No. 306 Maandag 30 September 1018 3&e «laargang '"Tëüïlletom. S ér a p h i n e, IJS! tie Pers. va» «I Kaart. VBtSV. LUCIOR KI BMRRGO, te Gk«s. HooftUbunrau tA Goes: AAlfOE V0RSTSTRAA1 219. Burma té Middelburg HftSA P. QHUU B. BUR<* D»nkk®»«s iQottlaSaaa A Lb CoiatsS, Gol». De Zeeuw VERSCHIJN® ELKE* WERIBJ». Ab«atiimiDt«or|fi Per 8 maanden f». p. pod I1JQ Losse nummers -O,® Pr g s dB» Aa?B>lS»tttRjs 1—54 regels f0.80, tedsie regel me«r flO 9-maal wordt P-maal baaeksrt Bjf abonnement voordelige rocrwartJ®». Bfiwjsnummlers 8 cent. Zich entheuden. Onder het kopje „Geede raad" schrijft j de. Kalkman in De Nederland.erj onder meer het volgende: s „Bij de voerbereidis-g van hen die te Coriïsthe aan de Isthmiscbe spelen zou den deelnemeD, meden zij vele maanden alles wat 't lichaam kon verzwakken en deden zij al wat 't lichaam kon sterken. Als vaste regel gold voor hen abstinere venere et vino: zich onthou den van de vrouw sn van den wijn." Na deze herinnering komt de schrijver op het leven onzer soldaten eü consta teert dan „Hun wordt een krachtiger voedsel verschaft, dan de burgers zich kunnen verschaffenmaar er wordt te weinig gelet op wat de kraehten vermindert. Abstinere venere et vino! Dit moet als met metalen sten® allen die invloed hebben op de zaken en be langen van het leger, rusteloos worden herinnerd. Wil een leger krachtig zijn, das moet het zich onthouden var. de vrouw en van den drank. De schrijver heeft gelijk. Het ia goed dat hij 't in herinnering brengt. Es we willen hem gaarne hier bij steunen. Natuurlijk staat 'tveor ons vast dat de veldpredikers telkens onze jongen» op tgevaar der dronkenschap en der ontucht wijzen. Riet ten onrechte waar schuwden onze oiid-vaderlandsche dich ters in hun-tijd reeds tegen „Wijntje ea Trijntje". Doch het gevaar is groot dat opzicht en tucht ook hierin verslappen. Daarom doet ons ons di?. Kalkmass op wekkend woord genoegen. •- De mobilisatie, de samenvoeging vaa zoovele jonge, krachtige mannen, in den bloeiirjcl des levens, in groete gebouwen, heeft meerdere ziekten en kwalen doen ontstaan en verspreiden. Menig jongeling is besms-t geworden, en voor zijn leven ongelukkig. „Een uur van onbedachtzaamheid kan maken dat men jaren schr eit" blijft ook in onze dagen een rijmpje vel diepen zin. En 't gebed om bewaard te mogen worden voor de besmetting der wereld mug ook in de handen onzer landszonen «iet verminderen. Menigeen hunner betreurt het dat hg zich aan de vuile zonden tegen het zevende gebed te buiten ging, en zal 't zijn leven lang betreur es. wanneer hij mag komen tot een huwelijk en daarop te volgen vaderschap. Hij maakt er zijn vrouw ongelukkig bji, teelt zwakke kinderen, en legt don grond voor een aan allerlei kwalen onderhevig geslacht. Wij wenschen echter deze herinnering niet alleen tot onze „jongetts" te doen uitgaan. Ook in de burgermaatschappij wordt ®p dat terrein zwaar gezondigd. De ongehuwde jengeman zondigt tegen zjja eigen lichaamde gehuwde man daarbij eok-nog tegen het recht, het leven en de liefde zijner echtgeneote. Er bestaan geen statistieken van, en onze artsen klappen niet. Toch mag men veilig aannemen dat in ziekenheizen en in particuliere woningen de krank heden veelal een gevolg der zonde, voor namelijk van de zonde der ontucht zijn Het Neo-malthusianisme drijft do man nen, die zich niet willen onthouden en doer Gods Woord en gebod zich Diet laten leiden, in de armen der vreemde vreuw, bij wier genot zij zich de ver- O oor Z. VQN MANTEUFFEL. „Is de dokter er geweest," vroeg Leon. „Ja, twee maal. Hij .schrijft altijd fris- sche lucht en beweging voor, maar hoe is dat mogelijk? Met twee verlamde voeten, helpen de krukken ook niets, en rijden kan zij voor haar hoofd niet ver dragen. De oude dame zuchtte droevig en oom hoestte om zijn ontroering te verbergen, want hji was zeer weekhartig en wilde dit toch volstrekt m'et weten, want hij was immers een „oude soldaat," zooals hg zelve met zooveel trots kon zeggen. Het was een vaste gewoonte van den ouden overste von Sternheim om na het avondeten met zijne vreuw ©ene wan deling te gaan maken door het berken- hosehje, dat nog bij het huis hoorde. Dan werd alles besproken wat dien dag was voorgevallen, nieuw geplante boomen en heesters wérden bekeken en alles overlegd. Stella zette zich in dien tusschentjjd aan de tafel in de tuinkamer ea schreef acbteljjke, ia beginsel doodelijke kwaal indrinken, waaraan de naam venere (vrouw) verbondeu is. Wij belilagen diep deze beklagens waardige slachtoffar." der zonde. Dat wie invloed henhen zich beg veren om tegen het kwaad in dit stukje, ge noemd ernstig te waarschuwenopdat allicht, wie niet omdat het zonde voor God is, zich gezeggen laat, door bekend heid met de geuo'gen voor eigen leven en de gezondheid van zijn nageslacht, van deze schandelijkheid verre blijve. Een fouija De Maa snode schreef in het jongste Kameroverzicht President Foek heeft oi een kleine fout begaan door als galant man en niet als voorzitter de eerste vrouw extra welkom te heoten. Wij zouden zoo meenen, dat een objectief b,eoordeelen alleen vraagt, wat eenig lid te berde brengt. Dat moet dan zakelijk worden beoordeeld. Moge uit de Kamer verwij derd blijven dis galants geest, die van een „grove vergissing" als het tcgrir een heer zou gaan maakt een buiten gewoon gelukkige opmerking", omdat een dame ze heeft gemaakt. enschen do vrouwen zelf die lafheid Als vanmiddag eeu poging ware ge komen om nog een „adrts van antwoord" op te stellen, dan ware dat wel „mosterd na dsn maaltijd" geweest. Doch als nu Dinsdag dergelijke voorstellen van de heeren Troelstra en Wijnkoop a3n de orde zullen komen, is het dan niet zóó lang geleden na den maaltijd, dat het een nieuwe maaltijd wordt van enkel mosterd Bet Ministerie van Arbeid Be a.r. Rotterdammer schrijft: De oprichting ven een afzonderlijk Mi nisterie van Arbeid gepaard aan de voor nemens in de Troonrede geopenbaard, drukt op dit Kabinet onuitwischbaar den democratische» stempel. Wij wezen er reeds meermalen op, dat men. bij een saamgaan der rechter zijde als regeeringsgroep er op bedacht moest zijn, dat in. den boezem der rech terzijde verschillen aanwezig zijn in zake de sociale kwestie. Wg toonden toen aan, dat hot steeds gelukt is, it) dezen tot de noodige eenstemmigheid te raken, en hoe dat ook nu weer zou moeten en alleen zou kunnen wanneer beide stroo mingen zich bereid zouden toon en wat tae te geven. Thans is, wat het Kabinet aangaat, in dezen een weg ingeslagen, die hen, die warme voorstanders zjju van sociale wet geving, zeer tevreden en hoopvol voor de toekomst stemt. Door een afzonderlijk Ministerie van Ar beid te scheppen, blijkt het vaste voor nemen van het Kabinet, om de sociale wetgeving niet te laten verdrukken door de crisis-moeiljjkhedenmaar daarmee fikschen voortgang te maken. En door de keuze van den nieuwen Minister zet men daarop de kroon. De heer Aalberse toch is de man ge weest, die steeds onder de Roomsch- Katholieke Kamergroep vooraanstond, waar het de sociale wetgeving betrof. Als opvolger in de Kamer van Dr. Schaep- man was hg aanstonds als Katholiek- hare muziek uitLeon trok een laag stoeltja naast Seraphine's rustbank en deze legde den Bijbal, waarin zij had liggen lezen, weg én vroeg vriendelijk „En hoe gaat het jeu, beste Leon „Niet beter of slechter dan anders, en toch verlangde ik er naar een3 met je té praten. Stella, heeft gelijk, gij zijt de eenige die mij begrijpt en mij tegelijker tijd kunt troosten en raden. ïk heb beide noodigalleen maar begrepen te worden brengt mij niet verder en alleen goede raad le krijgen is snverdrageljjkl" Zij keek hem medelijdend aan. „Arme Leon," zeide zjj, „wat gaf ik niet als ik je eens tevreden en bevredigd kon zien". „Hoe kan dat ooit?" vroeg hij, „Waar ik ook kijk, overal bitterheid Mijn leven versnipperd door spot en verachting. Al mijn streven wordt gedwarsboomd, ik ben eeu groote nul in de maatschappij. In. ben een vreemde in mijn eigen huis. En waarom? Omdat ik een fluweelen buis draag en mijn haar niet laat knippen en belang stel in iets hoogers dan wed rennen en ridderorden. Mijn moeder kan mij dat niet vergeven en mijn vader glimlacht er medelijdend over." „Ik weet wel dat je moeder je nooit heeft begrepen, reeds als kind niet, Maar stel je eens in haar haar plaats, met haar karakter en haar wenschen. democraat geieekend. Ek als voorman en geestelijk leider dor Katholiek Sociale Actie is zijn naam een sociaal programma geworden. Door de opneming voor de sociale wetgeving van dezen Minister heeft het Kabinet op dit punt zuik een zeker ge luid does hoorei), dat aan zijn wil, om in een sociale wetgeving den democra tische;» weg op te gaan, niet valt te twijfelen. Natuurlijk moet de houding van de rech'erzijdc in de Tweede Kamer wor den afgewacht. Maar ook hier zijn alle voorteekenen gunstig. KM begin.. Het Handelsblad merkt in het Kamer overzicht o.m. op Met da steeds weer even onstichtelijke vertooning der btëedigieg vat» de leden do or den voorzitter in plaats van dooi de Koningin, begon de korte vergadering der Tweede Kamer. Het blijft hoogst onstichtelijk, vervelend en belachelijk, een kleine honderdmaal (98 maal was het heden) nu eens uit dezen, dan uit dien hoek, van de Kamer een mannetje te zien opschieten uit zijn bank als een duvel in een doosje, al of niet met twee vingers in de lucht (naar mate hij zweert- of belooft) en, in een kleine honderd verschillende toonaarden, in allerlei re gisters van de mcnscheljjko stem, te hooren roepen „Zoo waarlijk helpe mij God almachtig" of: „Dat verklaar en beloof ik". Een uitgezochte persiflage, in elk geval, op een plechtigheid. Soms vergist zich dan nog de een of ander, zooais dat lid (waarom zullen wij hem het parlemen tair© leven dadelijk verzuren door zijn naam openlijk to verbinden aan de uiting zijner onervarenheid?) dat, toen hij den zniveringseed (of de zuiveringsverklaring) moest afleggen, zeide„Dat beloof ik" („en verklaar ik", vergat hij) en daarbij twee vingers" opstak alsof hij hst formu lier van den eed kad uilgesproken en dat, bij den eed (of de belofte) van trouw aan de Grondwet, zeide: „Dat verklaar en beloof ik" waarbij de verklaring weer te veel was. Als gewoonlijk legden ter rechterzijde alle leden den eed af. Links deden liet. slechts de heeren Dresselhuys, Niemejjer, Van Rappard, De Muralt, Ring en Wijk. Toon nu dus alle 88 leden, wier ge loofsbrieven waren onderzocht en goed gekeurd (na een geheel onbeduidend formalistisch discussie'tje) waren toege laten, richtte de tijdelijke voorzitter, de heer Fock zich tot mevrouw Groeneweg, om haar een bijzoader welkom toe te spreken als eerste vrouwelijk lid, dat haar intrede doet in het Parlement. Terecht noemde hij dit een feit van be- teskenis. En bij sprak de hoop uit, dat mevrouw Groeueweg op aangename wijze (aangenaam aan weerszijdes) met hare medeleden zou samenwerken. De doer den tjjdeijjken voorzitter uit gesproken verwachting, dat hij met deze woorden het gevoelen der Kamer zou uitspreken, scheen niet te zijn verwezen lijkt, Althans, terwijl er links een warm applaus volgde, toonde de rechterzijde, behoudens een of twee harer leden, de levendigheid van «en groep steenen beelden. Eea Eülvar raehtseh kabinet. De Rotterdammer schrijft Vreemd i* de voorstelling, dat wjj ia iiet Kabiuet-Ruys de Beeranbrouck heb- en het zal je niet zoo onbegrijpelijk voorkomen. Ik heb daar reeds zeer dik wijls over nagedacht. Het is voor tante Julia zeker ook een greot verdriet, dat haar zoon geen belang stelt in de be trekking waar zij in opgaat." „Dat is mij onmogelijk!" was het bit tere antwoord; „ik wil waariijk gaarne een goed zoon zijn, maar mijne ideeën zijn geheel anders dan de geest, die er bij ons thuis heeracht. Hét flauwe, on beduidends geklets van de officieren staat mij tegen; de in vormen gedron gen militaire discipline is mij onsympa thiek; de genoegens van sport en feesten begrijp ik niet. Het gevolg is dat men mij uitlacht en de schouders ophaalt." Serapliine keek, in gedachten verdiept, stil voor zich ait. Na eenigen tijd ging hij op denzelfden ruwen toon voort: „Al deze disharmonie is al in mijne jeugd begonnen. Stella zal zich dit nog herinneren, want ik werd mij pas bewust, dat ik niet begrepen werd, toen mijn vader na den dood van je ouders Mathus f en Stella bij ons in huis nam. Tet dien tijd hadden Leona ea ik in de kinder kamer geleefd met eene juffrouw om ons het A B C io leeren; moeder be kommerde zich volstrekt niet om ons Zij ging op in hare soldaten. Toen kwamen die twee bij ons." ben te zien «en Roomseh-Katholiek Kabinet. Redelijke gronden tot staving van dit beweren kunnen niet worden aangebracht. Dat de formateur Roomseh-Katholiek is, stempelt evenmin het Ministerie tot eeu Roomsch Kabinet als het optreden van den Anti-Revolutionair Dr. Kuyper of vaa den Anti-Revolutionair Mr. Heems kerk de Ministeries, door hen gevormd, tot Anti-Revolutionaire Ministeries maakt. Evenmin hebben de Katholieken in dit Kabinet een zoo overheerschend aantal zetels, dat feet daarmee een Roomsche signatuur ontvangt. In verhouding heb ben de Roomsch Katholieken thans zelfs een geringer aantal plaatsen van het Kabinet bezet dan bij vroegere for maties. Tevergeefs zal eindelijk ook in bet ontwikkelde regeeringsprogram iets wor den gezocht, dat een specifiek Roomsch karakter draagt Zelfs al ware gehoor gegeven aan den wenk van de „Standaard", om voor Bui- tenlandsche Zaken Mr. van Nispen tot Sevenaer te doen optreden, dau nog ware het ongerijmd van een Roomsch kabinet te spreken. Hst fabeltje van eenRooinseh-Katholiek Kabinet kan goede diensten bewijzen om anti papistische gevoelens te prikke len, maar wie de waarheid wil "dienen moet het verwerpen. Nog vreemder is de bewering, dat thans een conservatief Kabinet de teugels van het bewind in handen heeft. Schijn noch schaduw van bewijs is voor deze aantijging bijgebracht. Het eakela feit dat van geen zijde het Ministerie met meer vijandschap is tegen- getreden dan uit dan conservatief vrij liberalen hoek, pleit al tegen dit zonder ling beweren. Eu dan hoeft iaën het feit, dat de Ministers Aalberse en Ruys de Beeren- brouck tet de meest vooruitstrevende elementen van de Reomsch-Katholieke partij behooren. Hebben de namen van Idenburg, van De Vries, van Heemskerk, die met Talma eendrachtig saamweikte, niets te zeggen Wijst het Regeeringsprogram, wijst de instelling van een Ministerie van Arbeid ap een zjch schikken naar de vleiende conservatie re lip? Hst fabeltje van een conservatief Ka binet kan goede diensten bewijzen om ultra-democratische gemoederen te ver bitteren, maar wie de waarheid wil die nen moet het verwerpen. Een zuiver rochtsch Kabinet is het ministerie Ruys de Beerenbrouck, Dat blijkt uit d« wijze van samenstel ling die sterker nog dan eenig vroe ger rechtsch Kabiuat, door de opname van een Christelijk-historisch element, de verschillende nuanceeringen der rech terzijde vertegenwoordigt. Dat blijkt uit da vóórgeschiedenis waarbij nauw contact met de rechtsche Kamergroepen, ook met de antirevolutio naire gezocht is en eenstemmigheid over den te volgen weg is varkregen. Dat blijkt uit het regeeringsprogram, dat een toon iaat hooren die van een zuiver antirevolutionair Kabinet op de cardinal© punten van onderwijs en sociale wetgeving moeilijk beslister kon zija. Waarlijk, veor de antirevolutionaire partij bestaat geen reden om dit Kabinet minder vertrouwen te schenken dan de Ministeries-Ruyper en Heemskerk. Niet moeilijk is het wantrouwen te „O, wat herinner ik mij dat nog^goed," viel Seraphine hem in de rede. „Gij waart esn blaeke knorrige jongen, die den ge- heelen dag met het ernstigste gezicht tegwereld leeuwen en tijgers op de lei toe kende, en onderwijl reed Leona op je stokpaard r®nd." „Juist, zoo ging het altijd. Maar tot öp dat oogenblik was ik gelukkig ge weest. Maar nu kwam Mathus bij ons in huis, een groote jongen met ronde wangen, die elk paard bereed en met zijn sabel katten en muizen doe'dsloeg. Hij had dadelijk mama's hart veroverd, en nu pas begon zij op mij te letten. Waarom ik ook niet zoo was Of ik wel ooit zulk een jongen ais hij zou worden. Zij begon te spotten met mgne kinderlijke pogiDgen om alles wat mij bewoog, neer te schrijven. Om mg jaloersch te maken, werd elke kwajongensstreek van Mathus geprezen ea werd bij mij altjjd tot voor beeld gesteld. Ook vader deed mij voelen, dat hg mijn neef voortrok. Natuurlgk werd ik au nog onaardiger en teraggetrokkener dan ooit, sloot me heelemaal in mezelf op, en vermeed het mij aan Leona's plagerijen of de over moedigheid van Mathus bloot te stellen, en meer nog dan dit: ik zorgde mijne moeder uit den weg te blijven. Gij kent haar; zij is levendig en hartelijk, maar vrekken ea het prestige vaa dit Kabinet verzwakken. Maar wie iets veelt van de huivering wekkende moeilijkheden waarmee dit Kabinet heeft te worstelen, wie beseft dat dergelijke ondermijning va» dit Mini sterie tea slotte de antirevolutionaire partij zelve moet wonden, zal, reeds om' die redenen, dit luguber bedrijf staken. Gfidarvaading. In het „Medisch Hoekje" in de Nederlander lezen wij om. het volgend# De groote verwarring, die pr vooral in Ieekerikringen heerscht met betrekking tot de vraag of wij Nederlanders al of niet ondervoed worden, is mede te wijten aan het feit, dat er twee begrippen ondervoeding bestaaneen politiek en een geneeskundigl Sommige, als quasi-voortreffelg ire stuurlui aan de wal staande, politici en volksdrijvers, vooral de socialistische arbeidersleiders maken zich schuldig aan dergelijke politieke nood-leugentjes beweren bij hoog e» laag„de arbeidende klasse wordt ondervoedDat kan niet anders. Het moet wel. Stel je voor dat ze genoeg hadden, met een zoo bedroefd schijntje, als de distributie dank zij de kettinghandel, de smokkelarij en dè groothamsterbevvegiiig voor beu be schikbaar stellen kan." Weg met 't kapitalisme en de Regeering esaz. Wat zulke hyper-ontevredenen eigenlijk bedoelen isStel je voor, dat we te vreden waren, met1 Neen, dat zouden we ons ook moeilijk voor kunnen stellen I Het is duidelijk, dat zulk geschetter waardeloos en het geheele politieke be grip ondervoeding hersenschimmig is. Anders staat het met het geneeskundig begrip ondervoeding. En au wordt de quaastie veel ingewikkelder. Want het heeft geen zin om veel misbaar ie maken over het feit, dat menschen die vóór den oorlog niet kregen, wat ze noodig hadden, het nu óók niet krijgenevenmin, dat menschen, die voor den oorlog («inge zonden of gezonden) dik en rond waren, er au mager en naar uitzien.... zich soms dubbel gezond voelen. Bovendien moet men rekening houden met het feit: 1. Dat de arbeider nooit „genoeg" gegeten heeft, voordat hij een sekerq onaangename gewaarwording, welke een bepaalde vullingsgraad van zijn maag met zich brengt, ondervindt en dat hij wanneer het bij 't opstaan van den maal tijd «iet zoover gekomen is, zeker zeggen zal„Ik heb honger als een paard. 'Ik krijg bij lange na nie6 genoeg! Ik heb zoo'n flauw, wee gevoel. Ik werd onder voed." 2. Dat niet alleen de meerderheid vaa de arbeidersvrouwen, maar ook zeer vele vrouwe» uit alle kringen der maatschappij bitter weinig idee hebben om een ratao- neele keuze te doen uit de basehikbare levensmiddelen 1 Om naar te zwijgen van het minderwaardig „ik lust niet!" 3. Dat het vaedingsvraagstuk een zui ver persoonlijk karakter draagt in ver band met de groote rol welke leeftijd, sexe, ras, klimaat, beroep, gezondheids toestand spelen en het dus ia de aller eerste plaats neodig is met individual!- seerea te beginnen en weer met indivi- dualiseeren te eindigen, aangezien hier niets meer uit den hcoze is als genera- liseeren Inderdaad. Bijna ieder kan zeggen dat bij minder,krijgt dan hij vreegergewóón zjj kiest nu juist niet hare woorden. Zjj deed mij dikwijls pijn, zonder dat nu juist te bedoelen, doordat zij alles wat mij heilig en hoog was, verachtte en be spotte, al mgn streven naar geestelijke gaven, al wat mij belang inboezemde liet haar onverschillig. Zij begreep niet dat men over een gedicht kon schreien of uren lang kon turen op één schilderij of zich de handen vol verf kon make Mijn teekenschriften wierp zij in 't vuur, mqne pogingen om met klei te boetseeren, gooide zij uit het venster, en toen ik, niettegenstaande ik de meest opwindende roevers- en oorlogsverhalen ter lezing kreeg, geen „wilde jongen" werd, gaf zij mij op en liet mij mijns weegs gaan. Zij troostte zich met Mathu3. Toen ik daarna verklaarde dat ik aooit en nimmer soldaat wildo worden, verloor zij alle belang stelling in mijne toekomst, want gg weet het, in h?re oogen moet elke man een sabel dragen. Andere maeders",. hij lachte inorisclq „schreien als het 21e jaar den zoon dwingt in dienst te^gaan maar toen ik voor twee jaren om rm zwakke borst werd afgekeurd, wrong z waahopend hare handen en tchold op „die stomme" dokters en het scheelde niet veel of zij had het er toch toe ge kregen dat ik mijn jaar uitdiende zoo goed als elk ander". (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1918 | | pagina 1