IHffiBfej V>. »95 Dinsdag 17 September 1918 i u h JWe Jaargang De Troonrede. De Groote Oorlog. I v Jaap Holm" halen) en van f* verschijnen Pt froeve van lug ter inzage. 'UK (2.-H.) NOS E KOOP I TAK WE, ïlhelruinatarwejgoed. ;arn «a monster, (vrii Vei- IZ »E BUCK lerooskerke. E KOOP saw© nïklCSton l >u>skacheSs, O N G ESmederij, |E KOOP j) J(i vertrouwbare lit (ülerrii), E, Voorstad, Goes. Magmorgen farijj zware Biggen )OLSS, Serooskerk#. land fs k|Löp ta 4^»^ rosden and, liefst onder lieven onder lettertf, 1 Courant, Goes. fiorgea jzandsehs Biggel pUTERS, O. Souburg, E KOOP--' brftpaard, (ruin), bij P. MELIS Wz, ke (W.) Ie 7 maanden, bij PzLij dijk Seroos- Ie 5oept. 6' Joksiior;»», bij IA AS, Kondekerke. In sf@enen Varkens* I i 80 M., verdeeld fl gang. Laurens vil varfio"» verdeeld ifl fiplaatst worden UANALECOINTB& gevers te öoss. Spoc fin» gewenschi. rraaed iw te Gess. BUITENDIJK, Aas- li 30 waschgelJ' - MIDD£LBy"fl,j gevraagd Tweeds Me'*!® Uitgave van - Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO, gevestigd te Goes- Hoofdbureau te Goesi LANGE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg 1 Ï1RMA F. P. DHUIJ L. BURG, DruKtcerai Qosterbaaa Le Cointre, Gois. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. ABonnBmönlsprgsi Pgr 3 maanden fr. p. post 11.50 Bossg nummerso.OB Erijsj der Adv.@BtintIA.ai 14 regels f0.80, iedere regel meer 20 Bl 3-maal wordt 2-maal berekend. B(j abonnement 'voorfleelige voorwaarde* Bewijsnummers 5 cent. Zij, die zich met ingang van 1 October op „De Zeeuw" abonneeren, ontvangen de tot dien datum ,'erschijnende nummers kosteloos. Abonnementsprijs fl.75 per kwartaal. Wil men ook van het nieuwe, veelbelovende FEUILLETON profiteeren, dan late men zich spoedig als abonné inschrijven, wijl eerstdaags met de plaatsing een aanvang gemaakt zal worden. Met het gebruikelijk ceremonieel en onder buitengewone belangstelling van Hagenaars en vreemdelingen had beden de "jaarlijksche plechtige eerste ontmoe ting in het nieuwe zittingjaar tusschen onze beminde Landsvorstmne en Haar Volk, vertegenwoordigd door de leden van de beide Kamers der Staten-Generaal, De vergadering der Volksvertegen woordigers word gepresideerd door den Voorzitter der Eerste Kamer, luitenant- generaal baron Van Voorst tot Voorst Na de gewone plichtplegingen, onder anderen de voorlezing van het Koninklijk Besluit, waarbij de Voorzitter der Eerste Kamer, bereids beëedigd, als zoodanig was herbenoemd, benoemde de Voorzitter de Commissie van in- en uitgeleide. Inmiddels had het gejuich uit duizen den kelen op het Binnenhof de aankomst vau H.'M. en Z. K. H. den Prins aan gekondigd, en schreed de Koningin, aan de zijde van het daartoe aangewezen lid der Eerste Kamer, gevolgd door den Prins geleid door het daartoe aangewezen lid der Tweede Kamer, en verder gevolg de zaal binnen. II. M. plaatste zich op den Koninklijken zetel, en las de volgende Troonrede voor Te midden van U, Leden der Staten- Generaal, is het mij eene behoefte openlijk uiting te geven aan de zorg en de smart die de buitengewone nooden van mijn volk, waarmede ik zonder ophouden mede leef en medegevoel, in mij opwekken. Te grooter is de dankbaarheid waarmede ik jegens God vervuld ben, nu voor ons and de vrede bewaard bleef. De nog steeds woedende wereldoorlog bljjft van ons geheele volk zware offers eischen, die, naar ik vast vertrouw, ook verder bereidwillig zullen worden gebracht. Niettegenstaande gerezen moeilijkhe den, tengevolge waarvan de economische toestand een voortdurend ernstiger ka rakter aanneemt, bleven onze betrekkin gen met alle mogendheden van vriend- schappelijken aard. De verplichtingen die op een neutralen Staat rusten zal ik «iet onveranderde nauwgezetheid en vastbe radenheid blijven nakomen. De beproefde eensgezindheid der natie geeft mq steun bij mijn onwrikbaar voornemen, onze on afhankelijkheid tegen iedere aanranding tot het uiterste te verdedigen. Dit belet niet dat getracht zal worden de lasten der mobilisatie, zonder vermindering der weermacht, te verlichten. Da voorziening in het uit de tijdsom standigheden voortvloeiend gebrek aan noodzakelijke levensbehoeften blijft het onderwerp van mijn voortdurende zorg. Ik hea er op bedacht, de daartoe strek kende maatregelen zoo weinig drukkend mogelijk te doen zijn, en te streven naar zekerheid van de rechten naast de plich ten der ingezetenen. Reeds thans zal volle aandacht worden geschonken aan de maatregelen, die na den oorlog, zoowel hier te lande als in de Koloniën, zullen moeten worden ge troffen om de soozeer ontwrichte handel en nijverheid do voorlichting en steun te geven, die zij alsdan zullen behoeven. De toestand van 's landsschatkist vëerdt steeds meer zorgwekkend en vordert dringend zooveel mogelijk beperking van uitgaven. Daarnevens zullen ingrijpende maatregelen tot versterking van middelen met kunnen uitblijven. b'stelling van een departement van onderwijs, kunsten en wetenschappen en een ander voor arbeidsaangelegenheid l!gt in mijn voornemen. io? j "Roering van het gewijzigd artikel ,.r Grondwet zal in den geest van onderling vertrouwen en toenadering, die ae herziening heeft gekenmerkt, ten spoedigste en met kracht worden ter Hand genomen.. Zonder dat deze uitvoe ring wordt vertraagd, zullen ter wille van de billijkheid, onveiwijld de noedige i oorstellen worden ingediend tot weg- ne5?Jn8va.n de steeds toenemende on- gelijkheid in de bezoldiging van openbare cn bijzondere onderwijzers. Aan de in 1913 tot stand gekomen verzekerings wetten zal zonder vertraging uitvoering worden gegeven. Voorstellen tot aan vulling van die wetten zullen U vervol gens worden gedaan. De opbouw der sociale we+gevb g za! worden voortgezet. Regeling der collectieve arbeidsover eenkomst, zoo wat de publiekrechtelijke als de privaatrechtelijke zijde betreft, zal worden ter hand genomen De uitvoering van waterstaatswerken, daaronder begrepen de drooglegging der Zuiderzee, zal met kracht werdeii voort gezet on ondernomen. Het ontwerp der Indische begraoting dat U zal worden aangeboden, is dit jaar voor het eerst in Indië in openbare behandeling voorbereid. De goede ver zorging van de geestelijke en stoffelijke belangen der inlandsche bevolking heeft i mijn voortdurende aandacht. Met stipte eerbiediging van de gods-dienstige orer- tuiging der ingezetenen wordt dankbaar de steun aanvaard dien het Westersch particulier initiatief biedt en met name de hooge beteekenis erkend van den arbeid der Christelijke Zending Tegen draak en opiunimisbruik zal de strijd krachtig worden voortgezet. Ruimer deel neming van de ingezetenen aas de behartiging van do locale belangen en uitbreiding van autonomie en zelf bestuur zullen zoowel de eigen geaard heid der bevolking tot haar recht doen komen als de vrijwillige saam- hoorigheid met het moederland sterken. Dese atrekke tot hechten grondslag voor de krachtige economische en militaire weermacht waarvan de vorming zooveel mogelijk zal worden voortgezet. In de West-indisahe koloniën wordt mede de druk der tijdsomstandigheden gevoeld. Naar sterking van haar draagvermogen zal worden gestreefd. Bij het toenemen der binnen- en bui- tenlaadsche moeilijkheden vertrouw ik des te vaster op uwe onverdeelde mede werking. Met de bede dat God ons volk in een dracht moge starken en door de zware tijden tot betere dagen moge voeren, verklaar ik de gewone zitting der Staten- Generaal geopend, Deze Troonrede breekt met de tradi- tioneele aanspraak: «Mijne Heeren!" Natuurlijk, want nu is er ook een vrou welijk Kamerlid bij. Van daar de aan spraak „Leden der Staten Generaal." Overigens staat zij meer nog dan de Troonrede van 1916 en de minis teriéele Openingsrede van 1917, in het teeken van den kommer. De traditioneel© clausule aangaande de betrekkingen met alle buitenlandsche mogendheden (gelukkig met al iel) ont breekt ook nu niet; doch de krachtige uiting van voorgenomen handhaviBg onzer rechten „tegenover wien het ook zij" gelijk in da vorige, bleek ook nu nóg noodzakelijk. Het „vaste besluit", waarvan de Troonrede van 1916 ge waagde, is nu versterkt tot een „onwrik baar voornemen", om „iedere aanranding" onzer onafhankelijkheid „tot het uiterste te verdedigen." Dat teekent het buitengewone gevaar van den toestand, en den ernst waar mede dit deor de Koningin en hare Ministers wordt ingezien. Moge het beroep door de Koningin op haar volk, en leger en vloot niemand onverschillig of onge voelig laten! Dat de ernst van den toestand wordt ingezien, spreekt uit bijna iedere clausule der Rededoch ter bemoediging der natie loopt er door heen de gouden draad van dankbaarheid voor de Godde lijke ontferming, die den vrede onder ons bestendigde, en van het Koninklijk medelijden met de duizenden die onder de „buitengewone nooden" gebukt gaan. Niet minder bemoedigend is het ook te weten dat onze Landsvrouwe op ver lichting van den druk der mobilisatie, op voorziening in het gebrek aan eerste levensbehoeften, op beperking van Rijks- uitgaven bedacht blijft. De bijzondere onderwijzers zullen ein delek hun heilzon zien dagenonze ouden ea invaliden, de laatsten vooral, een lichte verademing tegemoet gaan, de zending wordt het hart onder den riem gestoken, in de erkenning van het groote gewicht van haar taak! Altegaar moedgevende teekenen, waarbg wg de toekomst met hope mogtn tegengaan. Zulks te meer, dewijl het niet alleen de stoffelijke dingen zijn, die anze Regee ring ter harte gaan, doch ook en bovenal de geestelijke belangen, zoo van Neder land als van zijuo Koloniën. Wij zeggen niet te veel, wanneer wij ia de Indische paragraaf de hand van den bekenden Christen-Staatsman voor Kolo niën meenen te herkennen; van den minister die, meer dan eenig ander, enze Koloniën, zoo in Oost als in West, kent en liefheeft, en de komst van Gods Koninkrijk, in enze Bezittingen, met harteljjk verlangen tegemoet ziet. Voor allen evenwel die, zoo voor zich- zeiven als voor ons volk en onze regeeriüg, hechten aan 'sHeitands eisch: „Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijne gerechtigheid" zij het een oorzaak van voortdurende gerustheid dat, wat de naaste toekomst ook voor droefs brengen mocht, de zorg voor alle ding dat noodig is, ten slotte niet berust bij onze Vorstin of hare ministers, hoe dankbaar wij overigens zijn voor deze Troonrede, maar bij den Heere onzen God, die niet zal beschaamd doen uitkomen, allen wie op Hem vertrouwen! Zeeuwsche Stemmen. cxLvn. Een van m'n beste Goesche vrienden had wat op z'n hart en schreef een briefje met vragen, dat de redactie zoo goed was aan mij door te zenden. Hij wijst er opj dat de heer Idenburg kapitein bij het Indische leger is geweest en later minister werd. Daar snapt m'n vriend niks van Hoe kan nou een kapitein voor min'ster spelen Maar nog veel onbegrijpelijker was het hem, dat jhr. mr. B. C. de Jonge minister van Oorlog kon worden, en dat hij nu genoemd wordt voor Directeur- Generaal der Posterijen en Telegrafie. Hoe kan nu die meester in de rechten, die nooit soldaat geweest is, minister van oorlog zijn en heeft hij nu in eens ook verstand genoeg, om P. en T. te beheeren? Zoo vraagr. mjjn vriend en 't wordt hem bepaald groen en geel voor de öogen. 't Is een goede vriend, die iemand ziju feilen toont Daarom moet mij hier de opmerking van 't hart, dat do vragen niet bepaald van groote snuggerheid ge tuigen. Als nu 't bewind van Idenburg en de Jonge een mislukking genoemd kon worden zou er nog eenige reden voor zijn. Doch ieder weet wel beter. Kapitein Idenburg heeft als minister een kranig figuur gemaakt en zelfs als Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië, als onderkoning dus, heeft hij lauweren ge oogst. - Hij bleek de rechte man op de rechte plaats te zijn. En aan oud-minister de Jonge bewaren wij evenzeer de herinnering van een be kwaam oorlogsminister, die leger en vloot tokgroote» zegen geweest is, vooral omdat hij uit- een heoger beginsel leeft, wat hem zelfs een voorsprong gaf op menigen» materialistischen minister- „soldaat". Ieder voelt dus, waar 'm de kneep zit. In kapitein Idenburg zit ook nog wat anders dan een moedige vechtersbaas, om dit woord eens in den goeden zin te gebruiken. En mr. de Jonge was niet in de wieg gelegd, om immer ambtenaar aan „Oorlog" te blijven. - Hun breed inzicht, hun levenservaring en hun bezonken kennis maken hun ook nog tot andere en hoogere dingen be kwaam. Nu is 't best mogelijk, dat de heer de Jonge aan de Póst komt, doch voorshands lijkt 't mij niet waarschijnlijk. Tot bewaring van de gemoedsrust mijns vriends zal wel een ambtenaar aan de P. en T. de gelukkige zijn. Weet m'n vriend niet, dat onze parle mentaire geschiedenis tal van gevallen kent, dat eenvoudigen in den lande tot het bekleeden van verheven, invloedrijke posities werden geroepen? De voorbe eiden liggen er voor het grijpen Denk aan dominee Kuyper, die met veel succes minister is geweest, met zóóveel succes, dat zijn verdiensten wer den erkend deor de beneeming als mi nister van staat. Vraagt de briefschrijver nn ook „Wat heeft nu een dominee verstand van po litiek" „Hoe kon ds. Talma nu verstand heb ben van sociale toestanden en sociale verzekering De heer van der Voort van Zijp was ook predikant en toch heeft hij het ge bracht tot Kamerlid en voorzitter van de A. R. Kamerclub. Dr. de Visser, ook al 'n dominé, wordt straks minister van „Onderwijs, Kunst en Wetenschappen". Schaper is zelfs schildersknecht ge weest. Niemand zal beweren, dat z'n in vloed nu niet verder reikt, dan toen hij de kwast hanteerde. Spiekman is als krantenjongen zijn loopbaan begonnen en hoever heeft hg het niet geschopt? Hoevelen zullen er nu niet zijn, die een bescheiden baantje hebben en straks als genieën uit den dop komen. Niet ieder, die thans een ondergeschik te betrekking bekleedt is daar op den duur the right man in the right place. Een boekhouder maakt in z'n vrijen tijd gedichten en ontpopt' zich straks als een bekwaam letterkundige. Zeg nu niet: Wat heeft een boekhou der nu verstand van literatuur Een andere boekhouder droomt al van een leidende positie in den lande en wordt straks wellicht Directeur van het Rijkskantoor voor Paarden en Vee. Zeg niet: Wat heeft nu een boekhou der verstand van schapen en konijnen Neen, erg snugger toonde zich de geachte briefschrijver niet. En omdat er misschien nog meer lezers zijn, die in raadselen wandelen, ben ik wat uitvoerig op zijn vragen ingegaan. Wilt ge nog meer voorbeelden, die mijn betoog verduidelijken De lieer Cyriel Buijsse werd in de fabriek van zijn vader opgeleid voor in dustrieel hij was en is geblevenlet terkundige. De schrijver J. Everts Jr. was achtereen volgens koeliedrijver, chemiker, kantoor bediende, doch liet Manusje van alles bleek een literator te zijn. J. Hora Adema werd in '70 als kadet der artillerie geplaatst aan de Kon. Mil. Akademie en in 1871 bevorderd tot 2e ■luitenant bij dat wapen. Doch vier jaar later hij was intus- schen bij het bereden gedeelte overge gaan had hij het ongeluk, bij een charge, met ziju paard over den kop te slaan, een zware hersenschudding te be komen en ongeschikt te worden ver klaard voor den militairen dienst. En ziedaar, niet lang daarna schreef meneer Hora Adema novellen. Is. Querido was achtereenvolgenshor logemaker, violist, diamantkloover, repor ter, kunstverslaggever, enz. En zoo kan ik maar doorgaan. Niet ai die gevallen zijn geheel analoog met de door den vrager bedoelde, doch men voelt wel waar ik heen wil. Het bekleeden van een bepaald ambt sluit niet altijd uit kennis en bekwaam heid voor het waarnemen van een hoo gere bestuursfunctie. KEES VAN DER MEER. Beknopt overzicht van den toestand. Het was te voorzien, dat de Oosten- rijksche vredesnota geen al te goede pers zou hebben. Het is dan ook gewenscht, om als men van „vredesvooruitzichten" spreekt, een vraagteeken er achter te denken. Het voorstel, op dit oogenblik door de centrale mogendheden te midden van den strijd geworpen, is natuurlijk geen bewijs van groote kracht, merkt de N, R. C. ©p. Inderdaad. Dit behoeft niet te worden verbloemd, en het komt ook in de be woordingen van de nota en het officieele bericht, waarmee het openbaar is gemaakt, uit. De centrale mogendheden plachten, toen zij zich sterk gevoelden anders te spreken, dan thans in deze stukken ge schiedt, waarin alle hoovaardij is ver vangen door een bijna aandoenlijke teederheid. Daartegenover staat echter, dat het voorstel aan de Entente de vrijheid laat, alle voordeelen, welke voor haar uit den gunstiger toestand op het oorlogsterrein voortvloeien, ten volle te blijven genieten. Het voorstel bedeelt niet, de krijgsbedrijven te doen op schorten, laat staan te staken. Het wil voorshands niet meer, dan, terwgl de militairisten aan beide zijden naar har telust doorvechten, trachten door een gemeenschappelijke bespreking eene basis te vinden, waarop vredesonderhandelin gen zouden mogelijk zijn. Het gaat niet verder dan tot een algemeene beraad slaging over de algemeen» en meer vage beginselen, die als zoovele oorlogsdoel einden en idealen naar veren gezet zijn, zonder dat do verwezenlijking daarvan door wapengeweld schijnt nader gebracht. Ontegenzeggelijk ligt «r veel aan- trekkelgks in. Vrede door beslissing met de wapenen is nu eenmaal niet te verkrijgen. Als de geallieerden dat nu ook maar geloofden Jnist omdat ze er niets van willen weten, begint hun pers geweldig te keer te gaan tegen dit „brutale" voorstel, dat van vrede durft reppen. De Engelsche pers b. v. verwerpt de Oostenrgksche nota als een „true" van Duitschland. Een Van de bladen hoort er zelfs het geluid in van keizer Wilhelm als buikspreker.. Het typische is echter, dat geen enkel Duitsch blad, waarvan de beschouwing weergegeven wordt, met de Oostenrijksche nota kan instemmen. De rechtsche orga nen sg* er natuurlgk zeer ontevreden over. Maar zelfs de „Vorwarts" neemt zekere reserve in acht en toont zich in het minst niet ingenomen met den stap deor Burian gedaan. Over het algemeen wordt de nota door de Duit scha bladen als niet opportuun beschouwd, terwijl verschillende bladen uiting geven aan hun bezorgdheid, dat de geallieerden eon teeken van zwakheid in de nota zullen zien. Daarop echter heeft indertijd de voorganger van Burian reeds geantwoord met de opmerking, dat hij zich over „zwakheid" niet schaamde, waar het de zaak van den vrede betrof. Zoo valt dus over de pers niet te roemen. Laat ens hopen, dat dit niet de voor bode is van een aog verbitterder strijd, althans dat de o. i. opreeht gemeende nota haar invloed op hen, die nog in den oorlogsroes voortwandelen, niet misse. Hierdoor staat O.-H. wel het sterkst, dat bet óók reeds vrede voorgesteld heeft, toen de centralen op het slagveld een „schitterende" positie innamen. Aan te stippen valt nog, dat reeds Vrjjdag op de beurs te New-York ge ruchten liepen, over den stap, door Oostenrijk te ondernemen. Zou de om standigheid, dat men daar zoo vroeg reeds van de nota afwist, een Reuter- telegram meldde, dat de Engelsche re geering gisteren de vredesnota zelfs nog niet ontvangen had, er op kunnen wijzen, dat Burian zijdelings Washington gepolst heeft over het al of niet opportune van den te ondernemen stap De Amerikanen hebben hue St. Mihiel- succes 'verder af kunnen ronden. Door de Duitschers is nog een strook van enkel# kilometers prijsgegevenzij hebben hun nieuwe posities tusschen Combres en Thiaucourt achteruitgebracht tot de linie NorroyDoncourt en vorder hun oude stellingen ten Westen van Verdun in aansluiting daaraan terug gebogen. Volgens een Reuter-bericht zou do zware artillerie van de vesting Metz in actie zijn gekomen en zou Metz van den anderen kant onder het vèrdragend ge schut van de geallieerden zijn gekomen, waarmede een aieuwe phase in den wereldoorlog zon zijn ingetreden. Inderdaad kan het Verdun-front het tooneel worden van een nieuwen, grooten strijd, wanneer door plaatselijke onder nemingen op groote schaal, zooals nu door de Amerikanen 'bij St. Mihiel on- nomen is, ,de groote uitvalspoort door de geallieerden verder is geopend. Reuter meldt lakoniekWij mogen de Duitsche legeraanvoering gelooven, wanneer zij zegt verheugd te zgn van den vooruitspringenden hoek van St. Mihiel te zijn afgeholpen Doch wij mogen er aan twijfelen of zg even verheugd ia van 15000 man troepen te zijn afgeholpen, en van honderd en meer kanonnen, machinegeweren, tonnen met munitie,, enz. enz. Dus moet de buit bij St, |Mihiel nog al groot geweest zijn. De telegrammen gewagen nu slechts van kleine ondernemingen op de slag velden. De Franschen namen Vailly en verderden 1 K.M. op een front van 4 K.M. Zes honderd gevangenen en 2 kanon nen bleven in hun handen. In Macedonië is in het dal van de boven-Skoembi van het Prespa meer af tot aan de Wardar de vuurstrgd aange wakkerd. Ten W. en ten N. van Bitolia (Monastir) worde», aldus Sefia, verschei den vijandelijke compagnieën, die na verwoed voorbereidend geschutvuur onz# schansen probeerden aan te tasten, door het vuur verstrooid. In de bocht van de Tsorna onstuimig artillerievuur ten Z.O. van Gradesjnitza ea bjj den Dobropolje. Na lange geschntvoprbereiding heeft de vijand tweemaal met belangrijke strijd krachten onze voorsta loopgraven trach ten aan te vallen, doch zij moesten met bebloede keppen terug. Volgens een officieel bericht uit Salo- niki zjja de Grieksche troepen ep het front van de Stroema over e«n front van 30 K.Mdria tot 5 K.M. vooruitge komen. Zij hebben verscheiden dorpen bezet. Ondanks de verwoede tegenaan vallen der Bulgaren, zgn de Grieken er in geslaagd zich in hun nieuwe stellingen te handhaven. 0e heropbouw in België. Ini Vlaanderen worden talrijk© tijdens deni oorlog vernielde huizjen thlans reeds heropgebouwd. Opdat deze hui zen eeuwen lang zouden getuigen van den verschïik- kingstijd, dien wij "beleven, worden ia

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1918 | | pagina 1