Donderdag 7 October I9%0 35e Jaargang GITHA. lAND delburg n vet JvL ■Mf fjf m Buitenland. erd Seizoeitt JES, id, uishoudster benoodigd, houtermam, benoodigd, EEN WIJZE UIT HET OOSTEN. ierden prtjs oote partij - en Buiten-' ïtvangen een,r^ IschoeneireAV ortartikelern. RAGE, MIDDELBURG. ÏRING LBURG or drie jarei% raber ia.s. s EN BEST groententeelt legen aan den Middelburg, te Aren (395 B.) bij meer per- rrijgbaar vóór »or ISAAC DE ischrijvinifii m SANDEE: .HIEN aan den rant, MEN aan den mt, LMEN aan den ant, i N J k tusschen <Jfex V ■aijert en den r. s perceelen ai de massa in te re van Netaris 119 October a.s. OP: als nieuw® E WAGEN, Ma Collings Patent- JJ i bij IT,Wemeldinge. pl. 250 pond, bij Meliskerke. OP: Leghorn. lostsingel, Goes, 30P: Bouwlatv rerke, bij de hoi- in gebruik 25 OOLSE Pz., erooskerke (W.). Vatkn t&o 3 0 P: attebuiskachetip IR, Ritthemsche Oost-Souburg. andknecht, die 0 y paarden om ie/60 id benoodigd, bi) HE Jr., Grgpss- nme). h November of v. Brieven onder van dit blad te rt *31 Abeele, Souburg. gevraagd, rijburg, West-Soxi- PPE, Oostfeapelle. Meid U Brigdamme. van stonden aan Meid S. MEIJERS Az., Imenveld"'. of met Mei Meid j. CORRÉ, Klein rmburg. Meid lUIJSMAN.Grëps- No 6 Uitgave van de gaand. Venn. LUCTOR ET EMERGO, gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LANGE* VORSTSTRAAT 219. (Telefoon No. 11), Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ L. BURG. Drukkers Oosterbaan Le Cointre. Goes. sleeuw VERSCHIJNT ERKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Prijs per 3 maanden fr. p. post f3, Lossle nummersfO.OS Prijs der Advertenttiën: 14 regels f 1.20, elk© regel meer 30 cent. Bij abonnement belangrijke korting. Bewijsnummers 5 cent. De vorige week is een deel van het Nedei'landsche volk, gelukkig maar eten zeer 'klein deel, in lextasie gebracht ge weest door de prediking van een wijs man, Rabindranath Tagore, een buddhist uit Voor-Indië. Een wijze uit het oosten; maar niet, gelijk de- wijzen uit het Evangelieverhaal, om den Christus te zoeken en, Hem ge vonden hebbende, Hem te aanbidden, maai' om aan het stofvergodende Christen dom onzer groote steden een ander Evan gelie te verkondigen. De menschen hebben dezen heidenscben dweper met geestdrift ontvainglen; met die pen eerbied zijn orakeltaal opgevangen; en met opgetogenheid van zijn verschij ning verslag gedaan. Van zijn verschijning, zijn haar, zijn snor, zijn gaan zitten, 't wekte alles be wondering. Zoo verhaalt „Het Handelsblad": „De hooge figuur met zijn dolichocepha- len(l) kop en zijn arendsprofiel; in de grijze talaar, met de lange grijze lokken, waarvan er een opkrult boven het ooi- tegen den rand van de hooge zwartte muts en met het rustig-jonge gelaat in de omlijsting van grijzen baard en grijze snor zette zich op den divan op 't po dium. Toen ging de ganscbe zaal, die was opgestaan bij zijn binnentreden, ook weer- zitten." Doch ook zijn woord,, zijn voordracht, zijn wijze van lezen imponeerde; want de schrijver gaat voort: „en nadat dr. Tagore even met saamgevouwen handen teen Oosterschen groet had gebracht, be gon hij uit de Engelscbe vertaling van zijn verzen voor te lezen". En dat lezen was van „een gi'ootscbe suggestie"! Zoo is deze „profeet" waargenomen in de academiesteden, te Rotterdam en Den Haag. Te Leiden sprak hij in de aula der universiteit; te Den Haag in de zaal der Theosofische Viei'eeniging; te Rotterdam •in de kerk! En wat ©en belangstelling. Móest vrouwen. „Stampvolle zaal. Een queue van hopeloos hopenden buiten". Helaas, zij kunnen er niet in. Maar voor de gelukki gen, die er wel in kunnen, leest de spre ker ',(met kracht van voordracht) zijn rede over The meeting of the East and the West. De ontmoeting van Oost en West". En het betoog. Zinloos orakelen, zeg gen wij. Geen nieuws, zegt Het Han delsblad. Klanken! zegt Het Cen trum. Twintig eeuwen geleden is het Oosten tot het Westen gekomien en gaf het zijn ziel. Nu moet het Westen tot het Oosten komen om ons te gevten zijn ziel. Niet alleen administratie |en machi nes, maar ook zielen. Dat is al zoo wat het mooiste uiit de rede, dat wij in de bladen vonden. En dat wooi'd werd te Rotterdam ge sproken van den kansel. Hierover is nu weel' de Remonstrantsche predikant dr. Hooykaas, die in Het Handels blad opstellen over „Godsdienstig Levten in Nederland" schrijft, zoo in de wolken. „Een christelijke kerk, die het zich een eer© rekent dezen Indischen prediker haar kansel te ruimen"! Een heiden, op een Christelijken kan sel, om aan Christenen een ander Evan gelie te prediken dan hetgeen Paulus ge predikt beeft! En ©en „gemeente", die in stille devotie len adoratie neergezeten, (1) Dolichocephaal (l^nghoofd). imme. FEUILLETON. AGNES GIBERNE. 3) „Zal ik in een Katholieke familie ko men, mijn vader?'' vroeg Githa. „Neen, stellig niet; dat was, zooals' gij weet, de reden, waarom wij u niet reeds vroeger van ons hebben laten gaan. Maar uw moe'der beeft eindelijk besloten tot de lange reis en den grooten afstand voor u, en .alles is zoo goed als wij' maar kunnen wensc-hen. Het zal u genoegen- doen te vernemen, dat gij bij den pleeg vader van uw broeder' uw intrek zult nemen". „Het doet mij geen genoegen, mij'n eigen tehuis te verlaten, vader", zeide Githa treurig. „Maar als het dan moet, dan verheug ik er mij in bij m'ijn broe der te zijn, hoewel ik 'hem weinig ken, noch zijn gewoonten, daar het reeds zoo vele jaren geleden is, sinds wij elkander zagen". „Het is nauwelijks twee jaren geleden, dat Sir John Lady Cobhiam huwde, en toen was het juist drie jaren geleden, laf gij van uw broeder gescheiden werdt", zeide Sir William. „Gij hebt hlem toch niet vergeten?" „Neen, maar Alfgar en ik waren nog maai' kinderen, vijf jaar geleden, zeide Githa 'bedaard. „Hij maakte mij toen 'altijd bang met zijn dolk en zijn lans, totdat Sir John h!em scherp onderhield over zijn gebrek aan ridderlijkheid"'. „Ik denk, da,t gij ternauwernood den onridderlijken p'age in den meest vertrouw den schildknaap van den baron zoudt .herkennen", zeide Sir William glimla chend. „Lord Cobham hoewel zijn oude naam Sir John Oldcastle mij het lieste bevalt is zeer 'ingenomen met uwen broeder, Githa; hij zegt, dat hij zelden iemand met zulk een uitstekenden aanleg ontmoet heeft". „Dan zal ik met vreugde trotsch op hem zijn en mij aan zij!n "bescherming toevertrouwen"-, zeide Githa kalm. Gij zult beter beschermd worden door den ridder zelf, dan door zijn schild knaap", zeide Sir Willam. „Lord Cob ham is tegelijk de pleegvader van uw broeder en de getrouwe wapenbroeder van uwen vader. Gij hebt hem toch nieit ver geten, Githa, in die vijf jaren, waarin gij hem niet hebt gezien?" „Ik houd veel van hem", zeide Githa ernstig. „E,n dat moogt gij wel doen, want hij- de woorden van den valschen profetet opeet! O, zoo jubelt deze moderne predikant bij 'deze „Evang.eli-etaal", wat zoek ik nog naar woorden en formules? Hier klinkt het ons tegemoet„Wat toch baat, het den mensch, zoo hij de geheiele wereld wint, en hij lijdt schade aan zijne ziel?". „Een nieuwe verkondiging van de aloude tragiek". „Wijsheid Gods in menschen- geest; predikend ons den vrede, gelijk de wereld dien niet geven kan, en de wijsheid, die alle -verstand te boven gaat". Ook hier woorden, woorden, gelijk die met welke moderne predikers vóór een halv-e eeuw, ondanks zichzelf, het zij toe gegeven, de menscben misleidden. En de beer Elout in Het Handels blad, niet minder onder den indruk, schreit van weedom, dat zoo weinig man nen zijn wezen luister-en, ten dat de Wes- tersche beschaving haai' ziel aan den dui vel verkocht heeft, en dat hij 't in 1917 ook al gezegd heeft, dat er motet komen „een ommekeer in de leiding en richting van ons leven", iets „dat, in de Chris telijke terminologie, elen maatschappelijke „Wedergeboorte" ware te noemen, maar dat -nog scherper en plastischer is aan te duiden met een term, ontleend aan Ide Jo-odsche mystiek©en T ©schub a, een „„omkeering des geestes"", waardoor niet de stoffelijk, maar de geestelijk rijken de genen worden tot wie de massa opziet". En weer ©en ander vrijzinnig blad de .N R. C. ziet in dezen Boeddha-predi ker, wiens geloof nota ben© nie.t verder reikt dan h-et\Nirvana, het eeuwige Niet, ©en nieuwen Johannes den Dooper, een voorlooper van den nieuwen Christus. „Hij is wel niet, zoo zegt het blad, de grootte Avereldieeraar, dien men allerwegen met groot verlangen verwacht, maar wel zijn voorlooper, de stem des roependen in de woestijn".En het liberale „Utriechtsch Dagblad" schreef: „door ©en verwoeste wereld, door een menschheid die nauwe lijks heeft opgehouden zichzelvte te ver nietigen, die hunkerend de handen uit strekt naar nieuwen Opbouw, naar nieuw idealisme, naar nieuw geloof, beweegt zich' op het oogenblik ©en pelgrim uit het Oosten". Met nog al inteer „ontroering" en „dank baar geluk" noemt het Brusselschs blad „Ons Vaderland" Tagore den profeet van een nieuwe menschheid, zijn boeken een brevier, zijn „kop" die van een apostel en zij-n woord evangelie, hem zelf den „Uebermensch van onze droomen",, en verklaart zich „tot den laatsten snik b-e- rei-d om mee te werken aan bet opbou- 1 wen v,an een wereld, waar all© menscben broeders zullen zijn". Wat is onze Westerscbe wereld diep weggezonken in den modder van bet mate rialisme, wanneer zij dergelijke predikers als de ware Evangelisten naloopt. Neen, wij onderschatten het heimwee naar geestelijk geluk niet, hetwelk in uit spraken als van Elout en Hooykaas en andere moderne heeren zich uit; maar wij mogen toch ook de miskenning van Gods Woord en Wet niet voorbijzien, wplk-e in al dat gepluims-trijk aan het adres van dezen Indischen wijze aan den dag treedt. Alsof er na de sprake van den Zone Gods (Hebr. 1) nog ©en ni-euwie kondschapp-er van goede boodschap noodig ware. Alsof de waarschuwing dat zij geen dageraad zullen hebben, die niet spreken zullen naar dit woord: Tot de Wet en de Getuigenisook niet voor onze eeuw geldt. Alsof de waarschuwing des Heilands niet vooral in onze dagen behoorde na te klinken, dat er valschte Profeten ten val- sche Christussen zullen opstaan, welker woord te g-elooven den menschen absoluut ontraden wordt. Arme blinden, die zich door dezen blin den leidsman leiden laten. Daarom, o pre dikers van 't Evangelie, verdubbelt uw ijver in 't prediken van den Eenige, die de Weg, de Waarheid en het Leven is. Niet in Tagore, maar in Christus, en in Christus alleen is heil! Ja, alle belijders van den Christus heb ben zich te geven voor 't groote werk, de in ongeloof wegzinkende massa te red den en te behouden, opdat alsnog deze slag en deze schande ons blijve bespaard, dat predikers der Zelfvernietiging, dwepers met bet eeuwige Niet, vijanden van het Kruis van Christus zich in volle zalen door een dom, ongeloovig publiek laten b-ewierooken, erger nogons volk niet al meer terugzinkt in bet heidendom. Onthouding. In ons hoofdartikel van heden hebben wij op 't gevaar gewezen van ©en buddhis- tisehe prediking in ons Christenland. Dat gevaar achten wij te grooter, naarmate de prediker een stang zedelijk man is. Dat deze buddhist komt protesteeren tegen bet materialisme, de stofvergoding, het opgaan in de zorg voor het lichaam en bet verzaken van de roeping in zake de ziel kan ©n zal niemand wraken. Het is schande genoeg dat een buddhist uit Azië mo-et komen om den (naamchriste nen onthouding ©n zelfverloochening te le eren. Maar wij hebben hem hiervoor niet noo dig. Gods Wooi'd is in dezen onze Leids- en Raadsman. Wat deze man ons komt v-ertellen, beeft de menschheid al bijna veertig ©euw-en geweten; Gods Wet, door Christus vervuld, s-preekt voldoende, tot hart en consciëntie en Gods Woord is het meest secure richtsnoer ook voor het zieleleven. Bovendien wanneer de buddhist tot zelf verloochening aanmaant, doet hij dit uit een gansch ander beginsel dan de Chris ten, die wandelt rraar de Schrift. Neem bijv. het stelsel van onthouding. Dit bestond eeuwen lang voor Christus' geboorte onder schier alle volken. Het kwam voor bij alle afgoderij en drong telkens van buiten af in de Chr. Kerk door. De eigenlijke bakermat van dit stel sel van onthouding ligt in Voor-Indië, en is onder bet Buddhisme tot zijn volle ont wikkeling gekomen. En dr. Kuyper heeft uit eigen waarneming gewezlen op de God en mensch onteer-ende uitspattingen, -ec- cessen) waartoe in Indië dit stelsel leidt. Zelfverloochening; zelfkastijding; zelf moord, het ligt onder buddhistischen in vloed op éénzelfde lijn. Zelfvernietiging is 't hoogste wat de buddhist zoekt en pre dikt. Van waar die prediking? Zij is vrucht van het heidensche dua lisme, idat is van de leer dat stof en geest als twee eeuwige en oorspronkelijke machten tegenover elkaar staan als een goede en teen kwade god. (Brahma (en Vishnoe, en Siwa). Al het stoffelijke! is volgens hen schadelijk voor het geeste lijke en moet veracht en gemeden wor den. Wat Tagore prediken kwam, is juist -dat geestelijkq als vijand tegenover het stoffelijke. Dat eenzijdig ter zijde stellen van de stof is derhalve in den grond heidensch. En 't getuigt van groote opper vlakkigheid van onze liberalen en moder nen, die in hun pers de „preek" van dezen heiden en diens .wegcijfering van •is 'het waard", Sir William. „Een getrouw volgeling van Wield if, een oprecht dienaar van God en den Koning, en een ridder zonder blaam, dat is hij"-. „Gij zult in een prachtig kasteel wonen, Gitba", sprak thans Lady Cheyne. „Het werd gebouwd gedurende de regeering van wijlen Zijn Majesteit Koning Richard, dooi' Lord John Cobham, grootvader van de barones, die Sir John Oldcastle ge huwd heeft. Sir John is haar vierde echtgenoot, en ik twijfel er niet aan, de beste van Ihen allen. Gij zult bare ge trouwe kamer jonkvrouw zijn, miijn Githa, evenals uw broeder de getrouwe en ge- hoorzame schildknaap van haar gemaal is; en gij zult uw best do-en de plichten- aan uwe betrekking verbonden, zoo goed mogelijk te vervullen". De arme Githa liet haar hoofd hangen en mompelde: „ilf zal mijn best doen. Eli is Lady Cobham ook een volgelinge van Wicklif?" „Neen, zij 'heeft zich tot dusverre noch voor het eene, noch voor het andere geloot'verklaard; maar zij is zonder twij fel niet vijandig tegen de volgelingen van Wicklif gestemd. jEn het Evangelie zal in het buis van Sir John Oldcastle altijd vrijelijk gelezen mogen worden. 'Gij zult nooit ophouden het te lezen, Githa?', 't recht op behartiging van stoffelijke be langen als handel en koopmanschap en dergelijke, en de aanwezigheid van zoovele vrouwen ondér de „preek" hebben toege juicht; en tegelijkertijd 't den man-niern als heiligschennis aanrekenden dat zij htetele- maal niets voelen voor „de ziel". Een ongeoorloofde staking. Een staking kan rechtvaardig zijn, toch is zij! daarom niet gerechtvaar digd. iVan' de-, zij! het ook demonstra tieve, len dierhalve ieigielnhihC;hllig spoe dig weer .opglehevienie, staking der post en telelgraafaimlbteïiarein te Amsierdam' gteldt echter heide. Die staking was onrechtvaardig eh -ongerechtvaardigd'. Dit geldt natuurlijk o-ok van de nieuwe staking, diel gisteren doo-r het ni-et-chrisitelijk-gdorganiseerd personeel' (de neutrale!, miolderUe en onafhanke lijke organisatie van post- en 'telegraaf personeel, benevens de hond van la ger personeel) op1 slag, zelfs voor de nachtploegen die den afgeloopen nacht in dienst m'oeSlien zijn, i's geprocla- mJeerd geworden. (Zie'die rubriek „Bin nenland" in 'dit no.) Men keint del geschiedenis'. De re geering is peieldis isedleirt lang1 bezig een loonregeling uit hel denken voor halre amjbtelnarem -bij! dien post- en' (telegraaf dienst. Lang, 'misschien veel te- lang, wijl laten idill .in het mjiiddieh, hebben Idezie heeren op het hun toiekomlendie gewacht. Doch in ieder geval een; coimimisisie vajn overleg uit hun mild- dein had aan de Regeering een rege ling voorgelegd. Naar den gezonden regel dat iaje gehuwde ambtenaar' meer ingrijpende 'behoeften beef'L 'd'aln de ongehuwde, was aan dezen een klei nere vlerhoogihg en uitkeering aan Serstjg!enoeni|den toegedacht, en in de ontslteimlming hierover richtten de hee ren te Rolljeltrdatm! onbeschofte bedrei gingen aan het aldreis van de regeering, terwijl die te Amsterdam voor een groot deel terstond in staking gingien. Deze staking geschiedde terwijl meh wist dat ©en regeling op handen was, en noig daarenboven geschiedde- zij! tegen jden raad,, althans tegen dó voor kennis in van jde .leiders hunner orga nisatie. Wijl he-bben altijd gemeend dat re- gieerihgsalmbtenaren een positie- inne men geheel verschillend aan d,ie van ambtenaren in particulieren dienst. Geldt voor deziej laatsten het arbeids contract, voo-r leie-rstg'enoeimden geldt ide anihlseed, welken'te schenden met onvoorwaardelijke afzetting kan, al thans behoord© to worden gestraft. Die'ze ambtenaren hebben door dte'ze daald geizonldigd tegieln den bekenden regel van trouw aan dei belofte in 'dén openbaren dienst; het vertrou wen van 't publiek geschokt, welks belangen -zijl op roekelooz-e wijze in Ide waagschaal stelden, en dsm hun eigenlei ondergeschikt maakten en aan de Regeering ide voor haar beleedi- 'gtenlde ervaring bezorgd. Idat haai' eigen ambtenaren geen vertrouwen stellen in |de eerlijkheid harer beloften en de vastigheidSvïta haar goede zorg voor ide belangen Idler ambtenaren van d'en Staat. - j 1 Er is geen önkele reiden om het geen hieir geschied is g'oed te pratein. Die staking van de posit- |en telegra- fiealmfMenaren js weer een bewijs te Uiteer, hoe de vergiftigingi der mteeinin- „Madame, ik zou liever sterven", zei de Githa, met kalme beslistheid. „Daar zal het wellicht toe komen, eer vele jare-n zijn voorbijgegaan"-, zeide Sir "William ernstig. „De geestelijkheid laat niet af cj011 Koning op te zetten tegen: alle getrouwe Lollards. Er zijn nog geen tien jaar yerloopen sinds den dood van den ppester Sir "William 'Sautre,, en hij', onze eerste martelaar, zal waarschijnlijk niet de laatste van ons zijn. Wicklif zelf zou, zonder de machtige bescherming van den Hertog van Lancaster, reeds vele dooden gestorven zijn. Maar indien gij ergens veilig zijl, dan is 'het in het gezin van Sir John Oldcastle". „Hij is een vriend van den Prins", zeide Lady Cheyne. „Ja, dat is hij1; het schijnt mij toe, dat de Prins hem liefheeft als een oudere broeder; Sir John zegt, da.t de Prins zeer beminnelijke hoedanigheden bezit, en een zeer ridderlijken aard, hoewel hij wel eens den vrijen teugel viert aan jeugdige bui tensporigheden. Hij zegt, dat de menscben, die hem niet kennen, zijn dwaasheden ontzettend vergrooten, maar dat zij, die hem beter kennen, hem naar waarde weten te schatten". „En Coulyng Castle is hier ver van daan", zeide Githa, die op het oogenblik meer belang stelde in haar eigen toe- geh ieU igoieldie zteden ook zelfs toit onze infelledtueclen doordringt, hoezeer de goielde trouw, ook zfelfs bij' schijnbare achteruitzetting, ook in de' kringen dfeiri beschaafden geleden heeften no© ge makkelijk zelfs het vertrouwen in de eigen vertegenwoordigers, zelfs biji beschaafde ten bestudeerde menscben als deze Amsterdamscbe en R otter- damsch'O heeren op een giegeven oogen blik op 'den loop; gaat. jOok al ware deze staking recht vaardig geweest, wat 'zij1 echter niet is, (dan blijft z,iji ongerechtvaardigd^ dewijl de Commissie van Overleg: haar pla.n aaU de Regeering ha'd voorgelegdl,- ien althahs zeker gevoel van fatsoen dte belanghebbenden had moeien drin gen den uitslag daarvan af iüe wachten. Wij' wensclien gelen onderscheid tei maken, tusischen ambtenaren in publie- kten 'en in particulieren dienst. Een staking in publieken dienst kan even zeer plichtmatig zijn als een staking in particulieren dienst; 't recht tol staking wobdll dan ook onzerzijds voor fsen va|n beiden betwist. En de sta- ing in openbaren dienst wjprdt eir niet inlinder rechtvaardig om, dewijl bet algelmlelein belang, het btelang van, veel onteer menscben er door wordt geschaald, Idan bijl eleln staking b.v. in een fabriek of werkplaats. Maar hier is geien 'enkele relden tolt Verontschuldiging. Door deze staking is leen ongeoorloofde Idaad gepleeigicL En wij' hopen dan ook dat Ide Regee ring óp maatregelen zal bedacht zijn - om herhalingen te voorkomen. Ttegen revolutie past gleen zoetsappig oVer zijn kant laten gaan: maar forsch en flink doortasten. Ook al brengt men deze twlöe factoren in rekening: het lange wachten op iloieg-eving aan 'mis schien reohtaialligen drangen Idle ver giftiging der geesten door een eenzij dig©, logienachtigle:, alle gezag onidle-r- mljlnenide sociaa!l-diemocratisone pers waar ldan! nog bijl-in aanmerking komit idle opruiende logentaal van rood© en 'driekwart-rooide voorlichters'. De toestand. VredeSnieUws is er uit het Oosten, vah ons werelddeel komlen opdagen. Ruslanld lein Polen schijhen het over teen ivoorloopigen vrede- eens te zijn geworden len Sovjet-Rusland vraagt aan Wranglel eveneens om vrede, al thans -om een wapenstilstand. Nu is het de vraag, walt .generaal Wrange! zal Idolen, of, juister gezegd, wat men van Entenltezijjdei hem zal advise-eren. Het is en blijft natuurlijk voor hem gevaarlijk om over vrede, met de Bol- sjewiki te gaan praten, zoolang deze ook nog maar iets bete-ekenen. Maar. de Pooisch-Russische vrede schijnt in 't zicht te komen. Zelfs acht men het mogelijk, |dat de vredespreliminaireW hog idéze we|ek zullen worden getee*- kjehid, Moet Imlen aan allte geruchten geloof Schenken, dan zou mieh geneigd zijn om te concludeerehde ro-oden móe ten wel in den welde bewilligen, .zijl moeten zich wiel deze vernedering want dit blijift het toch' voor hen getroosten. De berichtten omtrent ongeregeldhe flteh in Rusland blijven maar aanhou- komstige vooruitzichten dan in hét ka rakter van Prins Henry. Het ,ligt dicht bij de stad Rochester, in het graafschap- van Kent. Wist ge dat niet?"- vroeg Sir William glimlachend. Malvern en Rochester w aren in vele opzichten in die dagen verder van el kander verwijderd dan Londen en S-t.- Petersburg' in dezen tijd. „Ik weet het maar al te goed, vader", zei-de Githa treurig. „Ik wilde, dat hei dichterbij Was". „Kom, kom, als gij er maar zijt, zult gil u daar best thuis voelen", zeide Sir William weder. „Hebt gij ons nog iets te vragen ?"- „Ik zou gaarne weten, hoe spoedig ik vertrekken moet"-, stamelde Githa. „Het moet haastig in zijn werk gaa^-* maar -als gij nu niet medegaat, zouden wij soms lang op' een andere gelegenheid moeten wachten", zeide Lady Choyne. „Sir JohnOldcastle vertoeft op 't -oogen blik in Hereford, hij zal over drie dagen hierheen komen, en op zijn weg naar huis een nachlt onder .ons nederig dak vertoeven. Gij zult de reis met hem1 ma ken, Githa". (Wordt Vervolgd.) r.4 "hl

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1920 | | pagina 1