1
n
Mo
Dinsdag £5 januari 1DII
35e Jaargang
F
|i
0
■1ji
^ss-JS"
-I
!vaniz"potow»l%
Middelburg.
Kalfvaarsj
ft Telegr^fii.
•iejarige Ponny Merrie
n Koe te koop,
koop een Koe
JOH. maarten.se,
flink Meisje, f
jeibak met 3 glazen,
nende Knecht
en Handknecht
githa.
agnes giberne.
of aankomende Mei«
Meid-Huishoudster
6uite>«f8Rd
M. R-, Baariajvj
b- s. 3 d. h.; droj
Schor©, M. p„ d.
3 d. h.le herb
S. 6 d. h.J. y"
10 d. h.j: 2e her],',
taal), 2 maal 1 ,j
lingen (2 maal sep].)
aagd van op open
F. v. H., Q00s
paarbank.
betreffende de p0si.
en Goes en haï'e bij.
Maand Dec. 1930
uitgegeven te Mid
erd in den loop der
L922.55 en terugte.
rhalve minder- inre-
1 f 2.492.30.
itgegeven spaarbank-
3., der te Middelburg
werd ter Directie op
ngescbreven een no
1000 en afgeschreven
Ier in- dan afgeschire.
ddelburg uitgereikte,
oiekjes bedroog 2.
kjes, uitgegeven te
rd in den loop der
elegd f 51.581.57 en
68, derhalve minder
etaald f 1.532.11,
es nieuw: uitgegeven
droeg 45.
TE KOOP:
bij J. Moens, Biggekerke
r in de omstreken vai
g een flinke Woniti|
Adres hrieven letter©
MJRDOUX, Middelburg,
koop of in roaillj
nere, bij Bakker VER-
Seisweg, Middelburg,
lening, bij C. WATTEL,
e.
>r. van haar 5e kalf,
KE, Hof Domburg
ril ©f eerder
Bakkersknecht
Nieuwstraat, Goe^
klein gezin met Bvee
wordt tegen 1 Maart a.
11e huishoudelijke werk
1 te verrichten, wa
s. Loon naar over
fr. letter C bureau
e Goes.
dei
I Uitgave van
Venn- LUCTOR El EMERGO,
f de gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 70,
(Telefoon No. 11).
Bureau te Middelburg:
piRMA F. P- D1IUIJ L. BURG.
Drukkers
Oosterbaan Le Cointre, Goes.
DeZeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Prgs per 3 maanden fr. p. post f3,
Losse riummersf0,05
Prijs derAdvertentiën:
1—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 cent.
Bij abonement belangrijke korting.
Bewijsnummers 5 cent
Frankrijk cn
De Belgische regeering en een groot deel
der Belgische bevolking zijn Pranschge-
Z1Ban deel van het Nederlandsche volk is
Aan Duitschland, zoo zeggen deze Fran-
conhilcn, hebben wij niets te danken; dat
fu,l leeft pas; maar aan Frankrijk veel.
Er is een tijd gieweest dat Frankrijk ons
hielp tegen Spanje, een rijd dat Frankrijk
nns ziin beste zonen gat om ons. volks
leven te verrijken in Kerk en Wetenschap
en Beschaving.
Calviji). was een Franschman-, en de
Coiieny en Hendrik IV -en Louise de
ColPny. Het is zoo; maar ook llousseau
wfts°er een, en Descartes, en Lodewijk XIV
en Maria de Medicis en Napoleon.
Wij «aan hierop niet vfórdier in, en (onder
zoeken3 liever of België groote reden heeft
om zich met Frankrijk te verzwageren.
Herinnerd blijve dat Belgica 111 den Ro-
meinschen tijd geheel Noord-Frankrijk om
vatte. Frankrijk heeft derhalve in den loop
der eeuwen zich zeer ten koste van België
ven-ijkt; Bourgondië, Artois, Franche
Comté, ienz., zijn oorspronkelijk Vlaam-
sche streken, in Duinkerken, Rijssel, en
andere plaatsen wordt de Vlaamsche taal
nog altijd als spreektaal gebruikt. Dit zegt
TE KOOP:
1.25 M. bij 0 75 M.
ivenbesteller, Zoutelande.
art a. s. een
bij Gebr. VAN STRIEli
sdijfe.
welijk met Mei f
bij S. THORENAAR,
De eerste koning der Bielgen was geen
Franschman, de tegenwoordige is 't ook
niet.
Fran sche vorsten en staatslieden hebben
België alle eeuwen door benadeeld of al
thans bedreigd.
Frankrijk heeft niet zelden gepoogd Bel
gië te annexeeren. Zoo o. a. in 1302, toen
de Vlamingen in den Goudensporenslag
bij Kortrijk den aanslag der Franschen in
Fransch ridderbloed smoorden. De Coligny
wordt va-dacht op 't bezit van België te
hebben geaasd, teneinde met zijne Huge
noten zich daai- te vestigen.
Egmond sloeg de Franschen bij Sint
Quenttn en G re velingen; doch Richelieu
en Mazarin bleven wroeten, en Lodewijk
XIV en Lodewijk XV bleven dreigen-
Frankrijk verovert!® 1792 geheel België na
de overwinning bij Jemappes. Napoleon
koos België tot zijn operatie-basis tegen
de verbonden mogendheden. Hij beminde
Antwerpen als 't pistool op de borst van
Engeland.
Na zijn val, in 1815, werd België bij
Nederland gevoegd, doch Frankrijk zorgde
wel dat België zich van ons afscheidde.
Vandaar de Fransche hulp in 1830. Een
hulp die echter niet belangeloos was, want
nadat, in 1832, onze Cliassé de citadel
van Antwerpen, aan den Franschen ge
neraal Gerard had overgegeven, néstelden
de Franschen zich er in, en de invloed
van andere mogendheden was noodig om
Frankrijk te bewégen zich uit België terug
te trekken.
Sinds dien tijd bleef Frankrijk 't op
België gemunt hebben. Eerst zocht 'teco
nomisch België te treffen door te trach
ten de Belgische sporen op te koopen.
Daarna publiceerde Von Bismarck een
voorstel van Napoleon III om aan Pruisen
vnje hand te laten in zake het herstel
van bet Duitsche Rijk, mits Duitschland
met beliette, dat Frankrijk België (en
Luxemburg) annexleerde.
i keelt in zijn liefde tot België
,T ^ehzelf op het oog gehad; en zijn
houding tot Nederland was meestal wei-
8 vriendschappelijk, ofschoon 't omge-
33.dus onzerzijds, niet altijd even
;s_ geweest; 1648 weegt hier wel
e® weanig tegen 1672 op.
E I L L E T 0' N.
bij L. J. WISSE, Hofstee
ourg", Vee^wegu
Maart of Mei |V|
bij W. MEULENBEBO'
tsdijk.
jeelé.
63)
o—
de 1gemchjfa aangaande een
«r vv-n0rl°S eëhoord, Sir John?"
ten on am, verlangend zijn gedach
te? e]s te brengen.
'$?nde1 een oorlog? Neen."
'andeïijen6^ data de KoninS zich eenige
^weascht^t t Z-Utingen van dft
vindt Hat' j te eigenen, daar hij
veel rnrt L? &eestelÜkheicl wat al te
ik'w,f.i i ,sche goederen is overladen,
slag >™l C e Bisschop Arundel dezen
Uog leefde a^^end hebben, indien hjj
■•Jondell Wat zegt gij?"
Maar not.?/' Arundel dood is?
bocii hot kondt gij niet weten.
«Ach!" waarheid."
over Lom0? zucbt van deernis kwam
de' cenas- ?..arns lippen. „God zij zijn
denbaar v, ft*8 h'd pleclltig- ,.0n-
111 'üt onooi u6- kwaad heeft deze man
dt b£S'f fla^d teWeeg gebracht",
jfel het of zijn opvolger, bis-
De toestand.
Gisterochtend is dan de reeds lang
aangekondigde Parijsche conferentie ge
opend. Briand presideerde en gebruikte
in zijn openingswoord maar heel weinig
complimentjes. Zijn verzoek luidde
slechts: „dadelijk aan 't Werk gaan." Nu
aan work is gr geen gebrek. Die bespre
kingen zullen n.L, zoo meldt de Fransch-
Ehgelsche pets, niet beperkt blijven tot
de vier punten van het programma, de
kwesties van de ontwapening schadeloos
stelling, Turkije en Griekenland.
Bij de behandeling van de kwestie van
do ontwapening zullen b.v. ook de kwes
ties betreffende Rusland en het Oosten
teï sprake komen.
De kwestie van de schadeloosstelling
zal leiden tot een bespreking van ïinan-
ciëeJe kwesties als b.v. de internationale
leeningen.
Mem is dus, zooals gewoonlijk, veel
van plan. maar we zijn er zoo lang
zamerhand aan gewoon geraakt, dat het
bereikte resultaat aanmerkelijk van bet
voorgestelde verschilt.
Algemeen is men van gedachte, dat
'het wel einde van deze week zal wor
den, eer de heeren naar huis kunnen
gaan.
De dag vangisteren was aan de ont-
wapeningskwestie gewijd. Het krioelde in
en om do conferentie van allerlei mili
taire-, marine- en luchtvaart-autoriteiten,
maar, zooals begrijpelijk is, is er nog
niets definitiefs besloten. Het was alles
nog voorbereidend werk wat men gisteren
verrichtte. Het is de bedoeling héden
een rapport over den stand der Duitsche
.ontwapening op te stellen, dat tot leid
draad voor de verdere beraadslagingen
zal dienen.
Van hoeveel gewicht de besprekingen
zijn, blijkt ook wel daaruit, dat Lloyd
George alleen vijf en twintig medewerkers
meebracht en dat in Rome besloten is
ook Giolitti geneied te houden om hem
naar Parijs te sturen, als het noodig
moclil zijn.
Zal er zich nu op het punt der oiit-
wa[ ening geen meeningsverschil tusschen
Engeland en Frankrijk voordoen, vraagt
men wellicht. Zulks is zeer wel mogelijk,
ondanks de hartelijkheid, die er nu we
derzijds tusschen de afgevaardigden be
staan moet. Immers de beide Entente-
gonoolen denken ;over deze kwestie nu
juist niet precies gelijk. Geruchten lie
pen reeds, dat zich een ernstig meenings
verschil hierover had geopenbaard. Af
wachten is echter de boodschap.
Het Grieksche vraagstuk kan dat mee
ningsverschil ook wel eens leelijk aan.
den dag doen treden. Fra.nkrijk kant zich
zooals bekend is, 'het meest légen koning
Constantijn, Engeland iets minder sterk
en Italië blijkbaar in 't geheel niet. Nu
is inmiddels het Grieksche leger een
offensief tegen de Kihemalisten begon
nen, wat (al verloopt dit tot lieden voor
de GrieKen nog niet zoo bijster gunstig)
den Engelschen niet anders dan aange
naam kan zijn.
Zoo iets maakt den toestand natuurlijk
ingewikkelder en in politieke kringen te
Rome is men needs van meening, dat het
tot ieen herziening van het verdrag van
Seines zal moeten komen, het ©enige mid
del om te voorkomten, dat de Khenralis-
ten zich met de. Bolsjewisten gaan ver
staan, wat een totestand van blijvende on
rust in Klein-Azië zou scheppen.
schop Cchiichely, veel van dat kwaad
zal goedmaken. Hij moet een zeer gesle
pen man zijn. Hij heeft eerst in a.lle
nederigheid den Koning vele bezittingen
dei' Kerk aangeboden en thans zoekt hij
--- naar men zegt den Koning over
te balen, de kroon van Frankrijk weder
voor zich zelf te gaan veroveren. Hier
voor worden nu groote toebereidselen ge
maakt, en er wordt van niet anders ge
sproken dan van oorlog en overwinning."
„Ach, en er was een tijd, dat Koning
Henry mijn zwaard en mijn banier met
blijdschap zou begroet hebben," zeide
Lord Cobliam bitter. „En nu ben ik een
vijand en een banneling."
„Om .Christus' wil", zeide Lady Cheyne
op zachten toon. Zijn gelaat klaarde plot
seling op.
„Zeker, zeker, lieve Lady Cheyne. Ik
heb geen reden om bedroefd te zijn. Sir
William, kunt gij mij bericht, geven aan
gaande mijn vrouw?"
Het verbeurdverklaren zijner landerijen
en de vlucht van Lady Cohbam naar
Sterborough Castle was allies nieuw voor
hem. Hij luisterde tot het einde met
kalmen ernst en zeide slechts:
„Het ware, dunkt mij, verstandiger- ge
weest, als zij hierheen gereisd was. Maar
zonder twijfel zal zij spoedig komen."
Eln toen volgden vragen naar Alfgar,
Blijvende onrust, die geven ons ook
Spanje en Britsch-Indië te aanschouwen.
I11 eerstgenoemd land blijven de binnen-
landsche onlusten maar aanhouden. Voor
al in Barcelona is het rumoerig. Daar
zijn weer niet minder dan 21 personen
in 36 uur gevallen als slachtoffer der on
lusten. Ook in Bilbao en Sevilla is het
verre van rustig. Bomaanslagen zijn ei-
se hier aan de orde van den dag.
En uit Britsch-Indië wordt gemeld, dat
de agrarische troebelen nog steeds voort
durend plaats vinden ten dat zij van veel
grooter afmeting zijn, dan gemeld werd-
Een teilegram uit de provincie Outh
meldt, dat de verwoestingen en verliezen
van eigendommen in die provincie zeer
belangrijk zijn. Aleer dan 100 huizen wer
den geplunderd. Meer dan 600 arrestaties
zijn gedaan.
Gewapende politie oti militaire patrouil
les bezetten de dorpen en men gelooft 1111
wel den toestand meester te zijn.
Een belangrijke kwestie.
De Opper-Siltezische kwlestie begint acuut
te worden, nu mag worden aangenomen,
dat de lang uitgestelde volksstemming voor
de deur staat en Polen van zins schijnt de
stemming, wanneleir ze gunstig voor
Duitschland mocht uitvallen, niet to er
kennen, doch htet gebied met geweld te
nemen.
Wat. de, beste oplossing van het Opper-
Silezisch© vraagstuk zou zijn, vinden we
helder beschreven in een kort geleden te
Londen verschenen werk van den Ameri-
kaanschen historicus en econoom Sidney
Osborne, getiteld: The Opper-Silesian
Question and Germany's Coal Problem.
Op dit boek werd door iemand de aan
dacht der „N. Ct." gevtestigd, die bet hier
volgende er uit vertelt.
De schrijver verklaart in zijn inleiding
nadrukkelijk ,dat hij steeds was en nog
is, leen overtuigd voorstander van Wilson's
politiek en dat hij tijidleuxs den oorlog met
zijn sympathieën aan de zijde der Geal
lieerden beeft gestaan.
Osborne heieft in Opper-Silezië zelf een
uitgebreid onderzoek ingesteld ten moet,
dit zij' direct gezégd, volmondig erkennen,
dat op de vraag waar Opper-Siltezië bij
hoort slechts één antwoord mogelijk is:
Opper-Silezië aan Duitschland
Opper-Silezië heeft in de laatste, zes
leeuwien niets met Polen uit te staan ge
had. Het werd door Duitschiers gekoloni
seerd ten bewoond ©n alle politieke en eco
nomische factoren ontwikkelden zich ge
heel eln al onder Duitschen invloed. Ook
thans wenscht de overweldigende meerder
heid zijner bevolking Duitsch te blijven-
De Parijsche vredesconferentie liet zich
door de Poolscbe propaganda zand in de
oogen strooien len gaf bevel tot een volks
stemming, waarbij zij zich omtrent dte ge
voelens der bevolking in even sterke mate
zal blijken te hebbten vergist als dit met
Oost- en West-Pruisten het geval is ge
weest.
Zooals het wiel niet draaien kan zon
der de as ien de wagon niet rijden zon
der bet wilei ,zoo kan Silezië niet bestaan
zonder Silezië.
Duitschland's kolenresiervtes liggen in het
Roergebied iein in Opper-Silezië. Nu
Duitschland zulke .geweldige hoeveelheden
kolen aan de Engelschen moet leveren,
is het van 't hoogste belang, dat het de
beschikking houdt over zijn Opper-Silezi,-
sche reserves. En te meier, waar Duitsch
land, dat vóór den oorlog meer dan een
kwart van Europa's erts voorraden bezat,
daarvan 90 pet. (in Elzas-Lotharingen, dat
•"■ü"""1*" im 1 "■IMI HUW» ■■"■«■«oaWMB
bij welker beantwoording hij opsprong.
„Mijn Alfgar mijn eigen trouwe
schildknaap beneden? Ik moet hem
zo rd er uitstel zien."
Neen, neen, S,ir John, ik smeek u",
zeide Lady Cheyne angstig. „Als uw
stem gehoord werd, zoudt gjj hét met
uw: leven moeten betalen - ja, en met
andere levens daarenboven," voegde zij
er bij, ziende dat hij niet overtuigd was.
„Ook is Alfgar hedenavond niet in staat
zulk een groote vreugde- te dragen. Ik
smeek u, Sir' Joihn, wacht nog een
weinig."
„De beslissing is aan u", zeide Sir
John, zijn hoofd buigende. „Ik zal mijn
ongeduld bedwingen en uw tijd afwach
ten. Het zou onverantwoordelijk zijn u
aan vetder en onnopdig gevaar bloot
te stellen, waar gij reeds zoo veel waagt
met mij huisvesting te verleenen."
HOOFDSTUK XXVI.
Als besluit van de feestelijkheden ter
eere van Sir Reginalds huwelijk, blad er
te Sterborough een tournooi plaats gehad.
Ridders en edelen waren van heinde en
ver bijeen gekometo om van het schouw
spel te genieten of hun bekwaamheid
te tonnen.
Tbans was het voorbij en Sir Wal-
het aan Frankrijk heeft moeten afstaan)
verloren heeft.
Frankrijk beschikt thans over bijna die
helft van den geheelen Europeeschen voor
raad, Engeland slechts ovier ©en tiende.
Wanneer Duitschland thans nog (in Oppier-
Silezië) de helft van zijn kolen zou moe
ten verliezen, zou het tot algeheel© econo
mische machteloosheid gedoemd zijin en
Frankrijk do in economisch opzicht mach
tigste staat van Europa worden.
Als Duitschland Opper-Silezië behoudt,
zou in de toekomst een vruchtbare sa
menwerking mlet Frankrijk mogelijk zijn,
daar de ontginning van steenkool en ijzer
hand in hand gaan. In dat geval zou de
kracht der omstandigheden de beide vol
ken dwingen, aan hun nationale oneenig-
heden leen einde te maken, en zich tot
een continieintaal-ieconomisch blok aaneen
te sluiten.
Een verstandig socialist.
De Engelsche arbeidersbeweging in het
bijzonder kent tal van mannen, die hoe
wel van geringe afkomst, 'tot de hoogste
Staatsposten klommen. Men vindt er zeer
verstandige menschel! onder. Tot ben mag
gerekend worden de oud-minister Barnes,
die alsknaap va.11 elf jaar reeds zijn éigen
brood moest verdienen en later secreta-
taris werd van de vakvei'eeniging van
metaalbewerkers, voorzitter der arbeiders
partij in het Lagerhuis eir minister in het
ocrlogs-kabinet. Op een vraag, of hij tegen
loonsverlaging in de nijverheid was, heeft
Barnes geantwoord: „Zeker-, ben ik daar
tegen, maar ik heb genoeg van dat; luie
ren op .het werk, hetwelk thaife zoo alge
meen is. Want zulks is ten slotte niet
alleen tegen de belangen van den werk
man, doch vernedert tevens. Ik schaam
mij over de werklieden-leiders, die dat
aanmoedigen, onder de leugenachtige be
wering, dat er 'n beweging onder de werk
gevers bestaat om de loonen te verlagen.
Er zijn thans nog duizenden werklieden
zonder arbeid tengevolge van de onge
motiveerde staking der ijzergieters een
jaar geladen. De houding der bouwvak
arbeiders tegenover de oud-gedienden uit
den oorlog, is onrechtvaardig. Ik blen
een socialist, maar ouder wordende, kom
ik meer en meer tot de overtuiging, dat
de eenige oplossing van onze sociale
nooden ligt in den regel: wat gjj nist
wilt dat anderen u doen, doe dat ook
hen niet aan."
Aan deze, êulk een machtige zedeleer
inhoudende uitspraak van Christus, kun
nen velen, in en buiten de arbeidersbe
weging, zich spiegelen, merkt de Anist.,
waaraan wij dit ontleenen, op.
Weer lijfstraffen?
De klachten over toenemende crimina
liteit blijven aanhouden. Niet het minst
'bij jeugdige personen. Hieromtrent lazen
wij ergens leen verslag van een onderhoud,
dat een journalist onlangs had met den
Par ij sc hen kinderrechter Rollet. Volgens
dien verslaggever is deze rechter een man,
die zich geheel geeft aan zijn werk, die
nauwkeurig, door middel van de „pa
troons", op de hoogte blijft van de kinde
ren ,die voor zijn rechterstoel versche
nen zijn, die mlet de jeugdige overtreders
blijft meeleven en tracht hen zoo mogelijk
te redden. Met eindeloos geduld beproeft
hij eenig licht te brengen in de vaak zoo
angstig donkere zieltjes juist omdat door
al de ellende en bet leed, waar-mede hij
in aanraking komt, zijn medelijden steeds
- grooter wordt.
En deze man, die zóó lang den moed
er in gehouden heeft blijkt thans in die
ter de Malmayns had den palm der over
winning weggedragen. Niemand had het
van hem verwacht, en toch was zijn1
triomf niet twijfelachtig. Eenparig was hij
tot overwinnaar uitgeroepen en geleid
aan de voeten der liefelijke maagd, die
als koningin dei- schoonheid troonde, om
daar zijn lauweren neer te leggen en
den gouden ring te ontvangen, die zijn
prijs was voor den moed, dien hij had
betoond. Voor Githa Cheyne, daar ge
zeten in een kleed van zilveren weef
sel, met een blauwen met hermelijn ge-
voerden mantel om de schouders en baar
lange, bevallig loshangende hiaren, slechts
bijeengehouden door èen zilveren kroon
tje voor Githa was dit slechts het
hoogtepunt van lange weken van opwin
ding en genot. Zij was zoo wonderschoon
dien dag, dat iedereen vond, dat het
haar ten volle toekwam koningin te zijn.
Toch lag op den bodem van Githia's
hart een gevoel van groote leegte en
hartstochtelijk berouw maar dat wilde
49 zich zelve niet bekennen. Zij had het
in de laatste weken zorgvuldig verme
den om te denken en tot zich zelve in
te keeren.
Het tournooi en het feestmaal waven
nu voorbijvele gasten waren vertrokken,
en de andere begaven zich ter ruste.
In een zékere bovenkamer had intus-
mate teleurgesteld, dat. hij zich afvraagt
of het niet gewenscht is terug te keeren
tot de lijfstraffen en het geeselen weer
in te voeren.
Wel moet die criminaliteit tot een hoog
peil gestegen zijn, dat een magistraat, zóó
humaan als deze bekende kinderrechter,
tot zulk een uiting is gebracht!
Vandalisme.
De verwildering der zeden, die de oor
log en de daarop gevolgde ellende te Wee-
nen veroorzaakt heeft blijkt schrikbarend
duidelijk uit elan lange lijst van vernielin
gen en beschadigingen van standbeelden
en monumenten, welke de Weensche bla
den openbaar maken. Ten deel© heeft men
hierbij te doen met louter vandalisme,
maar heel vaak is de beschadiging niets
dan een gevolg van diefstal uit zucht tot
gewin. Zoo zijn van bijna alle standbeel
den de bronzen letters van de opschriften
gestolen, hleeft men hier een sabel, daar
'een dolk van een standbeeld of groep
ontvreemd. Van het standbeeld van Ana-
stasius Grün is reeds driemaal een vin
ger afgeslagen. Beethoven heeft men hoed
en wandelstok ontnomen. Zijn standbeeld
is verder miet inktpotlood bekrast. Een mo
nument is heelemaal verdwenen, n.l. het
„Scberno-Denkmal". Herstellen van dit mo
nument zou 500.000 kronen kostten. Voorts
gebruikt men tegenwoordig standbeelden
en dergelijke bij voorkeur als aanplakzuil,
wat ook niet tot hun verfraaiing bijdraagt.
De bladen wekken het publiek op om zelf
een oogje in het zeil te houden. Komt er
niet spoedig verbetering, dan zal men bij
zondere straffen op de schennis van mo
numenten moeten stellen.
Waar de reis van Clemenceau al
niet goed voor was!
Wat zijn de succeislsen, door Clemun-
ceau in Europa, behaald, vergeleken met
de reusachtige overwinning in Indië door
hem bevochten? vraagt de Midden Javai-
corr. van het „Soer. Hdsbl.". Heeft-ie
zelfs niet de B. O. W., het „ergste der
Départementen", gebracht toit' een explo
sie van. activiteit, als waartoe niemand
de S. O. W. Departement van Bur
gerlijke Openbare Werken in staat
had geacht?
De heer Britt, die het hotel Boroboe-
doer onder z'n hoede heeft, was één
en al jubel toeu-ie uitriep:
„Verbeteringen, waar ik jaren tever
geefs om heb gevochten, komen nu alle
maal ineens af. Het paviljoen is opge
knapt er zijn wat tapijten gelegd
enne(hier daalde z'n stem tot een
kiesch en intiem gefluister)er zijni
zelfs nieuwe brillen op de W. C.'s ge
legd. Dat is me een lijdensgeschiedenis
geweest."
Daar was men japen over aan 't vech
ten en schrijven geweest, jaren achter
een zonder succès. De B. O. W. zwichtte
niet. Zelfs na dat de Soenan bij z'n be
zoek aan den Boroboedoer over die on
uitsprekelijke dingen had geklaagd, leidde
dit niet tot verbetering."
Tot Clemenceau kwam. Inderhaast zijn
twee nieuwe brillen, stevig gepolitoerd,
naar den Boroboedoer gezonden.
Ik hoor als ik onwaarheid spreek
doe ik dit in commissie dat deze
brilienhistoiie tot voorgeschiedenis een
hoogst vertrouwelijke en diplomatieke cor
respondentie had.
Zoo zou het hoofdbestuur van „Indië
Weerbaar", het groot nut dezer veel ge
smade inrichting erkennend, hebben ge
wezen op de goede kans voor nationale
propaganda door deze gelegenheid gebo-
schen een onderhoud plaats, dat een
vreemde tegenstelling vormde met de
gulle vroolijkhead van den afgeloopen da,g.
Niemand dan priester Scrope zou zulk
een uur voor zulk een onderhoud hebben
uitgekozen; maar priester Scrope had
altijd zijn redenen voor hetgeen hij deed.
Hij smeedde het ijzer gaarne wanneet
het heet was.
Vrouwe Alionore zat daar-, koud en
rechtop; Lady Gobhiam, vermoeid doch'
opgewonden, en Sir Reginald zelf, die
de sporen droeg van een val van zijn
paard. Sir Walter de Malmayns was zorg
vuldig van dit onderhoud buitengesloten;
maar zijn vader en moeder waren ook
tegenwoordig, evenals priester Scrope.
Vóór hem stond Githa Cheyne, eerst met
een half verlegen uitdrukking van groot
geluk op haar gelaat, die weldra voor
een van wanhoop en voor een doodelijke
bleekheid plaats maakte. Want men blad
haar thans voor de keuze gesteld: Wilde
zij voor nu en voor altijd haar kettersehe
begrippen prijsgeven en Sir Walter hu
wen? Het hart van een edelen ridder
behoorde haar toe er was echter een
maar! Niet, dat Sir Walter, of zijn ouders,
of priester Scrope, of een der aanwezi
gen, behalve misschien Lady Cobharn,
den minsten twijfel aangaande haar ant
woord koesterden. (Wordt vervolgd.)