/S$3 f V JHf >Tp k 34e <1 ««u-gang GI8ELA EiCHT ///Si 8uit8R!and. !delbur£ l°^~T erkpaard, te koop nhuis jaardje, j luizen, ISn 107 lionderdag S Februari ISlZO te koop 1 }4<t ïknecht, gevraagd, epuskfleeH shoudster rtbada iode en een (kersknecht ling, (houdster, omende Mei ÏTENTIES. H.H. Adverteerders. FEUILLETO 21) talsiiMotopfieën oil Zaid-Ilriks. Zeeuwsohe Stemmen. bij M. DE Irendskerke. over vier jaar slijk, Woonhuis r, benevens reek. Alles te DEKKER Lz„ Capelle, aan den 2 tinge. J Notaris VAN len in y n togen April werken, liefst vg g- v. |ekh. A. DE 1, Biggekerke. 1WERSE, Ga- enwerk, bij aerman, Wol- des boeren- leeftijd. Adres straat 93, Vlis- DREÜ Pz. n bij C. VAN ïtsdijk. Mei i-Heer Arem bij G. M. DE aankomende K. KOUTER, island. 31 ;en kan, bij A. Vlissingen. N ZONEN» s 75 cent. t niet de conditie X plaatsen.) gevraagd een Ikwijk. Brie- Boekh. DHUIJ P: -iepaard, oud )HART, Oost KUSJE, mooie ïvaarden, Koe- iij. levragen S14®. 'éW0 leesch. Lappen Rollade 1 gld,, kei 45, Krippen MINK, Vlasm, f Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO, gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 219. (Telefoon No. 11). Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ L. BURG. Drukkers.: Oostarbaam Le Cointre, Go-es. De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG- Ab onnementsprij s Prijs per 3 maanden fr. p. post f2,25 Losse nummers f 0,05 Pr ij s der Advertenfiën: 14 regels f 1.12, elke regel meer 28 cent. Eenzelfde adv. 3 maal geplaatst wordt 2 maal .berekend. Bij abonnement belangrijke korting. Kleine advertenties 75 cent. Bewijsnummers 5 cent. In verband met den verkorten arbeids dag .zullen wij niet kunnen instaan voor de plaatsing van advertenties, welke ons nét 1 uur nam. bereiken. Wegens de invoering van den vrijen Zaterdagmiddag zullen de advertenties voor het Zaterdagnummer nóg vroeger binnen moeten zijn. Voor plaatsing van de annonces, die na 10 uur vm. inkomen, kunnen wij niet instaan. De Christen en tie waarheid. De Standaard schreef dezer dar gen een driestar „Achter een exacten rug". De schrijver herinnert aan iaën, woord van Feohner, dat achter een exacten Tug heel wat kan omgaan, dat hij niet ziel. Achter den exacten rug van iden oud-liberaal met zijn eeu wige economische wetten; achter den exacten rug van den sociaaJ-ldlehiO'- craat met zijn wetten voor productie, distributie en consumptie gaat (blöei wat om- dat hij» niet 'ziel. Ja, somwijlen izou men zeggen, dat aChtler dien rug deel wat Teven Jagt, hetwelk zidh aan ,tfe wijsheid' Idezer gefèerden weinig stoort. i Wat de wijze dezer eeuw niet merkt, moet 'de eenvoudigste Christen wel zien. En daarom i;s het ide vraag of de Christen, die ziegt de ordinantiën Gods te aanvaarden, dit toont in zijn leven. De Christen behoort een "voor beeld te zijn van eerlijkheid en "trouw in het maatschappelijk leven, van werkzaamheid en spaarzaamheid;. Hij nioet vooral, thans loonen dat hij niet fel ooft in de wijsheid van mienschen, ie het werkelijke leven den rug toe- feeeren. (Vooral op1 dit laatste komt het aan. Hef moet in de maatschappij', 'jn het bedrijf, in het gezinsleven, in de vakvereeniging en haar doel en streven steeds weer hl ijkten dat er onderscheid is tusschen hem die God dient, en dien die Hem' niet dient. Het s-taaL te vreezen, dat er al heel wat verflauwing der grenzen heeft plaats gehad, -dat menig Christen spreekt, waar liiji zwijgen molest, len zwijgt, waar 'hij' behoorde te sprtei- feen. Dat er een streven ip om sluekum 'den niet-€hris!ten maar ie laten doen, opidat de 'Christen er mee het voor deel van wegdrage, en tegenover den hroeder zich verantwoorden kan, dat hij aan deze of (die beweging niet heeft mee gedaan. Ook' wat de spaarzaamheid, de goe de trouw aangaat, moei "'tin onzen zwaren tijd, die naar karakters vraagt, veel meer uitkomen dat wij Christenen zijn; dat wij wegens den nood. der tijden nog 'teen of ander g,ein,o;L wil len vaarwel zeggen, teneinde in het Koninkrijk Gods de oude prestaties te kunnen voortzetten; dat wij elkan der voorgaan en vermanen in de oefe ning van die deugden, welfeei thans, meer dan vroeger, naar voren moeten komen. Dat wij Toch nooit weer moesten hdoren van christenen, .aan wie de wereld het vertrouwen heeft opgezegd. door M. v. 3®. Pt— Eleii|ïjgjei dagpa later wandelde hij des avonds met zijn moeder -in den hof jpp en nejer, 'zJjT izialg er rruerkwaaldji'gi jongf luji en niemand 'zou hen 'voor mloieder ten 'zioon. gehouden -hebben. Kurt was: nu acht 'en dertig en zijn haar was bij de sliapien reto^is .gjrdjis,, en hij z|ag er ngieit mieier jong Uit; maar z;ijn ,oogjen straal den van jonge levenskracht en datstoinid hlern goeid. i „M-ofeder", ziejde hiji „ik Zou u iets wftllietn- vpiorstell-en. U weet dat heit vtoor Sein' goed, -zjop-als het uwe, 'zieer woor- dieelig is alis de ko-sten der hu|ish'oudin;g feiemig-em tijld vtermieden woüdiem en men] PP Wefis gaat; waf zpjujdt u er Vajn d-enken oiml .van diein winter met 'de meisjes naar Zwitserland te gap,n PO, ik 'zfo het al, u .twijfelt aan' mijrï vleirstand, m|aar denkt u er eens pivlèir. Hanna's keel is pok niet in ordel, dat ■wtete't u, en "het zpu haar dia|ar igjoled d'oen-, en voor u is rust noodig. Ik kan XV. De Taal Be| weging. II. Het streven van de- Afrikaners is dus om het Nederlandsch. door het Afrikaansch te doen vervangen. Er zijn er wel iu hun gelederen, die het Nederlandsch willen gehandhaafd zien, maar ze zijn zeer, zéér weinigen. Hun aantal is werkelijk een quantité néghgeable. De groot© massa van de Afrikaners, gunt het Nederlan-dsch geen plaats in Zuid-Afrikia. Zij beschouwen het evenzeer als een vreemde taal, als het Engelsch. Zelfs is het eiein vaststaand feit, dat velen het Engelsch beter begrijpen, beter doorvoelen dan het Hollandsch. Ook, dat menigeen onder hen .uitstekend En gelsch spreekt, maar dat er zeer wei nigen rijn, die dragelijk Hollandsch spre ken. Het wordt niet bestudeerd, niet spontaan, en alleen- in gevallen, waarin de noodzakelijkheid hen er .toe dwingt. H-oIlamdsche boeken w-o-rden z-o-o goed als niet geleizetn; het i-s Engelsch vo-o-r en na. Een illustratie daarvan werd -geleverd d-o-or een verslag van de openbare bibliotheek in Johannesburg. Uit dit verslag bleek, n.l., dat er zóó weinig Ho-llandsche boe loen waren 'uitgeleend, dat het vrij groot aantal Hollanders in die stad in aanmer king' geno-men, weinig anderen dan zij het konden geweest zijn, die uit de af- deeling „Dutch" hadden geleend. Nog een voorbeeld. Het was in een Afrikaansche school; die school had een bibliotheek vo-o-r de leerlingen. Bij- onderzoek bleek me-, dat die bibliotheek bijna uitsluitend Engielsche b-c-eken had, en dat de enkele H-oUandsche boeken, die er bij stonden als arme-, hulpel-o-otzei veriatenen in een stad vol kwaiad-geizinde, wil-d-vreemde mjenschen, -nog van e,ein zoodanig gehalte waren, dat het maar beter was, dat ize ongelezen daar bleven staan, of eigenlijk, dat ze verwijderd werden. De igroote oorzaak hiervan is de strijd, die tegen 'het Hollandsch w-ordt gevoerd en die veel feller is dan die tegen het Engelsch. Als er tenminste nog van een strijd tegen het Engelsch kan gesproken worden. Want het doel: erkenning van het „Afrikaansch" en alge-heede abo-litie van het Hollandsch, en slechts dan wordt het Engelsch bestreden, als het meerdere rechten of eein igrooteire plaats dan ge noemde taial z-o-u willen verkrijgen. Over het recht van het Afrikaansch, ik beid'cel het recht om als taal te worden aangemerkt, kian m.i. weinig verschil van meening bestaan. Deze taal, 't zij hij dan rijk of arm ist is er, wordt door nage noeg alle Ho-llandsche Afrikaners gespro ken, en heeft zelfs een geschiedenis. Dat hij de meeste Hollanders hier niet be koren kan, is iets anders. De taal voelt aan als een bijeienraapsel van woorden uit alle mogelijke dialekten in Holland. De meeste van die woorden zijn daaren boven n-o-g ges-noeid en de werkwoord vormen zijn zeer weinig in aantal- Het vocabularium is n-oig klein. De uitdruk kingskracht is dientengevolge ook gering. Daarbij komt nog, dat de -zinsbouw vaak geheel naar Engelsch model is, dat de doorsnee-Afrikaner een groot 'aantal, soms verbasterde, Engeilsche woorden in zijn spreektaal toel-aat, ja -zelfs Engelsche werk woorden met Ho-llandsche v-oor- em ach tervoegsels gebruikt De ontwikkelde Afrikaner zal dit ech ter iz-oeken bei vermijden; zal trachten niet dan „Afrik-aanschel" woorden te heizïgen in driie uren jn Wi-esenthaJ zijln en dus alles goed nagaan, wia,nt Vojgt zlorgt ook zfele-r goed. jEji' dan nojg' één ding: ïaajt Gïisteü'a -daar (mieit' p; one© gaian, zij 'lijdt tejgjepwioordig veel, en, ik -geloof dat Td'a winter in Berlijn niet goed voor haar is. (Ep' oimi dat kind nu in dia wereld, te hïlenigen, deugt haar -ook niet. Als ik 'ide gfravïn zfeig dat he-t n-oodiig is, vinjdt IzSj hle-'t natuurlijk goed, want u weet dat zij -mij gieVraa-gd heeft om in plaats van, vtadler vooigd te willen zijn,!"- Mevrouw Von Lauffen -gaf toe en deeil!- diei den volgenden morgen haar kjuderein- aan' hielt ontbijt Imeide: i „Mieiisjes-, 1 Novemlbter' gaap wij voor Oen half j-aalr mpx .Zwitserland. Ki'ürt, ja mjoiet mij eens hielpen met de treinen', jk igel]0!0'f dat wij van Fr,a,hkfurt uit toilet dien sneltrein paar B-alsel mOeten." HOOFDSTUK XI. Het meer van Genève baadde zich in het zonlicht, en over het strand Was het ook enkel 'licht en zonneglans, en het t-eere voorjaarsgroen komt door deze ver lichting mooi uit. Op het balcon van een der hotels, die vlak bij het meer liggen, wordt het gordijn omhoog getrokken en de zieke die daar ligt, geniet van den fris- sch-en wind. Hij haalt diep adem, en aan zijn helder glanzende bruine oog-en her en moet dan ,z-'ni toevlucht neimem tot het NederiandischHet Nederlan-dsche woord wordt genomen, het snoeimes v-o-or dan dag gehaald, er wordt van afgelsnei- dem, wat „te ve-e!" is- en het is tot een Afïikaanis-ch woord herdoopt. Men zou kunnen vragen, waarom dan niet het Ne- derlandsch maar genomen izooals het is. D-ie vraag is ,zeker gerechtvaardigd en er is goede reiden om aan te nemen, dat heit zonder gnoote bezwaren door Üe Bollanidscbe-Afrikaners k-on zijn geadop teerd. In plaats- daarvan wil men, z'ooals reeds gezegd, het Nederlan-dsch z-o© snel mogelijk doen' verdwijnen. En dat, .ter wijl men dag voor, dag ziet, dat vo-or verrijking;, v-ooir 'den groei van het Afri kaansch heit Nederlands c'h niett kan ge mist wonden; dat het voedsel moet ge ven aan de taal, die nog zoo klein en izwak is, ide taal, die een borstwering zal moeten voirtoiein tegen de vereenzelving. Er schuilt een groot gevaar in het te vroegtijdig los-laten van het Nederlan-dsch. Van een Afrikaansch© literatuur kan mg nauwelijks gesproken wo-rden; leerboeken in die taal izijn nog -zeer gering in) aantal; het Afiikaansc-h heeft 'als ta-al nog zo-o weinig gepresteerd. Het is nog verre van geschikt om zelfstandig te wezen, te meer, waiar het zich tegenover het machtige Engelsch heeft te (handhaven. Een ontijdig mc-nidig-Veirldai'en ervan z-o-u daarom de noodlottigste gevolgen kunnen hebben. Het moet nog veel groeien, nog lang d-oor hetIIoog-Hol 1 andschgevoed worden, en eerst als het vo-lw-assen is, als het zelf .productief is geworden, en het -zich ge heel langs eigen lijnen verder kan ont wikkelen, zal het NieicLerlandsch gemist kun nen worden-, 'Met dat al is het proces van verdrin ging van het Nedeirlandsc-h do-o-r het Afri kaansch reeds vrij ve-r gevorderd. In vele scholen wordt geen „Ho-og-H-ollands" meer -onderwezen, voornamelijk als igevolg van het feit, dat op bijna alle scho-oleixamens het Afrikaan'sdh inplaats van het Neder- landsch nog genomen worden. Het wordt gedoceerd aan verschillende middelbare scholen, op den kansel en io! de Univer- siteitszaJen zelfs wordt het gebruikt De vrees is geuit, dat de Nederlandsche letterschat buiten het bereik -zal komen te staan van -de toekomstige Zui-d-Afri- fca'ansche bevolking ©n dat ©r een klove iz-al -ontstaiap, die naast de politiek© schei ding de cultureels scheiding zal vergrooten en eindelijk voltooien. De feiten in aan merking genomen, de feiten, zoo-als we die nP zien, kan die vrees verre van 'ongegrond worden genoemd. Maar er is toch ook grond voor d© hoop, dat zoodra de wrijving tusschen het Nederlandsch en het Afrikaans-ch tot het verleden zal befb'ooren, men over en weer meer ken nis van idei letterkundige producten van ieders taal z;al gaan nem-eU, waartoe het vctkeer 'van Afrikaners in Holland! veel -kap "bijd-ragep dat de antipathieke- ge voelens ten pplzlichte valn Holland van v'efe Afrikaners, zullen verdwijinlerrdat hef -geivoel' vap saamiho-o-righeid door bloed verwantschap- daa,rentegen zich sterker z'al ontwikkelen, e-n dat helt gevaar v,oo-r een algeheel© cultureel© scheiding voor goed z;a,l geweten zijn A. GOOTEt Johannesburg, 20 November 1919. kennen wij Wolfgang von Bamsteg. Twaalf jaren zijto er verkropen sinds wij hem het laatst zagen, jaren die voor zijne innerlijke en uiterlijke ontwikkeling van groote beteekenis wax-en. Zijne ver lamming was door electricjiteit genezen, hij had met glans zijne examens gedaan en zou juist als referendaris geplaatst worden, toen weer symptomen van zijn oude ziekte, de gewrichtsreumatiek tevoor schijn kwamen en daardoor kwam het dat ihij nu een winter in. het zuiden had doorgebracht. Die vro-ege lente had hem verrukt, want hij was altijd een groote -liefhebber van de natuur en heden had hij, steunend op zijn trouwen knecht, de eerste stappen wagen te doen. Misschien kijkt hij daar om beden zoo vergenoegd naar het onder gaan van d-e zon: Als hij de laatste stip heeft zien verdwijnen, kijkt hij nog lang naar de nu bijna spookachtig verlichte bergen. Ben-eden in den tuin van het hotel werd het nu levendig. Zwijgend had men het ondergaan der zon op de bergen bekeken, nu moest men uiting geven aan zijne bewondering en daarna was het als of de zwaluwen ..de jilechtige stemming meenamen over het meer, want luide stemmen en vroolijk gelach weerklonken. Wolfgang keek graag naar hen, die daar beneden wandel-den, -en toen. hij nu ©en groepje meisjes onder het priëel zag zjt- vcc. De Zeeuwsohe boer houdt van zijn vee en zijn p;aa,rdien. 'k Wil den lezer in 't bijzonder bepalen bij' zijn zorg voor de paarden, 't Is mij altijd op gevallen, dat bij 'tzoo eenigszins mo gelijk vermijdt o-rm ze onnoodig te ver moeien. En vaak heb ik den indruk gekregen, Hat 'tin „Holland" er wel ietwat anders naar toegaat. Doch laat ik niet generalisee-ren en vele land bouwers een onverdiende Smet aan wrijven. Toch geloof ife, dat (men in Holland over 'talgemieen Ide paarden min-der ontziet dan in ons gewest. Ik hoorde van een boer, die een zeer vermoeid -en bezweet paard op een köuden avond 'de weide instuurde met den uitroep: ,,,'tZijn dieren des velds. Naar buiten dus De man betaalde ;ecbter éen belang rijke som als leergeld, want 't arme dier lag den volgenden ochtend dood ter aarde. Doch liever dan een zon-delnregister van den „Hollandscben" boer op, fe stellen, wij-s ik er op, dat- d'g Zieeuiw- scbe boer gauw stapvoets laat rijden, zlich bij voorkeur van een tweespan bedient, vooral als ide w-egen wat vet tig worden, en zelden van een zwteepi gebruik' maakt. Wat niet wegneemt, dat o-ok op 'dit stuk de volmaaktheid niet bereikt is. Dat er voor de „Dierenbescherming" nog wel wat te doen is. Een bewijs voor de liefde voor de dieren bij de -Zeeuwen -en nu doel ik o-p zeker fd'eel, dat in k'ermj-sjver- maken behagen schept is de groote belangstelling voor tingeltangels (en circussen. Carré en Hagenbeek moeten zij zien. Ze ontzien geld noch, imioraite 'olri bij hen staaltjes van dressuur zonder geoor loofd practisch doel te zien -en te be wonderen. - i „O, het is zoo lief soms die gedres seerde dieren! Dii-e hondjes, die samen een plantomine opvoeren, die beesten, die muz-liefc maken, rekenen en tellen kunnen, de paarden, die zo-o rriooi 'hun po-o-ten heffen, dansien pp de muziek, .fier -en edel, die op| Ide -achterpoo-teri. staan in nauw-en kring o-m den circusdirecteur. En bo;e grappig zijn leeuwen -en tijgers -en olifanten s-omjs niet. En de beerLjeiS)! hoe heeft niet mtenige-en zitten schate ren om die fietsefnida beren van Hagen beek Maar wie weet hoe al die wonde ren van -dressuur zijn bereikt, die kan het niet meer aanzien. Wi-e weet, dat di-e fier stappende paarden, met lus sen vol -prikkels' om de been-en en ka trollen op. de hoofdstellen, dien edelen stap hebben geleerd», terwijl ze hin- nek'ten en schreeuwden van pijn' en elke stap e-en plas.' naliet van neer- gesijpeld bloed; die wee-t hoe aan d-e chamhrière, de zweep van den circus directeur, een haarfijn staaldraad zit, waarmede hij de dieren een jjbleim" slaat, een diepte! snee, ,als met een scheermes, waarvan de- randen op-zet ten die weet, dat de op de achter- po o-ten loopende en kopje- duikelende honden na een jaar fijias ruggemergis- verlammin-g krijgen; die weet hoe fen, kon hij hunne gestalten duidelijk on derscheiden, ja zelfs woorden van hun gesprek opvangen. H-et waren drie meisjes en Wolfgang vond, dat zij samen een schilderijtje vormden. Hij had ben no-g nooit g-ezien en dacht dat het nieuwe gasten zijn moesten, daarom vroeg hij teen Karei, zijn knecht, even daarna bin- n-entrad: „Karei, zijn er nieuwe menschen in het hotel gekomen?" „Ja, mijnbeer, gisterenavond is er een nieuwe familie met de stoomboot geko men; de eerste k-elkner zegt, dat zij van den Rijn komen zij hebben kamers op d-e derde verdieping en geen bedien den erg voornaam schijnt het niet te zijn-" De laatste zin amuseerde Wolfgang zeer. Karei, die den heel-en winter al in heit hotel .geweest was, had altijd allerlei nieuwtjes, maar vandaag was hij stil. Hij ergerde zich dat mijnheer niet uit rijden ging, hij had nu al lang alles in de rolstoel klaar. Eindelijk toch scheen Wolf gang er toe te besluiten -en liet hij zich door Karei naar Vernex rijden. Toen zij ondier het hotel doorreden, keken de, drie meisjes sfeelsgewijz-e door het groen en hij hoorde er een fluisteren: „Ik heb altijd bijzonder veel medelij-den met lammen; toen ik een kind was had ik leen vriend die verlamd was!" .Wolfgang kleurde en z-eide zachtjes: jggUi SlTw* afcit* -te" -fe alle gedresseerde -dieren, zonder uit zondering, geranseld en gekweld wo-r den tot ze er vaak bij neervallen om piet meer op( jtp staan; die dit alles weet zoiu tin elk' variété, in elk circus de ;aanwezigen, die bij zulk num mer applaudisiseere-n, een voor een een oorvijg willen geven. Want de bijval van het publiek is. het, die deze dier- kwellerij, deze hemeltergende dieren mishandeling mogelijk maakt. Stond iedereen op en verliet de zaal bij zulk een nummer, bezocht niemand een circus, een betestensp-el, dan was het meteen uit, dan hielden cir cussen en beestenspellen op te be staan, dan engageerde de direc teur van een variété geen dres-s-eurs meer. Hier citeerde ik een "bekend „schrij ver in 'teerste nummer van D i er en- bes ch er mi ng, het Orgaan van de Ned. Ver. tot bescherming van Dieren (V.Ü.B.). i iri If® Het inspireerde rpij 'tol het schrijven van een aankondiging, heen méér, een aanbeveling van dit veelbelovende Maandschrift. De redaciteur-siecreltaris is H. Door- m'anhet adres- van het hl aidPrinses Mariesitraat 40, Den Haag. Onder de medewerkers namen van vele knappe literatoren, theologen, beeldende kun stenaars, dierkundigen, enz. Alien die renvrienden. In verschillende artikel-en en op ver schillende wijze wordt belangstelling voor het dier gevraagd. Men griezelt en wordt verontwaardigd, als men leest van de miepisdhienwre-edheid, wel ke onder de: dieren slachtoffers maakt. Treffend zijn vooral reproducties van Joh. Kuypers' werken, waaruit Zijn meevoelen mieit de idierensmlart zoo dui delijk spreekt. Zijn werk verhoogt in niet geringe mate de waarde van het nieuwe orgaan, olm, niet te spreken van de Jeugdrubriek, die meerdere be langstelling onder bet jonge volkje wil we&en. Maar, zult ge wellicht vragen, wor den in Zeelanid' de dieren dan niet met groote onderscheiding behandeld'? 'Laten we hopen, dat 'tinderdaaidf regel is. Maar 'di-e 'altijd hatelijke uit zonderingen dan Juist imiet 't oog hier op vestigde ikf dé Aandacht op het nieuwe, goed verzorgde en fraai uit gevoerde orgaan. i i -REES VAN DER MEER. Hei conflict inzake de oorlogsschuldigen. Won Lersner heeft aan Milïerahd de eergisteren overhandigde lijst van oor- logslschuldigen teruggezonden met de boodschap, dat, hi] 'zijd functie ivan led-der der Duitscih'e- delegatie, neer legde. Hij is naar Berlijn teruggekeerd'. De raaid van gezanten he'eft gister ochtend vergaderd om over jdten to-e- s'tand te beraaidslagen. Het begeleidend schrijven van de lijst der uit te leveren schuldigen is kort. De mogendheden bepalen zich er toe er aan te herinneren, "dat dé Duiit- sche regeering door artikel ,228 van het verdrag van Versailles de verplichting, op zich genomen heeft de officieren te land en ter zee en de voornaamste „Natuurlijk, dat is Giseia von. der Rech ten, dat v-erm-o-edde ik al, hoe kon het gebeuren dat ik haar niet dadelijk her kende; nu herinner ik mij ook weer dat Jutta schreef: „Misschien gaat Giseia ook naar Zwitserland" en nu is zij zóó dicht bij mij!" I „Karei", zei hij hardop, „je moet mij nog hedenavond het vreernd-elingenboek brengen". Daarna dacht hij er over hoe hij de kennis kon hernieuwen en ver wonderde zich tegelijkertijd dat hij zoov-eel belang stelde in het „kind van Fürsten'- hort". 's Avonds bestudeerde hij' het vreem- deli-ngenboek, maar „Von d-er Rechten" of Füxstenhort" was nergens te vinden, maar hij berekende dat „mevrouw de- ba rones von Lauffen met dochters uit Wie- senthal in Hessen" hare tante moest zij-n, want daarachter stond tamelijk onduidelijk „en nicht". Den volgend-en morgen ont waakte hij moe en af, en Kprel, die dit kende als de voorbode van e-en slechten dag, sloeg zijn meester voor reeds 's mor gens vroeg een tocht te toiaken, omdat de frisscbe morgenlucht zijne zenuwen altijd sterkte. Het was een heerlijk© mor gen en toen Kax-el zijn meester boven op ee-n der bergen had gebracht, liet Wolfgang een steen tegen het wiel schui ven en liet zijn knecht heengaan. f (Wprdt verM^-g11!-)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1920 | | pagina 1