Donderdag SSI Januari 1919 3Jit* Jaargang Seraphine %o. H3 Uitgave va* 4e Kwaal. Tenn. LUCÏOR ET EA1ERGO, jevestigd t© Goes. Hoofdbureau te Goes: L AtSG E VORSTSTRAAT M». (Telefoon So. 11.) Bureau te Middelburg FIRMA F. P. DHULT L- BÜR1 Drukkers: O*afarbaa n Le Coiotre, Goes. TWaw I'm win mm Be Uniecolleet». Be Unie-collecte bedroeg het vonge jaaff ver over de 17b duizend gulden, eon cijfer als nooit werd behaald., In totaal is er nu al sedert 1879, het eerste jaar der Unie-collecte, voor onze scholen met den Bijbel f 3.789.152.20.y2 gecollecteerd. Baat ons hopen dat in 1919 het vredesjaar naar wij biddend ver onderstellen de collecte weer zoo veel jhooeer is, dat in totaal de vier milliocn behaald wordt 1 Wat zou onze trouwe Derksen in de handen gewreven hebben bi] zoo danig een uitkomst Indien ieder dezen zomer een klei nigheidje meer geeft, dan wordt 't totaal bedrag allicht 210 duizend gul den; en dan is de 4 millioen be haald. Wjj hopen het te helpen onthouden hij de volgende Unie-collecte, TERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprgt: ter 3 maanden fr. p. post I14R Losse nummers -0.09 Prijs der Advertentiën: 14 regels f 0.80, iedere regel meer tO 4L Verhoogd met een tijdelijken oorlogstoeslag van 20 °/0 3-maal wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden,. Bewijsnummers 5 cent Waakt en bidt II© trjd blijft ernstig. De spanning neiemt toe. De revolutie viert haxe, triomfen over onze grenzen; en bin nen. dezelve wroet, ze in den donker en smeedt ze hare wapens. 'Niemand is gerust. Daarom zij' st woord van den Heiland ons herinnerd Waakt i Waakt en bidtt (Christenen van alle gezindten, be lijders van 's Hoeren Naam, sluit u aaneen. Christen-werklieden die nog dolende zjjt in de modem© vakorganisatie, of nog m afgezonderdheid weigerachtig blijft om u bij de Christelijke vakver- eeniging j,n uwe woonplaats aan tel sluiten, ontwaakt uit uwe onverant woordelijke rustige rust., en Iaat u ten goede raden. In eendrachtig optreden is kracht. De vijand moet zien, dat wij niet in gesluimerd zijn. Hij zelf slaapt ook niet; dat wordt ge wel gewaar. Wetenschap si Kunst. Over Boeken en Schrijvers. GOES. De Ver. voor Christelijke Win- terlezingen heeft den literatuurliefheb bers gisteren een genotvolle ure ver schaft. De heer G. G. van As, de bekende Haagsche letterkundige en jour nalist, heeft in de Sociëteit V. O. V. voor een talrijk publiek gesproken over boeken en schrijvers. Ka door den vice-voorzitter der Ver., den beer L. Smit, op de gebruikelijke wijze ingeleid te zijn, sprak de beer van As allereerst oen enkel woord over de literatuur in het algemeen. Bij het woord „literatuur" opent zich een wijden horizon van schoonheid. Ja ren zouden noodig zijn, om ons de wijd- «che cathedralen van he t woord door te leiden. Het verkende plekje, dat Chris- teh)ke kunst heet, is echter nog maar zeer klein. Zij belooft, wat de mensch be hoeft, die bij brood alleen niet leven kan Wjj moeten nog zoeken waar wij den voet zullen neerzetten. Over den schrijver en zijn werk spre kende, merkte de spreker op, dat Streu- vels wel gelijk had ,toen hij zeide, dat men aan den kunstenaar meer aandacht schenkt dan aan het kunstgewrocht. Men wil nog maar niet gelooven, dat de kunstenaar een gewoon mensch is. Wat de kritiek betreft, deze is zich al meer tot het publiek gaan richten, waar zij zich vroeger rechtstreeks tot den auteur wendde. Daardoor wordt nieuws gierigheid gewekt, welke zich veelal tot belangstelling ontwikkelt. De schoonheid i; Godes. Ze ligt niet alleen in wat des inen- schen handen arbeiden, in wat uit onze talenten opbloeit, maar schoon is de ge- heele schepping Gods, zelfs na den' vloek door onze zondeschuld. Maar hierdoor be reikt do men Sch nimmer het volmaakte. Kunst is na-schepping.' God schept alleen: De kunst van den mensch is afschaduwing van wat God 'kan, schreef dr. Kuyper, en zoo is het. Deze definitie wordt alleen aanvaard door hen, die de realiteit Gods aanvaar den, In het doorleefd hebben ligt het geheim van de moderne dichtkunst. Toch is deze j uitspraak ietwat onvolledig. In de moderne kunstbeschouwing blijft echter de mensch het middelpunt. Spr. herinnerde in dit I verband aan een paar bekende regels van I Kloos, 1 Niettemin hebben ook Kloos en con sorten aan goddelijke invloeden gedacht. Kunst is levert shielding, maar ze kan ook zijn levensverrijking. Door het eerste het laatste. Het leiden en overtuigen is echter iets bijkomstigs. Doel is slechts iets schoons te geven. Die taak heeft de kunst in alle eeuwen volbracht. Meer dan eenige andere kunst draagt de literatuur het kenmerk van den tijd, waarin ze is voortgebracht. De lite ratuur is de spiegel van den tijd. Wij leven in een overgangstijdperk. In de 18e eeuw heeft de literatuur zich niet j ontwikkeld. In het begin der 19e eeuw I begon de opleving der Romantiek. Daar- j na had men het Reveil, dat ons den i dichter Da Costa gaf. In de tweede helft i had het -Christendom in de kunst aige- daan. De moderne natuurwetenschap had de overhand. Men verheerlijkte algemeen de stof; de eeredienst van de kunst moest den godsdienst vervangen. Toch is dit niet als een uitvinding van de 80'ers te beschouwen. De invloed van Strauss was er niet vreemd aan. De 80'ers zochten naar nieuwe vormen voor een nieuwen tijd. Daarin lag iets revolutionairs, maar dat is nu eenmaal het kenmerk van de jeugd. De 80'er bewe ging heeft niet geweten, dat ze dien invloed zou hebben, dien ze later bleek te bezitten. Zij schreven „De kunst om de kunst" in hun vaandel. Later heeft men, evenals i Goethe deed, deze stelling losgelaten, en j erkend dat de kunst draagster van ideeën j is. De jongeren bouwen hun kunst op het gemeenschapsdenkbeeld. Van Deysel en Verwey schijnen op het oude stand'- j punt te zijn blijven staan, althans voor i zoover dit mogelijk is. i Do beweging van 1880 was niet natio- j naai, maar ze heeft wel nieuw leven i gebracht in de literatuur. Helaas, op de lente volgde geen volle zomer. In ieder geval heeft de 80'er richting ons een schat van taalschoon gegeven, zij het ook dat ze- pantheïstisch en mitsdien onpopu lair was. Ons volk wilde den band tus,- schen zijn godsdienstig bewustzijn en schoonheidsaandoening .niet met ruwe hand verbroken zien. Voor de godheid der 80'ers vulde ons volk zijn God niet ruilen. Nu komt de mystiek weer, naar voren. FEUIi.LETON. Z. TON MANTEUFFEL.' 76) _0— Zij kon niet vorder spreken; tranen A^rs tikten hare stem, en Mathus die aok naar troost smachtte, was gehépl Overwieldicnrl rln,n,r :i n r «otu UU'Uöb SlIlcWyimtS, WftS- overweldigd door haar verdriet, nau w6 mama"> stamelde hij en kenTrrf'^. Wa,P0n deze woorden gespro- l„„i_ zi3 had. jhhim reeds weienend en- dat 'Ai ï^11 'ibart gedrukt, zij voelde en leveling weer terug haid en geduld hom+ alI,;s.jf schulden wist hij nbtH peT spe^1' tante schrok reeds bij van. Hoe dat moist greep ztrf niet. Maar Zrf daxfto hoofdzakelijk aan h m a's f troosten en Mathus had ook Zoowat W gevoel, als,of hij waar.ijk een onderweg land was, dat gemist, als moeder weer jpoed op heim is. Des namiddags kreieg hij een uitnoo- diging voor ertn pic-nic, die de Lettow's op .touw hadden g, iziet. Hij' bedankte en bleef thuis. Aan het avondeten kwamen; verscheidene officieren en mevrouw vort iWertber zag er voor 'teerst sinds langen .tijd weer vroolijk uit; Zij schertste en! lachte en had Mathus aan hare rechter hand. I Den volgenden dag woonden gravin Gisela en Leooa, de executies bij en toen deze geëindigd waren en Mathus naar 'zijn tante toeging, kwam ook gravin Gisela naar het rijtuig, groette vriende lijk, vroeg aan mevrouw van Werther hoe het. haar ging en of er betere ba- richten waren van Seraphine. Mathus ne geerde zij. Was, zij boos op hem? Hij was door dezé verandering vau houding zool in de war, dat hij beurtelings blleek „en rood werd. Eind lijk waagde hij! het, toten zijn tante m t een der andere officieren sprak, zachtjes te vragen: „Mag ik u hedetn weer begeleiden, gravin?' „Neen", was het korte antwoord en de gravin draaide zich om en was dadelijk daarop met Lcona in 'tbosch verdwenen1. Nu kon Mathus natuurlijk over niets anders meer denken dan hoe hij die mooie vrouw weer zon vermenen. Dat Zij boos op hem was, was duidelijk en voor hem onvierdrageljfc. Is het niet begrijpelijk, dat de door de 80'ers teleurgestolden nog ietwat wantrou wig zijn? Spreker schetste als het ideaal product van Chr. kunst dat boek, waarin de le vensbeschouwing van den Christen-kun stenaar, zonder dat de lezer het bemerkt, als, de waarheid en ate de hoogste schoon- schoonheid gevoeld .wordt en gezien, i Na de pauze sprak de heer van As meer in 't bijzonder over den schrijver, zich beroepende op Stijn Strenvels, die niet kon zeggen hoe men schrijver wordt, doch alleen hoe hijzelf schrijver werd. De weg tot het schrijven wordt door het lezen gebaand. In de jeugd van de meeste schrijvers'is het boek van onge wone beteekenis. Het boek maakt de schrijvers, zooals'zij weer het boek ge ven. Aanvankelijk had den spreker hef vertellen van verhalen buitengewoon aan getrokken. Op z'n 12 jaar verschenen z'n eerste dichtregelen, een versje' op Ko- ninginne-verjaardag, in de Utrechtsche Courant. Het herinnerde zich de voorliefde van zijn grootvader voor het declameeren en aan het verzen schrijven van zij 13 vader. Er moet talent, aanleg en goesting zijn, zegt Streuvels. Welnu, de goesting was er wel bij den jongen van As. Zijn' eerste onderwerpen zocht hij in de ad vertenties in de bladen. Talrijke titels van werken boden stof voor verzen, welke hij zijn moeder dan vooi'las. Hij zou geen schrijver geworden zijn als de krant hem niet gesteund had bij zijn pogingen. In de krant verschenen jz'ijn kleine en groo- tero verhalen. Het eerste groote werk de schrijver was toen 17 jaar was de „historische roman": Het geheim va nden klooster broeder (uit den 80-jarigen oorlog). De schrijver zelf noemde deze pennevrucht onkruid, als historischen roman 3e hands wijsheid. Het honorarium bestond uit een.vrijen dag, als resultaat van het dreigement om de krant een dag zonder feuilleton te laten verschijnen. Mén moet loeren schrijven gelijk men leert lezen', zekh! spr. verder. Maar talent, aanleg en 1 goesting behooren er bij. Die hebben wij of wij hebben! ze niet. De groote moeilijkheid voor den be ginneling ligt in de noodzakelijkheid om laag bij den grond te blijven. De broeder van mr. Jelles Troelstra, nu wijlen Dirk Troelstra, heeft den heer van As den eisch van het realisme doen kennen. Zie en schrijf dan, zeide hij. Toen bleef de heer van As lager bij den grond en schreef hij schetsen over het dagelijksch gebeuren. Het .geschiedkundige verhaal lijkt gemak kelijker dan de romantiek, toch moet het eerste aan zeer hooge eischen voldoen. Het vereischt uitgebreide studie van het leven in de vroegere tijden. De auteur moet altijd midden in het leven staan. Waarom lezen wij eigenlijk? Wij willen weten met welk oog de schrijver de we reld en de levensverschijnselen heeft ge zien. Immers de dichter is een mensch, maar een die dieper voelt dan gewone stervelingen. Hij kan zich echter nimmer aan het leven onttrekken. Ook de kunstenaar staat onder de wet Gods. Hij mag niet vermummiën in de stille studeerkamer. Hoe zal hij het leven beelden, zoo hij niet met alle geledingen heeft medegedeeld, in de regionen van vreugde en smart? Spr. schetst de hoogte van het schrij verschap, welke niet ieder bereikt. Toch moet er in het werk van elk kunstenaar een zekere climax zijn. Het leven loutert Hij ging, 'zoodra hij' vrij was, naar de villa Regina ein vroeg naar de glravin. Zij! ontving hem alken en zag er zfe-er ernstig en terneergeslagen uit. Dit maak te hetm .slechts verwarder. „Waarmede heb ik uw boosheid opgewekt, gravin?" vvroeg hij met smeefeenidie steml. „Neten, neen, praat er niet van," ant woordde z!ijj. „Ik droomde eens een schoo,- nen droom. Hij is voorbij!" Mathus verloor bijl d, ze geheimzinnigfe woorden zijn laatste restje versland. Hiet scheelde niet veel of hij was voer haar op de knieën gevallen. „Wat voor droom ik smeek u, spreekt, u daidelijker!" „De droom van' een goed® daad laa.t men mocielïjlk los!" De trainen stan den haar in de oogien; „ik h'ad hlet mi} izöo mooi uitgedacht, boa ik ut redden, hoe ik u troosten zou! Ik z,^g allés komen, 'zlooals het gekomen is. Ik zrtg u eiken dag! bekommerder en onrustiger en ik had reeds uitgedacht hoe he® lijk, hoji grootsch jhet z'ou zijn om op, dat oogenblik, waarop •uw angst het hoogstel punt bereikt had, uw trooster'js en redster te zijn." Mathus was goh ®1 verward. Hij be- greep haar niet; hij" stia d© haar slechts aan. Als Zlijl niet zoo v rb.izcnd ongenaak baar en zöo hoog boven hem verheven geweest was, dan zion hij haar gin, om den hals zjijn gevallen, wajnt daarop meen- hem èn zijn kunst. „Poëzie is diep lijden". De kunst wordt slecht betaald. Het is slechts uitzondering, dat de schrijver leeft van zijn pon. De beperktheid van het taalgebied is er de oorzaak van. In En1- gcland en Amerika kunnen zelfs tweede en derde-rangs novellisten van hun kunst bestaan. Toch maakt de Chr. kunst ten onzent een gunstige uitzondering. „Het eenzame pad" beleefde twee drukken, en zag in 4000 exx. het licht. Onze literaire armoede noopt tot het uitschrijven van wedstrijden. Ook van As heeft eens aan een wed strijd medegedaan. Gelukkig, zeide spr., hen ik niet beroemd geworden door mijn eerste werk. Naar aanleiding van „Ontwapend" had spr. het nog over.de lendenz in de kunst. Dit staat vierkant tegenover „L'art pour 1' art", de kunst om de kunst. Maar wij hebben ons te wachten voor valsclie ten- depz, In kunst met tendenz. ligt altijd iets gewrongens. Niettemin zal de Christen steeds hal optimisme van z'ijjn geloof tot uiting bren gen. Kunst, die niets anders doet dan denken aan zichzelf is een wéinig van den rechten weg af. Wij zwijgen van den Eénigo niet. Dit is de rechtvaardiging van onze knnsl. Vanwaar het pseudoniem „G. Schrij ver" Ten onrechte heeft men wel ge dacht. aan een zelfgenoegzame aanduiding. Evenals Maclaren heeft van As den naam zijner moeder als schuilnaam..aangeno men. Men heeft veelal al te hooge verwach tingen van een boek. Men wil er alles uit leeren en men wil soms, dat het ons naar den. hemel, bnenge of et' voor,. De auteur wil echter slechts laten zien en voelen wat hij zag en voelde. De taal biedt hem gelegenheid dit op verschillende manieren tot uiting te brengenlyriek en epiek. Over het realisme, het vraagstuk dier 'zonde en de verbeelding sprekende, zeide de heer van As, dat men ook droeve werkelijkheid mag geven, mits niet voor te jeugdige personen en mits de zonde nooit aantrekkelijk of- begeerlijk geblaakt wordt. De schrijver kiest geen onderwerp, maar liet o-nderwerp kiest hem. De uiteriijike omstandigheden oefenen grooten invloed op hem uit. De liefde y.oor zijln' figuren inspireert hem verder. Spr. schetste de groote moeilijkheden, we'kö de romanop- zfet biedt en noemde maberieele studie als een voornamen eisch. De kunstsnaar moet de quintessence geven van, de yver- kelijjkheid. Het schema van zijin werk kan al schrijvende veranderd worden. Over al te persoonlijke kritiek moiet men 'zich in een klein land als het onze niet te zeer verwonderen. Wel echter over de afkeuring van vele Christen-re censenten, waar zelfs de vrijzinnige cri tici nog een woord van waardeering over hebben. Tenslotte 'had spr. het over de ver antwoordelijkheid. van den Christen-schirij1 ver. Men moet nooit vergeten, dat hij verantwoordelijk is 'aan God alleen. En dat een Christen zich niet verhoovaar- digen zal in zijln vrijheid. Een dankbaar' applaus steeg uit de .vergadering op. De heer Smit vertolkte nog met een kort, warm yoord den dank der toehoorders, waarop de heen1 van As met dankgebed de bijéénkomst sloot. 8uste?t$and. de hij na hieit gesprokene recht te hebben. Maar hij begreep langzamerhand dat hij zich vergist had, en za,g verder in, dat het. karakter van deze vrouw even ontoe rekenbaar was, als d® uitdrukking harer «ogen, en zich steeds weder van een amide- - ren kant vertoonde. - Zij leunde met het hoofd in de h'and en ging voort; „Ziet u, de'z!e dag maakt een einde aan mijn schoonen droom. Daar buiten op het exercitieveld zag ik aan uw oogen en aan die van uw tante, dat u reels een vertrouwelinge voor uw| strijd en uw verdriet hebt gekoizen, dat ik nooit diegene zou Zijn, naar wie ui toe zoudt komen om uiw hart uit te starten, en door wie u zich zOu laten troosten. De grootei reine Vreugde, die ik ondervond in het vooruitzicht van die goede daad, is voorbij. Dat doet pijn!"1 Zij zuchtte. Mathus keek hulpzoekend rond, maan er kwam g:en hulp en daarom lag hij het volgende oogenblik naast de gravin op die kni :ën, g'reel> hare banden) alsof hij een drenkeling was: „Gravin Ellas, heb m .delijlden met mijl •Zeg mij, mag ik hopen?", „Staat u op!" onderbrak "zlijl hem onge duldig, hos bunt u mij zöioi verkeerd ver- sl.aanl Opdat dit niet weer voorkomt, z)al ik u met een paar woorden op die- hoogte van den tpestand hreng<pv[Wat wondt Bokno$t overzicht von den toestand. De officieele communiqué's van de vredesconferentie zijn, zooals. te voor zien was, weinigzeggend. Uit het. jongste blijkt niet, meer,, daa dat de Poolsche kwestie besprokenl is, dat als resultaat van de besprekin gen overeengekomen is, eten missie naar- Polen te zenden, en dat daarna de besprekingen vair de Russisch© kwestie zijn borva.t I)e stroom van afgevaardigden naar, de Fransche hoofdstad wordt inlus- scben steeds grooter. De Britsche vereenig'ing voor dein; volkerenbond b.v. heeft 10 algevaar digden aangewezen om met de gedele geerden van Frankrijk, Italië en Ame rika ter vredesconferentie te beraad slagen. Doch er kwamen ;er ook nog van an dere zijde Daar zijn vooreerst. Ide oude boeren generaals Hertzog en De Wet, die door het nat i onalis tem con gres te Bloemfon tein zijn aangewezen om naar Parijs te gaan, ten einde de on afhankelijkheidt van Zuid-Afrika van de vredes-confe- rentie t© verkrijgen.. Dan zal Parijs ook eerstdaags een, lersche deputatie zien arriveeren, drie! afgevaardigden van de zoo juist dqor de Sinn Feiners te Dublin ui toeroepen onafhankelijke lersche republiek, diiei bij de behandeling van alles wat valt onder de afdeeling „zelfbestemming" waarschijnlijk ook wel, al is bet dan indirect, een hartig w,bordje zullen, meespreken. Terwijl bijna over de geheelc wereld keizers- en koningstronen, naar de mu sea van oude merkwaardigheden zijn verhuisd en de republiek als hoogste ideaal wordt uitverkoren is het. wel opmerkelijk, dat het Jdeme Portugal van dat „heerlijk" bestuurssysteem na acht jaar genoeg schijnt te hebben. Er is op het oogenblik in Portugal een monarchistische beweging gaan de, welke van grooter kracht blijkt dan vorige pogingen tot herstel der monarchie. Oporto, de tweede stad des rijks, is totaal in 'handen van de kon ings gezinden, die .er zelfs in ge>- slaagcL zijn den republikeinschen mi nister van porlog al is het dan. ook met dwang tot de monarchie te beboeren, ten die reeds een regeenng hebben gevormd, waarvan Conceixq hoofd is en de bekende Magalhatefe de Lima, de broer van een der laatste monarchistische premiers, minister Van buLtenlandsohe zaken. Uit Vigo- wordt d.d. gisteren gemeld De monarchistische jbetoogmgen du ren in dei straten van Qporto voort.. De monarchale règeéring heeft ver ordend, dat de burgers de wapens; moeten uitleveren. De studenten te Oporto orgamseeiilen vrij willigers-batal jons Men meldt ,dat een gedeelte van het garnizoen van. Lissabon zich baj dei monarchisten gevoegd heeft. De bu reaux van de x/epublikeinsche Maden zijn door het volk aangevallen. De niet-royalistische officieren van het garnizoen te Val-en-Caminho zijn vervangen. Vier [oorlogsschepen zijn uit Lissa- u dan hopen? Dat ik uw dwazO liefde z'011 beantwoorden een liefde dio u tot was in mijh handen maakt? Bespottelijk! Ik zleg u, dat ik tot nu toa nog niemand, gevonden, heb, dien ik mijn hart waard vond! Beter getegd: di© Waard was dat een Gisela zich voor hem, a!s een Zottin aanstelde. Want liefde is dwaasheid. Wie ier dooi' aangetast wolrdt. omdat ik hem lief h-eib aangekeken, met dien mensch kan ik doen wat ik Wil. De grootste wijs- geeren werden dwazen vo,or mij, de moedigste belden kruipende slaven. Ho© moet ik nu achting [hi bben voor mannen of gelooven aan dit bestaan van liefde? U ziult mij! nu wel1 niet. verkeeird begrijpen als jk 11 'zeg: len toch bevielt ui mij ala in lang geen ander! Toen ik u aanzag verheugde ik mij, want, u waart schoon naar lichaam en ziejl. U waart het beeld van openhartig© eerlijke mannelijkhbidl. U gingt moedig uws weegs. Ik hoopte) reeds 'n ideaal te hebben gevonden ;toen ontdekte ik den leiband, waaraan mama de 'Zoete kinderen vasthield. ïk scheurde dien ledband en Zei,de tot u„sta nu al leen!" U kondt het niet. U tuimelde oiu en ik stond er teleurgesteld naast. Ziet u, dat is het eerste bedrijf van [hét treur spel, dat ik reeds zöo dikwijls zat; op voeren. Nu komt h,at tweed© bedrijf. (Wordt, vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1919 | | pagina 1