No. 306
Maandag 30 September 1018
3&e «laargang
'"Tëüïlletom.
S ér a p h i n e,
IJS! tie Pers.
va»
«I Kaart. VBtSV. LUCIOR KI BMRRGO,
te Gk«s.
HooftUbunrau tA Goes:
AAlfOE V0RSTSTRAA1 219.
Burma té Middelburg
HftSA P. QHUU B. BUR<*
D»nkk®»«s
iQottlaSaaa A Lb CoiatsS, Gol».
De Zeeuw
VERSCHIJN® ELKE* WERIBJ».
Ab«atiimiDt«or|fi
Per 8 maanden f». p. pod I1JQ
Losse nummers -O,®
Pr g s dB» Aa?B>lS»tttRjs
1—54 regels f0.80, tedsie regel me«r flO
9-maal wordt P-maal baaeksrt
Bjf abonnement voordelige rocrwartJ®».
Bfiwjsnummlers 8 cent.
Zich entheuden.
Onder het kopje „Geede raad" schrijft j
de. Kalkman in De Nederland.erj
onder meer het volgende: s
„Bij de voerbereidis-g van hen die te
Coriïsthe aan de Isthmiscbe spelen zou
den deelnemeD, meden zij vele maanden
alles wat 't lichaam kon verzwakken en
deden zij al wat 't lichaam kon sterken.
Als vaste regel gold voor hen abstinere
venere et vino: zich onthou
den van de vrouw sn van den
wijn."
Na deze herinnering komt de schrijver
op het leven onzer soldaten eü consta
teert dan
„Hun wordt een krachtiger voedsel
verschaft, dan de burgers zich kunnen
verschaffenmaar er wordt te weinig
gelet op wat de kraehten vermindert.
Abstinere venere et vino!
Dit moet als met metalen sten® allen
die invloed hebben op de zaken en be
langen van het leger, rusteloos worden
herinnerd.
Wil een leger krachtig zijn, das moet
het zich onthouden var. de vrouw en
van den drank.
De schrijver heeft gelijk.
Het ia goed dat hij 't in herinnering
brengt. Es we willen hem gaarne hier bij
steunen.
Natuurlijk staat 'tveor ons vast dat
de veldpredikers telkens onze jongen»
op tgevaar der dronkenschap en der
ontucht wijzen. Riet ten onrechte waar
schuwden onze oiid-vaderlandsche dich
ters in hun-tijd reeds tegen „Wijntje ea
Trijntje". Doch het gevaar is groot dat
opzicht en tucht ook hierin verslappen.
Daarom doet ons ons di?. Kalkmass op
wekkend woord genoegen. •-
De mobilisatie, de samenvoeging vaa
zoovele jonge, krachtige mannen, in den
bloeiirjcl des levens, in groete gebouwen,
heeft meerdere ziekten en kwalen doen
ontstaan en verspreiden.
Menig jongeling is besms-t geworden,
en voor zijn leven ongelukkig.
„Een uur van onbedachtzaamheid kan
maken dat men jaren schr eit" blijft ook
in onze dagen een rijmpje vel diepen
zin. En 't gebed om bewaard te mogen
worden voor de besmetting der wereld
mug ook in de handen onzer landszonen
«iet verminderen.
Menigeen hunner betreurt het dat hg
zich aan de vuile zonden tegen het
zevende gebed te buiten ging, en zal
't zijn leven lang betreur es. wanneer hij
mag komen tot een huwelijk en daarop
te volgen vaderschap. Hij maakt er zijn
vrouw ongelukkig bji, teelt zwakke
kinderen, en legt don grond voor een
aan allerlei kwalen onderhevig geslacht.
Wij wenschen echter deze herinnering
niet alleen tot onze „jongetts" te doen
uitgaan. Ook in de burgermaatschappij
wordt ®p dat terrein zwaar gezondigd.
De ongehuwde jengeman zondigt tegen
zjja eigen lichaamde gehuwde man
daarbij eok-nog tegen het recht, het
leven en de liefde zijner echtgeneote.
Er bestaan geen statistieken van, en
onze artsen klappen niet. Toch mag
men veilig aannemen dat in ziekenheizen
en in particuliere woningen de krank
heden veelal een gevolg der zonde, voor
namelijk van de zonde der ontucht zijn
Het Neo-malthusianisme drijft do man
nen, die zich niet willen onthouden en
doer Gods Woord en gebod zich Diet
laten leiden, in de armen der vreemde
vreuw, bij wier genot zij zich de ver-
O oor Z. VQN MANTEUFFEL.
„Is de dokter er geweest," vroeg Leon.
„Ja, twee maal. Hij .schrijft altijd fris-
sche lucht en beweging voor, maar hoe
is dat mogelijk? Met twee verlamde
voeten, helpen de krukken ook niets, en
rijden kan zij voor haar hoofd niet ver
dragen.
De oude dame zuchtte droevig en oom
hoestte om zijn ontroering te verbergen,
want hji was zeer weekhartig en wilde
dit toch volstrekt m'et weten, want hij
was immers een „oude soldaat," zooals hg
zelve met zooveel trots kon zeggen.
Het was een vaste gewoonte van den
ouden overste von Sternheim om na het
avondeten met zijne vreuw ©ene wan
deling te gaan maken door het berken-
hosehje, dat nog bij het huis hoorde. Dan
werd alles besproken wat dien dag was
voorgevallen, nieuw geplante boomen en
heesters wérden bekeken en alles overlegd.
Stella zette zich in dien tusschentjjd
aan de tafel in de tuinkamer ea schreef
acbteljjke, ia beginsel doodelijke kwaal
indrinken, waaraan de naam venere
(vrouw) verbondeu is.
Wij belilagen diep deze beklagens
waardige slachtoffar." der zonde.
Dat wie invloed henhen zich beg veren
om tegen het kwaad in dit stukje, ge
noemd ernstig te waarschuwenopdat
allicht, wie niet omdat het zonde voor
God is, zich gezeggen laat, door bekend
heid met de geuo'gen voor eigen leven
en de gezondheid van zijn nageslacht,
van deze schandelijkheid verre blijve.
Een fouija
De Maa snode schreef in het jongste
Kameroverzicht
President Foek heeft oi een kleine
fout begaan door als galant man en niet
als voorzitter de eerste vrouw extra
welkom te heoten. Wij zouden zoo
meenen, dat een objectief b,eoordeelen
alleen vraagt, wat eenig lid te berde
brengt. Dat moet dan zakelijk worden
beoordeeld. Moge uit de Kamer verwij
derd blijven dis galants geest, die van
een „grove vergissing" als het tcgrir
een heer zou gaan maakt een buiten
gewoon gelukkige opmerking", omdat
een dame ze heeft gemaakt. enschen
do vrouwen zelf die lafheid
Als vanmiddag eeu poging ware ge
komen om nog een „adrts van antwoord"
op te stellen, dan ware dat wel „mosterd
na dsn maaltijd" geweest. Doch als nu
Dinsdag dergelijke voorstellen van de
heeren Troelstra en Wijnkoop a3n de
orde zullen komen, is het dan niet zóó
lang geleden na den maaltijd, dat het
een nieuwe maaltijd wordt van enkel
mosterd
Bet Ministerie van Arbeid
Be a.r. Rotterdammer schrijft:
De oprichting ven een afzonderlijk Mi
nisterie van Arbeid gepaard aan de voor
nemens in de Troonrede geopenbaard,
drukt op dit Kabinet onuitwischbaar den
democratische» stempel.
Wij wezen er reeds meermalen op,
dat men. bij een saamgaan der rechter
zijde als regeeringsgroep er op bedacht
moest zijn, dat in. den boezem der rech
terzijde verschillen aanwezig zijn in zake
de sociale kwestie. Wg toonden toen
aan, dat hot steeds gelukt is, it) dezen
tot de noodige eenstemmigheid te raken,
en hoe dat ook nu weer zou moeten en
alleen zou kunnen wanneer beide stroo
mingen zich bereid zouden toon en wat
tae te geven.
Thans is, wat het Kabinet aangaat, in
dezen een weg ingeslagen, die hen, die
warme voorstanders zjju van sociale wet
geving, zeer tevreden en hoopvol voor
de toekomst stemt.
Door een afzonderlijk Ministerie van Ar
beid te scheppen, blijkt het vaste voor
nemen van het Kabinet, om de sociale
wetgeving niet te laten verdrukken door
de crisis-moeiljjkhedenmaar daarmee
fikschen voortgang te maken. En door
de keuze van den nieuwen Minister zet
men daarop de kroon.
De heer Aalberse toch is de man ge
weest, die steeds onder de Roomsch-
Katholieke Kamergroep vooraanstond,
waar het de sociale wetgeving betrof.
Als opvolger in de Kamer van Dr. Schaep-
man was hg aanstonds als Katholiek-
hare muziek uitLeon trok een laag
stoeltja naast Seraphine's rustbank en
deze legde den Bijbal, waarin zij had
liggen lezen, weg én vroeg vriendelijk
„En hoe gaat het jeu, beste Leon
„Niet beter of slechter dan anders, en
toch verlangde ik er naar een3 met je
té praten. Stella, heeft gelijk, gij zijt de
eenige die mij begrijpt en mij tegelijker
tijd kunt troosten en raden. ïk heb beide
noodigalleen maar begrepen te worden
brengt mij niet verder en alleen
goede raad le krijgen is snverdrageljjkl"
Zij keek hem medelijdend aan. „Arme
Leon," zeide zjj, „wat gaf ik niet als ik
je eens tevreden en bevredigd kon zien".
„Hoe kan dat ooit?" vroeg hij, „Waar
ik ook kijk, overal bitterheid Mijn leven
versnipperd door spot en verachting. Al
mijn streven wordt gedwarsboomd, ik
ben eeu groote nul in de maatschappij.
In. ben een vreemde in mijn eigen huis.
En waarom? Omdat ik een fluweelen
buis draag en mijn haar niet laat knippen
en belang stel in iets hoogers dan wed
rennen en ridderorden. Mijn moeder kan
mij dat niet vergeven en mijn vader
glimlacht er medelijdend over."
„Ik weet wel dat je moeder je nooit
heeft begrepen, reeds als kind niet,
Maar stel je eens in haar haar plaats,
met haar karakter en haar wenschen.
democraat geieekend. Ek als voorman
en geestelijk leider dor Katholiek Sociale
Actie is zijn naam een sociaal programma
geworden.
Door de opneming voor de sociale
wetgeving van dezen Minister heeft het
Kabinet op dit punt zuik een zeker ge
luid does hoorei), dat aan zijn wil, om
in een sociale wetgeving den democra
tische;» weg op te gaan, niet valt te
twijfelen.
Natuurlijk moet de houding van de
rech'erzijdc in de Tweede Kamer wor
den afgewacht. Maar ook hier zijn alle
voorteekenen gunstig.
KM begin..
Het Handelsblad merkt in het Kamer
overzicht o.m. op
Met da steeds weer even onstichtelijke
vertooning der btëedigieg vat» de leden
do or den voorzitter in plaats van dooi
de Koningin, begon de korte vergadering
der Tweede Kamer. Het blijft hoogst
onstichtelijk, vervelend en belachelijk, een
kleine honderdmaal (98 maal was het
heden) nu eens uit dezen, dan uit dien
hoek, van de Kamer een mannetje te
zien opschieten uit zijn bank als een
duvel in een doosje, al of niet met twee
vingers in de lucht (naar mate hij zweert-
of belooft) en, in een kleine honderd
verschillende toonaarden, in allerlei re
gisters van de mcnscheljjko stem, te
hooren roepen „Zoo waarlijk helpe mij
God almachtig" of: „Dat verklaar en
beloof ik".
Een uitgezochte persiflage, in elk geval,
op een plechtigheid. Soms vergist zich
dan nog de een of ander, zooais dat lid
(waarom zullen wij hem het parlemen
tair© leven dadelijk verzuren door zijn
naam openlijk to verbinden aan de uiting
zijner onervarenheid?) dat, toen hij den
zniveringseed (of de zuiveringsverklaring)
moest afleggen, zeide„Dat beloof ik"
(„en verklaar ik", vergat hij) en daarbij
twee vingers" opstak alsof hij hst formu
lier van den eed kad uilgesproken en dat,
bij den eed (of de belofte) van trouw
aan de Grondwet, zeide: „Dat verklaar
en beloof ik" waarbij de verklaring
weer te veel was.
Als gewoonlijk legden ter rechterzijde
alle leden den eed af. Links deden liet.
slechts de heeren Dresselhuys, Niemejjer,
Van Rappard, De Muralt, Ring en Wijk.
Toon nu dus alle 88 leden, wier ge
loofsbrieven waren onderzocht en goed
gekeurd (na een geheel onbeduidend
formalistisch discussie'tje) waren toege
laten, richtte de tijdelijke voorzitter, de
heer Fock zich tot mevrouw Groeneweg,
om haar een bijzoader welkom toe te
spreken als eerste vrouwelijk lid, dat
haar intrede doet in het Parlement.
Terecht noemde hij dit een feit van be-
teskenis. En bij sprak de hoop uit, dat
mevrouw Groeueweg op aangename wijze
(aangenaam aan weerszijdes) met hare
medeleden zou samenwerken.
De doer den tjjdeijjken voorzitter uit
gesproken verwachting, dat hij met deze
woorden het gevoelen der Kamer zou
uitspreken, scheen niet te zijn verwezen
lijkt, Althans, terwijl er links een warm
applaus volgde, toonde de rechterzijde,
behoudens een of twee harer leden, de
levendigheid van «en groep steenen
beelden.
Eea Eülvar raehtseh kabinet.
De Rotterdammer schrijft
Vreemd i* de voorstelling, dat wjj ia
iiet Kabiuet-Ruys de Beeranbrouck heb-
en het zal je niet zoo onbegrijpelijk
voorkomen. Ik heb daar reeds zeer dik
wijls over nagedacht. Het is voor tante
Julia zeker ook een greot verdriet, dat
haar zoon geen belang stelt in de be
trekking waar zij in opgaat."
„Dat is mij onmogelijk!" was het bit
tere antwoord; „ik wil waariijk gaarne
een goed zoon zijn, maar mijne ideeën
zijn geheel anders dan de geest, die er
bij ons thuis heeracht. Hét flauwe, on
beduidends geklets van de officieren
staat mij tegen; de in vormen gedron
gen militaire discipline is mij onsympa
thiek; de genoegens van sport en feesten
begrijp ik niet. Het gevolg is dat men
mij uitlacht en de schouders ophaalt."
Serapliine keek, in gedachten verdiept,
stil voor zich ait. Na eenigen tijd ging
hij op denzelfden ruwen toon voort:
„Al deze disharmonie is al in mijne
jeugd begonnen. Stella zal zich dit nog
herinneren, want ik werd mij pas bewust,
dat ik niet begrepen werd, toen mijn
vader na den dood van je ouders Mathus
f en Stella bij ons in huis nam. Tet dien
tijd hadden Leona ea ik in de kinder
kamer geleefd met eene juffrouw om
ons het A B C io leeren; moeder be
kommerde zich volstrekt niet om ons
Zij ging op in hare soldaten. Toen
kwamen die twee bij ons."
ben te zien «en Roomseh-Katholiek
Kabinet.
Redelijke gronden tot staving van dit
beweren kunnen niet worden aangebracht.
Dat de formateur Roomseh-Katholiek
is, stempelt evenmin het Ministerie tot
eeu Roomsch Kabinet als het optreden
van den Anti-Revolutionair Dr. Kuyper
of vaa den Anti-Revolutionair Mr. Heems
kerk de Ministeries, door hen gevormd,
tot Anti-Revolutionaire Ministeries maakt.
Evenmin hebben de Katholieken in dit
Kabinet een zoo overheerschend aantal
zetels, dat feet daarmee een Roomsche
signatuur ontvangt. In verhouding heb
ben de Roomsch Katholieken thans zelfs
een geringer aantal plaatsen van het
Kabinet bezet dan bij vroegere for
maties.
Tevergeefs zal eindelijk ook in bet
ontwikkelde regeeringsprogram iets wor
den gezocht, dat een specifiek Roomsch
karakter draagt
Zelfs al ware gehoor gegeven aan den
wenk van de „Standaard", om voor Bui-
tenlandsche Zaken Mr. van Nispen tot
Sevenaer te doen optreden, dau nog ware
het ongerijmd van een Roomsch kabinet
te spreken.
Hst fabeltje van eenRooinseh-Katholiek
Kabinet kan goede diensten bewijzen
om anti papistische gevoelens te prikke
len, maar wie de waarheid wil "dienen
moet het verwerpen.
Nog vreemder is de bewering, dat
thans een conservatief Kabinet de
teugels van het bewind in handen heeft.
Schijn noch schaduw van bewijs is voor
deze aantijging bijgebracht.
Het eakela feit dat van geen zijde het
Ministerie met meer vijandschap is tegen-
getreden dan uit dan conservatief vrij
liberalen hoek, pleit al tegen dit zonder
ling beweren.
Eu dan hoeft iaën het feit, dat de
Ministers Aalberse en Ruys de Beeren-
brouck tet de meest vooruitstrevende
elementen van de Reomsch-Katholieke
partij behooren. Hebben de namen van
Idenburg, van De Vries, van Heemskerk,
die met Talma eendrachtig saamweikte,
niets te zeggen
Wijst het Regeeringsprogram, wijst de
instelling van een Ministerie van Arbeid
ap een zjch schikken naar de vleiende
conservatie re lip?
Hst fabeltje van een conservatief Ka
binet kan goede diensten bewijzen om
ultra-democratische gemoederen te ver
bitteren, maar wie de waarheid wil die
nen moet het verwerpen.
Een zuiver rochtsch Kabinet is
het ministerie Ruys de Beerenbrouck,
Dat blijkt uit d« wijze van samenstel
ling die sterker nog dan eenig vroe
ger rechtsch Kabiuat, door de opname
van een Christelijk-historisch element,
de verschillende nuanceeringen der rech
terzijde vertegenwoordigt.
Dat blijkt uit da vóórgeschiedenis
waarbij nauw contact met de rechtsche
Kamergroepen, ook met de antirevolutio
naire gezocht is en eenstemmigheid over
den te volgen weg is varkregen.
Dat blijkt uit het regeeringsprogram,
dat een toon iaat hooren die van een
zuiver antirevolutionair Kabinet op de
cardinal© punten van onderwijs en sociale
wetgeving moeilijk beslister kon zija.
Waarlijk, veor de antirevolutionaire
partij bestaat geen reden om dit Kabinet
minder vertrouwen te schenken dan de
Ministeries-Ruyper en Heemskerk.
Niet moeilijk is het wantrouwen te
„O, wat herinner ik mij dat nog^goed,"
viel Seraphine hem in de rede. „Gij waart
esn blaeke knorrige jongen, die den ge-
heelen dag met het ernstigste gezicht
tegwereld leeuwen en tijgers op de lei toe
kende, en onderwijl reed Leona op je
stokpaard r®nd."
„Juist, zoo ging het altijd. Maar tot
öp dat oogenblik was ik gelukkig ge
weest. Maar nu kwam Mathus bij ons
in huis, een groote jongen met ronde
wangen, die elk paard bereed en met
zijn sabel katten en muizen doe'dsloeg.
Hij had dadelijk mama's hart veroverd,
en nu pas begon zij op mij te letten.
Waarom ik ook niet zoo was Of ik wel
ooit zulk een jongen ais hij zou worden.
Zij begon te spotten met mgne kinderlijke
pogiDgen om alles wat mij bewoog, neer
te schrijven. Om mg jaloersch te maken,
werd elke kwajongensstreek van Mathus
geprezen ea werd bij mij altjjd tot voor
beeld gesteld. Ook vader deed mij
voelen, dat hg mijn neef voortrok.
Natuurlgk werd ik au nog onaardiger
en teraggetrokkener dan ooit, sloot me
heelemaal in mezelf op, en vermeed het
mij aan Leona's plagerijen of de over
moedigheid van Mathus bloot te stellen,
en meer nog dan dit: ik zorgde mijne
moeder uit den weg te blijven. Gij kent
haar; zij is levendig en hartelijk, maar
vrekken ea het prestige vaa dit Kabinet
verzwakken.
Maar wie iets veelt van de huivering
wekkende moeilijkheden waarmee dit
Kabinet heeft te worstelen, wie beseft
dat dergelijke ondermijning va» dit Mini
sterie tea slotte de antirevolutionaire
partij zelve moet wonden, zal, reeds om'
die redenen, dit luguber bedrijf staken.
Gfidarvaading.
In het „Medisch Hoekje" in de
Nederlander lezen wij om. het
volgend#
De groote verwarring, die pr vooral
in Ieekerikringen heerscht met betrekking
tot de vraag of wij Nederlanders al of
niet ondervoed worden, is mede te wijten
aan het feit, dat er twee begrippen
ondervoeding bestaaneen politiek
en een geneeskundigl
Sommige, als quasi-voortreffelg ire
stuurlui aan de wal staande, politici en
volksdrijvers, vooral de socialistische
arbeidersleiders maken zich schuldig aan
dergelijke politieke nood-leugentjes
beweren bij hoog e» laag„de arbeidende
klasse wordt ondervoedDat kan niet
anders. Het moet wel. Stel je voor dat
ze genoeg hadden, met een zoo bedroefd
schijntje, als de distributie dank zij
de kettinghandel, de smokkelarij en dè
groothamsterbevvegiiig voor beu be
schikbaar stellen kan." Weg met 't
kapitalisme en de Regeering esaz.
Wat zulke hyper-ontevredenen eigenlijk
bedoelen isStel je voor, dat we te
vreden waren, met1 Neen, dat zouden
we ons ook moeilijk voor kunnen stellen I
Het is duidelijk, dat zulk geschetter
waardeloos en het geheele politieke be
grip ondervoeding hersenschimmig is.
Anders staat het met het geneeskundig
begrip ondervoeding. En au wordt de
quaastie veel ingewikkelder. Want het
heeft geen zin om veel misbaar ie maken
over het feit, dat menschen die vóór den
oorlog niet kregen, wat ze noodig hadden,
het nu óók niet krijgenevenmin, dat
menschen, die voor den oorlog («inge
zonden of gezonden) dik en rond waren,
er au mager en naar uitzien.... zich
soms dubbel gezond voelen.
Bovendien moet men rekening houden
met het feit:
1. Dat de arbeider nooit „genoeg"
gegeten heeft, voordat hij een sekerq
onaangename gewaarwording, welke een
bepaalde vullingsgraad van zijn maag
met zich brengt, ondervindt en dat hij
wanneer het bij 't opstaan van den maal
tijd «iet zoover gekomen is, zeker zeggen
zal„Ik heb honger als een paard. 'Ik
krijg bij lange na nie6 genoeg! Ik heb
zoo'n flauw, wee gevoel. Ik werd onder
voed."
2. Dat niet alleen de meerderheid vaa
de arbeidersvrouwen, maar ook zeer vele
vrouwe» uit alle kringen der maatschappij
bitter weinig idee hebben om een ratao-
neele keuze te doen uit de basehikbare
levensmiddelen 1 Om naar te zwijgen van
het minderwaardig „ik lust niet!"
3. Dat het vaedingsvraagstuk een zui
ver persoonlijk karakter draagt in ver
band met de groote rol welke leeftijd,
sexe, ras, klimaat, beroep, gezondheids
toestand spelen en het dus ia de aller
eerste plaats neodig is met individual!-
seerea te beginnen en weer met indivi-
dualiseeren te eindigen, aangezien hier
niets meer uit den hcoze is als genera-
liseeren
Inderdaad. Bijna ieder kan zeggen dat
bij minder,krijgt dan hij vreegergewóón
zjj kiest nu juist niet hare woorden. Zjj
deed mij dikwijls pijn, zonder dat nu
juist te bedoelen, doordat zij alles wat
mij heilig en hoog was, verachtte en be
spotte, al mgn streven naar geestelijke
gaven, al wat mij belang inboezemde liet
haar onverschillig. Zij begreep niet dat
men over een gedicht kon schreien of
uren lang kon turen op één schilderij
of zich de handen vol verf kon make
Mijn teekenschriften wierp zij in 't vuur,
mqne pogingen om met klei te boetseeren,
gooide zij uit het venster, en toen ik,
niettegenstaande ik de meest opwindende
roevers- en oorlogsverhalen ter lezing
kreeg, geen „wilde jongen" werd, gaf zij
mij op en liet mij mijns weegs gaan. Zij
troostte zich met Mathu3. Toen ik daarna
verklaarde dat ik aooit en nimmer soldaat
wildo worden, verloor zij alle belang
stelling in mijne toekomst, want gg
weet het, in h?re oogen moet elke man
een sabel dragen. Andere maeders",.
hij lachte inorisclq „schreien als het 21e
jaar den zoon dwingt in dienst te^gaan
maar toen ik voor twee jaren om rm
zwakke borst werd afgekeurd, wrong z
waahopend hare handen en tchold op
„die stomme" dokters en het scheelde
niet veel of zij had het er toch toe ge
kregen dat ik mijn jaar uitdiende zoo
goed als elk ander". (Wordt vervolgd)