/fl
ttrgmu
ÊÊfM
Mm?
ÊÈSÈÊÊÊ^
t/o
JWLAND
Huis en Erf,
d£ed ik een goede keus?
KRUIDENIERSZAAK/
DRIELINGPAARD./ j
0
fp:%
ing b« iisckrjjii
trNov6mherVf925,0"S'
Aren 23 Cen«a
arsdorp, in Noords»
na in pacht bij d™«g|
vingen in te leveren
an den Notaris p Va»
e HeinkenszanJ 'M
e Heinkenszand
2 borgen, vóór 0f
°PI
Sfival ter overname amiyeDOMi
ROOD BAKKERIJ
n flink bestaan opUvsrtl
sschenpersonenDes».
kan een gedeelte als 9
k op de zaak gevest
£aGoJ'tto 8»J
mp bij inschrijving.
deor de Wed HOOQI,'
-GoKREKteRilland-Bah
karden op 1B Juni 192}
ïn te leveren vóór of si
s voormiddags te elf ure
ngenoemd adres.
1
TE KOOP:
Jarige bruine «flerris
agend), mak in alle tui. i
HTS, Baarsdorp. fjj'*
jevraagdi
O Dz Vlissingen bij Zwa. I
TE KOOP:
Ddbonte KALFVAARSI
aan de rekening, r. sj
T8E, Gapinge. ff
LINNENKAST. (MS
OOP: mahonie Linnenkast I
faire.
J. A. ROTH, Molenberg I
Middelburg
TE KOOP:
y, 12 jaar, 2 Hitte-Kar/ei, I
eg en een Turk, bij] J. DE
Domburg, C 30
Karren,
te
WISSE SzDomburg,
TE KOOP:
NDERHOUD, Kanaalstr.,
e Wesfer-ScheM*
nadere aankondigin?
ens.
25 9.60 11.27, na®' 2~
□0 Q
LO 10.40 12.03 nam, w»
10 35, n.m. 2.- §-g
12.03, n.m. 3.3» Ö1U
:en.
10.50 nain. 2.30
nam. 2.4.15
10.50 D.m. 2.30
g n.m. 5.4U
veer 20 minuten na
"ff
Slttl
üiaanaa^ Mei 19%
ér
KOOP OF IN RUIL
te Hlenwagen op nieuwe I
assen en een vierbalk
ïgge.
7agenmakerij Oostkapelle. I
- L
TE KOOP: /J
i vette Stieren,"
FSOUW Hz., Westkapelle, I
Koewachter
bij J. VERMEULE Sr,,
[endrikskinderen.
It zich aan n\
EN CHAUFFEUR. 1
negen om op lastvvag
Brieven onder
Bur. v. d. bladteSoW
iw YAN RAALTE-Botó
1 Bankert 50, Vlissingen,
gen 1 Juli a s. een
T koken en ^elfstanjl
Zich aan te melden
-9 uur n.m. f l
Uitgave van
,ml Venn. LUCTOR ET EMËfUHJ,
F*gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
,aNGE VORSTSTRAAT 70,
(Telefoon No. lij.
Bureau te Middelburg:
I j„A F. P. DHUIJ - L. BU.RG,
Drukkers:
;,#st#rbaan Le Cointre, Goes.
Kb.# fe
tlx FM-Ah
/C-": fï
-r/ kzr
/'-<
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG
Abonnementsprijs!
Prqs per 3 maanden £r. p. post £3,—
Losse nummers £0,Qf.
Prjjs der Advertentiëni
14 regels £1.20, elke regel meer 30 eer
Bij abonnement belangrijke korting.
Bewijsnummers 5 cent.
s* iKtaamMVMiMii jii« -*r*#*v.>w«fKnv.rvHsw sw»v»'w uow •^•*K*Küo«xJKU»3WiS»r-
VI vVvar.'>-£Z.XJ#KT
NABETRACHTING.
ne tweedaagsche discussie in de Tvvee-
j|-amer geeft ons aanleiding tot het
maken van enkele opmerkingen.
I„ dc eerste plaats, dat de leuling der
jWjnnig-demcKraten berust bij een man,
lie de zelfbeheersching schijnt to missen,
deze taak naar bebooren te vervullen.
De heer Marchant is de loslippige man,
die al meermalen zijn subjectieve ver
moedens als objectieve waarheden heeft
i vastgesteld, van welke de tastbare on waar
heid'ten slotte door licm zeiven moest
Lorden erkend.
Van hem is de qualiticatie omtrent den
beer Idenburg: tie huichelaar, die oip den
troon van Buitenzorg zit. En ook nu
staat weer van hem geboekstaafd de uit
val omtrent een medodeelmg van minis'-
ter van Karnebeckdat loog li ijl;, hier
mede den minister beschuldigende den
j Amerikaanschen gezant opzettelijk te heb
ben misleid. Een kind begrijpt, dat een
staatsman met een zoodanig oppervlakki
ge kijk op de personen en daden zijner
I politieke tegenstanders de vereischten
voor het leiderschap ecner politieke paï-
ltij of partijgroep nog krijgen moet.
Dat wint de heer DresSelhuijS, de chef
van den Vrijheidsbond, verre van hem.
Zelfs de heer Troelstra, bij wien liet Frie-
sche bloed somwijlen bedenkelijk opbrui
sen kan, staat in dat opzicht boven hem.
Toch mag ter andei'er zijde met waar-
deering ook voor het eerlijke karakter van
dezen staatsman geconstateerd, dat hij'
zjjne „vergissingen" ook weer even open
lijk herstelt, als hij ze heeft uitgesproken.
Zijne beschuldiging togeu den heer Idon-
bmg heeft hij later ridderlijk herroepen,
'en voor zijn uitval van Donderdag tegen
den minister van buitenlandsche zaken
beeft hij in de zitting van Vrijdag dezen
bewindsman zijn verontschuldiging aange-
boden.
Die beschuldiging was dan ook al te
kras geweest. Zoo kras, dat zelfs mr.
Troelstra haar niet wenschte te onder
schrijven.
Voor de openlijke zelfbeschuldiging, die
uit mr. Marcbants „amende honorable"
bleek, mag: men allen lof hebben; doch
men gevoelt, zoo' iets moet een hoog
staand staatsman, doorkneed als 'hij in
de leer van het recht, niet al te vaak
behoeven te doen, hij verspeelt er te
zeer zijn prestige mee.
In de tweede plaats.is weer duidelijk
uitgekomen hoe de p'olitieke atmosfeer 'is
bezwangerd met wat wij zouden noemen
..licgentiai lionèlercl-twee-en-twin t'g.plannen".
Het kabinet, dat in 1918 optrad als
de reddende engel der linksche partijen,
I die onmachtig waren het stel staatslie-
I den to leveren voor een linksch kabinet,
wordt met ongcduldigen liaast steeds fel
ler door deze zelfde heeren van links be-
I stookt. De paarden hebben nu lang genoeg
I °P Stal gestaan, zij steigeren van verlan-
I gen naar de groene weiden der vrijheidi
I zij hunkeren naar den dag, dat hun de
I teugels van het bewind in den schoot
zullen vallen; 't is of zij niet langer
wachten kunnen. Daartoe moet een wig
I gedreven worden In de coalitie; moeten
T de rechtsche partijen wórden voorgesteld f
Ijils de lafaards, die niet durven ingaan
I tegen de plannen der regeering, als de l
I utlooze malcontenten, die mompelend en
I mopperend achter .haar aankruipen, en j
l. Politieke gevangenen, die tot niets
I meer m staat zijn, 'dan af en toe eensl
o rammelen met hunne ketenen. .1
Erger nog: do bedoeling is doorzichtig
•om de partijen der coalitie op (e zetten
tegen elkander: do anti-revolutionairen
tegen de Roomschen, en de, Christelijk-
historisclien tegen de anti revolutionairen.
Waar dan nu nog bijkwam het schande
lijke pogen der sociaal-democraten om
een lak te leggen opden Voorzitter en j
den vice-voorzitter van ons Centraal-Co- j
mité, en gelijk in 1908 door hun aan-
randing van den persoon van dr. Kuyper, 1
nu door lasterlijke schimpscheuten op den j
persoon van den heer Colijn de anti-revo- i
iutionaire partij in disorediet (e brengen, j
De heele. discussie werd van die zijde
met dit kennelijk doel gevoerd.
Hierin stonden de vrijzinnig-democraten
en communisten hen 'dapper ter zijde.
Ook de vrijiZinn i :g- democrat en
Men leze maar het Kort Verslag er
opi na, en besludeere onder anderen do j
interrupties dezer heeren.J)
I
In de dorde plaats is, meer nog dan
vroeger, aan het licht gekomen de lage
taktiek om het kabinet nu reeds weg te
werken; niet in eens, dat zou hun niet
gelegen komen, maar bij' gedeelten; al
geruimen tijd bleek, dat in de poging om,
door telkens een minister ©r uit weg te
schieten het kabinet zoodanig te verzwak
ken, dat het zoogenaamd uit eigen zwakte
ineen zou storten. Hun pers is reeds
bezig, ook uit dit Djambi-debat den volke
„de uiterste broosheid" voor te houden,
waarin het kabinet „in de schatting zelfs
ook van de rechterzijde", zoo' wordt eir
O'.a. door IIet Handelsblad brutaal
bij gezegd, is weggezonken.
Zoo moesten achtereenvolgens twee mi
nisters van marine en een van oorlog het
veld ruimen, wercl de minister van land
bouw herhaaldelijk onder vuur genomen,
moest den minister van financiën de voet
worden dwars gezet, en moest de minister
van koloniën al aanstonds als onbekwaam
worden te kijk gezet.
Dat een enkele staatsman van rechts,
in een oogenblik van gebrek aan politiek
doorzicht door afstemming van wetsont
werpen, deze omkegelingstaktiek in de
hand werkte, doet aan de juistheid onzer
opmerking natuurlijk niets, af. En
wie haar tot dusver betwijfelden, zullen
nu door de verwoede aanvallen op' den
minister van koloniën, waaraan allen mee
deden, dan nu zeker wel overtuigd zijn ge
worden. Het, werd trouwens rondweg uit
gesproken, dat deza minister weg moest;
en niet onduidelijk liet men in den rooden
hoek doorschemeren, dat het niet- alleen
ging oma 'hem,, maar ook, en meer
noigi, oma Galvijn. Dc,z,e sliaiaitislmian,
die in 1922 voor goed de politieke
leiding der partij hoopt op zich te nemen,
moest bereids worden onmogelijk ge
maakt. Men ruikt 1922, en men ziet
Colijn. De heer Troelstra ontzag zich!
zelfs niet om te zeggendeze heele zaak
ruikt naar petroleum en rijksdaalders.
In de vierde plaats geeft de discussie
F£U8LLETOW„
I 4)
1 —o
tif!''!) ®ev0el vai! mijn volstrekte nie-
lnvo™ i.?n ^«Hwlendheid in Gods oog
1 ,w'eldlgde,mii z0°danig, dat ik er bijna
i ,V1( verPletterd werd. Wie was ik
a,m hT dat 'k zou durven twijfelen
Ineflfi'Ki ?eei\^°J mÜ ia Zijn wonderlijke,
WeEPn»1^ goedheid had geopenbaard,
voor mi; Zeer "^gebreide kennis, die
dit n- J wonderbaar was; zoo hoog,
0,knze «et kon bereiken?
Inaar'rin66^ z<dde i'c' toea, ik opkeek
Jn M er mede tevre-
I wooivi een klein kind ben, Uw
en met kinderlijk geloof,
j jfest bPri .te en te klein van
ik toch Mijl volle te begrijpen, wil
r 2egd hek °,mdat Gli het niiJ êe'
moet zjjn omdat Uav Woord waar
bad, lcwalmT lu deze woorden gezegd
„Want nu 7f J Vers voor den geest:
eeo duister©01,1 d°°r een spiegel in
i-wij 2je c rede; maar alsdan zullen
nu ken ii- 't ^gezicht tot aangezicht;
I ik kennen »!r, el<T; maar alsdan zafl.
I» zoudedalv ik Sekend ben".
S komen wanneer, in een
J) Nadat de heer Dresselhuys zjj'n motie
had voorgelezen, interrumpeerde do heer Kete
laar
Jammer dat hij daarvoor 'niet behoeft weg
te gaali.
Toeh de heer Dresselhuys op 'grond van
het Orahjeboek zeiuit tie nota van Mei va,n
den Minister van Buitemlandsche Zaken blijkt
dat hij' de'n gezant h:ad meegedeeld dat de
Djambi-aahgelegenheid afgedaan was, riep de
heer Marchalit
Dat loog hfj.
W—P—WO—nil III IWMMBMMMBm! I Uil I I IWU
andere wereld, mijn geest versterkt zou
Xvorden om deze moeilijke zaken, die mij
nu deden ontstellen, te begrijpen deze
'dingen', die ik slechts ten deele ken, en
die, om dezelfde reden, juist omdat ik
'er slechts een gedeelte van weet, mqf
zoo verward en geheimzinnig toeschenen.
En toen kwam er nog een gedachte
bij mij op, die mij misschien meer dan
iets anders verontrustte, en het was deze
ik had zelve ondervonden, dat de Bijbel
waar was. Ik wist bij eigen ervaring,
dat het 't Woord van den God der waar
heid was. 'Ik had gebeden, en mijn ge
beden waren reeds menigmaal verhoord.
Ik had gepleit op de beloften, en had!
bevonden dat ze voor mij in al mijne,
nooden werden vervuld. Ik had in me-
nigen tijd van onrust weer steun ge
zocht bij de verhevene, oude waarheden
des Bijbels, en had nooit bevonden, dat
ze mij teleurstelden.
Honderd boeken, door de knapste man
nen geschreven, zouden mij niet kunnep
overtuigen, dat de Bijbel slechts een men-
schelijk product was, want ik had er
in gevonden, wat ik in geen ander boek
gevonden had vrede voor een ontrust
geweten, troost in smart, overwinning
over de zonde.
Dien nacht legde ik mij opnieuw ver
sterkt en getroost ter ruste, terwijl mijn
twijfelingen geheel weggenomen waren, en
aanleiding tot het trekken van do paral
lel tusschen Treub en "Dresselhuijs en
tusschen Troelstra en Wijnkoop.
Treub, de onberekenbare, wiens gan-
sche politieke leven één kleurenschakee-
ring van raadselen vertoont, doch die
de sluippaden schuwt; en Dresselhuijs,
de gewiekste, voor wien partijpolitiek ook
wel het hoogste is, gelijk bij .zijn vriend,
doch die daarbij de blanke oprechtheid
schuwt. Wij zagen het weer bij do toe
lichting zijner motie. Het stond vast, dat
het kabinet, en ook de beide aangevallen
ministers de Graaft' en v. Karnebeek on
schuldig waren aan liet ten laste gelegde.
AangetO'ond (en aanvaard) werd dat
er alleszins reden Was voor aanraking met
de Bataiafsche, die niet onder invloed van
Engeland 'staat, dat nog andere vrucht
bare terreinen aanwezig zijn voor petro-
'leum-ontginning, dat Amerika in zijn brie
ven niet alleen Nederland, maar alle lan
den op 't oog had; dat de minister van
koloniën, toen hij 26 April het bewuste
stuk (waarover reeds toen zoo'n herrie
Was gemaakt ,als ware hier misleiding in
't spel) in den zak had, niet wist, dat
Amerika van plan was, het te publicee-
renenz.
Toch handhaafde Dresselhuijs zijn mo
tie, die de afstraffing, inhield, -zij 't ook
een zachte; en zulks terwijl hij wist, dat
er een minister en allicht 't heele kabi
net op vallen konvolhardende hij derhalve
bij zijn onuitgesproken taktiek: het kabi
net door afbrokkeling te verzwakken. An
ders dan Treub, die ronduit uitsprak het
heengaan van het leabinet te verlangen,
doch niet nu.
En wat de beide roode aanvallers Troel-
stra en Wijnkoop aangaat, is weer' geble-
ken, d,at de communist de kunst
van manoeuvreeren beter verstaat dan
de leider der sociaal-democraten.
Terwijl Troelstra den stormram opzette
tegen het kabinet, doch den minister van
buitenlandsche zaken wilde sparen, stel
de Wijnkoop voor „inzonderheid ook" de
zen te treffen, o.m daardoor do socialis
ten in de moeilijkheid te brengen; die
door tegen te stemmen zich met cle rech
terzijde om 't kabinet hadden moeten
scharen, wiat toch ook niet ging; en door
voor te stemmen, ontrouw zouden moeten
Worden aan hunne opvatting, dat bedoel
de minister geen blaam trof. Waarop
Troelstra, een goed gezicht trekkend bij
een kwaad spel zich voor die motie
verklaarde, mits Wijnkoop dat „inzonder
heid" schrapte, doch „ook" staan liet.
Een schijnconcessie welke Wijnkoop in
een ironisch speech]© genadiglijk verleen
de. Dat Wijnkoop dezen zet deed, en
Troelstra geen beteren tegenzet dan dezen
wist, doet zien, dat deze laatste sedert
1 Nov. 1918 in zijn qualiteit van staats
man er minder op vooruit gegaan is dan
zijn vroegere medestander; gezwegen nog
van de meerdere oprechtheid van hande
ling, die uit 't optreden van dezen laatste
sprak.
i
In de vijfde plaats: 'ti's te begrijpen, dat
een debat, waaraan zooveel onware poli
tiek ten grondslag ligt, moest overloopen
van tegenstrijdigheden. Wij noemen er
enkele:
lo. De heer Treub zei: aanneming der
motie-Alberda kan een kabinetscrisis ten
gevolge hebben, en dit wensch ik niefc
Waarop de heer Schaper inviel: Dat is
diep te betreuren. En zie toen 1
later de heer Alberda zijn motie wijzigde,
zoodat alleen de minister van koloniën
ik herinner mij niet, dat ze ooit tot mij
terugkeerden.
Maar Claude, wat kon ik voor hem
doen? Ik kon niets anders doen dan voor
hem bidden, want hij gaf mij nooit ge
legenheid om weer tot hem te spreken
over hetgeen mij zoo verontrust had.
Zijn studietijd ging voorbij, en telkens,
als hij met vacantie tehuis was, kwam
hij ons herhaaldelijk bezoeken, en tel
kens, wanneer hij kwam, gevoelde ik er
mij vaster van overtuigd, dat zijn nieuwe
inzichten zijn karakter niet hadden ver
beterd. Nu en dan had hij een heerscht
zuchtige en verwaande manier van doen,
zo.oals hij nooit te voren gehad had, en
hij keek rusteloos en ontevreden, alsof
er iets was, .waaraan zijn geest teif
prooi was.
En toch was Claude zeer vriendelijk
voor ons, voor Maggie en voor mij. Hij
kwam nooit tehuis, zonder ons 'teen of
ander klein geschenk mede te brengen,,
en hij scheen ons gezelschap nimmer
moede.
HOOFDSTUK II.
M ij n keus.
Ongeveer zes weken voor den tijd, waar
op mijn kleine geschiedenis begint, had
ik een dag in de pastorie doorgebracht.
Ik ging daar toen niet dikwijls heen, maar
Claude was weg, en zijn tante, juffrouw
getroffen werd en dus niet het heele
kabinet, wat de heer Schaper verlangd
had, toen protesteerde hij niet en stem
de er voor, derhalve dat het kabinet kon'
aanblijven, hetgeen hij zoo pas nog zoo
diep te betreuren vond.
2o. De heer v. Rijckevorsel betoogde
dat de Amerikaansche regeering op de
onze pressie had uitgeoefend van minder
vriendelijk gehalte, welke houding door
de sociaal-democraten werd op den voor
grond geschoven om hun aanval op flen
minister van koloniën te billijken. Maar
dan had toch bij publiceering daarvan me
nigeen die nu tegen het Djambi-ontwerp
stemde, er voor gestemd om ons vrijstaan
van Amerika te constateeren. En toch
stelden de sociaal-clemocraten, dus we
tende dat bet. Djambi-ontwerp, weer in
gediend, nu veel meer stemmen zou ver
werven, nu voor om het ontwerp opnieuw
te doen behandelen!
3o. De gewijzigde motie-Alberda hield
in, dat de minister van koloniën gezon
digd had, en niet het heele kabinet aan-i
sprakelijk moest gesteld worden voor het
gepleegde „verzuim". Zij schakelden bij
zonder den minister van buitenlandsche
zaken- uit. De heer Troelstra sprak
zelfs woorden y;an lof aan zijn
adres. En ;zie deze verklaarde toch
te zullen stemmen voor de motie-v. JRa-
vestein, waarin de heele regeering en „dusi
oo!k, de minister van buitenlandsche za
ken" zoo stond het er uitdrukkelijk
bij! werd aansprakelijk gesteld, een
motie, bij welker aanneming het kabinet,
en dus. ook de minister van buitenland
sche zaken, dien Troelstra juist niet. wou
treffen, integendeel behouden wilde, tot
aftreden zou zijn gedwongen. Toch stemde
Troelstra en stemden aïle sociaal-demo
craten voor de motie!
4o. De discussie was, van de zijde der
interpellanten Alberda en Van Ravestein,
een eeresaluut van Nederlandsche socia
listen en communisten aan het Amerikaan
sche imperialisme.
Het gebeurt wel meer dat de uitersten
elkander raken.
Ten slotte nog een paar opmerkingen
in verband met het peil.
De Nederlander merkt op
De heer Treub begon zijn rede met
op te merken, dat hij geen enkel aandeel
in de een of andere olie-maatschappij had.
Deze opmerking van den ouden parle
mentariër sneed in. Zij 'typeerde het punt,
waarop de waardigheid der Kamer en
haar noodzakelijke objectiviteit was ge
daald. 'tWerd blijkbaar noodig zijn inte
griteit te markeeren. 'tKon niet anders
dan herhaald Worden, dat de sociaal-dlelmo-
cratische fractie voor de sfeer zorgen,
een sfeer van verdachtmaking, waardooij
dergelijke opmerkingen als van den heer
Treub' gewettigd werden!
En Het Handelsblad vertelt
En evenmin tot verheffing van het par
lementaire peil strekken de luidruchtige
temperamentsuitingen van den heer Klee-
rekoper. Maar eene daarvan gaf bederf
aanleiding tot een vermakelijk tooneel.
Deze afgevaardigde zat, onder de rede van
den heer Rutgers, op een der voorste
banken van rechts luidkeels te interruni-
peeren, toen opeens de heer Van der
Molen achter hem versoheen en hem'
kort en krachtijg iets toevoegde. Nu is
de heer Kleere,koper een van de allerklein
ste eji de heer Van der Molen een van
de allergrootste leden van de Kamer, hij'
keek om en toen hij daar die groote
Richards, die daar, sedert den dood van
Claude's moeder woonde, uoodigde mij
uit om den namiddag bij haar door te
brengen. Claude had juist Oxford verla
ten, en logeerde gedurende menige wekeni
met eenige vrienden in Schotland, voor
hij zich tehuis ging vestigen.
Na het middagmaal brachten juffrouw
Richards en ik ons werk naar het koe
peltje, en bleven daar zitten tot den avond.
Wij spraken over verschillende onderwer
pen, over het dorp, over de menscheri
uit den omtrek, over de gezondheid van
ds Ellis, en over vele andere dingen'.
En toen spraken wij over 'Claude.
„Het zal zeer prettig zijn Claude weer
tehuis te hebben", zeide juffrouw Ri
chards, „het huis is zoo somber, wan
neer hij weg is".
„Ja", zeide ik, „gij moet hem wel erg
missen, juffrouw Richards, maar ik ver-
veronderstel, dat hij niet lang tehuis zal
zijn; wanneer kan hij optreden als predi
kant?"
Zij antwoordde mij niet terstond, en
toen ik opkeek, zag ik, dat haar gezicht
zeer verontrustend en smartvol stond,
toen zij zich over haar werk hoog.
„Claude wordt geen predikant, May",
zeide zij eindelijk; „ik denk dat dat nu
volkomen beslist is".
„Waarom niet, juffrouw Richards?"
vroeg ik verbaasd; „ik dacht, dat dat
Rec!&m$s.
Indien gezond, blijf gezond.
Maak geen gewoonte van het gebruiken
van geneesmiddelen. Als gij ziek zijt, hebt
gij waarschijnlijk medicijnen noodig. Maar
zoodra gij weder gezond zijt, dient gij met
het gebruik op te houden. Zorgzame ge
woonten, lichaamsoefeningen, eenvoudig
voedsel, goede ontlasting, en geregelde,
verkwikkende slaap dienen u gezond te
houden. J
Wees blij, als gij vrij zgt van verschijn
selen van nierzwakhe. Als gij er aan twij
felt, kunnen Foster's Rugpijn Nieren Pil
len u helpen. Dit geneesmiddel schept
geen gewoonte-vorming.
Onderzoek u zelf. Ontwaakt gij 's mor
gens met een doffe, kloppende pijn in
den rug? Hebt gij blazen onder deoogen
en z\jn uw handen en enkels gezwollen?
Is de urine bewolkt, zanderig of bran
dend? Geschiedt de loozing te veel of
te weinig? Zijn uw ledematen beverig en
rheumatisch, vooral bij vochtig weder?
Zijt gij moedeloos, altijd vermoeid, zon
der lust en wilskracht? Wordt gij duize
lig na een poos gestaan te hebben? Hebt
gij last van rheumatiek, spit of ischias?
Als gij „ja" moet antwoorden op een
van deze vragen, is het bepaald noodig
om een speciaal niergeneesmiddel te ne
men, en kunt gij niet beter doen dan
onmiddellijk te beginnen met Foster's
Rugpijn Nieren Pillen.
Te Goes verkrijgbaar bq de Paauw
Co. en te Middelburg bij fa. C. Schuit©
Co. k f 1.75 per doos. (36)
zware Ali-Baba-figuur, met den langen,
donkeren baard schier boven zich zag
staan, schoot hij, met een verschrikt ge
zicht, in den uitersten anderen hoek van
de hanlc, waarop de Ali-Baba na,ast hem
ging zitten als een soort van dreigende
wachter.
Het geval maakte zoo'n komiek effect,
dat de heele Kamer daverde van 't'lachen.
De Toestand.
Het is wel eigenaardig, dat hetzelfde
Frainkrijk, dat er anders als de kippen
biji is' o|m voior allerlei, .kwesties
en dreigende geschillen een con
ferentie van den Oppersten Raad
bijicln te roepien, thans z.oo weigerach
tig is olm eens O'ver Opper-Silez.ië te
praten. De Times komt nu weer mel
den, dal. Frankrijk in een dergelijke
conferentie bewilligt, z,oio dra de rust
in Opper-Silezië is hersteld en Polen
en Duitschers elkander niet langer be
dreigen. Ook heeft de Fransche regee-
rimg voorgesteld, dat een commissie
van geallieerde rechtsgeleerden, diplo
maten en militairen de Opp'er-Silezi-
scihe kwestie alvast bestudeert en hare
conclusies straks aan de conferentie
van den Oppersten Raad mededeelt.
Misschien is het dan mogelijk laatst
bedoelde conferentie te houden tus
schen 7 en 15 Juni.
Inmiddels is er van Engelsche en
Italiaansche zijde een voorstel gedaan
om Opper-Silezië voorloopig in 3 zo
nes te verdeelenéén Dui tsche (direct
door Duitsche troepen te bezetten)
één Poolsche (direct door Poolsche
troepen te bezetten) en één neutrale,
(door de geallieerde strijdkrachten te
bezetten). Vermoedelijk 'zal men van
al jaren geleden was bepaald, toen Claude
nog een kleine jongen was".
„Het was slechts voorwaardelijk be
paald, May," zeide zij. „Claude zou voor
het predikambt worden opgeleid indien
dit zijn eigen wensch was; zijn vader zou
hem nooit tot zulk werk dwingen, in
dien hij er zich zelf niet too voelde aan
getrokken."
„En voelt Claude er zich niet toe aan
getrokken?" vroeg ik.
„O, neen, hij heeft zijn vader zeer be
slist geschreven, dat hij het denkbeeld
van predikant te worden geheel en al
opgaf, terwijl hij den wensch uitdrukte
om in de rechten te studeeren."
„Is ds. Ellis erg teleurgesteld, juf
frouw Richards?" zeide ik.
„Natuurlijk is hij in zekeren zin teleur
gesteld, May, want het heeft hem zeer
veel inspanning gekost om Claude een
universitaire opleiding te kunnen geven,
ten einde hem voor zijn werk als pre
dikant geschikter te maken; maar tege
lijkertijd ziet hij volkomen in, dat er met
Claude's eigenaardige denkbeelden (gij'
weet wat ik bedoel, May, die nieuwe
inzichten, die hij te Oxford heeft opge
daan), van zijn candidaats-examen, ten
minste voor het oogenblik, geen sprake
kan zijn." j
(Wordt vervolgd.)