Vrijdag 22November 1018 Seraphine, Springbok. feuilleton: Malkgeit, No. Kalfvaars, oge zware BLUSTERS, sterksiecht, BCllI 9l BBÉOMlIt, (kersknaciit, nmakerskmschf nkomende, ienstbcde Werkster, lenmeisje en ukenmeisje. irame Meid of riemde Meid et Meisje, k Dagmeisje, oom is voor de is hef adver- or den handel: beweegkracht. «foe «Jaargang Staten-Generaal. Buitenland. udekerksche weg eling Middelburg den in Zeeland) gaarne ia ont- aris -Penningtaees - e n d e 1 s, Achter- iogardstraat D 45, E KOOP REIJEN BERG, Bipgekerke. E KOOP member, bij 'TERSE, Biggekerke. KOOP reg R 140. i KOOP en beste werker- VAN NIEUWEN- euw en St. Joosland. E KOOP staat zijude karnmolen, Veerscheweg. KOOP ANDER SE, Tol, ivraagd SLABBEKOORN, itinge. moodigd IJGER, Mr. Bakker, ch aan om terstond reden bekend met de ban- Brieven onder letter ïERHEULE's Adver- Goes. srstond of' later J. KALLEW \ARD, rfgeval terstond et beneden de 16 jaar, D. LEEN DERT/SE. Bakker, Meliskerke. aagd B. QUIST, Lange 41, Goes. a. s. wordt gevraagd ek naar België der t ;er W. KAKEBEEKE, rfgeval terstond ge- OLSE, Kleversktrke. d liefst zoo spoedig ag en nacht, bij Mevr. singel 237, Goes. levraagd OTBontjb, Nieuw- iet Mei aankomende Meid C. DE VISSER, St Uitgave van NaainJ. Venn. LUCTOR ET ÊMERGO, gevestigd te Soes. Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 219. (Telefoon No. 11.) Bureau te Middelburg: BIRMA F. P. DHUIJ L. BURG- Drukkers: öostferbaan Le Cointre, Goes. door U. Z. VON MANTEUFFEL. 41.) De levendige onzelfzuchtige naasten liefde, die ide kern van hun beider we zen was, vormde den grondslag van de groote sympathie, welke zij voor el kander gevoelden. Toen de lieer Adlerstein eindelijk afscheid nam, reikte Seraphine hem nare fijne smalle hand en zeide mot SiLif lac,hieheb veel van u eu l1;mk u daarvoor; wij be grijpen elkander." ï00* :hlJ zich ridderlijk over de hem toegestoken hanid en zeide: „Dat is mij een eer, die ik niet genoeg kan waardeeren." Toen hij weg was, zeide mevrouw von Sternheim: ,,Hij is, geloof ik, ie mand, waar men op aan kan." is zoo vriendelijk tegen ieder een," zeide Stella,, „daarom ben ik ook niet zoo angstig voor hem als voor zijn wilde kameraden. Toen Le- ona en ik nog kinderen waren, kwam hij dikwijls in de kinderkamer, zooals nu de familie Schwartz, en werd nooit ongeduldig al was Leoaia ook YERSCHUHT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden £r. p. post fl.75 Losse nummers- 9.05 P.rq's der Advertentiëni 14 regels f0.80, iedere regel meer 20 ch Verhoogd met een tijdelijken oorlogstoasïaa v*n 20 °/0. 3-maal wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarde*» Bewijsnummers 5 cent. Eer. raad. Wij aouden allen sprekers in vergade ringen, en allen predikanten die straks op den Bededag de gemeente hebben voor te gaa*, willen aanraden van te voren, *a zich' gesterkt te hebben in de lezing ran ee* deel van Gods Woord, het hoofd artikel ran „De Standaard" van 21 No vember te lezen. Predikanten, die „De Standaard" niet kennen of lezen, moesten voor die eene maal maar eens een nommer laten komen. Het adres is N. Z. Voorburgwal 58, Am sterdam. De lezing brengt, brenge althans allen, ook de hoorders, in de rechte biddag- stemming. Het spijt ons, dat plaatsgebrek ons ver biedt, dit hoofdartikel over te nemen. Een enkele volzin slechts. „Zij 't daarom op Donderdag 28 No vember een bededag die, gespeend aan alle zelfverheffing, ons in schuldbelijden den ootmoed de geestelijke veerkracht doe vinden, waaruit alleen het waarachtige gebed in ons kan opkomen- Blijve van ons geweerd alle zelfverheffing waardoor, nu 't ons meeliep, zoo licht de stemming ran ons innerlijk leven besmet wordt". Het Mederlandsche Vakverbond. Dip heer Oudegeest behoort tot de meest beschaafde, bescheiden spre kers in de S. D. A. P. Maar (schoon wij hem van opzettelijk onwaarheid spreken niet willen beschuldigen, hij is niet altijd even juist in zijn verhaal. Te Goes op de meetingkwam dat 0p ieen enkel punt uit. En in de Kamer zitting van Woensdag liet' hij zich eveneens betrappen op een vergissing. Het Nederlaadsch Vakverbond (N.V. V.) ,zoo trachtte' de heer Oudegeeslfc te doen gelooven, is neutraal, is geen politiek instrument; het is een li chaam, dat ziclh alleen tegen de on dernemers en dé anarchie keert; het drijft zijn zaken zelfstandig, staat, los van iedere politieke partij, en heeft zich bij zijn samengaan verleden week met de S. D. A. P., verklaard voor den legalen (wettel ij ken) weg. Ook voegde hij er bij, dat hij en de overige S. D. A. P. Kamerleden niet steeds als scjhapen hun leider (Troel stra] volgen. Die laatste onjuistheid werd ter stond weerlegd in een interruptie van' mr. Rutgers: „En het applaus dan?" Bedoeld werd de revolutionaire Ka merrede van Troelstra op 12 dezer, na het uitspreken van welke de heele partij op Hugenholtz na, die, naar men zegt, op de marine zat, onder bravo's den leider hartstochtelijk de hand drukten. Nog een andere onjuistheid debi teerde de heer 'Oudegeest, in antwoord aan mr. Schokking, die de rede van mr. Troelstra als revolutionair ken schetste. De heer Oudegeest antwoord de hierop„het .is een politiek for tuintje voor u geweest dat gij die rede zoo hebt uitgelegd." Een onjuistheid, die door minister Ruys met aanha lingen uit die rede voldoende weerlegd werd. Immers, de rede was niet alzoo uii ge Ie g d, maar uitg© sproken. Maar de grootste onjuistheid ligt wel m de onnoozele voorstelling van den heer Oudegeest omtrent fet N.V.V. Het N.V.V. zou „los van iedere par tij staan", „neutraal zijn". Maar dat weerspreken de feiten. Het Vaderland zegt er van: „(Dat) is een onwaarheid, het N. V.V. is S. D. A. P.'sch, wie,dit ont kent, draait den arbeiders een rad voor de oogen. Nooit nog is de tween-en- heid van ,S- D. A. P|. en N.V.V. zoo duidelijk gedemonstreerd als jl. Zater dag en Zondag, toen men gezamenlijk te Rotterdam beraadslaagde over de revolutie, die niet doorging en over de eischen die men stellen zou. Zóó innig is de band, dat een der leiders van het congres kon uitroepen: wie aan het een raakt, raakt aan het an der Wij verstaan het* dat de lieer Oudegeest van het échec der S. D. A. P. een terugslag vreest in zijn vak beweging, maar meent hij dit met eeni- ge onware phrasen te kunnen vermij den?" Wij zouden ongaarne zien, dat bij onze arbeiders van het N.V.V. een andere voorstelling ingang vond, dan die welke door de feiten is verkregen. Wat zich onder de namen modern, neutraal, en dergelijke aandient, is in Shooge mate rood, anti-Christelijk, re volutionair, egoïstisch, en niet zoo on schuldig als de heer Oudegeest, geluk kig tevergeefstrachtte te doeri geloo ven. ZeetnVK«h® Stemmen. CLII. Het kanon zwijgt. Niet langer doorkruisen de dood en velrderf brengende vliegtuigen het lucht ruim. Wat dit voor onze provincie zeggen, wil, weten alleen rij, die dag aan dag verontrust weiden door het doffe gerom mel van het 'vèr verwijderde geschut en de reeksen ontploffingen als gevolg van de meer nabije luchtactie, en zij1, die bij nacht en ontij ach, 'twas immer ontijl! opgeschrikt werden door de bommen van roekelooz© luchtvaarder» en in bloed- veawant of vriend..... hun offers brachten. Niet het minst heeft ZeeiuWséh-Vlaan- deren letterlijk ionder den rook van het geschut en het gas van snoode gasaan vallen den geesel dies' oorlogs gevoeld. Er moot wel een niet te beschrijven ge voel heersehien, nu de natuur weer spreekt en de stem van staal en lood verstomd ie, en de danktonen moeten er wel zui ver en jubelend zijn Die strijd op Europa's! met bloed ge drenkte slagvelden is gestaakt. Doch wacht ons nu niet een felle worsteling: op het slagveld des geestes Op een van de zfesl schitterende fres co's van Kaulbach in het nieuwe museum te Berlijn we hebben gelezen, dat de Berlijnsche kunstschatten niet getroffen, zijn door revolutionaire handen, zoodat ook au I bach's fresco's iiog wel onge deerd zijn op1 een van zijn meester werken dan, voorstellende zies hoofdtijd perken uit de algemeen» geschiedenis der menschheid, heeft de Schilder de- zege praal des Christendoms over bet Hei dendom afgebeeld. Het tafereel doet U een blik, slaan op> het slagveld van den strijd in de velden van Catalonië tusscben Theo- dorik en Attila gevoerd. Het is een geniaal stuk werk. Beneden ziet men bat slagveld zelf nog zoo wild. Ik was nooit bang voor hem, want hij was altijd aardig tegen Leon." Nadat het schilderij door velen was gezien en gecritiseerd (Leon kwam toen bijna niet op Sternheim), werd het naar de tentoonstelling gezonden. Een kennis van Adlerstein zorgde voor de verzending. Acht dagen verliepen en nog' hoorde men niets. Oom gaf op zijne gewone heethoofdige manier1 de zaak reeds verloren en was zeer slecht gehumeurd. Stella beefde als het tijd werd voor de post en Leon vermaakte zichzelf en anderen door in bittere beschouwingen uit te varen over de (s'chande, dat hij gedwongen was 'zijn paarlen voor de zwijnen' te werpen; zijn moeder verklaarde rond uit dat zij dadelijk gezien had, dat het ding niets waard was en dat Leon beter deed met naar school te gaan, inplaats van voor aanstaande te wil len spelen. Toen verbreidde zich plotseling een vreemd gerucht.. De jonge dames Mar- tort waren in de residentie geweest en beweerden gehoord te hebben, dat liet schilderij van den jongen Werther oor een onzinnige som aan een rij ken Rus of Pool was verkocht. De toon, waarop hierover gesproken werd bewees 'duidelijk, dat iedereen dit met zijn gewonden en dooden. Maar niet f alleen beneden, ook daarboven is er strijd. Uitgaande van de legende, dat men nog dagen daarna krijgsgerucht in de lucht zou hebben gehoord, ontleent Kaulbach daaraan deze dichterlijke gedachte, dat 'de geesten daarboven, in de lucht den strijd voortzetten, dien de lichamen dei- verslagenen beneden hebben moeten op geven. Ik geef u die dichterlij|ke gedachte gaar ne cadeau, doch wat Jonathan (Waar heid en Di o omen), getroffen heeft, moet ook onze aandacht trekkenJa, er is een strijd der geesten, een geestenslag uitgebroken. Wie ooren heeft om te hoe ren, hoort het geklik klak der zwaarden in de lucht. Nóg zijin de dagen boosi en hachelijk. Het opsteken van de revolutionaire vanen in ons land heeft" ons er op ontzettende wijlzé aah herinnerd. Het kwam Gode ziij!dank nog niet tot een bloedigen burgeroorlog, waar bij burgers van één natie tegenover elkan der staan, doch de strijd der geesten is er door afgeteekend. De vijanden treden niet mieer op als verkleed® spionnen of onder het mom van bondgenooten. Ze vertonnen zich in hun ware ge daante van Godverzaking en verheerlij king van de rede. Groen van Prinsterer, heeft ons zoo ernstig gewaarschuwd tegen die heime lijke vijanden, toen hij er den nadruk op legde, dat het atheïsme in dien gods dienst, het radicalisme in de politiek, niet is overdrijtving, misbruik, afwijking, maar gevolg en toepassing van het be ginsel, dat, namens de oppermacht der rede, den God der openbaring _ter zijde stelt. Juist, in het zonder God zijin ligt de vormkracht, van het revolutionaire tijd perk. Deze trek is in wezen en werking der omwenteling ge prent Zien wij nu onze vijanden? En weten wij welke wapenen wij1 tegen hen hebben op ,te nemen Het is wederom Groen's woord, dat ons begeestert: „Tegen de revolutie Het Evangelie", Ziedaar ons nimmer falend wapen, als het slechts in de kracht Gods wordt ge hanteerd. Wij leven in een wereld vol stoffe lijke nooden en wij1 hebben allen een aardschc roeping. Op staatkundig en maatschappelijk ge bied is er nog ontzaglijk veel te doen. Ons Christelijke volk blijft niet met een boekske in een hoekska zitten, onver schillig vooi de nooden van anderen. Wij strijden, ook voor loonsVerhoogingen, als zie noodig zijn, wij zetten óns schrap tegen elke aanranding van onze vrijhe den jen wiji maken ons op, om nog meer vrijheden te veroveren op liefdeloos eni levenloos conservatisme. Om met Konin- ging Wilhelmina der Nederlanden ta spre ken: „Wij moeten vooruit". Maar, ons oude beproefde wapen ont- valle onzen dikwerf zoo slappen handen niet. Terug tot God Wat afvalt van den hoogen God, moet vallen! Bijl den strijd om Stoffelijk gewin ver- zake men toch niet bet groote jiegin- sel. dat ons alleen de eindoverwinning kan brengen. nieuwtje als een flauwe aardigheiicl van bovenvermelde jonge dames aan zag. Leon hoorde er niets van. Hij ging op den namiddag van denzelfden dag naar Sternheim om naar Stelia's schil derstudie te kijken. Zijn grootvader) kwam hem bij de voordeur reeds te gemoet met een open brief in de uit gestrekte hand. „Jongen", riep hij, „hier is mijn hand, en hier is de hand' van iemand anders erbij," hij legde Stella's hand in die van zijn klein zoon, „neem haar. Als dat zoo door gaat, kunt ge nog een Kaulbach, of hoe die kerel heeten mag, den loef afsteken!" „Wat is er gebeurd?" „Vermoedt je nóg niets? Hiér daar schrijft nu die mijnheer je weet wel, die vriend .van Adlerstein. Je schilderwerk is door lord Duijs-da, of Witch-Watch of Watch-Witch, of zoo'a andere onmogelijke Engelsche naam, voor vijftien honderd gulden gekocht." „Dat is niet mogelijk," riep Leon, onwillekeurig terugtredend, „dat is het niet waard'" „Wat? Niet mogelijk? Hier staat het zwart op wit, en nu zie je dan wat het waard is. Ja, ik heb het Ju lia, altijd wel gezegd," zeide hij, zich De strijk! der geesten zal zwaar worden. Doch, geen nood. Wij zijn als Eliza. Wij zien en hooïen de legers van onzen grooten Bondgenoot in de lucht, en roe men als hij:: Die bij ons rijn, zijn meer, dan die bij hen zijin. KEES VAN DER MEER. Tweede Kamer. Het revolutiedebat is weer geopend. Nu was het de heer de Savormn Üohman, die nog een motie op het hart had. En een goede ook. Ze is bedoeld als tegenstuk van de motie-Rink. Beide vragen ernstige her vormingen, maar de motie-Lohman con stateert daarbij, dat de regeering lof ver dient voor de kracht, waarmede zij onze democratische en vrije instellingen heeft verdedigd. En bovendien wenscht de heer Lohman allen schijn weg te nemen, als of de sociale hervormingen ONDER DRUK VAN DEN TERREUR werden gebracht- Immers „ONDANKS de gebezigde dreige menten" wil hij die hervormingen tot stand zien komen- Vandaag zal over deze motie het debat kunnen plaats hebben. Na een breedvoerig debat is het w. o. tot het aangaan van een geldleening of lecningen van f350 millioen aangenomen en wel met 49 tegen 16 stemmen, die van de soc.-democraten en de revolu- tionaire groep. Onder de finantieele specialiteiten, die hun licht lieten schijnen, was ook de heer J. F. Heemskerk (a.-r.), die o.m. betoogde, dat deze leening niet te lang- durigen druk zal veroorzaken, omdat de aflossingen minimum-aflossingen zijn, die altijd gewijzigd kunnen worden iri een heffing-ineens. Hij heeft voor dit keer geen bezwaar tegen den vorm der leening, omdat thans ook de groote vermogens en naaml. venn. met een gedwongen lee ning worden bedreigd. Men heeft zich tot nu toe teveel ge wend tot de kleine burgerij, die haar geld in effecten belegt, maar ook de landbou wers willen wel staatspapieren nemen, als de rente maar wat hooger is dan 5 pet-, anders laten zij hun geld liever renteloos liggen. Voor de toekomst geeft de heer Heemskerk de voorkeur aan een gedwongen leening. Het w. o. tot het verstrekken van ren- telooze voorschotten en spoorwegen met beperkte snelheid gaf ten slotte aanlei ding om de nooden van de kleine spoor- en tramwegen en hun personeel te schetsen. Eerste Kamer. In ons Hoogerhuis hebben de drie so cialisten klaren wijn geschonken inzake de revohitiebedreiging. Zoo ziet men, dat de Eerste Kamer toch nog ergens goed voor is en niet den smaad verdient, waar mede de revolutionaire groepen haar be jegenen Doch in ernst, Vliegen heeft een ver klaring afgelegd, waartoe het Rotterdam- sche congres en daarna de sociaal-demo cratisch© .fractie in de Tweede' Kameir niet zijn kunnen komen, hoewel een der gelijke' verklaring slechts ten voordeele van de algemeene samenwerking aan de door de tijdsomstandigheden geboden her- vol verrukking Ide handen wrijvend, „wij: begrijpen «lat niet zoo. Vijftienhon derd gulden, een aardig begin. Als dat zoo doorgaat, kunt gij naar Italië reizen en daar de kolosseums en pom- pejamums bekijken. Hè schatje, hoe denk je er over? Als Leon eerst eens een beroemdheid is geworden! Maar nu is er aan het gezeur ook een einde, men kan kort praten of lang praten, ik maak er een einde aan. Kom nu binnen en laat je bekijken. Ik stoor me geen oogenblik meer aan al die tegenspraak." Op den drempel van de tuinkamer gekomen, riep hij: „Heidaar mam,af en 'Seraphine en 'Mathus i "jelui moet er .in berustenIk laat morgén de communicaties drukken en zend ze rond aan Jan en alleman. Nu dadelijk vieren we de verloving. Komt jelui twee maar binnen!" Tante zuchtte en Seraphine had tra nen "in de oogen, maar toen Stella binnentrad, voelde zij de armen van haren broeder rond zich, en riep deze lachend: „Van harte geluk, Leon, met je succes, 'tls een mooi begin. En jij, muis, ben je nu gelukkig?" Daarop was geen antwoord noodig en Mathus, die zich nooit bezorgd over iets maakte, dacht, als Stella maar gelukkig was, kwam het er ver- Vormingen had kunnen strekken. Het i* de meening van mij en mijn partijgenootom in deze' Kamer, zeide Vliegen, dat de regeermacht behoort bij hen, die haar langs grondwettelijken weg hebben ver kregen. De woorden werden met bravo's ontvangen. Vliegen behoort trouwens met Polak en Van Kol tot de gematigden in hun partij. De door de twee eerstgenoemde!* dezer dagen uitgesproken redevoeringen, en het interview van Van Kol hebben dat nog eens bewezen. Op dit interview beriep rich Rappeiyne van de Goippello, die daaruit aanhaalde, dat Nederland een der meest democratische regeeringen van den aardbol heeft, ver staande boven die van talrijke republieken. Onder leiding van Van Nierop (1.) had een huldehetooging aan de regeering plaats, welke een bijzondere voldoening moet wezén voor de Koningin en haar raadslieden. Ook leden van andere fracties, b.a. 't Hooft (a.-r.) hebben verklaringen afge legd, welke vertolkten wat er leeft in! de harten van Oranjegezind Nederland!. Beknopt overzicht van den toestand. In den spannenden toestand in Duiscb- land is nóg geen verandering gekomen. Alls nog niet te zeggen wat er uit ge boren zal worden. De „iregeering" blijft pasisief en laat het schip-van-staat roerloos voortdobbe ren, waarheen de wind van de onafhan kelijke elementen, in den arbeidersraad georganiseerd, het drijft. Intusschen geschiedt de- afwikkeling .van de wapenstilstandsvoorwaarden zón der groote storingen. Smeekstemmen om clementie hebben weinig uitwerking. Te Harwich zijn, weer 19 U-booten aange komen en ook de Duitsche hoogzoevloot beeft zich ter interneering overgegeven. 'tls te hopen voor Duitsehland, dat men spoedig een stevig gevestigde ire geering heeft. De Entente geeft Duitsehland niet al leen duidelijk te verstaan, dat het geeni vrede kan krijgen als het niet voor een stc-vig gevestigde regeering z:orgt, maar dat bet ook niet op> p'roviandeering be hoeft te rekenen, aföi dei anarchie daar het hoofd opsteekt. Dat wil zeggen, dat de Enterde zekerheid wensicht, dat de le vensmiddelen in handen zullen komen van de bevolking waarvoor ziij bestemd zijin en niet in eert chaos zullen verdwa len of zoek raken. De fe verwachten twisten en oneenig- heden tusschen de nationaliteiten vlam men in steeds heviger mate op en vertete ren veel van w;at er nog van depui- nen van de eens zoo trots-che nationale huizen overbleef. In Galicië beoorlogen Polen en Oekrainers elkander, tusschen Hongaren en Tsjechen is het tot ern stige' conflicten gekomen, in de Oekraïne moet een opstand ziijh. uitgebroken. En de Slavische autoriteiten hebben, rich met een oproep' tot de Servische ge-wend om hen te helpen tegén d© drei gende overheersching van Italiaanse!» zijlde. Wilson's reis na,ar Europa. President Wilson zal, na zijn boodschap aan liet congres op 2 December, vermoe ider niet op aan en overlaadde zijn zusje met allerlei liefkozingen en vlei- naampjes. Leon trad intusschen naar Seraphine toe en bleef aarzelend voor haar staan., „Hebt gij mij niets te zeggen?" vroeg hij onzeker. Hij zag de tranen in hare oógen. De spot van de menschen, de boetpredikatie van zijn moeder, de te genspraak van zijn andere familie-be trekkingen, vond hij niet zoo moeilijk te dragen aJs "deze tranen. „Ik zou je veel kunnen zeggen, maar dat zou te dwaas lijken op dit oogen blik," antwoordde zij hem .de hand reikend. „Het komt er ook weinig op aan. Kom, sta daar nu niet zoo stijf, alsof wij elkaar heden voor het eerst zagen, en geef mij een "broederlijken kus!" besloot zij glimlachend. Hij gehoorzaamde bijna schuw. „Dus dan erkent ge mij toch als broeder?" vro- Leon, hoe kunt ge daaraan, twijfelen. Geloof mij vrij, dat ik heel veel van je houd." „Antwoord mij 'slechts op deze eene vraag," vroeg hij zachtjes. Gelooft gij ook dat ik niet in staat ben mijn eigen brood 'te verdiénen?" (Wb*dt vBawlgd.) J Jé

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1918 | | pagina 1