Vrijdag 22November 1018
Seraphine,
Springbok.
feuilleton:
Malkgeit,
No.
Kalfvaars,
oge zware
BLUSTERS,
sterksiecht,
BCllI 9l BBÉOMlIt,
(kersknaciit,
nmakerskmschf
nkomende,
ienstbcde
Werkster,
lenmeisje en
ukenmeisje.
irame Meid of
riemde Meid
et Meisje,
k Dagmeisje,
oom is voor de
is hef adver-
or den handel:
beweegkracht.
«foe «Jaargang
Staten-Generaal.
Buitenland.
udekerksche weg
eling Middelburg
den in Zeeland)
gaarne ia ont-
aris -Penningtaees -
e n d e 1 s, Achter-
iogardstraat D 45,
E KOOP
REIJEN BERG,
Bipgekerke.
E KOOP
member, bij
'TERSE, Biggekerke.
KOOP
reg R 140.
i KOOP
en beste werker-
VAN NIEUWEN-
euw en St. Joosland.
E KOOP
staat zijude
karnmolen,
Veerscheweg.
KOOP
ANDER SE, Tol,
ivraagd
SLABBEKOORN,
itinge.
moodigd
IJGER, Mr. Bakker,
ch aan om terstond
reden
bekend met de ban-
Brieven onder letter
ïERHEULE's Adver-
Goes.
srstond of' later
J. KALLEW \ARD,
rfgeval terstond
et beneden de 16 jaar,
D. LEEN DERT/SE.
Bakker, Meliskerke.
aagd
B. QUIST, Lange
41, Goes.
a. s. wordt gevraagd
ek naar België der
t
;er W. KAKEBEEKE,
rfgeval terstond ge-
OLSE, Kleversktrke.
d liefst zoo spoedig
ag en nacht, bij Mevr.
singel 237, Goes.
levraagd
OTBontjb, Nieuw-
iet Mei
aankomende Meid
C. DE VISSER, St
Uitgave van
NaainJ. Venn. LUCTOR ET ÊMERGO,
gevestigd te Soes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 219.
(Telefoon No. 11.)
Bureau te Middelburg:
BIRMA F. P. DHUIJ L. BURG-
Drukkers:
öostferbaan Le Cointre, Goes.
door U. Z. VON MANTEUFFEL.
41.)
De levendige onzelfzuchtige naasten
liefde, die ide kern van hun beider we
zen was, vormde den grondslag van de
groote sympathie, welke zij voor el
kander gevoelden.
Toen de lieer Adlerstein eindelijk
afscheid nam, reikte Seraphine hem
nare fijne smalle hand en zeide mot
SiLif lac,hieheb veel van u
eu l1;mk u daarvoor; wij be
grijpen elkander."
ï00* :hlJ zich ridderlijk
over de hem toegestoken hanid en
zeide: „Dat is mij een eer, die ik niet
genoeg kan waardeeren."
Toen hij weg was, zeide mevrouw
von Sternheim: ,,Hij is, geloof ik, ie
mand, waar men op aan kan."
is zoo vriendelijk tegen ieder
een," zeide Stella,, „daarom ben ik
ook niet zoo angstig voor hem als
voor zijn wilde kameraden. Toen Le-
ona en ik nog kinderen waren, kwam
hij dikwijls in de kinderkamer, zooals
nu de familie Schwartz, en werd
nooit ongeduldig al was Leoaia ook
YERSCHUHT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden £r. p. post fl.75
Losse nummers- 9.05
P.rq's der Advertentiëni
14 regels f0.80, iedere regel meer 20 ch
Verhoogd met een tijdelijken oorlogstoasïaa
v*n 20 °/0.
3-maal wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarde*»
Bewijsnummers 5 cent.
Eer. raad.
Wij aouden allen sprekers in vergade
ringen, en allen predikanten die straks
op den Bededag de gemeente hebben voor
te gaa*, willen aanraden van te voren,
*a zich' gesterkt te hebben in de lezing
ran ee* deel van Gods Woord, het hoofd
artikel ran „De Standaard" van 21 No
vember te lezen.
Predikanten, die „De Standaard" niet
kennen of lezen, moesten voor die eene
maal maar eens een nommer laten komen.
Het adres is N. Z. Voorburgwal 58, Am
sterdam.
De lezing brengt, brenge althans allen,
ook de hoorders, in de rechte biddag-
stemming.
Het spijt ons, dat plaatsgebrek ons ver
biedt, dit hoofdartikel over te nemen.
Een enkele volzin slechts.
„Zij 't daarom op Donderdag 28 No
vember een bededag die, gespeend aan
alle zelfverheffing, ons in schuldbelijden
den ootmoed de geestelijke veerkracht doe
vinden, waaruit alleen het waarachtige
gebed in ons kan opkomen- Blijve van ons
geweerd alle zelfverheffing waardoor, nu
't ons meeliep, zoo licht de stemming
ran ons innerlijk leven besmet wordt".
Het Mederlandsche Vakverbond.
Dip heer Oudegeest behoort tot de
meest beschaafde, bescheiden spre
kers in de S. D. A. P. Maar (schoon
wij hem van opzettelijk onwaarheid
spreken niet willen beschuldigen, hij
is niet altijd even juist in zijn verhaal.
Te Goes op de meetingkwam dat
0p ieen enkel punt uit. En in de Kamer
zitting van Woensdag liet' hij zich
eveneens betrappen op een vergissing.
Het Nederlaadsch Vakverbond (N.V.
V.) ,zoo trachtte' de heer Oudegeeslfc
te doen gelooven, is neutraal, is geen
politiek instrument; het is een li
chaam, dat ziclh alleen tegen de on
dernemers en dé anarchie keert; het
drijft zijn zaken zelfstandig, staat, los
van iedere politieke partij, en heeft
zich bij zijn samengaan verleden week
met de S. D. A. P., verklaard voor
den legalen (wettel ij ken) weg.
Ook voegde hij er bij, dat hij en de
overige S. D. A. P. Kamerleden niet
steeds als scjhapen hun leider (Troel
stra] volgen.
Die laatste onjuistheid werd ter
stond weerlegd in een interruptie van'
mr. Rutgers: „En het applaus dan?"
Bedoeld werd de revolutionaire Ka
merrede van Troelstra op 12 dezer,
na het uitspreken van welke de heele
partij op Hugenholtz na, die, naar men
zegt, op de marine zat, onder bravo's
den leider hartstochtelijk de hand
drukten.
Nog een andere onjuistheid debi
teerde de heer 'Oudegeest, in antwoord
aan mr. Schokking, die de rede van
mr. Troelstra als revolutionair ken
schetste. De heer Oudegeest antwoord
de hierop„het .is een politiek for
tuintje voor u geweest dat gij die rede
zoo hebt uitgelegd." Een onjuistheid,
die door minister Ruys met aanha
lingen uit die rede voldoende weerlegd
werd.
Immers, de rede was niet alzoo uii
ge Ie g d, maar uitg© sproken.
Maar de grootste onjuistheid ligt wel
m de onnoozele voorstelling van den
heer Oudegeest omtrent fet N.V.V.
Het N.V.V. zou „los van iedere par
tij staan", „neutraal zijn". Maar dat
weerspreken de feiten.
Het Vaderland zegt er van:
„(Dat) is een onwaarheid, het N.
V.V. is S. D. A. P.'sch, wie,dit ont
kent, draait den arbeiders een rad voor
de oogen. Nooit nog is de tween-en-
heid van ,S- D. A. P|. en N.V.V. zoo
duidelijk gedemonstreerd als jl. Zater
dag en Zondag, toen men gezamenlijk
te Rotterdam beraadslaagde over de
revolutie, die niet doorging en over
de eischen die men stellen zou. Zóó
innig is de band, dat een der leiders
van het congres kon uitroepen: wie
aan het een raakt, raakt aan het an
der Wij verstaan het* dat de lieer
Oudegeest van het échec der S. D.
A. P. een terugslag vreest in zijn vak
beweging, maar meent hij dit met eeni-
ge onware phrasen te kunnen vermij
den?"
Wij zouden ongaarne zien, dat bij
onze arbeiders van het N.V.V. een
andere voorstelling ingang vond, dan
die welke door de feiten is verkregen.
Wat zich onder de namen modern,
neutraal, en dergelijke aandient, is in
Shooge mate rood, anti-Christelijk, re
volutionair, egoïstisch, en niet zoo on
schuldig als de heer Oudegeest, geluk
kig tevergeefstrachtte te doeri geloo
ven.
ZeetnVK«h® Stemmen.
CLII.
Het kanon zwijgt.
Niet langer doorkruisen de dood en
velrderf brengende vliegtuigen het lucht
ruim.
Wat dit voor onze provincie zeggen,
wil, weten alleen rij, die dag aan dag
verontrust weiden door het doffe gerom
mel van het 'vèr verwijderde geschut en
de reeksen ontploffingen als gevolg van
de meer nabije luchtactie, en zij1, die bij
nacht en ontij ach, 'twas immer ontijl!
opgeschrikt werden door de bommen
van roekelooz© luchtvaarder» en in bloed-
veawant of vriend..... hun offers
brachten.
Niet het minst heeft ZeeiuWséh-Vlaan-
deren letterlijk ionder den rook van het
geschut en het gas van snoode gasaan
vallen den geesel dies' oorlogs gevoeld.
Er moot wel een niet te beschrijven ge
voel heersehien, nu de natuur weer spreekt
en de stem van staal en lood verstomd
ie, en de danktonen moeten er wel zui
ver en jubelend zijn
Die strijd op Europa's! met bloed ge
drenkte slagvelden is gestaakt. Doch
wacht ons nu niet een felle worsteling: op
het slagveld des geestes
Op een van de zfesl schitterende fres
co's van Kaulbach in het nieuwe museum
te Berlijn we hebben gelezen, dat de
Berlijnsche kunstschatten niet getroffen,
zijn door revolutionaire handen, zoodat
ook au I bach's fresco's iiog wel onge
deerd zijn op1 een van zijn meester
werken dan, voorstellende zies hoofdtijd
perken uit de algemeen» geschiedenis der
menschheid, heeft de Schilder de- zege
praal des Christendoms over bet Hei
dendom afgebeeld. Het tafereel doet U een
blik, slaan op> het slagveld van den strijd
in de velden van Catalonië tusscben Theo-
dorik en Attila gevoerd.
Het is een geniaal stuk werk.
Beneden ziet men bat slagveld zelf
nog zoo wild. Ik was nooit bang voor
hem, want hij was altijd aardig tegen
Leon."
Nadat het schilderij door velen was
gezien en gecritiseerd (Leon kwam
toen bijna niet op Sternheim), werd
het naar de tentoonstelling gezonden.
Een kennis van Adlerstein zorgde voor
de verzending. Acht dagen verliepen
en nog' hoorde men niets. Oom gaf
op zijne gewone heethoofdige manier1
de zaak reeds verloren en was zeer
slecht gehumeurd. Stella beefde als
het tijd werd voor de post en Leon
vermaakte zichzelf en anderen door in
bittere beschouwingen uit te varen
over de (s'chande, dat hij gedwongen
was 'zijn paarlen voor de zwijnen' te
werpen; zijn moeder verklaarde rond
uit dat zij dadelijk gezien had, dat het
ding niets waard was en dat Leon
beter deed met naar school te gaan,
inplaats van voor aanstaande te wil
len spelen.
Toen verbreidde zich plotseling een
vreemd gerucht.. De jonge dames Mar-
tort waren in de residentie geweest
en beweerden gehoord te hebben, dat
liet schilderij van den jongen Werther
oor een onzinnige som aan een rij
ken Rus of Pool was verkocht. De
toon, waarop hierover gesproken werd
bewees 'duidelijk, dat iedereen dit
met zijn gewonden en dooden. Maar niet
f alleen beneden, ook daarboven is er strijd.
Uitgaande van de legende, dat men nog
dagen daarna krijgsgerucht in de lucht
zou hebben gehoord, ontleent Kaulbach
daaraan deze dichterlijke gedachte, dat
'de geesten daarboven, in de lucht den
strijd voortzetten, dien de lichamen dei-
verslagenen beneden hebben moeten op
geven.
Ik geef u die dichterlij|ke gedachte gaar
ne cadeau, doch wat Jonathan (Waar
heid en Di o omen), getroffen heeft, moet
ook onze aandacht trekkenJa, er is
een strijd der geesten, een geestenslag
uitgebroken. Wie ooren heeft om te hoe
ren, hoort het geklik klak der zwaarden
in de lucht.
Nóg zijin de dagen boosi en hachelijk.
Het opsteken van de revolutionaire
vanen in ons land heeft" ons er op
ontzettende wijlzé aah herinnerd.
Het kwam Gode ziij!dank nog
niet tot een bloedigen burgeroorlog, waar
bij burgers van één natie tegenover elkan
der staan, doch de strijd der geesten is
er door afgeteekend.
De vijanden treden niet mieer op als
verkleed® spionnen of onder het mom
van bondgenooten.
Ze vertonnen zich in hun ware ge
daante van Godverzaking en verheerlij
king van de rede.
Groen van Prinsterer, heeft ons zoo
ernstig gewaarschuwd tegen die heime
lijke vijanden, toen hij er den nadruk
op legde, dat het atheïsme in dien gods
dienst, het radicalisme in de politiek,
niet is overdrijtving, misbruik, afwijking,
maar gevolg en toepassing van het be
ginsel, dat, namens de oppermacht der
rede, den God der openbaring _ter zijde
stelt.
Juist, in het zonder God zijin ligt de
vormkracht, van het revolutionaire tijd
perk.
Deze trek is in wezen en werking der
omwenteling ge prent
Zien wij nu onze vijanden?
En weten wij welke wapenen wij1 tegen
hen hebben op ,te nemen
Het is wederom Groen's woord, dat ons
begeestert: „Tegen de revolutie Het
Evangelie",
Ziedaar ons nimmer falend wapen, als
het slechts in de kracht Gods wordt ge
hanteerd.
Wij leven in een wereld vol stoffe
lijke nooden en wij1 hebben allen een
aardschc roeping.
Op staatkundig en maatschappelijk ge
bied is er nog ontzaglijk veel te doen.
Ons Christelijke volk blijft niet met een
boekske in een hoekska zitten, onver
schillig vooi de nooden van anderen. Wij
strijden, ook voor loonsVerhoogingen, als
zie noodig zijn, wij zetten óns schrap
tegen elke aanranding van onze vrijhe
den jen wiji maken ons op, om nog meer
vrijheden te veroveren op liefdeloos eni
levenloos conservatisme. Om met Konin-
ging Wilhelmina der Nederlanden ta spre
ken: „Wij moeten vooruit".
Maar, ons oude beproefde wapen ont-
valle onzen dikwerf zoo slappen handen
niet.
Terug tot God
Wat afvalt van den hoogen God,
moet vallen!
Bijl den strijd om Stoffelijk gewin ver-
zake men toch niet bet groote jiegin-
sel. dat ons alleen de eindoverwinning
kan brengen.
nieuwtje als een flauwe aardigheiicl
van bovenvermelde jonge dames aan
zag.
Leon hoorde er niets van. Hij ging
op den namiddag van denzelfden dag
naar Sternheim om naar Stelia's schil
derstudie te kijken. Zijn grootvader)
kwam hem bij de voordeur reeds te
gemoet met een open brief in de uit
gestrekte hand. „Jongen", riep hij,
„hier is mijn hand, en hier is de hand'
van iemand anders erbij," hij legde
Stella's hand in die van zijn klein
zoon, „neem haar. Als dat zoo door
gaat, kunt ge nog een Kaulbach, of
hoe die kerel heeten mag, den loef
afsteken!"
„Wat is er gebeurd?"
„Vermoedt je nóg niets? Hiér
daar schrijft nu die mijnheer je
weet wel, die vriend .van Adlerstein.
Je schilderwerk is door lord Duijs-da,
of Witch-Watch of Watch-Witch, of
zoo'a andere onmogelijke Engelsche
naam, voor vijftien honderd gulden
gekocht."
„Dat is niet mogelijk," riep Leon,
onwillekeurig terugtredend, „dat is het
niet waard'"
„Wat? Niet mogelijk? Hier staat het
zwart op wit, en nu zie je dan wat
het waard is. Ja, ik heb het Ju
lia, altijd wel gezegd," zeide hij, zich
De strijk! der geesten zal zwaar worden.
Doch, geen nood.
Wij zijn als Eliza.
Wij zien en hooïen de legers van onzen
grooten Bondgenoot in de lucht, en roe
men als hij:: Die bij ons rijn, zijn meer,
dan die bij hen zijin.
KEES VAN DER MEER.
Tweede Kamer.
Het revolutiedebat is weer geopend. Nu
was het de heer de Savormn Üohman,
die nog een motie op het hart had. En
een goede ook.
Ze is bedoeld als tegenstuk van de
motie-Rink. Beide vragen ernstige her
vormingen, maar de motie-Lohman con
stateert daarbij, dat de regeering lof ver
dient voor de kracht, waarmede zij onze
democratische en vrije instellingen heeft
verdedigd. En bovendien wenscht de heer
Lohman allen schijn weg te nemen, als
of de sociale hervormingen ONDER DRUK
VAN DEN TERREUR werden gebracht-
Immers „ONDANKS de gebezigde dreige
menten" wil hij die hervormingen tot
stand zien komen- Vandaag zal over deze
motie het debat kunnen plaats hebben.
Na een breedvoerig debat is het w. o.
tot het aangaan van een geldleening of
lecningen van f350 millioen aangenomen
en wel met 49 tegen 16 stemmen, die
van de soc.-democraten en de revolu-
tionaire groep.
Onder de finantieele specialiteiten, die
hun licht lieten schijnen, was ook de
heer J. F. Heemskerk (a.-r.), die o.m.
betoogde, dat deze leening niet te lang-
durigen druk zal veroorzaken, omdat de
aflossingen minimum-aflossingen zijn, die
altijd gewijzigd kunnen worden iri een
heffing-ineens. Hij heeft voor dit keer
geen bezwaar tegen den vorm der leening,
omdat thans ook de groote vermogens
en naaml. venn. met een gedwongen lee
ning worden bedreigd.
Men heeft zich tot nu toe teveel ge
wend tot de kleine burgerij, die haar geld
in effecten belegt, maar ook de landbou
wers willen wel staatspapieren nemen,
als de rente maar wat hooger is dan
5 pet-, anders laten zij hun geld liever
renteloos liggen. Voor de toekomst geeft
de heer Heemskerk de voorkeur aan een
gedwongen leening.
Het w. o. tot het verstrekken van ren-
telooze voorschotten en spoorwegen met
beperkte snelheid gaf ten slotte aanlei
ding om de nooden van de kleine spoor-
en tramwegen en hun personeel te
schetsen.
Eerste Kamer.
In ons Hoogerhuis hebben de drie so
cialisten klaren wijn geschonken inzake
de revohitiebedreiging. Zoo ziet men, dat
de Eerste Kamer toch nog ergens goed
voor is en niet den smaad verdient, waar
mede de revolutionaire groepen haar be
jegenen
Doch in ernst, Vliegen heeft een ver
klaring afgelegd, waartoe het Rotterdam-
sche congres en daarna de sociaal-demo
cratisch© .fractie in de Tweede' Kameir
niet zijn kunnen komen, hoewel een der
gelijke' verklaring slechts ten voordeele
van de algemeene samenwerking aan de
door de tijdsomstandigheden geboden her-
vol verrukking Ide handen wrijvend,
„wij: begrijpen «lat niet zoo. Vijftienhon
derd gulden, een aardig begin. Als dat
zoo doorgaat, kunt gij naar Italië
reizen en daar de kolosseums en pom-
pejamums bekijken. Hè schatje, hoe
denk je er over? Als Leon eerst eens
een beroemdheid is geworden! Maar
nu is er aan het gezeur ook een einde,
men kan kort praten of lang praten,
ik maak er een einde aan. Kom nu
binnen en laat je bekijken. Ik stoor
me geen oogenblik meer aan al die
tegenspraak."
Op den drempel van de tuinkamer
gekomen, riep hij: „Heidaar mam,af
en 'Seraphine en 'Mathus i "jelui moet
er .in berustenIk laat morgén
de communicaties drukken en zend ze
rond aan Jan en alleman. Nu dadelijk
vieren we de verloving. Komt jelui
twee maar binnen!"
Tante zuchtte en Seraphine had tra
nen "in de oogen, maar toen Stella
binnentrad, voelde zij de armen van
haren broeder rond zich, en riep deze
lachend: „Van harte geluk, Leon, met
je succes, 'tls een mooi begin. En
jij, muis, ben je nu gelukkig?"
Daarop was geen antwoord noodig
en Mathus, die zich nooit bezorgd
over iets maakte, dacht, als Stella
maar gelukkig was, kwam het er ver-
Vormingen had kunnen strekken. Het i*
de meening van mij en mijn partijgenootom
in deze' Kamer, zeide Vliegen, dat de
regeermacht behoort bij hen, die haar
langs grondwettelijken weg hebben ver
kregen. De woorden werden met bravo's
ontvangen.
Vliegen behoort trouwens met Polak
en Van Kol tot de gematigden in hun
partij. De door de twee eerstgenoemde!*
dezer dagen uitgesproken redevoeringen,
en het interview van Van Kol hebben
dat nog eens bewezen. Op dit interview
beriep rich Rappeiyne van de Goippello,
die daaruit aanhaalde, dat Nederland een
der meest democratische regeeringen van
den aardbol heeft, ver staande boven die
van talrijke republieken.
Onder leiding van Van Nierop (1.) had
een huldehetooging aan de regeering
plaats, welke een bijzondere voldoening
moet wezén voor de Koningin en haar
raadslieden.
Ook leden van andere fracties, b.a.
't Hooft (a.-r.) hebben verklaringen afge
legd, welke vertolkten wat er leeft in!
de harten van Oranjegezind Nederland!.
Beknopt overzicht van den toestand.
In den spannenden toestand in Duiscb-
land is nóg geen verandering gekomen.
Alls nog niet te zeggen wat er uit ge
boren zal worden.
De „iregeering" blijft pasisief en laat
het schip-van-staat roerloos voortdobbe
ren, waarheen de wind van de onafhan
kelijke elementen, in den arbeidersraad
georganiseerd, het drijft.
Intusschen geschiedt de- afwikkeling
.van de wapenstilstandsvoorwaarden zón
der groote storingen. Smeekstemmen om
clementie hebben weinig uitwerking. Te
Harwich zijn, weer 19 U-booten aange
komen en ook de Duitsche hoogzoevloot
beeft zich ter interneering overgegeven.
'tls te hopen voor Duitsehland, dat
men spoedig een stevig gevestigde ire
geering heeft.
De Entente geeft Duitsehland niet al
leen duidelijk te verstaan, dat het geeni
vrede kan krijgen als het niet voor een
stc-vig gevestigde regeering z:orgt, maar
dat bet ook niet op> p'roviandeering be
hoeft te rekenen, aföi dei anarchie daar
het hoofd opsteekt. Dat wil zeggen, dat
de Enterde zekerheid wensicht, dat de le
vensmiddelen in handen zullen komen
van de bevolking waarvoor ziij bestemd
zijin en niet in eert chaos zullen verdwa
len of zoek raken.
De fe verwachten twisten en oneenig-
heden tusschen de nationaliteiten vlam
men in steeds heviger mate op en vertete
ren veel van w;at er nog van depui-
nen van de eens zoo trots-che nationale
huizen overbleef. In Galicië beoorlogen
Polen en Oekrainers elkander, tusschen
Hongaren en Tsjechen is het tot ern
stige' conflicten gekomen, in de Oekraïne
moet een opstand ziijh. uitgebroken.
En de Slavische autoriteiten hebben,
rich met een oproep' tot de Servische
ge-wend om hen te helpen tegén d© drei
gende overheersching van Italiaanse!»
zijlde.
Wilson's reis na,ar Europa.
President Wilson zal, na zijn boodschap
aan liet congres op 2 December, vermoe
ider niet op aan en overlaadde zijn
zusje met allerlei liefkozingen en vlei-
naampjes.
Leon trad intusschen naar Seraphine
toe en bleef aarzelend voor haar staan.,
„Hebt gij mij niets te zeggen?" vroeg
hij onzeker. Hij zag de tranen in hare
oógen. De spot van de menschen, de
boetpredikatie van zijn moeder, de te
genspraak van zijn andere familie-be
trekkingen, vond hij niet zoo moeilijk
te dragen aJs "deze tranen.
„Ik zou je veel kunnen zeggen, maar
dat zou te dwaas lijken op dit oogen
blik," antwoordde zij hem .de hand
reikend. „Het komt er ook weinig op
aan. Kom, sta daar nu niet zoo stijf,
alsof wij elkaar heden voor het eerst
zagen, en geef mij een "broederlijken
kus!" besloot zij glimlachend.
Hij gehoorzaamde bijna schuw. „Dus
dan erkent ge mij toch als broeder?"
vro-
Leon, hoe kunt ge daaraan,
twijfelen. Geloof mij vrij, dat ik heel
veel van je houd."
„Antwoord mij 'slechts op deze eene
vraag," vroeg hij zachtjes. Gelooft gij
ook dat ik niet in staat ben mijn
eigen brood 'te verdiénen?"
(Wb*dt vBawlgd.)
J
Jé