ddelburj. '-asjj
Mo. 76
Dinsdag SI December IMS
33e Jaargang
Schaap met tugg Lammars
to6nJr i"BÏ"'ina®n. bij
E, Wolphaartsdijk.
asrst® Knecht,
of vr, Bsdiiiide
enmakarsknecfot
me Jüffroyw-HoishöQdstsr,
ss, digelyke GieiM,
H net Msisje,
FEUILLET9M.
Sera pli in e,
Buitenland-,
gehuwde Knecht,
een Meid
Eerste Blad
Binnenland.
n soSied actief
Agent
en Slaapkamar
Arbeidersgezin,
m 2de Knecht
een Arbeider
Dit nummer bestaat uit twee bladen
Van het oude ijl het nieuwe.
r 't bedanken van den heJ
dïonse, wordt voor Veer*
gd.
rma Wed. P. DE JGNGH, Goe&
iaadhande! en BoomkweekeriJ.
Sees
met pension, f 50 a f6C
land. Brieven onder motto
on" bureau De Zeeuw, Goes
TE kosr
R,
Maart of Mei gevraagd
in een met paarden kan
woning beschikbaar, bii
MOL, Dqkwel, Kapelle.
Maart
;d, door A. J. BRUGGEMAN,
>uwir, Oudelande.
Maart gevraagd
woning beschikbaar).
[NIEUWENHUIJSE, Landb.
-Bath.
aagd met Maart
3LOK Jz. te Rilland.
Woniag beschikbair.
Met Maart a.s.
die met paarden kan
desverkiezend woning be-
hr, bij C. ZANDEE Az.,
;e.
n Boekhandel van P. A, H.
IMAN te Goes wordt ge-
een
Iministratie. Goed hand-
vereischte.
Snd san aankomende
?d, b?j M. D EL O O P F,
'and.
Wei
Dag- of Dag- en
ichidiensfbode f>-
d. D. W. DEN HERDER,
ierkstraat, Goes.
iagd b ij bejaarde dame te
urg tegen begin Fabr.
g- g' v.
|sn letter M., bur. dezer
te Middelburg.
Taart of Mei
aankomends Meld
l, bii D. J. DE VISSER,
:u, Baschweg.
nd gevraagd
Huislidudstor,
!0 a 50 jaar, in een arbei-
met 3 kinderen, waar-
mdste 10 jaar is. Adres
i SCHIPPER, B 184,
Wemeldinge,
LINDENBERG-Daaxb,
Istria" Wemeldinge, vraagt
itandig kan werken.
uw DE BRUIJNE, Fran-
44, Den Haag, vraagt met
alleen. Loon f200, wasch-
erval. Verdere inlichtingen
en bij Mevr. VAN HEEL
nb té Goes.
Tegen 1 Mei a.s.
n Dienstbode
bij M. J. MOL, Land-
Woipbaartsdijk.
d, feij H. A. MOL,
landbouwer, Oudelande.
Uitgave van
He Naaml- Venn. LUCTOR ET EMERGO,
gevestigd te Goes-
Hoofdbureau te Goes
LANGE VORSTSTRAAT 219.
(Telefoon No. 11.)
Bureau te Middelburg:
EIRMA F- P. DHUIJ L'. BURG-
Drukkers:
öosterbaan Le Cointre, Goes.
De Zeeuw
VERSCHIJNT' EDKEN WERKDAG.
Aboünementsprqsi
Per 3 maanden fr. p. post fl.7£
Losse- nummers - -0.05
Prijs der Advertentlën:
14 regels f 0-80, iedere regel meer 20 ct.
Verhoogd met een tijdelijken oorlogstoeslag
van 20
3-maal wordt 2-maal berekend-
Bij abonnement voordeelige voorwaarden-
Bewijsnummers 5 cent-
Wegens Nieuwjaar zal het volgende num
mer van „De Zeeuw" D. V. Donderdag 2
Januari verschijnen.
Nog enkele oogenblikken en bet jaar
1918 ligt achter ons, door miljoenen ster
velingen doorgeworsteld, door honderd
duizenden met stillen weemoed herdacht.
Annus Mirabilis, luidde jaren geleden de
zucht waarmee ons antirevolutionaire
hoofddagblad het Oudejaar „uitluidde".
Annus Mirabilis jaar van Rampspoed
kent gij passender benaming voor pen
jaar als dit, in hetwelk de oordoelcn
Gods zoo buitengewoon de wereld druk
ten, de volkeren in dp zeef der beproe
ving werden geschud, en de doodsklokken
luidden, over miljoenen jonge .levens, die
de moordende wereldkrijg verzwolg. Een
jaar, waarin boven 't gedonder van 't ge
schut en het gelui der doodsklokken de
stem weerklonk van den Christus, met
den nagalm van Maranatlia, Jezus kómt!
Veel meer nog dan zijne voorgangers
predikte dit voorbijgesnelde jaar ons de
vergankelijkheid, de zpkerheid van den
dood ,en van 't toekomend gericht; en
nog in zijn sterven laat 't door de mid
dernachtsklok ons toeroepen: Hij, komt.
IJij komt straks ten gerichte. Hij komt,
cn aller oog zal Hem zien, ook degenen
die Hem doorstoken hebben. Aangrijpend
oogenblik van een vreeselijken dag! Zijn
wij al bereid? Zoo niet, schikken wij
ons dan om onzen God te ontmoeten.
Annus MirabilisHet vijfde oorlogs-
'jaar. Wat dit zeggen wil, ervoer niemand
onzer aan den lijve. Dat ondervonden
wel onze zuidelijke en oostelijke gebu-
ren en stamverwanten; vooral eerstge-
noemden, die hun land zagen verwoes
ten ,of zeiven ballings lands moesten om
zwerven, al boden liefde en gastvrijheid
hun 't deel van d,e eigen schaars toe
gemeten spijze. Al was 't ook minder
dan andere jaren, ook dit jaar aten wij
toch pog ons dagelijksch brood, en warm
den ons aan den eigen huiseljjken haard.
Wij bleven verschoond: van den oor
log. Dok van den honger, al werden de
rantsoenen kleiner en verdubbelden zich
de zorgen. Doch ni,et van de pestilen
tie. De Spaansche griep velde haar dui
zenden; ook in Z.eeland maaktjo zij vele
slachtoffers; in menig gezin werd mper
dan één jeugdig legen afgesneden; rouw
en droefheid, geklaag en geween, vervin
gen den blijden toon en dp levensvreugd.
En. nog op dezen oogenblik schijnt asch
voor sieraad, treurigheid voor vreugde-
olie beschikt, jeh de benauwde geest voor
het gewaad des lafs. Ook het vee iverd
bezocht, door het bvekend|e kwaad van
mond- en klauwzeer. Gelukkig hebben wij
thans een r&gpgring, die moer heil ziet
dan haar voorgangsters in afzondering
dan in afmaking, zoodat de slachtwoed,©
van voor enkele jaren zich niet heeift
herhaald.
Edoch, bracht de1 wapenstilstand ver
ademing of verlichting van druk? In aee-
nen deelé- Eer het tegendeel. De blijmoedi
ge toon ontbreekt in de gesprekken. Die at-
U. Z. YON MAN ('BUFFEL.
50)
Mathus bloosde en lachte. „Natuurlijk",
zeide bij.
„Nu, u zijt een voorbeeld voor alle jonge
lui schertste zij „is het onbescheiden te
vragen, hoe oud u zijt?"
„Vior-en-twintig".
„Vier-en-tvvintig jaar en heelt zijn zuster
nog boven alles liefde gravin lachte
stil.
„Hoe ter wereld hebt u die allerliefste on
schuld tusschen ons verdorven menscheu weten
te bewaren?" vroeg zij.
Dit woord en- dan uit den mond van die
schoone vrouw verdroot Mathus. Zoodra zij
hem als een mooien jongen behandelde, over
wiens onschuld de ervarene oudere dame glim-
lachte, had hij ik weet niet waKwillen doen
om haar te toonen, dat hij in T geheel niet
zoo'n domme jongen was.
„Bent u nu verschrikkelijk hoos op mij?"
plaagde zij, „toe, laten we dat niet doen.
Kijkt n liever eens naai Heartsease. Het arme
dier doet al zij» best om de opmerkzaamheid
mosfcei' blijft drukk,end. De vpees over
stemt de hope. De vr-ede gaat schuil in
vage; toekomst. D,e morgenstond is geko
men en nog is het nacht!
Wie zou er ook blijde kunnen zijn,
in doze donkere tijden Is dat voorbe
reiding voor den vrede, hetgeen wo om
ons heen zien ge be ti ren Zal 't Boljc-
wisme, zal Spartacus, zal het Socialis
me in het Oosten, zal de vredesfilosoof
uit Washington of de wraakzucht der
Entente dien breng,en of bevorderen? Wie
die de Rpvolutie reeds ontketend zag of
loeren veglt op haar prooi, zal dit durven
gelooven?
Teverg;eefs verwacht men hot van de
heuvelen en bergen.
Mochten de volken alsnog met veroot
moediging terugkeeren tot den Heere. Al
leen in dien weg is zegen. Ook voor
Nederland. Gode zij dank, nog velen ten
'onzent zijn hiervan overtuigd, zij houden
vast aan do traditiën der vaderen, hou
den d® ordinantiën Gods in eere, zen
den hunne gebeden tot den Troon des
Almachtigen, om genade, barmhartigheid
en vrede voör.Jand en volk, om sterkte
voor de Koningin en hare raadslieden,
om bevestiging en scihraging van den
troon der Oranjes; en versterking van
den liefdeband tusschen Oranje en Ne
derland. Als antwoord mochten zij de
Revolutie ten onzent in haar loop ge
stuit en Oranje door een dankbaar volk
'gehuldigd zien, voor onzie Koningin en
Haar Huis een ongekende verrassing en
voor het Nedierlandsc-he Volk, gelukkig
nog in zijn meerderheid pen oorzaak van
blijdschap en dank.
Wij erkennen en belijden voor 's Hoe
ren aangezicht, dat wij deze groot© wel
daad onwaardig zijn; dat niets ons on
derscheidt van rtc- volken die nog steeds
in zorg en vree ze hun weg gaan, of
overheerscht worden door den buitenlan
der; en dat ook ons Vostenhuis niets
beter is dan die anderen welke dit jaar
ineengestort van de aarde verdelgd
zijn; dat hclalleen de goedertierenheid
des Ileeren zijn dat wij niet vernield zijn.
Daarom zij onze bede bij den uitgang van
het oude en bij de intrede van het nieu
we jaar, om verzoiening en genade.
Wij gedenken in deze oogenblikken die
genen onzer lezers, die een of zelfs meer
dere dierbaren door den dood moesten
missen, vooral in de laatste weken- Wij
hebben met een bedroefd hart hunne
overlijdensadvertenties in de kolommep
van ons blad opgenomen; een enkele maal
zelfs zeventien tegelijk, hetgeen nog nim
mer geschied was, ook niet toen de in
fluenza hare vele slachtoffers maakte- In
stilte hebben wij met hen gerouwd over
hunne dierbaren, die op zoo jeugdigen
'leeftijd of in de kracht des levens hun
ontvielen- Maar ook het heengaan van
ouderen hebben wij betreurd-
Hoe gaarne hadden wij onze vrienden
A. S. J. Dekker en K. Wielemaker, de
veelzijdig begaafden en gezegenden en in
zeer ruimen kring ten zegen gestelden,
in ons midden behouden- Hoezeer waren
wij gesteld op 't bezit van ouderen als
C- de Schipper van Heinkenszand, War-
menhoven, Serooskerke's bekwamen die
naar des Woords, en den uitnemendep
Kamperlander J. C. Schippers, die wet
houder van Wissenkerke was; mannen,
die, elk in zijne eigene gemeente, met
zooveel liefde en toewijding de zaken van
Kerk en School behartigden-
Troost© de Heere hunne betrekkingen
en vorme Hij in den strijd der geesten
van zijn aanstaanden meester te trekken!"
„Ik kan dat paard niet koopen!" zeide
Mathus afwerend, „het is mij veel te duur!"
De gravin antwoordde hierop niets, doch
ra hare plaats sprak het mooie paard, dat
door zijn handige berijdster de schoonste
houding in halve galop had, en toen nadat
het zich op zijn voordeeligst in het schoonrijden
had vertoond, plotseling met razende snelheid
woggaloppe'érde. Mathus kon het met den
besten wil van de wereld niet inhalen. Hij
zuchtte diep, toen hü eindelijk aankwam, ter-
wijl de gravin, die in de schaduw van een
boom wachtte en de manen van haar paard
liefkoosde, kalm zeide: „Het is een voor
treffelijk renpaard. En dan is het ook een
flink paard, goed ingedrild. U is onverstandig,
als u hem niet neemt!" Hierop zweeg Mathus
en zij sloegen een allée in, die naar Villa
Rcgina leidde. Daar scheidden zij; de gravin
dankte hem voor zijn geleide en hij reed
door naar de stad, om zich voor het avond
eten te kleeden.
Toen hij de huiskamer binnentrad, kwam
zijn tante juist thuis, deed vlug hare hand
schoenen en haren hoed af en riep„Net
goed, dat je komt, Mathus! Ik heb daar juist
een brief gekregen, die mij ontzaglijk veel
pleizier doet. Je weet wél, die Schumann, hij
hoort bij Belsay, die vervelende jongen. Nu,
dien heb ik dikwijls de les gelezen, ik heb
hem hier gehad, en heb op zijn geweten
gewerkt, totdat de -tranen hem over de wangen
d© krachten, die hen tot Zijne eer en
hunner waardig kunnen vervangen-
Late een iegelijk onzer zich bezielen
door de gedachte, dat hij of zij hiertoe
wel eens kon aangewezen zijn; en werke
en streve men, alsof dit zoo ware, ook
weer in het nieuwe jaar, dat komt- Wat
't in zijn schoot verbergt, is en blijve
ons onbekend- Doch wel weten wij, dat
het ons nader brengt aan ons levenseind,
nader aan de toekomst onzes Heeren,
nader aan de voleinding. Zal dit levens
eind, die verschijning, dit eindgericht,
voorwerp van vrees en hoop, van schrik
en aanbidding reeds dit, jaar daar zijn-
Ignoramus: wij weten het niet. Reeds
de profeet uit Thekoa riep 't zijnen tijd -
genooten toe: Schikt u om uwen God te
ontmoeten- Hoeveel te meer hebben wij
't dan elkander toe te roegen, die zoo
veel dichter deze toekomst genaderd zijn,
en voor wie liet wereldgebeuren bij het
licht der Profetie en der Openbaring in
zooveel duidelijker taal vertolkt, dat de
tijd voorts kort is-
Er zullen er ook onder ons» mijii lezers,
weer zijn, die het nieuwe jaar niet zullen
ten einde brengen, die vroeg of laat zullen
worden opgeroepen- Zult gij 't zijn of
zal ik Jt zijn! Wie onzer het eerst?
Make de Heere ons door Zijnen Heiligen
Geest gewillig het kruis, dat Ilij.ons op
leggen mocht, te dragen, drage elke be
proeving 'bij tot onze heiliging; en vinde
de dood, zoo hij kwame, ons met onvoor
bereid, maar geloovig wachtende op Hem
van VVien reeds onze ouden zongen:
Hij zal den dood verslinden tot over
winning; en de Heere lleere zal do
tranen van alle aangezichten afwisschen,
en Hij zal de smaadheid zijns volks van
de gansche aarde wegnemen- Zie deze is
onze God, wij hebben Hem verwacht en
Hij zal ons zalig maken; deze is de
Heere, wij hebben Hem verwacht, wij
zullen ons verheugen en verblijden in
Zijne zaligheid. (Jesaja 25:8, 9).
Terugblik.
Helaas, 1918 zal niet als het groote
vredes-jaar in de geschiedro'llen opgetee-
kend kunnen worden!
Maar, Gode zij dank, het bracht dei-
wereld toch wapenstilstand- Het was een
bloedjaar, een jaar van strijd en lijden,
komer en ellende- En het scheen tot voor
weinige weken, of ook het jaar 1919
met de grootste daden der verschrikking
zou beginnen-
Maar aan het bloedbad op de slag
velden kwam een einde- En al droomen
wij nog niet van een „vrede op aarde",
zooals de wereld beweert na te streven,
toch verheugen wij ons van harte over
de kentering der geesten, de ontwaking
uit den rampzaligen oorlogsroes en over
d© ernstige pogingen om het geschokte
evenwicht te herstellen-
Nóg is het niet de tijd om den gees
telijken balans op te maken. Zeker, de
Christen weet, dat God ook uit de ellende
van d© vier oorlogsjaren iets goeds voor
Zijn volk kan doen geboren worden, maar
Welke wijlz© lessen de volkeren als
zoodanig er uit zullen trekken, is thans
nog niet te zeggen- Zullen de schoon
klinkende theorieën van een Wilson de
basis vormen van de practijken der oor
logvoerende mogendheden, welke als over
liepen. Hij was nog zoo jong en heeft een
oude moeder, en toen kon ik niet velen,
dat die jongen door zijn kameraden zou worden
verleid en een dronkaard werd. Ik dacht
dat alle moeite tevergeefs geweest zou zijn,
en lees nu eens wat zijn moeder mij schrijft.
Zijn diensttijd is om en b\j is nu weer thuis.
Luister!" Zij vouwde een verkreukeld stuk
papier van twijfelachtige kleur open en las
niet zonder moeite
Genadige mevrouw majoor!
Een arme weduwe smeekt God u te be-
loonen voor wat u aan mijn zoon hebt gedaan
want u weet, genadige mevrouw majoor, dat
hij is in 't regiment gekomen, en toen heb
ïk tranen gehuild, want hij was een slechte
jongen, hjj dronk veel en heeft mij, zijn
oude moeder, dikwijls belogen en toen dacht ik,
nu is 't heelemaal uit, dit is zijn dood, en
inplaats daarvan komt hij ordentelijk en braaf
terug en zegt, dat heeft hij aan mevrouw
majoor te danken, die is hem altijd genadig
geweest. En ik vraag den lieven God of
bii het uwe genadige Excellentie alleronder-
danigst wil vergelden, want ik ben een arme
weduwe en heb maar dezen zoon en veel
verdriet.
ROSINA SCHMIRGEL.
„Is dat niet prachtig vroeg zijn tante,
„ziel gij, over zooiets heb ik nu pleizier!
winnaars uit den strijd kwamen? Wij ho
pen, maarweten niet.
Als wij e©n terugblik slaan op het
jaar, dat straks tot de weggevlotene be
hoort, kunnen wij ons nauwelijks meer
voorstellen hoe bij het begm de centra-
len op het hoogtepunt van hun macht
stonden- Een enkel verdacht teeken deed
ons twijfelen aan de innerlijke sterkte
dezer oorlogvoerende partij- Ilalf Januari
brak in Oostenrijk-Hongarije een alge-
meene staking uit, naar men voorgaf ten
gevolge van het verminderde broodrant
soen ,maar inderdaad als een reactie op
het Pruisisch optreden van de vredema-
kers te Brest-Litofsk- Overigens schenen
de centralen een onvernietigbare macht-
De Russische reus lag machteloos ter
neer.
Den 3dcn Maart werd het vredes-ver-
drag tusschen de centralen en de maxima
listen te Brest-Litofsk onderteekénd en
kwam de opmarsch der centralen tot
staan. Lijfland en Esthland bleven door
Duitsche politie-troepen bezet; Koerland
en een groot, deel van het bezette gebied
werden aan het Russische bestuur ont
trokken; drie Kaukasische provincies wer-
den aan Turkije toegewezen; uit Finland
en- Oekraine moesten de maximalistische
troepen worden teruggetrokken-
in de Oekraine zetten de centralen in-
lusschen hun „hulp"-expeditie nog voort:
z© rukten tot in den Krim en in het
Don-gebied op-
Onder deze omstandigheden was voor
Roemenië een verdere tegenstand onmo
gelijk- Den 5den Maart werden te Buftea
de preliminairen tot het vredesverdrag
tusschen Roemenië en de centralen on
derteekend en 7 Mei werd te Boekarest-
onder zeer -harde vooiswaarden voor Roe
menië, de vrede officieel gesloten-
Met den 7 Maart met Finland gesloten
vrede maakten de centralen zich in het
Oosten de handen geheel vrij-
Doch bange dagen zouden nog voor
hen aanbreken- Het aantal vijanden nam
nog schier met den dag toe-
Dien 15en Mei somde Balfour in het
Lagerhuis op, dat do volgende landen
den oorlog aan Duits-chland hadden ver
klaard Rusland, Frankrijk, België, En
geland, Servië, Montenegro, Japan, Por
tugal, Italië, Roemenië, de Yereenigde
Staten, Cuba, Panama, Siam, Liberia,
Griekenland, China, Brazilië en Guate
mala. D© volgende landen hadden hun
diplomatieke betrekkingen met Puitsch-
land verbrokenBolivia, Honduras, Ni
caragua, Haïti, San Domingo, Costarica,
Peau, Uruguay en Ecuador.
Intusschen' verklaarden Nicaragua 7,
Mei, Guatemala 10 Mei, Costarica 25
Mei, Haïti 15 Juli en Honduras 22 Juli
nog den oorlog aan Duitsehland.
Reeds einde Maart, ondier den druk
van den steeds dreigender wordenden toer
stand voor de Entente kwam de eenheid-
van-opperbevel over de geallieerde legers
©en anderen staat van ziaken scheppen.
Maarschalk Foch kon vanaf den 14en
April zdjin macht ontplooien. En vanaf dien
tijld golfde ide strijd, op1 en neer. Aan
beide zijden wfetdien geen offers: hei groot
geacht.
Van 8 Augustus af dateeren de suc
cesvolle tegenoffensieven der geallieer
den. In immer sneller tempo speelden
de gebeurtenissen zich af. 27 Septem
ber werd de Hinidenburglinie doorbro
ken; twee dagen later gal Bulgalrije zich
over. 5 Oct. yredesaanhod der centralen,
27 October stelde Oostenrijk Italië een
Maar hoor eens, die Reimann rijdt slecht.
Ik heb mij daar vanochtend over geërgerd.
Stuur hem morgen eens hier. Hij kan hier
dan een uur rijden. Ik zal dan uit het venster
kijken en hem eenige wenken gevent Het
gaat toch niet aan, dat hij een gezicht zot,
alsof hjj gevierendeeld werd!"
„Och, sommigen blijven hun leven lang
onhandig-'-', zeide Mathus lachend, maar de
majoorsche antwoordde
„Ik zal er de handigheid wel inbrengen!
A propos, ik was daar juist bij den zieken
Hubert in 't hospitaal. Hij zal wel sterven,
de dokter geeft geen hoop, het zijn sluip-
koortsen. Ik moet nu dadelijk aan de ouders
schrijven en hun vertéllen hoe de zaken
staan, opdat zij zich niet met valsche hoop
vleien en hun komst misschien uitstellen.
Die arme jongen! hij was een flink huzaar
en een fatsoenlijk mensch! En Mathus! Waar
ben jij vanmiddag geweest? Ik zag je met
de gravin rijden."
„Ik was met haar op Stemheim I"
„Zoo, zoo zij rijdt goed, maar dat ze
je zoo op die Heartsease verlekkerd maakt,
bevalt mij niet. Jé zult toch geen dwaasheden
doen, jongen
„Ik hoop van niet", was het vroolijke ant
woord.
„Ik hoop toch ook niet, dat je op die
mooie dame verliefd raakt", vroeg zij hem
met moederlijke bezorgheid aanstarend.
„Neen, tanf* Julia, tot nu toe nog
wapenstilstand voolr, 30 Oct. legde Tu'r-
kijte de wapens neer en 3 Nov. volgde
Oostenrijk dit voorbeeld.
Toen volgde de .wereldschokkende in
eenstorting van de centrale rijken.
De gebeurtenissen van dte laatste we
ken liggen nog te verseh in 't geheugen,
dan dat wijl alle gevolgen van 'oorlog
en revolutie zouden .moeten opsommen.
Het ten einde spoedende jaar zal wel
als' een van de Inee s t-b cl an g wekkende
jaren bekend blijlven van de geweldige
en schokkende .periode, die straiks met
den vrede zalw.orden besloten.
Wijl hebben even achterwaarts gezien en
slaan nu den blik vooruit. Wat zial-4919-
ons brengen?
„Vrede op aarde, in menschen een
welbehagen?" Neen, van menschen heb
ben wij niet den Vrede te venvachten,
waarvan de Engelen in Bethlehem-Efrata's
velden gewaagden.
Wat dan wèl. Misschien een gebrek-
kigen volkerenbond, als schoonste gevolg
van het streven naar „recht en gerech
tigheid" tusschen 3e volkeren der aarde,
maar slechts de utopist droomt van.
den „eeuwigen vrede".
Onze verwachting zij' van den Heer
del' Heeren, den Koning der Koningen.
Aan Zijn hand gaan wij veilig, over
hoogten van vreugde en voorspoed, maar
ook dooi' diepten van jammer en ellende.
En verwacht het. heil van Hem,
grooten, kleinen, zondaars, volken!
In dat kraken Zijner wolken
dreigt een oordeel, roept een stem.
Dat Hem alles hulde geve,
hymnen brenge, knieën huig'
Hem, den Richterde aarde beve
Hem, den Koning! de aarde juich'!
Korte berichten.
Koning Albert zal begin Januari
een officieel bezloek brengen aan de pro
vincie Limburg.
In de 4e wijk te Antwerpen had
een ontploffing plaats'. Er Zijn 5 dooden
en 10 gewonden. 1
De Stoombootdienst OstendeDo
ver zal begin Mei hervat worden-
Perm is veroverd en 18000 bols-
jewiki zijn gevangen genomen, terwijl hun
60 kanonnen, 4000 waggons en veel an
dere buit berden ontnomen.
De Belgische pers.
De N. R. C. correspondent te Brussel
meldt:
De Indepeudance Beige heeft een bij
zonderen berichtgever naar Nederland
gezonden om er een onderzoek in te
stellen naar de Tipenbare meening ten
opzickte van de vraagpunten, die er op
het oogenblik tusschen de twee landen
hangende zijn. Wat het resultaat van
dit onderzoek worden moet, blijkt reeds
ten volle uit het verschenen eerste
artikel van den correspondent der Indé-
pendance.
De Nederlandsche soldaten in hun
grijze uniformen lijken te veel op de
Duitschers! De Nederlandsohe officieren,
stijf in hun tuniek, zijn te veel gelijk
aan de Duitsche officieren, wier onbe
schoftheid de Belgen zoo lang heeft
verontwaardigd. Het geheele land, vooral
Den Haag, maakt een kouden en vijandi-
gen indruk. Enzoovoorts.
niet", zeide Mathus, doch hij werd vuurrood
en lachte verlegen.
„Nu, het schijnt toch niet heelemaal pluis
te zjjn. Hoor eens, zij is een gevaarlijk vrouws
persoon voor jullie. Dwepen kun je met haar,
zooveel je wilt, maar ernstig op haar ver
liefd worden, dat gaat niet. Daarvan komt
later, bfj al die concurrentie, niets dan last,
duellen, vijandschap, die, allemaal het regiment
geen eer aandoen en het dén schijn doen
hebben van lichtzinnigheid."
Mathus had de grootste moeite om ernstig
te blijven, doch hij lachte niet om zijn tante
niet te beleedigen. Of hij zijn hart evenzeer
in zijn macht zou hebben, dat zou te bezien
staan 1
Intusschen kwamen de majoor Vega en
Marford. De laatste was van zijn reis terug
gekeerd en wist zelve niet, wat hij doen
zou, den dienst verlaten ja dan neen. Mevrouw
von Werther deed natuurlijk wat zij kon
om hem tot blijven te bewegen en het scheen
wel alsof hij zich tenslotte zou laten ver
bidden.
„De volgende week is er een groote vossen
jacht bij graaf Rothe op Rothenburg", zeide
Mathus, „hij zeide gisteren, dat hij ons zou
uitnoodigei)gaat gij er heen, Marford?"
Deze schudde van neen. „Dat gezelschap is
mij wat al te gemengd. Het vorige jaar was
ik er ook, maar het gezelschap was niet
mijn smaak!"
CWpj« tmoJii).