verzoeking was inderdaad hevig en
sterk, en ik stond op het punt van te
bezwijken. Claude zag dit, en sprak nog
teederder, en maakte zooveel mogelijk ge
bruik van het voordeel, dat hij had ver-
Tegen verstopping
gebruike men Foster's Maagpillen, een
uitstekend, geen gewoonte vormend
laxeermiddel. Prijs f0.65 per flacon, al
om verkrijgbaar. (5)
door opstandelingen bezet. Naar berich
ten van ooggetuigen staan daar 30 groote
machinegeweren opgesteld, welke den
grooten stationsweg en de omliggende
stadsgedeelten beheersehen. Dagelijks
neemt het aantal pantsertreinen aan 'Pool-
sche zijde toe.
In Kattowitz, zijn nu ook 2 treinen met
400 Poolsche rebellen aangekomen. Er
wordt daar op het spoorweg-emplacement
druk geroofd en geplunderd.
De Engelschen laten het er echter
ook niet bij zitten. Zij voeren voortdu
rend versterkingen aan. Wat dan ook wel,
gezien de Poolsche brutaliteit, noodig is.
De gruwelen in Armenië.
Nu te Berlijn het proces aan den
gang is tegen den moordenaar van Ta-
laad Piacha komt zoo eens een en ander
aan 't licht betreffende de moorden in
Armenië, die, gelijk men weet, op reke
ning der Turken moeten geschreven wor
den.
Zoo luidde op zekeren dag het bevel,
dat de Armeniërs in de Mesopotamische
woestijn moesten worden gedreven. Vaii
de "Oost-Anatolische-Armeensche bevol
king is nauwelijks 10 pet. aangekomen.
De andere mannen, vrouwen en kinderen
;zijn onderweg, door honger, ziekte en
moorden gestorven. Volgens 'het oordeel
van den Duitschen gezant in Constanti-
nopel zijn 1 millioen Armeensche man
nen, vrouwen en 'kinderen omgekomen.
Systematisch en op de gruwzaamste
wijze werden de gedeporteerden ter dood
gebracht. Zoodra de concentratie-kampen
overvol waren, werden de Armeniërs bij
massa's in de woestijn gedreven en al-
daar gedood. Het wias het doel der Turken
j een geheel volk Uit te roeien. 'Slechts
met de brutaalste en meest onmensche-
i lijke methoden kon in zoo'n korten tijd
j een millioen menschen worden gedood.
Gespaard bleven slechts 200.000 Arme-
I niërs in Constantinopel, Smyrna en'Alep-
p°-
De oversiroomingen ie Colorado.
Zaterdag is Puebio nog, door een twee-
j de wolkbreuk geteisterd. Twee clammen
in de bergen boven de £tad zijn boven-
j dien bezweken. Opnieuw hadden över-
Stroomingen plaats, waardoor nu do oogst
j der boeren is vernield. Voorts wordt uit
Denver gemeld, dat ook de Platte-rivisr
buiten haar overs is getreden. Nieuws
slachtoffers hebben de jongste overstroo
mingen niet geëischt. Van de 250 dooden
zijn er ondanks de ontzettende moeilijk
heden van het reddingswerk 100 ge
borgen. Soldaten vonden in een woning
een moeder, wie het water 'tot de schou
ders kwam en die haar kind boven haar
hoofd hield. Gedurende verscheidene uren
moet zij in deze houding hebben gestaan.
Een Hohenzollern-proces.
Een pijnlijke familiegeschiedenis in liet
huis Hoihënzollelrn wordt op' het oogen-
blik, door een civiel proces voor het
landsgerecht te Potsdam weer opgerar
keld. Het proces, is door de vroegere,
de laatste jaren gescheiden gemalin van
prins Joachim van Pruisen, (keizer AVil-
helm's jongste zoon, die onlangs zelf
moord pleegde) aanhangig gemaakt tegen
kregen.
Mijn hart riep tot God om hulp. Mijn ge
bed kwam niet over mijn lippen, zelfs in
gedachte had ik de woorden niet gerang
schikt, maar het was opgerezen uit het
diepst mijner ziel, en het bleef niet on
beantwoord. Op dit oogenblik kwamen mij
vjer woorden voor den geest, die mij in
staat stelden, de overwinning te behalen.
Zoo duidelijk, alsof de zonnestralen, die
door het venster naar binnen stroomden,
ze op den muur der kamer hadden ge»
schreven, schitterden mij deze woorden
tegen: „Om Mijns Naam wü".
Ja! hier was een beweegreden, sterk
genoeg om mij in staat te stellen, de
grootste verzoeking, ja, al de begeerten en
wenschen mijns harten, die mij tot onge
hoorzaamheid aan het bevel mijns Heeren
brachten, te overwinnen. „Om Mijns
Naams wil; is bet te veel, om voor Mij
te lijden?" hoorde ik Hem vragen; en
in een oogenblik drong zich al Zijn on
eindige liefde voor mij, al Zijn zelfver»
loochening, om mijnentwil, al Zijn arbeid
der ziel, al wat Hij deed, om mij te red
den en te zegenen, in mijn gemoed op
en werd gevolgd door de vraag: „Dit alles
heb ik voor u geleden, wat doet gij' voor
Mij?"
1 1 S T: SST '""'"Ft j
(Wordt rerrolgd.)