No 89 Donderdag 15 Januari ISlSO jaargang G I S E L Waarom verplichte Verzekering mjiltlTOif, vicc. i Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO, gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 219. (Telefoon No. 11). Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ L. BURG. Drukkers Oosterbaan Le Cointre, Goes. VERSCHIJNT EL KEN WERKDAG- Abonnementsprijs: Prijs per 3 maanden fr. p. post f2,25 Losse nummersf0,05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f 1.12, elke regel meer 28 cent. Eenzelfde adv. 3 maal geplaatst wordt 2 maal berekend. Bij abonnement belangrijke korting. Kleine advertenties 75 cent. Bewijsnummers 5 cent. HANSWEERT en KATTENDIJKE. Voor bovengenoemde plaatsen zoeken wij' actieve berichtgevers. Red- „De Zeeuw". De verzekeringswetten, die op Ret oogenblik in uitvoering zijn, hebben hier en daar groote verutooridheid ver oorzaakt. Vooral in onze omgeving. Er zijin werkgevers, die zich', onttrekken,, arbeiders die de lijsten terugzenden, nienschen die zich boosanak'en, de een op den idominee, die hen ©enzijid.i|g| tegen die wet opzet, die ander 'tegen een onwillige om, de wiet te gehoor zamen, een derde op; den apostel van den Arbeidsraad, die hunne bezwaren niet voldoende respecteert, een vier de tegen de pers, die te veel, of ook' wel te weinig over deze-1 wet schrijft; enz. Er zijn lezers, die hun abon nement opzeggen of onbeleefde briefkaarten scnrijiven aan redacteu ren, die niet anders: dan hun. plicht doen. In de kerk en in de werkplaats, in den trem en in. den scheerwinkel, overal loopt men gevaar iets over do verzekering en over de verzekerdheiden der goidideloozen te vernemen. In de kerk! dat is misschien wel wat houd gesproken, al willen wij misschien 't volgende feit wef wereldkundig'Ifelppn maken. Een dominee van iTaften "'heleft 'in een der Goesohje kerkgebouwen in de namiddagpreek óp den jongsten dank dag onder meer gezegd „Er zijn twee igodidelooze boos wichten in 'Nederland, een is dood en een leeft, n.l. Dis Talma en Dr. Kuyper. Ze hebben hun hoog heilig ambt neergelegd van predikant, om zich met de politiek te bemoeien. iZij- hebben on's volk .wetten gegeven n.l. de Invaliditeitswet en de Ouderdoms wet, wetten die in gaga tegen die voor zienigheid Goids, bijzonderlijk de Ouderdomswet. Die wetten zijn h.et eerst in Duitschland ingevoerd en (door- die wetten heeft God Duitschland geL straft en zoo zal het ook met Neder land gebeuren". De redenaar, die deze onbeschaafde taal liet hooren van een plaats waar natuurlijk niemand een spreker tegen spreekt, was de heer J. Fraanje; en de tekst, naar aanleiding waar van hij' deze beide „booswichten-" sig naleerde, was Handelingen'429. Men begrijpt wef, hoe moeilijk het is, bij een zoodanige voornciflling("Re ge- moedsbez waard en te overtuigen van hunne vergissing. Trouwens wij hebben reeds zoo vaak betoogd het goed recht der verzekering, en 'herinnerd dat pen sioen niets anders is dan uitgesteld loon, hetwelk de patroon reeds vanaf den vroegen voortijd aan zijne werk lieden op de eene of' (andere wijze had behooren te verzekeren, dat wijl ons, nu de verzekeringswetten er zij'n, en de overheid op die .nakoming van dezen duren plicht ider patroons gaat letten, wel mogen ontslagen Ttekenen van herhaling onzer argumenten. Wij beantwoorden echter alleen nog üe vraagwaarom dit rechtsche kabi net de regeling van deze plichten niet aan het particulier initiatief heeft over gelaten, in stede van die door jden dwang der' wet te doen geschieden. Kort gezegd mag het antwoord op u) door M. v. W. o1 t „Nu, nu, wij1 zullen zien", was hlet antwoord „Hieer houtvefeter, liïier schep den onze wegen en imioiet ik naar dien ellertdigen re-ntmee ster De rentmeesterswoning stond midden tusschen de andere gebouwen van den bof in en toen mijnheer von Lauffen de trap opging en de woonkamerdeur open deed, was hij verwonderd niemand te zien, want het was schofttijd en hij had zieker verwacht den rentmeester hier te vinden. Reeds wilde hij weggaan, toen hij van achter het schut een fijn verkou den stemmetje hoorde. „Wat is er, ik zal dadelijk komen." Haastig beerde Lauffen zich om en zag dat bet de rentmeester was, die lang zaam zich de slaap uit de oogen wrij vend opstond. Toen hij' zag dat de bin- nengetred-ene geen ondergeschikte, maar de hem reeds bekende baron von Lauffen was, stond bet jeugdige, elegant gekleed© deze vraag luidenomdat in het gege ven geval geen andere idan verplichte verzekering baten kan of mogelijk is. Zeker, men kan van den man jdi© geen kapitaal, maar m zijn goede jaren een ruim inkomen bezat,, verwachten i dathij door te sparen of door het aangaan van een verzekering bij een particuliere maatschappij zelf zorgt voor zijn ouden dag of voor de jaren van mógelijke invaliditeit. Maar over 't algemeen'kan de werkman dit niet; of, zoo hij! het 'kan, hij doet het, helaas', niet. Niet, omdat hij niet voor verze kering voelt, of zorgeloos is al zijh er zulken wél. Maar Omdat hij niet kan komen tot het .regelmatig geld' wegleggen voor zijn ouden dag. Er komen te veel moeilijkheden, die hem nopen 'dit spaarpotje aan te spreken. Op een gegeven oogenblik moet er een groote uitgaaf gedaan wonden, 'tgeld er voor is! er niet; dan maar idie spaarpenningen aangesproken. Zoo gaat het in 't leven. Minister Kuyper schreef reeds in 1903. bh 'de toelichting van zijn ont werp, dat sparen in het algemeen hiier niet kan helpen, „want tijdelijke1 be>- hoefte fejtuit telfctenlsl heit spartein (en de In validiteit treedt in, lang eer er voor genoegzaam sparen- tijd was; ook worden spaarpenningen bij ernstige verlegenheid van het oogenblik onver mijdelijk aangesiproken. Het is dan ook slechts in theorie waar, dat ide arbei ders, late regel zich thans re-eldis, zonder wettelijke tusschenkomist, tegen de ge volgen' van invaliditeit en ouderdom kunnen verzekeren. Practisch wordt zulk een verzekering op het oogenblik door de betrokkenen al's een onmoge lijkheid gevoeld, waaruit slechts een wettelijke 'regeling hen zal kunnen red den." Een uitspraak, die door de feiten van oud® is bewezen geworden. Ook in het buitenland. In alle lan den, waar het beginsel der gesubsidi- eerde vrijheid werd toegepast, heeft dit beginsel gefaald. In Frankrijk werd reeds in 1850 ingesteld een werklieden-spaarkas, (caisse des retraites ouvrièneis), waar in ieder, zonder onderscheid van rang of vermogen een bedrag van minstens- vijf francs tegelijk kon storten, waar het Rijk dan vijf procent" op: legde. Gevolg' was, dat yan die kas wef een druk gebruik gemaakt werd. ,maaïr niet door iden werkman, zelfs niet eens door den gezeten werkman, maar door den kléin-kapitalist, die er een soliede geldbelegging in zag. De kosten voor het rijk liepen ten"-laatste zoo hoog dat dè rentevoet moest verlaagd wor den, en 't bedrag der uitkeermgen bij ouderdom' en invaliditeit aanmerke lijk moest worden verminderd. Ten slotte moest worden overgegaan Lot verplichte verzekering. Ook in Engeland, in weerwil vain de in 1864 geschapen gelegenheid om zich bij! de staatspostspaarkassen een lijfrente té verziekeren, "bleek de maat regel derwijis onvoldoende dat in 1909 de Ouderdomispensioenwiet (Old Age Pension Act) moest te hulp komen om' de verzekering algemeen te maken. En in België, het eenigie land, waai de staat door het leveren va.n een zeer ruime toeslag uit 's Rijks (schatkist bij' eiken inbreng van den verzekerde dé „vrije" verzekering heeft trachten te handhaven, is' de zaak eveneens' op een mislukking ultgeloop-en, zoodat jongemensch plotseling kaarsrecht en boog daarna diep. „Zoo, zoo, u schijnt aan verkoudheid te lijden," lachte de baron ironisch. „O neen, ik ben geheel verhard en zeer krachtig." „Ja, dat geloof ik, misschien zijt u zelfs een ware hercules, maar nu ter zake ik kom u meedeelen o, hoe is uw naam?" ,,'Hilmar Rotwange," was het verlegen antwoord. „Ja, dus mijnheer Rotwange, ik kom in opdracht van mijne nicht u uwe be trekking den 15en, neen den lsten Juli opzeggen." De jonge man werd zeer bleek, trad eenige schreden terug.en zieide daarop be scheiden „Mijnheer ide! Baton, ruist dat niet op 'een miiisvelrstand Nog gisteren preies ine- vpoiuw kie gravin mij! ze-e!r. Ik stel! etr mdjhj leer in iein span alle mijn krachten in Oirn hare goedkeuringte verdienen, ik 'doe -mijn plicht." i Lauffen ha!d hemi den rug toeigewienjd! en 'zeilde' half' over zijn schouder: „Ziegt u -mij1 alsjeblieft, wanneer uw «fooi© redevoering uit iswij! heh!b|ein! daarna te z'anien nog: ©enige zaten aff te doen." de regeering zich ook (daar heeft gezien, tot d'ë regeling een-er wettelijk verplichte Verzekering over te gaan. Eerst in 1909 alleen voor dei mijnwerkers, en daarna voor alle werk lieden in 1913. Zoodat 'dan ook mr. dr. A. van Rijhfcevorsel zijn voortreffelijk Ver slag van een ondlerzoek naar de werking der ouderdoms voorziening i,n België, uitge bracht pp verzoek aan den minister van Landbouw, 'kon besluiten: „Als: stelsel heeft de gesubsidieerde vrij- heid lafgeidaan. Zelfs voortreffelijk ge organiseerd door de Mutualiteit 'en sterk gesubsidieerd door de overheid, is de vrijwillige verzekering n.iiet tot voldoende verbreiding kunnen ko men." De eerste vloek. Onder dezen titel lazen wij een trak taatje van den n,avolgenden inhoud: „Wie veel gevaren en miet zeelui om gegaan heeft, weet, dat zij bij hun moed en dapperheid vaak -een slechte, gewoonte bezitten, die zij' niet eens als zonde be schouwen. Hoe menigmaal hoort men onder hun gesprekken vloeken uitspreken, waardoor Gods Naam ontheiligd wordt en zij zichzelf bezondigen. Wanneer men ban daarop opmerkzaam maakt en hun bet derde gebod voorhoudt, antwoorden zij meestal: „Daarover bekommert God zich niet; het is ook niet kwaad bedoeld en zonder vloeken gaat 't nu eenmaal niet." Een godvruchtig kapitein wilde hiervan eens een proef nemen leaj, probe-eren of hij de equipage 't vloeken kon afloeren, zon der van zijn macht gebruik te maken- Zijn vrienden dachten, dat dit onmoge lijk was, want, zeiden zij, zeelieden vol voeren de bevelen op gezag; maar 't vloe ken laten zij niet. De kapitein wilde toch de proef nemen. Toen hij het commando aanvaard had, sprak hij een krachtig, har telijk woord tot de manschappen en vroeg hun daarna of zij hem een genoegen wilden doen. l 1 Allen waren daartoe bereid- „Nu dan", zei hij, „belooft mij, dat nie mand van jullie een vloek zal uitspre ken, voordat ge er ©en van mij hebt ge hoord. Ik wil hier aan boord ook daarin de eerste zijn." Dit vonden ze een vreemd verzoek, maar zij dachten: „De kapitein is de hoogste in rang, wij moeten hem ook daarin den voorrang gunnen." De manschappen beloofden het dus en ieder van hen nam zich voor, goed acht te zullen geven op alle woorden, die do kapitein zeggen zou- Ze konden evenwel lang wachten; over de lippen van tien kapitein kwam geen enkele vloek- 't Wej-k had zijn gewone verloop. Zonder slechte woorden ging alles zelfs nog beter. De goede woorden en het ge drag in deze van den kapitein bidden een zeer gunstigen invloed op liet scheeps volk en het schip zeilde zonder deze uitingen vooral niet langzamer en kwam Liet afdoen dslr zaten eindigdje bietr- imlede, dat de' banon hem zij: visitekaartje gaf en zeidei: „Hier hebt u, «lijn adrels. Ik verzoek ju! (miij van af heden tot op| dein fl'ag waarop 'uw ontslag ingaat, wekelijks schriftelijk rapport te doien, daar 'die grar vin te lijdend is oimi haar ziakc'n ztelv© te regelen. Den dertigsten Juni jzlullieui de hoeken nagezien wonden, en de in ventaris worden opgeinomlen, voor de .uit betaling van ;uw tracterrteint zal. ik zor gen u ziorgt voiop uw verkoudheid." Hij trachtte door dit sloigeze'gde, dat van 'de zijde d'eis bleelcen jongeling® irtet hevig niezen gepaard ging, aan de zaak iets comisc'h te .geven en reikte Rob' wanig© de hand eln toien hij' z'ag hoiei terneergeslagen deze .er uitzag', mio-m'r pelde liij' nog iiêits van: spoedig! een an dere betrekking vinden, en was de deur Uit. i i Toen hij' kort voor het dinér de salon) weer betrad, wisselde hij ©en blik van verstanldhoujdiing met juffrouw von Zachan len 'daar idezlei er bij'zonder opgewekt uit zag, Vatte hij moed en begon gedurende iden maaltijd eens te vragen welk ver keer en gezelschap de dames hier in deze groote eenzaamheid haddien. (Hij' He'gde bijzonder d'en nadruk op het Iaat- i" -4j .M ir fó£!ii; behouden in de haven van bestemming aan." Dit is geheel anders dan hetgeen nog niet zoo lang geleden een (Christe lijk) korporaal bij de marine overkwam. Hij vroeg namelijk aan zijn commandant of deze het vloeken en 't bezigen van ge meen© taal niet aan de manschappen op 't schip zou willen verbieden. De com mandant, braaf geïrriteerd door idit ver zoek, wees 't zeer uit de hoogte af met ■t zeggen, dat hij 't niet verbieden zou, want dat hij, commandant, den man schappen permissie gaf om te vloeken zooveel zij verkozen. Ook een beroep op den Inwendigen dienst, waarbij ook zelfs den officieren namens de Koningin werd opgedragen niet te vloeken of godslasterlijke taal te spre ken, werd met gramschap en onder be dreiging afgewezen. Zeeaiwscfa© Stemmen. „Al's idle Vrede er maai' eenmaal! iiisi", 'ziOiOi hebben wij onszelyen geidurendei dien' wereldoorlog vaak wijs gemaakt, „dapj Zulten wij blijdschap kennen!" Die voelde- zioiu jirnmetrs een eind maken aan gebrek en beproeving:, haat en nijd! Ja, dat wal Peggen, zoo'n vrede: kan die Christen zich indenken, dank, z,ij dei rijke beloften jn 'de JI- Schrift neergelegd, i Maar wat ler ook op 3e ïnoordpartijeni van diei jajren 19141918 gevolgd ais, g'één vnedle. Do beproevingen mogen voorJoo-pig: niet zoo- ernstig meer zijn, de, haat en d|el belMelooisbead .zijn gebleven. j Zelfs, nadat de vijanden elkander' diet hanld gedrukt hebben. De vertegenwoordigers van do gpal'li- eertcle landen hebben Zaterdag 10 Janu ari- j.l. indieföand de hand gedrukt vap do Dui'tsche afgevaardigden. Een symbolische handeling'. Het beteekent, dat de Duitscher vain llat oo'g'enblafc ,af ophoudt voo-r den Franschman oen vijand te zijn, dien mep hot recht 'heeft al's vijand te behandelen. Zoo- althans wil' blot "de politieke re-gel', maar hoe symbolisch liet ook zlijn moge-, flut gebaar kan noch -den geest, npcb( hét hart gezleggen. Het Fransche bliald de Temps be-goiö nu al miet ide somberste voprspellungiein! to doen, daarmede de opdei door -demi haat ingegeven hartstochten w-eep op ro©- pienflle, voor zioover ze reeds anlg'eeiiulii- mieind' mochten zijn. s 1 Do sta,at van oorlog houdt, o-p- 'te- bet- staan; maar oen diplomatieke- formule» lis nïot voldoende- o-m te d'o-en vergete-ni en nadat de laatste liandt-eie-k-enling goziet lis, viarwijlep omzie gedachten m-et die-pa ontroienm-g bij al'lles wat wij g-edpreinde maappetn. en jaren geleden hebben. Dit te bot «ogenblik, waarop de schriKweikr henldie- tragedie opi maichtige wijziei vloor on'ziei pogen wordt opgeroepen. Dei .omfo-et schaa|nifdia -bedreiging d-oior Duitschland', flie miobii'lisatie-, de overweldiging vap Dujitschlanld, d© -ontroerende- storm niajar de grlen'zien van geheel' Frapkrijk's j-eiugd, dl'e Zangiend ten strijde trok, de> sombere da gten van 'Cihairléroi en de- terugtoobtd-d glioriieiulze dagen van de Marn-e miet bet plotsieihn'g te-iugwijken van idei Ocieizieriijfka hoddiendaarna bet begin van de loopgrai- vienooilo-ghet da,gen-, weken-, maanden lang wachten irn reg-en en slijk in den! diep doorwoelden bodem, dat alles loiopt ste en juffrouw von Zachan was slim genoeg te begrijpen, waar bij heen wil- Idie, -en h'etuï'gde miet kracht d'at de doi- anlrné zie-er verv-etenid en de pp-perhout- veister v-o-or (hein, da,mies, te realistisch was, ,,'en -dan", voegdei zij' er h'ij, „blijft -ons niets dan ide blonde1 Hilmar Rot- wan'gie1, en idrens verschijning alleen1 maakt mij al zenuwachtig door zijn ver legenheid -en lispelen." Alice viel nu, ineiens -op gebieide-n-d-eni toom an: „Kornel'i-e, je- ziel heelieimaal verkeerd; ik vind den rentmeester zeer gp-ed -en bep van pllan hem, als ik na mijn reus thuis kom, geheiel volgens mijn systeem op tel voeden." 1 Juffrouw von Zachan lia,aJde- de- schou ders o-p en zteple: „Het .spij't mij dat ik dat -niet zjaï bijwonen, want z'opaJs ik je reields zende durf' ik niet nog ©en] wint-er in Jd-ezle- wildernis en eenzaamheid te bl'ijVen zlon-dlelr mannelijke bescherming je we'et dat ik Fürstenhort verlaat, als er niet ielen rentmeester komt -die ons Idames eenigszin-s kan bijstaan, want ik! •heb Igebo-ord dat eir roovers en moordie^ naars (d-o-or de bqs'scben sluipian." Alirce- lachte ©enigszins ongeloovig;, maar toen men naar de-n salon teruggekeerd was, jgebpuifct© zlij toch de afwezigbeid van juffrouw vo-n Zachan .opa tot haar thans uit op| dit protocolairtei gebaar, waar voor ld© ziel' t eiruig'scihriltt. Zoo! schrijft biet blad en de „rnisdaden'-l van Duitschliapid wo-iklien nog eens bredd Uatgieimeten vo-or de- o-ogten van hef Fraül< schei volk, welks vertegenwoordigers dep Duitschien ,o-n(derhandela|ars del hand gei« drukt hlebben-. Nieen, veel1 goeds voorspelt oo-k dit g.'en schrijf niet. Als de Fransche (laiglbl'aldft schrijvers hun pen blijv-en doopen in der( haat, zal' 'dei wraak'geidjaehte niet spoiedig gebannen zijn. i Mteel g-e, waaraan ik onwillekeurig moiet denken Aan dien Bijbel', welk© bijl die opening dier vredesconfere-nfiiei een ©ereplaats ver kreeg. Met veel ophef, werd in de-n be ginne aa-n dit feit ruchtbaarheid' geigeviem). Veten hebben er ©en moedgevend teekeni m gieizien. Ik óók; maak u|it wat later van idfe besprekingen uitlekte is niet g'eblelk-enij Üat ditei B-ijbèl ooit geraadpleegd is, noch dat leur een streven beiers-cbf© olm de urt- spraken der opnferentre t© toiefs'en aanl Gods iWloord! -en wetten. Is idjnei fraaiiel Biijibieï onder 't.stof geraakt?, 'tis te vreie|zlelnf'.k(.!. i I Ja, dart iis 't te' begrijpen, dat dei (ziel terugschrikt, als men' denkt aan dien hand druk bij dei pfecihtaige- handeling van Za terdag. Want vergeven en vergeten heeft mien dan met gpteead. Met ld© groote fei-ten op: 'het were-ldtOiOi- nleel' gaajt 'fall'net als miet de dingen inl ons kleinsteedscbe en dorpslev©n. D© tweddradht tiiert vaak 'zoo we-lig. Om 'ni kleinigheid kan m-en elkapder niet ,,'zilep." Het oorlog verklaren is ©r mïsi- schüen aain Idei prde van den dag. Vredlei sluiten, waarlijk vergeven en vergeten is ie©n kunst, da© maap weinigen verstaan!. Hp© staat het Luermlelde in pw leven, w-aaWdei tezler oï1 lezereis? De: B.ijbel toch njiet .oinjder 't stof? KEES VAN DER MEER'. Buitotiianti. Beknopt overzicht. Krmstinatig opgeischroefd© loonistijgingenl en stakingen idreigen de beschaaf d'e-'''! wereld ten lonjder te brengen. 'tls al staikmg wat da 'klok slaat, ter wijl vooral na dei wereldcatastrofe vap '14'18 bet parooj' moet zlijn: Wierten^ hadd wierken1. i f j 'tls zo-oal's de Roitteirdalmlm er schrijft: - i I i l .(7 t -1 „Gie'zionde loons-verm-ee-rderrng schaaldt hiet economilsch teveip niet. Maar wat wiel' in de bedrijfsverhoiudip- glen als e-en besmettelijk© 'zfakte invreet, (dat ais dei kankerende' geest van ontevrei- dtenhe.id, die heel© groepien doortrekt/ Dat ais die' wr©vel'ig[ei stemming!, di-ei 'niet mét opgewektheid ©en loionsvermeerdering dankbaar ontvangt, maar zie mokkend'aan- vaalrldt als ©en afbetaling: o-p- hoiogiere-, ©n1 ^ooirt'durende ho-ogere bedragtep, df© 'g(©stotrt moeten wonden. Dat is 'de- verpest'enldie gelest, die- met het „die arbeidstijd altijd b© Hanig en diet Hoonten altijd te lajag'-' den strijd om Iden strijd voert. i Dat is diei bekrompen achterlijkheid, die) dei acti© «ml loionsverhopiging beischouiwt als een „perpetuum mobile'-', waarvoor gieien g'renzlen zijn gesteld. Di© geest is maar al t© 'zéér over gan-sche cohorten waiarldigj geworden enl komt geen kentering-, dan zlaf slechts door ne-ef ttel 'zfelggénl: i „Zoluidt u mij! rndien ik -eetas mocht' wenischen t© ■Veranderen, ©en pass-endei persoon rn d-e plaats- kunnteta bezlorgen?" „O ja, maar het as jammer dat gi| mjiiet rhelds den len Juli iemand no-cldagj hie'bt. Dan zo-u ik iemand vopr j-e wetenj due -e-en zieer 'go-ed landbopwknnidig exar men heeft afgelegd, veel -ervaring 'heeft :eni bovendiein van ,a,del is." Juffrouw von Zachan, due al langweer terug was omdat zij wist idat zij noodig w|as, vergat haar tdaiptomati-ekei rol enl riep (uit. i f r .^VVat zieg je [daar n(ii van, Alaicel?" Dieaie kelende zrch .heleedigjd van haar af en von Lapffen vol spannipg aapt za-end© vroielg -zij1: „Zeig mij hoe da© heer heet. Misschien] 'z'.oju! ik :er polg ©ens op willen tcfrUg komen.:!" - i f t „K;urt von Lauffen h-etet 'hij en hij, is mijn oudste zoon 'was het kalme anjtwioo-rd. J D-e dames keken 'berde hooiglst verwon1- derd en Alio© zei verbaa,sd: „Uw 'jpon ik ken hem niet. Ho© is dat moigel-ijk?" 1: I (Wordt vervolgd.) S(u (iikl .Lij L: 1È I (ÉiAi L I

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1920 | | pagina 1