ft J Jti feuilleton. «eed ik een goede keus? torie, of Claude kwam bij ons, en tus- Reclames. Üonderdat £6 Mei !9$ Middelburg. aarling Vaars, renkleeren. h Hengstveulens, raaier en een Smid- /tij »en Meid Dagdienstbode. /M kNDVOORT. net Meisje, kNDVOORT. net Meisje, tn. S 1& Zeeuwsche Stemmen. Menschen met en zonder zenuwen Christelijke Vak- liders Zulk een ■en belijder Van 3 Orjgtoisatie len arbeider, Elk anisatie. En aj ;aan oip heerlijke, j het niet anders uien verblijdend rar rniijn me'enin,g F he Christelijke aan te sluiten bit ^arbeidersbond DERKERK Bz 1921. E K OOfi 7^. )E VISSER, Domburg EKOOpi 7j, HUIBREGTSE a fis (W.) A M' E KOOP: f y tM, by Grijpskerke. E KOOP: iaamsche Stamboek» s, 11 weken oud. 'ERHOUD Jr., Wesl. gevraagd autogeen lasschen. DE JAGER Jr., Stoom- rnemuiden. of met October A by A. P. POUWEK, zoo spoedig mogeljjk evrouw BtESEN, boven itibus, 't Zand. alleen, in fam. van 4 dag en nacht. TENTEN, Dr. Mezger- alleen, in kl. gozin, voor pht. PETERS, Haarlemmer voor omstreeks Ierseke,. Huishoudster, ƒ11 mco bureau „de Zeouw R. Wester-Scheldt. ladere aankondiging ine. 5 9.60 11.27, nam. 2.- D 10.40 12.03 nam. 3# '0 0 35, n.m. 2.- 5.40 2.03, n.m. 3.35 6.10 10.50 nam. 2.30 nam. 2.4.15 10.50 n.m. 2.30 2.— n.m. 5.4U veer 20 minuten na nsweertVlake- !8. weert-vi»-- ,e Vlissingen-Roosen^ kdagen opZon- e" 55 6.10 5.55 rt Vlake. VlissingeH—K00Se .aar Hulst. Op Zondagen- j. vm.sSll.30»"1'4 vtn. 8.64 12.' 12 50 ^'1 m 9,34 nm- i i tO I vb. 9.54 niö. l-iv Uitgave van *»ml. Venn. LUCTOR ET EMERGCt h gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: aANGE vorststraaï 70, (Telefoon No. 11). Bureau te Middelburg: ijfRMA F. P- DHUIJ L. BURG. Drukkers i 9rbaan Le Cointre, Goes. CCXXXVI1I. Ik heb reeds eenige maanden geleden „iet de lezers een praatje gehouden over Christendom en kunst" en liet zal wel jUenscht blijken, van tijd tot tijd over tfit chapïtre nog eens wiat te zeggen, 't Is jiu eenmaal een onderwerpt dat in onze kringen telkens weer aan de orde komt en waarover vooral in den laatsten tijd druk'geredeneerd wordt. En laten ve 't maar gerust erkennen ©r heerscht hierover op: het Christelijk eïf veel te veel meenings verschil en begrips verwarring. Men vliegt elkaar in de ha ren alsof hier ons bpginsel in zijn car dinal jïunten in het gedrang kwam. Daar is b.v. de zeer belangrijke vraag: hoe moéten we staan met onze waar dering tegenover de kunst in het alge- ^Mogen we zelfs wel van waardeering spreken bij iets, Wat van de „overzijde" komt? 'Of kunnen we het aesthëtische, d.i. het schoone wel prijzen, en tegelijk het verkeerde afkeuren? Wie nu geen vreemdeling is in ons literair Jeruzalem, weet, dat sedert ge- ruimen tijd in bladen en tijdschriften als „de Amsterdammer", „de Reformatie", "de Ster" en diverse Kerkbodes, een vrij heftige strijd wordt gevoerd over de hou ding, die wij als "Christenen hebben aan ie nemen tegenover de plroducten der moderne letterkunde. Vooral Johanna Breevoort, de bekende Christelijke schrijf ster, deed zich in h'aax manier van polemiseeren nu niet van een bijzon der waardige zijde kennen, 't Spijt me, dat ik het zeggen moet, maar er kwamen uitdrukkingen in haar stukken voor, die ik van een Christen-schrijfster allerminst zou hebben verwacht. De lezers weten wellicht, dat de op zoo velerlei terrein arbeidende Amster- damsche p'redikant. dr. B. Wielenga, in het weekblad „de Reformatie" op! Ms- sche, heldere en breedvoerige wijze heeft geschreven over de Christelijke en de moderne lectuur. Terecht of ten onrechte (men kan hierover natuurlijk van mee ning verschillen, maar" dit doet aan de zaak zelve niets at of toe) klaagde hij over de weinige 'Christelijke kunst, die wij hebben en wees daartegenover op de vele letterkundige producten aa,n de overzij, voor het s c h' o< o n e waarvan wij waardeering kunnen en mogen heb ben. Wie echter de g e h! e e 1 e serie arti kelen van dr. W. gelezen heeft en dat mogen wij toch veronderstellen bij ieder, die er zijn oordeel over wil uit spreken weet, dat hij' ook wel degelijk ofe! ide gevaren der moderne litteratuur gewezen heeft. Hij is, zelfs begonnen met zich den siplot op den hals te halen van een blad als- de „Nieuwe RotterdanUsche Courant". Met betitelingen als. boeken rekjes-inspecteur en inquisiteur werd hij getooid. Toen echter zwegen Johanna, Breevoort en de verdere criticasteHs', maar toen dr. W. maar één woord van waardeering sprak aan het1 adres van een enkelen modernen roman en hét roiyaal erkende, dat bij ons wel eens als Christelijke kunst wetd aangediend en aangeprezen, wat met anders dan prullaria was', brak de bui bij Johanna los en ontstak haar toorn gansch zeer. En iemand als ds. n kleulen. gooide er in „Fries'ch Kerk blad" natuurlijk nog een schepje op1. za-t de uitingen van boosheid dezer fer-v VERSCHIJNT ERKEN WERKDAG. Abonnementspr§s( Prjjs per 3 maanden £r. p. post f3, Losse nummersf 0,G5; PrjjsderAdvertentïëni 14 regels f 1.20, elke regel meer 30 ce*l Bij abonnement belangrijke korting. Bewijsnummers 5 cent. scribenten niet vermelden misschien hebben ze er bij kalm nalezen en rustig nadenken later spijt van maar be treuren doe ik ze wel. Dankbaar moeten we .zijn voor de ter zake kundige voorlichting, die ons: nu op dij gebied vrij geregeld in „de Refor matie" en „Opgang" wordt gegeven. Maar al te lang hebben wij die moeten mis sen. Di'. Wielenga en drs. Tazelaar ver plichten dan ook vele medelevende Chris tenen aanzich. Ik herhaal het nogmaals: waardeering yan het schoone sluit absoluut niet ,uit ernstige afkeuring van datgene, wat strijdt met godsdienst, recht en zedelijkheid. Trouwens, wie geregeld „de Reformatie" en „Opgang" leest, Weet wel beter. Het goddelooze en zondige wordt heusch door bovengenoemde mannen niet verbloemd.. Zoo heeft drs. Tazelaar in enkele arti kelen in eerstgenoemd tijdschrift bij de afzonderlijke bespreking van enkel© mo derne romans wel terdege gewaarschuwd, waar het noodig was. En in zijn alge- meene beschouwingen over de moderne roman-kunst wees hij o.a. op1 den pan- theïstischen trek die deze werken eig,en is en op; het sombere pessimisme, dat ge daarin altijd Weer tegenkomt. Vooral de teekening van dat laatste was zoo waar. In de ziel van de hoiofd- përsonen in de moderne romans heerscht bijna .altijd akelige somberheid en vale duisternis, 't Is steeds een zoeken zon der vinden, een verteerd Worden door folterende angsten. E,n dan zooi zegt dhr. T. ziet ge opdoemen de gedroch telijke gestalten van krankzinnigheid en zelfmoord, eerst nevelig, straks duidelij ker, ten slotte onontkoombaar nabij'. Het pessimisme, dat een Frederik van Eeden doet zingen Al wat er blinkt, vergaat, verzinkt in een zwart meer va,n zorgen Mijn werk miskend, imijn kracht ten end, mijn daden zonder werking; hier brengt geen raad, geen bidden baat, geen smeeken om versterking. En aan dat pbs'simisme lijden dn onze dagen zoo talloos .velen. Die kwaal grijpt zoo Isnel om zich heen. Eu daarom is het zoo goed, dat onze liedslieden o$ letterkundig gebied ons daarop', zoo< vaak als dit noodig is, wijzen. Er schluilt in dat pessimisme een groot igevalar. Dat telkens weer doen terugkeeren van deze zielestemming in schier iedexen modernen roman zou den lezer in de meening doen verkeei'en, dat dit nu de Werkelijkheid van het leven is. En wat nog veel erger is er wordt over zelf moord en over den dood zelf geredeneerd, ■op! een wijze, die door en door godde loos en zielsmisleidend is. 't Wordt door niet-Christelijke sehrijVers voorgesteld, alspf 't met den dood alles' uit is, ja alsof deze na bange foltering de wel dadige ruöt brengt. Een ontzettende ge dachte I Stel nu daartegenover de heerlijke we tenschap van den overtuigden Christen, dat het lijden dezes .'tegenwoordige» tijdsi niet is te waardeeren bij' de heerlijkheid, die hem zal geoplenbaardworden. Denk u inwelk een verschil, de noodlot-théo rie van den modernen menseh en het troostvol geloof ,in Gods Voorzienigheid, zoo schoon in Zondag 10 van den Hei- delbergschen Catechismus omschreven. kameraden, en daarom gingen wij, toen wij kinderen waren, dagelijks naar de pas- Zoo beseffen we ook meteen de heer lijke taak van onze Christensch'rijvers, om in hun werken (die dan natuurlijk kunst werken moeten zijn) deze Chris telijke belijdenis .uit te dragen. Hun slo-t- accoord is dan niet van „de afgrond, zoo donker daaronder" of „het neergesla gen, lang vóór het einde van den dag", maar in het jubelend: Te avond, als .de zon gaat zinken Als kleurenrijk de wolkjes blinken Dan doe 'k mijn lied ton Hemel stijgen, Vol vreugd en lust. JAN VAN 'T LAND'. |»l_ vv ij vv«..lcaa, j.ijivuuur i schen de lesuren speelden wij met elkan- oj der. Maggie was nog te klein om met ons te spelen, maar zij placht op het grasl t°ch) en toch, mijn hart deinsde j in onze nabijheid te gaan zitten, terwijl ftf V00J het pad, dat plicht mij scheen j zij madeliefjes plukte, en ons gadesloeg, on H W^zen> want er nog een brief 'kfel; een andere, en die zeer v ,van den eersten verschilde. En deziï oni- raoest beantwoord worden, voor ik v' ®aar omtrent juffrouw Morley's den i 011 hesluiten. Ik had hem in zen i+Vau ^en 200 dikwijls gele^ "c hem geheel van buiten kende: hem'1!! ra?est mijn pen opnemen en eT "«antwoorden. Hij ontsloot voor mij veela 'evenspad, een pad, dat zeer Pad .ra1 eerste verschilde een deré duister11 helder sclle«n> als 'het an" Deed m0cs,t 9c dit pad opgaan? Zou a mel; dit pad te kiezen 1 h ttohikkig zijn, indier werkeli 'k gëvên?^an^eil? Welk antwoord zovt jbriaf °udeu snMi van claude E13isJ mijn de zoon v meraa<d en "vriend- Het was eeniS kind 'pi 0ïJze^ dorPSpredikant, zijn 8 KlnQ- Claude had tehuis geen speel- 'K er tna gciubjüg ^.ijn, uiuien- her .zün esl,0,°f; Zou het werkelijk hém ik hifi-i' ^erhelijk vredevol? Hoe moest Ei u'Win hnndolQr,o ur n. .__.i als wij in het heekje onze scheepjes lie ten drijven, of krijgertje speelden op het grasperk. Doch wij werden ouder, en Clau de werd naar school ge,zonden, mlaiar in de vacanties werd onze vriendschap steeds hernieuwd, en dan wandelden wij! te zamen, lazen te zamen, en speeldeto te zamen, evenals vroeger. Maar de schooldagen gingen spoedig voorbij, en toen ging Claude naar Oxford. Ik herinner mij nog zoo goed den dagl waarop hij ons „goeden dag" kwam zeg gen, voor hij het ouderlijk huis verliet Hij zag er zeer knap uit, en was vol geestdrift, en verlangde zeer naar het academieleven. Toen hij heenging, liepen Maggie en Tk ,tot aan het tuinhek met hem mede. En wij spraken over den tijd, wunneer hij weer thuis zou komen, en wij onze dagen weer te zamen zouden doorbren gen, zooals wij altijd in de vacanties had den gedaan. Toen verliet hij ons, en het' hek sloot zich achter hem, en Maggie en ik keken hem na, toen 'hij den weg Uit Opper-Silezië. De algemeene toestand in Opper-Silezië onderging weinig verandering. De grens- 'sluiling door de Duitsche politietroepen is reeds zeer goed merkbaar. Vluchtelin gen, uit het bezette gebied, worden in D'uitschland toegelaten. Terugkeeren de vrijwilligers worden aan de grens ont wapend. De stad Landberg, aan de Pool- sche grens, is door do Duitsch'ers her overd. Ook de stad Leschwitz werd weer door de Duitschers bezet, maar de Pool- sche artillerie beschiet nog, steeds de stad en richt er ernstige verwoestingen aan. Het verkeer met het industriegebied is nqg steeds .piet hersteld. Volgens te Oppeln ontvangen berichten uit Beuithen en Kattowitz zijn deze plaatsen nog niet door de Polen bezet. Het gebrek aan levensmiddelen moet er echter zeer, nij pend zijn. De intergealliëerde commissie zoekt 't postverkeer met de door de op standelingen bezette gebieden te herstel len en heeft in Ratibor een centraal-bu- reau voor het briefverkeer met het in dustrie-gebied gevestigd. De posttreinen staan onder gewapend toezicht der ge allieerden. Dé hongersnood in China. Een medewerker van de „Manchester i 'Guardian" schrijft uit Peking over een ("bezoek, dat hij met een missie, die steun ging verleenen, gebracht heeft aan het j gebied van den hongersnood in Noord- 'China. De weg liep door de provincie1 Tsjili en wij legden een afstand van meer dan 150 Eng. mijlen af. Het was een bitter koude morgen een vijfjassen- j 'dag, zooals de Chineezen dat noemen j én de wind streek over de vlakten van. de besneeuwde toppen van Mongolië. Het j was een bruine, verlaten wildernis, waar zelfs, de boom-en niet schenen te kunner^i groeien. De droge bodem was fijn als i zand en de beddingen der rivieren wa;- ren niet meer dan ravijnen, met steenen j gevuld. Toch was er leven in die wilder- i nis in elk dorp, bestaande uit hutten, j van modder, nauwelijks te onderscheiden I van het eentonige landschap, zoodra het j convooi met voedsel naderde. Oude man- i nen en vrouwen, gebogen en gerimpeld^ j kropen nader met een senielen grijns op het gelaat; op hun beenen wankelende j kinderen werden door de moeders meege- ■j sleept om te maken dat zij toch maar i het eerste gevoed werden. Lange mager© veldarbeiders, met doffe wanhoop op het 1 gezicht, hingen lusteloos rond. j In een groote schuur van het dorp. waarop de Amerikaan sche .en de Roode I Kruisvlag woei, werd het voedsel gedis tribueerd. Groote ronde potten werden vo-oi* liet koken gebezigd. Zakken graian werden de loods binnengedragen, terwijl op ging, en zij wuifde hem toe met haar zakdoek, totdat hij uit 't gezicht was. En toen gingen wij naar huis terug, en ik rekende uit hoevele Weken er moesten voorbij gaan voor Claude vacantie had, en weer bij ons zou zijn. Maar een zeer korten' tijd daarna werd S Ds Ellis, Claude's vader ziek, en de doki i ter beval hem om gedurende den win ter buitenslands te gaan. Daarom bracht Claude zijn Kerstvacantie te Mentone door inplaats van tehuis. En toen zagen wij uit naar de zomervacantie. i Maar Claude keerde niet terug, voor dat het grootste gedeelte der lange va cantie om was. Hij was in Cornwall met een leesgezelschap, en kwam niet eerder op de pastorie dan drie weken voor zijn terugkeer naar Oxford. En zoo gebeurde het, dat Claude Ellis en ik elkander ge durende bijna een jaar niet hadden ont moet. 3 „Claude is tehuis", zeide mijn vader, op een morgen toen wij aan 't ontbijt zaten. „O ja?" zeide de kleine Maggie, „hoe prettig I" En ik was ook zeer blijde. Ik had verwacht, nog denzelfden Claude te zien, van wien ik, een jaar geleden, bij' het tuinhek afscheid had genomen; en ik dacht, dat alles nog juist zoo zou| toegaan, als in den tijd, toen hij nog een schooljongen was, en in de vacan- de dorpelingen er omheen stonden, wee klagend en wuivend met hun stukjes bam boe, die hen recht gaven op voedsel. j De eigenlijke distributie was een vree- selijk en toch interessant schouwspel. De mannen werdén eerst op een afzon derlijk erf bijeengebracht, tot de vrou wen en kinderen eten hadden gehad. Daar op stroomde een dringende, duwende massa vrouwen en kinderen de schuur binnen, hun schalen boven het h0ofd hou dende en oorverdoovend schreeuwend. Zij duwden hun schalen over een omheining, deze werden, gevuld en dan begon de worsteling oni' naar buiten te komen zon der met het kostelijke voedsel te mor sen. Sommigen snelden dadelijk weg om het voedsel naar de oude menschen en kinderen thuis te brengen. Anderen gin gen, zoodra zij buiten de menigte wa ren, zitten, en verslonden het eten da delijk. Een kleine jongen, die dapper zijn plaats had weten te handhaven bij de omheining, kreeg zijn voedsel en baande zich een weg naar buiten, den pot bo ven het hoofd. Zoodra hij op een vrij plekje gekomen was, ging hij zitten, likte den pot zorgvuldig langs den geheelen; rand af, opdat er niets verloren zou gaan, hond en vervolgens een grooten zakdoek omheen en ging naar huis. Zoo was het in ieder dorp, waar men door kwam. Werk wordt den mannen niet gegeven, omdat dan hun rantsoen moet worden verdubbeld, waarvoor geen 'graan genoeg is. Overal hoorde de schrij ver verhalen vap 'den grooten strijd der bevolking tegen den hongersnood. Twee seizoenen achtereen was er geen regen gevallen op de velden en het derde sei zoen kwam een verwoestende sprinkha nenplaag. Eerst werd om aan voedsel te komen, het huisraad verkocht. Toen kwa men de landbouwgereedschappen aan de beurt. Zelfs de daken van de huizen wer den ten slotte verkocht. Dat verkoopen der levensbenoodigdhe- den bracht de menschelijke sprinkhanen, de Chine-esche kooplieden uit de steden' naar het land, die de huishoudelijke arti kelen tegen belachelijk lage prijzen koch ten en nu wachten om ze weer te ver koopen met enorme winsten. Toen werden de meisjes en jongens van het gezin als slaven verkocht. Dit gebeurde herhaaldelijk en het werk van tal van missies in China is thans ge weest om die kinderen te redden. Dui zenden boeren pakten hun schamele have bijeen en trokken naar andere provincies.. Sommigen zwierven naar de woestenijen van Mongolië om er een eliendigen dood te vinden. Anderen togen mijlen ver naar de groote steden lienstin en Peking, waar zij in groote kampen werden bijeen gebracht en gevoed met het weinige beschikbare voedsel. De weinigen, die op het land bleven, zijn thans in een stoat van volkomen verval. De geheele bevolking in dit ge bied is vijf jaar achterop geraakt. Zij zijn hopeloos in de schuld en hun lan-! den ten oogsten zijn reeds voor jaren vooruit verpand. Een <ter voornaamste vormen van steun is darmen zaad aan de hoeren geeft teneinde voor het aan staande seizoen te kunnen beginnen. Som migen waren druk bezig met ploegen en zaaien in de districten, waardoor de schrij ver kwam; mannen en jongens waren voor den ploeg gespannen, daar al heil vee verkocht was. De oogst is in Juni, en het lange vreeselijke wachten op de regens is weer" begonnen. ties tehuis kwam. Daarom snelde ik, toen ik hem op den weg zag aankomen den tuin in om hem te gemoet te gaan. „O, Claude, wat ben ik blijde, dat ik je zie!" riep ik uit, zoodra hij het hek1 open deed. En toen bleef ik plotseüin|gi staan, ging vervolgens volkomen kalm naar hem toe, en hem de hand gevende, zei de ik op geheel anderen toon: „Hoe gaat het met je, Claude? wanneer zijt ge te huis gekomen?" Want oogenblikkelijk kwam ik tot het bewustzijn, dat Claude Ellis en ik niet dezelfde personen warert als een jaar geleden, toen wij bij da(S zelfde hek afscheid hadden genomen. Wij) waren beiden ouder geworden; onze kin derjaren behoorden tot het verleden. Se dert wij elkander 't laatst ontmoet had den, waren Claude en ik van een jongen en een meisje een jongeling en een jonl gedochter geworden. Van dit alles werd ik mij in een oogenblik bewust, toen ik het verschil opmerkte in Claude's klee ding, gedrag, en voorkomen, toen hij het tuinhek binnenkwam. En er kwam een huivering over mij, toen ik het opmerkte, en ik wenschte, dat ik hem niet zoof hartstochtelijk tegemoet had gesneld. En toch, toen hij begon te praten, ge-, voelde ik, dat hij nog in vele opzichten dezelfde Claude was, dezelfde, maar toch veranderd. I .Was hij ten goede veranderd? In vele De gezonde mensch wordt zich zijn levensproces niet bewust. Alle functies worden „van zelf" Verricht. De eerste mensch, die bemerkte, dat hij een maag had, was tevens de eerste maaglijder. Er zijn .gouden eeuwen geweest, dat de menschen niet wisten, dat zij zenuwen hadden. Tegenwoordig echter zijn de ze nuwen van de meeste menschen verzwakt en zij hebben een middel noodig, dat hun zenuwen versterkt .en weer gezond maakt. Dit middel vinden zij fn Sana- togen, dat door 22.000 artsen schriftelijk wordt aanbevolen. O.a. schrijft een Ne derlandse!) arts te 's-Hertogenbosch„Sa- natogen werd reeds lang en wordt nog door mij in verschillende gevallen van zenuwachtige aandoeningen toegepast. Dat het een aanwinst voor onze artsenij- schat is, blijkt wel hieruit, dat in Ver schillende gevallen van neurasthenie', en vooral daar," waar de voedingstoestand geleden had, het door mij met succes gebruikt werd, terwijl een rustkuur hier geen invloed had". Saniatogen is verkrijgbaar in verpakkin gen van f 1 tot f9. 29 Anti-sovjetoffensief in Siberië. De „Wola Rossy" die gewoonlijk goed ingelicht is, meldt, dat de hetman Se- menoff een nieuwe krachtige actie te-s gen de bolsjewiki in het verre Oosten) voorbereidt. Onlangs heeft te Port-Arthur een bijeenkomst plaats gehad van ver tegenwoordigers van Russische politieke partijen en van Japanners. Aanwezig wa ren ook vertegenwoordigers van de ko zakken van den Amoer en uit Assurië.'. Men nam het -besluit de Bolsjewiki uit Siherië en over het meer Baikal terugl te drijven. Muiterij in Zuid-Rusland. Volgens berichten uit Moskou zouden er te Tiflis muiterijep onder de bolsje wistische, troepen uitgebroken zijn. Een regiment cavalerie, Lenin genaamd, kwam! in opstand en wilde niet naar het bin-) nenland van de provincie vervoerd won den. Regimenten infanterie hebben zichj bij de beweging aangesloten, de autorih teiten gevangen genomen en zich van de officiëele gebouwen meester gemaakt. Pro grams en plunderingen werden aange richt. Het duurde eenige dagen vóór de orde hersteld kon worden. Bloedige verkiezingsrelleties. De verkiezingen in Noord-Ierland gaan met groote verwoestingen gepaard. Gis- .teren werden in de groote douanegeboU"' wen te Dublin ontvlambare bommen ge worpen, waardoor weldra de gebouwen; in lichte laaie stonden. Het kantoorpersoneel en een zeer groot aantal werklieden zagen zich genoodzaakt de vlucht te nemen, daar de vlammen met verbazende snelheid op verscheidene plaatsen tegelijk uitsloegen. Militairen kwamen weldra aan, doch werden met een regen van handgranaten en bommeni ontvangen. Van hun kant werd direct het vuur geopend uit machinegeweren, gewe ren en revolvers. Verscheidene soldaten' werden zwaar gewond. Het bloedige ge vecht duurde een kwartier, voordat de aanvallers aftrokken. Inmiddels gingen de groote douaneg-ebouwen geheel in vlam men op, wat een schade he-teekent van,' opzichten wel. Hij was mannelijker en' beschaafder, en 'had ons veel te vertellen van zijn academievrienden, en van zijn academieleven, hetgeen hem tot een aan genamer en vroolijker gezelschap maakte dan vroeger. f En toch, er was nog een verandering), bij Claude, waarop ik wel moest letten, in weerwil van mijn pogingen, zulks niet te doen. Claude Ellis was mannelijker} en beschaafder geworden; maar 'hij was, ja dit was zeker, ofschoon ik mijzelve van het tegendeel trachtte te overtuigen, hij was minder een Christen. Voordat Claude naar de academie ging, hadden wij te zamen dikwijls over den; Bijbel gesproken, en hij had mij vele din gen, die ik niet begreep, uitgelegd. Wijt waren gewoon somtijds, 's Zondagsmid dags. op de tuinbank te gaan zitten en/ te zamen een hoofdstuk te lezen; en| Claude placht er zóó mooi over te spre ken, dat ik dacht, dat hij den Hoe re. Jezus liefhad, en Hem wens-chte te die nen. Hij sprak dikwijls over den tijd, wanneer hij oud genoeg zou zijn om in het predikambt op te treden, en ik heto in zijn kerk zou hooren preeken; en hij vertelde mij, wat zijn eerste tekst zou ?ijn, en hoe hij reeds eenige bladzijden; van zijn eerste preek had geschreven, (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1921 | | pagina 1