Maandag 96 Augustus 1018 39e Jaargang De Droofa Oorlog. Buitenland. 976 WAARSCHUWING. UftgeT* r«ii de V**- LUCTOR ET EtfBftlO. ^reatifd te ö«3, HeeiAurtau te Q«ea: LAN#* VORSTSTRAAT 819, hNM a llkUtóburj 'llKMA F. P. DHÜIJ L. B ft#. BrtktKii: festiSrb*»* L» Cei*tre, @©e«. AHBaslnaaftfclat Par 8 HU fr. p, p««« tiJM Lew* B«Mti - 9.9S Hifi dia AivKaUalfMi 1-4 ragde f0.80, iade» mgrf mem NS l-acal woitR l-i S Wia oaze artikelen over „Onze Part gtlaien heeft, moge er doer gesterkt zgn geworden in het voornemen om, door lid te worden van een anti revolutionaire kiesvereeniging, tot onze partjj toe te. treden. Natuurlijk sluiten w|j het oog niet voer 'i feit dat er nog vele maatschappelijk heets menschen schier in iedere gemeente t|jn aas te wijlen die, ondanks hunne kerkelijke belijdenis, op staatkundig ge bied met een der partgen der revolutie medegaan. Menschen die natuurlijk niet weten wat zg doen. Hun lidmaatschap van een der vrijsinnige partijen is een vergiaiine, efschoon zij leven in de ver onderstelling dat zij als vrome en vroede mannen juist zoo handelen moeten. De ervaring heeft geleerd .dat ook vrome lieden dwalen kunnen. Dwalen kunnen, omdat zij het Woord des Heeren niet op elk terrein van het leven tot zgn recht doen komen. Zouden deze braven oek willen luis teren naar een waarschuwend woord van des stichter onzer partijGroen van Prinsteler? Zjj kunnen het lezen in zgn „Onge loof en Revolutie"1) „Meent iemand dat hg, waar het vraag punten van staatsregt, in hun verband tot de dagelgksche praktijk, betreft, als ware 't door een christelijk instinkt, voor een min prijselijk gebruik van den invloed, die aan elk van ons in meerdere of min dere mate is toebedeeld, voor het goed noemen van het kwade, voor het kwaad noemen van het goede, zal worden be waard? Ik betwijfel de regtmatigheid van zgn vertrouwen. Ik wgs hem op godvruchtige mannen, als een Lavater, een Klopstock, een Stilling, «en P. L. van de Kasteele, welke geen opregt en levsndig geleof behoed heeft em, bg de algemeene bedwelming, het begin der Frsnsche Revolutie, als den dageraad «ener gulden eeuw te begroeten". Wat dan? Ook hierop antwoordt Groen in dat zelfde mooie boek, dat zoo menig voor aanstaand antirevolutionair nauwelijks „van buiten" kent: „dat ik tegen allo wgsheid der meisehen, bjj het gevoel van eigen zwak heid, twee woorden, als onderpand der zege, tealeusheb: er staat geschre- vënl er is geschied!" Een gevleugeld woord, dat evenzeer de ziel van ons volk gevallen is als dat andere: „Tegen de Revolutie het Evangelie." Evenwel nog zelfs in onzen tijd zijn er brave Christenmenschen, welke deze leus bestrijden. Die buiten het kerkelijk terrein haar verwerpen. Groen self had tegen dezulken ook, zgn leven lang, den strijd te voeren. Van 1848 tot aan zgn dood in 1876. Nog in 1871 schreef Mr. Green van Prins- terer „er is een exceptioneel bezwaar, waarmee ik steeds te worstelen gehad heb. Namelijk dat de hoofdgedachte mgner werkzaamheid, niet aan mijne weder- partijders alleen, maar ook aan velen onder mjjne vrienden, aan sommige mgner üitriemendste geloofsgenooten, in hetgeen ter samenwerking vereisebt werd, on- bekaad was en bleef". Een van dezulken 2) schreef nog niet zoovele jaren geleden: „De beste aspi raties van het liberalisme kan alleen het evangelie verwezenlijken". De ervaring heeft allicht dezen geleerde van deze meeniag doen terugkomen. iJoeb hij had haar niet behoeven te koesteren, bij de wetenschap dat Groen van I nnsteror, de staatsman met zgn wijden en ruimen en diepen blik van net liberalisme geschreven had: «Principieel, begint het met ver loochening van de souvereiniteit Gods, D' P.r®ctisch, eindigt het met de gruweldaden, wier loop in 1793 nich heeft ntwikkeld en in 1848 gestuit werd". °ok: „Met Rome bestaat er prin- P.1'*! noS verwantschap. Met het libe ralisme niet". Meer dan één Christengeleerde van onzen tgd, nok wie jarenlang met Groen Afyper hebben mee geloopen, zijn T°1 hnat tegen de antirevolu- benden vorvuld> on prijzen de li- Bron,vel<{ betreurt nog altijd, en ion D* m*er' dat de liberalen zoo op acj?ter8r°nd geraken. M de oud-hoogleeraar Chantepie de b i HMU8s5ye: iDI5gelgks .een Evangelie- n,Jïr? een vijandig mail jegens de liWor Prees n°8 dezer dagen het vrrtT* h*°S als d#n schepper der u 1 en den verruimer en verrijker iijt leven °DB vtn oni1) Christe- Bchif8?11 lulk sch#ef aien van de dingen •lRt geen redeneeren mogelgk. Maar de eenvoudigen, die zich door hun woord lieten verlokken, en allicht door de herinnering van Groens woord tot eenig nadenken kwamen, zullen allicht beter dam zjj beginnen in te zien dat de er varing iets anders geleerd heeft dan vrijheid en verruiming van het leven. Tan daar onze vraag tet deze dwa lende broeders; waar thans helaas de droeve profetieën van Groen beginnen in vervulling te gaan: zoudt gg maar niet tot ons overkomen Is uwe ever komst tot ens niet hoog gewenscht Ongeloof en Revolutie, door Mr. Groen van Prinsterer, pag. 11. De Vaderlanderhet blad van den Chr. Hist. Kiezerebond (verkapt oud-liberaal) onder redactie van dr. Bronsveld en mr. Yerkouterea. Een staaltje van rassenhaat. Een onzer lezers, hoofd eener geachte familie, die meerdere bloedverwanten in Amerika heeft, ontving dezer dagen een brief van een nichtje uit Iowa (spreek uit Aai-o-wee) Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Als een bewgs tot hoe verbijsterende hevigheid de rassenhaat in dit land, namelijk van de Fngelschen, niet alleen tegen de Duitschers, maar ook tegen de Hollanders is opgelaaid, schrgven wij letterlijk het volgende uit 't schrgven dezer Zeeuwsche juffrouw uit Iowa over. Ze schreef dan: „De Gouverneur van onzen staat Iowa, heeft geproclameerd, geen Hollandsch meer te mögen spreken, zelfa niet in kerk en school; en wat dit veor ons beteekent, die weinig met Bngelschen hebben omgegaan, zult U begrijpen. Kwaadwilligen hebben uit haat de Hollandsche kerk en school to Peo ria, waar wjj vier jaar geleden woonden, platgebrand; ja zelfs hebben z(j gepoogd, ds. J. J. "Weersing, predikant in die kerk, op te hangendoch het heeft God beliefd hem met zyn gezin naar Grand-Rapids te doen ontkomen aan deze booswichten". Tot zoover deze schrijfster. Wij zgn inderdaad van deze mede- deeling geschrokkon. Tot nog toe hebben wij odzo neutra liteit uitnemend weten te handhaven. Ons volk heeft steeds met groote lank moedigheid alle plagerijen van Engeland verdragen. De pers is over 'talgemeen zeer gematigd in haar beoordeeling geweest. Maar bij dergelijke uitingen van haat komt ons nationaal gevoel in actie. Zeg niet, dat beeft het plebs maar gedaan. Laat dat zoo zijn, maar dan bewijst dit optreden, waarbij een Hol landsch predikant in gevaar is geweest van gelyncht te worden, boe diep de haat bg deza menschen is ingeworteld, en hoe ver de vileine oorlogspers in het land van den Dollar het al gebracht heeft met haar volksvoorlichting en be werking van den volksgeest. Trouwens het is niet van vaadaag of gister dat de Britsche-Axerikaan, de ruan uit hst volk den „damned Dutchman" haat. In dit „Dutchman" legt hij al zgn verachting. Maar nog grooter verantwoordeljjkheid draagt de pers, wegens de opzweepende taal, door welke dergelgke uitbarstingen van rassenhaat worden opgewekt. Oud-mlRister Heemskerk. Met groot leedwezen vernemen wij, dat de oud-minister Th. Heemskerk zga benoeming tot lid der Tweede Kamer niet heeft aangenomen. A. s. Vrijdag komt het Centraal Stem bureau te 's Gravenhage in openbare vergadering bijeen om aan te wgzen wie in zgn plaats zal optreden. De broeder van den oud-minister, de heer J. F. Heemskerk, zal de gelukkige zgn. Zou 't waar zgn dat de heer Th. Heems kerk tot dit besluit gekomen is, ten gevel ge van minder aangename ervarin gen in de laatste weken? Wij zouden het zeer betreuren indien de heer Heemskerk zich, zoewel nu, als ook veor goed, uit het parlementaire leven terugtrok. Hij toch behoert tot onze bekwaamste staatslieden; en heeft, èn als Kamerlid, èn als Minister, van 1888 af, zich steeds bewogen op de antirevolutionaire lgn, en als zoodanig steeds mede den smaad van ons Christenvolk mee gedragen. Bovendien mr. Heemsberk is geen man om steeds op den achtergrond te blijven. Dergelijke mannen, die een hoofd beven de anderen uitsteken, komen in den regel van zeiven naar voren Zij kunnen zich niet, als zeovelen, laten begraven in den Raad van State. Wat mag 't dan toch zijn, dat, juist in dezen kritieken tgd, nu land en partij en parlement aan een man als Th. Heems kerk zoe groote behoefte hebben, deze hooggeachte staatsman, die neg zoo kort geleden het vertrouwen der geheele partij, vertegenwoordigd in haar deputatenver- gaderiug, bleek te genieten, zich onttrekt san de actie, waarin onze partij hem op voor hem zoo vereerende wijze, zoo pas had teruggeroepen? De houding van den heer Colljn. ■Die .oud-minister Colijn wordt nogal eëns besproken, in verband .met dei opdracht om een rechtsch ministerie te zlopkeu'. De Nieuwe Courant vernam, dat de heer Colijn bezwaren hteeft, onder an deren jdajt hij niet gemist kan worden' in 'izïjn tegenwoordigen werkkring1. Maar dit laatste, namelijk „dat de: beier Colijn nieit bereid |z|o,u izijn hejt óffer te brengen van fcijn directeurschap der Bataafsohjei, gelooft 't blad niet, al zou dat op! zich zelf oneervol zijn." Wij laten Ons er niet oveir uit of deizo quajif'icatie juist is. Wij brengen slechts isni herinnering de 'opdracht aan nu wijlen mr. Goeman Borgesius na dej- ivi'efzle, door een linksche meerderheid be kroonde campagne tegen het kabine.tr Kuypor in 1905. Toen aanvaardde de beier Goeman Bor gesius wel -de opdracht om ©jen. s'tel mi nisters te zoeken, doch hij Weigerde zelve fitting in 't kabinet te nemen, dewijl hij iz|oo men ;zei een geliefde particuliere betrekking piet wenschte prijs te geven. Dit argument is destijds; door dei vrij zinnigheid verzwegen. Zou 't ook 'kunnen! zijn, dat men een 'dergielijk 'bezwaar van den toenmaligen uniei-liberalen kabinets- formeerder eveneens .„op zich 'zelf on eervol" vond? .Waar nog bijkomt, dat del lieer Coign zich met de verkiezingen hèelema'al niet heeft ingelaten, terwijl de heer Goeman Borgesius in 1905 de meest naar voren)- tredende' politieke figuur was, onder wiens leiding de vrijzinnigheid aan h'aar „52 48" kwam. iZoodai critiek op „de houding van dén heler Colijn" vau die: zijde behoort uit te blijven. i._ - j 1 Beknopt over ziekt ven den tees tand. De Franschen hebben de vruchten kunnen plukken van de voorgaande dagen van hardnekkigen strijd cp het Westerfront. Zoodanig, dat Bapaume reeds ernstig bedreigd wordt. De Duitsche troepen hebben nu het geheele gebied tussehen Oise en Aisne ten W. van de Ailette ontruimd. De Fransche overtocht over de Divette bg Ivricourt maakt de positie van Neyon nóg hachelijker. En verder naar het O. raakt de stelling van Coucy-le-Chaleau in het gedrang. Het Engelache leger van generaal Byng zet zijn hevige aanvallen voort, zoowel tussehen de Somme en de Ancre als ten Z. van eerstgenoemde rivier, waar «gn linies aansluiten aan die der Fransche treepen. Zgn aanvalsfront beslaat thans een breedte van ongeveer 50 K.M. en loopt van ten Z. van Atrecht tot in de buurt van Chaulnes. Zoowel van het Noorden als van het Oosten uit vorderen de Britsche troepen eiken dag een stap nader in de richting van Bapaume. Ten Z. W. van de stad hebben zij, naar het Duitsche avond-stafbericht erkent, nu ook terrein gewonnen ten O. vanThiepval. Ook in Vlaanderen hebben de Engel sehen in plaatseljjke gevechten in de buurt van Bailleul en het La Bassée- kanaal eenig terrein gewonnen. Duitsche bladen houden blijkbaar ge- Inspireerde beschouwingen, waarin zg het velk er op voorbereiden, dat het weer zal komen tot een taaie verdedi ging in den stellingoorlog en dat de Duitsche legerleiding nu weer meer aan dacht zal gaan schenken aan de andere gevechtsterreinen, van de Moermankugt af over Siberië, Perzië, Bagdad, Palestina, Arabiö, Tripoli tot Albanië en wellicht Italië. Deze gevechtsterreinen, segt de Yor- wërts, hebben misschien niet zooveel beteekeais voor de beslissing van den oorlog, maar tech wel voor de vredes voorwaarden. Dus nog een onafzienbaar aantal jaren uitputtingsoorlog. Lord Robert Cicil heeft in een inter view zgn meening gezegd over de be langwekkende rede door den Duitse hen minister van koloniën, Solf, gehouden. Hg bracht de drie meest markante punten van Solf's rede, de afwgzing van de pangermanisten, de verklaring over België en die over Brest-Litowsk naar voren en constateerde in verschillende opzichten een aanmerkelijkea „vooruit gang". In het algemeen verzekerde bg zelfs, dat de rede in „toon" verschilde net alles wat tot dusver uit Duitschland was gekomen. Van den anderen kant verzekerde hij, dat van Engelsche zgde nooit was voor gesteld om de Duitsche kolonies ta annexeeren. Over de toekomst van die kolonies zou op de vredes conferentie worden beslist. Al die lichtpunten echter werden ver duisterd door het blijkbare wantrouwen, dat tegenover de verklaringen van Solf volgehouden werd en waardoor verschil lende van zijn uitlatingen niet alleen in twgfel werden getrokken, maar waar door zg aan min eerlijke motieven wer den toegeschreven. Zoodat de eind conclusie van lord Robert Cecil was, dat de vrede niet verkregen kon worden zonder overwinning en zonder erkenning door Duitschland van zijn nederlaag. In de Amerikaansche senaats commissie heeft senator Lodge dit laatste stand punt van Cecil eveneens ingenomen. Korts oorlogibsrleftteff. De Amerikaansche s.s. Lukedon, Westkridge en Cubere zgn resp. op 21, 16 en 15 Augustus in de buitonlandsche wateren door Duitsche onderzeeërs tot zinken gebracht. Duitsche duikbooten hebben aan de Oostkust van Engeland weer 15000 ton vijandelijke scheepsraimte vernietigd. Reuter verneemt, dat de Engelschen binnen twee mijl van Bapaume staan. Keizer Karei zond eau schrgven aan aartshertog Max, waarin deie tot cervettenkapitein benoemd wordt. Het bekende standbeeld van den graoten keurvorst in Fehrbellia zal ge smolten worden. Verschillende gedenk- teekenen te Potsdam, o.a het beeld van generaal Steuben, een geschenk der Vereenigde Staten, staan mede op de lgst. Volgens een draadloos telegram uit Par|js heeft Tunis, dat een bevolking van 1.600.000 inwoners, sinds het begin van den oerleg reeds 60.000 soldaten en 20 000 arbeiders aan Frankrgk geleverd. Een decreet van den Finschen mi nister van oorlog bepaalt, dat, totdat deze kwestie wettelijk geregeld is, het Finsch als commandetaal moet gebruikt worden. De Zweedsch sprekende recruten worden in afzonderlijke afdeelingen ver- eenigd, waar de afriehtingstaal het Zweedsch is. Von Payer is naar het groote hoofdkwartier vertrokken, om met den rijkskanselier en andere vooraanstaande persoonlijkheden de hangende politieke kwestie te hespreken. - De Finsche delegatie voor de troon opvolging is te Berlijn aangekomen. De delegatie bestaat uit den senator Talus, de ex-senater Frey, Nevallinna en baron v. Boasdorff. Thans heeft nog slechts een Duitsohe prins kans ©p de Finsche troon. Duitschland, Oostenrijk, Roemenië, Bulgarije en Tnrkije zullen militaire attache's aan de legaties in de Oekraine toevoegen. Een Engelsche ballon landde in Svenstrup bij Aalborgde insittende drie personen daalden in een valscherm. Vol gens een ander bericht is er b|j Svenstrup alleen een ballongondel gevonden en is de ballon verder gedreven in beschadigden toestand. In de gondel waren geen men schen, een valscherm lag er naast. Te Genève is het proces begonnen tegen 5 beklaagden, die hebben getracht een zekeren Durr, verdacht van spionnage ten nadeele van Frankrgk, te ontvoeren. Zg zouden hem naar den oever van het meer van Genéve lokken, hem verdooven en in een boot naar den Franschen oever overbrengen. Dat plan is echter mislukt. De besohuldigden erkennen, in vreem den dienst te staan en een verdoovings- middel van een buitenlandsch agent te hebben gekregen. In andere gevallen moet ontvoering wél gelukt zgn. Zoo zou de Nederlander Otten, die onlangs te Grenoble is dood geschoten, volgens de Frankf. Ztg., uit Zwitserland sgn opgelicht op dezelfde manier, die deze beklaagden op Durr wilden toepassen. Duitsche vliegers hebben in den nacht van 19 en 20 Augustus Nancy ge bombardeerd. Een der moordenaars van den ex- tsaar, de arbeider Bietbrodow, is in de straten van Jekaterinenburg door de woedende menigte neergeschoten. Daarna werd hij in stnkken gehakt. De beide andere moordenaars z(jn in de gevangenis. Het Joodsch Correspondentie-bureau in Den Haag meldt: In de Galicische stad Komarao is een pogrom geweest. Met bajonetten gewa pend, vielen de boeren de Joden aan en plunderden de Joodsehe winkels. In dn meeste Joodsehe huizen werden de ramen ingegooid. Vele Joden werden «waar go- wond. De overheid greep aanvankelijk niet in, eerst later herstelden agenten a» ruit. Zes «oldaten, die aan de pogrom hadden deelgenomen z|jn gearresteerd. Het garnizoen van Ancon (Peru) ia aaa het muiten geslagen en eischte de onmiddellijke oorlogsverklaring aan Duitschland, de overdracht der geïnter neerde Duitsche schepen aan de Ver. Staten en het seaden van Peruaansche troepen naar Frankrgk, De Japanners z|jn in Oessoeri tot voorbg Nikolajefak, aan den mond van de Araoer, 600 mglea ten N. van het front der geallieerden, doorgedrongen. Bij een ontploffing in de lading van een Amerikaaasch stoomschip op 17 dezer zijn 4 personen gedood en 19 ge wond. Het schip is niet beschadigd. De Engelsehe admiraliteit meldt: Duitsche motorbooten endernamen in den nacht van den 23sten een verkenning nab|j Duinkerken. Z|j werden door En gelsche en Fransche patrouillevaartuigen, welke door de kustverdediging onder steund werden, teruggedreven. Naar men meent, is een motorvaartuig vernield. De geallieerde strijdkrachten hebben geen schade of verliezen geleden. Het Engelsehe s s. Atlantic geladen met munitie is getorpedeerd. In Warschau heeft een 16 jarige jongen, die reeds in een verbeterings gesticht geweest was, zjjn moeder en drie zusters in haar woning met een bjjl doodgeslagen. De jongen heeft met de bruutste onverschilligheid bekend. Naar wjj van de grens vernemen heerseht te Tongeren en Hasselt de aholera. Een dezer dagen is ook een geval geconstateerd in Vroenhoven (Mon- tenaben). Uit Genève wordt aan de „Frankf. Ztg." gemeld: Villain, de moordenaar van Jaures, die zich sinds vier jaar in voorloopige hechtenis bevond, is naar een strafgevangenis overgebracht. Verankerde mijnen in onze wat©r|en. Aan een off. bericht van het ministerie van buitenlandsche zaken ontleenen wij het volgende: De marine-autoriteiten opperen dé mo gelijkheid, dat het Britsche vaartuig, dat de mijnen gelegd heeft, zich in de juiste plaatsbepaling vergist heeft en zoo on willens mijnen binnen de Nederlandsché territoriale wateren gelegd heeft. In aan merking genomen de zeer noodlottige ge volgen van deze vergissing, lag een ern stig protest van de zijde der Ned- re geering voor de hand, ook al wil zij gaarne aannemen dat van ©en opzette- 1 ij k e daad der Britsche marine hier geen sprake is. De Ned. regeering vraagt aan de 'Brit sche regeering hare strijdkrachten, naar aanleiding van het gebeurde bij het „Stor- temelk", de grootste omzichtigheid in te prenten bij het leggen van mijnen, in het bijzonder in de omgeving van de Nederlandsche territoriale wateren. Zij kan in verband met het boven mede gedeelde geen aanleiding vinden de Brit sche regeering niet langer aansprakelijk te stellen voor het verlies van de „G 11" en de „Frans Naerebout". S a s o n o f e n „D e T e 1 g r a a f". Naar aanleiding van de onthulling der Bolsjewiki, dat in Febr. 1915 het dag blad „De Telegraaf" door den Russischen minister Sasomof werd oimg|efcocht om de publieke opinie in Nederland te misleiden, betoogt de „Tel-", dat deze „.verschrikkelijke" historie niets om het lijf heeft. De zaak zou zijn, dat dé beer Felix Bogadski in Juli 1915 als correspondent van de „Tel." werd aangesteld. De heer Schroder was toen in Petrograd om een correspondent te zoeken en door bemid deling van het persbureau viel zijn keuze op Bogadski. Wat betreft de subsidie van de Rus sische règeering aan den heer Bogadski, die wordt in de eerste plaats zeer laag

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1918 | | pagina 1