ddelburj. '-asjj Mo. 76 Dinsdag SI December IMS 33e Jaargang Schaap met tugg Lammars to6nJr i"BÏ"'ina®n. bij E, Wolphaartsdijk. asrst® Knecht, of vr, Bsdiiiide enmakarsknecfot me Jüffroyw-HoishöQdstsr, ss, digelyke GieiM, H net Msisje, FEUILLET9M. Sera pli in e, Buitenland-, gehuwde Knecht, een Meid Eerste Blad Binnenland. n soSied actief Agent en Slaapkamar Arbeidersgezin, m 2de Knecht een Arbeider Dit nummer bestaat uit twee bladen Van het oude ijl het nieuwe. r 't bedanken van den heJ dïonse, wordt voor Veer* gd. rma Wed. P. DE JGNGH, Goe& iaadhande! en BoomkweekeriJ. Sees met pension, f 50 a f6C land. Brieven onder motto on" bureau De Zeeuw, Goes TE kosr R, Maart of Mei gevraagd in een met paarden kan woning beschikbaar, bii MOL, Dqkwel, Kapelle. Maart ;d, door A. J. BRUGGEMAN, >uwir, Oudelande. Maart gevraagd woning beschikbaar). [NIEUWENHUIJSE, Landb. -Bath. aagd met Maart 3LOK Jz. te Rilland. Woniag beschikbair. Met Maart a.s. die met paarden kan desverkiezend woning be- hr, bij C. ZANDEE Az., ;e. n Boekhandel van P. A, H. IMAN te Goes wordt ge- een Iministratie. Goed hand- vereischte. Snd san aankomende ?d, b?j M. D EL O O P F, 'and. Wei Dag- of Dag- en ichidiensfbode f>- d. D. W. DEN HERDER, ierkstraat, Goes. iagd b ij bejaarde dame te urg tegen begin Fabr. g- g' v. |sn letter M., bur. dezer te Middelburg. Taart of Mei aankomends Meld l, bii D. J. DE VISSER, :u, Baschweg. nd gevraagd Huislidudstor, !0 a 50 jaar, in een arbei- met 3 kinderen, waar- mdste 10 jaar is. Adres i SCHIPPER, B 184, Wemeldinge, LINDENBERG-Daaxb, Istria" Wemeldinge, vraagt itandig kan werken. uw DE BRUIJNE, Fran- 44, Den Haag, vraagt met alleen. Loon f200, wasch- erval. Verdere inlichtingen en bij Mevr. VAN HEEL nb té Goes. Tegen 1 Mei a.s. n Dienstbode bij M. J. MOL, Land- Woipbaartsdijk. d, feij H. A. MOL, landbouwer, Oudelande. Uitgave van He Naaml- Venn. LUCTOR ET EMERGO, gevestigd te Goes- Hoofdbureau te Goes LANGE VORSTSTRAAT 219. (Telefoon No. 11.) Bureau te Middelburg: EIRMA F- P. DHUIJ L'. BURG- Drukkers: öosterbaan Le Cointre, Goes. De Zeeuw VERSCHIJNT' EDKEN WERKDAG. Aboünementsprqsi Per 3 maanden fr. p. post fl.7£ Losse- nummers - -0.05 Prijs der Advertentlën: 14 regels f 0-80, iedere regel meer 20 ct. Verhoogd met een tijdelijken oorlogstoeslag van 20 3-maal wordt 2-maal berekend- Bij abonnement voordeelige voorwaarden- Bewijsnummers 5 cent- Wegens Nieuwjaar zal het volgende num mer van „De Zeeuw" D. V. Donderdag 2 Januari verschijnen. Nog enkele oogenblikken en bet jaar 1918 ligt achter ons, door miljoenen ster velingen doorgeworsteld, door honderd duizenden met stillen weemoed herdacht. Annus Mirabilis, luidde jaren geleden de zucht waarmee ons antirevolutionaire hoofddagblad het Oudejaar „uitluidde". Annus Mirabilis jaar van Rampspoed kent gij passender benaming voor pen jaar als dit, in hetwelk de oordoelcn Gods zoo buitengewoon de wereld druk ten, de volkeren in dp zeef der beproe ving werden geschud, en de doodsklokken luidden, over miljoenen jonge .levens, die de moordende wereldkrijg verzwolg. Een jaar, waarin boven 't gedonder van 't ge schut en het gelui der doodsklokken de stem weerklonk van den Christus, met den nagalm van Maranatlia, Jezus kómt! Veel meer nog dan zijne voorgangers predikte dit voorbijgesnelde jaar ons de vergankelijkheid, de zpkerheid van den dood ,en van 't toekomend gericht; en nog in zijn sterven laat 't door de mid dernachtsklok ons toeroepen: Hij, komt. IJij komt straks ten gerichte. Hij komt, cn aller oog zal Hem zien, ook degenen die Hem doorstoken hebben. Aangrijpend oogenblik van een vreeselijken dag! Zijn wij al bereid? Zoo niet, schikken wij ons dan om onzen God te ontmoeten. Annus MirabilisHet vijfde oorlogs- 'jaar. Wat dit zeggen wil, ervoer niemand onzer aan den lijve. Dat ondervonden wel onze zuidelijke en oostelijke gebu- ren en stamverwanten; vooral eerstge- noemden, die hun land zagen verwoes ten ,of zeiven ballings lands moesten om zwerven, al boden liefde en gastvrijheid hun 't deel van d,e eigen schaars toe gemeten spijze. Al was 't ook minder dan andere jaren, ook dit jaar aten wij toch pog ons dagelijksch brood, en warm den ons aan den eigen huiseljjken haard. Wij bleven verschoond: van den oor log. Dok van den honger, al werden de rantsoenen kleiner en verdubbelden zich de zorgen. Doch ni,et van de pestilen tie. De Spaansche griep velde haar dui zenden; ook in Z.eeland maaktjo zij vele slachtoffers; in menig gezin werd mper dan één jeugdig legen afgesneden; rouw en droefheid, geklaag en geween, vervin gen den blijden toon en dp levensvreugd. En. nog op dezen oogenblik schijnt asch voor sieraad, treurigheid voor vreugde- olie beschikt, jeh de benauwde geest voor het gewaad des lafs. Ook het vee iverd bezocht, door het bvekend|e kwaad van mond- en klauwzeer. Gelukkig hebben wij thans een r&gpgring, die moer heil ziet dan haar voorgangsters in afzondering dan in afmaking, zoodat de slachtwoed,© van voor enkele jaren zich niet heeift herhaald. Edoch, bracht de1 wapenstilstand ver ademing of verlichting van druk? In aee- nen deelé- Eer het tegendeel. De blijmoedi ge toon ontbreekt in de gesprekken. Die at- U. Z. YON MAN ('BUFFEL. 50) Mathus bloosde en lachte. „Natuurlijk", zeide bij. „Nu, u zijt een voorbeeld voor alle jonge lui schertste zij „is het onbescheiden te vragen, hoe oud u zijt?" „Vior-en-twintig". „Vier-en-tvvintig jaar en heelt zijn zuster nog boven alles liefde gravin lachte stil. „Hoe ter wereld hebt u die allerliefste on schuld tusschen ons verdorven menscheu weten te bewaren?" vroeg zij. Dit woord en- dan uit den mond van die schoone vrouw verdroot Mathus. Zoodra zij hem als een mooien jongen behandelde, over wiens onschuld de ervarene oudere dame glim- lachte, had hij ik weet niet waKwillen doen om haar te toonen, dat hij in T geheel niet zoo'n domme jongen was. „Bent u nu verschrikkelijk hoos op mij?" plaagde zij, „toe, laten we dat niet doen. Kijkt n liever eens naai Heartsease. Het arme dier doet al zij» best om de opmerkzaamheid mosfcei' blijft drukk,end. De vpees over stemt de hope. De vr-ede gaat schuil in vage; toekomst. D,e morgenstond is geko men en nog is het nacht! Wie zou er ook blijde kunnen zijn, in doze donkere tijden Is dat voorbe reiding voor den vrede, hetgeen wo om ons heen zien ge be ti ren Zal 't Boljc- wisme, zal Spartacus, zal het Socialis me in het Oosten, zal de vredesfilosoof uit Washington of de wraakzucht der Entente dien breng,en of bevorderen? Wie die de Rpvolutie reeds ontketend zag of loeren veglt op haar prooi, zal dit durven gelooven? Teverg;eefs verwacht men hot van de heuvelen en bergen. Mochten de volken alsnog met veroot moediging terugkeeren tot den Heere. Al leen in dien weg is zegen. Ook voor Nederland. Gode zij dank, nog velen ten 'onzent zijn hiervan overtuigd, zij houden vast aan do traditiën der vaderen, hou den d® ordinantiën Gods in eere, zen den hunne gebeden tot den Troon des Almachtigen, om genade, barmhartigheid en vrede voör.Jand en volk, om sterkte voor de Koningin en hare raadslieden, om bevestiging en scihraging van den troon der Oranjes; en versterking van den liefdeband tusschen Oranje en Ne derland. Als antwoord mochten zij de Revolutie ten onzent in haar loop ge stuit en Oranje door een dankbaar volk 'gehuldigd zien, voor onzie Koningin en Haar Huis een ongekende verrassing en voor het Nedierlandsc-he Volk, gelukkig nog in zijn meerderheid pen oorzaak van blijdschap en dank. Wij erkennen en belijden voor 's Hoe ren aangezicht, dat wij deze groot© wel daad onwaardig zijn; dat niets ons on derscheidt van rtc- volken die nog steeds in zorg en vree ze hun weg gaan, of overheerscht worden door den buitenlan der; en dat ook ons Vostenhuis niets beter is dan die anderen welke dit jaar ineengestort van de aarde verdelgd zijn; dat hclalleen de goedertierenheid des Ileeren zijn dat wij niet vernield zijn. Daarom zij onze bede bij den uitgang van het oude en bij de intrede van het nieu we jaar, om verzoiening en genade. Wij gedenken in deze oogenblikken die genen onzer lezers, die een of zelfs meer dere dierbaren door den dood moesten missen, vooral in de laatste weken- Wij hebben met een bedroefd hart hunne overlijdensadvertenties in de kolommep van ons blad opgenomen; een enkele maal zelfs zeventien tegelijk, hetgeen nog nim mer geschied was, ook niet toen de in fluenza hare vele slachtoffers maakte- In stilte hebben wij met hen gerouwd over hunne dierbaren, die op zoo jeugdigen 'leeftijd of in de kracht des levens hun ontvielen- Maar ook het heengaan van ouderen hebben wij betreurd- Hoe gaarne hadden wij onze vrienden A. S. J. Dekker en K. Wielemaker, de veelzijdig begaafden en gezegenden en in zeer ruimen kring ten zegen gestelden, in ons midden behouden- Hoezeer waren wij gesteld op 't bezit van ouderen als C- de Schipper van Heinkenszand, War- menhoven, Serooskerke's bekwamen die naar des Woords, en den uitnemendep Kamperlander J. C. Schippers, die wet houder van Wissenkerke was; mannen, die, elk in zijne eigene gemeente, met zooveel liefde en toewijding de zaken van Kerk en School behartigden- Troost© de Heere hunne betrekkingen en vorme Hij in den strijd der geesten van zijn aanstaanden meester te trekken!" „Ik kan dat paard niet koopen!" zeide Mathus afwerend, „het is mij veel te duur!" De gravin antwoordde hierop niets, doch ra hare plaats sprak het mooie paard, dat door zijn handige berijdster de schoonste houding in halve galop had, en toen nadat het zich op zijn voordeeligst in het schoonrijden had vertoond, plotseling met razende snelheid woggaloppe'érde. Mathus kon het met den besten wil van de wereld niet inhalen. Hij zuchtte diep, toen hü eindelijk aankwam, ter- wijl de gravin, die in de schaduw van een boom wachtte en de manen van haar paard liefkoosde, kalm zeide: „Het is een voor treffelijk renpaard. En dan is het ook een flink paard, goed ingedrild. U is onverstandig, als u hem niet neemt!" Hierop zweeg Mathus en zij sloegen een allée in, die naar Villa Rcgina leidde. Daar scheidden zij; de gravin dankte hem voor zijn geleide en hij reed door naar de stad, om zich voor het avond eten te kleeden. Toen hij de huiskamer binnentrad, kwam zijn tante juist thuis, deed vlug hare hand schoenen en haren hoed af en riep„Net goed, dat je komt, Mathus! Ik heb daar juist een brief gekregen, die mij ontzaglijk veel pleizier doet. Je weet wél, die Schumann, hij hoort bij Belsay, die vervelende jongen. Nu, dien heb ik dikwijls de les gelezen, ik heb hem hier gehad, en heb op zijn geweten gewerkt, totdat de -tranen hem over de wangen d© krachten, die hen tot Zijne eer en hunner waardig kunnen vervangen- Late een iegelijk onzer zich bezielen door de gedachte, dat hij of zij hiertoe wel eens kon aangewezen zijn; en werke en streve men, alsof dit zoo ware, ook weer in het nieuwe jaar, dat komt- Wat 't in zijn schoot verbergt, is en blijve ons onbekend- Doch wel weten wij, dat het ons nader brengt aan ons levenseind, nader aan de toekomst onzes Heeren, nader aan de voleinding. Zal dit levens eind, die verschijning, dit eindgericht, voorwerp van vrees en hoop, van schrik en aanbidding reeds dit, jaar daar zijn- Ignoramus: wij weten het niet. Reeds de profeet uit Thekoa riep 't zijnen tijd - genooten toe: Schikt u om uwen God te ontmoeten- Hoeveel te meer hebben wij 't dan elkander toe te roegen, die zoo veel dichter deze toekomst genaderd zijn, en voor wie liet wereldgebeuren bij het licht der Profetie en der Openbaring in zooveel duidelijker taal vertolkt, dat de tijd voorts kort is- Er zullen er ook onder ons» mijii lezers, weer zijn, die het nieuwe jaar niet zullen ten einde brengen, die vroeg of laat zullen worden opgeroepen- Zult gij 't zijn of zal ik Jt zijn! Wie onzer het eerst? Make de Heere ons door Zijnen Heiligen Geest gewillig het kruis, dat Ilij.ons op leggen mocht, te dragen, drage elke be proeving 'bij tot onze heiliging; en vinde de dood, zoo hij kwame, ons met onvoor bereid, maar geloovig wachtende op Hem van VVien reeds onze ouden zongen: Hij zal den dood verslinden tot over winning; en de Heere lleere zal do tranen van alle aangezichten afwisschen, en Hij zal de smaadheid zijns volks van de gansche aarde wegnemen- Zie deze is onze God, wij hebben Hem verwacht en Hij zal ons zalig maken; deze is de Heere, wij hebben Hem verwacht, wij zullen ons verheugen en verblijden in Zijne zaligheid. (Jesaja 25:8, 9). Terugblik. Helaas, 1918 zal niet als het groote vredes-jaar in de geschiedro'llen opgetee- kend kunnen worden! Maar, Gode zij dank, het bracht dei- wereld toch wapenstilstand- Het was een bloedjaar, een jaar van strijd en lijden, komer en ellende- En het scheen tot voor weinige weken, of ook het jaar 1919 met de grootste daden der verschrikking zou beginnen- Maar aan het bloedbad op de slag velden kwam een einde- En al droomen wij nog niet van een „vrede op aarde", zooals de wereld beweert na te streven, toch verheugen wij ons van harte over de kentering der geesten, de ontwaking uit den rampzaligen oorlogsroes en over d© ernstige pogingen om het geschokte evenwicht te herstellen- Nóg is het niet de tijd om den gees telijken balans op te maken. Zeker, de Christen weet, dat God ook uit de ellende van d© vier oorlogsjaren iets goeds voor Zijn volk kan doen geboren worden, maar Welke wijlz© lessen de volkeren als zoodanig er uit zullen trekken, is thans nog niet te zeggen- Zullen de schoon klinkende theorieën van een Wilson de basis vormen van de practijken der oor logvoerende mogendheden, welke als over liepen. Hij was nog zoo jong en heeft een oude moeder, en toen kon ik niet velen, dat die jongen door zijn kameraden zou worden verleid en een dronkaard werd. Ik dacht dat alle moeite tevergeefs geweest zou zijn, en lees nu eens wat zijn moeder mij schrijft. Zijn diensttijd is om en b\j is nu weer thuis. Luister!" Zij vouwde een verkreukeld stuk papier van twijfelachtige kleur open en las niet zonder moeite Genadige mevrouw majoor! Een arme weduwe smeekt God u te be- loonen voor wat u aan mijn zoon hebt gedaan want u weet, genadige mevrouw majoor, dat hij is in 't regiment gekomen, en toen heb ïk tranen gehuild, want hij was een slechte jongen, hjj dronk veel en heeft mij, zijn oude moeder, dikwijls belogen en toen dacht ik, nu is 't heelemaal uit, dit is zijn dood, en inplaats daarvan komt hij ordentelijk en braaf terug en zegt, dat heeft hij aan mevrouw majoor te danken, die is hem altijd genadig geweest. En ik vraag den lieven God of bii het uwe genadige Excellentie alleronder- danigst wil vergelden, want ik ben een arme weduwe en heb maar dezen zoon en veel verdriet. ROSINA SCHMIRGEL. „Is dat niet prachtig vroeg zijn tante, „ziel gij, over zooiets heb ik nu pleizier! winnaars uit den strijd kwamen? Wij ho pen, maarweten niet. Als wij e©n terugblik slaan op het jaar, dat straks tot de weggevlotene be hoort, kunnen wij ons nauwelijks meer voorstellen hoe bij het begm de centra- len op het hoogtepunt van hun macht stonden- Een enkel verdacht teeken deed ons twijfelen aan de innerlijke sterkte dezer oorlogvoerende partij- Ilalf Januari brak in Oostenrijk-Hongarije een alge- meene staking uit, naar men voorgaf ten gevolge van het verminderde broodrant soen ,maar inderdaad als een reactie op het Pruisisch optreden van de vredema- kers te Brest-Litofsk- Overigens schenen de centralen een onvernietigbare macht- De Russische reus lag machteloos ter neer. Den 3dcn Maart werd het vredes-ver- drag tusschen de centralen en de maxima listen te Brest-Litofsk onderteekénd en kwam de opmarsch der centralen tot staan. Lijfland en Esthland bleven door Duitsche politie-troepen bezet; Koerland en een groot, deel van het bezette gebied werden aan het Russische bestuur ont trokken; drie Kaukasische provincies wer- den aan Turkije toegewezen; uit Finland en- Oekraine moesten de maximalistische troepen worden teruggetrokken- in de Oekraine zetten de centralen in- lusschen hun „hulp"-expeditie nog voort: z© rukten tot in den Krim en in het Don-gebied op- Onder deze omstandigheden was voor Roemenië een verdere tegenstand onmo gelijk- Den 5den Maart werden te Buftea de preliminairen tot het vredesverdrag tusschen Roemenië en de centralen on derteekend en 7 Mei werd te Boekarest- onder zeer -harde vooiswaarden voor Roe menië, de vrede officieel gesloten- Met den 7 Maart met Finland gesloten vrede maakten de centralen zich in het Oosten de handen geheel vrij- Doch bange dagen zouden nog voor hen aanbreken- Het aantal vijanden nam nog schier met den dag toe- Dien 15en Mei somde Balfour in het Lagerhuis op, dat do volgende landen den oorlog aan Duits-chland hadden ver klaard Rusland, Frankrijk, België, En geland, Servië, Montenegro, Japan, Por tugal, Italië, Roemenië, de Yereenigde Staten, Cuba, Panama, Siam, Liberia, Griekenland, China, Brazilië en Guate mala. D© volgende landen hadden hun diplomatieke betrekkingen met Puitsch- land verbrokenBolivia, Honduras, Ni caragua, Haïti, San Domingo, Costarica, Peau, Uruguay en Ecuador. Intusschen' verklaarden Nicaragua 7, Mei, Guatemala 10 Mei, Costarica 25 Mei, Haïti 15 Juli en Honduras 22 Juli nog den oorlog aan Duitsehland. Reeds einde Maart, ondier den druk van den steeds dreigender wordenden toer stand voor de Entente kwam de eenheid- van-opperbevel over de geallieerde legers ©en anderen staat van ziaken scheppen. Maarschalk Foch kon vanaf den 14en April zdjin macht ontplooien. En vanaf dien tijld golfde ide strijd, op1 en neer. Aan beide zijden wfetdien geen offers: hei groot geacht. Van 8 Augustus af dateeren de suc cesvolle tegenoffensieven der geallieer den. In immer sneller tempo speelden de gebeurtenissen zich af. 27 Septem ber werd de Hinidenburglinie doorbro ken; twee dagen later gal Bulgalrije zich over. 5 Oct. yredesaanhod der centralen, 27 October stelde Oostenrijk Italië een Maar hoor eens, die Reimann rijdt slecht. Ik heb mij daar vanochtend over geërgerd. Stuur hem morgen eens hier. Hij kan hier dan een uur rijden. Ik zal dan uit het venster kijken en hem eenige wenken gevent Het gaat toch niet aan, dat hij een gezicht zot, alsof hjj gevierendeeld werd!" „Och, sommigen blijven hun leven lang onhandig-'-', zeide Mathus lachend, maar de majoorsche antwoordde „Ik zal er de handigheid wel inbrengen! A propos, ik was daar juist bij den zieken Hubert in 't hospitaal. Hij zal wel sterven, de dokter geeft geen hoop, het zijn sluip- koortsen. Ik moet nu dadelijk aan de ouders schrijven en hun vertéllen hoe de zaken staan, opdat zij zich niet met valsche hoop vleien en hun komst misschien uitstellen. Die arme jongen! hij was een flink huzaar en een fatsoenlijk mensch! En Mathus! Waar ben jij vanmiddag geweest? Ik zag je met de gravin rijden." „Ik was met haar op Stemheim I" „Zoo, zoo zij rijdt goed, maar dat ze je zoo op die Heartsease verlekkerd maakt, bevalt mij niet. Jé zult toch geen dwaasheden doen, jongen „Ik hoop van niet", was het vroolijke ant woord. „Ik hoop toch ook niet, dat je op die mooie dame verliefd raakt", vroeg zij hem met moederlijke bezorgheid aanstarend. „Neen, tanf* Julia, tot nu toe nog wapenstilstand voolr, 30 Oct. legde Tu'r- kijte de wapens neer en 3 Nov. volgde Oostenrijk dit voorbeeld. Toen volgde de .wereldschokkende in eenstorting van de centrale rijken. De gebeurtenissen van dte laatste we ken liggen nog te verseh in 't geheugen, dan dat wijl alle gevolgen van 'oorlog en revolutie zouden .moeten opsommen. Het ten einde spoedende jaar zal wel als' een van de Inee s t-b cl an g wekkende jaren bekend blijlven van de geweldige en schokkende .periode, die straiks met den vrede zalw.orden besloten. Wijl hebben even achterwaarts gezien en slaan nu den blik vooruit. Wat zial-4919- ons brengen? „Vrede op aarde, in menschen een welbehagen?" Neen, van menschen heb ben wij niet den Vrede te venvachten, waarvan de Engelen in Bethlehem-Efrata's velden gewaagden. Wat dan wèl. Misschien een gebrek- kigen volkerenbond, als schoonste gevolg van het streven naar „recht en gerech tigheid" tusschen 3e volkeren der aarde, maar slechts de utopist droomt van. den „eeuwigen vrede". Onze verwachting zij' van den Heer del' Heeren, den Koning der Koningen. Aan Zijn hand gaan wij veilig, over hoogten van vreugde en voorspoed, maar ook dooi' diepten van jammer en ellende. En verwacht het. heil van Hem, grooten, kleinen, zondaars, volken! In dat kraken Zijner wolken dreigt een oordeel, roept een stem. Dat Hem alles hulde geve, hymnen brenge, knieën huig' Hem, den Richterde aarde beve Hem, den Koning! de aarde juich'! Korte berichten. Koning Albert zal begin Januari een officieel bezloek brengen aan de pro vincie Limburg. In de 4e wijk te Antwerpen had een ontploffing plaats'. Er Zijn 5 dooden en 10 gewonden. 1 De Stoombootdienst OstendeDo ver zal begin Mei hervat worden- Perm is veroverd en 18000 bols- jewiki zijn gevangen genomen, terwijl hun 60 kanonnen, 4000 waggons en veel an dere buit berden ontnomen. De Belgische pers. De N. R. C. correspondent te Brussel meldt: De Indepeudance Beige heeft een bij zonderen berichtgever naar Nederland gezonden om er een onderzoek in te stellen naar de Tipenbare meening ten opzickte van de vraagpunten, die er op het oogenblik tusschen de twee landen hangende zijn. Wat het resultaat van dit onderzoek worden moet, blijkt reeds ten volle uit het verschenen eerste artikel van den correspondent der Indé- pendance. De Nederlandsche soldaten in hun grijze uniformen lijken te veel op de Duitschers! De Nederlandsohe officieren, stijf in hun tuniek, zijn te veel gelijk aan de Duitsche officieren, wier onbe schoftheid de Belgen zoo lang heeft verontwaardigd. Het geheele land, vooral Den Haag, maakt een kouden en vijandi- gen indruk. Enzoovoorts. niet", zeide Mathus, doch hij werd vuurrood en lachte verlegen. „Nu, het schijnt toch niet heelemaal pluis te zjjn. Hoor eens, zij is een gevaarlijk vrouws persoon voor jullie. Dwepen kun je met haar, zooveel je wilt, maar ernstig op haar ver liefd worden, dat gaat niet. Daarvan komt later, bfj al die concurrentie, niets dan last, duellen, vijandschap, die, allemaal het regiment geen eer aandoen en het dén schijn doen hebben van lichtzinnigheid." Mathus had de grootste moeite om ernstig te blijven, doch hij lachte niet om zijn tante niet te beleedigen. Of hij zijn hart evenzeer in zijn macht zou hebben, dat zou te bezien staan 1 Intusschen kwamen de majoor Vega en Marford. De laatste was van zijn reis terug gekeerd en wist zelve niet, wat hij doen zou, den dienst verlaten ja dan neen. Mevrouw von Werther deed natuurlijk wat zij kon om hem tot blijven te bewegen en het scheen wel alsof hij zich tenslotte zou laten ver bidden. „De volgende week is er een groote vossen jacht bij graaf Rothe op Rothenburg", zeide Mathus, „hij zeide gisteren, dat hij ons zou uitnoodigei)gaat gij er heen, Marford?" Deze schudde van neen. „Dat gezelschap is mij wat al te gemengd. Het vorige jaar was ik er ook, maar het gezelschap was niet mijn smaak!" CWpj« tmoJii).

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1918 | | pagina 1