li
V
I
I\o. 30:i
e r a p li i n e,
urj.
iXTRAGT
7
Groote Oorlog,
Clericaal noch Kerkelijk.
IN
fkrijgbaar
meid "Tgi®
k jes.
|D!!tfGSWAAfiD£.
ÜALITEIT.
J w«rk „30SS0".
Donderdag September 1018
3fêe «laargang
MJK (Z.-H.)
iericht 1344.
dddelburg.
inschrijving a cob-
J Nagras. Briefje»
^óór op 28 Ser
BROEKi^ IJfogr
togen.
^a/z\(nJ J
KOOP
oeden sta
'agentje met p"oj4 I
dvERBEEKE,
WolphaartsdijK
KOOP
Uopvarkens,
1GE Pz. te Zoute-
aan
ie^j liefst op een
I es waar later ge-
Jtat de zaak over°Se
|en onder Ietter A
blad te Goes.
7j,\
idsknecht,'h\
lENHUIJSE,
(Smederij Bsrsselen.
of^aaifltojnesde
fricht
VERMEULEN,
dijk, Vrouwepolder,
k mot October
Kfiaoht
|iz. POLDERMAN,,
bij Souburg.
net November
Djj&fi^fiodi
rffmeid
J. WAARTENSE,
loes.
jraagd
Oienstëtftó
Hoog loon. Te be-
UËR, Steenweg,
|er gevraagd
ösenstfeid?
üuis.
F SIN IC Stichting
prgen op Zoom.
OELE, Oostasge)
spoedi ^-rm^geliif
OisnitbosfL
(raagd
Huishouding
fke op te passen.
J. POT, Goes.
gevraagd J
'8 OagmsiC
nacht. Hoog loon,
|iuis en 's Zondag»
I A INvaw &LVUi>
|oes.
November
|bcdöfevraagö
uOK, A 82, Kapelle-
[ombootdiensfc op de
»r-Schelde.
dienstregeling,
;S0 September 191®
-BraskensNouz»"-
lissingen naar Bres-
niet om 7.10 03®-
nam.
Breskens naar vns-
niet om 7.40 n»®'
ram.
UitgavH van
Xsmrni. Vfenn. LUCTOR ET EMERGO,
gevfestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 619.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P: DHUIJ L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre, Gobs.
Ve Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per "3 maanden fr. p. post f 1.50
Losse nummers -0.05
Prq's dgr AdvBrtentiön:
14 regels f 0.80j iedere regel meer 80 ct
3-maal wordt 2-maal berekend
Bfl aboimement voordeelige voorwaarden.
Bewijsnummers 5 cent.
Z|j, dis zich met ingang van I Octeber op
„De Zseuw" absnneeren, ontvangen de tst
dien datam verschijnende nummers kcsteioes.
Abonnementsprijs f 1.75 per kwartaal.
Men herinnert zich het gevleugeld woonl
van Peyrat, het lid der Ftansch©' Kamer
van Afgevaardigden, uit Frankrijk ook
naar ons .land overgewaaid: „het cleri-
calisme is de vijand", een. woord dat
onze antirevolutionaire partij herhaalde
lijk in 't aangezicht geslingerd werd door
de liberalen van alle gacling, die, voorat
in de bloeijaren hunner dóór Kappeyn©
geleide .partij, met "de leüs van „anti-
clericaal" steun zochten bij de kleurlooze
middenstof.
Deze 'leus„le clëricalisme, voila l'en-
nemi" heeft de volgende geschiedenis.
Den 3 Mei 1877 was de '(Fransche)
Kamer onder clericals pressie uiteenge
gaan. De zitting was verdaagd tot den
volgenden morgen, na een heftige dis
cussie, naar aanleiding van een voorstel
om bij tde Italiaansch© Regeering te pro-
testeieren tegen een Wetsontwerp-Man-
cini hetwelk onder anderen de be
paling bevatte, dat beleedigende taal
tegen de Regaering, ook al geschiedde
/die door geestelijken in de kerk, gestralt
zou worden. Het was pltgelekt dat dit
ontwerp 'daarom den Paus onwelkom was,
die er ©en verscherping in zag van do
Waarborgwet (do wet die de onschend
baarheid der geestelijkheid waarborgde).
De Fransche rogeering, de minister
Jules Simon vooropj hield zich onzijdig.
Dit gaf aanleiding, dat in dan nacht van.
den 3 op 4 Mei, den nacht, volgende
op de stormachtig©, verdaagde zitting, de
Republikeinsche afgevaardigden bijeen
kwamen, zonder uitzondering allen 'zich
vereenigden om Gambetta, en besloten
Jules Simon tei dwingen om kleur te
bekennen. 'Den volgenden morgen, in de
zitting van 4 Mei, sprak Gambetta da
bekende rede uit, waarin hij bovenge-
noemden kreet van Peyrat overnam, een
kreet, die terstond door de goh e!o libe
rale pers van Europa werd verbreid en
in alle talen herhaald, en sedert de ver-
eenigingsleus werd van -alle liberalen, ook
ten onzent. E'en leus, waarvan de N©d'u-
landsche liberalen, hoe ook hopeloos
verdeeld, meer dan een kwart-eeuw ge
mak gehad „hebben. Gelijk zeer terecht
dezer clagen erkend werd door den libe
ralen Hoafijzercorrespondent yan Het
Handelsblad „dat wij (de liberalen
namelijk!) altijd ,uit anti-clericalism© heb
ben geleefd". Een waarheid welke niet
to niet .gedaan fvvordt door protesten van
enkelingen als .Allard Pierson, De Koo,
llolwerda, Bos ©n Roodhuijzen (in
diens laatste periode).
Thans zijn het onder ons nog slechts
dé conservatief-liberalen, type „Nieuwe
Courant", die aan deze clericophobie la-
boreeren. Zij kunnen zich nog maar
niet ontworstelen .aan de herinnering aan
dien „gulden" tijd, dat zij leefden hij
die andere, eveneens van de Fransche
broeders geleende, leus: „nul n' aura
de Tesprit que nous et nas a.mis" (niemand
heeft liet verstand om te regeeren dan
wij liberalen en onze vrienden).
Manoinl en'MazZini waren toen, even
als nu S.nnino en Orlando, de dragers van
de revolutionair liberale gedachte, en de
v orvechters van de nationabteits idee.
FEUILLETON.
door U. Z. VON MANTEUFFEL.
4) —o
..Maar de vrouw van den overste heeft
mij toch verzekerd, dat gij de beste ruiter
van het regiment zijt."
„Aha! Verschaf rrffj dan eens een dier,
waarmedei iels aan te vangen is; wat zou
ze dan wel zeggen! Seraph ine, vandaag
heb ik een paard gezien! Maar waarom
zou ik het beschrijven?" Weer verduis
terde zich zijn blik en hij drukte 'zich
'Ie lippen op elkaar.
„Heeft dat je onaangenaam aange
daan?" vroeg zij.
„Er was nog meer".hij aarzelde;
zi.j zag hem vragend, ©enigszins bevreemd
aan. Het was nog- nooit gebeurd, dat
!>ij haar niet het volste vertrouwen had
geschonken. Hij vocht met de bij hem
opkomende 'bitterheid en zei de toen luid,
hoewel het onderhoud tot nu to© fluiste
rend was gevoerd: „De overste had mij
naar L. gestuurd, naar del paardenmarkt.
Om den weg te verkorten, ried Littoir
mij, dwars door de Tandhamer Bosschen
De heter Roodhuijzen brengt hun dit in
Het Vaderland van j.l. Donderdag
nog eens onbewimpeld als volgt onder de
aandacht:
„Wie de dagen van 1888 heeft meege
maakt weet er van te spreken hoe men
over het clericaal ministerie dacht in
sommige liberale kringen. Men ontkende
niet, dat een man a's Mackay mini-tr tb '1
was en (erkend© Bergansius' verdiensten,
en deed .zelfs Keuchenius g.ls mensch
niet geheel .onrecht, maar dat er een
clericaal ministerie Nw.as, dut was op
zichzelf eigenlijk onbehoorlijk. Een Katho
liek achter ,do minis ter staf el was geen
bezwaar, als .liet onder de leiding van
Thorbecke was, ,en ook niet in een
extra-parlementair Kabinet .als dat van
Heemskerk Az:, maar dat do clericalen
van alle .richling een ministerie zouden
vormen was ,al té, ook al was dat ,de
consequentie van de uitspraak van de
stembus."
In deze zeer juiste herinnering leest
men, dat voor de liberalen van alle ga- i
ding in {lie dagen de naam „clericaal"
de verzamelnaam was van allten, die in
de politiek niet dachten g-lijk 'zijzoodat
alle Christelijke Protestanten en Calvi-
nisten, met name Mackay en "Keuchenias,
en allen die hen volgden, zich roet dien
scheldnaam moesten vergenoegen.
Nu constateert de heer Roodhuijzen i
ofliever Het Vaderland, wij hou
den den naam van den hoofdredacteur
er nu maar buiten dat die clericalen-
vrees in 1905 sterk verminderd was. 'Dit
zou dan moeten gebleken zijn uit d© k w©
van een .nieuwen verkiezingskreet. Het
ging toon „tegen Kuyper". Kuyper zou
liet er naar hebben gemaakt; Heemskerk,
die in 1908 aan het roer kwam, had
dat heter begrepen, want die regeerde
„liberaal met o zoo'n zwak Christelijk
etiketje"! Tot „de leider der antirevo
lutionairen hem dwong", enz, men be
grijpt het overige.
Indien deze teekening juist is, dan is
dit geen compliment voor minister Heems
kerk. Immers van minister Kuyper was
't bekend, dat hij zoowel het 1 beralisme
als het socialisme in hun hartader bad
aangetast, en 't daarom in 1905 „tegen
Kuyper" ging. Doch begrijpen laat het
zich dan niet, dat daarna in 1913 de
strijd met nog "grooter felheid dan in
1905 tegen Rechtsch gevoerd werd.
Tntusschen doet 't ons genoegen, dat
thans, nu het clerical© cachet meer' dan
op vorige Rechtsche kabinetten, op 'tka-
binet-Ruys rust, het anficicricaPstnc der
liberalen zoo ondubbelzinnig wordt ver
loochend.
01 wij daarom van af zijn?
In een volgend artikel hopen wij aan
te toonen, dat wij, althans van d© zijde
van 'den heer Roodhuyzen zeiven'en van
den Hoefijzer-redacteur, er nog niet van
af zijn.
Wij, antirevolutionairen, hebben al bijna
een (halve eeuw tegen den scheldnaam
clericaal geprotesteerd. Niemand meer
dan wij voelt zich, in Kerk'en Staat,
zoo .principieel tegen den clerus en dies
tegen den clericalen naa.m gekeerd.
Alleen blijft het gevaar bestaan, dat
dëz© scheldnaam jegens ons nog wel eens
opdoemt. Met name H e t V a d e r 1 a n d
zelf toch (gebruikt i'n het eigen artikel,
waarin zij het „anti-clericaal" barer
vrienden veroordeelt, jegens ons den
scheldnaam „kerkelijken".
sct'lHhm::.wn.w.m.wi '3St«flg?ag»g m r ijnyj.jp
te rijden." Stella, die tot nu toe Zwijgend
over den schouder van den schilderen
den jongeling had gekeken, kwam on
willekeurig naderbij, met hare groote
blauwe oogen vol verwachting op haren
broeder gericht. Nu, ik overwon mijnen
afkeer, en reed er doorheen. Drie uren'
lang wees mij deels de zon, de©!s een
voetpad den weg over bosschen, heide
velden, woeste jllaatien, vervallen dorp
jes en primitieve velden. Een huishou
den van Tan Steen."
„Hebt gij het slot gezien," vroeg1 Stella
verlegen. „"Neen, het slot Tannénhauscn
liet ik een goed uur links *af liggen.
Ik ontmoette ook niemand, behalve in
de dorpjes e'n dat was* waarlijk geen ge
noegen. Toen ik terug kwam, kwam ik
voorbij een vijver, en Haar zag ik jouw
lievelingsbloemen, Seraphine, bij dozijnen
bloeien; hét zijn d© gersten dit jaar."
„Niet de eersten,'" zei d© jonge man
bij den schilderezel zonder opi te kijken.
„Leona heeft er een heel© schaal vol
van."
„O, mijnheer voor Lettow is zeker een
zeer galante-aanstaande," vroeg Sera
phine.
„Ja, dat ten minste is hij!" antwoord
de Leen sarcastisch lachend.
„Dat tenminste?" herhaalde Stella na
denkend. „Waarom beeft zij hem dan
genomen?"
Zij schrijft: „Onze loyale houding tegen
over de kerkelijken, ook tegenover de ka
tholieken, is slechts eene vraag van ge
zonde democratie, ien de wezenlijke li
beraal kan .niet anders dan gezond demo
craat zijn." v
't Kan waar zijn. Maar dan moet dat
„kerkdijken" ook uit haar .politieke
woordenlijst verdwijnen. Ook d.t stem
pel moe't ;van onze a.-r. partij af.
Da R;jksfiiié<?«ien.
liet voortdurende groote accres der
rijksmiddelen scliijut tot staan gekomen.
Het komt niet onverwacht, want de
stijging was er een niet ongezonde, niet-
blyverole oorzaken. Het verschil met
Augustus 1917 is voor Augustus 1918
nog slechts 119000, doch 't bon later wei
grooter w. rden. De vermintlering wordt
vmoorzaakt door het gedistilleerd dat
van S'/j miljoen iu 1918 op 1,4 miljoen
daalde, gevolg van 't gubrek aan grond
stoffen thans en den ruimen in- en opslag
toen. Dit geldt ook van den bieraccijns
die, ondank» do aanaeniqke verhaogirjg
van het hefliogspercentage, slechts een
ton opbracht tegen 3 !/a ion het vorige
jaar. Ook de opbrengst van 't Personeel
verminderde. Invoerrechten, de meeste
accijnzen, loodsgelden, .-Jatistiekrechien,
het ging allesi alweer, nog meer, naar
beueden, gevolg vim den treinigen, ab-
normalen o u-iog-doestand. Dat het eind
cijfer, f 19,896,190, rrog zoo meevalt, komt
nog van de hoogere opbrengst van enkele
andere middelen, onder anderen de suiker-
accijns dk ruirn anderhalf miljoen, de
registratierecht an dia 8 ton, de successie
rechten die anderhalve ton naar boven
gingen.
Tot nu toe heeft het jaar opgeleverd
106 miijoeu tegen 155 miljoen in een
gftlijknainig tijdperk van het vorige jaar.
Wij zijn derhalve nog elf miljoen bij
verleden jaar vooruiten 21 miljoen boven
de raming die 144 miijoeu heeft bedragen.
Dokrwpi overzicht van don toestand.
De Fransche en Brit'sche troepen zetten
do stelselmatige omsingeling van St.
Quentin voort en hebben ieu koste van
een zware krachtsinspanning vorderingen
gemaakt, ondanks de hardnekkige ver
dediging der Dnitschers
Deze dubbele aanwijzing toont wel,
dat bet den Dnitschers crust is met de
verdediging van deze stad en dat zij niet
zonder strijd nog meer terrein zullen
afstaan. v
Tacli moeten de soldaten van generaal
Debecey er in geslaagd zijn tot op minder
dan een half uur gaans de eerste voor
stad van St. Quentin te naderen.
De toestand wordt hier metterdaad
dus uiterst hachelijk.
De Italianen bepalen zich nog slechts
tot verkenningen.
Het „groot offensief" schijnt hier nog
neg niet ingezet.
De opmarsch der geallieerden in Mace
donië wordt met succes voortgezet, zoo
dat de volledige verbreking der Bulgaar-
sclie legers nog slechts een kwestie van
tijd is. Het totale aantal gevangenen
wordt thans om en nabij op 15.000 man
geschat. Het aantal kanonnen, die bij
e#n vooruifgang van 60 mijl zijn rer-
meesterd. bediaaet 170,
.".ij" ni._i.j_. n.i
„Ieder heeft zijn smaak, maar wij sto
ren het verhaal."
Mathus, was een veel te goede kame
raad om niet te antwoorden: „Zeg niets
van Lettow. Hij is ©en beste kerel." Leon's
korte bovenlip werd ironisch opgetrokken,
doch hij zeid© niets. Mathus: vervolgde:
„Nu, natuurlijk dacht ik bij het zien
van de waterlelies aan jou, Seraphinie,
en bedacht mij niet lang, ging in de poel
en had spoedig meer dan ik dragen kon.
Toen ik weer naar den oever terug ging,
hoorde ik paardengehinnik. Het volgende
oogenblik reeds week ik'terug, want voor
mij stonden een ruiter en ©ene amazon©
en ik moet toegeven dat ik er wel
mee inzat, want ik vermoedde dadelijk
wien ik voor mij had."
Ook Leon keerde zich' nu tot den spre
ker. Stella keek hem nieuwsgierig aan
en over Seraphine's doorzichtig gelaat
was zacht roze. Zij ademde diep en hare
lippen bewogen Zenuwachtig.
„Was het werkelijk Baron St. Alban?"
vroeg Stella haastig, „en was!' de dame
zijn nicht, gravin Rhede?"
„Ja, zonder twijfel".
„Dus heM gij haar gezien?" vroeg het
meisje diep ademhalend.
„De be'tooverde ,woudfeel" ziei Sera-
phien reeds weder glimlachend.
„Dus een romaiïfeb avontuur", merk
te Leon .op.
De verovering van Palestina is bijkans
voltoeid, seint Havas de wereld door.
Waarschijnlijk zullen de ententelegers
vandaag den bodem van Syrië betreden.
De vermeestering van Haifa stelt hun
in het bezit van een steunpunt voor de
levensmiddelen voorziening.
Het geheele aantal gevangenen is tot
boven de 40000 geslegen, terwijl hier
niet minder dan 265 karonBen zijn ge
nomen.
Tot slot wee.r een en ander over de
verklaringen van de Duitsche regeering.
Von Hertlings betoog is één groeta
teleurstelling geweest.
't Zal ons niet verwonderen als zijn
aftreden spoedig aanstaande as.
Van Hertling beeft een overzicht van
den toestand gegeven, geheel volgens
het oude recept Van ae kwestie van
de „schuld" van België af, uit de beruchte
archiefstukken „bewezen", tot de mede
plichtigheid van Rusland, blijkend uit het
Soechomlinof-proces toe, werd de verre
gende film vau oorlogsweDprekendheid
afgedraaid. Nog eens werd instemming
betuigd met de bekende vier theoretische
vredesbeginsel-n door Wilson opgesteld
en instemming uitgesproken met den
volkerenbond en de plannen toe onhva-
pening.
Maar geen woord omtrent hetgeen in
de laatste dagen onder het Duitsche volk
gistte,geen woord over een parlementaire
regeeriug, geen gedachte aan eenige
hernieuwing gewijd
En ook in de andere redevoeringen
geen enkel nieuw gezichtspunt en geen
enkele nieuwe zienswijze. Geen aankon
diging van ook maar geringste verande
ring in den oaderzceërsooriog, die nog
steeds als het eenige middel aangeprezen
werd om dé Angel-Saksers tot rede te
brengen
Geen verandi ring in de Oostelijke
politiek, waaromtrent Von Payer de
verklaring aflegde, dat een „morrelen
aan den vrede van Brest Lit«wsk, zoolang
de oorlog duurt, liet direct in gevaar
brengen vau het vaderland zou betee-
kenen". En ook het standpunt, om dien
vrede tijdens den oorlog te behouden,
maar later aan een vredesconferentie
voor te loggen, scheen den vice-rijkskan-
seiier niet houdbaar toe
Groote ontstemming is dan ook het
gevolg.
De strijd gaat om de parlementarisee-
ring. Geen wonder, dat, de kloof tusschen
Hertling en de sociaal-democraten bree
der gewoiden is.
Een ka,uselierscrisis kan haast niet
uitblijven.
Hertling wilde de crisis bezweren, doch
hij heeft ze veel erger gemaakt-
Wat de feitelgke_ aanleiding tot de
crisis is. karakteriseerde fteheidemann
door de opmerking: Ludendorff, niet
von Hertling regeert.
Met de Rott. schreven wij:
Moge do crisis, die Duitschland thans
doormaakt, het land zuiveren van de
heerschappij der machtsidee en een
nieuwe toekomst bereiden voor dit groote
volk, met zoo kostelijke gaven van ver
stand en hart.
Voarbareldin^en ter ontruiming van
plaatssn l« Eizas-LothariageR.
BERLIJN. (Wolff). In Duitschland loo-
pen de laatste dagen geruchten omtrent,
de ontruiming van gedeelten van Elzas-
Lotharingen. Hieromtrent wordt medege-
„Beste neef", (zeide Mathus lachend,
,','ik kan je verzekeren, dat geheel .afge
scheiden van het onaangename del' ont
moeting, de romantiek mij in elk opzicht
in den steek liet. Ik had hetgevoel
alsof ik een kwajongen was, die betrapt
wordt in buurmans boomgaard. Bloemen
zijn wel vïij beizit hoeveel keerein,
heb ik niet op een vreemd weiland vei-
geet-mij-nietjes voor Seraphine geplukt
maar toch brandden mij da waterlelies
uit den boschvijver van Tannhausten ip
de hand, toen ik baron St. Alban daar
zoo plotseling voor mij zag staan. Het
liefst had ik z© weggeworpen. Wel
eerst staarden wij elkander aan een
voorstelling had in 't genetel niet plaats
'toen werd ik mijnen schrik meester
en bood de bouquet de jonge dame aan,
er bij zeggend dat ik mij veroorloofde de
bloemen aan de rechtmatige bezitster te
rug te geven. Innerlijk was ik gebied
vernietigd. Nooit jn mijn leven heb ik
sterker gevoeld, ,dat ik een roover en
bedelaar was op Hen bodem, die mij van
rechtswege toekomt." i
Weder fonkelden „zijne vurige oogen
toornig. Seraphine nam zijne hand in
hare beide <en fluisterde: „Denk daar
niet aan, Mathus!"
„Hoe ziet hij eruit?" vroeg Stella.
„Als een .Spaanschë rooverhoofdman»"
antwoordde haar broeder, wiens toornige
deeld, dat alleen de officieel bekend ge-
m'aakte beschieting uit de verba van Mleta
en andere plaatsen, die ©enige dagen ge
leden plaats vond, er toe aanleiding ge
geven heeft, om ter bescherming van het
leven en het vervoerbaar eigendom der
inwoners voorbeieidingen te treffen, ten'
einde zulke plaatsen sneller te kunnen
ontruimen, die binnen het bereik der ver
dragende vijandelijke kanonnen liggen.
Deze voorbereidingen Zullien overeenkom
stig het plan met alle consideratie, welke
met de militaire noodzakelijkheid ver-
cenigbaar is, ingeleid en later uitgevoerd
worden.
0# ontploffingsramp to Wöliersdorf.
De reeds gemelde ontploffing in de mu
nitiefabriek te Wöllersdorf in Oostenrijk
blijkt, volgens de nu ingekomen uitvoe
rige berichten, een wane ramp te zrja
geweest.
Honderden arbeiders en arbeidsters zijn
bij de catastrophe om het leven'gekomen,
terwijl er nog tal van gewonden zijn, wier-
toestand hopeloos is.
In de lokalen waar de ontploffing plaats
had, bevonden zich op dat oogenblik ruim
400 arbeiders en arbeidsters. Het onge
luk werd hierdoor veroorzaakt, dat bij het
afwerken van kleine munitie-hulzen, welk©
arbeid door meisjes wordt verricht, oen
huis ontplofte, waardoor hét kruit, dat in
zakken op de' werktafels lag, vuur vatte
Een geweldige vlam laaide eensklaps in
het gebouw Op en deed da kleeren der
meisejs in brand vliegen.
Ontzettend was de paniek, die daarop
ontstond. In doodsangst vluchtten de
meisjes naar de uitgangen, doch slechts
weinige kwamen buiten. Verscheidene vie
len, door de groote hitte bedwelmd, op
den grond, anderen, struikelden bver haar
en zoo speelden zich bij'de deuren ver
schrikkelijke tooneelen af.
Toen er redders voor de uitgangen
verschenen vonden zij!'daar de-lijken op
gehoopt liggen.
Die ongelukkigen, die nog teeltenen van
leven gaven, werden van hun kleeren ont
daan, die aan de brandwonden vastkleef
den, in gereedstaande auto's gedragen en
deels naar het fabriekshospitaal, deels
naar Wiener Neustadt vervoerd.
Militairen en brandweerpersoneel zetten
het beele betreffende fabrieksgedcelte en
aangrenzende gebouwen ondier water pui
verdere uitbreiding der ramp1 tievoorko
men.
Hel duurde echter nog geruimen tijd,
vóór men het vernielde fabrieksgedeelte
Zonder gevaar kon betreden.
Karte oorlogsberichte».
Een Britse,li stoker, onderofficier op
een duikboot, is, toen ze onlangs door
een ongeval in de Britsche wateren zonk,
op een merkwaardige manier aau den
dood ontsnapt De machinekamer was
volslagen duister en de luchtdruk werd
overste-lpend. Het luik probeerend te
openen, bevond hij, dat' de waterdruk dit
onmogelijk maakte Toen duwde hij een
klep open, waardoor het water naar bin
nen drong. Dit verhoogde den luchtdruk,
waardoor hij het luik kon openkrijgen
en naar het oppervlak dar zee schoot,
waar een torpedojager hem aan boord
haalde.
In een Fransch gezin is dezer dagen
bet 22ste kindje geboren De doopplech
tigheid werd bij deze buitengewone ge-
beuitenis verricht door den aartsbisschop
van Hennes in hoogst eigen persoon. De
opwelling weder voorbij was. „Hij droeg
een hoed met voeren en een dolk. Ben je
tevreden, kindje?"
„Je bent .niets aardig," zei z'e lachend,
„maar zoo kom je er niet af. Toe zeg
mij? Is hij groot? Is hij. oud? Is hij
aardig?"
„Ik heb -ja al gezegd, hoe hij er uit
ziet. Oud .is hij niet, doch ook niet jóng.
Groot? Ja zéker, een hunnegestalte.Maar
aardig? Goede mensch, ik zou eerder
gelooven dat hij melancholiek is."
„En de jonge dame? Dat wou ik ook
nog graag weten," vroeg Stella. „Is zij
mooi?"
„Mooi? Daar heb ik eigenlijk niet over
nagedacht."
„En dat is toch anders hij d.: heieren
van het regiment -eene eerste vraag!"
wierp Leon hier spottend tu-scheobeide.
„Ja, ziet gij, bij gewon© vrouwsper
sonen! Maar wat nu dit kind der bos-
.schen betreft, wel, zij wasi daar geheel
alleen in de schlepping en er wasq niets
en hiemand om haar bij te vergelijken,
behalve misschien een merel die boven
ons in de booman zat, of een bruine
paddestoel op den grond zij leek in
zekeren zin op beiden!"
(Wordt vervolgd.)