So 40 Dinsdag 16 November 1920 35e Jaargang siT 1 G T H A. Buit@»lasidn feuilleton. Uitgave van de Naam]. Venn. LUCTOR ET EMERGO, gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 219. (Telefoon No. 11). Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ L- BURG- Drukkers Oosterbaan Le Cointre, Goes. UIT DE GOESCHE RAADZAAL. De vroede vaderen van ons stedeke hebben den Donderdagavond weer be steed aan de bespreking van onze belan gen. Er zijn dien avond natuurlijk ook wel enkele besluiten gevallen, maar wat ©enige voorname punten aangaat, bleef het ditmaal nog bij een bespreki ng. En dat is niet anders dan goed te noemen, want indien ergens dan zouden hier over ijlde besluiten misschien veel kwaad kun nen berokkenen. Daar is allereerst de verordening rege lende de belasting op de publieke verma kelijkheden. Het regfent protesten tegen deze inderdaad niet gehlael en al billijke verordening, t Is waar, de huidige rege ling, waarbij die belasting wordt geheven naar de zaaloppervlakte vergt de minste controle. Maar daaraan mag toch de kunst en mogen de financiën van menige zeer nuttig werkende vereteniging niet worden gewaagd. De Nat. Chr. Geh. Onth. Ver- eeniging 'had van deze verordening dan ook "reeds in de portemonioaie de min aangename gevolgen ondervonden en vroeg deswege aan den Raad restitutie. Nu was het duidelijk, dat dit niet aan ging, omdat het hier niet betrof een on juiste toepassing der verordening. Maar terecht merkte Mr. Goedbloied op, dat dit feit weer een lieden te meer was om ten spoedigste .een andere verordening vast te stellen. Er was dan ook niemand, die het voor het huidige systeem opnam en zelfs de voorzitter durfde nu reeds te voorspellen, dat ook B. en W. hiermede wenschen te breken. Wel is te hopen, dat zij niet zullen luisteren naar de radi cale stem, die algeheiele afschaffing dezer belasting bepleitte. Wanneer deze toch op billijke wijze wordt geheven, n.l. be rekend naar de entrée-gelden,, is zij een van de beste belastingen, die wij bennen en men denkt er i,n de groote steden dain ook niet aan, ze in te trekken. Er is niets tegen en alles voor, dat zij, die gaan deelnemen aan een publieke verma kelijkheid, hij die gelegenheid enkele be- lastingpenningen offeren. Dat is de eerste belangrijke kwestie, die iaan het oordeel .van B. en W. zal worden onderworpen. Nummer twee- is I de niet minder belangrijke zaak van de subsidie aan de Goesche Ambachts- en Vakschool, een punt van bespreking in deze dagen op iedere raadsagenda in Zuid- Beveland. Verscheidene dorps gemeentera den hebben ten dezien opzichte reeds 'n be sluit genomen. In ons blad hebben we kun nen lezen 'n voortreffelijk besluit na een voortreffelijke rede als b.v. te Kloetinge en een onbegrijpelijk besluit in lafwijzenden zin in enkele andere Gemeenteraden, waar het den leden blijkbaar niets schelen kan of door hun houding een zoo onmisbare inrichting als de bedoelde verdwijnt. Hier in Goes zullen zeer zeker eerst B. en W. en steaks de Raad deze kwestie ernstig onder de 00,gen zien. De subsidieering van de restauratie der Groote of Magdalemakerk was het derde punt, waarover B. ten W. van advies zul len dienen. En voor Goes is ook dit niet van belang ontbloot, wat den lezers wel duidelijk zal geworden zijn na al hetgeen daarover reeds in de pers is geschreven. Zulk een monumentaal gebouw, door de historie gewijd, mag niet in een verval len toestand verkeeren. Wat B. en W. in de vierde plaats ern stig te overwegen zullen hebben, scheen wel het belangrijkste van den giebeelen avond te zijin. Althans een groot deel AGNES GIBERNE. 25) _o- Zo°.. Ghha, üeve Githa, vind ik u eindelijk, ik kon mij niet begrijpen, waar gij he enge vlo den waart. Waarover zit gij te peinzen?" „Het is bijna tijd om naar bed te gaan Margaret." „Kunt gij naar waarheid zeggen, dat dat het onderwerp uwer overdenkingen was?" 1 „Het was slechts ©ene voorbijgaande opmerking,," antwoordde Githa. „Maar mij dunkt dat het laat wordt." „Gewoonlijk hebt gij niet zulk een haast pm u naar boven te begeven," zeide Mar garet half carcastisch. „,Ik heb geen haast," zeide Githa. „Sir John Beverley zal ons ongetwijfeld een hoofdstuk voorlezen, eer wij uiteengaan, en ik verlang zeer hem te hooren." „Githa, gij moet u in acht nemen, hoe gij tot mijn broeder over deze zaken spreekt, zeide Margaret gejaagd, op zach- ten toon. „Deze afvallige priesters wekken van de vergadering werd er aan gewijd: En 't moet gezegd de discussie er over was nu en dan niet onaardig. Die, humor ontbrak niet en menigmaal werden de lachspieren in werking gebracht. Gelijk onze lezers weten is een Raadscommissie ijverig aan het werk geweest om de wo ningtoestanden in Goes ernstig te onder zoeken. Immers Goes heeft ook in -niet geringe mate te worstelen miet den wo ningnood en wil men dien in de toe komst doelmatig bestrijden, dan is gron dige kennis van zaken eerste vereischte. Het woord van lof, dat de commissie va.n alle zijden werd toegezwaaid, was dan ook ten volle verdiend. De rede van dhr. v. d. Leeuw was een philippica tegen die huurders, die bet aan niemand anders dan zichzelf te wij ten hebben, dat hun woningen in slech ten staat komen te verkeeren en een pleidooi voor de verhuurders, die ondanks de lage huurprijzen toch nog wat goeds van de woningen willen maken. De bewe ring des beer,en v. d. Leeuw, dat de commissie bezield was met den geest van Nero wekte zeer den lachlust der leden op„ waartoe ook dienstig waren verhalen als die van ©en huurder, die eien raam als deur bezigde ien het hout van den vloer .geschikte brandstof achtte. Van zeer veel belang was ook de op merking van Mr. Goedbloed. Zeer terecht waarschuwde deze voor overijlde beslui ten, waar nog slechts enkele dagten ge leden een nieuwe beschikking der regee ring is verschenen, volgens welke ook in den vervolge de particuliere bouwnij verheid kan worden gesteund. Indien toch maar eenkszins mogelijk, moeten wij weer loskomen van de sterk overheerschenide overheidsbemoeiing en zal het particulier initiatief onder de noodige controle weter in eene moeten worden hersteld, ondanks het dwepen der sociaal-democraten met de nog in de lucht hangende socialisa tie. Dat de particuliere bouwers dan nu ook gebruik maken van de gunstige re- geeringsbeschikking en met inspanning van alle krachten trachten bet grimmig spook van den woningnood te verdrijven. Van het verdere „kleingoed", dat ter vergadering afgedaan werd, zullen wij maar geen melding maken. Alleen motest weer de aandacht gevraagd voor de min der aangename atmosfeer, .die hier en daar in de Goesche straten hangt. Dhr. Vienings wees weer op een tweetal van zulke gevallen en de voorz. bracht nog maals ter sprake de on-frissche lucht, die den bezoekers van Goes bij de lentrée van ons stedeke als welkom tegtemwaait. Ieder hoopt natuurlijk op spoedige ver betering. Van deze gelegenheid willen wij meteen nog gebruik maken om (misschien ten overvloede) mede- te doelen, dat het geen wij over den te Goes te vestigen keuringsdienst een vorig maal schreven, ironisch bedoeld was. LUISTERAAR. De toestand. Bij de korte bespreking van de voor naamste buitenlandscbe gebeurtenissen vraagt thans allereerst de groote neder laag van Generaal Wrange! de aandacht. Het is met diens leger thans gledaan. Zooals wel te verwachten was na het tot stand komen van den- vrede tusschen Polen en Sovjet-Rusland, was ten laatste de overmacht voor Wrangel te groot, al was ook het Perekop-front, waar hij na in zulk een hooge mate zijn toorn op." „Afvallig!" herhaalde Githa- „Gij behoeft mij niet zoo verwijtend aan te zien! Ik herhaal slechts bet woord,, dat Reginald gebruiken zou. Hij houdt niet van Sir John Beverley of van iemand van zijne inzichten. Ik vraag niet van u, dat gij iets zoudt loochenen van het geen gij gelooft, maar ik vraag u slechts voorzichtig te zijn, Githa, om mijnentwil." „Ik geloof niet dat ik onvoorzichtig bein," zeide Githa half glimlachend. ,,'t Kan zijn! maar uwe voorzichtigheid is van een soort, die u soms verder doet afdwalen dan hem, die dadelijk role- keloos vooruitgaat." „Ik loop echter geen groot gevaar on voorzichtige woorden tot uw broeder te spreken." „Meer dan gij denkt. Hij verlangt er zeer naar met u te spreken, maar Eleo- nore Culpepper, houdt hem vast. Ik houd niets van Eieonone Culpepper, Githa. Wat kijkt zij trotsch, dat zij mijn broeder bij zich heeft, terwijl wij, arme meisjes, te vergeefs naar onze hongerige ridders uit zien." „Ik zie naar niemand uit, behalve naar Alfgar," zeide Githa. „Ik zie ook naar niemand uit, zelfs niet naar Alfgar 1" zeide Margaret met een blos, die hare woorden wedersprak. zijn eerste nederlaag stelling gekozen had, voor een defensief doel alleszins geschikt. Sebastopol is reeds in handen van de Bolsjewiki. Toch hebben deze hevig moe ten vechten vóór zij Generaal Wraijgel onder de knie hadden: ze erkennen zelf in den laatsten slag 30.000 dooden te hebben gehad. De ronde overwinning, is voornamelijk toe te schrijven aan het ge bruik van verstikkende gassen, volgens een ander bericht aan muiterij onder Wrangels troepen. Massa's vluchtelingen nemen de wijk naar Constantinople! en hopen,, dat Frankrijk hen naar Algerië zal overbrengen. Ook gaan er geruchten, dat generaal Wrangel zelf aan boord van ©en geallieerd oorlogsschip is gegaan. Wel telen jammerlijk einde voor dezen dapperen ge neraal! De Bolsejwiki voelen zich nu natuur lijk weer sterk en wie zal zeggen of ze de verleiding zullen kunnen Weerstaan om ook tegen Polen weer een kansje te wagen? Tegen Engeland slaan ze ook w.eier een brutalen toon aan. Inzake de hervatting van den handel heeft de Engelsche re- geering dezer dagen weer een bolsjewis tische nota ontvangen. Het document be staat uit vijfduizend woorden en is in toon heftig, hatelijk en uitdagend. Het beschuldigt de Britsche regeering ervan, alles in het werk te stellen, om de her vatting van den handel en het totstand komen van den vrede tot mislukking te brengen en de bestrijding van die Sowjet in Perzië en andere landen te begunstigen. De Engelsche pers zegt van deze nota, dat, indien Lenin een mislukking van de „vredesonderhandelingen" wenscht, niets daartoe geschikter zou zijn dan dit stuk. Een andere belangrijke gebeurtenis is de eerste zitting van de Volktehbondscon- ferentie, die gisteren te Genève is aange vangen. Het instituut v,an dein Volkenbond zal dus nu in werking treden en adn al hetgeen hierover is gesproken en geschre ven, achten wij het niet noodig- nog iets toe te voegen. De toekomst zal moeten leeren of de verwachtingen, die men van' den Volkenbond heeft gekolesterd, te laag of te hoog gespannen waxen. Alleen doet het tragisch aan, dat de ontwerper van het .plan, president Wilson zulke groote teleurstellingen heeft moeten ondergaan. Dit doet ook al het enthousiasme voor den Volkenbond niet toenemen. De hongersnood in China. De .zendelinge mevr. Edith C. Talboom deelt aneei dat gedeelten van Sjamtoeng en 'Sjili zoo g;oed als. .zonder ©enigen ioóg|st izijn. Zelfs de blaren zijn van de hoornen igiehiaiald oim lals voedsel te dienen. Van Teisjof tot Lintsi'nig (zlal nog niet de helft van1 de bewerkte velden het graan opleveren, diat er in wias gezaaid. De m-euselien verkoopen of vermoorden hun kinderen. Ouders trachten hun dochters. dikwijls nog malar kinderen uit te huwelijken. Een ander bericht, afkomstig uit een district ten Zuiden van Planting! foe, be helst het volgende: i„Zoo ver men in elke richting zien kan, giroeit er op de velden niets, dat de meni- ischen in den winter in het leven ,zal kunnen houden. Niemand werkt in het veld; op de wegen is bijna niem'and te ontwaren. De menschen zijn of wegge trokken óf izij: zitten binnen hluid dorp (om izoo veel mogelijk energie te besparen". Korte Berichten. Duitschland behoeft de Diessel-moto- ren .niet te vernietigen. „Wat beduidt dat, Joan?" staat gij te luisteren naar hetgeen niet voor uwe ooren is bestemd?" Joan zag er beter geluimd uit dan ge woonlijk het geval waszij keek niet eens boos over deze terechtwijzing. „Neen, het is mij volkomen onverschillig, waar over gij en Githa spreekt," zeide zij. ,,'t Zou wel kunnen wezen, dat het u mleer belang inboezemde, wat Sir Roger Acton en ik zooeven besproken hebben." Margaret glimlachte tegen Githa over de zelfingenomenheid, waarmede Joan sprak; Githa deed echter haar best ernstig te blijven kijken en vroeg einde lijk: „Wat beeft hij u verteld, Joan?'' „Hij heeft mij niets verteld, maar ik hem. Hij Vroeg mij naar u allen en van wien der damoiseaux ieder in 't bi zonder het meest hield. Mijn toekomstige ridder, zeide ik, is natuurlijk Thomas Brooke, en geen ander; en hij zegt, dat hij mij altijd trouw zal blijven!" Joan wierp een onderzoekenden, wantrouwen den blik op Githa, en zweeg ©en oogen- blik. „Ik geloof niet, dat Thomas Brooke ooit zijn woord zal breken," zeide Githa. „En wat antwoordde Sir Roger Acton daarop, Joan?" Joan bloosde. De hongerstakers in de gevangenis van Cork hebben sedert 11 Aug. weder voor het eerst voedsel gebruikt. Te München zijn twee huisgezinnen, samen zeven personen tellend, dood ge vonden. De oorzaak was gasvergiftiging. De laatste dagen i.s te Londen een groote imfluemza-epidemie uitgebroken. De hospitalen zijn reeds overvol. Er ziaJ thans- ook „een onbekende Engelsche .zeeman" worden geëerd. Diens kist ,zal namelijk geplaatst worden hij het monument voor de vloot, dat men denkt op te richten. Op de cenotaaf van den onbeken den soldaat te Londen zijn reeds 30.000 kransen gelegd. De voorloopig bekende uitslag der Grieksche verkiezingen luidt gunstig voor Venizelos. Bij: de verkiezingen voor den Saksi- scfaen landdag hebben de burgerlijke par. tijen een schitterende overwinning be haald. En dat in het roode Saksen. De Framsche mijn werk ersstakinig schijnt gisteren niet te ,zijn doorgegaan. Een der eerste daden van Harding, na zijn verkiezing;, was het p'ubliceeren van een artikel in het weekblad Lite rary Digest, waarin hij. zijn landgenooten opwekt tot milddadigheid ten behoeve van de noodlijdende kinderen van Centraal en Zuid-Oost Europa. Het voor dat doel gestichte fonds bedraagt thans '23,000,000. Harding deed .zijn brief ver gezeld gaan van een gift van 2.500. Hif3*§0Ritnd. Begrafenis Dr. Kuyper. (Slot.) Vervolgens sprak de heer H. Colijn. Deze zeide, dat het Nederlandsche volk een grooten zoon ten grave ziet dalen. Naar buiten treedt beslist 'het meest op den voorgrond de onvermoeibare strijd, dien Dr. Kuyper heeft gevoerd voor liet recht van een volksgroep, die aan ver guizing en smaad bloot stojid. Dat meestal eenvoudige, ja vrome volk, •dat gewoon wa,s ter zijde gesteld te wor den, dat in Dr. Kuyper plotseling .een kampioen vond. Reeds dit op zich zelf verklaart een deel van de liefde, van de vereering, die hem; werd toegedragen, maar de eigenlijke grond ligt toch dieper. D;at volk heeft naast den kam'pioen in Kuyper vooral ge vonden den man, die in staat was' de diep ste, ja zelfs: ongevormde gedachten te peilen, die nog op den bodem; der ziel lagen. Hij gal vorm' en uiting aan die gedachten. Er was ©en wisselwerking tus schen liet eenvoudige, vrome volk en Kuyper. 'Hij. was voor dat volk een voor vechter als .h'et noodig wals'. Malar hij' wa,s ook een voorbidder; en dat volk op zijin hourt droeg dr. Kuyper in zijin gebed. Wie die wisselwerking niet ervaren heeft, zal nooit volkomen kunnen begrijpen, wat dr. Kuyper voor het calvinistische volks deel geweest is en wat dit volk voor hem is geweest. Aan het slot van zijin rede hoopte de heer Colijn, dat ha dit afsterven liet A.-R. volk zich nauwer zou aaneensluiten ter handhaving en verdediging der heilige beginselen. Gij anti-revolutionnair volk van Nederland, noch ik, noch iemand anders kan voor u zijn w:a,t dr. Kruypei' voor u geweest is. [Ma,a,r da,t is ten slotte „O, hij begon te lachen, en zeide, dat wij' beiden erg jong waren. Ik houd niets van! Sir Roger Acton, als "hij zoo spottend kijkt. En toen begon hij maar naar u te vragen, Margaret en Githa, waar mijne moeder bij stond. En ik doemde nwe namen met die van Alfgar Cheyne ten van Arnold Savage, waarover hij zich zeer tevreden betoonde." „Gij loopt wel wat veel vooruit," zeide Margaret, ontstemd. „Mijne moeder vond dat niet,' 'zeide Joan, lachend. „Sir Roger zag haar aan, en zij antwoordde: Joan spreekt de waar heid, Sir Roger. Het is een vurige wensch van mijn gemaal, dat zijn pleegzoon en onze lieve Margaret eenmaal "door het huwelijk verbonden zullen worden. En wat Arnold Savage betreft, de schoon© Githa ontwijkt hem, wel is waar thans nog, maar ik zal haar wel ten. zijnen gunste weten te stemmlen, en zij zal de zijne zijn. Mijne moeder zeidie dit op haar meest beslisten toon; Sir Roger yroleg toen verder, ten mijne moteder sprak zeer hartelijk over Arnold Savage, als een flinke, veel belovende jongeling met groote bezittingen." Joan zweeg, en zag Githa nieuwsgierig aan, om te zien welken in druk hare woorden maakten. Githa was eerst vuurrood geworden, maar thans was alle kleur uit haar gelaat geweken en zij VERSCHIJNT EBKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Prijs per 3 maanden fr. p. post f3, Losse nummers fO,Q6' Prijs der Advertentie»: 14 regels f 1.20, elk© regel mleer 30 cent. Big abonnement belangrijke korting. Bewijsnummers 5 cent. ,ook niet noodig, indien wij' alleni te zamen getrouw blijven aan het heilige beginsel. Dat weten wij, dat de Heere zijn erve, niet verlaten zal, en hoe donker dan ook soms de toekomst moge schijnen, wij kennen toch allen dat miachtig troostwoord uit den 91sten Psalm: „Wie in de schuil plaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des' Al- m'achtigen". De derde spreker, prof. Woltjer, .voert als rector der Vrije Universiteit het woord. Schepselvergoding past den, Christen niet, 200 zeide de spr., maar wel kan men den Heere danken voor de schepping van een heros als van ons is heengegaan'. Thans dringt een grootheid zich naar voren. Spr. wenscht (hem thans te schet sen in zijn beteekenis' voor de wetenschap. Velen hebben hem in diezen zin niet kunnen hoogschattendat bewijst de Ko ninklijke Academie, die nooit de poort voor hem ontsloot. ,Maax dit is slechts- een schijn. De we tenschap heeft Kuyper in. idealen geheel beheerscht. Veertig jaar geleden stichtte hij ile Vrije Universiteit en was haar eerste hoogleeraar. Hij heeft den band hersteld tusslchen geloof en wetenschappen. Hij' is: de grond legger der Calvinistische wetenschap. Zijn loopb'aan begon hij streng weten schappelijk, men ziet 'het uit zijjh talrijke geschriften en werken. Gerust kan men zeggen, dat hij was een geleerde van den eersten rang. Oud-minister Idenburg, sprak de volgen de rede uit: Mij werd toegestaan aan dr. Kuyper's. graf een wioord te spreken als vriend, niet dus allereerst over wat hij deed, doch over datgene wat 'hij' was, als' zijto. hart zich'ontsloot. Niet een woord van waardeering; en hulde voor hetgeen door hem werd gearbeid, maar een woord van persoonlijke genegenheid aan den mlan, die 'dn menig opzicht mijn geestelijlke vader was. IMijn woord aan deze groeve zij! dat van eenen, die zich bijzonder met hem zielsverwant voelt en die in het laatste vierendeel van zijn leven herhaaldelijk: intiem met hem in aanraking kwam, die zijn vertrouwen genoot en steeds' zijin warmte vriendschap ondervond. E;r was in Kuyper's ziel ook iets wonderlijk warms. Die niet in zijn vertrouwen werd opflRt- nomen, kan de kracht van zijn geloof er,vuren, z ijn onvers aagden moed wel waardeeren, zijn machtigen wil bewonde ren, kan geïmponeerd worden door zijn groote kennis en zijn schitterende talen ten, imaar met dat al toch' niet meer dan ten deel© hem kennen. Gesloten bleef dan dat teedere in zijii bestaan, waardoor zijn gansche leven werd verwarmd. En dan mloet men wel eenzijdig oor- deélen. Dat teedere in het diepst van zijn ziel, dat van groote liefde, die aller eerst uitging tot God, tot deni God van zijn leven. Kuyper's sterven was ia overeenstem ming met zijin leven: uit het geloof, ver warmd door de liefde in Christus. Gods Naam alleen zij' grootgemaakt, ook aan het einde van dit leven, dat Hij: schonk, dat Hij deed rijke vruchten dragen, dat Hij' thans weer van ons neemt. 'Uit Hem en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen, Hern zij' de heerlijkheid in de eeuwigheid. Amen. Dr. K. Dijk sprak namens den kerke- raad Van de Gereformeerde Kerk als voiglt: Op het graï van hem, die meer dan iemand anders „Gode alleen de eer'' in zeide op zeer ernstigen toon: „Joan, .gij hebt verkeerd gedaan om tegen ons te herhalen wat niet voor onze ooren bestemd was. Inmiddels kan ik niet nalaten dankbaar te zijn voor die tijdige waarschuwing." „Ik kan mij niet begrijpen, waarom gij niet van Arnold Savage houdt,' 'zeide Joan, de terechtwijzing onopgemerkt, la tende. „Arnold gedraagt zich even rid derlijk als Alfgar ten minste meestal." „De laatste woorden geven u de reden die gij zoekt, Joan," zeide Margaret. „Het is, omdat hij zich niet altijd ridderlijk gedraagt, dat hij niet in één adem ge noemd verdient te worden met hen, wier ridderlijkheid een deel van hen ztelf is." „Mij dunkt, dat ik uwe woorden aan mijne moeder en :a.an Alfgar Cheynte moet overbrengen," zeide Joan. „Zooalè gij wilt," zeide Margaret uit de hoogte; „zorg echter goed, dat gij ze niet verkeerd overbrengt. Gij zult echter niets winnen, Joan, door uw kinderachtig bemoeien met deze zaken. Houd u bij uw schaakspel en uw valk en uw gehoorza men page, dat is beter; maar mijne zaken gaan u niet aan, en die van Githa ook niet." (Wordt vervolgd.) ii r -

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1920 | | pagina 1