No 97 Saterdag i§4 Januari 1920 S4e Jaargang f tUILUTÖft GISELA tata iolipBii ui! Mi-üfik De Zondagswet. Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO, gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 219. (Telefoon No. 11). Bureau te Middelburg: F.IRMA F. P. DHUIJ L. BURG. Drukkers Oosterbaan Le Cointre, Goes. DeZeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG- Abonnement sprijs: Prijs per 3 maanden fr. p. post f2,25 Losse nummersf0,05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f 1.12, elke regel meer 28 cent. Eenzelfde adv. 3 maal geplaatst wordt 2 maal berekend. Bij abonnement belangrijke korting. Kleine advertenties 75 cent. Bewijsnummers 5 cent. Wij brengen in herinnering onder staande bepalingen uit de Zondagswet (wet van 1 Maart 1815 S. 21). Die wet is uitgevaardigd door Koning Willem I, den overgrootvader onzér Ko ningin,'teneinde „te verzekeren de plicht- mialchtige! viering van den dag- des Hee- rein en andere, den openbaren Ohrista-, lijiken godsdienst toegewijde dagen". Art. 1. Dtajt op1 Zondagen en o-p ,z(oo- datii-ge godsdienstige feestdagen als door de kerkgenootschappen van denl Cih'r. 'godsdienst Algemeen erkend en gevierd Wo-rde-n, niet alleen geen beroieipsbezig- hedten zullen mogen verricht worden, welke den godsdienst koudon kunnen sto ren, maar dat in het algemeen g-e©n| O'pteinbare arbeid: kal mogen plaats' heb- ben, dan ingeval van noodzakelijkheid, als wanneer de .plaatselijke regeering daartoe schriftelijke toestemming zal geven. 2. Diat op dleize dagen, met uitzonde ring van geringe eetwaren, geen ko-o-p!- waren hoegenaamd opi mjajrkten, slxaten, of opfenhape plaatsen zullen mogen worden uitgestald of verkocht, en dat kooplieden en winkeliers hun walrtein niet zullen m'o-~ gen uitstaillen noch met o-pte-a deuren veirkoopen. 3. Dat gedurende den, tijd voor de open bare godsdienstoefening bestemd, de deu ren der herbergen en andere- plaatsen, waar drank verkocht wordt, vo-orzoover zij binnen den besloten Kring der gebou wen liggen, zuilen gesloten zijn en dat ook, gedurende dienz'eilfden tijd geenér- ha-ade spelen, hetzij kolven, bai slaan of dergelijke mogen plaats hebben. 4. Diat geen openbare vermakelijkheden, zé-oials schouwburgen, publiefe danspiair,- tijeto, concerten en, harddraverijen opi de Zondagen en algemeen» feestdagen zul len 'gedoogd worden;, zullende het aan de plaatselijke besturen worden vrijge laten hieromtrent een uitzondering toe te staan, mits niet 'dian na het volkomen eindigen van alle godsdienstoefeningen', 5. Dat de plaatselijke politie zorg kal dragen, ten einde alle hinderlijke bewe gingen en gerucht ini dia nabijheid' der gebouwen tot den openharen eer-ediensf beistemld en in 't algemeen alles wat de- zelve kou 'kunnen hinderlijk zijn te yoort komen of, te dloen -op-h-ouden. 6. Diat de overtredingen legen de be palingen van dit besluit, naar gelang van peirsonen en omstandigheden; zUllen gel- staaft woifden .meit een boete van 50 cent tot f 25. 7. Diat, wanneer tijdens het plegen van de overtreding nog geen vijf jaren zijn verloopen, sedert de veroordeeling va|n dien schuldige wegens gelijke overtreding onherroepelijkis geworden, de boete of staaf zal verdubbeld worden, en wijders al 'dei te 'koop .gelegde of uitgestalde goe deren verbeurd verklaard, en de: herber gen of andere publieke plaatsen voort één maand gesloten. De hel verboden. De hel is het toonie-e-lstuk, dat te Goes gisteren door ©en „Amtet-er- damstih tooneel"-gezelschap zou zijn opgevoerd geworden, indien ide opvoe ring gisterenmorgen niet nog in tijdis' door den waamernenden burgemeester! mr. J. H. M. Stieger was verboden geworden. Deze tijding verraste ons. Wij had- door M. vi. iWj. 15) o HOOFDSTUK VIII- Vier jaren later was gravin Alice ge durende de wintermaanden te Berlijn. Kürt von Lauffen had er haar toe bewogen en had daardoor zijn roep, dat hij zoo goed voor de dames zorgde, eer aange daan. Hij had de gravin duidelijk gemaakt, dat leen verblijf in de stad in elk opzicht noodig was, in 't bijzonder wel voor de opvoeding der kinderen. Gisela werd te eenzijdig groot gebracht, zij was bijna dertien jaar en moest bij knappe leer meesters les nemen- „Uwe dochter, me vrouw", zeide hij „bezit gezond verstand en een zeer levendige phantasie, daarom moiet de eerste flink worden bezig gehou den, opdat de tweede niet ontaardt". Me vrouw begreep er niets van, maar knikte toestemmend. Daarna herinnerde de rent meester, die, merkwaardig genoeg, even goed in de kinderkamer thuis scheen als in bosch en veld, er aan dat de zesjarige Rudolf zeer teer was en men ©en dokter moest raadplegen. Gravin Alice begon zich den ons aan de bewoordingen waarin de aankondiging der opvoering was vervat al een weinig geërgerd. Wij vreesden dat het. ivveer een van die immoreel© stukken zou zijn, die er op uit zijn jacht te maken op de- onreine hartstochten van eein publiek, dat niet zeer hoog staat, en derhalve in zijn vieze realisme dubbel schade lijk zou zijn. 'Die „brave?" man, en Rooi© Cato kwamen ons al zeer vefdacht voor; doch daar wij den inhoud van 't stuk niet kenden, durfden wij er niet over schrijven. De loco-burgemeester heeft echter blijkbaar het stuk gelezen en zedenkwetsend bevonden. Dit ingrijpen doet ons genoegen. Te meer, dewijl de .directie in liet pu bliek wilde doen gelooven aan de no belheid har-er (bedoelingen: namelijk' van te willen waarschuwen tegen hen die hun prooi in „den" val laten loo- pen1), doch in werkelijkheid de onge rechtigheid trachtte te etaleeren. In den regel bemoeien wij ons met het Tooneel niet. Wi] hebben nog nim mer een opvoering bijgewoond, 'en hebben er ook 411 turner behoefte aan gehad. Infra dignitate! Het tooneel ligt beneden onze notitie. Doch wij wilden gaarne onzen dank uitspreken aan den loco-burgemeester van Goe's, dat hij den moed greep dit stuk te weren. Over 't algemeen willen onze ma gistraten zich liefst met de mannen] van 't tooneel geen onaangenaamlhieden bezorgen. Dat mr. Stieger dat er voor over had, eert heta. Hij hefo'bie er onzen dank voor. (1) Hoe men een meisje, terwijl zij valt, kan -laten loopen, is. ons overi gens ni-et duidelijk. Wars van klassenstrijd. G-e-en christen-werkman mag lid zijn van ©en modem© vak vereeni ging. Vakvereenigingen mogen nimmer ge bruikt worden als instrumenten in den klassenstrijd. Van socialistische zijde maakt men zich van 't doel een-er vakorganisatie -een ganseh andere voorstelling dan wij. Daar beschouwt men die v-ere-eniging-en juist wiel uit het oogpunt van den klas senstrijd. Daar beeft m-en van de valk- yereenigingen georganiseerde arbeiders - bataljons gemaakt, die als gedrilde re- cruten op commando do-en wat de l-eiders hun opleggen, zoodra het oogenblijk ge schiet geacht wordt om op -sociaal of politiek terrein de „kapitalistische maat schappij" te bevechten, kon 't zijn te ver nietigen. Voor deizie- menschea is dan aoik samenwerking tusschen patro-ons en. ar beiders onzin; voor 'hen zijn de be-laln'ge-n van Werkgever en werknemer o-nvere©nig- haar; zij zien in kapitaal en arbeid! twee malkaar vijandige machten, wier onver zoenlijke reuzenkaimp slechts eindigen Kan), wanneer een van beid© over dei .kjri-ie zal gelegd zijn. Van klassenstrijd) wars hebben onk© Nationaal -Christelijke Vakorganisatie-s z'ich nu te- haasten o-m de yexeenigiing va'n patroons- en kneichtsbel-angen te be vorderen, en gezamenlijk zich te beijiverani om te genaken tot da noodzakelijke ver betering der onderscheidene verhoudingen, te ergeren dat zij dit niet alles zelve' had bedacht en zeide: ,„Ik h-eb daaraan reeds lang gedacht, -en dikwijls verlangd dit eentonige leven wat te veranderen, maar ik voelde mij door plichten aan Fürstenhort gebonden-" Kürt streek met zijn hand over zijn baard en -onderdrukte -een lachje. Daarop zeide hij: „Als mevrouw de gravin mij die plichten in dien tusschentij-d wil toever trouwen, ben ik daartoe gaarne ber-eid en verzoek ik u mij m-ee te doelen welk© werkzaamheden het zijn!" Juffrouw von Zachan, die Kürt's bij tend sarcasme zeer goed vo-elde, vroeg nu in welk gedeelte van Berlijn hij hen aanraadde te gaan wonen. Voor Gi sela's ontwikkeling was het leven in de stad natuurlijk van gro-oten invloed- Voor haar geestelijke beschaving was h-et ongetwijfeld zeer goed, maar belaas zag en hoorde zij' in Berlijn zooveel wat haar jeugdige phantasie deed w-erken, dat zij alle naïviteit zeer spoedig verloor en haar natuurlijke karaktertrekken zich bijzonder ontwikkelden. Het was zelfs te vreezen, dat haar zeer groote neiging tot tegen spreken den boventoon zou krijgen; zij haatte schijn en huichelen re-eds als kind ©n ho-e ouder zij w-erd hoe meer zij die twteie zaken bij juffrouw von Zachan ont dekte. Het was dus een ware zegen voor Gisela dat haar 'leven door de groote liefde voor bevordering van het vakonderwijs, rege ling van 'het 'leerlingwezen, en alles wat ïien bloei van bet bedrijf en van de maatschappij- bevorderen Kan. D-e vrije Zaterdagmiddag leent zich im mers tot 'thoudén van samensprekingen. Flink gesproken! De regeering heeft, bij monde van mimsler V,an Kam eb e-ek, met een spoed en een condaatbeid -die boven onzen lof zijn, geantwoord op de vriendelijke sommatie van de Entemte- regeeringen, en bet verzoek om de bekende utilevering afgewezen. Zij 'deed dit op- onafwijsbare gron den," met aan het eind een beroep! op den plicht -der aanvragers het recht en de nationale -eer van bet Nederland- -scbe volk te eerbiedigen. Haar correcte houding, haar beschei den beslistheid, haar fier opkomen voor onze nationale rechtstradities zul len in -den lande een go-eden indruk maken, een diepgaanden indruk zelfs op hen die, om wat red-en d-an ook', de uitlevering van d-en ex-keizer heb ben gewild. Het antwoord -der reg-eering is geen spelen met 'woorden, maar streng zake lijk. Het is derhalve niet onmogelijk dat het uit dien hoofde ook' door de: „teleurgestelde-n" in het buitenland even goed wordt opgenomen. Natuur lijk de fanatieken onder hen uitge zond erid. Wat de Entente-regeeringen nu doen zullen, dient afgewacht. Zij 'zul len echter niie-t kunnen zeggen dat de Nederlandsche Re-gie-ering er zich met een praatje van afgemaakt 'heeft. En o-ok niet dat zij1 -de aanvraag niet m!et den hoogst m-ogelijken ernst beant woord heeft. Wij 'zien dan o-ok' met kalmte en gerustheid -de slotscène- van heit stuk tegemoet. XIV. D-e Ta all be w ©ging I. D-e- Unie van Zuid-Aiika is een twee talig land. Dat wil -clan 'natuurlijk 'zéggen, -dat er twee taltem -officieel erkend zijn. Want er w-orden veel- meier -dan twee taleln -gesproken-denken we slechts aan al de verschillend© natutell-ea-talieo, en zélfs aan de- vel© vertegeriwo-otodigelrs van vetert lei' nationaliteiten, -die onder elkaar maH tuurlijk bun e-igen taal gebruiken. Maar hij art. 137 der Unie-Grondwet ziijn ier tw-ee -erkenid, nj.ll Eingeisch en Hollanidseh. Eigenlijk is de ziaak zoo, dat bij genloemd artikel „hét Hol landsch als tweed© taall mo-t het Engefcch gelijkgerechtigd is ver klaard." Dadelijk valt hieruit af te leid-en; dat het Hollandscih, vóór dit artikel ini de 'Grondwet w-erd gevaagd, ni-e-t als -gelijk gerechtigd werd beschouwd. En zioio- was h'e-t, in spijt van het feit, dat sltechftsl -d© minderheid Engeföchspre-ken-d wast Het Hoilandsch had het zlwaar te- verduren; vooral1 in de- Kaapkolonie. H-et werd -,z|o-o- veel mogelijk onderdrukt. Maar de- ptreisi- -sie, dopr het Hollandscih.' element uitgieh oefen-d op de Regéering, tot hét voldoen aan -een zeer rechtmatig-en -eis-ch, deed d-en toestand gaandeweg verbeteren, totdat ein-> flelijk met d-e officieel© erkennjn-g v'anl haar broertje een teerder tint kreeg. De kleine zesjarige Rudolf vereerde zijne zus ter en vertrouwde haar al zijn kleine geheimen. Zijn oogen straalden als zij bij hem kwam -om met hem te spelen, of beter nog -om hem verhalen te vertellen. In h-et hart van h-et bro-ertje was reeds een ver langen om alles van de hemelsch-e -din gen te hooren, en daar Gisela dat ver langen miste, gebeurde h-et vaak dat zij -ongeduldig werd als de nad-enkend-e kleine jongen haar in 't nauw bracht door zijn kinderlijk vragen. Zij riep dan soms lachend„Rudi, ik ben bang dat je krull-e- kop nog -eens uit mekaar springt, als j-e er n-og verder over peinst waarom G-od de slang naar het paradijs stuurde of waarom hij. j-e zoo vaak la-at ziek w-orden, of waarom papa gestorven is. Ik kan j-e er niet op antwoorden en denk ook niet graag afm zulke treurige dingen". -Op een middag waren' Alice eti juf frouw vo-n Zafchani in dén- dierentuin. Zij) schenen zich er best tusschen al die men se hen jfe apiuseeren. Geleund over een der bruggetje-s keken z© naar de schaatsenrijders. Gisela is eiem der yroo- lijksten. Zij heeft -zich bijl een-ig© kinde ren aanigfesloteii en men 'ziet diadel ijjk', da,t haar wil in het groepje overheeSr- schend is. Zij heeft em donkerblauw flu weel jappnnetj© aan met grijs bont af gezet en ziet er zielsvergenoegd uit. He den heeft zij vriendschap geslo-ten met h'e-t Hollandsch als: tweede- landstaal da zé-gepraali bevochten was. Wat met bet Engefcch wordt bedoeld in -bet artikel; behoeft nauwlijks gtevkaagd te- wonden. Dat is het Engefö-ch, 'ziooals men liet in Engeland kent. Dat beiteiekent echter niet, -dat -dit Engelsch, ziooals mem het n.ll in Zuid-Afrika hoott, geen enk-el verschil' met het eerstgenoemde- vertoont.; He-t heeft den invloed van een langdurig verblijf in -den vreemde- ten slotte niet kunnen ontgaan. Vele Hollandsch© woor den zijn in het Engefcch geïntroduceerd, en -de uitspraak heeft, ofschoon vaak subtiele, desniettemin definitieve ver schillen. De „home-boirn" Engelschén d-o-ein wel alle moeite-, die verschillen er uit te krijgen, maar zie zijn ni-e-t tegen den stroom opgewassen, in dit g-eval niet tegen den stro-om van „South-African- born" Engelscben, wier taal bedoeld© af wijkingen vertoont. Het „Standaard-Ep- geï-sch" blijft echter' dat van Engeland, en dit wo-rdt ook in officiëele stukken gebezigd, terwijl1 vetrscheid-ene- lelelsboek-en, die- in -de scholen z-e-e-r druk gebruikt wo-rdien, in Engeland zijn gemaakt, ©n van „vreemde smetten" geheel vrij' zijn. De vraag, wat met het Hollandsch word t bedoeld in de 'Grondwet, is echte'r zleeir 'gegrond, en zal -dadelijk gedaan wOrd-en door ie-der, die Zuid-Afrika e-enigs-ziins kent Wordt bedoelt het Hollandsch, zto- alis m-en hét in Nederland k-eut, heit Nedeïr^ l'andsch dus, of wo-rdt bedoeld het Afri- khansch, -door velen verachtelijk „p-lat- Hollandsch", „dialect van het Ho-llandsoh'-" genoemd. Het antwo-ord luidt: Neder- landsch, ,of „Hoiog-Hollandsch", zooalamein hier algemeen zégt. En -dat, teirwiji o|ns- Ho-Uan-dsch toch door zo-o goed als- geen tinkel© Ho-llanidsche- Afrikaner werd' en| wo-rdt gesproken. Er zijn echter verschilt lemde redenen -op te- gpven vo-or het be-^ sluit om Nederlan-dscli do tweede- officij eeie (taal van de Unie van Zuid-AfrikaJ te- maken. Allereerst hebben aan de bei- weging to-t d© -erkenning van de twcied© landstaal medegewerkt Hollanders; dia vrij invloedrijke posities bekleedden. D-ezteln favoriseerden bet Ned-eirlandsch en niet het Afrikaansch. Verder werd do-or ze-ar velen (waaronder Afrikaners, en Enge-l-- schen) een erkenning van het Neder, landsch' in plaats van bet Afrikaansch' hierom wenschelijk geacht, dewijl eir zioio go-ed als gee-n literairische- of studieboek-en in 't Afrikaansch aanwezig waren. D-an last not least zijn -de meeste E'n- gflschsprek-endcn zle-cr tegen heit „Kaap- hollandsch gekant, vooral zij; -die in on derwijsinrichtingen werkzaam zijn; zie-had den en hebben -er ©en onverholen min-i achting voo.-r en beschouwen het als een patois van onontwikkelclen. Daartegenover, toon-en zij soms groote waardeering voor he-t Neiderlanjdsch, en willen dat als twee^ de- taal in de schol-en oindcrwezien hebben.; Er' mag hier echte'r wel bij worden op-- gemerkt dat, al zo-u hun zienswijze n-oig zoo juist zijn, -de groote massa van de Engel-scb-sprefcenden weinig 'recht van siprei- ken beefL in dezle, om d© .simpele reden; dat zij zich nie-t -de moeite getro-ost heit Afrikaansch óf he-t Ned-erlandseh ernstig te- bestudeer-en. Het Nederlandsch we'rd dus de- tweedia landstaal en is -dat noig steeds, All© of'fi- cieele 'stukken, ve-rordeninge-n, enz1, moeten- in beide talen worden g-edrukt Langnieit altijd werd dit gedaan; waar en wanneer dit mogelijk was, werd de wet ontdoken1, of liever genegeaïd en bet Hollan-d-sch een kleine ietwat bleeke blondine, diel Gisela zeer schijnt te bewonderen. De twee meisjes rijden naast elkaar voort, en als een equipage dicht langs de ijsbaan rijdt, wenkt de dame, die er uitstijgt, de nieuwe vriendin van Gisela. Beide meis jes vliegen naar haar toe en de vreemde roept al van verre: „Mama ,het is heerlijk vandaag, het ijs is zoo prachtig en Gisela rijdt rnet mij-. Wij hebben juist kennis gemaakt. Kijkt u eens hoe m-ooi zij' het kan1?" Gisela voelde -zich bekeken en reed bijzon dér sierlijk, terwijl zij de dame vrien delijk groette. Het gelaat der dame tee- ke-ndé verrassing en het kind wenkende o-m naderbij te komen, zeide zij: „Zijifc gij niet niijin kleine vriendin, Gisela vo-n dér Rechten uit Fürstenhort?" „Ja-, dat ben ik, maar „Ja, ja, ik begrijp mij, dat je je mij nie-t meer 'herinnert ik hen de moeder van Wolfgang von Barnste-g, Wpet ge- nog dén airmen jongen, die alsi ge- no-g een kle-in meisje waart in Fürstenhort in eein rolstoel -werd ge-rede-n?" „Ja, ik heb zijn portret" zei Gis-ela „en heb o-ok eens een brief van heml gekregen. Hoe gaat het hem'?": „Gelukkig is hij- nu heel ge-zond en een flink student, mla-ar 'hij 'heeft nog verscheiden jaren- geleden, de arme jon gen". Gis-ela had graag nog meer gehoord, w-eggel'aten. Vooral was dit hét géval iü stelden als Johannesburg, waar een over wegend Engefcch sprekend© bevolking is; Ik schreef in -d-en verl-ed-an tijd, want d© laatste- jaren is hierin verandering gietkop tooien. Als oorzaak moet in de eerstel plaats genoemd word-en d-e sterke opkomst vani do Nationale Partij; een uiting van de algemeen© opleving van het nationaliteits gevoel -onder da Afrikaners ©n de wil om geheel onafhankelijk te zijn. Met kracht en klem eischt de- Partij d-e striks-te- uit voering van het wetsartikel over dei twee-" taligheid, 'n Eigenaardig voorbeeld da-art van volge: 'tls ongeveer twee- jaben g|elé< den, -dat er ©en Nationalist zlitting kreeg in den gemeente-raarl van Johann-eishutog^ Nu waren aanwijzingen o-p tram bordjes; als „sto-pt op verzoek" enz1., slechts, ini 't Engefcch' daarop geschilderd. Niet .vol gons de wet dus. Onmiddellijk -eisöhtei het nieuw-gekozen gem-penteraadslfi-d, dat alle aanwijzingen o-ok in 't Hollandsch er o-p wenden geschilderd, -en de 'ge meenteraad moe-st wel toegeven. 'tWlelrd een onvoorziene uitgave van enkele hon derden ponden! - De Hollanidsohe vertalingen 't is altijd „vertaalwerk" die men hier te- lezbni krijgt, 'Zijn vaak allertreurigst. Natuurlijk! nie-t, als ze door -een Hollander zijn gé- maakt do stukkien van het DepartemieInJi! van Onderwijs, waaï 'n Hoil-Iand-er beëedrgd translaten!' is, ,zijn altijd in zeeir goield) Nederlandsch' vertaald maatr jammer genoeg, wondt dikwijls een' Afrikaner of 'Zelfs een Engelschman met dit werk IbeiJ last. Onlangs- nog bevatte de „Volksstem"1 een paar scb-erplgelsite-lde- artikelen telgen 'bet Hollandscih v:an een .ZuiveLomtwe-rp,: De kritiek was -onmeedoogend, doch ruim schoots verdiend. Uit het laatste artikel toiteer ik: ,,'tls -d-e plaats der Volksist-emi niet, als taalleeraak o-p te treden in omsi Openbare leven, hoe w-enschelijk en 'zielfs noodzakelijk 'n ambt van -dien aard o-ojK moge zijn. Wij zullen derhalve kunnen) volstaan met bovengaande welg'emeen-dei le>s, en kunnen alleen hop-en, dat 'tefen- of ander verstandig Volfcsraadslid ee(nl pagingiZ,al aanwen-dén, waairdo-or aan 'ton- waardig kno-edwerk met onze taal in 's lands kantoren een einde 'gemaakt wordt." Ho-evele dergelijke gevallen zouden or te- noemen zijn. En dat is, het Ho-Handscli in wetsontwerpen, in rijksikantoreuAfc adverteerders, zakenmJen&ohén, zich aan 't Hollandsch gaan wagen, is, 'tn-og we-1 wat erger. Wat ijjbe de Hollandschspirut jenden durven voorzetten, i-s bijna onge looflijk. Een oon-creet voorbeeld van ©en handelaar in granen, die ©en neeLamedren- nisge'ving in 'tEngelsch en „Hollands-ch', in allo- groote spoorwegstations li-et aan plakken, volge. Het begon zioo: „Wan neer uw -chèque aanlkngen, u kijk en! denk: Heb ik -recht gedaan om al mijn© produkten te verkoiopen otf.koin iK mis schien beter -doen? W-el; wij zeigt niet dat, omdat U uwe produkten niet aan ons zion-d, U -h'eb niet r-eoht gedaan, maaaj U 'zou-de waarscliijnl-ijk beier gedaan bobt! U verstaan, -dat wij 'een langen tijd o-p de- plaats is- en zorgvuldig ,uwe be-langien o-ppassing. Wij hébben een goeden naam van krachtdadigheid (sic!) en voldoendé dienste, dat wij denk i-s zieer hard te) overtreffen'!" En in 'z,ulfc keurig HoR landsch gaat bet verdek. Dit alleis toont z-oo 'duidelijk, hoe dei gelijkstelling van bet Hoü-andsoh pi©t li»' Engelsch wordt .-opgevat, bo-e weinig mem maar mevrouw von der Rechten trad op hen toe en hernieuwde de kennis met mevrouw von Barn-steg en beloofde deze,- da,t zjj haar dochtertje zeensppo-edig eensi naar haar moeder, mevrouw von. Stunn- hage-n, zou zenden. Een dankbare blik van Gisela beloonde haar. D-en volgenden dag, toen het reeds sche merde, betrad Gisela voor het eerst d© huiskamer van het gastvrije huis. vanj Vrijheer vo-n Sturmhagpn, die 'swintersj altijd te Berlijn, 's zo-mers meest op z-ijni majoraatsgoed in den Harz was. Die her innering aan dien avo-nd bleef diep- in Gisela,'s ziel gegrift. En toch was, etr niets bijzonders gebeurd. JMaa'r het eigen aardig huiselijke en gezellige ..viel h-aar op- als iets nieuws-. Voordat zij het wist', voelde zij, dat -zïj veel zou moeiten hou den vam Jutta's gjro-oifcmoeder, de oude waardige mevro-uw von Sturmhagen. Eu bovendien had dez© iets geziegd waar over Gisela, toen zij in bed 'lag, altijd! weer denken moest. Het was zoo geko:- menJu,tta had ,'haar veel van' haar prettig lo-geeren bij, 'jde grootouders verteld, em| ten slo-tte geze-gd: „maar het liefst van a-lies ben ik toch hier i-u grootmama's ka mer. Grootpa-pa zegt wel eens„hier h-oorf men dén harteslag van ons huis," en dat klinkt koo m-o-oi". (Wprdt Teirro%té

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1920 | | pagina 1