IHffiBfej
V>. »95
Dinsdag 17 September 1918
i
u h
JWe Jaargang
De Troonrede.
De Groote Oorlog.
I v Jaap Holm"
halen) en van
f* verschijnen
Pt froeve van
lug ter inzage.
'UK (2.-H.)
NOS
E KOOP
I TAK WE,
ïlhelruinatarwejgoed.
;arn «a monster, (vrii
Vei- IZ »E BUCK
lerooskerke.
E KOOP
saw© nïklCSton l
>u>skacheSs,
O N G ESmederij,
|E KOOP j) J(i
vertrouwbare
lit (ülerrii),
E, Voorstad, Goes.
Magmorgen
farijj zware Biggen
)OLSS, Serooskerk#.
land fs k|Löp
ta 4^»^ rosden
and, liefst onder
lieven onder lettertf,
1 Courant, Goes.
fiorgea
jzandsehs Biggel
pUTERS, O. Souburg,
E KOOP--'
brftpaard, (ruin),
bij P. MELIS Wz,
ke (W.)
Ie
7 maanden, bij
PzLij dijk Seroos-
Ie
5oept.
6' Joksiior;»», bij
IA AS, Kondekerke.
In sf@enen Varkens*
I i 80 M., verdeeld fl
gang.
Laurens
vil varfio"»
verdeeld ifl
fiplaatst worden
UANALECOINTB&
gevers te öoss. Spoc
fin» gewenschi.
rraaed
iw te Gess.
BUITENDIJK, Aas-
li
30 waschgelJ'
- MIDD£LBy"fl,j
gevraagd
Tweeds Me'*!®
Uitgave van -
Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO,
gevestigd te Goes-
Hoofdbureau te Goesi
LANGE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg 1
Ï1RMA F. P. DHUIJ L. BURG,
DruKtcerai
Qosterbaaa Le Cointre, Gois.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
ABonnBmönlsprgsi
Pgr 3 maanden fr. p. post 11.50
Bossg nummerso.OB
Erijsj der Adv.@BtintIA.ai
14 regels f0.80, iedere regel meer 20 Bl
3-maal wordt 2-maal berekend.
B(j abonnement 'voorfleelige voorwaarde*
Bewijsnummers 5 cent.
Zij, die zich met ingang van 1 October op
„De Zeeuw" abonneeren, ontvangen de tot
dien datum ,'erschijnende nummers kosteloos.
Abonnementsprijs fl.75 per kwartaal.
Wil men ook van het nieuwe, veelbelovende
FEUILLETON profiteeren, dan late men
zich spoedig als abonné inschrijven, wijl
eerstdaags met de plaatsing een aanvang
gemaakt zal worden.
Met het gebruikelijk ceremonieel en
onder buitengewone belangstelling van
Hagenaars en vreemdelingen had beden
de "jaarlijksche plechtige eerste ontmoe
ting in het nieuwe zittingjaar tusschen
onze beminde Landsvorstmne en Haar
Volk, vertegenwoordigd door de leden
van de beide Kamers der Staten-Generaal,
De vergadering der Volksvertegen
woordigers word gepresideerd door den
Voorzitter der Eerste Kamer, luitenant-
generaal baron Van Voorst tot Voorst
Na de gewone plichtplegingen, onder
anderen de voorlezing van het Koninklijk
Besluit, waarbij de Voorzitter der Eerste
Kamer, bereids beëedigd, als zoodanig
was herbenoemd, benoemde de Voorzitter
de Commissie van in- en uitgeleide.
Inmiddels had het gejuich uit duizen
den kelen op het Binnenhof de aankomst
vau H.'M. en Z. K. H. den Prins aan
gekondigd, en schreed de Koningin, aan
de zijde van het daartoe aangewezen lid
der Eerste Kamer, gevolgd door den Prins
geleid door het daartoe aangewezen lid
der Tweede Kamer, en verder gevolg de
zaal binnen.
II. M. plaatste zich op den Koninklijken
zetel, en las de volgende Troonrede voor
Te midden van U, Leden der Staten-
Generaal, is het mij eene behoefte openlijk
uiting te geven aan de zorg en de smart
die de buitengewone nooden van mijn
volk, waarmede ik zonder ophouden mede
leef en medegevoel, in mij opwekken. Te
grooter is de dankbaarheid waarmede ik
jegens God vervuld ben, nu voor ons
and de vrede bewaard bleef. De nog
steeds woedende wereldoorlog bljjft van
ons geheele volk zware offers eischen,
die, naar ik vast vertrouw, ook verder
bereidwillig zullen worden gebracht.
Niettegenstaande gerezen moeilijkhe
den, tengevolge waarvan de economische
toestand een voortdurend ernstiger ka
rakter aanneemt, bleven onze betrekkin
gen met alle mogendheden van vriend-
schappelijken aard. De verplichtingen die
op een neutralen Staat rusten zal ik «iet
onveranderde nauwgezetheid en vastbe
radenheid blijven nakomen. De beproefde
eensgezindheid der natie geeft mq steun
bij mijn onwrikbaar voornemen, onze on
afhankelijkheid tegen iedere aanranding
tot het uiterste te verdedigen. Dit belet
niet dat getracht zal worden de lasten
der mobilisatie, zonder vermindering der
weermacht, te verlichten.
Da voorziening in het uit de tijdsom
standigheden voortvloeiend gebrek aan
noodzakelijke levensbehoeften blijft het
onderwerp van mijn voortdurende zorg.
Ik hea er op bedacht, de daartoe strek
kende maatregelen zoo weinig drukkend
mogelijk te doen zijn, en te streven naar
zekerheid van de rechten naast de plich
ten der ingezetenen.
Reeds thans zal volle aandacht worden
geschonken aan de maatregelen, die na
den oorlog, zoowel hier te lande als in
de Koloniën, zullen moeten worden ge
troffen om de soozeer ontwrichte handel
en nijverheid do voorlichting en steun
te geven, die zij alsdan zullen behoeven.
De toestand van 's landsschatkist vëerdt
steeds meer zorgwekkend en vordert
dringend zooveel mogelijk beperking van
uitgaven. Daarnevens zullen ingrijpende
maatregelen tot versterking van middelen
met kunnen uitblijven.
b'stelling van een departement van
onderwijs, kunsten en wetenschappen en
een ander voor arbeidsaangelegenheid
l!gt in mijn voornemen.
io? j "Roering van het gewijzigd artikel
,.r Grondwet zal in den geest van
onderling vertrouwen en toenadering,
die ae herziening heeft gekenmerkt, ten
spoedigste en met kracht worden ter
Hand genomen.. Zonder dat deze uitvoe
ring wordt vertraagd, zullen ter wille
van de billijkheid, onveiwijld de noedige
i oorstellen worden ingediend tot weg-
ne5?Jn8va.n de steeds toenemende on-
gelijkheid in de bezoldiging van openbare
cn bijzondere onderwijzers. Aan de in
1913 tot stand gekomen verzekerings
wetten zal zonder vertraging uitvoering
worden gegeven. Voorstellen tot aan
vulling van die wetten zullen U vervol
gens worden gedaan. De opbouw der
sociale we+gevb g za! worden voortgezet.
Regeling der collectieve arbeidsover
eenkomst, zoo wat de publiekrechtelijke
als de privaatrechtelijke zijde betreft,
zal worden ter hand genomen
De uitvoering van waterstaatswerken,
daaronder begrepen de drooglegging der
Zuiderzee, zal met kracht werdeii voort
gezet on ondernomen.
Het ontwerp der Indische begraoting
dat U zal worden aangeboden, is dit
jaar voor het eerst in Indië in openbare
behandeling voorbereid. De goede ver
zorging van de geestelijke en stoffelijke
belangen der inlandsche bevolking heeft i
mijn voortdurende aandacht. Met stipte
eerbiediging van de gods-dienstige orer-
tuiging der ingezetenen wordt dankbaar
de steun aanvaard dien het Westersch
particulier initiatief biedt en met name
de hooge beteekenis erkend van den
arbeid der Christelijke Zending Tegen
draak en opiunimisbruik zal de strijd
krachtig worden voortgezet. Ruimer deel
neming van de ingezetenen aas de
behartiging van do locale belangen
en uitbreiding van autonomie en zelf
bestuur zullen zoowel de eigen geaard
heid der bevolking tot haar recht
doen komen als de vrijwillige saam-
hoorigheid met het moederland sterken.
Dese atrekke tot hechten grondslag voor
de krachtige economische en militaire
weermacht waarvan de vorming zooveel
mogelijk zal worden voortgezet. In de
West-indisahe koloniën wordt mede de
druk der tijdsomstandigheden gevoeld.
Naar sterking van haar draagvermogen
zal worden gestreefd.
Bij het toenemen der binnen- en bui-
tenlaadsche moeilijkheden vertrouw ik
des te vaster op uwe onverdeelde mede
werking.
Met de bede dat God ons volk in een
dracht moge starken en door de zware
tijden tot betere dagen moge voeren,
verklaar ik de gewone zitting der Staten-
Generaal geopend,
Deze Troonrede breekt met de tradi-
tioneele aanspraak: «Mijne Heeren!"
Natuurlijk, want nu is er ook een vrou
welijk Kamerlid bij. Van daar de aan
spraak „Leden der Staten Generaal."
Overigens staat zij meer nog dan de
Troonrede van 1916 en de minis teriéele
Openingsrede van 1917, in het teeken
van den kommer.
De traditioneel© clausule aangaande
de betrekkingen met alle buitenlandsche
mogendheden (gelukkig met al iel) ont
breekt ook nu niet; doch de krachtige
uiting van voorgenomen handhaviBg
onzer rechten „tegenover wien het ook
zij" gelijk in da vorige, bleek ook nu
nóg noodzakelijk. Het „vaste besluit",
waarvan de Troonrede van 1916 ge
waagde, is nu versterkt tot een „onwrik
baar voornemen", om „iedere aanranding"
onzer onafhankelijkheid „tot het uiterste
te verdedigen."
Dat teekent het buitengewone gevaar
van den toestand, en den ernst waar
mede dit deor de Koningin en hare
Ministers wordt ingezien. Moge het beroep
door de Koningin op haar volk, en leger
en vloot niemand onverschillig of onge
voelig laten!
Dat de ernst van den toestand wordt
ingezien, spreekt uit bijna iedere clausule
der Rededoch ter bemoediging der
natie loopt er door heen de gouden
draad van dankbaarheid voor de Godde
lijke ontferming, die den vrede onder
ons bestendigde, en van het Koninklijk
medelijden met de duizenden die onder
de „buitengewone nooden" gebukt gaan.
Niet minder bemoedigend is het ook
te weten dat onze Landsvrouwe op ver
lichting van den druk der mobilisatie,
op voorziening in het gebrek aan eerste
levensbehoeften, op beperking van Rijks-
uitgaven bedacht blijft.
De bijzondere onderwijzers zullen ein
delek hun heilzon zien dagenonze ouden
ea invaliden, de laatsten vooral, een lichte
verademing tegemoet gaan, de zending
wordt het hart onder den riem gestoken,
in de erkenning van het groote gewicht
van haar taak! Altegaar moedgevende
teekenen, waarbg wg de toekomst met
hope mogtn tegengaan.
Zulks te meer, dewijl het niet alleen
de stoffelijke dingen zijn, die anze Regee
ring ter harte gaan, doch ook en bovenal
de geestelijke belangen, zoo van Neder
land als van zijuo Koloniën.
Wij zeggen niet te veel, wanneer wij
ia de Indische paragraaf de hand van den
bekenden Christen-Staatsman voor Kolo
niën meenen te herkennen; van den
minister die, meer dan eenig ander, enze
Koloniën, zoo in Oost als in West, kent
en liefheeft, en de komst van Gods
Koninkrijk, in enze Bezittingen, met
harteljjk verlangen tegemoet ziet.
Voor allen evenwel die, zoo voor zich-
zeiven als voor ons volk en onze regeeriüg,
hechten aan 'sHeitands eisch: „Zoekt
eerst het Koninkrijk Gods en Zijne
gerechtigheid" zij het een oorzaak van
voortdurende gerustheid dat, wat de
naaste toekomst ook voor droefs brengen
mocht, de zorg voor alle ding dat noodig
is, ten slotte niet berust bij onze Vorstin
of hare ministers, hoe dankbaar wij
overigens zijn voor deze Troonrede, maar
bij den Heere onzen God, die niet zal
beschaamd doen uitkomen, allen wie op
Hem vertrouwen!
Zeeuwsche Stemmen.
cxLvn.
Een van m'n beste Goesche vrienden
had wat op z'n hart en schreef een
briefje met vragen, dat de redactie zoo
goed was aan mij door te zenden.
Hij wijst er opj dat de heer Idenburg
kapitein bij het Indische leger is geweest
en later minister werd.
Daar snapt m'n vriend niks van Hoe
kan nou een kapitein voor min'ster spelen
Maar nog veel onbegrijpelijker was
het hem, dat jhr. mr. B. C. de Jonge
minister van Oorlog kon worden, en dat
hij nu genoemd wordt voor Directeur-
Generaal der Posterijen en Telegrafie.
Hoe kan nu die meester in de rechten,
die nooit soldaat geweest is, minister
van oorlog zijn en heeft hij nu in eens
ook verstand genoeg, om P. en T. te
beheeren? Zoo vraagr. mjjn vriend en 't
wordt hem bepaald groen en geel voor
de öogen.
't Is een goede vriend, die iemand
ziju feilen toont Daarom moet mij hier
de opmerking van 't hart, dat do vragen
niet bepaald van groote snuggerheid ge
tuigen.
Als nu 't bewind van Idenburg en de
Jonge een mislukking genoemd kon
worden zou er nog eenige reden voor
zijn. Doch ieder weet wel beter.
Kapitein Idenburg heeft als minister
een kranig figuur gemaakt en zelfs als
Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië, als
onderkoning dus, heeft hij lauweren ge
oogst. -
Hij bleek de rechte man op de rechte
plaats te zijn.
En aan oud-minister de Jonge bewaren
wij evenzeer de herinnering van een be
kwaam oorlogsminister, die leger en
vloot tokgroote» zegen geweest is, vooral
omdat hij uit- een heoger beginsel leeft,
wat hem zelfs een voorsprong gaf op
menigen» materialistischen minister-
„soldaat".
Ieder voelt dus, waar 'm de kneep zit.
In kapitein Idenburg zit ook nog wat
anders dan een moedige vechtersbaas, om
dit woord eens in den goeden zin te
gebruiken.
En mr. de Jonge was niet in de wieg
gelegd, om immer ambtenaar aan „Oorlog"
te blijven. -
Hun breed inzicht, hun levenservaring
en hun bezonken kennis maken hun ook
nog tot andere en hoogere dingen be
kwaam.
Nu is 't best mogelijk, dat de heer de
Jonge aan de Póst komt, doch voorshands
lijkt 't mij niet waarschijnlijk.
Tot bewaring van de gemoedsrust mijns
vriends zal wel een ambtenaar aan de
P. en T. de gelukkige zijn.
Weet m'n vriend niet, dat onze parle
mentaire geschiedenis tal van gevallen
kent, dat eenvoudigen in den lande tot
het bekleeden van verheven, invloedrijke
posities werden geroepen?
De voorbe eiden liggen er voor het grijpen
Denk aan dominee Kuyper, die met
veel succes minister is geweest, met
zóóveel succes, dat zijn verdiensten wer
den erkend deor de beneeming als mi
nister van staat.
Vraagt de briefschrijver nn ook „Wat
heeft nu een dominee verstand van po
litiek"
„Hoe kon ds. Talma nu verstand heb
ben van sociale toestanden en sociale
verzekering
De heer van der Voort van Zijp was
ook predikant en toch heeft hij het ge
bracht tot Kamerlid en voorzitter van
de A. R. Kamerclub.
Dr. de Visser, ook al 'n dominé, wordt
straks minister van „Onderwijs, Kunst
en Wetenschappen".
Schaper is zelfs schildersknecht ge
weest. Niemand zal beweren, dat z'n in
vloed nu niet verder reikt, dan toen hij
de kwast hanteerde.
Spiekman is als krantenjongen zijn
loopbaan begonnen en hoever heeft hg
het niet geschopt?
Hoevelen zullen er nu niet zijn, die
een bescheiden baantje hebben en straks
als genieën uit den dop komen.
Niet ieder, die thans een ondergeschik
te betrekking bekleedt is daar op den
duur the right man in the right place.
Een boekhouder maakt in z'n vrijen
tijd gedichten en ontpopt' zich straks
als een bekwaam letterkundige.
Zeg nu niet: Wat heeft een boekhou
der nu verstand van literatuur
Een andere boekhouder droomt al van
een leidende positie in den lande en
wordt straks wellicht Directeur van het
Rijkskantoor voor Paarden en Vee.
Zeg niet: Wat heeft nu een boekhou
der verstand van schapen en konijnen
Neen, erg snugger toonde zich de
geachte briefschrijver niet. En omdat er
misschien nog meer lezers zijn, die in
raadselen wandelen, ben ik wat uitvoerig
op zijn vragen ingegaan.
Wilt ge nog meer voorbeelden, die mijn
betoog verduidelijken
De lieer Cyriel Buijsse werd in de
fabriek van zijn vader opgeleid voor in
dustrieel hij was en is geblevenlet
terkundige.
De schrijver J. Everts Jr. was achtereen
volgens koeliedrijver, chemiker, kantoor
bediende, doch liet Manusje van alles
bleek een literator te zijn.
J. Hora Adema werd in '70 als kadet
der artillerie geplaatst aan de Kon. Mil.
Akademie en in 1871 bevorderd tot 2e
■luitenant bij dat wapen.
Doch vier jaar later hij was intus-
schen bij het bereden gedeelte overge
gaan had hij het ongeluk, bij een
charge, met ziju paard over den kop te
slaan, een zware hersenschudding te be
komen en ongeschikt te worden ver
klaard voor den militairen dienst. En
ziedaar, niet lang daarna schreef meneer
Hora Adema novellen.
Is. Querido was achtereenvolgenshor
logemaker, violist, diamantkloover, repor
ter, kunstverslaggever, enz.
En zoo kan ik maar doorgaan.
Niet ai die gevallen zijn geheel analoog
met de door den vrager bedoelde, doch
men voelt wel waar ik heen wil.
Het bekleeden van een bepaald ambt
sluit niet altijd uit kennis en bekwaam
heid voor het waarnemen van een hoo
gere bestuursfunctie.
KEES VAN DER MEER.
Beknopt overzicht van den toestand.
Het was te voorzien, dat de Oosten-
rijksche vredesnota geen al te goede
pers zou hebben.
Het is dan ook gewenscht, om als men
van „vredesvooruitzichten" spreekt, een
vraagteeken er achter te denken.
Het voorstel, op dit oogenblik door
de centrale mogendheden te midden van
den strijd geworpen, is natuurlijk geen
bewijs van groote kracht, merkt de N, R. C.
©p. Inderdaad. Dit behoeft niet te worden
verbloemd, en het komt ook in de be
woordingen van de nota en het officieele
bericht, waarmee het openbaar is gemaakt,
uit. De centrale mogendheden plachten,
toen zij zich sterk gevoelden anders te
spreken, dan thans in deze stukken ge
schiedt, waarin alle hoovaardij is ver
vangen door een bijna aandoenlijke
teederheid. Daartegenover staat echter,
dat het voorstel aan de Entente de
vrijheid laat, alle voordeelen, welke voor
haar uit den gunstiger toestand op het
oorlogsterrein voortvloeien, ten volle te
blijven genieten. Het voorstel bedeelt
niet, de krijgsbedrijven te doen op
schorten, laat staan te staken. Het wil
voorshands niet meer, dan, terwgl de
militairisten aan beide zijden naar har
telust doorvechten, trachten door een
gemeenschappelijke bespreking eene basis
te vinden, waarop vredesonderhandelin
gen zouden mogelijk zijn. Het gaat niet
verder dan tot een algemeene beraad
slaging over de algemeen» en meer vage
beginselen, die als zoovele oorlogsdoel
einden en idealen naar veren gezet zijn,
zonder dat do verwezenlijking daarvan
door wapengeweld schijnt nader gebracht.
Ontegenzeggelijk ligt «r veel aan-
trekkelgks in.
Vrede door beslissing met de wapenen
is nu eenmaal niet te verkrijgen.
Als de geallieerden dat nu ook maar
geloofden
Jnist omdat ze er niets van willen
weten, begint hun pers geweldig te keer
te gaan tegen dit „brutale" voorstel, dat
van vrede durft reppen.
De Engelsche pers b. v. verwerpt de
Oostenrgksche nota als een „true" van
Duitschland. Een Van de bladen hoort
er zelfs het geluid in van keizer Wilhelm
als buikspreker..
Het typische is echter, dat geen enkel
Duitsch blad, waarvan de beschouwing
weergegeven wordt, met de Oostenrijksche
nota kan instemmen. De rechtsche orga
nen sg* er natuurlgk zeer ontevreden
over. Maar zelfs de „Vorwarts" neemt
zekere reserve in acht en toont zich in
het minst niet ingenomen met den stap
deor Burian gedaan.
Over het algemeen wordt de nota door
de Duit scha bladen als niet opportuun
beschouwd, terwijl verschillende bladen
uiting geven aan hun bezorgdheid, dat
de geallieerden eon teeken van zwakheid
in de nota zullen zien. Daarop echter
heeft indertijd de voorganger van Burian
reeds geantwoord met de opmerking,
dat hij zich over „zwakheid" niet
schaamde, waar het de zaak van den
vrede betrof.
Zoo valt dus over de pers niet te
roemen.
Laat ens hopen, dat dit niet de voor
bode is van een aog verbitterder strijd,
althans dat de o. i. opreeht gemeende
nota haar invloed op hen, die nog in
den oorlogsroes voortwandelen, niet
misse.
Hierdoor staat O.-H. wel het sterkst,
dat bet óók reeds vrede voorgesteld heeft,
toen de centralen op het slagveld een
„schitterende" positie innamen.
Aan te stippen valt nog, dat reeds
Vrjjdag op de beurs te New-York ge
ruchten liepen, over den stap, door
Oostenrijk te ondernemen. Zou de om
standigheid, dat men daar zoo vroeg
reeds van de nota afwist, een Reuter-
telegram meldde, dat de Engelsche re
geering gisteren de vredesnota zelfs nog
niet ontvangen had, er op kunnen
wijzen, dat Burian zijdelings Washington
gepolst heeft over het al of niet opportune
van den te ondernemen stap
De Amerikanen hebben hue St. Mihiel-
succes 'verder af kunnen ronden.
Door de Duitschers is nog een strook
van enkel# kilometers prijsgegevenzij
hebben hun nieuwe posities tusschen
Combres en Thiaucourt achteruitgebracht
tot de linie NorroyDoncourt en vorder
hun oude stellingen ten Westen van
Verdun in aansluiting daaraan terug
gebogen.
Volgens een Reuter-bericht zou do
zware artillerie van de vesting Metz in
actie zijn gekomen en zou Metz van den
anderen kant onder het vèrdragend ge
schut van de geallieerden zijn gekomen,
waarmede een aieuwe phase in den
wereldoorlog zon zijn ingetreden.
Inderdaad kan het Verdun-front het
tooneel worden van een nieuwen, grooten
strijd, wanneer door plaatselijke onder
nemingen op groote schaal, zooals nu
door de Amerikanen 'bij St. Mihiel on-
nomen is, ,de groote uitvalspoort door
de geallieerden verder is geopend.
Reuter meldt lakoniekWij mogen
de Duitsche legeraanvoering gelooven,
wanneer zij zegt verheugd te zgn van
den vooruitspringenden hoek van St.
Mihiel te zijn afgeholpen Doch wij mogen
er aan twijfelen of zg even verheugd ia
van 15000 man troepen te zijn afgeholpen,
en van honderd en meer kanonnen,
machinegeweren, tonnen met munitie,,
enz. enz.
Dus moet de buit bij St, |Mihiel nog
al groot geweest zijn.
De telegrammen gewagen nu slechts
van kleine ondernemingen op de slag
velden. De Franschen namen Vailly en
verderden 1 K.M. op een front van 4
K.M.
Zes honderd gevangenen en 2 kanon
nen bleven in hun handen.
In Macedonië is in het dal van de
boven-Skoembi van het Prespa meer af
tot aan de Wardar de vuurstrgd aange
wakkerd. Ten W. en ten N. van Bitolia
(Monastir) worde», aldus Sefia, verschei
den vijandelijke compagnieën, die na
verwoed voorbereidend geschutvuur onz#
schansen probeerden aan te tasten, door
het vuur verstrooid. In de bocht van de
Tsorna onstuimig artillerievuur ten Z.O.
van Gradesjnitza ea bjj den Dobropolje.
Na lange geschntvoprbereiding heeft de
vijand tweemaal met belangrijke strijd
krachten onze voorsta loopgraven trach
ten aan te vallen, doch zij moesten met
bebloede keppen terug.
Volgens een officieel bericht uit Salo-
niki zjja de Grieksche troepen ep het
front van de Stroema over e«n front
van 30 K.Mdria tot 5 K.M. vooruitge
komen. Zij hebben verscheiden dorpen
bezet. Ondanks de verwoede tegenaan
vallen der Bulgaren, zgn de Grieken er
in geslaagd zich in hun nieuwe stellingen
te handhaven.
0e heropbouw in België.
Ini Vlaanderen worden talrijk© tijdens
deni oorlog vernielde huizjen thlans reeds
heropgebouwd. Opdat deze hui zen eeuwen
lang zouden getuigen van den verschïik-
kingstijd, dien wij "beleven, worden ia