/S$3 f
V
JHf
>Tp
k
34e <1 ««u-gang
GI8ELA
EiCHT
///Si
8uit8R!and.
!delbur£
l°^~T
erkpaard,
te koop
nhuis
jaardje, j
luizen,
ISn 107
lionderdag S Februari ISlZO
te koop
1
}4<t
ïknecht,
gevraagd,
epuskfleeH
shoudster
rtbada
iode en een
(kersknecht
ling,
(houdster,
omende Mei
ÏTENTIES.
H.H. Adverteerders.
FEUILLETO
21)
talsiiMotopfieën oil Zaid-Ilriks.
Zeeuwsohe Stemmen.
bij M. DE
Irendskerke.
over vier jaar
slijk, Woonhuis
r, benevens
reek. Alles te
DEKKER Lz„
Capelle, aan den
2 tinge. J
Notaris VAN
len
in y
n togen April
werken, liefst
vg g- v.
|ekh. A. DE
1, Biggekerke.
1WERSE, Ga-
enwerk, bij
aerman, Wol-
des boeren-
leeftijd. Adres
straat 93, Vlis-
DREÜ Pz.
n bij C. VAN
ïtsdijk.
Mei
i-Heer Arem
bij G. M. DE
aankomende
K. KOUTER,
island.
31
;en kan, bij A.
Vlissingen.
N ZONEN»
s 75 cent.
t niet de conditie
X plaatsen.)
gevraagd een
Ikwijk. Brie-
Boekh. DHUIJ
P:
-iepaard, oud
)HART, Oost
KUSJE, mooie
ïvaarden, Koe- iij.
levragen S14®. 'éW0
leesch. Lappen
Rollade 1 gld,,
kei 45, Krippen
MINK, Vlasm, f
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO,
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 219.
(Telefoon No. 11).
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ L. BURG.
Drukkers.:
Oostarbaam Le Cointre, Go-es.
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG-
Ab onnementsprij s
Prijs per 3 maanden fr. p. post f2,25
Losse nummers
f 0,05
Pr ij s der Advertenfiën:
14 regels f 1.12, elke regel meer 28 cent.
Eenzelfde adv. 3 maal geplaatst wordt
2 maal .berekend.
Bij abonnement belangrijke korting.
Kleine advertenties 75 cent.
Bewijsnummers 5 cent.
In verband met den verkorten arbeids
dag .zullen wij niet kunnen instaan voor
de plaatsing van advertenties, welke ons
nét 1 uur nam. bereiken.
Wegens de invoering van den vrijen
Zaterdagmiddag zullen de advertenties
voor het Zaterdagnummer nóg vroeger
binnen moeten zijn. Voor plaatsing van
de annonces, die na 10 uur vm. inkomen,
kunnen wij niet instaan.
De Christen en tie waarheid.
De Standaard schreef dezer dar
gen een driestar „Achter een exacten
rug".
De schrijver herinnert aan iaën,
woord van Feohner, dat achter een
exacten Tug heel wat kan omgaan,
dat hij niet ziel. Achter den exacten
rug van iden oud-liberaal met zijn eeu
wige economische wetten; achter den
exacten rug van den sociaaJ-ldlehiO'-
craat met zijn wetten voor productie,
distributie en consumptie gaat (blöei wat
om- dat hij» niet 'ziel. Ja, somwijlen
izou men zeggen, dat aChtler dien rug
deel wat Teven Jagt, hetwelk zidh aan
,tfe wijsheid' Idezer gefèerden weinig
stoort. i
Wat de wijze dezer eeuw niet merkt,
moet 'de eenvoudigste Christen wel
zien. En daarom i;s het ide vraag of
de Christen, die ziegt de ordinantiën
Gods te aanvaarden, dit toont in zijn
leven. De Christen behoort een "voor
beeld te zijn van eerlijkheid en "trouw
in het maatschappelijk leven, van
werkzaamheid en spaarzaamheid;. Hij
nioet vooral, thans loonen dat hij niet
fel ooft in de wijsheid van mienschen,
ie het werkelijke leven den rug toe-
feeeren.
(Vooral op1 dit laatste komt het aan.
Hef moet in de maatschappij', 'jn
het bedrijf, in het gezinsleven, in de
vakvereeniging en haar doel en streven
steeds weer hl ijkten dat er onderscheid
is tusschen hem die God dient, en dien
die Hem' niet dient.
Het s-taaL te vreezen, dat er al heel
wat verflauwing der grenzen heeft
plaats gehad, -dat menig Christen
spreekt, waar liiji zwijgen molest, len
zwijgt, waar 'hij' behoorde te sprtei-
feen. Dat er een streven ip om sluekum
'den niet-€hris!ten maar ie laten doen,
opidat de 'Christen er mee het voor
deel van wegdrage, en tegenover den
hroeder zich verantwoorden kan, dat
hij aan deze of (die beweging niet heeft
mee gedaan.
Ook' wat de spaarzaamheid, de goe
de trouw aangaat, moei "'tin onzen
zwaren tijd, die naar karakters vraagt,
veel meer uitkomen dat wij Christenen
zijn; dat wij wegens den nood. der
tijden nog 'teen of ander g,ein,o;L wil
len vaarwel zeggen, teneinde in het
Koninkrijk Gods de oude prestaties
te kunnen voortzetten; dat wij elkan
der voorgaan en vermanen in de oefe
ning van die deugden, welfeei thans,
meer dan vroeger, naar voren moeten
komen.
Dat wij Toch nooit weer moesten
hdoren van christenen, .aan wie de
wereld het vertrouwen heeft opgezegd.
door M. v. 3®.
Pt—
Eleii|ïjgjei dagpa later wandelde hij des
avonds met zijn moeder -in den hof jpp
en nejer, 'zJjT izialg er rruerkwaaldji'gi jongf
luji en niemand 'zou hen 'voor mloieder
ten 'zioon. gehouden -hebben. Kurt was: nu
acht 'en dertig en zijn haar was bij de
sliapien reto^is .gjrdjis,, en hij z|ag er ngieit
mieier jong Uit; maar z;ijn ,oogjen straal
den van jonge levenskracht en datstoinid
hlern goeid. i
„M-ofeder", ziejde hiji „ik Zou u iets
wftllietn- vpiorstell-en. U weet dat heit vtoor
Sein' goed, -zjop-als het uwe, 'zieer woor-
dieelig is alis de ko-sten der hu|ish'oudin;g
feiemig-em tijld vtermieden woüdiem en men]
PP Wefis gaat; waf zpjujdt u er Vajn d-enken
oiml .van diein winter met 'de meisjes naar
Zwitserland te gap,n
PO, ik 'zfo het al, u .twijfelt aan' mijrï
vleirstand, m|aar denkt u er eens pivlèir.
Hanna's keel is pok niet in ordel, dat
■wtete't u, en "het zpu haar dia|ar igjoled
d'oen-, en voor u is rust noodig. Ik kan
XV.
De Taal Be| weging. II.
Het streven van de- Afrikaners is dus om
het Nederlandsch. door het Afrikaansch te
doen vervangen. Er zijn er wel iu hun
gelederen, die het Nederlandsch willen
gehandhaafd zien, maar ze zijn zeer, zéér
weinigen. Hun aantal is werkelijk een
quantité néghgeable. De groot© massa van
de Afrikaners, gunt het Nederlan-dsch geen
plaats in Zuid-Afrikia. Zij beschouwen het
evenzeer als een vreemde taal, als het
Engelsch. Zelfs is het eiein vaststaand feit,
dat velen het Engelsch beter begrijpen,
beter doorvoelen dan het Hollandsch. Ook,
dat menigeen onder hen .uitstekend En
gelsch spreekt, maar dat er zeer wei
nigen rijn, die dragelijk Hollandsch spre
ken. Het wordt niet bestudeerd, niet
spontaan, en alleen- in gevallen, waarin
de noodzakelijkheid hen er .toe dwingt.
H-oIlamdsche boeken w-o-rden z-o-o goed als
niet geleizetn; het i-s Engelsch vo-o-r en na.
Een illustratie daarvan werd -geleverd d-o-or
een verslag van de openbare bibliotheek
in Johannesburg. Uit dit verslag bleek,
n.l., dat er zóó weinig Ho-llandsche boe
loen waren 'uitgeleend, dat het vrij groot
aantal Hollanders in die stad in aanmer
king' geno-men, weinig anderen dan zij
het konden geweest zijn, die uit de af-
deeling „Dutch" hadden geleend. Nog een
voorbeeld. Het was in een Afrikaansche
school; die school had een bibliotheek
vo-o-r de leerlingen. Bij- onderzoek bleek
me-, dat die bibliotheek bijna uitsluitend
Engielsche b-c-eken had, en dat de enkele
H-oUandsche boeken, die er bij stonden
als arme-, hulpel-o-otzei veriatenen in een
stad vol kwaiad-geizinde, wil-d-vreemde
mjenschen, -nog van e,ein zoodanig gehalte
waren, dat het maar beter was, dat ize
ongelezen daar bleven staan, of eigenlijk,
dat ze verwijderd werden.
De igroote oorzaak hiervan is de strijd,
die tegen 'het Hollandsch w-ordt gevoerd
en die veel feller is dan die tegen het
Engelsch. Als er tenminste nog van een
strijd tegen het Engelsch kan gesproken
worden. Want het doel: erkenning van
het „Afrikaansch" en alge-heede abo-litie
van het Hollandsch, en slechts dan wordt
het Engelsch bestreden, als het meerdere
rechten of eein igrooteire plaats dan ge
noemde taial z-o-u willen verkrijgen.
Over het recht van het Afrikaansch, ik
beid'cel het recht om als taal te worden
aangemerkt, kian m.i. weinig verschil van
meening bestaan. Deze taal, 't zij hij dan
rijk of arm ist is er, wordt door nage
noeg alle Ho-llandsche Afrikaners gespro
ken, en heeft zelfs een geschiedenis. Dat
hij de meeste Hollanders hier niet be
koren kan, is iets anders. De taal voelt
aan als een bijeienraapsel van woorden
uit alle mogelijke dialekten in Holland.
De meeste van die woorden zijn daaren
boven n-o-g ges-noeid en de werkwoord
vormen zijn zeer weinig in aantal- Het
vocabularium is n-oig klein. De uitdruk
kingskracht is dientengevolge ook gering.
Daarbij komt nog, dat de -zinsbouw vaak
geheel naar Engelsch model is, dat de
doorsnee-Afrikaner een groot 'aantal, soms
verbasterde, Engeilsche woorden in zijn
spreektaal toel-aat, ja -zelfs Engelsche werk
woorden met Ho-llandsche v-oor- em ach
tervoegsels gebruikt
De ontwikkelde Afrikaner zal dit ech
ter iz-oeken bei vermijden; zal trachten niet
dan „Afrik-aanschel" woorden te heizïgen
in driie uren jn Wi-esenthaJ zijln en dus
alles goed nagaan, wia,nt Vojgt zlorgt ook
zfele-r goed. jEji' dan nojg' één ding: ïaajt
Gïisteü'a -daar (mieit' p; one© gaian, zij 'lijdt
tejgjepwioordig veel, en, ik -geloof dat Td'a
winter in Berlijn niet goed voor haar is.
(Ep' oimi dat kind nu in dia wereld, te
hïlenigen, deugt haar -ook niet. Als ik 'ide
gfravïn zfeig dat he-t n-oodiig is, vinjdt IzSj
hle-'t natuurlijk goed, want u weet dat
zij -mij gieVraa-gd heeft om in plaats van,
vtadler vooigd te willen zijn,!"-
Mevrouw Von Lauffen -gaf toe en deeil!-
diei den volgenden morgen haar kjuderein-
aan' hielt ontbijt Imeide: i
„Mieiisjes-, 1 Novemlbter' gaap wij voor
Oen half j-aalr mpx .Zwitserland. Ki'ürt,
ja mjoiet mij eens hielpen met de treinen',
jk igel]0!0'f dat wij van Fr,a,hkfurt uit toilet
dien sneltrein paar B-alsel mOeten."
HOOFDSTUK XI.
Het meer van Genève baadde zich in
het zonlicht, en over het strand Was
het ook enkel 'licht en zonneglans, en het
t-eere voorjaarsgroen komt door deze ver
lichting mooi uit. Op het balcon van een
der hotels, die vlak bij het meer liggen,
wordt het gordijn omhoog getrokken en de
zieke die daar ligt, geniet van den fris-
sch-en wind. Hij haalt diep adem, en aan
zijn helder glanzende bruine oog-en her
en moet dan ,z-'ni toevlucht neimem tot
het NederiandischHet Nederlan-dsche
woord wordt genomen, het snoeimes v-o-or
dan dag gehaald, er wordt van afgelsnei-
dem, wat „te ve-e!" is- en het is tot een
Afïikaanis-ch woord herdoopt. Men zou
kunnen vragen, waarom dan niet het Ne-
derlandsch maar genomen izooals het is.
D-ie vraag is ,zeker gerechtvaardigd en
er is goede reiden om aan te nemen,
dat heit zonder gnoote bezwaren door Üe
Bollanidscbe-Afrikaners k-on zijn geadop
teerd. In plaats- daarvan wil men, z'ooals
reeds gezegd, het Nederlan-dsch z-o© snel
mogelijk doen' verdwijnen. En dat, .ter
wijl men dag voor, dag ziet, dat vo-or
verrijking;, v-ooir 'den groei van het Afri
kaansch heit Nederlands c'h niett kan ge
mist wonden; dat het voedsel moet ge
ven aan de taal, die nog zoo klein en
izwak is, ide taal, die een borstwering
zal moeten voirtoiein tegen de vereenzelving.
Er schuilt een groot gevaar in het te
vroegtijdig los-laten van het Nederlan-dsch.
Van een Afrikaansch© literatuur kan mg
nauwelijks gesproken wo-rden; leerboeken
in die taal izijn nog -zeer gering in) aantal;
het Afiikaansc-h heeft 'als ta-al nog zo-o
weinig gepresteerd. Het is nog verre van
geschikt om zelfstandig te wezen, te meer,
waiar het zich tegenover het machtige
Engelsch heeft te (handhaven. Een ontijdig
mc-nidig-Veirldai'en ervan z-o-u daarom de
noodlottigste gevolgen kunnen hebben. Het
moet nog veel groeien, nog lang d-oor
hetIIoog-Hol 1 andschgevoed worden, en
eerst als het vo-lw-assen is, als het zelf
.productief is geworden, en het -zich ge
heel langs eigen lijnen verder kan ont
wikkelen, zal het NieicLerlandsch gemist kun
nen worden-,
'Met dat al is het proces van verdrin
ging van het Nedeirlandsc-h do-o-r het Afri
kaansch reeds vrij ve-r gevorderd. In vele
scholen wordt geen „Ho-og-H-ollands" meer
-onderwezen, voornamelijk als igevolg van
het feit, dat op bijna alle scho-oleixamens
het Afrikaan'sdh inplaats van het Neder-
landsch nog genomen worden. Het wordt
gedoceerd aan verschillende middelbare
scholen, op den kansel en io! de Univer-
siteitszaJen zelfs wordt het gebruikt
De vrees is geuit, dat de Nederlandsche
letterschat buiten het bereik -zal komen
te staan van -de toekomstige Zui-d-Afri-
fca'ansche bevolking ©n dat ©r een klove
iz-al -ontstaiap, die naast de politiek© schei
ding de cultureels scheiding zal vergrooten
en eindelijk voltooien. De feiten in aan
merking genomen, de feiten, zoo-als we
die nP zien, kan die vrees verre van
'ongegrond worden genoemd. Maar er is
toch ook grond voor d© hoop, dat zoodra
de wrijving tusschen het Nederlandsch
en het Afrikaans-ch tot het verleden zal
befb'ooren, men over en weer meer ken
nis van idei letterkundige producten van
ieders taal z;al gaan nem-eU, waartoe het
vctkeer 'van Afrikaners in Holland! veel
-kap "bijd-ragep dat de antipathieke- ge
voelens ten pplzlichte valn Holland van
v'efe Afrikaners, zullen verdwijinlerrdat
hef -geivoel' vap saamiho-o-righeid door bloed
verwantschap- daa,rentegen zich sterker
z'al ontwikkelen, e-n dat helt gevaar v,oo-r
een algeheel© cultureel© scheiding voor
goed z;a,l geweten zijn
A. GOOTEt
Johannesburg, 20 November 1919.
kennen wij Wolfgang von Bamsteg.
Twaalf jaren zijto er verkropen sinds
wij hem het laatst zagen, jaren die voor
zijne innerlijke en uiterlijke ontwikkeling
van groote beteekenis wax-en. Zijne ver
lamming was door electricjiteit genezen,
hij had met glans zijne examens gedaan
en zou juist als referendaris geplaatst
worden, toen weer symptomen van zijn
oude ziekte, de gewrichtsreumatiek tevoor
schijn kwamen en daardoor kwam het
dat ihij nu een winter in. het zuiden had
doorgebracht.
Die vro-ege lente had hem verrukt, want
hij was altijd een groote -liefhebber van
de natuur en heden had hij, steunend op
zijn trouwen knecht, de eerste stappen
wagen te doen. Misschien kijkt hij daar
om beden zoo vergenoegd naar het onder
gaan van d-e zon: Als hij de laatste stip
heeft zien verdwijnen, kijkt hij nog lang
naar de nu bijna spookachtig verlichte
bergen. Ben-eden in den tuin van het
hotel werd het nu levendig. Zwijgend had
men het ondergaan der zon op de bergen
bekeken, nu moest men uiting geven aan
zijne bewondering en daarna was het als
of de zwaluwen ..de jilechtige stemming
meenamen over het meer, want luide
stemmen en vroolijk gelach weerklonken.
Wolfgang keek graag naar hen, die daar
beneden wandel-den, -en toen. hij nu ©en
groepje meisjes onder het priëel zag zjt-
vcc.
De Zeeuwsohe boer houdt van zijn
vee en zijn p;aa,rdien. 'k Wil den lezer
in 't bijzonder bepalen bij' zijn zorg
voor de paarden, 't Is mij altijd op
gevallen, dat bij 'tzoo eenigszins mo
gelijk vermijdt o-rm ze onnoodig te ver
moeien. En vaak heb ik den indruk
gekregen, Hat 'tin „Holland" er wel
ietwat anders naar toegaat. Doch laat
ik niet generalisee-ren en vele land
bouwers een onverdiende Smet aan
wrijven.
Toch geloof ife, dat (men in Holland
over 'talgemieen Ide paarden min-der
ontziet dan in ons gewest.
Ik hoorde van een boer, die een
zeer vermoeid -en bezweet paard op
een köuden avond 'de weide instuurde
met den uitroep: ,,,'tZijn dieren des
velds. Naar buiten dus
De man betaalde ;ecbter éen belang
rijke som als leergeld, want 't arme
dier lag den volgenden ochtend dood
ter aarde.
Doch liever dan een zon-delnregister
van den „Hollandscben" boer op, fe
stellen, wij-s ik er op, dat- d'g Zieeuiw-
scbe boer gauw stapvoets laat rijden,
zlich bij voorkeur van een tweespan
bedient, vooral als ide w-egen wat vet
tig worden, en zelden van een zwteepi
gebruik' maakt.
Wat niet wegneemt, dat o-ok op 'dit
stuk de volmaaktheid niet bereikt is.
Dat er voor de „Dierenbescherming"
nog wel wat te doen is.
Een bewijs voor de liefde voor de
dieren bij de -Zeeuwen -en nu doel
ik o-p zeker fd'eel, dat in k'ermj-sjver-
maken behagen schept is de groote
belangstelling voor tingeltangels (en
circussen.
Carré en Hagenbeek moeten zij zien.
Ze ontzien geld noch, imioraite 'olri bij hen
staaltjes van dressuur zonder geoor
loofd practisch doel te zien -en te be
wonderen. - i
„O, het is zoo lief soms die gedres
seerde dieren! Dii-e hondjes, die
samen een plantomine opvoeren, die
beesten, die muz-liefc maken, rekenen en
tellen kunnen, de paarden, die zo-o
rriooi 'hun po-o-ten heffen, dansien pp
de muziek, .fier -en edel, die op|
Ide -achterpoo-teri. staan in nauw-en
kring o-m den circusdirecteur. En bo;e
grappig zijn leeuwen -en tijgers -en
olifanten s-omjs niet. En de beerLjeiS)!
hoe heeft niet mtenige-en zitten schate
ren om die fietsefnida beren van Hagen
beek
Maar wie weet hoe al die wonde
ren van -dressuur zijn bereikt, die kan
het niet meer aanzien. Wi-e weet, dat
di-e fier stappende paarden, met lus
sen vol -prikkels' om de been-en en ka
trollen op. de hoofdstellen, dien edelen
stap hebben geleerd», terwijl ze hin-
nek'ten en schreeuwden van pijn' en
elke stap e-en plas.' naliet van neer-
gesijpeld bloed; die wee-t hoe aan d-e
chamhrière, de zweep van den circus
directeur, een haarfijn staaldraad zit,
waarmede hij de dieren een jjbleim"
slaat, een diepte! snee, ,als met een
scheermes, waarvan de- randen op-zet
ten die weet, dat de op de achter-
po o-ten loopende en kopje- duikelende
honden na een jaar fijias ruggemergis-
verlammin-g krijgen; die weet hoe
fen, kon hij hunne gestalten duidelijk on
derscheiden, ja zelfs woorden van hun
gesprek opvangen. H-et waren drie meisjes
en Wolfgang vond, dat zij samen een
schilderijtje vormden. Hij had ben no-g
nooit g-ezien en dacht dat het nieuwe
gasten zijn moesten, daarom vroeg hij
teen Karei, zijn knecht, even daarna bin-
n-entrad: „Karei, zijn er nieuwe menschen
in het hotel gekomen?"
„Ja, mijnbeer, gisterenavond is er een
nieuwe familie met de stoomboot geko
men; de eerste k-elkner zegt, dat zij van
den Rijn komen zij hebben kamers
op d-e derde verdieping en geen bedien
den erg voornaam schijnt het niet
te zijn-"
De laatste zin amuseerde Wolfgang zeer.
Karei, die den heel-en winter al in heit
hotel .geweest was, had altijd allerlei
nieuwtjes, maar vandaag was hij stil. Hij
ergerde zich dat mijnheer niet uit rijden
ging, hij had nu al lang alles in de
rolstoel klaar. Eindelijk toch scheen Wolf
gang er toe te besluiten -en liet hij zich
door Karei naar Vernex rijden. Toen zij
ondier het hotel doorreden, keken de, drie
meisjes sfeelsgewijz-e door het groen en
hij hoorde er een fluisteren:
„Ik heb altijd bijzonder veel medelij-den
met lammen; toen ik een kind was had
ik leen vriend die verlamd was!"
.Wolfgang kleurde en z-eide zachtjes:
jggUi SlTw* afcit* -te" -fe
alle gedresseerde -dieren, zonder uit
zondering, geranseld en gekweld wo-r
den tot ze er vaak bij neervallen om
piet meer op( jtp staan; die dit
alles weet zoiu tin elk' variété, in elk
circus de ;aanwezigen, die bij zulk num
mer applaudisiseere-n, een voor een een
oorvijg willen geven. Want de bijval
van het publiek is. het, die deze dier-
kwellerij, deze hemeltergende dieren
mishandeling mogelijk maakt. Stond
iedereen op en verliet de zaal bij zulk
een nummer, bezocht niemand een
circus, een betestensp-el, dan was
het meteen uit, dan hielden cir
cussen en beestenspellen op te be
staan, dan engageerde de direc
teur van een variété geen dres-s-eurs
meer.
Hier citeerde ik een "bekend „schrij
ver in 'teerste nummer van D i er en-
bes ch er mi ng, het Orgaan van de
Ned. Ver. tot bescherming van Dieren
(V.Ü.B.). i iri If®
Het inspireerde rpij 'tol het schrijven
van een aankondiging, heen méér, een
aanbeveling van dit veelbelovende
Maandschrift.
De redaciteur-siecreltaris is H. Door-
m'anhet adres- van het hl aidPrinses
Mariesitraat 40, Den Haag. Onder de
medewerkers namen van vele knappe
literatoren, theologen, beeldende kun
stenaars, dierkundigen, enz. Alien die
renvrienden.
In verschillende artikel-en en op ver
schillende wijze wordt belangstelling
voor het dier gevraagd. Men griezelt
en wordt verontwaardigd, als men
leest van de miepisdhienwre-edheid, wel
ke onder de: dieren slachtoffers maakt.
Treffend zijn vooral reproducties van
Joh. Kuypers' werken, waaruit Zijn
meevoelen mieit de idierensmlart zoo dui
delijk spreekt. Zijn werk verhoogt in
niet geringe mate de waarde van het
nieuwe orgaan, olm, niet te spreken
van de Jeugdrubriek, die meerdere be
langstelling onder bet jonge volkje wil
we&en.
Maar, zult ge wellicht vragen, wor
den in Zeelanid' de dieren dan niet
met groote onderscheiding behandeld'?
'Laten we hopen, dat 'tinderdaaidf
regel is. Maar 'di-e 'altijd hatelijke uit
zonderingen dan Juist imiet 't oog hier
op vestigde ikf dé Aandacht op het
nieuwe, goed verzorgde en fraai uit
gevoerde orgaan.
i i -REES VAN DER MEER.
Hei conflict inzake de oorlogsschuldigen.
Won Lersner heeft aan Milïerahd de
eergisteren overhandigde lijst van oor-
logslschuldigen teruggezonden met de
boodschap, dat, hi] 'zijd functie ivan
led-der der Duitscih'e- delegatie, neer
legde. Hij is naar Berlijn teruggekeerd'.
De raaid van gezanten he'eft gister
ochtend vergaderd om over jdten to-e-
s'tand te beraaidslagen.
Het begeleidend schrijven van de
lijst der uit te leveren schuldigen is
kort. De mogendheden bepalen zich er
toe er aan te herinneren, "dat dé Duiit-
sche regeering door artikel ,228 van het
verdrag van Versailles de verplichting,
op zich genomen heeft de officieren te
land en ter zee en de voornaamste
„Natuurlijk, dat is Giseia von. der Rech
ten, dat v-erm-o-edde ik al, hoe kon het
gebeuren dat ik haar niet dadelijk her
kende; nu herinner ik mij ook weer dat
Jutta schreef: „Misschien gaat Giseia ook
naar Zwitserland" en nu is zij zóó dicht
bij mij!" I
„Karei", zei hij hardop, „je moet mij
nog hedenavond het vreernd-elingenboek
brengen". Daarna dacht hij er over hoe
hij de kennis kon hernieuwen en ver
wonderde zich tegelijkertijd dat hij zoov-eel
belang stelde in het „kind van Fürsten'-
hort". 's Avonds bestudeerde hij' het vreem-
deli-ngenboek, maar „Von d-er Rechten" of
Füxstenhort" was nergens te vinden,
maar hij berekende dat „mevrouw de- ba
rones von Lauffen met dochters uit Wie-
senthal in Hessen" hare tante moest zij-n,
want daarachter stond tamelijk onduidelijk
„en nicht". Den volgend-en morgen ont
waakte hij moe en af, en Kprel, die dit
kende als de voorbode van e-en slechten
dag, sloeg zijn meester voor reeds 's mor
gens vroeg een tocht te toiaken, omdat
de frisscbe morgenlucht zijne zenuwen
altijd sterkte. Het was een heerlijk© mor
gen en toen Kax-el zijn meester boven
op ee-n der bergen had gebracht, liet
Wolfgang een steen tegen het wiel schui
ven en liet zijn knecht heengaan.
f
(Wprdt verM^-g11!-)