li V I I\o. 30:i e r a p li i n e, urj. iXTRAGT 7 Groote Oorlog, Clericaal noch Kerkelijk. IN fkrijgbaar meid "Tgi® k jes. |D!!tfGSWAAfiD£. ÜALITEIT. J w«rk „30SS0". Donderdag September 1018 3fêe «laargang MJK (Z.-H.) iericht 1344. dddelburg. inschrijving a cob- J Nagras. Briefje» ^óór op 28 Ser BROEKi^ IJfogr togen. ^a/z\(nJ J KOOP oeden sta 'agentje met p"oj4 I dvERBEEKE, WolphaartsdijK KOOP Uopvarkens, 1GE Pz. te Zoute- aan ie^j liefst op een I es waar later ge- Jtat de zaak over°Se |en onder Ietter A blad te Goes. 7j,\ idsknecht,'h\ lENHUIJSE, (Smederij Bsrsselen. of^aaifltojnesde fricht VERMEULEN, dijk, Vrouwepolder, k mot October Kfiaoht |iz. POLDERMAN,, bij Souburg. net November Djj&fi^fiodi rffmeid J. WAARTENSE, loes. jraagd Oienstëtftó Hoog loon. Te be- UËR, Steenweg, |er gevraagd ösenstfeid? üuis. F SIN IC Stichting prgen op Zoom. OELE, Oostasge) spoedi ^-rm^geliif OisnitbosfL (raagd Huishouding fke op te passen. J. POT, Goes. gevraagd J '8 OagmsiC nacht. Hoog loon, |iuis en 's Zondag» I A INvaw &LVUi> |oes. November |bcdöfevraagö uOK, A 82, Kapelle- [ombootdiensfc op de »r-Schelde. dienstregeling, ;S0 September 191® -BraskensNouz»"- lissingen naar Bres- niet om 7.10 03®- nam. Breskens naar vns- niet om 7.40 n»®' ram. UitgavH van Xsmrni. Vfenn. LUCTOR ET EMERGO, gevfestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 619. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P: DHUIJ L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Cointre, Gobs. Ve Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per "3 maanden fr. p. post f 1.50 Losse nummers -0.05 Prq's dgr AdvBrtentiön: 14 regels f 0.80j iedere regel meer 80 ct 3-maal wordt 2-maal berekend Bfl aboimement voordeelige voorwaarden. Bewijsnummers 5 cent. Z|j, dis zich met ingang van I Octeber op „De Zseuw" absnneeren, ontvangen de tst dien datam verschijnende nummers kcsteioes. Abonnementsprijs f 1.75 per kwartaal. Men herinnert zich het gevleugeld woonl van Peyrat, het lid der Ftansch©' Kamer van Afgevaardigden, uit Frankrijk ook naar ons .land overgewaaid: „het cleri- calisme is de vijand", een. woord dat onze antirevolutionaire partij herhaalde lijk in 't aangezicht geslingerd werd door de liberalen van alle gacling, die, voorat in de bloeijaren hunner dóór Kappeyn© geleide .partij, met "de leüs van „anti- clericaal" steun zochten bij de kleurlooze middenstof. Deze 'leus„le clëricalisme, voila l'en- nemi" heeft de volgende geschiedenis. Den 3 Mei 1877 was de '(Fransche) Kamer onder clericals pressie uiteenge gaan. De zitting was verdaagd tot den volgenden morgen, na een heftige dis cussie, naar aanleiding van een voorstel om bij tde Italiaansch© Regeering te pro- testeieren tegen een Wetsontwerp-Man- cini hetwelk onder anderen de be paling bevatte, dat beleedigende taal tegen de Regaering, ook al geschiedde /die door geestelijken in de kerk, gestralt zou worden. Het was pltgelekt dat dit ontwerp 'daarom den Paus onwelkom was, die er ©en verscherping in zag van do Waarborgwet (do wet die de onschend baarheid der geestelijkheid waarborgde). De Fransche rogeering, de minister Jules Simon vooropj hield zich onzijdig. Dit gaf aanleiding, dat in dan nacht van. den 3 op 4 Mei, den nacht, volgende op de stormachtig©, verdaagde zitting, de Republikeinsche afgevaardigden bijeen kwamen, zonder uitzondering allen 'zich vereenigden om Gambetta, en besloten Jules Simon tei dwingen om kleur te bekennen. 'Den volgenden morgen, in de zitting van 4 Mei, sprak Gambetta da bekende rede uit, waarin hij bovenge- noemden kreet van Peyrat overnam, een kreet, die terstond door de goh e!o libe rale pers van Europa werd verbreid en in alle talen herhaald, en sedert de ver- eenigingsleus werd van -alle liberalen, ook ten onzent. E'en leus, waarvan de N©d'u- landsche liberalen, hoe ook hopeloos verdeeld, meer dan een kwart-eeuw ge mak gehad „hebben. Gelijk zeer terecht dezer clagen erkend werd door den libe ralen Hoafijzercorrespondent yan Het Handelsblad „dat wij (de liberalen namelijk!) altijd ,uit anti-clericalism© heb ben geleefd". Een waarheid welke niet to niet .gedaan fvvordt door protesten van enkelingen als .Allard Pierson, De Koo, llolwerda, Bos ©n Roodhuijzen (in diens laatste periode). Thans zijn het onder ons nog slechts dé conservatief-liberalen, type „Nieuwe Courant", die aan deze clericophobie la- boreeren. Zij kunnen zich nog maar niet ontworstelen .aan de herinnering aan dien „gulden" tijd, dat zij leefden hij die andere, eveneens van de Fransche broeders geleende, leus: „nul n' aura de Tesprit que nous et nas a.mis" (niemand heeft liet verstand om te regeeren dan wij liberalen en onze vrienden). Manoinl en'MazZini waren toen, even als nu S.nnino en Orlando, de dragers van de revolutionair liberale gedachte, en de v orvechters van de nationabteits idee. FEUILLETON. door U. Z. VON MANTEUFFEL. 4) —o ..Maar de vrouw van den overste heeft mij toch verzekerd, dat gij de beste ruiter van het regiment zijt." „Aha! Verschaf rrffj dan eens een dier, waarmedei iels aan te vangen is; wat zou ze dan wel zeggen! Seraph ine, vandaag heb ik een paard gezien! Maar waarom zou ik het beschrijven?" Weer verduis terde zich zijn blik en hij drukte 'zich 'Ie lippen op elkaar. „Heeft dat je onaangenaam aange daan?" vroeg zij. „Er was nog meer".hij aarzelde; zi.j zag hem vragend, ©enigszins bevreemd aan. Het was nog- nooit gebeurd, dat !>ij haar niet het volste vertrouwen had geschonken. Hij vocht met de bij hem opkomende 'bitterheid en zei de toen luid, hoewel het onderhoud tot nu to© fluiste rend was gevoerd: „De overste had mij naar L. gestuurd, naar del paardenmarkt. Om den weg te verkorten, ried Littoir mij, dwars door de Tandhamer Bosschen De heter Roodhuijzen brengt hun dit in Het Vaderland van j.l. Donderdag nog eens onbewimpeld als volgt onder de aandacht: „Wie de dagen van 1888 heeft meege maakt weet er van te spreken hoe men over het clericaal ministerie dacht in sommige liberale kringen. Men ontkende niet, dat een man a's Mackay mini-tr tb '1 was en (erkend© Bergansius' verdiensten, en deed .zelfs Keuchenius g.ls mensch niet geheel .onrecht, maar dat er een clericaal ministerie Nw.as, dut was op zichzelf eigenlijk onbehoorlijk. Een Katho liek achter ,do minis ter staf el was geen bezwaar, als .liet onder de leiding van Thorbecke was, ,en ook niet in een extra-parlementair Kabinet .als dat van Heemskerk Az:, maar dat do clericalen van alle .richling een ministerie zouden vormen was ,al té, ook al was dat ,de consequentie van de uitspraak van de stembus." In deze zeer juiste herinnering leest men, dat voor de liberalen van alle ga- i ding in {lie dagen de naam „clericaal" de verzamelnaam was van allten, die in de politiek niet dachten g-lijk 'zijzoodat alle Christelijke Protestanten en Calvi- nisten, met name Mackay en "Keuchenias, en allen die hen volgden, zich roet dien scheldnaam moesten vergenoegen. Nu constateert de heer Roodhuijzen i ofliever Het Vaderland, wij hou den den naam van den hoofdredacteur er nu maar buiten dat die clericalen- vrees in 1905 sterk verminderd was. 'Dit zou dan moeten gebleken zijn uit d© k w© van een .nieuwen verkiezingskreet. Het ging toon „tegen Kuyper". Kuyper zou liet er naar hebben gemaakt; Heemskerk, die in 1908 aan het roer kwam, had dat heter begrepen, want die regeerde „liberaal met o zoo'n zwak Christelijk etiketje"! Tot „de leider der antirevo lutionairen hem dwong", enz, men be grijpt het overige. Indien deze teekening juist is, dan is dit geen compliment voor minister Heems kerk. Immers van minister Kuyper was 't bekend, dat hij zoowel het 1 beralisme als het socialisme in hun hartader bad aangetast, en 't daarom in 1905 „tegen Kuyper" ging. Doch begrijpen laat het zich dan niet, dat daarna in 1913 de strijd met nog "grooter felheid dan in 1905 tegen Rechtsch gevoerd werd. Tntusschen doet 't ons genoegen, dat thans, nu het clerical© cachet meer' dan op vorige Rechtsche kabinetten, op 'tka- binet-Ruys rust, het anficicricaPstnc der liberalen zoo ondubbelzinnig wordt ver loochend. 01 wij daarom van af zijn? In een volgend artikel hopen wij aan te toonen, dat wij, althans van d© zijde van 'den heer Roodhuyzen zeiven'en van den Hoefijzer-redacteur, er nog niet van af zijn. Wij, antirevolutionairen, hebben al bijna een (halve eeuw tegen den scheldnaam clericaal geprotesteerd. Niemand meer dan wij voelt zich, in Kerk'en Staat, zoo .principieel tegen den clerus en dies tegen den clericalen naa.m gekeerd. Alleen blijft het gevaar bestaan, dat dëz© scheldnaam jegens ons nog wel eens opdoemt. Met name H e t V a d e r 1 a n d zelf toch (gebruikt i'n het eigen artikel, waarin zij het „anti-clericaal" barer vrienden veroordeelt, jegens ons den scheldnaam „kerkelijken". sct'lHhm::.wn.w.m.wi '3St«flg?ag»g m r ijnyj.jp te rijden." Stella, die tot nu toe Zwijgend over den schouder van den schilderen den jongeling had gekeken, kwam on willekeurig naderbij, met hare groote blauwe oogen vol verwachting op haren broeder gericht. Nu, ik overwon mijnen afkeer, en reed er doorheen. Drie uren' lang wees mij deels de zon, de©!s een voetpad den weg over bosschen, heide velden, woeste jllaatien, vervallen dorp jes en primitieve velden. Een huishou den van Tan Steen." „Hebt gij het slot gezien," vroeg1 Stella verlegen. „"Neen, het slot Tannénhauscn liet ik een goed uur links *af liggen. Ik ontmoette ook niemand, behalve in de dorpjes e'n dat was* waarlijk geen ge noegen. Toen ik terug kwam, kwam ik voorbij een vijver, en Haar zag ik jouw lievelingsbloemen, Seraphine, bij dozijnen bloeien; hét zijn d© gersten dit jaar." „Niet de eersten,'" zei d© jonge man bij den schilderezel zonder opi te kijken. „Leona heeft er een heel© schaal vol van." „O, mijnheer voor Lettow is zeker een zeer galante-aanstaande," vroeg Sera phine. „Ja, dat ten minste is hij!" antwoord de Leen sarcastisch lachend. „Dat tenminste?" herhaalde Stella na denkend. „Waarom beeft zij hem dan genomen?" Zij schrijft: „Onze loyale houding tegen over de kerkelijken, ook tegenover de ka tholieken, is slechts eene vraag van ge zonde democratie, ien de wezenlijke li beraal kan .niet anders dan gezond demo craat zijn." v 't Kan waar zijn. Maar dan moet dat „kerkdijken" ook uit haar .politieke woordenlijst verdwijnen. Ook d.t stem pel moe't ;van onze a.-r. partij af. Da R;jksfiiié<?«ien. liet voortdurende groote accres der rijksmiddelen scliijut tot staan gekomen. Het komt niet onverwacht, want de stijging was er een niet ongezonde, niet- blyverole oorzaken. Het verschil met Augustus 1917 is voor Augustus 1918 nog slechts 119000, doch 't bon later wei grooter w. rden. De vermintlering wordt vmoorzaakt door het gedistilleerd dat van S'/j miljoen iu 1918 op 1,4 miljoen daalde, gevolg van 't gubrek aan grond stoffen thans en den ruimen in- en opslag toen. Dit geldt ook van den bieraccijns die, ondank» do aanaeniqke verhaogirjg van het hefliogspercentage, slechts een ton opbracht tegen 3 !/a ion het vorige jaar. Ook de opbrengst van 't Personeel verminderde. Invoerrechten, de meeste accijnzen, loodsgelden, .-Jatistiekrechien, het ging allesi alweer, nog meer, naar beueden, gevolg vim den treinigen, ab- normalen o u-iog-doestand. Dat het eind cijfer, f 19,896,190, rrog zoo meevalt, komt nog van de hoogere opbrengst van enkele andere middelen, onder anderen de suiker- accijns dk ruirn anderhalf miljoen, de registratierecht an dia 8 ton, de successie rechten die anderhalve ton naar boven gingen. Tot nu toe heeft het jaar opgeleverd 106 miijoeu tegen 155 miljoen in een gftlijknainig tijdperk van het vorige jaar. Wij zijn derhalve nog elf miljoen bij verleden jaar vooruiten 21 miljoen boven de raming die 144 miijoeu heeft bedragen. Dokrwpi overzicht van don toestand. De Fransche en Brit'sche troepen zetten do stelselmatige omsingeling van St. Quentin voort en hebben ieu koste van een zware krachtsinspanning vorderingen gemaakt, ondanks de hardnekkige ver dediging der Dnitschers Deze dubbele aanwijzing toont wel, dat bet den Dnitschers crust is met de verdediging van deze stad en dat zij niet zonder strijd nog meer terrein zullen afstaan. v Tacli moeten de soldaten van generaal Debecey er in geslaagd zijn tot op minder dan een half uur gaans de eerste voor stad van St. Quentin te naderen. De toestand wordt hier metterdaad dus uiterst hachelijk. De Italianen bepalen zich nog slechts tot verkenningen. Het „groot offensief" schijnt hier nog neg niet ingezet. De opmarsch der geallieerden in Mace donië wordt met succes voortgezet, zoo dat de volledige verbreking der Bulgaar- sclie legers nog slechts een kwestie van tijd is. Het totale aantal gevangenen wordt thans om en nabij op 15.000 man geschat. Het aantal kanonnen, die bij e#n vooruifgang van 60 mijl zijn rer- meesterd. bediaaet 170, .".ij" ni._i.j_. n.i „Ieder heeft zijn smaak, maar wij sto ren het verhaal." Mathus, was een veel te goede kame raad om niet te antwoorden: „Zeg niets van Lettow. Hij is ©en beste kerel." Leon's korte bovenlip werd ironisch opgetrokken, doch hij zeid© niets. Mathus: vervolgde: „Nu, natuurlijk dacht ik bij het zien van de waterlelies aan jou, Seraphinie, en bedacht mij niet lang, ging in de poel en had spoedig meer dan ik dragen kon. Toen ik weer naar den oever terug ging, hoorde ik paardengehinnik. Het volgende oogenblik reeds week ik'terug, want voor mij stonden een ruiter en ©ene amazon© en ik moet toegeven dat ik er wel mee inzat, want ik vermoedde dadelijk wien ik voor mij had." Ook Leon keerde zich' nu tot den spre ker. Stella keek hem nieuwsgierig aan en over Seraphine's doorzichtig gelaat was zacht roze. Zij ademde diep en hare lippen bewogen Zenuwachtig. „Was het werkelijk Baron St. Alban?" vroeg Stella haastig, „en was!' de dame zijn nicht, gravin Rhede?" „Ja, zonder twijfel". „Dus heM gij haar gezien?" vroeg het meisje diep ademhalend. „De be'tooverde ,woudfeel" ziei Sera- phien reeds weder glimlachend. „Dus een romaiïfeb avontuur", merk te Leon .op. De verovering van Palestina is bijkans voltoeid, seint Havas de wereld door. Waarschijnlijk zullen de ententelegers vandaag den bodem van Syrië betreden. De vermeestering van Haifa stelt hun in het bezit van een steunpunt voor de levensmiddelen voorziening. Het geheele aantal gevangenen is tot boven de 40000 geslegen, terwijl hier niet minder dan 265 karonBen zijn ge nomen. Tot slot wee.r een en ander over de verklaringen van de Duitsche regeering. Von Hertlings betoog is één groeta teleurstelling geweest. 't Zal ons niet verwonderen als zijn aftreden spoedig aanstaande as. Van Hertling beeft een overzicht van den toestand gegeven, geheel volgens het oude recept Van ae kwestie van de „schuld" van België af, uit de beruchte archiefstukken „bewezen", tot de mede plichtigheid van Rusland, blijkend uit het Soechomlinof-proces toe, werd de verre gende film vau oorlogsweDprekendheid afgedraaid. Nog eens werd instemming betuigd met de bekende vier theoretische vredesbeginsel-n door Wilson opgesteld en instemming uitgesproken met den volkerenbond en de plannen toe onhva- pening. Maar geen woord omtrent hetgeen in de laatste dagen onder het Duitsche volk gistte,geen woord over een parlementaire regeeriug, geen gedachte aan eenige hernieuwing gewijd En ook in de andere redevoeringen geen enkel nieuw gezichtspunt en geen enkele nieuwe zienswijze. Geen aankon diging van ook maar geringste verande ring in den oaderzceërsooriog, die nog steeds als het eenige middel aangeprezen werd om dé Angel-Saksers tot rede te brengen Geen verandi ring in de Oostelijke politiek, waaromtrent Von Payer de verklaring aflegde, dat een „morrelen aan den vrede van Brest Lit«wsk, zoolang de oorlog duurt, liet direct in gevaar brengen vau het vaderland zou betee- kenen". En ook het standpunt, om dien vrede tijdens den oorlog te behouden, maar later aan een vredesconferentie voor te loggen, scheen den vice-rijkskan- seiier niet houdbaar toe Groote ontstemming is dan ook het gevolg. De strijd gaat om de parlementarisee- ring. Geen wonder, dat, de kloof tusschen Hertling en de sociaal-democraten bree der gewoiden is. Een ka,uselierscrisis kan haast niet uitblijven. Hertling wilde de crisis bezweren, doch hij heeft ze veel erger gemaakt- Wat de feitelgke_ aanleiding tot de crisis is. karakteriseerde fteheidemann door de opmerking: Ludendorff, niet von Hertling regeert. Met de Rott. schreven wij: Moge do crisis, die Duitschland thans doormaakt, het land zuiveren van de heerschappij der machtsidee en een nieuwe toekomst bereiden voor dit groote volk, met zoo kostelijke gaven van ver stand en hart. Voarbareldin^en ter ontruiming van plaatssn l« Eizas-LothariageR. BERLIJN. (Wolff). In Duitschland loo- pen de laatste dagen geruchten omtrent, de ontruiming van gedeelten van Elzas- Lotharingen. Hieromtrent wordt medege- „Beste neef", (zeide Mathus lachend, ,','ik kan je verzekeren, dat geheel .afge scheiden van het onaangename del' ont moeting, de romantiek mij in elk opzicht in den steek liet. Ik had hetgevoel alsof ik een kwajongen was, die betrapt wordt in buurmans boomgaard. Bloemen zijn wel vïij beizit hoeveel keerein, heb ik niet op een vreemd weiland vei- geet-mij-nietjes voor Seraphine geplukt maar toch brandden mij da waterlelies uit den boschvijver van Tannhausten ip de hand, toen ik baron St. Alban daar zoo plotseling voor mij zag staan. Het liefst had ik z© weggeworpen. Wel eerst staarden wij elkander aan een voorstelling had in 't genetel niet plaats 'toen werd ik mijnen schrik meester en bood de bouquet de jonge dame aan, er bij zeggend dat ik mij veroorloofde de bloemen aan de rechtmatige bezitster te rug te geven. Innerlijk was ik gebied vernietigd. Nooit jn mijn leven heb ik sterker gevoeld, ,dat ik een roover en bedelaar was op Hen bodem, die mij van rechtswege toekomt." i Weder fonkelden „zijne vurige oogen toornig. Seraphine nam zijne hand in hare beide <en fluisterde: „Denk daar niet aan, Mathus!" „Hoe ziet hij eruit?" vroeg Stella. „Als een .Spaanschë rooverhoofdman»" antwoordde haar broeder, wiens toornige deeld, dat alleen de officieel bekend ge- m'aakte beschieting uit de verba van Mleta en andere plaatsen, die ©enige dagen ge leden plaats vond, er toe aanleiding ge geven heeft, om ter bescherming van het leven en het vervoerbaar eigendom der inwoners voorbeieidingen te treffen, ten' einde zulke plaatsen sneller te kunnen ontruimen, die binnen het bereik der ver dragende vijandelijke kanonnen liggen. Deze voorbereidingen Zullien overeenkom stig het plan met alle consideratie, welke met de militaire noodzakelijkheid ver- cenigbaar is, ingeleid en later uitgevoerd worden. 0# ontploffingsramp to Wöliersdorf. De reeds gemelde ontploffing in de mu nitiefabriek te Wöllersdorf in Oostenrijk blijkt, volgens de nu ingekomen uitvoe rige berichten, een wane ramp te zrja geweest. Honderden arbeiders en arbeidsters zijn bij de catastrophe om het leven'gekomen, terwijl er nog tal van gewonden zijn, wier- toestand hopeloos is. In de lokalen waar de ontploffing plaats had, bevonden zich op dat oogenblik ruim 400 arbeiders en arbeidsters. Het onge luk werd hierdoor veroorzaakt, dat bij het afwerken van kleine munitie-hulzen, welk© arbeid door meisjes wordt verricht, oen huis ontplofte, waardoor hét kruit, dat in zakken op de' werktafels lag, vuur vatte Een geweldige vlam laaide eensklaps in het gebouw Op en deed da kleeren der meisejs in brand vliegen. Ontzettend was de paniek, die daarop ontstond. In doodsangst vluchtten de meisjes naar de uitgangen, doch slechts weinige kwamen buiten. Verscheidene vie len, door de groote hitte bedwelmd, op den grond, anderen, struikelden bver haar en zoo speelden zich bij'de deuren ver schrikkelijke tooneelen af. Toen er redders voor de uitgangen verschenen vonden zij!'daar de-lijken op gehoopt liggen. Die ongelukkigen, die nog teeltenen van leven gaven, werden van hun kleeren ont daan, die aan de brandwonden vastkleef den, in gereedstaande auto's gedragen en deels naar het fabriekshospitaal, deels naar Wiener Neustadt vervoerd. Militairen en brandweerpersoneel zetten het beele betreffende fabrieksgedcelte en aangrenzende gebouwen ondier water pui verdere uitbreiding der ramp1 tievoorko men. Hel duurde echter nog geruimen tijd, vóór men het vernielde fabrieksgedeelte Zonder gevaar kon betreden. Karte oorlogsberichte». Een Britse,li stoker, onderofficier op een duikboot, is, toen ze onlangs door een ongeval in de Britsche wateren zonk, op een merkwaardige manier aau den dood ontsnapt De machinekamer was volslagen duister en de luchtdruk werd overste-lpend. Het luik probeerend te openen, bevond hij, dat' de waterdruk dit onmogelijk maakte Toen duwde hij een klep open, waardoor het water naar bin nen drong. Dit verhoogde den luchtdruk, waardoor hij het luik kon openkrijgen en naar het oppervlak dar zee schoot, waar een torpedojager hem aan boord haalde. In een Fransch gezin is dezer dagen bet 22ste kindje geboren De doopplech tigheid werd bij deze buitengewone ge- beuitenis verricht door den aartsbisschop van Hennes in hoogst eigen persoon. De opwelling weder voorbij was. „Hij droeg een hoed met voeren en een dolk. Ben je tevreden, kindje?" „Je bent .niets aardig," zei z'e lachend, „maar zoo kom je er niet af. Toe zeg mij? Is hij groot? Is hij. oud? Is hij aardig?" „Ik heb -ja al gezegd, hoe hij er uit ziet. Oud .is hij niet, doch ook niet jóng. Groot? Ja zéker, een hunnegestalte.Maar aardig? Goede mensch, ik zou eerder gelooven dat hij melancholiek is." „En de jonge dame? Dat wou ik ook nog graag weten," vroeg Stella. „Is zij mooi?" „Mooi? Daar heb ik eigenlijk niet over nagedacht." „En dat is toch anders hij d.: heieren van het regiment -eene eerste vraag!" wierp Leon hier spottend tu-scheobeide. „Ja, ziet gij, bij gewon© vrouwsper sonen! Maar wat nu dit kind der bos- .schen betreft, wel, zij wasi daar geheel alleen in de schlepping en er wasq niets en hiemand om haar bij te vergelijken, behalve misschien een merel die boven ons in de booman zat, of een bruine paddestoel op den grond zij leek in zekeren zin op beiden!" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1918 | | pagina 1