èïS:
<&p rf\
Wi
githa.
Jt
iel - goes.
l. Bronwei',
'\o 74
35e Jjiargasig,
5&€S
j
Pandtsrieven,
iiH en Grossier li
P. DHUIJ
iel - Militie»!
ingebloBrrt 1
rit"? tem
Reclames.
Ulaandag S7 December l»lO
averzaden
ran Weiden -
iiiiiiiiiiiiiiiiiiii
ANGELZADEN.
a 100 van
tDRECHT.
RETTEN.
ssfbi°™ ST,»».
FEU i LLET 0N.
N -o-
IteoJlw u gJelaat van den vreemde-
pk wl w t d beschouw ende. „Vriend,
I
Mvan:
idS&H&N,
E>5 T©£,
f 2,50
f2,25
f 1.2!
f 2,75
f4,?{
Mid weiland.
11000—f 500.-,
1.en f 50.
ibrieven worden afge-
a 25 jaar te begin'
22 d*or verplichte
.Uitloting in de maand
Middelburg verkrijg-
Bijkantoor, Koepoort-
ader directie van den
REIJERS, die voor
lering stukken in voor-
Uitgave van
j igaaml. Venn- LUCTOR ET EMERGO,
de W gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 219.
(Telefeon No. 11).
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L- BURG.
Drukkers
Ooste'rbaan Le Cointre, Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Prijs per 3 maanden fr. p, post f.3,
Losse nummers f0,00
Prijs der Advertentie^:
14 regels 'f 1.20, elke regel meer 30 cent
Bij abonnement belangrijke korting.
Bewijsnummers 6 cent.
IAAL ADRES
alle soorten
|l. Int. 1489.
P r ijsopyaah
Wolen Adres
IlS en KERKBOEKEN*
llEUBKALEMDERS.
EN en JAARBOEK#
n WEEKKALENDER
tS en BONBOEKEN'
lerkende wijn voor
an herstellenden.^
slend, r
W. VAN AARTS I
wijn en gedistnieer
t, C 2, Middelburg-
lor Uw ontbijt de
'0 Ze8MWScH!|
IIDDELBUB6. i
Zij, die zich met I Januari a.s. op
ons 'blad abonneeren, ontvangen de tot
dien datum verschijnende nummers gratis.
Haar aanleiding een er m otie.
Mevrouw Su»e Üioene-weg heeft ia de
IK*mer voorgesteld een motie tot gelijk
stelling van' de gehuwde en de onge
huwde" moeder.
Een christen ,za.l zich met een dexge-
lüke motie nimmer kunnen vererarjgpn.
Si met des te meer vrijmoedigheid mag
Ei ach hiertegen verzetten, wanneer hij,
zijn roeping: getrouw, den arbeid der Chr.
philanthropic, ook in zake de ongehuwde
moeder steunt.
Heldring, Piexson, Getuigen en red
den MiddeimiacMzending. Mevrouw Ma-
caJainc Pont; mejonkvrouw De Ranitz,;
ajtecaar namen, 'die onder ons een zeke
ren' klank hebben, als evenzo oveel stuk
ken levensgeschiedenis en geschiedenissen
van strijd tegen de izionda, en van arbeid
tot verzorging opheffing van de ouge-
Buwde moeder.
'Ons trof dezer dagen, in de „Nieüwe
Provinciale" een ontmoeting' vain] den mid-
deraflcbtzendelmg W. A. Vroegop te Gro
ningen met oen -zoodanige ongelukkige.
Voorop staat dat de heer Vroegop, die
een consultatie-bureau heeft voor onge
huwde moeders in izake het o-nderzo-ek;
naar het vaderschap, in genoemd blad
steeds steun vraagt voor- ongehuwde moe
ders, doch. rich steeds hierbij laat leiden
door het oordeel des- onderscheids.
Hij ondervindt wel eens, dat de minst
schuldige- niet altijd de ongehuwde moe-
der is, en licht dit met de volgende
ontmoeting van recenten datum toe-:
Op mijn kantoor verschijnt een ruim
I twintigjarige juffer, gehuld in een wolk
van parfum.
Om haar vermoedelijk kunstmatig ge-
I vormde leest sluit gracieus een fijrie flU-
1 weel® mantel.
Soa mof rijm heel wat mooier dan
die van mijn vrouw en mijn oudste doch
ter.
En de juffer draait en (zwiert o-p bakjes,
dun en hoog -als naaldenkokers.
Alles behalve bedeesd 'vraagt aij mij,
of ik Vroegop beni; en als zij zich daiaï-
omtrent zekerheid 'heeft verschaft, neemt
zij met eera gebaar, zeker van een bios-
coopvoorstelling afgekeken, plaats op een
stoel.
„Ik ben in positie ziet u!"
„Zool En niet gehuwd?"
i „Neten, o Gneen; en ik kan niet
trouwen ook".
„Mag ik u even zeggen, dat hier niet
gevloekt wordt, meisje!"
Met groote oogen kijkt de welriekends
juffer mij aan.
Eerst om heit ongehoorde feit, dat ik
haai- „meisje" noem en nogal op erg dui-
d el ijken toon ook; en ten tweede omdat
ik haai- terecht wijs, over het ijdellijk
gebruiken van 'sHeeren Naam.
Zij antwoordt echter- niet op mijn op
merking, maar vervolgt, een hand met
;een fijn zakdoekje naar den neus brsin-
E, bij welk gebaar- mij; blijkt, dat zij,
6® moo-ien armband en eeni paar rini-
gm draagt:
'^en Miispaisjei gehouden natuurlijk; an
te kwanx ik niet hier. Ik ga' nogal
v»el uit; och, en dain kan zooi ets- gebeu
ren. Zoo- heb ik een Uitvoering van een
club meegemaakt in gezelschap van een
^Mtienprigen kantoorbediende en daar
rit grapje dan het gevolg van. Hij'
Ment lang niet genoeg o-m te kunnen
AGNES GIBERNE.
I ïn^u-- d® toeschouwers, op een plaats
Sir in ni.et,® tiet oog viel, had men
ziin kumn-«n opmerken, met
f Hii -, n dlep' over de «ogen getrokken,
denm 8roote spanning de komst van'
SJW* te wackten> toen een
W «in§ van z'jn arm hem het
Jccliik -.ed omkeeren. Een bleeke, zie-
ieehL „Z1?,de ™.an'..van middelbaren
wont f ^nurblrikelijk van hooge ge-
Wu S-a m "aast kem in het gedrang,
fe' Acton Sy Van vroe° sir Ho-
eer if3' jets van hem vertellen,
t' n'o„f!leof .stel]li§l antwoordde
«mi; il?# zijn moog(' toch
|Bezien." ad lk gelaat meer
»Neein u in 'acht, het is hier de plaats
trouwen en ik ook niet. Ik ben winkel
juffrouw, iziet u. En samen armoed
zaaiers te worden, nou, 'k zou je danken!
Bij' mijn o'udars thuis kan ik het geval
letje niet afwachten. Maar het m-oet toch
hier o-f daar gebeuren, dat spreekt. Ik
hoorde, dat u bij ziulke grapjes wel helpt
en daarom ko-m ik naar u toe".
„En dacht gij, dat ik mijn tijd niet
heter gebruiken kon, dan door mij met
„grapjes" bezig te houden?"
Een vragende blik der „grapjesmaak
ster" zegt mij, dat zij mij niet begrijpt.
„Gij spreekt telkens van een grapje"
leg.de ik uit; „maar wanneer gij uw ge
val werkelijk als een grapje beschouwt,
red er u dan zelf mee".
„Nü ja", en de juffrouw doet een rukje
Smet het hoofd, „hoe moet 'k 't anders
poem en!"
„In geen 'geval een grapje", herneem
ik. „Zeg liever een schandaal".
De oogen vaini de juffrouw schieten1
vuur naar me.
„U gebruikt daiar een 'heel leelijk woord,
meneer".
„Ja", maar eeni woord dat past voor
-een heel leelijke daad".
Mijn bezoekster maakt een beweging
van opstaian, blijkbaar verwachtend, dat
ik haar zal verzoeken', nog wat te blijven
zitten.
Maar ik denk er niet aan en daarom
iz-et zij zich Uit eigen beweging weer op
haar gemak, met de verzuchting, die als
-een verwijt klinkt„Nu, dat pakt an
ders uit, dan ik gedacht had; ze hadden
mei gezegd, -dat u meisjes in mijn om
standigheden hielp".
„Dan hebben ze de waarheid gezegd",
hernam ik; „en ik ben reeds bezig u te
helpen".
Een rukje met het hoofd is het te eken,
dat de juffrouw mijn woorden als onge
paste scherts opvat.
„Kijk eens", gjng ik voort; „wat u
ontbreekt is schuldbesef en schaamte. Gij1
hebt juist uitgedrukt, zooe-ven. Gij' be
schouwt de zondige daad, waarvan nu de
gevolgen u bezwaren, als een grapje. Ver
moedelijk beschouwt g;e- het heele leven
als -een grapje. En dan volgt op dezen
misstap vroeger of later een tweede, in
dien gie niet geheel in de schande ver-
izinkt. Gij zijt alleen te helpen, wanjn'e-er
het schandelijke en onteerende van Wat
ge gedaan hebt, u duidelijk wordt. Daar
voor is het no-O'dig;, dat men tegenover
mij de dingen bij hun naam noemt, al
lijkt dat hard. Ik heb dit gedaan; ik heb
u duidelijk willen laten gevoelen, wat ik U
thans ronduit zeg, dat gij uw eer vier-
gooid hebt en een gevallen vro'uw zijt.
Ook draagt gij een kleeding, die u niet
past; allerminst in deze omstandigheden.
Gij behoordet dien opschik af te leggen
en elke cent die ge verdient, te bewaren
om istraks voor uw kindje te kunnen
zorgen".
„Ik dacht, dat ik dat kind aan u kon
overgeven".
„Zool dacht g;e dat? Dacht ge, dat,
!d-e Middernachtzending dwiaas: genoeg zou
zijn omte zorgen voor kinderen van
moeders die tals mode-poppen op de- straat
loopen en zich verslingeren aan mannen,
of, izooais gijl het no-emt, veel uitgaan?
Dan iz-eg ik u, da,t ga u vergist. Mag ik
u verzoeken?"
Een .handheweigjng naar de deur zei de
rast.
Mht ieien spottenden lach om den mond
verdween de geparfumeerde, fluitend bij
'tiafgaian van d-e trap.
Ad was de geparfumeerd© juffrouw dan
ook geen persoonlijkheid, die aantrok; en
al had z-e v-eel om zich, wat nog onaan
genamer rook, dan het goedje, waarmee
ze haar kleer&i -besprenkeld had; en al
draaide ze als een pauw op haar hooge
hakken over de straat; en al had ze
sarrend gefloten bij 't afgaan van de trap
'tóch was onze roeping tegenover haar
niet vervuld, door bet toedienen van een
scherpe berisping en een gebaar van af
wijzing.
Welbeschouwd was de dwaze pronkster
immers een beklagenswaardig schepsel.
Wie valt eti zijn schuld zint, is te be
klagen.
Maar wie valt en zijn schuld niet
ziet ,is dubbel te. beklagen.
Het kon ook best wiezen, dat de onver
schilligheid va.n het jong© meisje een voor
wendsel was, dat dien-en moest om haar
wanhoop te verbergen. Zooiets gebeurt
meer.
En in elk geval: er stood een kind
geboren te worden, waarover misschien
niemand zich zou ontfermen.
Van de moeder wachtten we al bitter
wieinig liefde tot het komende kleintje:
en als zij voor de baby niet liefderijk zorg
de, wie zou het dan doen? Welk schrikke
lijk lot kon dan liet ongelukkige kindje
b ei-den
De overweging van -dit alles deed ons
besluiten, den jongen man, die als „ver
wekker" door de „pauwiin" genoemd was,
eens te laten komen, teneinde te hooren,
wat hij wel te zeggen zou hebben.
Het jonge menseh verscheen.
Al dadelijk trof ons zijn verlegenheid.
Hij was heelemaal de kluts kwijt, toen
hij, met de pet in die eene hand, en met.
de andere hand het blonde haar recht
strijkende, voor ons stond.
Naar gewoonte monster-den we met een
vluchtigen blik zijn kleeding.
„D-e kl-eeren maken den man", zegt liet
spreekwoord. Maar die kleeren zeggen dik
wijls ook, wi-e de man is.
In den regiel ziet hij er van binnen
uit, zooals hij er van buiten uitziet.
Dat wil zeggenwannleer iemand gekleed
gaat als een pop in de étalagekast vain een
confectiezaak, dan is hij gewoonlijk ook
-een pop.
Wanneer ik leen jongmiensch zie ver
schijnen met bescheiden inkomsten en een
bescheiden positie, maar gekleed in een
i overjas met taillleknieep en gordel, gesloh-
kousd en in gele schoenen, een sctaeeu-
"Verig gekleurd doekje met onbekende be
stemming in den borstzak en een op-
j zichtige speld op de das, waarbij dan,
als 't he-el erg met hem is, nog een rot
tinkje en een cigaret komen dan wieet
ik in den regel al, wat voor vleesch ik,
in de kuip heb.
j Van al die poppenkast was echter bij
dear jongen, die als „verleider" der „pauw-
in" zich had te verantwoorden, niets te be
speuren.
Hij was eenvoudig, maar netjes gekleed
en bleef in deemoedige houding staan, tot
we hem uitnoodigdan plaats te nemen.
„Kent gij een zekere juffrouw Pauwin?"
zoo begon ik het examen der consciëntie.
„Ja ,m-en©er".
„En zijt gij met haar samen in leen
zaak geweest: gij op 't kantoor en zij
in den winkel?"
„Ja, meneer".
„En heb je vie-rkeering met haar gehad
„Neen, meneer".
„Niet? Maar toch wel fetens met haar
uit geweest?"
„Ja, meneer".
„Naar een feestje van een club, niet
waar?'
„Ja, meneer".
niet om namen te noemen," was het voor
zichtige antwoord.'„Ik ken u zeer goed,
en gij en ik deelen zijne meeningen."
Deze verzekering vvas niet voldoende,
om Sir Roger gerust te stellen, maar hij
antwoordde zoo onbevangen mogelijk.
„Wat wilt gij, dat "ik u van hem ver
tellen zal?"
„Is hij nog niet verhoord, of komt
'hij thans voor de eerste maal voor /zijn
beschuldigers?"
„Voor een paar dagen had er een kort
verhoor plaats met gestoten deuren. Sir
John overhandigde zijn geloofsbelijdenis
op schrift naar men zegt, en verwees daar
naar, als men hem ondervroeg. Daarop
zonden zij hem hle mondiervroeg. Daarop
en gaven hem bevel heden gereed te
zijn op alle vragen, die zij hem doen
zouden, te antwoorden. Waai' zijt gij ge
weest, vriend, dat gij niets weet van dat
gene waarover alle menschen spreken
„Elders," was het korte antwoord.
„Eerst gisteren kwam ik te Londen aan
weinig vermoedende- welke tijdingen
ik daar vernemen zou."
„Tijdingen aangaande begon Sir
Roger op vragenden toon.
„Iemand, die mij dierbaar is als mijn
eigen leven."
Wederom zag Sir Roger den vreemde
ling onderzoekend aan, maar hij herkende
hem niet. „Van wien spreekt gijvroeg
hij zacht en voorzichtig.
Een beweging naar de deur diende tot
antwoord. Want op dit opgenblik werd
Sir John in de tegenwoordigheid zijner
rechters gebracht door Sir Robert Morley,
die zich dadelijk terugtrok. Kalm en zon
der vrees, met edel gelaat en ridderlijke
houding, stond Sir John alleen te mid
den zijner vervolgers, afwachtende wat
er over h^m besloten zou worden. De
stilte werd door den Aartsbisschop Arun
del verbroken.
„Lord Co-bham, gij zult u zonder twijfel
herinneren, hetgeen Zaterdag jongstleden
in de kapittelkamer van de St. Pauls-ka-
thedraal is voorgevallen; hel zou ons
thans te lang,ophouden, alles te verha
len, wat toen is voorgevallen. Ik zeide
toen, dat gij werdt beschuldigd van op
stand en ongehoorzaamheid jegens de
Heilige Kerk, denkende dat gij nederig om
absolutie uwer zonde zoudt gesmeekt heb
ben."
Op het gereede en blijmoedige antwoord
dat thans volgde, was d-e Aartsbisschop
stellig niet voorbereid geweest. „God zegt
door Zijn heiligen profeet: „Maledicam be-
nedioctionibus vestris", hetgeen wil zeg
gen: „Ik zal vloeken, waar gij zegent."
„En van dat uitgaan openbaren zich
nu d-e gevolgen".
D-e jongensoogen, die me met iets eer
lijks en met een hulpbehoevende uitdruk
king aankeken, worden neergeslagen en
rusten op de pet in de handen.
„Komaan, vertel nu maar eens uitvoe
rig, hoe all-es zich heeft toegedragen".
Aai'zelend, met horten en s-tooten, nu
en dan naar woorden zoekend, begint de
„examandus" te vertellen. Ik krijg een
verhaal te hooren, waarvan ik de Bijzon
derheden den lezers sparen zal. Maar het
komt daar op neer, dat de „pauwin" ge
durig op het kantoor van den jongen man
verscheen op uien, dat ze zeker was,
hem er alteen te vinden. Zij was dan
op -de m-etest onbehoorlijke wijze gekleed
(ontkleed is misschien een beter woord)
-en liet geen enkelen kunst greep van een
geslepen verleidster onbeproefd om den
ongelukkigen kantoorbediende in het garen
dei" onkuischheid te vangen.
Ten slotte .noodigde zij hem uit met
haar de uitvoering van ©ein dansclub te
bezoeken. Hij kon wel niet dansen, maar
dat hinderde -niet. 't Was m-eer om de
gezelligheid van 't uafeestje te doen. Een
oogenblik kwam het nog in hem op te
weigeren. Maar eensdeels onder den in
vloed van haar bekoorlijkheden en ander
deels als geestelijk zwakkere onder een
soort suggestie, ging hij met «haar m>ee.
Er was stevig gedronken, -dien avond. Zij
waren 'in een kringetje gekomen, bestaan
de uit kennissen van haar en vreemden
voor hem. De „dannes" dronken boeren
jongens en de „heeren" cognac. Fatso-ais-
halv-e nam hij dus ook cognac. Tot hij
zich geen rekenschap meer gaf van zijn
daden; tot de kompasnaald van zijn ge
weten geheel was afgeweken; tot het ver
hitte hloed hem als vloeiend vuur door
de aderen bruiste. Een nachtelijke wan
deling in 't plantsoen was gevolgd. Met
medelijden, inderdaad, had ik het verhaal
aangehoord. Niet zij, maar hij was- hier
het slachtoffer, 't Spreekt vanzelf, dat ik
den jongen op zijn zondie wees; maar ik
meende er toch aan to-e te moeten voe
gen, dat ik hem beschouwde als den jon
geling uit Spreuken VII.
'Schreiend verliet de jonge man mij; en
hij kreeg de- belofte mee, dat ik iin zijn
belang doen zou wat ik kon. Nooit, zei
hij, zouden zijn ouders in een huwelijk
met -d-e pauwin toestemmen, zelfs al wilde
deze trouwen. Ik begreep dat; en ik zal
er mij v-oor wachten, pressie tot het slui
ten van een verbintenis voor het levè-n
op hen uit te oefenen. Hoe dan te han
delen? Ik hen het daarover met mijzelf
nog niet eens. De zaak is nog nieuw en
dus nog niet afgehandeld. Ik deel wel
licht bij een latere gelegenheid den af
loop mee. 't Was alteen mijn doel, een
stukje practijk te gevien, waaruit blijkt,
dat niet a 11 ij d het meisje de minst schul
dige is in tot het consultatiebureau ko
mende gevallen.
De Poolsche koningsstaf.
De Gazeta Poranna bericht uit Berlijn,
dat de politie aldaar bij huiszoeking bij
een bekenden communistis-cfaem leider den
beroemden koningsstaf van den Poolschen
koning Jan III Sobieski (16641696) in
beslag heeft genomen. Dezen staf heeft
Jan Sobieski g-ebruikt, toen hij Wieenen
van die Turken bevrijdde. Men denkt, dat
de communist dezlern staf heeft gestolen.
Het is misschien niet onaardig, hier iets
D-e Aarts-bisschop deed, als had hij deze
woorden niet gehoord. „Sir John, toen
bood ik u vergiffenis aan, indiien gij die
slechts had willen vragen; maar dat wil-
det gij toen niet. Toch vraag ik u nog
eenmaal, of gij om de absolutie der Kerk
vragen wilt?"
„Neen, zeker wil ik dat niet!" was het
besliste antwoord; „want ik heb nog nooit
iets jegens u misdreven; ik heb dus uwe
absolutie niet noodig en kan er niet om
vragen."
En toen, den drang zijns harten vol
gende, knielde Lord Cobham plotseling ne
der, en zijne handen ten hemel beffendef
bad big
„Ik buig mij hier voor U neder, o
Eenig God en ik beken U, dat ik in
mijne jeugd dikwijls zwaar jegens U heb
misdreven. Ik heb U dikwerf bedroefd
door mijn hoogmoed, mijne drift, mijne
kwade begeerlijkheden. Vete menschen heb
ik in mijne drift gewond en ik heb vete
vreesdijke zonden bedreven. Goede God,
ik smeek U om genade."
En terwijl al de rechters verbluft zaten
te luisteren naar deze onverwachte uit
barsting van gevoel, stond Lord Cobham
op, met tranen in de, oogen en riep met
eene heldere stem uit, die tot achter in de
zaal wend vernomen:
Drie belangrijke vragen.
Worden nier-waarschuwingen begrepen?
Beseft men het gevaar? Zou heit .niet
verstandig zijn om een bewezen weer
stand smetho de aan te nemen?
Rugpijn, duizeligheid, prikkelbaarheid,
slapeloosheid, urinekwalen, zenuwover
spanning, loome dagen en slapelooze nach
ten, stijve en gezwoHen gewrichten en
pijnlijke spieren dat zijn de waar
schuwingen. En gevaar volgt spoedig,
want verwaarloozing doet ernstiger ver
schijnselen. ontstaan al-s rheumatiek, vor
ming van steen, spit, ischias, graveel,
nier- en blaasontsteking, waterzucht en
urine zuur - vergiftiging
De weerstand hangt af van de volkomen
filtratie van het bloed door d-e werkzaam
heid der nieren. Alles zou goed gaan, in
dien de regels van de natuur; gezond
verstand eenvoudig voedsel en geregelde
gewoonten, werden toegepast. Maar rond
uit gezegd, krijgt 'de natuur geen voldoend®
kans. De nieren worden vaak tot die grens
van uitputting overspannen, en dan pas
denkt men na.
Draal niet in twijfel. Vermijd de ge
volgen van verwaarloozing. Behoed de nie
ren met Foster's Rugpijn Nieren Pillen.
Zij' versterken de nieren, lenigen de blaas,
en hun werking doet de verschijnselen,
door verzwakking van deze organen ver
oorzaakt, verdwijnen.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen (let er
op, dat de handteekening van James Foster
op de doos voorkomt), zijn te Goes ver
krijgbaar bij de Paauw Co., en te
Middelburg bij fa. C. Schulte Co. a,
fl.75 per doos. (39)
meer te vertellen over de beteekenis van
den koningsstaf.
Keizer Leopold van Oostenrijk, wiens
land bedreigd wleird door de Turken onder
grootvizier Kara Moestafa, die met een
leger van 200.009 man zelfs de hoofd
stad b'Aglerde, wendde zich met een ver
zoek om hulp tot den Poolschen koning
Jan III Sobieski. Sobieski gaf aan dit
verzoek gehoor en begaf zich met een
Poolsch leger van 20.000 man naar Oos-
t-enrijk, waar hij met behulp van 20.000
Oostenrijkers, Kara Moestafa voor Wee'-
nea geheel vers-loeg. Hij maakte een groo-
ten oorlogsbuit o. a. de beroemde oor-
i -logstent van Kara Moestafa, het heilige
I groene vaandel en een grooten voorraad
j kostbaarheden. Sobieski vond ook groote
voorraden koffie, door de Turken achter-
j gelaten. Van dezen tijd dateert het gebruik
I van koffie in Europa. De overwinning
van den Poolschen koning heeft ook de
bevrijding van de Christenheid in Europa
tengevolge gehad. In dezen slag weid de
te Berlijn gevonden koningsstaf gebruikt.
(Vaderland)
De afschaffing van het geld in Rusland.
De „Prawda' 'publiceert den tekst van
het besluit waarmede de so-vjet-regieering
het geld als betalingsmiddel in Rusland
afschaft.
De staat zal in de toekomst geen geld
m-eer aatiueÉien voor de volgen-de dien
sten Z)
1-e. voor de vterdeeling van etenswaren
aan de arbeiders, de béambten en hun
gezin;
2e. voor de huur van huizen voor ar
beiders beambten en hun gezin;
3e. voor de levering van kolen en ver
dere brandstoffen aan openbare gehou
wen, arbeiders beambten en hun gezin;
„Hoort! goede menschen, hoort! voor
het overtreden van Gods wet en Zijne
geboden hebben zij mij nog nooit ge
vloekt. Maar ter wille hunner eigen wetten
en tradities behandelen zij mij en anderen
op de wreedste wijze. En daarom zullen
zij en hunne wetten naar Gods Woord
geheel vernietigd worden."
De kracht zijner woorden, de treffende
waardigheid zijner houding, veroorzaakten
geene geringe sensatie onder de aanwezi
gen. De Aartsbisschop, bevreesd voor ver.
zet, sprak eene nietsbeduidende veront
schuldiging uit over de behandeling, die
Sir John had ondergaan. Zich toen tot
hem wendende, vroeg hij plotseling ant
woord op h-et geschrift, dat hij hem in
den Tower had doen toekomen. Lord Cob
ham weigerde kalm iets over dat geschrift
te zie-ggen, maar hij weigerde niet zijne
opvatting van het Heilige Avondmaal te
verklaren. Hierop werd hij streng onder
vraagd, en zijne antwoorden lokten tot
groote vreugde der priesters, menigmaal
uitroepen van verontwaardiging uit bij het
publiek. Zelfs hoorde men af en toe roe
pen: „Weg met den ketter!"
(Wordt vervolgd.)