lip m K^oop. Zaterdag i4 Mei A95M S5e Jaargaü t de Pers Wanneer ik no. 5 in dien winkel was geweest, had ik die snoeplustige meisjes allicht niet laten gaan, zonder haar eene Vraag te doen, daar gelaten of ze mij 15e rad aan den wagen genoemd had den. Ik had dan niet gezegd: „zoo imoogt ge uw geld niet besteden". Maar ik had gevraagd: „besteed ge zoo uw geld wel goed? Kunt ge het aan God verantwoor den?" BAMIC-ASS© Kaplfaai en reserves f 1SsSÖ03©00 Al!@ Bankzaken. Brand- en Inbraakvrije Kluisinrichfting. Loketten vanaf HO,— per jaar. RIJWIELE FEUILLETON. StateB-Senaraat, rr Uitgave van ïoaial. Venn- LUCTOR ET EMERGO, gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: aN<ïB VORSTSTRAAT 70, (Teleloon No. 11)- Bureau te Middelburg: „irMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: ,/9st9rbaan be Cointre, Goes. .VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsp^rgsi Pr^s per 3 maanden fr. p. post f 3,~ Loss# nummers f 0,04-; Prjjs der Advertentiëm 14 regels f 1.20, elke regel meer 30 c ent. Bij abonnement belangrijke korting. Bewijsnummers 5 cent. Een wereld op haar kop. De Drentsche Evangeliebode" schrijft: voel) ik nog een kwajongen was van om jaar of 10, 12, gingen wij m het vrii kwartiertje wel ereis op de spéél- laats op onze handen staan, de voeten Lt een fikschen zwaai tegen den muur werpend Sommigen van ons waren zoo bekwaam, dat ze zelfs op hunne handen een eindje voortliepen! Weet ge wat het fiine van de zaak was? Dat zij dan pre- Jes het tegenover gestelde deden, van wat in de wereld gebruikelijk is.Na dat wij zoo de wereld gedurende 15 mi nuten op haar kop gezet hadden, door zelf op onze hoofden te gaan staan, luidde do schoolbel en leefden wij verder nor maal of beter werden verder nog H/2 uur genormaliseerd. Ik had toen nog maar één kruisje ach ter mijn rug. Over één jaar en één week kan ik er al vier hebben. Zeker van wege dat aantal jaren sta ik nooit meer op mijn hoofd, behalve de uitzonderingen, die aileen mijn kinderen bekend zijn. Ja ik kan er zelfs niet goed meer tegen, dat er nog zooveel menschen zijn die de wereld op haar kop zetten. Zoo stak mij voor enkele dagen een berichtje dat uit „Het Volk" de wereld is ingegaan. In onderscheidene kranten kwam ik het tegen ze vonden het blijkbaar alge meen nog al treffend, namelijk: „In een winkel stonden twee meisjes uit de arbeidersklasse en kochten elk voor een rijksdaalder rumboonen. Een heer keek een dame die daar stond eens veelbeteekenend aa.n, waarop een der meisjes zeide: „Vroeger kochten jullie dit spul. Nu vreten wij het. Stik". Waarop zij den winkel verlieten". Ik gun den arbeider een goed stuk brood. En meer dan dat. Dat weten de atrbeiders wel in de gemeenten, waar ik als predikant gestaan heb. Als ik meen de, dat het op mijn weg lag, heb ik ■de misstanden onomwonden durven noe men en niemand naar de oogen gekeken; de werkgevers niet, maar den werknemer evenmin. Dit laatste mag er wel bij. Een goed jaar geleden velen zullen het zich met mij herinneren preekte ik over de woorden: ,„0f is het mij niet geoor loofd te doen met het mijne wat ik wil?" Een woord dat iedereen in het kerkge bouw iets, veel, te zeggen had. Eén der volgende dagen hoorde ik van iemand, dat hij blij was, dat ik eene zekere volks klasse eens zoo goed de waarheid had aangezegd. „Neen! t Was ook voor U en ook voor de klasse waar gij U bij' rangschikt, 't Is niemand geoorloofd, ook geen dominee, om met het zijne te doen, wat hij wil. Er is maar ééne uitzonde ring, de Souveïeine God". Wij mogen met het onze nu eenmaal met doen, wat wij willen. Of ge het dochtertje zijt van een O.-W.er of van een arbeider. Wij mogen die waarheid niet uitsluitend zeggen tegen eene klasse-van- WERTBEia SOSBPERTZ 1834 ESS CREBIETVEREEHiGlNG SS53. &&MTOOR GOES. CSRQOTE mmKT 24 TELEF. ll^TERC. No. 41 ers 227. menschen, waartoe wij zelf niet behooren, maar moeten dat evengoed tegen ons- zelven zeggen. En dan nog eene vraag a,an die meisjes: „Weet ge wel, dat gij U schuldig hebt gemaakt aan doodslag?" „Gij zult niet doodslaan", geldt niet al leen van de daad, maar ook van het woord en van de gedachten. Moet iemand „stikken", omdat hij zijn afkeuring U toont? God eisicht in het zesde gebod, dat ik mijn naaste noch met gedachten, noch met woorden of eenig gebaar veel weini- ger met de daadonteere, hate,, kwetse of d-oodezegt onze Oude Heidelberg- sche Catechismus. Ze zullen mij zeker erg voor het oude, erg conservatief vinden, die menschen,, die tegenwoordig de wereld op haar kop zetten. Ik kan 't ook niet verhelpen, maar ik kan mij er slecht in vinden'Een arbeider, die straatvuil opschept en onderwijl een sigaar rookt; een verver die onder zijn werk een cigaret tusschen zijn tanden heeft. Ik gun ze die sigaar en cigaret van harte. De sigaar nog meer dan de cigaret; want ik geloof dat met die ciga- retten heel wat nicotine naar binnen komt. Maar ik houd veel meer van den werk man, die de sigaar onder zijn pet mee naar huis neemt, om die na zijn werk eens rustig op te rooken: 'alles op zijn tijd zei hij', en is het tijd van werken en onder dit soort werk kan je niet rooken". Voor 'n paar dagen las ik dat men in de kerk in zekere stad tijdens den dienst mocht rooken. Ik heb 't meer malen zien doen vóór den dienst, en ook wel in een begrafenisstoet. Er zijn ten slotte grenzen. En ik hoop hartelijk dat het „.algemeen gevoelen' 'zich tegen die dingen blijft kee- ren. In Den Haag zag ik voor enkele maan den een dienstmeisje de vuilnisbak op straat zetten: ze had verlakte schoentjes aan met strikken en opvallend hooge hak ken. Haar witgekouste beenen staken een eind onder een nieuw-modisch rokje uit. Er is altijd nog e.en middenweg tus schen het neepjesimutsje en dit exem plaar". Waarom ik eens over die dingen schrijf? Niet omdat ik den arbeider zijn hooge inkomen misgun. Ik verblijd "mij in iedere verbetering. Maar omdat ik mij bedroef over zooveel, waaruit blijkt, dat men zich nog zoo slecht schikt in die verbeteringen en ze misbruikt. .Laten zij zich gerust veel veroorloven, wat ze vroeger niet konden doen, maar ook ken nen de matigheid, de beperking en zich H-M5B f -O- Nu irerdeh de huishoudster en de jagers- Jongens ondervraagd. Zij deelden mede, dat uo houtvester een gestreng en soms driitig An was, dat zij op dien treurigen avond en eerst laat waren thuisgekomen, zoodat wT TjtL moord hadden bemerkt, e adde'n zij bespeurd, dat de houtvester e"8e^0,0.'1 opgewonden was. Zij herinnerden W, U' ^1 houtvester onophoudelijk rust T -,W r iu het vertrek liep an geien vraao'H v!"Ur sc^een 1® hebben. Ook onder- dav k€n n'et over betgeen zij dien ordn „üu e'\ Bei*aan ®u of ZS hun taak in boen en ra<nlt 'la^^en- Hij liep maar zwijgend van r. en had hum ook -niets verteld de ïnvfn noeting raet zWi broeder. Echter was sekJT geW°°nliik heel stil en in zichzelf on bemoeide zich weinig met zijn Me?1?' GT°nl*k zat hü 's avonds stil e'n ffa( hij op zijn kamertje alleen, De aU faar deed, wisten zij niet. gaf toe ito ,aa®ue' nu weder ondervraagd, vorklaardi>a f al'6S 200 ®ehourd was, maar saban w.ó ?un 0P«ewondenheid uit blyd- zij'n bro«w°nr iio?r het wederzien van hroeder. En dat m de huisge'nooten verteld had, dat was ook waar, ed dat deed hem thans leed. Hij was echter zoo vol gedachten geweest, dat hij daartoe op dat oogenblik geen lust had gehad; dat was zij'n karakter zoo; veel spreken deed hij niet. Na hen traden de waard uit de herberg eh >d! e boeren op, die op dien ongelukkigen avo'nd den vermoorde gezien hadden. Hun verklaringen stemden met elkander overeen en kwamen hierop neer, dat de aangeklaagde eeh hard. en streng menseh was, met niemand bijzondere conversatie hield, ook nooit eens gezellig bij hén kwam, maar altijd op de loer lag of hij een armen wildstrooper betrappen kon. Uit hu'n taal bleek duidelijk hun haat tegen ue'n houtvester, en de eene boer was nog niet va'n vóór de balie verdwenen, of een ander trad op om ded houtvester van alle boosheid e'n ruwheid te beschuldigen. Men kon het duidelijk merken, dat hij niet één vriend onder al die getuigen had, want allen verklaarden, dat ze hem er zeer goed toe i'n staat achtten, omdat hij slechts loeide om het zij'n armen evedm-ensch lastig te maken; dat h jjbovendien met gretige ooge'u naar het goud in de beurs vaii den vreemdeling had gekeken, en dat hij, toén zij beiden het bosch ingingen, zoo somber én kwaadaardig had rondgezien, alsof hij van- pla'n was, een moord te doen, enz. De meeding van het publiek werd hem ge durig vya'ndiger, en al de toehoorders schenen hem hoe la'nger hoe meer voor schuldig te wachten voor zelfoverschatting en on- heus-chheid. Van dat laatste trof mij kort geleden het volgende Eene dame zat bij eene uitvoering te luisteren. Daar komen twee dienstmeisjes en de* een zegt tot de ander, wijzend op de blouse dier dame: „ik heb dat ding van 12 gulden ook aangepast, maar wou 't niet hebben", 't Is prettig voor dat dienstmeisje dat zij er een van 24 gulden kan koopen en dat mevrouw zich die weelde niet lean veroorloven, maar koop ook voor 24 gulden fatsoen er bij, want mooier kleeren en innerlijke beschaving zijn twee. Vanmorgen haalde ik de post uit mijn brievenbus. Een groot couvert van den Voorzitter van derf Raad van Arbeid in houdende eene nieuwe rentekaart voor mijne dienstbode. Met genoegen plak ik iedere week een zegel van een halve gulden, het zijn nuttige en in menig op zicht noodige dingen, tSpijt mij alleen dat alles op den werkgever drukt. 't Adres luidde: Mejuffrouw (volgde voorinaam en naam der dienstbode) p.a. A. Keuzenkamp 16, Eminen. Ook al de wereld op haar kop. Voorheen kreeg ik nog wel eens: Weleerw. Heer, soms als iemand een goede bui had: Weleerwaarde Zeergeleerde Heer. Och, ik was al tevre den als er alleen stond den Heer. Maar nu wordt de dienstbode Mejuffrouw en ik, arme zegelplakker, wordt zonder eenig ornaat op de enveloppe gezet. Ook al een teeken des tijds? Na 15 minuten op ons hoofd te hebben gestaan en zoolang de wereld eens echt op haar kop te hebben gezet: de school en den meester en dien strengen onder- mee ster, waar wij vroeger bij zaten ging de schoolbel. En wij werden weer normale jongens. Neemt niemand het mij kwalijk, dat ik ook eens even aan de bel heb getrokken? Wie te lang op z'n handen loopt, dien gaat 't bloed naar het hoofd en dat moet heel gevaarlijk zijn. Tweede Kamer. Zooals de voorzitter gisteren meedeelde zijn er in het geheel 34 amendementen op het grondbelasting-wetje ingediend, wat zeer zeker de moeite waard is. Zeer ad rem verzocht praeses Kooien dan ook dingen, die reeds 10 keer gezegd waren, niet meer voor de 11e maal te herhalen. Het lot der belangrijkste amendementen is het volgende. Het amendement-Treub beo-ogende een vijfjaarlijksche periode van gaa'n houden. De rechters lieten zich niet zoo spoedig door dit vooroordeel meesleeped, wadt zfj begrepen zeer goed, dat de boeren en houthakkers dén natuurlijken vijand beschouw den, omdat hij, getrouw aan eed en plicht geslxe'ng er op moest letten,- dat zij' geen herten of ander wild stroopten; maar met dat al warén er toch zeer verzwarende omstandig heden. Hoe kwam het lijk daar- in den water put? Wie had "die goedere'n in den tuin be graven? Was de lijn van dein- houtvester niet om dén hals van den vermoorde gevonden? Had hü zich over het wederzien van zijn broeder 'niet tegen zü'n eigen- huisgenooten stilgehouden enz. Daar 'de getuigenissen der boeren en dorpe lingen alle op hetzelfde neerkwamen, besloot de President daarmede maar op te houden. Nog éé'n houthakker moest getuigenis af leggen. Dat was de laatste, een wild uitziend, liederlyk medsch, dezelfde die zich, zooals wij aa'n het begin van dit verhaal hebben- medegedeeld, op dien avond juist zat te be klagen, dat hg door den houtvester bekeurd was, toén deze zelf juist de herberg binnen trad om eeh oogenblik uit te rusten en tegen het verschrikkelü'ke stormweer beveiligd te zü'n. Deze laatste zou ook wel 'niet veel goeds van tleïi houtvester te vertellen hebben, ja was het mogelük, dah zou hü tegen geen valsche getuigenis opzien om zyn vyan.3 in het verderf te storteli. Met schelle én toornige stem begon deze beschuldiger zü'n aanklacht.. Hü vertelde, dat eigen aangifte in plaats van na een eer ste tijdsverloop van eigen aangifte tot ambtelijke vaststelling van de vijf jaren over te gaan, werd verworpen met 41 te-gen 36 stemmen. (Was dit amende ment aangenomen, dan had men de be handeling van het wetsontwerp moeten s-chorsen). Vóór stemde links, behalve de heeren 'Marchant, Oud,, van Beresteijn en Kruyt; te-gen rechts behalve de heeren Ryckevorsel, Swane, de Wykerslooth, van Sasse van Ysselt, Bakker en Weitkamp, die vóór stemden. Het amendement-De Monté Ver Loren om ook bij de waardebepaling van ge bouwde eigendommen tijdelijke toestanden buiten rekening te laten, werd verwor pen met 45 tegen. 28 stemmen. Aangenomen werd met 39 tegen 37 stemmen een amendement-Wintermans om de verkoopwaarde te bepalen naar de oogenblikkelijke bestemming van het goed. De Minister achtte dit amendement over bodig. Art. 6, de belasting op particuliere we gen werd verworpen met 62 tegen 12 stemmen. Toen kwam het zeer belangrijke artikel 7 aan de beurt, luidende: „De belasting bedraagt 2 per duizend per jaar van de belastbare waarde der eigendommen". Hierop waren verscheidene amendementen ingediend. Dhr. v. d. Laar, wilde in de grondbelasting progressie brengen om de Kleine land- en tuinbouwers te hel-pen. Dhr. Teenstra pro-beerde dit weer op een andere wijze doorrekening te houden met de grondwaarde. Dhr. Deckers wilde een hypothecairen aftrek voor eigenaren van bedrijven beneden 10 II.A. tot een maxi mum van f3000. Het amendement-Teen stra werd verworpen met 59 tegen 18 -stemmen, -het amendement-de Wykerslo-oth de Weerdes-teyn met 60 tegen 17 stem men, amendement-v. d. Laar met 49 tegen 28 stemmen, amendement-Deckers met 56 tegen 20 stemmen. Toen kwam de stem ming over het artikel 7. O -ok dit werd verworpen en wel met 39 tegen 36 stemmen. Van rechts stemden tegen de heeren Duymaer van Twist, de Wyker slooth, Weitkamp, Bakker en Snoeck Hen- kemans-. De Minister vroeg toen begrijpelijkerwijs schorsing der beraadslaging. BuitssiiancL Het Roode leger. Volge-ns de Bolsjewistische bladen is het ro-ode leger' op het oogenblik 3.330.000 main ste-rk. Daarvan behooren tot de geregelde troiepien 900.000 man infanterie en 110.000 main clavalerie, tot de oinge- re-gielde troepen 600.000 mam. De sterkte der genietroepen en troepen vo-o-r spec-i-aie deinsten bedraagt 840 duizend, de militaire werklieden zijn 300.000 man, het strafdetaehemeint 'is 60.000 man sterk. En ©en dergelijk leger houdt men op de been, terwijl de oorlog -is ge ëindigd -en ,de volkscommissarissen v-erziekeren, dat de regeering doende hü dén houtvester met zeer begeorige oogen haar 3e beurs met goudgeld had zien gluren 3at hü eeh poos later, nadat die twee weg- gegaa'n waren, ook was v-ertrokken, omdat hü ook haar de stad moest, en dat hü, voorbü de houtvesterswo'ning komende, daar licht had zieh branden. De deur ging toen juist open e'n de houtvester trad naar buiten i-n den mar.e- schü'n. Hü' droeg een voorwerp op den rug; het schéén wel een zak te wezen! Wat het was koh getuige natuurlük niet zeggen-; hü bleef ook 'niet staan küken, maar liep op den een- zameh weg voort, die naar de stad voerde, waar 'hü wezeh wilde, toen hü nog flauw i'n Ide verte een doffen val hoorde als van eeh zwaar lichaam; een plomp scheen liet te wezen, alsof er iets in het water viel. Dat was zeker het lük geweest, 'twelk op dat -oogenblik door den houtvester in den waterput wercl geworpén. Doch stilstaan deed de getuige hiet. Hü dacht er hiet verder over na; kon hem zoo iets ook i'n de gedachten komen! Maar hu 3e houtvester gevangen genomen werd, kwam die geheele historie weer duide- lijk ih zü'n gedachten terug etn mocht hü het hiet nalaten deze zaak, die zoo geheimzinnig was, aah 3en rechter mede te deelen. Somber had de gevahgene zitten toeluisteren-. Zü'n belangstelling was groot geworden. Scherp staarde hü zqh beschuldiger, die vlak voor de balie sto'nd, in het gelaat en wendde geen oog van hem af zoolang deze stond te spre. keh. Maar op het eind vloog er als het ware is oim .rust eox vrede aan het land terug te geven! Ontzettende getallen. Men schrijft aan „De Stand.": Duitschlands zedelijke- n-oio-d is ver schrikkelijk. Men kan zeggen, da.t het Duilsche volk voortdurend langs een ajjgirolnd wandelt. Volgens de- jong ste berichten .vain het Ministerie van Bïinmenlandsche Zaken zij'n er op' het oiolgienblik -in Duitschland niet minder dan zies miljoen geslachtszieken. En toch worden nog altijd in 60 steden in publieke- hoerhuizen de do-chleren des lands vo-or ontuchtig© bedoelin gen beschikbaar gebonden. Dat tengevolge daarvan de handel in meisje-s in vollen gang is, spreekt vanzelf. Van .1 Oct. 1919 tot 1 Mei 1920 verdwenen in de gr-oiote steden 3700 'meisjes en vrouwen. Van de 1..212.397 kinderen, in 1916 :in Duitsch land geboren, waren 376.270 onecht. In Bterlijln we-rde-n o-nder de bezoe kers d-e-r consultatiebureau x voor ge- slachtsziiiektem ruim de- helft gehuwden igleteld: 42 pot. mannen en 41 pet. vrouwen. Alleen in de stad Hannover werden e-r 1221 geslachtszieke kinderen gebracht. Met het o,og; op het bovenstaande doet de Duitscine- Middernachitszlendinjg te Hamburg -een beroep op de daad werkelijke hulp der Duitsche en op de fin-ancliéele- hulp der Nederlatidscthe cihr-i sten-en. Korte Berichten. Te Opp'eln werd Donderdagmid dag 1 uur de algiemeene staking afge kondigd. Alle openbare bedrijVen, res taurants, ook' post en telegraaf werden gesloten. Zulks als protest tegen de onderhandelingen tusschen generaal Lerond en de Po-olsche opstandelin gen. Tegen den avond ging men weer aan 'twetk'. D-e P-oten hebben Kanderzjin be zet. De gevechten waren hier geer heftig. Er vielen 30 do-oden en meer dan 100 gew-onden. Later wordt ge meld, dat de Pio-len na onderhandeling! met generaal Lerond, Kreuzberg, Ro senberg en Kanderzfn weer hebben ontruimd. H-et spoorwegpersoneel in Schot land beeft een eigenmachtige staking geproclameerd, uit sympathie met de stakend© mijnwerkers en tevens otai te beletten, 'dat „onderkrujperskolen'' worden aang-evoe-rd. In een der voornaamste straten van Dublin werd gisternacht met bo(mL men gieworplen op een motorl-orrie, waarin hulptroepen vervoerd werden. Veertien burgers werden 'bij' dezen aanslag gewond. De ter dood veroordeelde moor denaar Friedriclh Schumann, die eeni- g-en tijd geleden de Pruisische regee ring heeft verz-ocht, te worden terecht gesteld, -omdat de lange gevangen schap: hteim verdroot, is gisteren in de gevangenis te Plötzensee onthoofd. ©erf lichtstraal over het gelaat van den be schuldigde, Hü spro'ng op. Zün oogen fonkelden e'n met sidderende stem riep hü, op zün beschuldiger wü'zénde uit: „Dat is de moor- Üc-haar 1 Dat is de moordenaar!" Me'n kan begrijpen, dat er een groote ont- stelteïiis onder het talrgk publiek ontstond, toén tie van moord beschuldigde houtvester zoo plotseling opsprong en, met den vinger, op zü:n beschuldiger wijzende, dezen o(p zyrfi beurt voor dén moordenaar van zün diep be- treurdeii broeder uitmaakte. Allen keken ver schrikt op, én niemand ko;n- begrijpen, wat deze uitroep wel beteeke'nde. Ook -de President vaU het Gerechtshof was door deze onver wachte wedding van de zaak verrast. Hy herstelde zich echter spoedig eh vroeg wat de beschuldiger zegge'n wilde. De houtvester ko'n- van inmerhjke aandoe ning niet spreken. Wat hy gevoelde aangaande de trouw zü'ns Gods, Die hem! zoo onver wachts eed lichtstraal in deze stikdonkere duister'nis deed opgaan, liet zich zoo spoedig diet onder woorden brepgen. Zün hart klopte by'na hoorbaar; groote zweetdroppels parelden hem op het voorhoofd. Eihdelyk bracht hij met moeite de woorded uit: „Geloofd zü God, Die myb smeekingen om my'n -onschuld in deze zaak aan h-et licht te bréngen niet heeft afgewezen, noch mün gebed gehoor heeft odtzegd. Die man, nrijn- heer d-e Preside'nt, is de moordenaar, of ten midste weet hjj' van den moord af". (Slot volgt)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1921 | | pagina 1