ft
J
Jti
feuilleton.
«eed ik een goede keus? torie, of Claude kwam bij ons, en tus-
Reclames.
Üonderdat £6 Mei !9$
Middelburg.
aarling Vaars,
renkleeren. h
Hengstveulens,
raaier en een
Smid- /tij
»en Meid
Dagdienstbode. /M
kNDVOORT.
net Meisje,
kNDVOORT.
net Meisje,
tn.
S 1&
Zeeuwsche Stemmen.
Menschen met en zonder zenuwen
Christelijke Vak-
liders Zulk een
■en belijder Van
3 Orjgtoisatie
len arbeider, Elk
anisatie. En aj
;aan oip heerlijke,
j het niet anders
uien verblijdend
rar rniijn me'enin,g
F he Christelijke
aan te sluiten bit
^arbeidersbond
DERKERK Bz
1921.
E K OOfi 7^.
)E VISSER, Domburg
EKOOpi 7j,
HUIBREGTSE a fis
(W.) A M'
E KOOP: f y
tM, by Grijpskerke.
E KOOP:
iaamsche Stamboek»
s, 11 weken oud.
'ERHOUD Jr., Wesl.
gevraagd
autogeen lasschen.
DE JAGER Jr., Stoom-
rnemuiden.
of met October A
by A. P. POUWEK,
zoo spoedig mogeljjk
evrouw BtESEN, boven
itibus, 't Zand.
alleen, in fam. van 4
dag en nacht.
TENTEN, Dr. Mezger-
alleen, in kl. gozin, voor
pht.
PETERS, Haarlemmer
voor omstreeks Ierseke,.
Huishoudster, ƒ11
mco bureau „de Zeouw
R.
Wester-Scheldt.
ladere aankondiging
ine.
5 9.60 11.27, nam. 2.-
D 10.40 12.03 nam. 3#
'0
0 35, n.m. 2.- 5.40
2.03, n.m. 3.35 6.10
10.50 nam. 2.30
nam. 2.4.15
10.50 n.m. 2.30
2.— n.m. 5.4U
veer 20 minuten na
nsweertVlake-
!8.
weert-vi»--
,e Vlissingen-Roosen^
kdagen opZon- e"
55 6.10 5.55
rt Vlake.
VlissingeH—K00Se
.aar Hulst.
Op Zondagen- j.
vm.sSll.30»"1'4
vtn. 8.64 12.'
12 50 ^'1
m 9,34 nm- i
i tO I
vb. 9.54 niö. l-iv
Uitgave van
*»ml. Venn. LUCTOR ET EMERGCt
h gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
aANGE vorststraaï 70,
(Telefoon No. 11).
Bureau te Middelburg:
ijfRMA F. P- DHUIJ L. BURG.
Drukkers i
9rbaan Le Cointre, Goes.
CCXXXVI1I.
Ik heb reeds eenige maanden geleden
„iet de lezers een praatje gehouden over
Christendom en kunst" en liet zal wel
jUenscht blijken, van tijd tot tijd over
tfit chapïtre nog eens wiat te zeggen, 't Is
jiu eenmaal een onderwerpt dat in onze
kringen telkens weer aan de orde komt
en waarover vooral in den laatsten tijd
druk'geredeneerd wordt. En laten
ve 't maar gerust erkennen ©r
heerscht hierover op: het Christelijk eïf
veel te veel meenings verschil en begrips
verwarring. Men vliegt elkaar in de ha
ren alsof hier ons bpginsel in zijn car
dinal jïunten in het gedrang kwam.
Daar is b.v. de zeer belangrijke vraag:
hoe moéten we staan met onze waar
dering tegenover de kunst in het alge-
^Mogen we zelfs wel van waardeering
spreken bij iets, Wat van de „overzijde"
komt? 'Of kunnen we het aesthëtische,
d.i. het schoone wel prijzen, en tegelijk
het verkeerde afkeuren?
Wie nu geen vreemdeling is in ons
literair Jeruzalem, weet, dat sedert ge-
ruimen tijd in bladen en tijdschriften als
„de Amsterdammer", „de Reformatie",
"de Ster" en diverse Kerkbodes, een vrij
heftige strijd wordt gevoerd over de hou
ding, die wij als "Christenen hebben aan
ie nemen tegenover de plroducten der
moderne letterkunde. Vooral Johanna
Breevoort, de bekende Christelijke schrijf
ster, deed zich in h'aax manier van
polemiseeren nu niet van een bijzon
der waardige zijde kennen, 't Spijt me,
dat ik het zeggen moet, maar er kwamen
uitdrukkingen in haar stukken voor, die
ik van een Christen-schrijfster allerminst
zou hebben verwacht.
De lezers weten wellicht, dat de op
zoo velerlei terrein arbeidende Amster-
damsche p'redikant. dr. B. Wielenga, in
het weekblad „de Reformatie" op! Ms-
sche, heldere en breedvoerige wijze heeft
geschreven over de Christelijke en de
moderne lectuur. Terecht of ten onrechte
(men kan hierover natuurlijk van mee
ning verschillen, maar" dit doet aan de
zaak zelve niets at of toe) klaagde hij
over de weinige 'Christelijke kunst,
die wij hebben en wees daartegenover
op de vele letterkundige producten aa,n
de overzij, voor het s c h' o< o n e waarvan
wij waardeering kunnen en mogen heb
ben. Wie echter de g e h! e e 1 e serie arti
kelen van dr. W. gelezen heeft en
dat mogen wij toch veronderstellen bij
ieder, die er zijn oordeel over wil uit
spreken weet, dat hij' ook wel degelijk
ofe! ide gevaren der moderne litteratuur
gewezen heeft. Hij is, zelfs begonnen met
zich den siplot op den hals te halen van
een blad als- de „Nieuwe RotterdanUsche
Courant". Met betitelingen als. boeken
rekjes-inspecteur en inquisiteur werd hij
getooid.
Toen echter zwegen Johanna, Breevoort
en de verdere criticasteHs', maar toen dr.
W. maar één woord van waardeering
sprak aan het1 adres van een enkelen
modernen roman en hét roiyaal erkende,
dat bij ons wel eens als Christelijke kunst
wetd aangediend en aangeprezen, wat
met anders dan prullaria was', brak de
bui bij Johanna los en ontstak haar
toorn gansch zeer. En iemand als ds.
n kleulen. gooide er in „Fries'ch Kerk
blad" natuurlijk nog een schepje op1.
za-t de uitingen van boosheid dezer
fer-v
VERSCHIJNT ERKEN WERKDAG.
Abonnementspr§s(
Prjjs per 3 maanden £r. p. post f3,
Losse nummersf 0,G5;
PrjjsderAdvertentïëni
14 regels f 1.20, elke regel meer 30 ce*l
Bij abonnement belangrijke korting.
Bewijsnummers 5 cent.
scribenten niet vermelden misschien
hebben ze er bij kalm nalezen en rustig
nadenken later spijt van maar be
treuren doe ik ze wel.
Dankbaar moeten we .zijn voor de ter
zake kundige voorlichting, die ons: nu
op dij gebied vrij geregeld in „de Refor
matie" en „Opgang" wordt gegeven. Maar
al te lang hebben wij die moeten mis
sen. Di'. Wielenga en drs. Tazelaar ver
plichten dan ook vele medelevende Chris
tenen aanzich.
Ik herhaal het nogmaals: waardeering
yan het schoone sluit absoluut niet ,uit
ernstige afkeuring van datgene, wat strijdt
met godsdienst, recht en zedelijkheid.
Trouwens, wie geregeld „de Reformatie"
en „Opgang" leest, Weet wel beter. Het
goddelooze en zondige wordt heusch door
bovengenoemde mannen niet verbloemd..
Zoo heeft drs. Tazelaar in enkele arti
kelen in eerstgenoemd tijdschrift bij de
afzonderlijke bespreking van enkel© mo
derne romans wel terdege gewaarschuwd,
waar het noodig was. En in zijn alge-
meene beschouwingen over de moderne
roman-kunst wees hij o.a. op1 den pan-
theïstischen trek die deze werken eig,en
is en op; het sombere pessimisme, dat
ge daarin altijd Weer tegenkomt.
Vooral de teekening van dat laatste
was zoo waar. In de ziel van de hoiofd-
përsonen in de moderne romans heerscht
bijna .altijd akelige somberheid en vale
duisternis, 't Is steeds een zoeken zon
der vinden, een verteerd Worden door
folterende angsten. E,n dan zooi zegt
dhr. T. ziet ge opdoemen de gedroch
telijke gestalten van krankzinnigheid en
zelfmoord, eerst nevelig, straks duidelij
ker, ten slotte onontkoombaar nabij'.
Het pessimisme, dat een Frederik van
Eeden doet zingen
Al wat er blinkt,
vergaat, verzinkt
in een zwart meer va,n zorgen
Mijn werk miskend,
imijn kracht ten end,
mijn daden zonder werking;
hier brengt geen raad,
geen bidden baat,
geen smeeken om versterking.
En aan dat pbs'simisme lijden dn onze
dagen zoo talloos .velen. Die kwaal grijpt
zoo Isnel om zich heen. Eu daarom is
het zoo goed, dat onze liedslieden o$
letterkundig gebied ons daarop', zoo< vaak
als dit noodig is, wijzen.
Er schluilt in dat pessimisme een groot
igevalar. Dat telkens weer doen terugkeeren
van deze zielestemming in schier iedexen
modernen roman zou den lezer in de
meening doen verkeei'en, dat dit nu de
Werkelijkheid van het leven is. En wat
nog veel erger is er wordt over zelf
moord en over den dood zelf geredeneerd,
■op! een wijze, die door en door godde
loos en zielsmisleidend is. 't Wordt door
niet-Christelijke sehrijVers voorgesteld,
alspf 't met den dood alles' uit is, ja
alsof deze na bange foltering de wel
dadige ruöt brengt. Een ontzettende ge
dachte I
Stel nu daartegenover de heerlijke we
tenschap van den overtuigden Christen,
dat het lijden dezes .'tegenwoordige» tijdsi
niet is te waardeeren bij' de heerlijkheid,
die hem zal geoplenbaardworden. Denk
u inwelk een verschil, de noodlot-théo
rie van den modernen menseh en het
troostvol geloof ,in Gods Voorzienigheid,
zoo schoon in Zondag 10 van den Hei-
delbergschen Catechismus omschreven.
kameraden, en daarom gingen wij, toen
wij kinderen waren, dagelijks naar de pas-
Zoo beseffen we ook meteen de heer
lijke taak van onze Christensch'rijvers, om
in hun werken (die dan natuurlijk
kunst werken moeten zijn) deze Chris
telijke belijdenis .uit te dragen. Hun slo-t-
accoord is dan niet van „de afgrond,
zoo donker daaronder" of „het neergesla
gen, lang vóór het einde van den dag",
maar in het jubelend:
Te avond, als .de zon gaat zinken
Als kleurenrijk de wolkjes blinken
Dan doe 'k mijn lied ton Hemel stijgen,
Vol vreugd en lust.
JAN VAN 'T LAND'.
|»l_ vv ij vv«..lcaa, j.ijivuuur
i schen de lesuren speelden wij met elkan-
oj der. Maggie was nog te klein om met ons
te spelen, maar zij placht op het grasl
t°ch) en toch, mijn hart deinsde j in onze nabijheid te gaan zitten, terwijl
ftf V00J het pad, dat plicht mij scheen j zij madeliefjes plukte, en ons gadesloeg,
on H W^zen> want er nog een brief
'kfel; een andere, en die zeer
v ,van den eersten verschilde. En deziï
oni- raoest beantwoord worden, voor ik
v' ®aar omtrent juffrouw Morley's
den i 011 hesluiten. Ik had hem in
zen i+Vau ^en 200 dikwijls gele^
"c hem geheel van buiten kende:
hem'1!! ra?est mijn pen opnemen en
eT "«antwoorden. Hij ontsloot voor mij
veela 'evenspad, een pad, dat zeer
Pad .ra1 eerste verschilde een
deré duister11 helder sclle«n> als 'het an"
Deed m0cs,t 9c dit pad opgaan?
Zou a mel; dit pad te kiezen 1
h ttohikkig zijn, indier
werkeli
'k gëvên?^an^eil? Welk antwoord zovt
jbriaf
°udeu snMi van claude E13isJ mijn
de zoon v meraa<d en "vriend- Het was
eeniS kind 'pi 0ïJze^ dorPSpredikant, zijn
8 KlnQ- Claude had tehuis geen speel-
'K er tna gciubjüg ^.ijn, uiuien-
her .zün esl,0,°f; Zou het werkelijk hém
ik hifi-i' ^erhelijk vredevol? Hoe moest Ei
u'Win hnndolQr,o ur n. .__.i
als wij in het heekje onze scheepjes lie
ten drijven, of krijgertje speelden op het
grasperk. Doch wij werden ouder, en Clau
de werd naar school ge,zonden, mlaiar
in de vacanties werd onze vriendschap
steeds hernieuwd, en dan wandelden wij!
te zamen, lazen te zamen, en speeldeto
te zamen, evenals vroeger.
Maar de schooldagen gingen spoedig
voorbij, en toen ging Claude naar Oxford.
Ik herinner mij nog zoo goed den dagl
waarop hij ons „goeden dag" kwam zeg
gen, voor hij het ouderlijk huis verliet
Hij zag er zeer knap uit, en was vol
geestdrift, en verlangde zeer naar het
academieleven.
Toen hij heenging, liepen Maggie en
Tk ,tot aan het tuinhek met hem mede.
En wij spraken over den tijd, wunneer
hij weer thuis zou komen, en wij onze
dagen weer te zamen zouden doorbren
gen, zooals wij altijd in de vacanties had
den gedaan. Toen verliet hij ons, en het'
hek sloot zich achter hem, en Maggie
en ik keken hem na, toen 'hij den weg
Uit Opper-Silezië.
De algemeene toestand in Opper-Silezië
onderging weinig verandering. De grens-
'sluiling door de Duitsche politietroepen
is reeds zeer goed merkbaar. Vluchtelin
gen, uit het bezette gebied, worden in
D'uitschland toegelaten. Terugkeeren de
vrijwilligers worden aan de grens ont
wapend. De stad Landberg, aan de Pool-
sche grens, is door do Duitsch'ers her
overd. Ook de stad Leschwitz werd weer
door de Duitschers bezet, maar de Pool-
sche artillerie beschiet nog, steeds de
stad en richt er ernstige verwoestingen
aan. Het verkeer met het industriegebied
is nqg steeds .piet hersteld. Volgens te
Oppeln ontvangen berichten uit Beuithen
en Kattowitz zijn deze plaatsen nog niet
door de Polen bezet. Het gebrek aan
levensmiddelen moet er echter zeer, nij
pend zijn. De intergealliëerde commissie
zoekt 't postverkeer met de door de op
standelingen bezette gebieden te herstel
len en heeft in Ratibor een centraal-bu-
reau voor het briefverkeer met het in
dustrie-gebied gevestigd. De posttreinen
staan onder gewapend toezicht der ge
allieerden.
Dé hongersnood in China.
Een medewerker van de „Manchester
i 'Guardian" schrijft uit Peking over een
("bezoek, dat hij met een missie, die steun
ging verleenen, gebracht heeft aan het
j gebied van den hongersnood in Noord-
'China. De weg liep door de provincie1
Tsjili en wij legden een afstand van meer
dan 150 Eng. mijlen af. Het was een
bitter koude morgen een vijfjassen-
j 'dag, zooals de Chineezen dat noemen
j én de wind streek over de vlakten van.
de besneeuwde toppen van Mongolië. Het
j was een bruine, verlaten wildernis, waar
zelfs, de boom-en niet schenen te kunner^i
groeien. De droge bodem was fijn als
i zand en de beddingen der rivieren wa;-
ren niet meer dan ravijnen, met steenen
j gevuld. Toch was er leven in die wilder-
i nis in elk dorp, bestaande uit hutten,
j van modder, nauwelijks te onderscheiden
I van het eentonige landschap, zoodra het
j convooi met voedsel naderde. Oude man-
i nen en vrouwen, gebogen en gerimpeld^
j kropen nader met een senielen grijns op
het gelaat; op hun beenen wankelende
j kinderen werden door de moeders meege-
■j sleept om te maken dat zij toch maar
i het eerste gevoed werden. Lange mager©
veldarbeiders, met doffe wanhoop op het
1 gezicht, hingen lusteloos rond.
j In een groote schuur van het dorp.
waarop de Amerikaan sche .en de Roode
I Kruisvlag woei, werd het voedsel gedis
tribueerd. Groote ronde potten werden
vo-oi* liet koken gebezigd. Zakken graian
werden de loods binnengedragen, terwijl
op ging, en zij wuifde hem toe met haar
zakdoek, totdat hij uit 't gezicht was. En
toen gingen wij naar huis terug, en ik
rekende uit hoevele Weken er moesten
voorbij gaan voor Claude vacantie had,
en weer bij ons zou zijn.
Maar een zeer korten' tijd daarna werd
S Ds Ellis, Claude's vader ziek, en de doki
i ter beval hem om gedurende den win
ter buitenslands te gaan. Daarom bracht
Claude zijn Kerstvacantie te Mentone door
inplaats van tehuis. En toen zagen wij
uit naar de zomervacantie. i
Maar Claude keerde niet terug, voor
dat het grootste gedeelte der lange va
cantie om was. Hij was in Cornwall met
een leesgezelschap, en kwam niet eerder
op de pastorie dan drie weken voor zijn
terugkeer naar Oxford. En zoo gebeurde
het, dat Claude Ellis en ik elkander ge
durende bijna een jaar niet hadden ont
moet. 3
„Claude is tehuis", zeide mijn vader,
op een morgen toen wij aan 't ontbijt
zaten.
„O ja?" zeide de kleine Maggie, „hoe
prettig I" En ik was ook zeer blijde. Ik
had verwacht, nog denzelfden Claude te
zien, van wien ik, een jaar geleden, bij'
het tuinhek afscheid had genomen; en
ik dacht, dat alles nog juist zoo zou|
toegaan, als in den tijd, toen hij nog
een schooljongen was, en in de vacan-
de dorpelingen er omheen stonden, wee
klagend en wuivend met hun stukjes bam
boe, die hen recht gaven op voedsel. j
De eigenlijke distributie was een vree-
selijk en toch interessant schouwspel.
De mannen werdén eerst op een afzon
derlijk erf bijeengebracht, tot de vrou
wen en kinderen eten hadden gehad. Daar
op stroomde een dringende, duwende
massa vrouwen en kinderen de schuur
binnen, hun schalen boven het h0ofd hou
dende en oorverdoovend schreeuwend. Zij
duwden hun schalen over een omheining,
deze werden, gevuld en dan begon de
worsteling oni' naar buiten te komen zon
der met het kostelijke voedsel te mor
sen. Sommigen snelden dadelijk weg om
het voedsel naar de oude menschen en
kinderen thuis te brengen. Anderen gin
gen, zoodra zij buiten de menigte wa
ren, zitten, en verslonden het eten da
delijk. Een kleine jongen, die dapper zijn
plaats had weten te handhaven bij de
omheining, kreeg zijn voedsel en baande
zich een weg naar buiten, den pot bo
ven het hoofd. Zoodra hij op een vrij
plekje gekomen was, ging hij zitten, likte
den pot zorgvuldig langs den geheelen;
rand af, opdat er niets verloren zou gaan,
hond en vervolgens een grooten zakdoek
omheen en ging naar huis.
Zoo was het in ieder dorp, waar men
door kwam. Werk wordt den mannen
niet gegeven, omdat dan hun rantsoen
moet worden verdubbeld, waarvoor geen
'graan genoeg is. Overal hoorde de schrij
ver verhalen vap 'den grooten strijd der
bevolking tegen den hongersnood. Twee
seizoenen achtereen was er geen regen
gevallen op de velden en het derde sei
zoen kwam een verwoestende sprinkha
nenplaag. Eerst werd om aan voedsel te
komen, het huisraad verkocht. Toen kwa
men de landbouwgereedschappen aan de
beurt. Zelfs de daken van de huizen wer
den ten slotte verkocht.
Dat verkoopen der levensbenoodigdhe-
den bracht de menschelijke sprinkhanen,
de Chine-esche kooplieden uit de steden'
naar het land, die de huishoudelijke arti
kelen tegen belachelijk lage prijzen koch
ten en nu wachten om ze weer te ver
koopen met enorme winsten.
Toen werden de meisjes en jongens
van het gezin als slaven verkocht. Dit
gebeurde herhaaldelijk en het werk van
tal van missies in China is thans ge
weest om die kinderen te redden. Dui
zenden boeren pakten hun schamele have
bijeen en trokken naar andere provincies..
Sommigen zwierven naar de woestenijen
van Mongolië om er een eliendigen dood
te vinden. Anderen togen mijlen ver naar
de groote steden lienstin en Peking,
waar zij in groote kampen werden bijeen
gebracht en gevoed met het weinige
beschikbare voedsel.
De weinigen, die op het land bleven,
zijn thans in een stoat van volkomen
verval. De geheele bevolking in dit ge
bied is vijf jaar achterop geraakt. Zij
zijn hopeloos in de schuld en hun lan-!
den ten oogsten zijn reeds voor jaren
vooruit verpand. Een <ter voornaamste
vormen van steun is darmen zaad aan
de hoeren geeft teneinde voor het aan
staande seizoen te kunnen beginnen. Som
migen waren druk bezig met ploegen en
zaaien in de districten, waardoor de schrij
ver kwam; mannen en jongens waren
voor den ploeg gespannen, daar al heil
vee verkocht was. De oogst is in Juni,
en het lange vreeselijke wachten op de
regens is weer" begonnen.
ties tehuis kwam. Daarom snelde ik, toen
ik hem op den weg zag aankomen den
tuin in om hem te gemoet te gaan.
„O, Claude, wat ben ik blijde, dat ik
je zie!" riep ik uit, zoodra hij het hek1
open deed. En toen bleef ik plotseüin|gi
staan, ging vervolgens volkomen kalm naar
hem toe, en hem de hand gevende, zei
de ik op geheel anderen toon: „Hoe gaat
het met je, Claude? wanneer zijt ge te
huis gekomen?" Want oogenblikkelijk
kwam ik tot het bewustzijn, dat Claude
Ellis en ik niet dezelfde personen warert
als een jaar geleden, toen wij bij da(S
zelfde hek afscheid hadden genomen. Wij)
waren beiden ouder geworden; onze kin
derjaren behoorden tot het verleden. Se
dert wij elkander 't laatst ontmoet had
den, waren Claude en ik van een jongen
en een meisje een jongeling en een jonl
gedochter geworden. Van dit alles werd
ik mij in een oogenblik bewust, toen ik
het verschil opmerkte in Claude's klee
ding, gedrag, en voorkomen, toen hij het
tuinhek binnenkwam. En er kwam een
huivering over mij, toen ik het opmerkte,
en ik wenschte, dat ik hem niet zoof
hartstochtelijk tegemoet had gesneld.
En toch, toen hij begon te praten, ge-,
voelde ik, dat hij nog in vele opzichten
dezelfde Claude was, dezelfde, maar toch
veranderd.
I .Was hij ten goede veranderd? In vele
De gezonde mensch wordt zich zijn
levensproces niet bewust. Alle functies
worden „van zelf" Verricht. De eerste
mensch, die bemerkte, dat hij een maag
had, was tevens de eerste maaglijder.
Er zijn .gouden eeuwen geweest, dat
de menschen niet wisten, dat zij zenuwen
hadden. Tegenwoordig echter zijn de ze
nuwen van de meeste menschen verzwakt
en zij hebben een middel noodig, dat
hun zenuwen versterkt .en weer gezond
maakt. Dit middel vinden zij fn Sana-
togen, dat door 22.000 artsen schriftelijk
wordt aanbevolen. O.a. schrijft een Ne
derlandse!) arts te 's-Hertogenbosch„Sa-
natogen werd reeds lang en wordt nog
door mij in verschillende gevallen van
zenuwachtige aandoeningen toegepast.
Dat het een aanwinst voor onze artsenij-
schat is, blijkt wel hieruit, dat in Ver
schillende gevallen van neurasthenie', en
vooral daar," waar de voedingstoestand
geleden had, het door mij met succes
gebruikt werd, terwijl een rustkuur hier
geen invloed had".
Saniatogen is verkrijgbaar in verpakkin
gen van f 1 tot f9. 29
Anti-sovjetoffensief in Siberië.
De „Wola Rossy" die gewoonlijk goed
ingelicht is, meldt, dat de hetman Se-
menoff een nieuwe krachtige actie te-s
gen de bolsjewiki in het verre Oosten)
voorbereidt. Onlangs heeft te Port-Arthur
een bijeenkomst plaats gehad van ver
tegenwoordigers van Russische politieke
partijen en van Japanners. Aanwezig wa
ren ook vertegenwoordigers van de ko
zakken van den Amoer en uit Assurië.'.
Men nam het -besluit de Bolsjewiki uit
Siherië en over het meer Baikal terugl
te drijven.
Muiterij in Zuid-Rusland.
Volgens berichten uit Moskou zouden
er te Tiflis muiterijep onder de bolsje
wistische, troepen uitgebroken zijn. Een
regiment cavalerie, Lenin genaamd, kwam!
in opstand en wilde niet naar het bin-)
nenland van de provincie vervoerd won
den. Regimenten infanterie hebben zichj
bij de beweging aangesloten, de autorih
teiten gevangen genomen en zich van de
officiëele gebouwen meester gemaakt. Pro
grams en plunderingen werden aange
richt. Het duurde eenige dagen vóór de
orde hersteld kon worden.
Bloedige verkiezingsrelleties.
De verkiezingen in Noord-Ierland gaan
met groote verwoestingen gepaard. Gis-
.teren werden in de groote douanegeboU"'
wen te Dublin ontvlambare bommen ge
worpen, waardoor weldra de gebouwen;
in lichte laaie stonden.
Het kantoorpersoneel en een zeer groot
aantal werklieden zagen zich genoodzaakt
de vlucht te nemen, daar de vlammen
met verbazende snelheid op verscheidene
plaatsen tegelijk uitsloegen. Militairen
kwamen weldra aan, doch werden met
een regen van handgranaten en bommeni
ontvangen. Van hun kant werd direct het
vuur geopend uit machinegeweren, gewe
ren en revolvers. Verscheidene soldaten'
werden zwaar gewond. Het bloedige ge
vecht duurde een kwartier, voordat de
aanvallers aftrokken. Inmiddels gingen de
groote douaneg-ebouwen geheel in vlam
men op, wat een schade he-teekent van,'
opzichten wel. Hij was mannelijker en'
beschaafder, en 'had ons veel te vertellen
van zijn academievrienden, en van zijn
academieleven, hetgeen hem tot een aan
genamer en vroolijker gezelschap maakte
dan vroeger. f
En toch, er was nog een verandering),
bij Claude, waarop ik wel moest letten,
in weerwil van mijn pogingen, zulks niet
te doen. Claude Ellis was mannelijker}
en beschaafder geworden; maar 'hij was,
ja dit was zeker, ofschoon ik mijzelve
van het tegendeel trachtte te overtuigen,
hij was minder een Christen.
Voordat Claude naar de academie ging,
hadden wij te zamen dikwijls over den;
Bijbel gesproken, en hij had mij vele din
gen, die ik niet begreep, uitgelegd. Wijt
waren gewoon somtijds, 's Zondagsmid
dags. op de tuinbank te gaan zitten en/
te zamen een hoofdstuk te lezen; en|
Claude placht er zóó mooi over te spre
ken, dat ik dacht, dat hij den Hoe re.
Jezus liefhad, en Hem wens-chte te die
nen. Hij sprak dikwijls over den tijd,
wanneer hij oud genoeg zou zijn om in
het predikambt op te treden, en ik heto
in zijn kerk zou hooren preeken; en hij
vertelde mij, wat zijn eerste tekst zou
?ijn, en hoe hij reeds eenige bladzijden;
van zijn eerste preek had geschreven,
(Wordt vervolgd.)