Bank voor Zeeland Wo Zaterdag' October IWfcO 35e Jaargang "fTüTl leTöïï GI T H A. Groote Kade B 27. BRESKENS (D. A. Crince) Telephoon 74 ent 204. OOSTBURG (Markt 22) Vanaf heden hebben wij onze tof: 1 dag opzegging v 3 V« pCt, maand 3 ®/4 pCt, 3 maanden 4 4 V* pCt 6 maanden 4®pCt, 1 jaar 5V2 pCt, 1 jaar vast 5V4 pCt, Uitgave van de Naomi. Venn. LUCTOR ET EMERGO, gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 219. (Telefoon No. 11). Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ L- BURG. Drukkers Oosterbaan Le Cointre, Goes. *De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs? Prijs per 3 maanden fr. p. post f3,— Losse nummers f 0,05 Prigs dier Advertentiën: 14 regels f 1.20, elke regel meer 80 bent. Bij abonnement belangrijke korting Bewijsnummers 5 cent. HISTORISCH MATERIALISME EN KLASSENSTRIJD. Het historisch materialisme is het wijs- geei'ig stelsel der sociaal-democratie. Het historisch materialisme is in de eerste plaats materialisme. Het is stofver- goding. Het kent enkel stof. Er is geen gelest. Er is geen Geest ,die de wereld schiep, onderhoudt, vervult, regeert. Alle dingen zijn door langzame ontwikkeling geworden. Dit historisch materialisme heet histo risch, omdat 't ook de gansche geschied kundige ontwikkeling slechts uit stoffelijke oorzaken verklaart. Ook de mensch is enkel stof. Zijn geest is niet anders dan de werking van stof. Uit, door en tot de stof is heel zijn denken streven en doen. Alle strijd in de wereld is slechts een strijd om de stof. Alle wetenschap, kunst, recht, zedelijkheid, Godsdienst is slechts een weerspiegeling van dit stoffelijke we zen en streven. Uit den strijd om de stof ontstonden de klassen. Alle strijd onder de mienscben is klassenstrijd. De officieele wetenschap is een klassiew,etenschap, die justitie is een klassejustitie, de zedelijkheid is een klassezedelijkheid, de bestaande Gods dienst slechts klasse-Godsdienst. Het groote doel van den klassenstrijd is het. ideaal, dat alle menschen een ge lijk aandeel aan de stof, gelijk genot van de stof zullen ontvangen. Dan houdt de wetenschap op klassewetenschap te zijn. De justitie is dan geen klassejustitie meer. De zedelijkheid evenmin. De Godsdienst verdwijnt van zelf. De memschem vinden hun paradijs op aarde. Ziedaar in 't kort de stelling van 't his torisch materialisme en 't verband dezer wijsbegeerte met den klassenstrijd! Het kan niet moeilijk vallen, de juist heid van de voorstelling, zooals deze hier in van 't historisch materialisme "en zijn verband metden klassenstrijd gegeven wordt, met de stukken te staven. Bjj 't graf van Marx schetste Engels 't Marxisme aldus„Gelijk Darwin de wiet der ontwikkeling van de organische na tuur, zoo ontdfekte Marx de ontwikkelings wet der menschelijke geschiedenis. Het eenvoudige feit, dat tot dusver ondier 5 bovennatuurlijke woekerplanten bedekt was, n.l., dat de menschen vóór alle din gen eerst moeten eten, drinken, wonen, en zich eerst moeten kleeden, voordat zij' politiek, wetenschap, kunst, ^religie enz. j kunnen drijven; het eenvoudige feit, dat dus de productie der onmiddellijke stoffe lijke levensmiddelen, len daarmede de be paalde trap van oeconomische ontwikke- f ling van een volk of van een tijdperk den grondslag vormt waarop zich staats instellingen, voorstellingen des rechts, de j kunst en zelfs de Godsdienstige voor stellingen der bepaalde menschen zich hebben ontwikkeld, en dat deze laatste daaruit dan ook moeten verklaard wor den, en niet, gelijk tot hiertoe ge schied was, omgekeerd." (Max Lorentz, Die Marx. Social-dem., Seite 4). Deze plat-materieele gedachte was door Marx, Engels en Bebel op hun manier wijsgeerig gegrond. Onomwonden verklaarde Gorter dan ook in „Het Volk" van 5 Juli 1900: „Men ziet, het is niet ten onrechte ,dat diei leer van Marx materialistisch heet. Ze erkent en heeft gevonden de zicht- ten tastbare drijf- veeren van de geschiedenis der mejisch- heid." Toch wacht de sociaal-democratie zich wel om officieel en openlijk tegen den Godsdienst partij te kiezen. Zij verklaart AGNES GIBERNE. 11) o Gi.tha begon sterk te- beven, en baar broeder boog zich over Waar heen. „Iiunt gij het dragen?'' vroeg hij' op' zachten toen. „Het is geen geschikt schouwspel voor u, lieve, maai' ik zie niet hoe wij hier vandaan zonden kunnen komen. Zie den anderen kant op, Githa, kijk er niet ■naar". Maar een vïeeselijke macht scheen1 haar pogen onwederstaanbaar tot den ge vangene te trekken, en haar droge li.p'- pen weigerden te antwoorden. Alfgav legde zijn arm om haar Ween om haar te on dersteunen, vreezende, dat zij flauw val len en de algemeene aandacht tot zich' trekken zou. Zij had echter sterkere ze nuwen en meer zelfbeheerschiing, dan hij vermoedde. Haar ontroering was alleen innig medelijden met den lijder niet alleen een sentimenteel terugschrikken om pijn en dood te aanschouwen. „Neen, neen", ging de oude burger voort, „zulke gebeurtenissen zijn noo- dig, maar het staat aan de priesters' en niet aan dezulken als ik hen om den Godsdienst voor ©en „private zaak." Maar dit is louter taktiek. Wel verklaart Bebel openhartig, dat Christendom en Socialisme als vuur ien water tegenover elkander staan. (Bebel, Christenthum und Socialismus, Seite 16.) Maar men tast den Godsdienst niet open lijk aan. „Ieder, die eens als propagandist hteieft gewerkt, zal weten, welke goede dien sten dit punt van ons program (nl. dat de Godsdienst een private zaak is), bewezien heeft, en wij zouden ongetwijfeld een groote dwaasheid biegaan, 't te verande ren", zei Liebknecht op den partijdag te Halle. (Pi'otekoll 185). Men moet den Godsdienst dan ook anders bestrijden, namelijk door middel van de openbare scholen, waar den kin deren Godsdienstlooze wetenschap -wordt aangebracht. (Protekoll, Halle ,175). Een gewaarschuwd man geldt voor twee. De sociaal-democraten zelven hebben ons genoegzaam ingelicht omtrent hun denken .en streven. Het is alles door en door materialistisch. Christendom jen socialisme, Bebel ztei 't terecht, staan tegenover lelkander als vuur en water. En voor dit stelsel kiezen sommige Christenen nu feitelijk partij. Zeker, met name bet Christen-socialis- me verwierp,t de wijsgeierige gedachte van de sociaal-democraten. Maar bij de keuzie tusschen de Christeljjk-sociale theorie eu practijk, zooials deze'ons door de Schrift wordt geleerd, en de sociaal-democratie, zooals 'deze door 't historisch materialis me geheel en al wordt heheerscht, kiest het de zijde der sociaal-democratie. Is dit Christelijk? Het is de heilloozie poging om Christus en Belial saam te verbinden. Dat Christen-socialisme staat, blijkens zijn uitlatingen, reeds lang niet meer, waar het twintig jaar geleden stond. Men leze er zijn weekblad „Opwaarts" maar op na. In zijn no. van 1 Oct. j.l.v drijft 't blad den spot met de Koningin en neiemt 't een loopje met de bede aan 't leiud der Troon rede. Maar 't ergst is. wel 't slotwoord van de redactie, hetwelk „De Heraut" aanhaalt en terecht signaleert als lergei' dan de taal van een gewoon socialist. De Chr. socialistische schrijver ziegt: „Er is één plek (waarlijk geen plekje) hier op aarde, waar gieieiri „Troonreden" worden gehouden. Die oase in die woiester- nij van Regeerings-Farizeïsme is, niet toe vallig, hetzelfde oord dat de kracht bezit zich staande te houden tegenover alle kapitalistische Staten niet hun vergeefsche wapenlen, hun vergeefsche blokkaden, hun vergeefsche laster, hun vei'geefsch krassende Farizieër-penmen. Dat is het land, waarover in de (Troonrede) zoo pijnlijk gezwegen wordt. „Maar wanneer zal bet volk van deze Staten ophouden dom te zijn en te be grijpen, dat bet een revolutie waard i s (wij spatiëeren) om zich van Troon rede en de aankleve van dien eens voor goed te ontdoen." De Heraut teekent Hierbij aan: Het land, dat de eenige oasie 'heet te midden van de „woesternij," het land, waar geen Troonreden meier gehouden worden is natuurlijk Rusland. Teekent het niet, dat dit land hier als ideaal ons voor oogen wordt gehouden? En dat het een revolutie waard wordt ge- acht om naar het voorbeeld van dit land van „Troonreden" verlost te worden. er over te beslissen. Ni.et vele jaren ge leden zeide mèn, dat, indien men twee menschen op den weg tegenkwam, men er zeker van zijn kon, dat één een Ka tholiek was, en de andere een volgeling van Wicklif. Ik weet niet 'of hun aan tal nu verminderd is, maar mij dunkt, dat dit het eenige geneesmiddel voor de kwaal is, en er zal weldra een reus achtige brandstapel" noodig zijn". „Daar zou de Prins niet mee ingeno men zijn", zeicle Alfgar. „Neen, daarin hebt gij gelijk. Het ver baast mij zeer hem vandaag hier te zien". „De Prins!" zeide Githa opschrik kende. ,,Ja, Prins Henry zelf', antwoordde de oude man. „Kent gij hem' niet van aan zien, lief meisje? Daar ginds rijdt hij, hij met die vorstelijke houding en den rooden mantel en het bezorgde gelaat. Prins Henry is. niet gewend om zoo< ernstig to zien. Maar zie, de priester is gereed met zijn toespraak, mij dunkt, dat hij1 weinig indruk op den ketter gemaakt heeft, en de Prins begeeft zich naar hem toe om met hiem te spjreken". „De Prins! O Alfgar, zal de Prins het dan lijdelijk aanzien, dat hij aldus sterft vroeg Githa op, zachten, doch harts toch- telijlken toon. Rusland heeft geen Ti'oonredb meer met „de aankleve van dien." Het is zoo eenvoudig gegaan. Men heeft den Gzaar met zijn vrouw en kinderen op de schandelijkste wijzie vermoord. Hoe diep moet men niet gezonken zijn, wanneer naar zulk een land als voor bééld ter navolging wordt verwezen. Weten deze mannen, die zich nog Chris tenen noemen, maar aldus het volk tot revolutie opzetten om van de Troonreden en „de aankleve van dien" zich voor goed te ontdoen, dan niet meer wat Ide heilige Apostel Pauhis heeft gezegd? „Alle ziel zij de machten over haai' gesteld onderworpen. Want er is gèan macht dan van God. Alzoo dat die zich tegen de macht stelt, de verordening van God wederstaat. En die ze wederstaan, zullen over zich zélven ©en oordeel halen." ARBEIDSWET 1919. Gp1 24 October 1920 treedt de Arbeids wet 1919 in werking voor wat betreft: Verbod van kinderarbeid beneden 14 jaar in alle ondernemingen (zie over gangsbepaling hieronder). Voorschriften betreffende gezondheid en veiligheid van jeugdige personen' en vrou wen in fabrieken of werkplaatsen, kan toren, winkels, apotheken, 'hotels of kor fiehuizen en daarbuiten. Arbeidstijd in fabrieken of werkplaat sen. Arbeidslijsten en arbeidsregisters in fa brieken of werkplaatsen. Arbeidskaarten voor jeugdige personen en gehuwde vrouwen in alle ondernemin gen. Kinderarbeid. Een kind beneden 14 jaar mag geen arbeid verrichten. Als overgangsmaatregel is toegestaan, dat na 24 October 1920 arbeid verrich ten a. de op dien datum twaalfjarige kin deren, die dan voldoen aa,n het bepaalde in art. 22, sub 4 Tfef Arbeidswet 1911. b. de opi dien datum dertienjarige niet leerplichtige kinderen. c. de niet-leerplichtige jongens, die tus schen 24 October 1920 en 1 Juli 1921 dertien jaar geworden zijn. Arbeidstijd in fabrieken of werkplaatsen. Van af 24 October 1920 is de 8-urige werkdag en de wekelijksche arbeidsduur van 45 uren verplicht geworden voor alle arbeiders in alle fabrieken en werk plaatsen. Zondagarbeid is verboden voor jeug dige personen en vrouwen. Voor mannen eveneens, tenzij door bijteondere bepa lingen in het Werktijdenbesluit of inge volge vergunning van den Minister van Arbeid of l^et Districtshoofd der Arbeids inspectie toegestaan. 'Zaterdagmiddag na 1 uur mag in fabrieken of werkplaatsen alleen dan worden gearbeid, als dit is toegestaan in het Werktijdenbesluit of ingevolge vergunning van den Minister van Arbeid of het Districtshoofd der Ar beidsinspectie. Die dagelijksche arbeid mag niet vroe ger beginnen dan te 7 uur v.men niet later eindigen dan te 6 uur n.m., tenzij door bijzondere bepalingen in het Werktijdenbesluit vroegere of latere ar beid, als o-ök arbeid des nachts is toege staan. Ook het districtshoofd der Ar-beids inspectie kan afwijkingen toestaan voor speciale gevallen. De arbeidsduur pier dag bedraagt ten hoogste 8 uren behalve voor dien arbeid, nader bepjaald in het AVerktijdenbesluit Telefoon 16. Telefoon 33. si li is SI „De Prins keurt zulke daden niet goed, Githa', maar hij heeft hier weinig macht, waar het bevel van den Koning gegeven is" zeide Alfgar op treurigen roon, „ik twijfel er niet aan, of hij zal doen wat hij kan, maar luister, nu spreekt hij." De gansche menigte zweeg doodstil toen de Prins naar den 'gevangene toereed, en met een heldere stem, die duidelijk verstaan kon worden waar broeder en zuster stonden, ernstig zocht hem in zijn besiuit aan het wankelen te brengen. John .Badby luisterde kalm en nederig, maar zijn ingezonken gelaat onderging niet de minste verandering. „Denk aan u zelf, heb medelijden met uw eigen treurigen toestand", pleitte de Prins, de beweegredenen, die zijn eigen hart ,hiet meest bewogen, aanvoerende. „Hebt gij geen vrouw en kinderen, die u betreuren zullen, wanneer gij' heen gegaan zult zijn? Zult gij in staat zijn de vreeselijfce pijnen van het vuur ie verdragen? En waarvoor? alleen omdat gij u inlaat met zaken, waarmede de Kerk in haar wijsheid n verbiedt u te be moeien en waardoor gijl n zelf bebt in gewerkt in zulk een donker labyrinth, dat gij geen uitweg meer vinden kunt. Nog is er tijd voor u om terug te keeren. Ik smeek u, goede man, ik smeek en die, d'angegeven in_ het Overgangs- besluit. Het districtshoofd -der Arbeids inspectie kan, indien zich bijzondere om standigheden voordoen, over werk vergun ning geven. Voor mannen ten 'hoogste 11 uren per dag en 62 uren per week, voor vrouwen en jeugdige arbeiders van 16 jaar en ouder ,ten hoogste 10 uren per dag en 55 uren per week. De arbeid van personen, niet zijnde hoofd of bestuurder, die aan het hoofd staan van inrichtingen of van- een a£- deeling en uitsluitend of in hoofdzaak belast zijn met de leiding daarvan, valt niet onder de bepalingen betreffende den arbeidsduur en arbeidstijd. Ook valt niet onder deze bepalingen ,de arbeid van den fubricage-chef, chef de bureau, enz., voor zoover zij met leiding over per sonen werkzaam in die A'fdeeling zijn belast. Arbeid in broodbakkerijen. Voor bropdbakkerij'en gelden speciale bepalingen. Zondagsarbeid is verboden, o:ok voor den werkgever. Nachtarbeid is verboden, ook voor den werkgever. Als nacht wordt gerekend de tijd tusschen 8 uur 's avonds en 6 uur 's morgens, met de volgende uitzonde ringen Op Zaterdag mag om 4 uur worden begonnen. In den. nacht van Zondag op Maaeda'g mag te, middernacht door één persoon 1 begonnen worden met stoken van heete- I lucht- en heetwaterovens. Die arbeidsduur I's voor bakkersgezellen,' loopwerk inbegrepen, ten hoogste 8 uren perdag en elf uren op Zaterdag, doch niet meer dan 45 uren per week. Voor jeugdige personen en vrouwen geldt de algemeene regeling voor fabrie ken en werkplaatsen. u, bedenk u eer liet te laat isbedenk u. keer terug in den boezem der Hei lige Kerk, en ontdoe u van uwe zonden. Ik sta u borg voor de vergiffenis van den Koning, indien gijl nwe dwalingen; wilt herroepen. Zeg slechts het woord -- één woord". Maar het woord kwa,m niet. „Ik dank u van ganscher harte voor uw: medelijden, edele Prins, maar rle zorg voor mijn ziel is grooter dan de zorg voor mijn lichaam",, antwoordde de ge vangene. ,,'En wat mijin zonden betreft, waarvan gij naar 'waarheid spi'eekt zijl zijn vele en ontzettend geweest. Maar E,én, machtiger dan priesters of monniken, heeft mij vergiffenis geschonken; Hij', die .zelf de Priester der priesters is, en die in de hemelen woont". „U hoort h'et nu, edele Prins, u Hoort het", viel hier de bisschop van Oxford in de rede, wiens welsprekendheid niets bad. kunnen uitwerken, „tegen de koppig heid dezer ketters vermag men mets. Het recht moet zijh loop hebhen. Ik smeek u, verhindert Wet uitvoeren van des Konings bevel niet". „Neen, neen; wacht nog een weinig", zeide de Prins half ongeduldig. „Ik zie niet gaarne, dab een medeschepjsel het leven, dat God 'hem Weeft gegeven, zoo Bijzondere afwijkingen zijn toegestaan voor ten hoogste 10 dagen in een jaar en voor Joodsche bakkerijen en in bij zondere omstandigheden met vergunning van het Districtshoofd der Arbeidsinspec tie of van den Minister van Arbeid. Arbeidslijsten en registers. In alle fa,briol»n of werkplaatsen moet een arbeidslijst aanwezig zijn, waarop! de 'arbeidsregeling is aangegeven. Deze regeling moet worden gevolgd. Bij: wiji- ziging van de arbeidsregeling moet een nieuw blad der lijst worden ingevuld. De arbeidslijlsten zijh uitsluitend op liet postkantoor verkrijgbaar. Van elk blad moet een afschrift worden gezonden aan het Districtshoofd der Arbeidsinspectie, waartoe zich a;an dat blad een briefkaart bevindt. Het afschrift mag niet in de bus wor den geworpen, maar moet aan het post kantoor worden afgegeven. Bij: het ver zenden van dit afschrift moet op liet postkantoor de lijist mede ter afstempe ling worden aangeboden. De oude arbeidslijsten moeten alle met 24 October vernieuwd zijn. In alle fabrieken of werkplaatsen, waar door een of meer jeugdige personen of vrouwen, of door vijf of meer mannen geregeld arbeid wordt verricht, moet een arbeidsregister aanwezig zijn, waarin de namen der aldaar werkende personen zijn ingeschreven. De arbeidsregisters kunnen aan bot postkantoor worden aangevraagd. Arbeidsregisters van het model, laatste lijk vastgesteld krachtens de Arbeidswet 1911, blijven nog twee jaren geldig. Arbeidskaarten. Voor alle jeugdige personen (dat zijn arbeiders beneden 18 jaar) en gehuwde vrouwen in alle ondernemingen, moet bet gemakkelijk prijsgeeft". En wederom' zich tot John Badby keerende, boog de Prins zich tot Wem neder met vernieuwde be weegredenen en ernstige smeekbeden, die ihiji uitspaak met de Wem eigene innemend heid, die zoovelen voor Wem won. „Alfgar, denkt gijl, dat hij zal toege ven?'' fluisterde Githa haap broeder toe- „Zoiudt giji willen, dap hij; 'Wet. deed, Githa?" „Ik? Ik dat willen?" Zijf hief Waar oogen in bijna sprakelooze verwondering tot henr op. „Zou ik mijn eigon Heer wederöm verloochend en verlaten willen zien dooi' een van Zijine discipelen? Alf gar, het is vreeselijk om aan £e zien; maai liever hét lijden van den dienst knecht dan de smart van den liefde vollen Meester". „En toch, geloof ik, dat het lijden van den dienstknecht den Meester nog grootere smart veroorzaakt", mompelde Alfgar, „hoewel waarom weten wij niet het zoo zijn moet. Maar de be- looning zal spoedig volgen. Zie, Githa, zie, hij. heeft niet toegegeven. Onze Heer heeft hem zonder twijfel kracht ge geven onr te volharden, en de Prins heeft zich vol wanhoop teraggetrokken''. (Wordt vervolgd.).

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1920 | | pagina 1