No 81 Uinstlag 6 Januari IffSO S4e Jaargang JP/#| ~aiÏTMr I 8 E E L A Uitgave van d£ Nlaaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO, gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 219 (Telefoon No. 11). Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ L. BURG. Drukkers Oosterbaan Le*Cointre, Goes. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG kbonnementsprjfs: Prijs per 3 maanden fr. p. post f HJlp #«,06 Losse nummers Prijs der Advertentiëa: 14 regels f 1.12, elke regel meer 28 cent. Eenzelfde adv. 3 maal geplaatst wordt 2 maal berekend. Bij abonnement belangrijke korting. Kleine advertenties 75 cent. Bewijsnummers 5 cent. ■Kvsnaaxcsia» wwH&viAmantva'i- »CtfSGU»B.KTV»ï IWetaSKSKl.'-XA^I,' 'xs-tnmiAoai H.H. MverteerJers. In verband met den verkorten arbeids dag zullen wij niet kunnen instaan voor de plaatsing van advertenties, welke ons nil 1 uur nam. bereiken. Wegens de invoering van den vrijen Zaterdagmiddag zullen de advertenties voor het Zaterdagnummer nög vroeger binnen moeten zijn. Voor plaatsing van de annonces, die na 10 uur vm. bikomen, kunnen wij niet instaan. De doodstraf. Ontroerend zijn de berichten uit Rug- land over de vele vreeseiijkè strafge- tódhten der bolsjewiki over zoovete ongeiukkigen, en dat zonder vorm van proces geoefend. De doodstraf op groote schaal De Standaard' van Vrijidae1 16 October 1885 adviseerde m verband met de afgeschafte doodstraf de anli- rev. Kamerclub om in het ontwerp- wijziging Strafwetboek dat aan de orde ,was een artikel voor te stelten tot wederinvoering van de doodstraf. Een strafwetboek zonder doodstraf is een triomf van het liberalistische humaniteitsbeginsel over het barmhar- tigkeidsbegmsel van Gods Woord. diet slot van het artikel luidt„Voor al de tijden jnanen tot ernst. Door ons afgeschaft, wordt de doodstraf straks het eerste artikel in de Wel der' Com munemannen en Anarchisten". Op schrikkelijke wijze is dez:e pro fetie in vervulling, getreden. De doodstraf ter voldoening van het geschonden recht Gods werd afge schaft; de doodstraf ter verheerlijking van het grofste onrecht, het zooge naamde recht van den sterkste er voor in de plaats ^getreden. Het heieft aan Nederland en "de volken veel te_ zeggen. Doch helaas, de roepstem vindt geen gehoor. Immers in plaats van terug te k'ee- tren tot Gods Woord, dwalen de over heden steeds verder er van af, althans in hun strafbegrip en straf gericht eb. Ook de voorwaardelijke veroordeeling is er een bewijs van. En dat, terwijl de ervaring steeds meer leert, dat een strafrecht, waar aan 'de idoodstrafontbreekt, niet be staanbaar iis; uitloopt op ongebreidelde toepassing der doodstraf zonder vorm van pfoces en zonder bewustzijn van Gods gerechtigheid en hare eischen. 9 O Vatlen, maar niet zinken. Een oud schrijver heeft in ver ver vlogen jaren zijnen,landgenooten met dit woord bemoedigd. Op allerlei, toon wordt dit woord dezer dagen in Duitschland herhaald. En niet alleen in Duitschland, ook in Frankrijk. Als de oude erf-vijianid, de Germaan- sche reus, zal gewassen zijn! De oude Fransche minister-president bijgenaamd de tijger, Clemenoeau, Spoedde zich naar Londen om: 'daar steun te zoeken bij' hetgeen 'zou kunnen gebeuren. Be formaliteiten, nog noodig voor het sluiten van den vrede, schijnen omtrent afgeloopen. lederen dag is de onderteekening van het vredes-tracitaat te wachten. Maar het is en blijft, vooral van Fransche zijde, een vrede in angst. Gaat 't vredestractaat maar even na. Opvordering, zonder het recht van zelfbeschikking, van Elzas-Lotharin- gen, slooping van Helgoland, afneming van koloniën, verminken, zoo moge lijk vernielen van de Duitscbe indu strie, knotten van de christelijke zen ding zelf. Om van het opvorderen van oorlogstuig en oorlogsschepen en de gedwongen beperking der legermacht maar te zwijgen. Overal, door heel de Entente, maar vooral in Frankrijk, doet zich de angst voor een Duitschland dat vallen, maar niet zinken kan, gelden. Angst voor wederzijdsche concur rentie deed don oorlog:, dien wij' zoo jammerlijk zagen woëfien, geboren worden. 'Angst beheerscht het vredes-tractaat, welks onderteekening u dezer Idagen zal ter oore komen. Angst is de overwinnaar! de K, door M. v. W. 4) Mevrouw van Bamste-g dreigkiel "het kind! plagend met den vinger en zieide: „ma, zloo kleine spring in 't veld, laten wij dan mademoiselle etans g;aan 'zlqeken, iz!ij zal' je missen." Het kind schiujddte heftig met haar k'rul1- ltekopje en 'ziedde: „Ach, die zpekt mij tocjhl nietdie ibo|u)dt niiet van mij", en droevig1. Blei ooiglen ïieërslaande, zeidie zij half-luid: „Sedert papa idood is, houdt niemand meer Van mij, alleen maa:r iCtóstinie „ep blroietrtjle; Haar die is nojg te klein olm het tegemi mij te z'eg'gen", votejgde iziji er verontscliuL digend bij en slbeg haar armen oim dien hals van de vrien|delijkle| diame. Moeder* ten Izjoon wfasielden elein 'hlik Van vtefr1- stanidhoudiinig en Wolfgang' vroeg: „Woont ge daar hoven in dat mooie sjot?" „Zeker, wist je dat -hiel? Alle mem- seben kenlnen 'mij hier. Ik hen Gislela von der Rechten teh papa. no|emcI|ei mij »,mijn gtezelle." „Hoe lang is het geleden dat je vacter stierf?" vroeg Wolf. Bij Mevrouw Ebert. In de Loods van deze week verhaalt een medewerker van ©en onderhoud, dat een Zweedsch meisje, Sonja Sandblad, gehad heeft met de vrouw van president Ebert. Ter inleiding maakt hij gewag van de tallooze anekdoten, welke omtrent de familie in. omloop zijn, met name van de koddige vergissingen van mevrouw Ebert bij haar pogingen om Fransch te leeren. De minst aanstootelijke zou Wel zijn, dat zij dien zin: vroeger leefde ik als een verstandige vrouw in de afzonde ring, zou vertaald hebben: autrefois je vivais en sage femme da.ns la retirade- De Zweedsche dan had na veel moeite verlof gekregen haar opwachting bij me vrouw Ebert te maken en de medewerker verhaalt: Op het bepaalde uur stond een blond meisje tegenover en onder de strenge blik- ken van twee groene soldaten van Noske. Een wachtcommandant br,acht haar een breede trap op, en gaf ha,ar daar over aan - een elegante livreiknecht. „Ik moest even denken", zeide ze, „toen ik z'n gedistingeerd gezicht- en keurige manieren zag, apn een schoenmaker uit Narmeland, die rijk was geworden, en ©en auto had. Zondags ging de heele familie altijd uit rijden,'en in de restaurants ging de chauffeur mee aan tafel, omdat hij zoo goed den weg wist in wijnkaarten en menu's". Het meisje werd toegelaten bij den con sul, die in het Ebertseh-e paleis die rol van opperhofmaarschalk vervulde. De con sul zat juist te telefoneeren over ©en aangelegenheid betreffende brood- en le vensmiddelenbons. Hij was een jong- mensch van het bekende schrale en ener gieke Duitsch© uiterlijk, en hij scheen een beetje zenuwachtig over het onder houd, dat moest plaats hebben. Hij bracht haar weer n,aar de hoofd trap en den mooien lakei, en, om hem een beetje op zijn gemak te brengen, zeide bet meisje: „Èet is zoo lastig om je in een vreem de taal uit te drukken. Hoe zeg ik nu het beste, dat het mij spijt misbruik te „Dat weet ik niet maar ja, nu weet ik het weer, het was toen de eerste- sneeuwklokjes uit de sneeuw te voorschijn kwamen. Vooidat papa het bosch inreed, bracht ik hem de eerste; hij was er ,zoo blij mee en zeide: „Ik zal de sneeuw klokjes in 't bosch van je groeten, Gisela, mijn best kind". Het klonk eigenaardige toen het meisje die woorden herhaalde. Hare stem was .zoo zacht; mevrouw von B'arnsteg's oogen waren vochtig en aangetrokken door de onbevangen, lieve manieren van heit 'kind en' voelend, dat het gaarne over haar vader sprak, zeide zij: „En heeft hij je toen hij: terugkwam Van al de bloemen onder de sneeuw ver teld?" Verwonderd staarde het kind haar aan eh zeide langzaam en bedroefd: „Vader- is nooit' teruggekomen; daar in het bosch hij de Bnrgbeirg daar is het schot gevallen, dat heeft mij. Wald- traut, het wild© dorpsmeisje, waarmede ik wel ispeel, verteld. En toen men de izwarte kist met de vele palmen! door het park naar het kerkhof beeft gedragen, wou ik izioo' graag meegaan om ook een krans te dragen, maar ik moest heel stil bij mama blijven; die huilde zoo en ik ook". Mevrouw Von1 Bernsteg streek het kind zacht over het haar en kuste haar. Haar zoon echter hield haar een bloeiende tak lindebloesem onder de neus als wilde maken van den kostbaren lijd van de Reichsprasidentin Maar hij antwoordde haastig: „O... die frases zijn met het oude keizer-régime verdwenen. Nu laat men die maar achter wege. Wollen Sie ableg-en!" Hij hielp haar uit ha,ar mantel, en de knecht vroeg: „Wie mag ik bij den presi dent aandienen?" „Tiet is een audiëntie bij mevrouw Ebert!" zeide de consul, en de bediende veranderde van richting, en sloeg een paar reusachtige dubbele deuren open. Het was een groote zaal, waar een prach tige antieke kroon brandde; rondom ston den donkere mahoniehouten meubels. Daarachter kwam een kleine zaal, waar ook ©en antieke kroon hing, en leunstoelen stonden en een kleine canapé- Maar dat z,n.g zo nauwelijks, want al haar belangstelling ging uit naar een groote, statige dame, die ha,ar langzaam en waardig tegemoet kwam, en 'de hand toestak. Er was niets in haar dat herinnerde aan de vrouw die jn het kleine winkeltje te Bremen de klanten van haar man be diende. Ze ziet er jeugdig uit, en het is wonderlijk haar over haar volwassen kin deren te liooren spreken. Als zij lacht komt een rij hagelwitte tanden te zien en ze lacht dikwijls. Ze is in den rouw om twee zonen die zij in den oorlog verloren heeft. „Ik had vooruit", zoo vertelde Sonja Sandblad, „het onderwerp van ons ge sprek bepaald. En in overleg met den geheimraad, die mij deze introductie be zorgd had, begon ik over de Duitscho kindertjes, die in Zweden op bezoek zijn geweest. De consul is nu opeens heiel druk en geestig, en leidt de conversatie, die intusschen een wisseling van frasen blijft: 'hoe de kindertjes het bij ons vonden hoe blij we waren ze te kunnen helpen Zweden is immers bekend om zijn gast vrijheid enz. ©nz. enz. Mevrouw Eibert staat voortdurend! jn( ooigen-verbinlding .met den consul Hij' heeft iets idat het midden houdt tusschen een' kamlerheer en ©en imppesarioi Ik haidj igfedaeht dat 'hij weg zö(u gaan na öie) voorstelling, maar integendeel, bleef hij, wees mij mijn plaats, op de! canapé ajan, ten 'ging tegteho-ver mevrouwt Elb(ert in een leunstoel zetten Dat was jammer Als vrouw bald jut haar direct in eed opgewekte, conversatie ofver allerlei kleinigheden kunnen brenA gjenm'aar mfa hield idi© consul biet discours voortdteend' op' politiek terrein, „Daar u nu naar Zweden tetriig'gant",, ;zieide mtelvrou'w 'Eibert, „kunt u zich he laas niet overtuigen van den nood dlie er! in de Berlijnschtei volksbrqiirten heeWscht." „En in Siebenbürgtein", viel die cionsull in de redej, „u,"be.bt er geien iicllee' van!. kim(d'eren van 14 jaar ziein el- uit ajljsj oiuide menschtetn Toen kwami mevr.ojuiiv Ejbtelrt weer aan htet woord. i „Gij vreemdelingen", zeide1 zie, „Heeft hier maar goedkoop1 in Berlijn! Door den ImlarkenkoersZ.oo lang de valuta izjöiol blijft |is de toestand van Duitsohlandi wan hopig, Ik ltees miaar niet ©ens. bop die marken dalen... Maar vandaag' hoioMdfei ik van mijn main met eein tikje trots dat de regtetering besibten heeft tot een vtethooging van 25 percent voor vreeuil- •delinigen. Dat is natuurlijk tel jvelinilg}. Maar natuurlijk beeft het 'ziijn .gevialreni hij daarmede hare treurige gedachten ver- drijven. Maar dat zou hem niet zoo spoe dig gelukken. De kleine bleef stil en treu rig. Pas toen zij een mooie kapel zag vliegen, schrok ,zij op en liep hem ach terna, en verdween haar wit kleedje in het groen. „Een eigenaardig kind", izei mevrouw Von Bernsteg m haar .zoon voegde er nadenkend bij: „En dat wat izij ons over den dood van haren vader vertelde, vind ik ook eigenaardig. Ik moet daar meer van weten; het interesseert mij bepaald". Op den terugweg liepen zij gelijk op met den houtvester der Von der Rech ten'» en mevrouw Von Bernsteg begon een' 'gesprek met hem. De oude houtvester was al spoedig met haar op zijn gemak en het du'urdei niet langf of hiji had de twee vreemdelingen meegedeeld, dat hij- op FlüriStenhort thuis hoonde; en toen Wolfgang de schoon© landerijen eri bos- isc'hen bewonderde, kwam hij. geheel los. „Ja", izeide hij; „©eb tweed© Fiirsteh- 'hort is en" biet. En als ik dan door de bosscheb wandel, gaiat mij het hart open, en ,zou ik nergens anders dan hier hout vester willen wezen. Wat was het niet een genot voor mij om met mijnheer- de graaf op de jacht te gaan'; maar nu", ging hij bedroefd voort, ,,is het met het plezier voorbij, want sedert ik hem nooit meer door het bosch zie gaan, is ai mijn plezier eraf. Er was gieen schutter zooals oOik. Men geeft honderd mark aan den portier- van liet hoitel'en die id|o(at d© inkoopen voor u! En daarbij kotafc ida.t de winkels het liefst hun beste din!g|en) dan aan vree'mdelabgpn verkoop,ten Maar cr moet toch iets gedaan wor den Ik vertelde van inkoopen die ik gjed'aaini had en roerde tot miijn verdediging aan: „Maar zoo 'komt er toch geld Sn' Duitschland 1" Ja Izeker, antwoorddel z©, m!a,alr d'an| onzie toestand toch prelcies zool gel'Soof niet 'dat w-e u liever milet hier: hebbenIntegendeel. Maar u mjoetj meer betalten!" De consul maakte ©en bijna! pbmierk-' baar gpbaair. „Die juffrouw wilde graag; uw portret hebben!" zeide hij. E!n mevrouw Eibert antwoorddel: „Wie* wonen hier pias drie welden! en we kittieb om fcooi t© zieiglglen nog! i|nL 'de verhuizing. Ik w«tet heusch niet wa'air d© foto's liggen. We zijn- zöo overhaast vlerhuisd van het jaag!" „En waar woonde' u! vroegielr?" „HSer in Berlijn elf jaar. Vroeger in Birem'en!" „Zou n 'ml© niet iets willen vertellen Oiver b 'zfelf, ©n uw Vroeger leV'enl?" Zij keek weifelend naar den' consul „Ja,wa:ar zlal ik 'dan van velrte'l- 'llen Maar 'inmiddels wate de consul opgtelj staan, en zteid© gedéoidleerd„Neeirnt u! mie niet kwalijkmaar' wei mogen niet 'lanfgler beslag' Iteggem op' deb kostbajrleb tijd van mevrouw Ebert...!" Het was het 'zinnetje waiaf ik htemj te voren telvergeefs om gevraagd' hajdl Eb toen volgde het afscheidi Trotsky doodgeschoten? De bladen bleivatten ©en bteiicht luit J-lelsipgfors, meldend, dat Trolzky dood geschoten -zou zijn. Hij zou op het Nar'- wafront ruzie hebben gekr©gien met giene- raai! Boiissof over den terugtocht, diiei zoo hoo-g liep; dat de generaal zijn deigteb 'trok. Trotz'ky moet toen geëischt hebbten; dat d© genteraal terstond' gefusiieierd zou! worden, waarop de adjudant van geberaal Borissof Trotzky met twee schoten zoul hebben gedood. E'enig voorbehoud l'ij.kt ons niteit onge- ■vVenscht. Bevtelstiigd is het bericht nog niet. De aardbeving in Mexico. Reuter seint uit Mexico' City, dat de eerst© schok Zaterdagavond 9 ul. 45 plaats had en vijf minuten duurde. D'e tweedel sdhok onr 10 uur 25 was kort, Imlaar geiwe-Miig en werd .gevolgd! door ontler- grondsch gerommel'. De' derde schok oml 11 ,uur was alleen d.oor de' seismograaf te hespleur'en. De. aardschokken wieirden geyoieM door h©t ig'ebeele land. Eir zijn 30 dood'en ib het 'dorp San Juan; talrijke h.uizleb zijn verwoest. Een zelfde ramp heieft H'ua- tusco' igetroffen, vraar het aantal! dooiden 50 'bedraagt. Te Jala pa heeft eveneens de aairdbe1 ving groot© verwoestingen aangericht. Nieuwe strijd fn het Oosten? Men vernteemt uit TilsitInwoners, van Niimmtersatt (in het Nooirdteb, van Oost- Pruiisen Red.) d(e!elten meld©, dat 2500 Liettische 'soldaten "Polaugen, ©ven p.ver ld© Duitscbe greins, hebben belzlet |ZiiJ voeren .ai-tflleirie en machinegteweren taojetl hij. Iloe dikwijls heb ik hem een hert izien neerschieten en met diezelfde oogen heb ik hem .zien liggen in zijn bloed stervend". „Maar hoe is dat gebeurd?" vroeg me vrouw Von Barnsteg, „vertel ons dat eens?" De houtvester bleef een oogenblik staan, zuchtte diep en begon: „Het gebeurde, verleden winter, op den 26sten Februari, 's Nachts had het erg: gesneeuwd en toen zond mijnheer de graat' om mij: en liet mij weten, dat hij met de slede naar Burgwiald wilde1 'g'aan om "te izien -of de sneeuw gean schade had aan- giericht; ik moest het geweer meenemen; want misschien .zobdien wij nogi ©an; hert kunnen schieten. Ik kwam op den' be paalden tijd op het slot en ziag daar dat Christiaan, de koetsier, de jonge paar den had ingespannen. Dat beviel mij niet en ik zeide: „mijnheer de graaf, dat is jong! bloed en dat deugt niet met dit we©r„ zij. staan! niet stil als er geschoten wordt; neemt u liever de bruintjes; die staan pal". Hij; wilde er echter niets van weteb en izeide „Wij moeten het probeeren; de' bees ten moeten het leeiten zij' zijn toch al ilgoed ingereden!" en weg' ging het. „Bij de oude platanen daar, keerde hij' izich nog eens om en wuifde met de j hoed naar het venster, w'aar mevrouw de gravin en zijn dochtertje voor stom- den'. zich mede en zfulllen in '.sa'mfcnlwlerkiibg! met de Litbaueirs tegen de Memel1 eb Tilsit oprukken, waartoe iziiji van die en tente toestemming z'0iu|den hebben ver kregen. Hongarije geplukt. De Hongaarsche vredesdelegatie is oiv der leiding van graaf Apponyi afgtefreisid en zal Donderdag in Nleuilly aa.nkameu. Met het ooig op idei moeilijke huisves ting en ld© vallutiavelrhoudin'gen izlal (fflei ddiegati© 'zjooi spioedüg mogelijk naar Boe dapest terugkteeren, w.aar dian het ajnt- woord op de vredesvoorwaarden zlal' wor den vastgesteld. lOvter Iden inhould dtelr voorwaarden is het volgebdtei hekebdt V,an de 64 comiteitein behoiu|dt Ilonga- rij© er vollgielns, het vr©desveird!ragl slechts! 14. Zijn gebied wordt van 325000 tot 97.000 vferk. K.M. en Iziijb bevollkibg'scijfer van '21 milllioieu tot 7,5 milipen vdrmin- 'clerd, waarbij 2,5 mfflioen Hobgaren on der vietelmlde heerschappij; komen'- ;De grootste s teden, zoo als A rad', Te- niiesvar, Klausienburg, G'ro - swar;l©in,l ress-i burg, Kaschau en Bieeldenburg, verder dia korenschuren vah het Banaat en de Beskai, de kolenniijnen van het Zipdal, Ide gas- hfohnten' van Sa.rmasu'y, evebal's .die izlouti veilden van Marelmarois gaan voor Hon- Igarij1© verloirteu. Korte berichten. In België dreigt nu ook een bak- kersis taking. De kassier, van d'Annunzio is er vandoor met 1 millioen lire, Öie voor uitbetaling' der soldaten waren bestemd. Te Weenen hebben hongerlijden de 'menschen een nieuwen aanvai on dernomen op een stati on s op slag p laats waarin levensmiddelen geborgen, wer den. Vier personen Avieridiengedood, 17 gewond. Het conflict m het typografen- hedrijï in België is- reédis bijgelegd. Tegelijk met helt dalen van het water i:s het vinnig koud geworden, zoodat men vreest, dat de door bat hoogwater in gevaar gébrachte Rijn- lanasche dorpen door ijsgang bedreigd, worden. Het is juist een eeuw gele den, dat het Rijnland door zulk een catastrofe werd getroffen. Het voorstel ter 'oplossing van het spoorweg-vraagstuk in Engeland is heleend gemaakt, doch in 'de groote spoorwegcentra door de bijeenkomsten der 'spoorwegbeambten onaannemelijk verklaard'. In de Ver. Staten wordt zeven tien fmjllioen dollar beschikbaar gesteld voor den wederopbouw van Europa. Uit Stockholm wordt gemeld, dat het Servische gezantschap "omtrent de geruchten over een aanslag op den p'rinsregent medegedeeld heeft, dat tijL dens zijh verblijf te Saninen 'een Monte- negrijn werd. gearresteerd, idie toegaf het plan tot een aanslag op den prins regent te hebben gehad. Onafhankelijk van djt alles heeft een mijno-ntploffing' plaats gehad, waarbij; 28 personen wer den gewond en 23 gedood. Bij: het begin van den oorlog hebben in Serajewo groote uitspat- „Wij reden naar Burgbeirg en overtuig den ons ervan dat do sneeuw geen schade had aangericht. „Op dén terugweg stegen de graaf en ik af en -schoten ©enige hazen. „De paaiden stonden doodstil en Chris tiaan was trotsch op z©. Het werd in tusschen donkerder ©n daa.r er geen hert te zien. wa-s, wilden wij weer instappen. Juist op dat o'Ogeniblik k-oant er een hert door d© struiken. Mijn meester legt aan en, schiet hem neer, en daarop wildten wij, beide naar de plaats gaan waar het beest was neergezonken, toen de: paarden verschrikt door bet schot hoog opspron!- gen en op hol wilden slaan. Met reuzen kracht hield de graaf de' teugels-, en bijna was het hem reeds gelukt de paarden tot .staan te brengen, maar toen vree- sclijkkwam hij met ongeluk aan de haan van zijn geweer met dubbele loop, het tweede schot ging af en treft den graaf juist in de' borst. De slede viel om en de koetsier wordt door het een© paard in een greppel geslingerd'. Ik liet hem liggen en de paarden loopenj, want ik had slechts oogen voor 'mijn armen meester. Nog leefde hij. Met sneeuwwater wiesch ik zijn wond uit, maar ik moést een dokter halen, als hij niet 'sterven ,zou. Er woonde een bosrh- wachter in de bnnrt, daar moest ik heen (Wordt vervolgd.) :.J V .ï-Jaül f-Bfcjei

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1920 | | pagina 1