gith a.
«iddejburs. I ty0 j^4
Donderdag 314 Februari 1D3&1
35e Jaargang
F E UTlle TÓN.
■s in Effecten.
twee bekwame Rijwiel-
Sotorreparateurs.
i Boerendienstme
11
908
is geen ridder'
leeuwsshe Stemmen.
ccxxviir.
jEF. no. 35.
en inbraakvrlje Lip'»
tg-courant met rent*-
iH- en buitenlandsoh»
jtfecten.
ld, en coupons.
'ERZEKERI^GBANK.
vast werk, bi] C. WIJK*
t. Laurens.
bij J. VERHAGE,
iskerke, Zoutelande,
■Direct gevraagd f
g. g. v., bij Gebroeders
MME, Wissenkerke N.-B.
is ziekte van stondou a>n t
lei een f
idknecht gevraag
IA.NDERSE, Oostkapelle.
|igd met 1 Mei a. s. een
aam Smidsknecht
of halfwas, j
HUN DERSMARK, $m«
id.
;d,bïj K, D. LEENöERTSE.
vervoegen 's mörgen
de hofstede „Dorpzicht
inskerke.
lei w
?d, bij C. BAL, bofstede
isse, Waarde.
Uitgave van
,a vaanli. Venn. LUCTOR ET RMERGO,
d® gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 70,
(Telefoon No. 11).
Bureau te Middelburg:
FIR M A F. P- D IT U IJ L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre, Goec.
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN W EREWLG.
Abonnementsprijs:
Prijs per 3 maanden £r. p. post 18,-
Losse nummers
f 0,06
Prijs der Advertentie*:
14 regels f 1.20, elke regel meer 3t cent.
Bij abonnement belangrijke kortimg.
Bewijsnummers 5 cent
SOCIAAL DEMOCRATIE EN
SUt KLASSENSTRIJD.
Het «economisch stelsel der. demo
cratie is het collectivisme.
Het collectivisme leeft uit het his
torisch materialisme. Dit laatste is
de wortel, waarop; het collectivisme
Stoelt- het i.s het wijsgeerig stelsel,
waaruit het collectivisme is ppge-
't>Gdp! mi'- Treub, kenner van het
Marxisme aLs weinigen, in zijn werk'
Het Wijsgeerig Economisch stelseK
van Karl Marx" heeft aangetoond'.
Over Maxx' hoofdwerk „Das Kapi-
tal" zegt de heer Treub daarin het
volgende: „Schijnbaar gaat „Das Ra
cial" langs induclieven weg (dat wil
zeggen langs den weg van voorbeelden
en feiten) te werk en leidt het de
conclusiën waartoe het komt, af uit
het feitenmateriaal dat heit verzamelt.
„Das Kiapital" behelst zonder .twijfel
tleel wat ^feitenmateriaal, dat bij' de'
uiteenzetting van de ontwikkelingswet
ten der maatschappij! dienst doetmaai
die ontwikkelingswetten worden daar
uit niet opgebouwd. Het verzamelde
feitenmateriaal doet in „D;as Kiapital"
alleen dienst ter veraanschouwelijking
van de bewegingswetten van dit ééne
tijdperk der maatschappelijke geschie
denis, welke zijn afgeleid uit de door
Marx „ontdekte" algemeene ontwik
kelingswet der menschelijke geschie
denis. Alles wat „Das Kap i tal" in
houdt over de bewegingen der kapita
listische miaatschappiji, is afgeleid uit
het Iweeleldige uitgangspuntmateria
listische geschtedbescnouwing en de
leer betrelfendie de waarde der waren
in het ruilverkeer. Het iis langs 'ctedue-
tieven weg (dat wil zeggen lang's den
weg van afleiding uit voorop gezétte
stellingen) gevonden uit dte combinatie
van een tweetal algemeene stellingen,
'welke niet als resultaat van feitelijk
onderzoek werden verkregen, maar
met behulp van wijisbegeexte en lo^
gica a priori (van te voren) werden
opgesteld De feiten worden in „Das
Kapital" gebruikt en gerangschikt ge
lijk in hei pleidooi van den advocaat,
die daaraan niet vraagt, welk stand
punt hij' heeft in - te nemen,, maar
welke argumenten hij' er uit halen
kan ter verdediging van het standpunt
dat bij'nu eenmaal ingenomen heeft."1)
ReedS onze vroeg ontslapen ds. Ru
dolph beeft naar aanleiding van deze
kwalinoeerinig opgemerkt dat djt den
spijker op den kop jgesla'gen .is, en dat
wat van Marx' hoek ,„Das Kapital"
ïteMt, evenzoo 'geldt van het Erfurter
Trograim, hetwelk van dat boek de
Mr. AI. "W. F. Treub, Het Wijsgeerig-
wonomisch stelsel van Marl Marx, 1903,
Deel R bladzz. 3 en 4.
i Die Neue Zeit, 15 Jahrg. (1896—
1' ,215: „Die „Abkehr vom Irdi-
„seuen, die ïodessehnsucht des Cbristen-
1st aus den materiellen Bedingun-
der römischen Kaiserzeit zu erkla-
3° en van de sociaal-democrati-
k-M-j „^^HSlnjd-theorie, 'die onaf-
heidebjlc met het collectivisme ver-
,";f1 1S pn in bedoeld Program1
gehuldigd.
s üie theorie van den klassen-
Rl is alle werelds (rijd door alle
k?wU H6?1 8eWl.e0st, en is hij' nog,
wkv r, Drij'd. Zelfs de strijd
hei idieëele belangen, die
de igs be zaeleleven raken en door
.i"***6 en het persoonlijk reli-
;s 1rro„„ sbiverL worden beheerscht
cralen iïS f®28 der sociaal demo-
niet klassenstrijd. Wanneer
kelten?6 Apostel Paulus klaagt:
^ellendig mensoh! dan is dit slechts
Dat i;s de leer van het historisch!
materialisme. Vblgens die' leer is er
niet anders dan stof, een beweg
en ontwikkeling der stof. Derhal
zoo leeraart het socialisme, kan dé
strijd niet anders zijn dan een strijd
van de stof, een strijd om .een goede
plaats ,,aan den voederbak"; en alle
lijden en strijden in deze wereld wordt
geheel door' deizen. strijd beheersdht.
Dit geldt wij' zeiden 't reeds
ook,, voor den geloofsstrijd, zoowel van
Paulus, als later van tie Martelaren,
die om het geloof neen, zegt de
sociaal democraat die om hun stof
felijke belangen zelfs den vuur- en
marteldood trotseerden.
Rauteky, de dogmaticus der Du.it-
sche sociaal democratie, schreef dan
ook: (2)
De afkeer van die dingen der aarde,
het heimwee van het Christendom
naai' den «toad, het moet alles uit
de maatschappelijke toestanden van
den Romeinschen Keizertijd worden
verklaard'.
Men spreekt wel eens van het bij
geloof dier ongeloovigenmaar hier is
een bijgeloof der sociaal democraten,
hetwelk grenst .aan idiotisme.
Maar wanneer nu de heele wereld-
strijti slechts' klassenstrijd i's, een .strijd
om de stof, waaruit verklaart de so
ciaal 'democraat dan bet ontstaan van
dien strijd, van dien „klassenstrijd?"
.Wel, dait is eenvoudig genoeg,'zegt
hij. Uit die instelling van tien privaten
eigendom. Die private eigendom waar
borgt aan die kapitalisten een veel te
ruime plaats aan den „wereldvoeder
bak';.
Die „kapitalisten", ook al hebben
zij slechts een eenvoudige woning met
een heel klein lapje grond, waarop
zijl harld; werken moeten om .rond te
komen, worden door deze mensohen
steeds geLeekjenti als dikke, ziware, op
geblazen veelvraten en wijnzuipers';
zie 'tmaar op de prentjes van „Het
Volk" en andere schendbladen. En die
dikke, logge kapitalisten nu zijn het,
die al deze magere proletariërs in hun
Strijd om ook een bescheiden plaatsje
wegknorren van den „voederbak!"
Niet alleen wegknorren, maar ook
wegbijten.
Een bespottelijk beeldi vooral in on
zen tijd!, nu ,men zoo vele va.n die
proletariërs ziet loepen in jcfe pelsjas,
en zoo menige kapitalist sinds lang
iis juiter te yoet.
Nu geeft de sociaal democraat dit
wel toe; maar men is er nog lang niet,
zegt hij. Het privilege van den kapi
talist moet heelemaal wieg; daartoe
is pOiOdig opheffing va,n het privaat
bezit; en tie socialisatie is hier toch
maar een klein begin van. Het uur
van den eeuwigen vrede zal eerst dan
slaan, wanneer alle mens chen gelijke
lijk en gemeenschappelijk zullen ge
nieten van gatisch het maatschappelijk
kapitaal, evenals zij1 nu al gemeen
schappelijke bezitters zijn van die zon,
het licht der maan, tie lucht die zij
inademen.
Schoone illusie!
Dat wil zeggen: Schoon, maar toch
een illusie.
De Christen kan en durft 'dit zeggen,
omdat hij leeft bij' Gods Woord, het
welk hem' leert tiiat hij zielf de grootste
zondaar is, maar ook de overige men-
schen, allegaar, geen uitgezonderd,
zondaren zij'nen de zonde zal blijven
heerschappij! voeren, zoolang de we
reld staat.
Eenmaal zal er vrede op aarde da
len; doch niet op deze, maar op de
nieuwe aarde, ómdat daar gerechtig
heid wonen zal. Daar zal de private
eigendom' geen oorzaak zijn van klas
senstrijd, omdat er geen zonde uiteer
zal zijln, en het volk dat daar woont
vergeving van zonden zal hebben.
Waren de mensohen engelen, er zou
allicht een andere toestand heerschen,
maar dan zou er toch verschil en
onderscheid zijnwant er zou ver-
schil van gaven en - krachten en in
zichten blijven; de bekwaamsten zou
den toch weer naar voren komen, en
de minder bekwamen en zwakken zou
den toch weer terugzinken naar de
positie van den man die voor het ver
richten Van .minder product)even ar
beid is aangewezen. Alles gemeen
schappelijk eigendom! woningen, fa
brieken, machines, kortom alles. Wat
Zou hieruit volgen? Dat ieder voor
zich het beste zoekt ,te bemachtigen.
Het ziou weer worden de groote pyra
mid©, met 'tgroote grondvlak, en ein
digend in den top1, en dan de massa
in 't grondvlak' het laagst ontwikkeld,
het meest bedeeld, en de besten ge
klauterd naar boven. En 'tzou weer
een eeuwen durende Strijd worden om
't bestaan, en een uiting van wrok
en wangunst.
Hierop loopt die .prediking van het
historisch materialisme uit. En col
lectivisme en klassenstrijd', door dit
historisch materialisme gedragen, cliee-
len in deszelfs hersenschïmmighieiid'.,
Toch zal deze leer van het histo
risch materialisme, aangehangen door
alle aanvaarders van het Erfurter Pro-
gram nog veel kwaad doen.
Rusland,' teert 'tal.
De 8-urige werkdag.
Het is nog de tijd niet de rekening
op te mlaken van tie Arbeidswet op
't punt 8-uxiigen werkdag. De Maat
schappij' van Nijverheid is bereids op
onderzoek uitgegaan; den uitslag van
dat onderzoek hebben wij1 "af te wach
ten. De Afdeeling: Den Haag van ge
noemde Maatschappij! hield m de resi
dentie een enquête, en kreeg 41 ant
woorden in, welke zij in zes punten,
heeft saarnigevat. Wij! schrijven er een
paar van over.
De productie is bijlna, overal, evenre
dig met den arbeidstijd verminderd!.
In Vele gevallen, is die productievermin
dering grooter ten gevolge van minder
werkluist, verslapte energie, en in som
mige gevallen ador technische möei-
naar behoiefte. Er moet .een .midden
weg wordlen gekozen en bij Tdat kie
zen moeten ethische overwegingen een
woordje meespreken. Dat wil zieggen:
wij 'moeten daarbij niet uitsluitend be-
toogen en theöretiseeren, 'maar ons
;evoel moét stem in het kapittel
ebben.
En doen jve dit1, dan vragen we
ons allereerst af, of de arbeider, de
werknemer, daar alléén staat, m.a,w.
vrijgezel is; 'dan wel of hij daar staat
als vertegenwoordigende een gezin.
Nu is met die vraag reeds vroeger,i
zijl he«t' op gebrekkige wijze, gerekend.
Zoo b.-v. bij'dé vergoeding, voor huis
huur, welke aan den gehuwden onder
wijzer op! een bepaalden leeftijd werd
gegeven. En eigenaardig ils 'wel, dat
zelfs de heeren scci aal-democraten in
hun adresisen om loonsverhoogingook
schier altijd alleen met den man als
geziushooBdi rekenden. Dan werd in
tien regel een reeks verhoogde uit-
taven opgesomd, waarmee die ong;e-
uwde al heel weinig té maken had.
We kwamen 'dan ook een vorig maal
al pratende tot de Slotsom ..(en wa
geraakten daardoor bij'na ongemerkt
in het vaarwater van onze Christelijk-
sociate Bonden en vakorganisaties),
d'alt we over heel de linie moeten ko
men tot den kindertoeslag. Er
moet in de loonbepaJing met bet kin
dertal gerekend worden, éen gedachte;
die ook tot uiting kwam op bet tweede
Christelijk-Sociaal Congres, te Amster
dam gehouden, waar dit .congres' in
het slot zijner tweedé resolutie zegt:
rijkheden om het bedrijf aan den kor
ten werktijd aan .te passen.
Het benutten van den vrijén tijd
blijkt in iden regel niet tot meer ont
wikkeling van den werknemter bij te
dragen.
Concurrentie met den patroon komt
in daarvoor geschikte bedrijven vrij
veel voor.
En eindelijk: 'de .totaal-indruk der
antwoorden is wiel deze: de verkorte
werkdag is te snel en té uniform inge
voeld. Dé werknemer wieiet 'zijn vrijen
tijd' nog niet te gebruiken op de wijzé
alls gewensch't mag worden en zoolang
dat niet het geval is, heeft de vrije
tij!d een slechten invloed. De productie
is sterk achteruitgegaan, de .positie der
industrie is daardoor ernstig verzwakt.
Let wel, zoo „oordeelt men in Den
Haag, waar de wetgever woont. Maar
nu moest hij de conclusiën van onze
kleine baasjes en van het platteland
nog eens hooren!
1)
ia;trisui|B-
TO»W VAN MM* ApG
...i i faö
83; aGNES GIBERNE.
D (Slot.)
le In^fuf31' aan ®tha's zijde had moei-
en vrv, °ep v^n ongednld te bedwin-
Aij5> slechts: „Welken titel heeft
„Hij k a 6 letwiJfeld van adel is."
de reiziV,(,raai'nVDfd° ma,n'" raomPel-
«ersten »Pen naam van den
Sir Remnai.i I?let- Dlc tweede was
®ciolaf Braybrooke; de derde Sir
Uucastle /ide vierde Sir John
,»Zóó 4 hJ1" Heer Joha Harps en."
hop m i zeide ^^a verbaasd.
w<e«t u het?'
Aar Ce
vaa> £WuuÏJanrih n f,dijikliaj,riige boek
o \er D. Bolle te Rotterdam.
„Het werd mij verteld," antwoordde
hij. „Weet u iets aangaande de damoisella
Joan, schoone jonkvrouw?"
„Zij is .niet lang geleden gehuwd met
Sir Thomas Brooke van Somerset."
Hij knikte. „Ja, hiji was page op Cou-
lyng Castte, toen ik hem kende."
„Waart gij in Coulyng) Castle?" vroeg
Githa verbaasd. „Misschien heb ik u
daar wel gezien, maar ik herinner mij
u niet."
,,'t Kan zijn," was het antwoord. „Kunt
u mij iets vertellen van vrouwe Alionore
Cobham?"
„Neen", zieide Githa, hem onderzoekend
aanziende, want plotseling kreeg zij een
vermoeden van de waarheid. Eer zij dit
uitsprak, zeide zij:
„Hoger, ik geloof, dat gij u vergist
hebt. Zet spoedig het zoutvat wat lager."
„Roger gehoorzaamde, en Githa vroeg
bedaard, hoewel sterk kleurende:
„Hoe is het, mijne heeren? Ik geloof,
dat het zóó goed is."
Den verigien keer bespraken we op
beknopte en eenvoudige wijZie het loon-
vraags'tuk en al redeneerendi© kwa;-
nten we op grond yan de praotijk
tot de conclusie1, dat het even onmo
gelijk is alleen te ^preken van een
loon naar prestatie als van een loon
Beiden bogen toestemmend het hoofd.
Githa boog zich een weinig tot haar
buurman. „Hebt u ooit een lief meisje
gekend dochter van de zooeven ge
noemde vrouwe Alionore?"
E,en diepe zucht antwoordde haar.
Zij stond op van de tafel, en zijn hand
in de hare nemende, riep zij verheugd uit
„Moeder, het is onze Alfgar, die nog
maals tot Ons is wedergekeerd!"
De kap werd teruggeschoven, en Alfgar
zelf stond voor hen, veel veranderd
en verouderd in die lange jaren, waarin
zij hem niet hadden gezien ouder
van gelaat dan in leeftijd.
Moeder en dochter heetten hem wel
kom met tranen van vreugde, terwijl de
bedienden zich verdrongen om hem de
hand te drukken.
Inmiddels bleef de andere reiziger on-
bewegenlijk en onopgemerkt op zijn plaats.
Plotseling dacht Githa aan hem1, en keek
nieuwsgierig naar hem om:
„Sir, ik weet niet, wie gij zijt", zeide
„Ook rekene zij! (dli. de overheid) bij!
>dé valsfcteilling der loon en mét de sa
menstelling van het gezin."
Maar tegen dezen kindertoeslag ko
men vele bezwaren lo's en het dacht
mijl goed, eeniS 'enkele van die tegen
werpingen onder handen te' nemén,
omdat het maar al te vaak voorkomt,
idalt onze menfechen in fabriek en op
k'ainlfoor, op! hef land! en i,n vergadering,
deze contra-argumenten niet weten te
weerleggen. En toch, dit moet. Het
i,s ons aller plicht, met onverzwakte;
kracht het idee van den kindertoeslag
te blijken propageeren. Wé vragen toon
met kindertoeslag geen daad van
barmhartigheid of liefdebetoon, maar
we eiischem sociale rechtvaardigheid',
gelijk geheel het sociale vraagstuk een
zaak van recht en rechtvaardigheid i's.
Doch, laten we eens; even die be
zwaren aanhooren. In de eerste plaats
zegt men, dial, wanneer bij de vast
stelling van het loon, met ïiet kindter-
tal moet worden gerekend, ook bij'
zfekte of anldere tegenslagen het loon
m'oet worden verhoogd. Maar zulk een.
beziwaar kan toch moeilijk worden,
staande gehouden, daar men vergeet,
dat ziekte en ongeval een abnormaal
karakter dragen, terwijl gezinsvorming
tot heiden nog altijd in de normale
lijn van bet leven ligt.
Een tweedia beiziwaar i's, dat door
den kindertoeslag afgiunst en jaloezie
ondter de „arbeiders' 'gewekt worden.
Dat kan zijln, en d'ah, vooral onder
de rooide arbeiders, die in het meest
t'rove egoïsme zijd. opgevoed, ondanks
et geschetter over solidariteit en ge-
meenschaplsizin. Maar voor onze Chtjg-
ten-we rklnemers, hetzij! ze werkman,
onlderwijlzer of ambténaar zijn, kan
zulk een beziwaar onmogelijk ernstig
wegen. Wijf z'ouden hen beleedigen,
als we zulk' een nijdl bij hen aanwezig
achtten. Wijl beschouwen toch altijd
nog den kinderzegen in bet licht van
'S Heeren Woord' en zulten zéker gaar
ne ten opzichte van onze kameradfen
de wet /Ier liefde betrachten.
Een derde grief is deze, 'dat kinder
en huurtoeislag en dergelijke belemL
merend! werkien opl dé bepaling van
zij. „Maar wees welkom1 ter wille vair
Alfgar, indien gij zijn vriend zijt,"
De vreemdeling stond op en kwam voor
haar staan.
„Lief meisje," zeide hij op bewogen
toon, „herinnert gij u hoe op zekeren
dag, toen gij in doodelijk gevaar verkeer
de!, een belofte werd afgelegd voor het
redden van uw leven?"
Githa werd bleek. „Ja, dat do© ik",
antwoordde zij, hem aanziende.
„Weet gij hoievele jaren er sinds dien
dag zijn verloopen?"
„Gisteren wajs het tien jaar geleden."
„Gij hebt goed geteld", antwoordde hij.
„Mijn belofte heb ik gehouden, maar in
geen enkel opzicht ben ik veranderd.
Kent gij mij?"
Ook hij schoof thans zijln kap terug, en
nogmaals, zooals hij lang geleden had
gedaan, knielde hij voor haar en kustta
haar hand.
„Sir Walter de Malmayns", zeide zij
met zachte, doch duidelijke stem. „Gij
het minimumloon voor de ongehuw-
dën. Deze minima zulten, kom mieent
mén, g;etirukt worden en hét Salaris
wordjt eerst „goed, wanneer iemand
vader van eenige kinderen is. Maair
zulk een bezwaar kan met evenveel
recht worden ingebracht tegen dé
meerdere bezoldiging! wegens dienstja
ren en acifcen en diploma's van be
kwaamheid! bij onderwijzers; ambtena
ren, kantoorpersoneel enz;. En is het
daartegen ooit ingebracht Wil mén
dan. één uniform loon voor alten, van
wat leeftijd! of bekwaamheid ook?
Het laatste argument lijkt het krach
tigste. Wanneer, zoo zegt men, bij' de
vaststelling! vajn bet loon rekening
moet worden gehouden met het kin
dertal, zulten de patroon's bijl zulkieen.
stelsel liefst kiriderloozle arbeiders in
hun dienst nemen; op de kantoren
wordt aan ongehuwden de voorkeur
gegeven en. zloo k'omten tie groote ge
zinnen in het gedrang en ziel. het Neo-
Malthusianisme zich door zijln vijand
in de hand gewerkt. Nu steunt deze
redeneering helaas op feiten. Bij' on
derscheidene benoemingen wordt er
op gelet of de sollicitanten ook' (gelijk
het zoo vernetijeremti en geheel onjuist
heet) „kinderen te hunnen la'ste heb
ben." Er zijln zelfs 't moet worden
erken'ct Christelijke huisbazlen, die
bijl het verhuren van een woning aan
kintierloozie gezinnen de voorkeur ge
ven, terwijl diezelfde brave lieden ach
en wee roepen over het voortwoefceu
rend kwaad der kinderbeperking,
waarin zij;dé mensohen stijven.
Ja, en d'iit zou ik bijna niet durven
neerschrijven, als het niet een predi
kant was; die het had gepubliceerd,
er zijn herberaden, die liefst niet een
dolmmé met! een groot gezin beroepen,
en alziom in het beroepingswerk; dat,
aid het goed! is;, onder biddend op'zien
tot den Koning! dér kerk wordt ver
richt, een zeer materialistische factor
brengen.
Maarmag men nu terwille van
deze onchristelijke pracLijfcen den kin
dertoeslag veroordeeten Mag een
Christen hiervoor op' zij gaan? Ik
meen van neen.. Trots' alle andere leu
zen houden wij) er aan vast, dat de
kinderen zijd een erfdeel des
Heeren en wij willen er naar stre
ven de moeilijkheden voor de groote
gezinnen te verkleinen en indien mo
gelijk weg te nemen. Nogmaals, dat
is Christelijk-'sociale pélitiek. Wij gei
veri dit ons1 beginsel niet terwille van
onheilige practijfcen prijs.
Als we dj(t hebben voorop- gesteld;
is natuurlijk een tweede vraag: welke
is tie meest rationeele methode om!
dien kindertoeslag uit te keeren. En
hierover js te praten. Dan stelten we
het beginsel boven alles en gaan we
alleen redeneeren over dé practische
toepassing. En dat mlagi, ja dat moét
zelfs1.
Nu talsten we hieromtrent niet ge
heel in het duister. Reeds een- en
andermaal is 'deze kwestie in "del
Tweede Kamer besproken, en hij' de
laatete debatten hierover is zelfs; een
Van R. K. zijde ingediende motte aan
genomen, waarin die wenlschelij'kheiti!
woédt uitgesproken van. het vormen
van een fonds, waarin door alle werk
gevers prccents-gewijs gelijkelijk
worldt bijgedragen en uit welk fonds;
aan de groote gezinnen een toeslag
wordt uitgekeerd. Dit is een oplossing,
die ons zeer moet aantrekken. Zeker,
we zijln er zóó ook nog niet geheel
en ide moeilijkheden zulten -er ook
dan wel blijVen, maar we hebben dan'
toch bereikt, 'dlajq jde hoofden van groote
■gezinnen niej van den goeden of kwa
den wil van hun patroon afhankelijk
zij'n.
zijt het zelf wees welkom".
Hun. kleine samenspraak was nog on
opgemerkt, en hij nam de gelegenheid
wiaar, om zonder uitstel een einde to
maken aan de spanning, waarin hij ver
keerde. „Gij hebt mij gevraagd, lievo
Githa, of ik hier lang dacht t© blijven.
De beslissing hangt van u af. Wilt gij
met ihij haar Duitschland gaan of
naar elders, waar het veilig is.?"
Zij aarzelde een oogenblik.
„Gij hebt gesproken alsof gij een Lol
lard waart", zeide zij. „Ep als dat waar
is
„Twijfelt gij daaraan? Verbaast het u?
Ik heb getrouw aan uw verzoek voldaan
om de Schriften te onderzoeken. En ik
heb er de waarheid in gevonden. Wilt
gij u aan mij toevertrouwen, hoewel het
leven voor ons beiden misschien vol ge
varen zal zijn tot aan het einde foe?"
„Ik heb geen vrees", zeide Githa, met
haar lieven, vertrouwenden glimlach, en
zij legde haal hand in dê zijne.