No 81
Uinstlag 6 Januari IffSO
S4e Jaargang
JP/#|
~aiÏTMr
I 8 E
E L A
Uitgave van
d£ Nlaaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO,
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 219
(Telefoon No. 11).
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ L. BURG.
Drukkers
Oosterbaan Le*Cointre, Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG
kbonnementsprjfs:
Prijs per 3 maanden fr. p. post f HJlp
#«,06
Losse nummers
Prijs der Advertentiëa:
14 regels f 1.12, elke regel meer 28 cent.
Eenzelfde adv. 3 maal geplaatst wordt
2 maal berekend.
Bij abonnement belangrijke korting.
Kleine advertenties 75 cent.
Bewijsnummers 5 cent.
■Kvsnaaxcsia» wwH&viAmantva'i-
»CtfSGU»B.KTV»ï IWetaSKSKl.'-XA^I,' 'xs-tnmiAoai
H.H. MverteerJers.
In verband met den verkorten arbeids
dag zullen wij niet kunnen instaan voor
de plaatsing van advertenties, welke ons
nil 1 uur nam. bereiken.
Wegens de invoering van den vrijen
Zaterdagmiddag zullen de advertenties
voor het Zaterdagnummer nög vroeger
binnen moeten zijn. Voor plaatsing van
de annonces, die na 10 uur vm. bikomen,
kunnen wij niet instaan.
De doodstraf.
Ontroerend zijn de berichten uit Rug-
land over de vele vreeseiijkè strafge-
tódhten der bolsjewiki over zoovete
ongeiukkigen, en dat zonder vorm van
proces geoefend. De doodstraf op
groote schaal
De Standaard' van Vrijidae1 16
October 1885 adviseerde m verband
met de afgeschafte doodstraf de anli-
rev. Kamerclub om in het ontwerp-
wijziging Strafwetboek dat aan de orde
,was een artikel voor te stelten tot
wederinvoering van de doodstraf.
Een strafwetboek zonder doodstraf
is een triomf van het liberalistische
humaniteitsbeginsel over het barmhar-
tigkeidsbegmsel van Gods Woord.
diet slot van het artikel luidt„Voor
al de tijden jnanen tot ernst. Door ons
afgeschaft, wordt de doodstraf straks
het eerste artikel in de Wel der' Com
munemannen en Anarchisten".
Op schrikkelijke wijze is dez:e pro
fetie in vervulling, getreden.
De doodstraf ter voldoening van het
geschonden recht Gods werd afge
schaft; de doodstraf ter verheerlijking
van het grofste onrecht, het zooge
naamde recht van den sterkste er voor
in de plaats ^getreden. Het heieft aan
Nederland en "de volken veel te_ zeggen.
Doch helaas, de roepstem vindt geen
gehoor.
Immers in plaats van terug te k'ee-
tren tot Gods Woord, dwalen de over
heden steeds verder er van af, althans
in hun strafbegrip en straf gericht eb.
Ook de voorwaardelijke veroordeeling
is er een bewijs van.
En dat, terwijl de ervaring steeds
meer leert, dat een strafrecht, waar
aan 'de idoodstrafontbreekt, niet be
staanbaar iis; uitloopt op ongebreidelde
toepassing der doodstraf zonder vorm
van pfoces en zonder bewustzijn van
Gods gerechtigheid en hare eischen.
9
O
Vatlen, maar niet zinken.
Een oud schrijver heeft in ver ver
vlogen jaren zijnen,landgenooten met
dit woord bemoedigd. Op allerlei, toon
wordt dit woord dezer dagen in
Duitschland herhaald.
En niet alleen in Duitschland, ook
in Frankrijk.
Als de oude erf-vijianid, de Germaan-
sche reus, zal gewassen zijn!
De oude Fransche minister-president
bijgenaamd de tijger, Clemenoeau,
Spoedde zich naar Londen om: 'daar
steun te zoeken bij' hetgeen 'zou kunnen
gebeuren.
Be formaliteiten, nog noodig voor
het sluiten van den vrede, schijnen
omtrent afgeloopen. lederen dag is de
onderteekening van het vredes-tracitaat
te wachten.
Maar het is en blijft, vooral van
Fransche zijde, een vrede in angst.
Gaat 't vredestractaat maar even na.
Opvordering, zonder het recht van
zelfbeschikking, van Elzas-Lotharin-
gen, slooping van Helgoland, afneming
van koloniën, verminken, zoo moge
lijk vernielen van de Duitscbe indu
strie, knotten van de christelijke zen
ding zelf. Om van het opvorderen van
oorlogstuig en oorlogsschepen en de
gedwongen beperking der legermacht
maar te zwijgen.
Overal, door heel de Entente, maar
vooral in Frankrijk, doet zich de angst
voor een Duitschland dat vallen, maar
niet zinken kan, gelden.
Angst voor wederzijdsche concur
rentie deed don oorlog:, dien wij' zoo
jammerlijk zagen woëfien, geboren
worden.
'Angst beheerscht het vredes-tractaat,
welks onderteekening u dezer Idagen
zal ter oore komen.
Angst is de overwinnaar!
de K,
door M. v. W.
4)
Mevrouw van Bamste-g dreigkiel "het kind!
plagend met den vinger en zieide: „ma,
zloo kleine spring in 't veld, laten wij
dan mademoiselle etans g;aan 'zlqeken, iz!ij
zal' je missen."
Het kind schiujddte heftig met haar k'rul1-
ltekopje en 'ziedde:
„Ach, die zpekt mij tocjhl nietdie
ibo|u)dt niiet van mij", en droevig1. Blei ooiglen
ïieërslaande, zeidie zij half-luid: „Sedert
papa idood is, houdt niemand meer Van
mij, alleen maa:r iCtóstinie „ep blroietrtjle;
Haar die is nojg te klein olm het tegemi
mij te z'eg'gen", votejgde iziji er verontscliuL
digend bij en slbeg haar armen oim dien
hals van de vrien|delijkle| diame. Moeder*
ten Izjoon wfasielden elein 'hlik Van vtefr1-
stanidhoudiinig en Wolfgang' vroeg:
„Woont ge daar hoven in dat mooie
sjot?"
„Zeker, wist je dat -hiel? Alle mem-
seben kenlnen 'mij hier. Ik hen Gislela
von der Rechten teh papa. no|emcI|ei mij
»,mijn gtezelle."
„Hoe lang is het geleden dat je vacter
stierf?" vroeg Wolf.
Bij Mevrouw Ebert.
In de Loods van deze week verhaalt
een medewerker van ©en onderhoud, dat
een Zweedsch meisje, Sonja Sandblad,
gehad heeft met de vrouw van president
Ebert. Ter inleiding maakt hij gewag van
de tallooze anekdoten, welke omtrent de
familie in. omloop zijn, met name van
de koddige vergissingen van mevrouw
Ebert bij haar pogingen om Fransch te
leeren. De minst aanstootelijke zou Wel
zijn, dat zij dien zin: vroeger leefde ik
als een verstandige vrouw in de afzonde
ring, zou vertaald hebben: autrefois je
vivais en sage femme da.ns la retirade-
De Zweedsche dan had na veel moeite
verlof gekregen haar opwachting bij me
vrouw Ebert te maken en de medewerker
verhaalt:
Op het bepaalde uur stond een blond
meisje tegenover en onder de strenge blik-
ken van twee groene soldaten van Noske.
Een wachtcommandant br,acht haar een
breede trap op, en gaf ha,ar daar over
aan - een elegante livreiknecht.
„Ik moest even denken", zeide ze, „toen
ik z'n gedistingeerd gezicht- en keurige
manieren zag, apn een schoenmaker uit
Narmeland, die rijk was geworden, en ©en
auto had. Zondags ging de heele familie
altijd uit rijden,'en in de restaurants ging
de chauffeur mee aan tafel, omdat hij zoo
goed den weg wist in wijnkaarten en
menu's".
Het meisje werd toegelaten bij den con
sul, die in het Ebertseh-e paleis die rol
van opperhofmaarschalk vervulde. De con
sul zat juist te telefoneeren over ©en
aangelegenheid betreffende brood- en le
vensmiddelenbons. Hij was een jong-
mensch van het bekende schrale en ener
gieke Duitsch© uiterlijk, en hij scheen
een beetje zenuwachtig over het onder
houd, dat moest plaats hebben.
Hij bracht haar weer n,aar de hoofd
trap en den mooien lakei, en, om hem
een beetje op zijn gemak te brengen, zeide
bet meisje:
„Èet is zoo lastig om je in een vreem
de taal uit te drukken. Hoe zeg ik nu
het beste, dat het mij spijt misbruik te
„Dat weet ik niet maar ja, nu weet
ik het weer, het was toen de eerste-
sneeuwklokjes uit de sneeuw te voorschijn
kwamen. Vooidat papa het bosch inreed,
bracht ik hem de eerste; hij was er ,zoo
blij mee en zeide: „Ik zal de sneeuw
klokjes in 't bosch van je groeten, Gisela,
mijn best kind".
Het klonk eigenaardige toen het meisje
die woorden herhaalde. Hare stem was
.zoo zacht; mevrouw von B'arnsteg's oogen
waren vochtig en aangetrokken door de
onbevangen, lieve manieren van heit 'kind
en' voelend, dat het gaarne over haar
vader sprak, zeide zij:
„En heeft hij je toen hij: terugkwam
Van al de bloemen onder de sneeuw ver
teld?"
Verwonderd staarde het kind haar aan
eh zeide langzaam en bedroefd:
„Vader- is nooit' teruggekomen; daar in
het bosch hij de Bnrgbeirg daar is
het schot gevallen, dat heeft mij. Wald-
traut, het wild© dorpsmeisje, waarmede
ik wel ispeel, verteld. En toen men de
izwarte kist met de vele palmen! door het
park naar het kerkhof beeft gedragen,
wou ik izioo' graag meegaan om ook een
krans te dragen, maar ik moest heel stil
bij mama blijven; die huilde zoo en ik
ook".
Mevrouw Von1 Bernsteg streek het kind
zacht over het haar en kuste haar. Haar
zoon echter hield haar een bloeiende tak
lindebloesem onder de neus als wilde
maken van den kostbaren lijd van de
Reichsprasidentin
Maar hij antwoordde haastig: „O... die
frases zijn met het oude keizer-régime
verdwenen. Nu laat men die maar achter
wege. Wollen Sie ableg-en!"
Hij hielp haar uit ha,ar mantel, en de
knecht vroeg: „Wie mag ik bij den presi
dent aandienen?"
„Tiet is een audiëntie bij mevrouw
Ebert!" zeide de consul, en de bediende
veranderde van richting, en sloeg een
paar reusachtige dubbele deuren open.
Het was een groote zaal, waar een prach
tige antieke kroon brandde; rondom ston
den donkere mahoniehouten meubels.
Daarachter kwam een kleine zaal, waar
ook ©en antieke kroon hing, en leunstoelen
stonden en een kleine canapé-
Maar dat z,n.g zo nauwelijks, want al
haar belangstelling ging uit naar een
groote, statige dame, die ha,ar langzaam
en waardig tegemoet kwam, en 'de hand
toestak.
Er was niets in haar dat herinnerde
aan de vrouw die jn het kleine winkeltje
te Bremen de klanten van haar man be
diende. Ze ziet er jeugdig uit, en het is
wonderlijk haar over haar volwassen kin
deren te liooren spreken. Als zij lacht
komt een rij hagelwitte tanden te zien
en ze lacht dikwijls. Ze is in den rouw
om twee zonen die zij in den oorlog
verloren heeft.
„Ik had vooruit", zoo vertelde Sonja
Sandblad, „het onderwerp van ons ge
sprek bepaald. En in overleg met den
geheimraad, die mij deze introductie be
zorgd had, begon ik over de Duitscho
kindertjes, die in Zweden op bezoek zijn
geweest. De consul is nu opeens heiel druk
en geestig, en leidt de conversatie, die
intusschen een wisseling van frasen blijft:
'hoe de kindertjes het bij ons vonden
hoe blij we waren ze te kunnen helpen
Zweden is immers bekend om zijn gast
vrijheid enz. ©nz. enz.
Mevrouw Eibert staat voortdurend! jn(
ooigen-verbinlding .met den consul Hij' heeft
iets idat het midden houdt tusschen een'
kamlerheer en ©en imppesarioi Ik haidj
igfedaeht dat 'hij weg zö(u gaan na öie)
voorstelling, maar integendeel, bleef hij,
wees mij mijn plaats, op de! canapé ajan,
ten 'ging tegteho-ver mevrouwt Elb(ert in
een leunstoel zetten
Dat was jammer Als vrouw bald jut
haar direct in eed opgewekte, conversatie
ofver allerlei kleinigheden kunnen brenA
gjenm'aar mfa hield idi© consul biet
discours voortdteend' op' politiek terrein,
„Daar u nu naar Zweden tetriig'gant",,
;zieide mtelvrou'w 'Eibert, „kunt u zich he
laas niet overtuigen van den nood dlie er!
in de Berlijnschtei volksbrqiirten heeWscht."
„En in Siebenbürgtein", viel die cionsull
in de redej, „u,"be.bt er geien iicllee' van!.
kim(d'eren van 14 jaar ziein el- uit ajljsj
oiuide menschtetn
Toen kwami mevr.ojuiiv Ejbtelrt weer aan
htet woord. i
„Gij vreemdelingen", zeide1 zie, „Heeft
hier maar goedkoop1 in Berlijn! Door den
ImlarkenkoersZ.oo lang de valuta izjöiol
blijft |is de toestand van Duitsohlandi wan
hopig, Ik ltees miaar niet ©ens. bop die
marken dalen... Maar vandaag' hoioMdfei
ik van mijn main met eein tikje trots
dat de regtetering besibten heeft tot
een vtethooging van 25 percent voor vreeuil-
•delinigen. Dat is natuurlijk tel jvelinilg}.
Maar natuurlijk beeft het 'ziijn .gevialreni
hij daarmede hare treurige gedachten ver-
drijven. Maar dat zou hem niet zoo spoe
dig gelukken. De kleine bleef stil en treu
rig. Pas toen zij een mooie kapel zag
vliegen, schrok ,zij op en liep hem ach
terna, en verdween haar wit kleedje in
het groen.
„Een eigenaardig kind", izei mevrouw
Von Bernsteg m haar .zoon voegde er
nadenkend bij:
„En dat wat izij ons over den dood
van haren vader vertelde, vind ik ook
eigenaardig. Ik moet daar meer van weten;
het interesseert mij bepaald".
Op den terugweg liepen zij gelijk op
met den houtvester der Von der Rech
ten'» en mevrouw Von Bernsteg begon
een' 'gesprek met hem. De oude houtvester
was al spoedig met haar op zijn gemak
en het du'urdei niet langf of hiji had de
twee vreemdelingen meegedeeld, dat hij-
op FlüriStenhort thuis hoonde; en toen
Wolfgang de schoon© landerijen eri bos-
isc'hen bewonderde, kwam hij. geheel los.
„Ja", izeide hij; „©eb tweed© Fiirsteh-
'hort is en" biet. En als ik dan door de
bosscheb wandel, gaiat mij het hart open,
en ,zou ik nergens anders dan hier hout
vester willen wezen. Wat was het niet
een genot voor mij om met mijnheer- de
graaf op de jacht te gaan'; maar nu",
ging hij bedroefd voort, ,,is het met het
plezier voorbij, want sedert ik hem nooit
meer door het bosch zie gaan, is ai mijn
plezier eraf. Er was gieen schutter zooals
oOik. Men geeft honderd mark aan den
portier- van liet hoitel'en die id|o(at
d© inkoopen voor u! En daarbij kotafc
ida.t de winkels het liefst hun beste din!g|en)
dan aan vree'mdelabgpn verkoop,ten
Maar cr moet toch iets gedaan wor
den
Ik vertelde van inkoopen die ik gjed'aaini
had en roerde tot miijn verdediging aan:
„Maar zoo 'komt er toch geld Sn'
Duitschland 1"
Ja Izeker, antwoorddel z©, m!a,alr d'an|
onzie toestand toch prelcies zool
gel'Soof niet 'dat w-e u liever milet hier:
hebbenIntegendeel. Maar u mjoetj
meer betalten!"
De consul maakte ©en bijna! pbmierk-'
baar gpbaair.
„Die juffrouw wilde graag; uw portret
hebben!" zeide hij.
E!n mevrouw Eibert antwoorddel:
„Wie* wonen hier pias drie welden!
en we kittieb om fcooi t© zieiglglen nog! i|nL
'de verhuizing. Ik w«tet heusch niet wa'air
d© foto's liggen. We zijn- zöo overhaast
vlerhuisd van het jaag!"
„En waar woonde' u! vroegielr?"
„HSer in Berlijn elf jaar. Vroeger in
Birem'en!"
„Zou n 'ml© niet iets willen vertellen
Oiver b 'zfelf, ©n uw Vroeger leV'enl?"
Zij keek weifelend naar den' consul
„Ja,wa:ar zlal ik 'dan van velrte'l-
'llen
Maar 'inmiddels wate de consul opgtelj
staan, en zteid© gedéoidleerd„Neeirnt u!
mie niet kwalijkmaar' wei mogen niet
'lanfgler beslag' Iteggem op' deb kostbajrleb
tijd van mevrouw Ebert...!"
Het was het 'zinnetje waiaf ik htemj
te voren telvergeefs om gevraagd' hajdl
Eb toen volgde het afscheidi
Trotsky doodgeschoten?
De bladen bleivatten ©en bteiicht luit
J-lelsipgfors, meldend, dat Trolzky dood
geschoten -zou zijn. Hij zou op het Nar'-
wafront ruzie hebben gekr©gien met giene-
raai! Boiissof over den terugtocht, diiei
zoo hoo-g liep; dat de generaal zijn deigteb
'trok. Trotz'ky moet toen geëischt hebbten;
dat d© genteraal terstond' gefusiieierd zou!
worden, waarop de adjudant van geberaal
Borissof Trotzky met twee schoten zoul
hebben gedood.
E'enig voorbehoud l'ij.kt ons niteit onge-
■vVenscht. Bevtelstiigd is het bericht nog niet.
De aardbeving in Mexico.
Reuter seint uit Mexico' City, dat de
eerst© schok Zaterdagavond 9 ul. 45 plaats
had en vijf minuten duurde. D'e tweedel
sdhok onr 10 uur 25 was kort, Imlaar
geiwe-Miig en werd .gevolgd! door ontler-
grondsch gerommel'. De' derde schok oml
11 ,uur was alleen d.oor de' seismograaf
te hespleur'en.
De. aardschokken wieirden geyoieM door
h©t ig'ebeele land. Eir zijn 30 dood'en ib
het 'dorp San Juan; talrijke h.uizleb zijn
verwoest. Een zelfde ramp heieft H'ua-
tusco' igetroffen, vraar het aantal! dooiden
50 'bedraagt.
Te Jala pa heeft eveneens de aairdbe1
ving groot© verwoestingen aangericht.
Nieuwe strijd fn het Oosten?
Men vernteemt uit TilsitInwoners, van
Niimmtersatt (in het Nooirdteb, van Oost-
Pruiisen Red.) d(e!elten meld©, dat 2500
Liettische 'soldaten "Polaugen, ©ven p.ver
ld© Duitscbe greins, hebben belzlet |ZiiJ
voeren .ai-tflleirie en machinegteweren taojetl
hij. Iloe dikwijls heb ik hem een hert
izien neerschieten en met diezelfde oogen
heb ik hem .zien liggen in zijn bloed
stervend".
„Maar hoe is dat gebeurd?" vroeg me
vrouw Von Barnsteg, „vertel ons dat
eens?"
De houtvester bleef een oogenblik staan,
zuchtte diep en begon:
„Het gebeurde, verleden winter, op den
26sten Februari, 's Nachts had het erg:
gesneeuwd en toen zond mijnheer de graat'
om mij: en liet mij weten, dat hij met de
slede naar Burgwiald wilde1 'g'aan om "te
izien -of de sneeuw gean schade had aan-
giericht; ik moest het geweer meenemen;
want misschien .zobdien wij nogi ©an; hert
kunnen schieten. Ik kwam op den' be
paalden tijd op het slot en ziag daar
dat Christiaan, de koetsier, de jonge paar
den had ingespannen. Dat beviel mij niet
en ik zeide: „mijnheer de graaf, dat is
jong! bloed en dat deugt niet met dit
we©r„ zij. staan! niet stil als er geschoten
wordt; neemt u liever de bruintjes; die
staan pal". Hij; wilde er echter niets van
weteb en izeide
„Wij moeten het probeeren; de' bees
ten moeten het leeiten zij' zijn toch al
ilgoed ingereden!" en weg' ging het.
„Bij de oude platanen daar, keerde hij'
izich nog eens om en wuifde met de
j hoed naar het venster, w'aar mevrouw
de gravin en zijn dochtertje voor stom-
den'.
zich mede en zfulllen in '.sa'mfcnlwlerkiibg!
met de Litbaueirs tegen de Memel1 eb
Tilsit oprukken, waartoe iziiji van die en
tente toestemming z'0iu|den hebben ver
kregen.
Hongarije geplukt.
De Hongaarsche vredesdelegatie is oiv
der leiding van graaf Apponyi afgtefreisid
en zal Donderdag in Nleuilly aa.nkameu.
Met het ooig op idei moeilijke huisves
ting en ld© vallutiavelrhoudin'gen izlal (fflei
ddiegati© 'zjooi spioedüg mogelijk naar Boe
dapest terugkteeren, w.aar dian het ajnt-
woord op de vredesvoorwaarden zlal' wor
den vastgesteld.
lOvter Iden inhould dtelr voorwaarden is
het volgebdtei hekebdt
V,an de 64 comiteitein behoiu|dt Ilonga-
rij© er vollgielns, het vr©desveird!ragl slechts!
14. Zijn gebied wordt van 325000 tot
97.000 vferk. K.M. en Iziijb bevollkibg'scijfer
van '21 milllioieu tot 7,5 milipen vdrmin-
'clerd, waarbij 2,5 mfflioen Hobgaren on
der vietelmlde heerschappij; komen'-
;De grootste s teden, zoo als A rad', Te-
niiesvar, Klausienburg, G'ro - swar;l©in,l ress-i
burg, Kaschau en Bieeldenburg, verder dia
korenschuren vah het Banaat en de Beskai,
de kolenniijnen van het Zipdal, Ide gas-
hfohnten' van Sa.rmasu'y, evebal's .die izlouti
veilden van Marelmarois gaan voor Hon-
Igarij1© verloirteu.
Korte berichten.
In België dreigt nu ook een bak-
kersis taking.
De kassier, van d'Annunzio is
er vandoor met 1 millioen lire, Öie
voor uitbetaling' der soldaten waren
bestemd.
Te Weenen hebben hongerlijden
de 'menschen een nieuwen aanvai on
dernomen op een stati on s op slag p laats
waarin levensmiddelen geborgen, wer
den. Vier personen Avieridiengedood,
17 gewond.
Het conflict m het typografen-
hedrijï in België is- reédis bijgelegd.
Tegelijk met helt dalen van het
water i:s het vinnig koud geworden,
zoodat men vreest, dat de door bat
hoogwater in gevaar gébrachte Rijn-
lanasche dorpen door ijsgang bedreigd,
worden. Het is juist een eeuw gele
den, dat het Rijnland door zulk een
catastrofe werd getroffen.
Het voorstel ter 'oplossing van
het spoorweg-vraagstuk in Engeland
is heleend gemaakt, doch in 'de groote
spoorwegcentra door de bijeenkomsten
der 'spoorwegbeambten onaannemelijk
verklaard'.
In de Ver. Staten wordt zeven
tien fmjllioen dollar beschikbaar gesteld
voor den wederopbouw van Europa.
Uit Stockholm wordt gemeld, dat
het Servische gezantschap "omtrent de
geruchten over een aanslag op den
p'rinsregent medegedeeld heeft, dat tijL
dens zijh verblijf te Saninen 'een Monte-
negrijn werd. gearresteerd, idie toegaf
het plan tot een aanslag op den prins
regent te hebben gehad. Onafhankelijk
van djt alles heeft een mijno-ntploffing'
plaats gehad, waarbij; 28 personen wer
den gewond en 23 gedood.
Bij: het begin van den oorlog
hebben in Serajewo groote uitspat-
„Wij reden naar Burgbeirg en overtuig
den ons ervan dat do sneeuw geen schade
had aangericht.
„Op dén terugweg stegen de graaf en
ik af en -schoten ©enige hazen.
„De paaiden stonden doodstil en Chris
tiaan was trotsch op z©. Het werd in
tusschen donkerder ©n daa.r er geen hert
te zien. wa-s, wilden wij weer instappen.
Juist op dat o'Ogeniblik k-oant er een hert
door d© struiken. Mijn meester legt aan
en, schiet hem neer, en daarop wildten
wij, beide naar de plaats gaan waar het
beest was neergezonken, toen de: paarden
verschrikt door bet schot hoog opspron!-
gen en op hol wilden slaan. Met reuzen
kracht hield de graaf de' teugels-, en bijna
was het hem reeds gelukt de paarden
tot .staan te brengen, maar toen vree-
sclijkkwam hij met ongeluk aan
de haan van zijn geweer met dubbele
loop, het tweede schot ging af en treft
den graaf juist in de' borst. De slede
viel om en de koetsier wordt door het
een© paard in een greppel geslingerd'. Ik
liet hem liggen en de paarden loopenj,
want ik had slechts oogen voor 'mijn
armen meester. Nog leefde hij. Met
sneeuwwater wiesch ik zijn wond uit,
maar ik moést een dokter halen, als hij
niet 'sterven ,zou. Er woonde een bosrh-
wachter in de bnnrt, daar moest ik heen
(Wordt vervolgd.)
:.J V .ï-Jaül f-Bfcjei