Donderdag SSI Januari 1919
3Jit* Jaargang
Seraphine
%o. H3
Uitgave va*
4e Kwaal. Tenn. LUCÏOR ET EA1ERGO,
jevestigd t© Goes.
Hoofdbureau te Goes:
L AtSG E VORSTSTRAAT M».
(Telefoon So. 11.)
Bureau te Middelburg
FIRMA F. P. DHULT L- BÜR1
Drukkers:
O*afarbaa n Le Coiotre, Goes.
TWaw I'm win mm
Be Uniecolleet».
Be Unie-collecte bedroeg het vonge
jaaff ver over de 17b duizend gulden,
eon cijfer als nooit werd behaald.,
In totaal is er nu al sedert 1879, het
eerste jaar der Unie-collecte, voor onze
scholen met den Bijbel f 3.789.152.20.y2
gecollecteerd.
Baat ons hopen dat in 1919
het vredesjaar naar wij biddend ver
onderstellen de collecte weer zoo
veel jhooeer is, dat in totaal de vier
milliocn behaald wordt 1
Wat zou onze trouwe Derksen in
de handen gewreven hebben bi] zoo
danig een uitkomst
Indien ieder dezen zomer een klei
nigheidje meer geeft, dan wordt 't
totaal bedrag allicht 210 duizend gul
den; en dan is de 4 millioen be
haald.
Wjj hopen het te helpen onthouden
hij de volgende Unie-collecte,
TERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprgt:
ter 3 maanden fr. p. post I14R
Losse nummers -0.09
Prijs der Advertentiën:
14 regels f 0.80, iedere regel meer tO 4L
Verhoogd met een tijdelijken oorlogstoeslag
van 20 °/0
3-maal wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden,.
Bewijsnummers 5 cent
Waakt en bidt
II© trjd blijft ernstig. De spanning
neiemt toe. De revolutie viert haxe,
triomfen over onze grenzen; en bin
nen. dezelve wroet, ze in den donker
en smeedt ze hare wapens.
'Niemand is gerust. Daarom zij' st
woord van den Heiland ons herinnerd
Waakt i Waakt en bidtt
(Christenen van alle gezindten, be
lijders van 's Hoeren Naam, sluit u
aaneen.
Christen-werklieden die nog dolende
zjjt in de modem© vakorganisatie, of
nog m afgezonderdheid weigerachtig
blijft om u bij de Christelijke vakver-
eeniging j,n uwe woonplaats aan tel
sluiten, ontwaakt uit uwe onverant
woordelijke rustige rust., en Iaat u ten
goede raden.
In eendrachtig optreden is kracht.
De vijand moet zien, dat wij niet in
gesluimerd zijn. Hij zelf slaapt ook
niet; dat wordt ge wel gewaar.
Wetenschap si Kunst.
Over Boeken en Schrijvers.
GOES. De Ver. voor Christelijke Win-
terlezingen heeft den literatuurliefheb
bers gisteren een genotvolle ure ver
schaft. De heer G. G. van As, de
bekende Haagsche letterkundige en jour
nalist, heeft in de Sociëteit V. O. V. voor
een talrijk publiek gesproken over boeken
en schrijvers.
Ka door den vice-voorzitter der Ver.,
den beer L. Smit, op de gebruikelijke
wijze ingeleid te zijn, sprak de beer van
As allereerst oen enkel woord over de
literatuur in het algemeen.
Bij het woord „literatuur" opent zich
een wijden horizon van schoonheid. Ja
ren zouden noodig zijn, om ons de wijd-
«che cathedralen van he t woord door
te leiden. Het verkende plekje, dat Chris-
teh)ke kunst heet, is echter nog maar
zeer klein. Zij belooft, wat de mensch be
hoeft, die bij brood alleen niet leven kan
Wjj moeten nog zoeken waar wij den
voet zullen neerzetten.
Over den schrijver en zijn werk spre
kende, merkte de spreker op, dat Streu-
vels wel gelijk had ,toen hij zeide, dat
men aan den kunstenaar meer aandacht
schenkt dan aan het kunstgewrocht.
Men wil nog maar niet gelooven, dat
de kunstenaar een gewoon mensch is.
Wat de kritiek betreft, deze is zich
al meer tot het publiek gaan richten,
waar zij zich vroeger rechtstreeks tot den
auteur wendde. Daardoor wordt nieuws
gierigheid gewekt, welke zich veelal tot
belangstelling ontwikkelt.
De schoonheid i; Godes.
Ze ligt niet alleen in wat des inen-
schen handen arbeiden, in wat uit onze
talenten opbloeit, maar schoon is de ge-
heele schepping Gods, zelfs na den' vloek
door onze zondeschuld. Maar hierdoor be
reikt do men Sch nimmer het volmaakte.
Kunst is na-schepping.' God schept alleen:
De kunst van den mensch is afschaduwing
van wat God 'kan, schreef dr. Kuyper,
en zoo is het.
Deze definitie wordt alleen aanvaard
door hen, die de realiteit Gods aanvaar
den,
In het doorleefd hebben ligt het geheim
van de moderne dichtkunst. Toch is deze
j uitspraak ietwat onvolledig. In de moderne
kunstbeschouwing blijft echter de mensch
het middelpunt. Spr. herinnerde in dit
I verband aan een paar bekende regels van
I Kloos,
1 Niettemin hebben ook Kloos en con
sorten aan goddelijke invloeden gedacht.
Kunst is levert shielding, maar ze kan
ook zijn levensverrijking. Door het eerste
het laatste. Het leiden en overtuigen is
echter iets bijkomstigs. Doel is slechts
iets schoons te geven.
Die taak heeft de kunst in alle eeuwen
volbracht. Meer dan eenige andere kunst
draagt de literatuur het kenmerk van den
tijd, waarin ze is voortgebracht. De lite
ratuur is de spiegel van den tijd.
Wij leven in een overgangstijdperk. In
de 18e eeuw heeft de literatuur zich niet
j ontwikkeld. In het begin der 19e eeuw
I begon de opleving der Romantiek. Daar-
j na had men het Reveil, dat ons den
i dichter Da Costa gaf. In de tweede helft
i had het -Christendom in de kunst aige-
daan. De moderne natuurwetenschap had
de overhand. Men verheerlijkte algemeen
de stof; de eeredienst van de kunst moest
den godsdienst vervangen. Toch is dit
niet als een uitvinding van de 80'ers te
beschouwen. De invloed van Strauss was
er niet vreemd aan.
De 80'ers zochten naar nieuwe vormen
voor een nieuwen tijd. Daarin lag iets
revolutionairs, maar dat is nu eenmaal
het kenmerk van de jeugd. De 80'er bewe
ging heeft niet geweten, dat ze dien invloed
zou hebben, dien ze later bleek te bezitten.
Zij schreven „De kunst om de kunst"
in hun vaandel. Later heeft men, evenals
i Goethe deed, deze stelling losgelaten, en
j erkend dat de kunst draagster van ideeën
j is. De jongeren bouwen hun kunst op
het gemeenschapsdenkbeeld. Van Deysel
en Verwey schijnen op het oude stand'-
j punt te zijn blijven staan, althans voor
i zoover dit mogelijk is.
i Do beweging van 1880 was niet natio-
j naai, maar ze heeft wel nieuw leven
i gebracht in de literatuur. Helaas, op de
lente volgde geen volle zomer. In ieder
geval heeft de 80'er richting ons een
schat van taalschoon gegeven, zij het ook
dat ze- pantheïstisch en mitsdien onpopu
lair was. Ons volk wilde den band tus,-
schen zijn godsdienstig bewustzijn en
schoonheidsaandoening .niet met ruwe
hand verbroken zien. Voor de godheid
der 80'ers vulde ons volk zijn God niet
ruilen.
Nu komt de mystiek weer, naar voren.
FEUIi.LETON.
Z. TON MANTEUFFEL.'
76) _0—
Zij kon niet vorder spreken; tranen
A^rs tikten hare stem, en Mathus die
aok naar troost smachtte, was gehépl
Overwieldicnrl rln,n,r :i n r
«otu UU'Uöb SlIlcWyimtS, WftS-
overweldigd door haar verdriet,
nau w6 mama"> stamelde hij en
kenTrrf'^. Wa,P0n deze woorden gespro-
l„„i_ zi3 had. jhhim reeds weienend en-
dat 'Ai ï^11 'ibart gedrukt, zij voelde
en leveling weer terug haid
en geduld hom+ alI,;s.jf
schulden wist hij nbtH peT spe^1'
tante schrok reeds bij
van. Hoe dat moist
greep ztrf niet. Maar Zrf daxfto
hoofdzakelijk aan h m a's f
troosten en Mathus had ook Zoowat W
gevoel, als,of hij waar.ijk een onderweg
land was, dat gemist, als moeder weer
jpoed op heim is.
Des namiddags kreieg hij een uitnoo-
diging voor ertn pic-nic, die de Lettow's
op .touw hadden g, iziet. Hij' bedankte en
bleef thuis. Aan het avondeten kwamen;
verscheidene officieren en mevrouw vort
iWertber zag er voor 'teerst sinds langen
.tijd weer vroolijk uit; Zij schertste en!
lachte en had Mathus aan hare rechter
hand. I
Den volgenden dag woonden gravin
Gisela en Leooa, de executies bij en toen
deze geëindigd waren en Mathus naar
'zijn tante toeging, kwam ook gravin
Gisela naar het rijtuig, groette vriende
lijk, vroeg aan mevrouw van Werther
hoe het. haar ging en of er betere ba-
richten waren van Seraphine. Mathus ne
geerde zij. Was, zij boos op hem? Hij was
door dezé verandering vau houding zool
in de war, dat hij beurtelings blleek „en
rood werd. Eind lijk waagde hij! het, toten
zijn tante m t een der andere officieren
sprak, zachtjes te vragen: „Mag ik u
hedetn weer begeleiden, gravin?' „Neen",
was het korte antwoord en de gravin
draaide zich om en was dadelijk daarop
met Lcona in 'tbosch verdwenen1.
Nu kon Mathus natuurlijk over niets
anders meer denken dan hoe hij die mooie
vrouw weer zon vermenen. Dat Zij boos
op hem was, was duidelijk en voor
hem onvierdrageljfc.
Is het niet begrijpelijk, dat de door de
80'ers teleurgestolden nog ietwat wantrou
wig zijn?
Spreker schetste als het ideaal product
van Chr. kunst dat boek, waarin de le
vensbeschouwing van den Christen-kun
stenaar, zonder dat de lezer het bemerkt,
als, de waarheid en ate de hoogste schoon-
schoonheid gevoeld .wordt en gezien,
i Na de pauze sprak de heer van As
meer in 't bijzonder over den schrijver,
zich beroepende op Stijn Strenvels, die
niet kon zeggen hoe men schrijver wordt,
doch alleen hoe hijzelf schrijver werd.
De weg tot het schrijven wordt door
het lezen gebaand. In de jeugd van de
meeste schrijvers'is het boek van onge
wone beteekenis. Het boek maakt de
schrijvers, zooals'zij weer het boek ge
ven. Aanvankelijk had den spreker hef
vertellen van verhalen buitengewoon aan
getrokken. Op z'n 12 jaar verschenen z'n
eerste dichtregelen, een versje' op Ko-
ninginne-verjaardag, in de Utrechtsche
Courant. Het herinnerde zich de voorliefde
van zijn grootvader voor het declameeren
en aan het verzen schrijven van zij 13
vader. Er moet talent, aanleg en goesting
zijn, zegt Streuvels. Welnu, de goesting
was er wel bij den jongen van As. Zijn'
eerste onderwerpen zocht hij in de ad
vertenties in de bladen. Talrijke titels van
werken boden stof voor verzen, welke
hij zijn moeder dan vooi'las. Hij zou geen
schrijver geworden zijn als de krant hem
niet gesteund had bij zijn pogingen. In
de krant verschenen jz'ijn kleine en groo-
tero verhalen.
Het eerste groote werk de schrijver
was toen 17 jaar was de „historische
roman": Het geheim va nden klooster
broeder (uit den 80-jarigen oorlog). De
schrijver zelf noemde deze pennevrucht
onkruid, als historischen roman 3e hands
wijsheid. Het honorarium bestond uit
een.vrijen dag, als resultaat van het
dreigement om de krant een dag zonder
feuilleton te laten verschijnen.
Mén moet loeren schrijven gelijk men
leert lezen', zekh! spr. verder.
Maar talent, aanleg en 1 goesting behooren
er bij. Die hebben wij of wij hebben!
ze niet.
De groote moeilijkheid voor den be
ginneling ligt in de noodzakelijkheid om
laag bij den grond te blijven. De broeder
van mr. Jelles Troelstra, nu wijlen Dirk
Troelstra, heeft den heer van As den
eisch van het realisme doen kennen. Zie
en schrijf dan, zeide hij. Toen bleef de
heer van As lager bij den grond en schreef
hij schetsen over het dagelijksch gebeuren.
Het .geschiedkundige verhaal lijkt gemak
kelijker dan de romantiek, toch moet het
eerste aan zeer hooge eischen voldoen.
Het vereischt uitgebreide studie van het
leven in de vroegere tijden. De auteur
moet altijd midden in het leven staan.
Waarom lezen wij eigenlijk? Wij willen
weten met welk oog de schrijver de we
reld en de levensverschijnselen heeft ge
zien. Immers de dichter is een mensch,
maar een die dieper voelt dan gewone
stervelingen. Hij kan zich echter nimmer
aan het leven onttrekken.
Ook de kunstenaar staat onder de wet
Gods. Hij mag niet vermummiën in de
stille studeerkamer. Hoe zal hij het leven
beelden, zoo hij niet met alle geledingen
heeft medegedeeld, in de regionen van
vreugde en smart?
Spr. schetst de hoogte van het schrij
verschap, welke niet ieder bereikt. Toch
moet er in het werk van elk kunstenaar
een zekere climax zijn. Het leven loutert
Hij ging, 'zoodra hij' vrij was, naar de
villa Regina ein vroeg naar de glravin.
Zij! ontving hem alken en zag er zfe-er
ernstig en terneergeslagen uit. Dit maak
te hetm .slechts verwarder. „Waarmede
heb ik uw boosheid opgewekt, gravin?"
vvroeg hij met smeefeenidie steml.
„Neten, neen, praat er niet van," ant
woordde z!ijj. „Ik droomde eens een schoo,-
nen droom. Hij is voorbij!"
Mathus verloor bijl d, ze geheimzinnigfe
woorden zijn laatste restje versland. Hiet
scheelde niet veel of hij was voer haar op
de knieën gevallen. „Wat voor droom
ik smeek u, spreekt, u daidelijker!"
„De droom van' een goed® daad
laa.t men mocielïjlk los!" De trainen stan
den haar in de oogien; „ik h'ad hlet mi}
izöo mooi uitgedacht, boa ik ut redden,
hoe ik u troosten zou! Ik z,^g allés komen,
'zlooals het gekomen is. Ik zrtg u eiken dag!
bekommerder en onrustiger en ik had
reeds uitgedacht hoe he® lijk, hoji grootsch
jhet z'ou zijn om op, dat oogenblik, waarop
•uw angst het hoogstel punt bereikt had,
uw trooster'js en redster te zijn."
Mathus was goh ®1 verward. Hij be-
greep haar niet; hij" stia d© haar slechts
aan. Als Zlijl niet zoo v rb.izcnd ongenaak
baar en zöo hoog boven hem verheven
geweest was, dan zion hij haar gin, om
den hals zjijn gevallen, wajnt daarop meen-
hem èn zijn kunst. „Poëzie is diep lijden".
De kunst wordt slecht betaald. Het is
slechts uitzondering, dat de schrijver leeft
van zijn pon. De beperktheid van het
taalgebied is er de oorzaak van. In En1-
gcland en Amerika kunnen zelfs tweede
en derde-rangs novellisten van hun kunst
bestaan. Toch maakt de Chr. kunst ten
onzent een gunstige uitzondering. „Het
eenzame pad" beleefde twee drukken, en
zag in 4000 exx. het licht.
Onze literaire armoede noopt tot het
uitschrijven van wedstrijden.
Ook van As heeft eens aan een wed
strijd medegedaan. Gelukkig, zeide spr.,
hen ik niet beroemd geworden door mijn
eerste werk.
Naar aanleiding van „Ontwapend" had
spr. het nog over.de lendenz in de kunst.
Dit staat vierkant tegenover „L'art pour
1' art", de kunst om de kunst. Maar wij
hebben ons te wachten voor valsclie ten-
depz, In kunst met tendenz. ligt altijd
iets gewrongens.
Niettemin zal de Christen steeds hal
optimisme van z'ijjn geloof tot uiting bren
gen. Kunst, die niets anders doet dan
denken aan zichzelf is een wéinig van
den rechten weg af. Wij zwijgen van den
Eénigo niet. Dit is de rechtvaardiging
van onze knnsl.
Vanwaar het pseudoniem „G. Schrij
ver" Ten onrechte heeft men wel ge
dacht. aan een zelfgenoegzame aanduiding.
Evenals Maclaren heeft van As den naam
zijner moeder als schuilnaam..aangeno
men.
Men heeft veelal al te hooge verwach
tingen van een boek.
Men wil er alles uit leeren en men
wil soms, dat het ons naar den. hemel,
bnenge of et' voor,. De auteur wil echter
slechts laten zien en voelen wat hij zag
en voelde. De taal biedt hem gelegenheid
dit op verschillende manieren tot uiting
te brengenlyriek en epiek.
Over het realisme, het vraagstuk dier
'zonde en de verbeelding sprekende, zeide
de heer van As, dat men ook droeve
werkelijkheid mag geven, mits niet voor
te jeugdige personen en mits de zonde
nooit aantrekkelijk of- begeerlijk geblaakt
wordt.
De schrijver kiest geen onderwerp, maar
liet o-nderwerp kiest hem. De uiteriijike
omstandigheden oefenen grooten invloed
op hem uit. De liefde y.oor zijln' figuren
inspireert hem verder. Spr. schetste de
groote moeilijkheden, we'kö de romanop-
zfet biedt en noemde maberieele studie
als een voornamen eisch. De kunstsnaar
moet de quintessence geven van, de yver-
kelijjkheid. Het schema van zijin werk kan
al schrijvende veranderd worden.
Over al te persoonlijke kritiek moiet
men 'zich in een klein land als het onze
niet te zeer verwonderen. Wel echter
over de afkeuring van vele Christen-re
censenten, waar zelfs de vrijzinnige cri
tici nog een woord van waardeering over
hebben.
Tenslotte 'had spr. het over de ver
antwoordelijkheid. van den Christen-schirij1
ver. Men moet nooit vergeten, dat hij
verantwoordelijk is 'aan God alleen. En
dat een Christen zich niet verhoovaar-
digen zal in zijln vrijheid.
Een dankbaar' applaus steeg uit de
.vergadering op. De heer Smit vertolkte
nog met een kort, warm yoord den dank
der toehoorders, waarop de heen1 van As
met dankgebed de bijéénkomst sloot.
8uste?t$and.
de hij na hieit gesprokene recht te hebben.
Maar hij begreep langzamerhand dat hij
zich vergist had, en za,g verder in, dat
het. karakter van deze vrouw even ontoe
rekenbaar was, als d® uitdrukking harer
«ogen, en zich steeds weder van een amide-
- ren kant vertoonde.
- Zij leunde met het hoofd in de h'and
en ging voort; „Ziet u, de'z!e dag maakt
een einde aan mijn schoonen droom.
Daar buiten op het exercitieveld zag ik
aan uw oogen en aan die van uw tante,
dat u reels een vertrouwelinge voor uw|
strijd en uw verdriet hebt gekoizen, dat
ik nooit diegene zou Zijn, naar wie ui toe
zoudt komen om uiw hart uit te starten,
en door wie u zich zOu laten troosten.
De grootei reine Vreugde, die ik ondervond
in het vooruitzicht van die goede daad,
is voorbij. Dat doet pijn!"1
Zij zuchtte. Mathus keek hulpzoekend
rond, maan er kwam g:en hulp en daarom
lag hij het volgende oogenblik naast de
gravin op die kni :ën, g'reel> hare banden)
alsof hij een drenkeling was:
„Gravin Ellas, heb m .delijlden met mijl
•Zeg mij, mag ik hopen?",
„Staat u op!" onderbrak "zlijl hem onge
duldig, hos bunt u mij zöioi verkeerd ver-
sl.aanl Opdat dit niet weer voorkomt, z)al
ik u met een paar woorden op die- hoogte
van den tpestand hreng<pv[Wat wondt
Bokno$t overzicht von den toestand.
De officieele communiqué's van de
vredesconferentie zijn, zooals. te voor
zien was, weinigzeggend.
Uit het. jongste blijkt niet, meer,, daa
dat de Poolsche kwestie besprokenl
is, dat als resultaat van de besprekin
gen overeengekomen is, eten missie
naar- Polen te zenden, en dat daarna
de besprekingen vair de Russisch©
kwestie zijn borva.t
I)e stroom van afgevaardigden naar,
de Fransche hoofdstad wordt inlus-
scben steeds grooter.
De Britsche vereenig'ing voor dein;
volkerenbond b.v. heeft 10 algevaar
digden aangewezen om met de gedele
geerden van Frankrijk, Italië en Ame
rika ter vredesconferentie te beraad
slagen.
Doch er kwamen ;er ook nog van an
dere zijde
Daar zijn vooreerst. Ide oude boeren
generaals Hertzog en De Wet, die door
het nat i onalis tem con gres te Bloemfon
tein zijn aangewezen om naar Parijs te
gaan, ten einde de on afhankelijkheidt
van Zuid-Afrika van de vredes-confe-
rentie t© verkrijgen..
Dan zal Parijs ook eerstdaags een,
lersche deputatie zien arriveeren, drie!
afgevaardigden van de zoo juist dqor
de Sinn Feiners te Dublin ui toeroepen
onafhankelijke lersche republiek, diiei
bij de behandeling van alles wat valt
onder de afdeeling „zelfbestemming"
waarschijnlijk ook wel, al is bet dan
indirect, een hartig w,bordje zullen,
meespreken.
Terwijl bijna over de geheelc wereld
keizers- en koningstronen, naar de mu
sea van oude merkwaardigheden zijn
verhuisd en de republiek als hoogste
ideaal wordt uitverkoren is het. wel
opmerkelijk, dat het Jdeme Portugal
van dat „heerlijk" bestuurssysteem na
acht jaar genoeg schijnt te hebben.
Er is op het oogenblik in Portugal
een monarchistische beweging gaan
de, welke van grooter kracht blijkt
dan vorige pogingen tot herstel der
monarchie. Oporto, de tweede stad
des rijks, is totaal in 'handen van de
kon ings gezinden, die .er zelfs in ge>-
slaagcL zijn den republikeinschen mi
nister van porlog al is het dan.
ook met dwang tot de monarchie
te beboeren, ten die reeds een regeenng
hebben gevormd, waarvan Conceixq
hoofd is en de bekende Magalhatefe
de Lima, de broer van een der laatste
monarchistische premiers, minister
Van buLtenlandsohe zaken.
Uit Vigo- wordt d.d. gisteren gemeld
De monarchistische jbetoogmgen du
ren in dei straten van Qporto voort..
De monarchale règeéring heeft ver
ordend, dat de burgers de wapens;
moeten uitleveren.
De studenten te Oporto orgamseeiilen
vrij willigers-batal jons
Men meldt ,dat een gedeelte van het
garnizoen van. Lissabon zich baj dei
monarchisten gevoegd heeft. De bu
reaux van de x/epublikeinsche Maden
zijn door het volk aangevallen.
De niet-royalistische officieren van
het garnizoen te Val-en-Caminho zijn
vervangen.
Vier [oorlogsschepen zijn uit Lissa-
u dan hopen? Dat ik uw dwazO liefde
z'011 beantwoorden een liefde dio u tot
was in mijh handen maakt? Bespottelijk!
Ik zleg u, dat ik tot nu toa nog niemand,
gevonden, heb, dien ik mijn hart waard
vond! Beter getegd: di© Waard was dat
een Gisela zich voor hem, a!s een Zottin
aanstelde. Want liefde is dwaasheid. Wie
ier dooi' aangetast wolrdt. omdat ik hem
lief h-eib aangekeken, met dien mensch
kan ik doen wat ik Wil. De grootste wijs-
geeren werden dwazen vo,or mij, de
moedigste belden kruipende slaven. Ho©
moet ik nu achting [hi bben voor mannen
of gelooven aan dit bestaan van liefde?
U ziult mij! nu wel1 niet. verkeeird begrijpen
als jk 11 'zeg: len toch bevielt ui mij ala
in lang geen ander! Toen ik u aanzag
verheugde ik mij, want, u waart schoon
naar lichaam en ziejl. U waart het beeld
van openhartig© eerlijke mannelijkhbidl.
U gingt moedig uws weegs. Ik hoopte)
reeds 'n ideaal te hebben gevonden ;toen
ontdekte ik den leiband, waaraan mama de
'Zoete kinderen vasthield. ïk scheurde
dien ledband en Zei,de tot u„sta nu al
leen!" U kondt het niet. U tuimelde oiu
en ik stond er teleurgesteld naast. Ziet
u, dat is het eerste bedrijf van [hét treur
spel, dat ik reeds zöo dikwijls zat; op
voeren. Nu komt h,at tweed© bedrijf.
(Wordt, vervolgd.)