\m.
tlbertCostuum
H.A. Bouwland,
H.A. Bouwland,
H.A. Bouwland,
samenwerking geboden.
e
l} agnes giberne
I Ueden zii,, ii. zlen' dat Z1J &een e<^eF
dioii.''r vrees> dat Eet menschen
Geersdijk, J.
ïge, W. d. R.
J. v. d. P.,
aartsdijk, I. F.
3 d h.dron-
elburg, E. W„
Oudelande, J.
V-, Hansweerd,
A. M. V., Wis-
zand, f3 b. s.
sand, £5 b. s.
maal 3' d. h.
van overtreding
oèr: J. A. C.,
$0 122
Uitgave van
Ja Md. Venn. LUCTOR ST EHBRGO.
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
lAW®E VORSTSTRAAT 70,
(Telefoon No. 11).
Bureau te Middelburg
FfRMA F. P. BHUIJ - L. BURG.
Drukkers
0a3{erbaan Le Cointre, Goes.
Dinsdag 23 Februari tSWI
Ie Zeeuw
35e Jaargang
VERSCHIJNT ELKEN WERJCDAG.
Abonnementsprijs:
Prijs per 3 maanden £r. p. post £3,
Lasso nummers f 0,05
Prijs der Advertentie*:
14 regels 1.20, elke regel meer 3* cemt.
Bij abonnement belangrijke kortiag.
Bewijsnummers 5 cent.
fUddelburg.
oopln$
k!@ed'mg.
door aankoop van
zaken in Heeren-,
■nderkieeding eige-
le veorraad en zullen
Ier waarde verkoopen
alen van den heer
,ar, Öftrit 8, Goes,
hier «enige prijzen
vart of factaisie,
f40, f60, f 65, £75
f0, f 15, f20, t'SÜ, f35
|10, f130. f140, f160
|45, f 50, i 65, f 65
jachtige koopjes in
Regenjasaenin
Jaterproof vanaf f10,
nisaissns, Jekkers,
Jonseheeren» en
ing.
mgaren PantaSons
ffijancheater Panta>
Jewoou zwaar f7.50,
Vu vanaf f4 50.
heeft plaats Dinsdag
litensdag 23 IFetr.,
14 Febr., Vrijdag 25
-9 uur, Zaterdag 26
-5 uur.
ten wij attent dat dit
goederen zijn zooals in
pruimingen verkocht
ectie J. GERRIl'ZEN.
n bi] inschrijving,
aren, ingaande direct, j
|oge: i jl 9]
[et Lindebosch".
im pacht geweest bij
r, in pacht geweest bij
Lgen met opgave van
I bergen, worden mé®
of?, 26 Febr. 12
e van Notaris VAN
I Goes
huur
■m
i a. s.
ENHUIS te huur.
Magdalenastraat 8,
>en
wegens vertrek^
BwiismII®' 1
lgen bij
IvWrWeg. Bam" -
X
weiijk met Mei
Ebt WE'SARDEBi
vanaurTcu^,
^Middelburg,
Rade 238, M .^aref
tens ongesteldheid
terstond
Noodhulp^
rte,(| j f
°bjTkSAB°WSSB'' I
is, Nadorst.
iemeente-Ziekenh^ne
VS***'
alaris f ^'~7:'ee iulictl'
met velledig
arden van
LM A AS, Voorz
adhuisstraat 1
Het Centrum herinnert aan dewoor-
„«sproken door de -drie woordvoer-
Z' |er Rechtsche partijen over de nood-
«rfceliikheM der saamwerking, ook in de
Lste toekomst. De heer Treub, de kram
mer wien 't gelukt is, de s-cberven der
lis zoo oppermachtige liberale partij
Z*r Dij elkaar te krijgen ondier het etiket
Vrijheidsbond", had als zijn mééning uit-
^esproken, dat de verhouding tussch-en de
Rechtsche groepen losser was geworden,
dat zij niet meer zoo hecht aan elkander
verbonden waren. „Ik zpu daarop willen
zeggen sprak dr. Nolens in de Kamer-
zitting' van 17 November, „wat men.
venscht, gelooft men zeer gaarne; de
renscli is zeer dikwijls de vad-er van de
-edachte," En de katholieke woordvoer
der vervolgde:
Wie zal zeggen wat er na de verkiie- jj
Vingen van 1922 zal plaats hebben? -j
Natuurlijk is voor het verder samengaan
noodig, dat men het eens blijft en eens-j
wordt <jp een concreet program. Maar
wel kan ik dit zeggen: dat er heel jj
wat zal moeten gebeuren om aan het.
beproefd samenwerken gedurende tien- j
tallen van.jaren van de rechtschegroe- i
p® een einde te maken, en zeker heel i
wat meer dan het bijna jaarlijks terug- t
koerend en bijna even dikwijls weerlegd j
betoog over het onhechte van dien grond- j
slag van dit samengaan. J
Om in de beeldspraak van den beer j
T«ub te blijven: het cement zit zoo
vast ,dat er 'heel wat mokerslag-en noo-
dig zullen zijn om de gelegenheid te
hebben het door gewone mortel te ver-
vangen.
Mr. Rutgers, als tolk der anti-revo- 1
lutionaire partij optredende, sloot zich bij
dit betoog aan, en zette op zijn beurt
uiteen, dat de samenwerkingvan de par-
tijen der Rechterzijde moet voortduren.
Hij verklaarde dit t-e doen, „omdat voor
een Staatsbestuur een krachtig- bewind
noodzakelijk is en omdat een bewind naar"
goede beginselen noodzakelijk is."
Indien de samenwerking van de rech
terzijde zou bezwijken, dan zou op poli
tiek terrein een t'oestan-d van grenz-elooze
verwarring ontstaan. Wij hebben daar
van in bet verleden de ervaring.
Wij hebben aanschouwd h-et oogen-
blik, dat de rechterzijde niet in staat
was het bestuur van 's Lands zaken
to blijven voeren. Wij hebben in 1913
de meerderheid van de rechterzijde in
een minderheid zien veranderen. Wij
hebben uit de geschiedenis van de crisis
van. 1908 en uit de geschiedenis van
Jiet jaar 1913 de heugenis, dat een
linksch-e meerderheid, zooals toen be
stond, niet zoov-eel regeerkracht aan een
Kabinet kan geven .als een rechterzijde,
zooals op dit oogenblik bestaat en di-e
niet een meerderheid hier vormt.
Er komt, wanneer de samenwerking
van de partijen d>er rechterzijde bezwijkt,
ten slotte wiel- een Kabinet, maar het
zal zijn een Kabinet, waarin de volks
invloed niet tot zijn recht komt, dat te
zwakker zal zijn -naar gelang h-et van de
Achterzijde minder steun zal ontvangen,
want de parlementaire ervaring in ons
land over «©n reeks van jaren leert, dat
rt stetm, dien de linkerzijde aan haar
Kamnettan vermag te g-even, hoogst
obtematiek is> om-dat de linkerzijde
voor de Ministers en de Kabinetten,
haar h,et m-eest bevriend zijn, in
611 regel meer bestrijding dan steun
over heelt.
vm? voead0 hieraan toe, dat een blij-
6 samenwerking van da Rechterzijde
van is. „omdat het bestuur
s.Lands zaken zich moet gronden
°P juiste beginselen."
mJi w,°.ri^ beweerd, dat voor die sa-
de voornaamste, of zelfs de
^.ftOllLÊTflH.
gitoa.
Uw -o—
I Is.. no§ niot teruggekeerd.
«at. tl- U van avond niet thuis
fee manZ°U 'willen weten, wie
mannen zlJn> Githa."
»S««i riim^aan«aande ,llen?"
É?««nakkSk n!etS -gezeSd' Het
eigenlijke reden is komen te vervallen,'
door het beëindigen van den politieken
schoolstrijd. A'Iaar de- heert Schokking, die
als Chr.-Historische woorvoerder a,an het
algemeen debat deelnam, gaf onomwon
den te kennen, „dat men zichvergist,
ais men meent, dat de tegenwoordige
politieke scheidingslijn haar verklaring,
of1, liever nog, rechtvaardiging enkel zou
vinden in het geschil o-mtrent de schooi"
De al of niet erkenning van het
Christelijk beginsel, verschillend ook
opgevat, heeft een verder reikende be-
teekenis en doet zich in meer of min
dere mate gelden bij al de onderschei
dene vraagstukken, waarvoor wij staan,
liet Christelijk beginsel, hoezeer ook
miskend, bespot en tegengestaan, is
naar zijn aard universeel. Tenzij men
de waarde daarvajn erkent voor elke
levensuiting, ook o-p het gehiecl van
de politiek en naar ik vrees is men
hiervan nog ver verwijderd zal men
zich blijven stoo-ten.
Wanneer ik bijv. let op de wijze,
waarop de Zondagswet aan de linker
zijde is ontvangen, zoowel van den
kant der sociaal democraten a,ls dien
der liberalen in hun verschillende scha
keeringen, dan bewijst dit eenvoudig,
wat ik hier uitspreek.
Maar ook bevestigt, het, dat ondanks
de groote verschillen aan de linker
zijde waartegenover die aan de rech
terzijde, Waarvan ik het bestaan overt
rigens igaarne erken, geheel in de scha
duw treden er #en geestelijke affi
niteit, is, die de politieke scheidings
lijn -niet maar enkel aan de rechter-,
doch evenzoo- aan de linkerzijde, ge
zien, verklaart. Het. bestaan van die
affiniteit kan moeilijk worden ontkend,
o,ok al moet de boog dan altijd ge
spannen Worden van den heer Treub
tof den heer Wijnkoop, en de zijnen.
Het betrachten van de Christelijke ge
dachten, besloot mr. Saho-kking, is wat
wij 'wensch.cn, naar binnen len naar buiten.
De minister-president jhr. Ruys de Bee-
renbrouck, -onderstreepte zijnerzijds het
geen do,o-r de sprekeils van Rechts was in
't midden gebracht
ïjn a -I
j felien6 'n'et in mÜin Euis moest
liet vfL SU er van?" Misschien
feiv fhm °m?e ^O0,msche priesters."
j JSen - -i Eeefde, .terwijl zij' sprak.
I^abedaaVaVe^ouw. van niet." zeide
I ^'aat (Vi„ "M^-ar indien daar gevaar
•Mer 'afwezior15? ii §elukkig', dat mijn
Ik zal spoedig terug-
Waartos het miljoen?
Onze partij heet d-e Antirevolutionaire.
En als zoodanig heeft zij een goddelijke
roeping in.-deze dag-en van dreigend revo
lutiegevaar. Haar taak is een princi
ple -e 1 e -en -een praktische, aan wei-
kei' volbrenging bidd-end moet g-earbeid,
voor welker vervulling werkend gebed-en
moet worden.
Principieel heeft zij t-e arbeiden
aan de bekendmaking der beginselen, die
hehooren tie leiden het leven op staatkun
dig terrein. i
De stroom moet verbreed ein verdiept.
Gegraven m-o-eto er worden naar het
eeuwige goud der goddelijke waarheden.
Mannen hebben we noo-dig die aan onze
Vrije Universiteit arbeiden aan de taak:
die beginselen te omlijnen naar den Woorde
Gods, zooals die aanvankelijk zij-n gepo
neerd 'door Green van Prinst-erer, daarna
zoo uitnemend vertolkt, gepredikt in prak
tijk gebracht door onzen grijzen leider
Dr. A. Kuyper, wiens krachtvol gelo-of
nu v-erwisseld is in bet rijkst aanschou
wen.
Op het fundament nu dat aldus gelegd
werd moet voortgebouwd.
We hebben noodig e-en spec'ialen
1-eerstoel in h-et antirevolutio
naire Staatsrecht!
Want naast de mannen, die aan de
Vrije Universiteit met stoere volharding
hun uitnemend-en arbeid verrichten, heb
ben we behoefte aan een man, die zich
geheel aan die speciale taak wijden kan.
Er moet gearbeid word-en aan d-e ver
breeding en verdieping onzer beginselen,
doch ook aan de vorming van mannen
ke'eren, moeder". Zij verkleedde zich haas
tig en begaf zich toen weder naar de
zaal. D-e tafel werd thans gedekt, en Lady
Oheyne had plaats genomen in den stoel.
Githa ging naast haar zitten, en daar er
dien dag geen andere gasten waren, na
men de jwee vreemdelingen de volgende
plaatsen in. To-en de -oude Rogers het
groote zoutvat binnenbracht, zag hij hen
scherp aan, en plaatste het toen boven
hen, niet twijfelend aan hun p-leb'eïsche
geboorte. Githa verbeeldde zich, dat zij
elkander gen oogenblik glimlachend aan
zagen, doch zij wist het niet zeker. D-e
wijze, waarop zij hun kappen over hun
hoofd, dat zij steeds gebogen hielden,
ge-trokken hadden, stond haar niet aan.
Zouden zij waarlijk vermomde priesters
zijn, gekomen -om te -onderzoeken of er
ketters woonden in deze vreedzame, af
gelegen woning, met het oogmerk hen
door vuur of zwaard uit te roei-en?
„Zijt gij van ver gekomen?" vroeg zij,
zich afvragend of er werkelijk eenige
die w-e behoev-en als leidslieden des volks,
als volksvertegenwoordigers, als propagan
disten.
En onder den zegen des Heeren moet
onze partij weer worden, wat ze was in
de gloriedagen onzer historie: de kern
d-es volks, de stuwkracht t-en goede, het
zoutend zout, de partij, die roept voor den
Naam des Heeren op alle terrein van
het leven.
K
De zedelijke kracht der sociaal-demo
cratie.
In H e t Volk van Zaterdag staat een
hoofdartikel met bovenstaand opschrift.
Wij hebben dat artikel nog niet g-elezen.
Wij zull-en 't later wel eens genieten. Op
't oogenblik v-ereorlove men ons -een op
merking, over d-e „zedelijke" kracht van
d-e sociaal-democratie.
In 't zelfde nomm-er van Zaterdag toch
komt -een advertentie voor, de opneming
-en de inhoud waarvan o-ns g-een bijzon
deren dunk gev-en van de zedelijkheid dier
„zedelijke" kracht. In bedoelde adverten
tie 'worden namelijk een tiental boekwer
ken aangeboden, 'welker inhoud, gelijk
trouwens de titels aangeven, behoort tot
de prikkellectuur. De naam van -een der
schrijvers, dr. J. Rutgers, aegt voldoende,
dat 't ook gaat over zoogenaamde „voor
behoedmiddelen".
Herhaaldelijk zagen wij door bedoeld
blad in deze advertentie aangekondigd als
„Mom verkrijgbaar in raderen solid-en
boekhandel" o. a. „Het geslachtsleven van
dan man"; „D-a siexu-eele evolutie-geschie
denis"; „Sexu-eele gezondheidsleer"; „Ver
trouwelijke gesprekken met man en
vrouw"; „Mo-eders-chap en s-exuieele
-ethiek"; „Blo-emiensprookjè, het ontslaan
van h-et leven"; enz. en nog een waarvan
wij den titel niet durven afschrijven.
Wij gaan hi-ei'op niet verder in; doch
trekken voorloopig de conchisi-e# dat een
blad, hetwelk dergelijke annonces opneemt,
trouwens zijn feuilletons zijn, naar wij
iin ,eem onz-er bladen lazen, ook niet altijd
onberispelijk! noodig moet gewagen van
d-e zedelijke kracht die van zichzelf en van
de sociaal-d-emocrafi-e, inzonderheid op den
apbeiider, wiens h-eil het zoekt, zou uitgaan.
Een dergelijke zedelijke kracht heeft
meer van zedelijke verslapping'.
Uit de P$rs
Het „overleg".
De Rotterdammer komt op tegen
h-et Koninklijk Besluit in zake hot over
leg, evenals alle onderwijsbladen en Chr.
Schoolmanne-n met uitzondering' van den
heer Schaap.
lo. Het blad acht het „geregelde" over
leg onnoo-dig:
D-e gemeentebesturen hebben sedert
jaar e-n dag krachtens w-ettelijk voor
schrift met het schooltoezicht overleg
gepleegd zonder dat .nadere regelen ge
geven waren. En onze wetgeving schrijft
keer op keer overleg vo-or, zonder noo
dig te achten, in artikelen te stip-ulee-
rea, hoe men nu (overleg moet houden.
2o-. gaan de gestolde regelen te ver.
Het schoolbestuur kan nu niet meer
gelijk een gemeentebestuur, eenvoudig
aan den inspecteur onder toezending
der stukken mededeeling do-en van den
picrso-on, dien het voornemens is te be
noemen, -om dan daarover advies- te
ontvangen. Neen, het eerste woord is
aan den inspecteur, die uit de situkken
1 een aanbeveling opmaakt. Wanneer het
bestuur wil afwijken, moet het op-nieuw
aan den inspecteur schrijven, die dan
weder een termijn heeft om nader Je
adviseeren. Daarmede is vo-or eerst aan
den inspecteur het initiatief gegeven;
bij beno-emingen een positie van betee-
kenis. Waarom mag het schoolbestuur
grond was v-o-or haar vrees. Zij o-ntving
geen antwoord, en hem, die het dichtst
bij 'haar zat, aanziende-, herhaalde zij de
vraag.
„Van zeer ver," was het antwoord op
gedempten toon. „En dien ten gevolge
zijn wij uitgehongerd."
Denkt gij lang in deze buurt te blij
ven?" vroeg Lady Cheyne.
„Dat kan ik u niet zeggen", antwoord
de hij. „Misschien gaan wijl van hier naar
Dnitschlaiid."
„Duitschlandherhaalde Githa. „Hoe
kan;uwe keus'daarop- vallen?"
„Het is geen kwestie van keus, doch
van voorzichtigheid," zeide de andere
spreker. „Deze zijn geen dagen om in
Engeland te wonen voor mannen, die in
hun denken -en handelen vrij willen zijn."
De-ze woorden waren slechts voor één
uiilegging vatbaar; maar .Lady Cheyne
vroeg wantrouwend„Waar-o-m kwaamt gij
dan hier?"
„Om een plan ten uitvoer te bren-
niet beginnen met een candidaat, of
een drietal, naar voren te brengen?
3o. kan de- regeling tót nopdelooze ver
traging leiden.
Terwijl het blad <jan eindigt:
D-e Minister beeft het verplichte over-
leg, ondanks het bezwaar van den
Schoolraad en van antirevolutionaire
zijde, doorgezet. Hij heeft kunnen zien,
dat bij de bezwaarden eenige berusting is
ingetreden, vooral omdat men op een
milde ontwikkeling van de practijk
hoopte, ook op grond van wat de Mi
nister ter verdediging der bepaling had
gezegd. Nu zal hij nieuwe verontrus
ting waarnemen.
Het doet -ons leed deze grief te moe
ten inbrengen. Maar in het belang deï
vrijheid onzer .scholen mogen wij niet
nalaten wijziging van het Koninklijk
Besluit te vragen.
De Inspecteur.
De Nederlander, een staaltje nit
„de School met den Bij-bel" me,edeelende,
betreffende d-en afkeer van d-en inspecteur
uit h-et bckerid-e Koninklijk Besluit in zake
't ov-erleg tusschon schoolbestuur en in
specteur, hetwelk aan d-e benoeming van
een onderwijzer aan een bijzondere s-chool
door 't bedoelde bestuur moet voorafgaan,
merkt o.m. op
Bij bet onderwijzend p-erson-eel, van wel
ken kant de -oppositie komt, schijnt blijk- j
baai' een diep wantrouwen tegen het j
schooltoezicht te bestaan. Zoo'n inspec-
t-eur, althans een deel dier ambtenaren,
s-chijnt vrij tyranniek te zijn, en plaagziek
ais men niet .naar ambtenaarspijpen dan-s-t.
In vroegere jaren, in d-en tijd toen het
bijzonder onderwjjs nog van overheidswege
als ©en vijand van ontwikkeling en ver
draagzaamheid werd beschouwd, de een
heid verbrekend van „de school waaraan
de natie gehecht" was., schijnt die vrees
voor h-et schooltoezicht minder te zijn ge
weest. Wij herinneren ons nog, hoe 't des
tijds ging, als -een schoolopziener, dien
men ni-et gaarne zag, werd bejegend, als
hij zijn neus kwam steken in de school,
om te zien of het onderwijs, waarvoor de
ov-erbeid geen halve cent uitgaf, wel goed
was, -en of h-et schoollokaal, dat geheel
uit particuliere gaven bekostigd moest
worden, wel voldeed aan de eis-chen dJe
de wetgever van '57 den schoolbesturen
oplegde. Men liet b.v. d-e jeugd zoo lang
zingen tot de schoolopziener v-erdwenen
was, en om aan de vaak onredelijk©
eischen van ruimte te voldo-en, zaagde
men, ©en gat in den zolder, waarboven
het dak zich bevond: zoo werden school
lokalen en dak één. En wij voorstan
ders der vrijheid, verkneukelden ons in die
vreedzame oppositie. Wij dachten dat nog
s-beeds onderwijzers en besturen mans ge
noeg waren om plagerijen t-e weerstaan,
door nauwkeurige plichtsbetrachting, en
door beklag bij de hoogere overheid, indien
te veel spijkers op laag wat-er gezocht
werden. Tegen een beetje ambtenaarspla
gerijen moet men onder onze regeering
niet opzien!
Wij voor o-ns Zij-n nog steeds optimistisch
g-ezind. Mocht inderdaad het schooltoezicht
te tyranniek of plaagachtig -blijken, dan
moet in nog nauwkeuriger omschrijving
van bevoegdheden de oplossing worden ge
zocht; nooit echter in het overdrij
ven van de v, erantw oordel ij k-
heid voor de school aan de
openbare autoriteit.
Maar maakt men zich niet noo-deloos
ongerust? Zoo lezen we ook nu w-eer
in d-e S. m. d. B„ dat de procedure
te lang is. Wij toonden reeds aan: 4 a
5 w-eken I Doch dit geldt slechts- voor
-exoeptioneele gevallen. In den regel weet
h-et bestuur reeds lang te voren dat er
een vacature komt. Het kan dus tijdig
liet „overleg" beginnen. Op bet ontstaan
d-er vacatur-e behoeft niet te worden ge-
Wacht. Voorts belet niets 't bestuur on-
ge-n. Zo-o spoedig mij dit gelukt ,is
neem ik afscheid van Engeland. Het ver
baast mij zeer, Lady Cheyne, dat men
u zóó lang ongemoeid heeft gelaten."
„Ik denk dat men -o-ns kleine nestje
vergeten is," zeide Lady Cheyne hem
j onderzoekend aanziende. „Goede man,
I ik weet niet waarom gij aldus spreekt
i ook niet o-f gij een een
heeft niets te vreezen, madame.
Waarom zou ik voor u verbergen, wat
wij zijn? Het is omdat wij Lollards zijn,
- dal wij ons land verlaten, om elders te
f zwerven."
„Dunkt u, dat het gevaar groo-ter
wordt?"
j,Zeker. Zoo-lang koningl Henry nog leef-
de, genoten de Lollards nog een betrek
kelijke vrijheid, en bep-erkte .hij de ver
volging zooveel in zijn maclit was; men
ze-gl zelfs, dat Lord Co-bham niet ter
de-od gebracht zou zijn, indien koning
Henry destijds niet in Frankrijk geweest
1 was. Maar gedurende zijn afwezigheid
middellijk aan den inspecteur m-ee te dee-
1-en, wien het zelf zou verlangen. De in-
sp-ecteur kan dan te zelf der tijd zijn drie
tal aanbevelen (niet „voordragen",
zooals nog telkens herhaald wordt) en
zijn advies geven over den uitverkoren©,
indien deze niet op zijn drie-tal mocht
voorkomen. In een minimum van tijd wordt
op die wijze aan hletgean de wet voor
schrijft en bedoelt, voldaan.
Deze geruststelling mieenden wij even
eens onder 't oog der belanghebbenden te
moeten brengen. Indien nu maar alle in
specteurs 't ter mee eens zijn, ©n alle be
sturen bij dez-e afwijkende uitlegging nu
maar den moed hunner overtuiging toonen;
-en d-e buiten de aanbeveling van
den inspecteur benoemde onderwij
zer zijn plicht verstaat en doet, dan zou
't overleg in een -enkel g-eval misschien
nog kunnen meevallen.
Maar dan moet ni-et gebeuren wat in
Walcheren dezer dagen geschied is, 't be
stuur had een bepaalden onderwijzer op
't oog, maar de inspecteur wilde dien
niet, en toen moest een benoeming uit
gesteld miet 't gevolg, dat de benoemde
of te -beno-eniene inmiddels een benoeming
naar een andere school aannam, en deze
quaestie onbeslist bleef. Wat jammer is,
want d-e ondervinding is de beste „Leer
meester".
Zoolang echt-er ni-et vaststaat, dat wij
onder de vigeur van dez-e inspecteur-bepa
ling -niet zullen krijgen pro-efl-essen als in
„D-e School met den Bijbel" -er eenis getee-
kend proeflessen waarbij d-e inspecteur
alles ,en Jhiet goedwillige, doch door diens
verschijning geïntimideerde schoolbestuur
ni-ets zegt, is toch maar beter eerst te
pogen van den minister gedaan te krijgen
dat Zijn© Excellentie het besluit omtrent
de bevo-egdhedcu van zoodanig een inspec
teur zoo dat noch deze, noch het
schoolbestuur tot ©en stro-opop wordt, aan
een herziening onderwerpt.
Want het is zooals „Fries-ch Dagblad"-
zegt:
In theorie loopt alles bést. Maar
onze vrijheid blijft niet ongerept bij zulk
een overleg-pro-cedure. 'n eenvoudig school
bestuur en di-e zijn er bij honderden
len 'n gewoon schoolhoofd, di-e dan
toch óók, we blijven allen m-enscheri!
bij het „Toezicht' 'graag als een sympa
thiek man bekend staat.
Buite^iaRü
De Toestand.
Alle berichten, tot heden omtrent de
Zondag in Pruisen gehouden verkiezingen!
ontvangen, stemmen daarin overeen, dat
de belangstelling niet groot is geweest,
dat wil zeggen niet zoo, groot als in
verband met .het belang v.an den ver
kiezingsstrijd verwacht mocht worden.
Nu is dat wel te begrijpen. Vele Duitf-
schers zien met meer belangstelling uit
naar de Londensche Conferentie, die gis
teren zo-u aanvangen on waar over het
lot van Duitschland straks definitief zal
worden beslist, dan naar den uitslag deW
verkiezingen voor den Pruisischen Land-
dag.
Maar deze opvatting mag begrijpelijk
zijn, te billijken is zij niet. Wie kennis!
neemt van hetgeen Fransche en Engel-
tche pers schrijven, vindt daarin dage
lijks de bewering: In Duitschland neemt
de reactie toe, en is de democratie slechts
een schijnbeeld dat morgen ineen zal
zakken.
Etn hoe zóu niet de positie der Diuit-
sche regeeringsdelegatie in Londen aan
zienlijk verzwakt zijn, wanneer Lloyd Ge
orge minister Simo-ns straks bij diens
komst ter conferentie zou kunnen toevoe
gen: De uitslag der verkiezingen in Prui
sen bewijst, dat de republiek, dat de
ïep-ublikeinsche regeering, die gij verte-
brachten zij dien edelen belijder ter dood;
e-n nu, met een zwak kind o-p- den troon',
is er niemand om het bloedvergieten;
tegen te gaan."
„Hebt u Lord Co-bham gekend?" Vroeg
Githa met groote belangstelling.
„Neen, ik heb no-oit een woord met
hem gewisseld, maar mjjn vriend kende
hem zeer goed."
„Ach ja, zeide de ander aangedalan.
„Scho-one jonkvrouw, hebt ge ooit iets
gehoord Githa's onwillekeurige
blik van verbazing en ontstemming deed
hem haastig zeggen: „neemt u mif
nip-l kwalijk. Hebt u o-o-it iets gehoord,
wilde ik zeggen, aangaande vrouwe Jo-an1
Co-bham?"
„Zeker", zeide Githa. „Het was jiiet
lang na Sir Johns dood, dat haar kasteel
en landerijen -en verdere bezittingen haar
geheel teruggegeven werden. Ook heeft
zij zich over Sir Johns dood getroost,
door een zekeren Heer Johns Harp-sen
te huwen." (Slot volgt.)