Donderdag SS Augustus ltflS 3Se Jaargang De Groote Oorlog. ONZE PARTIJ. Zeeuwsche Stemmen. a O. $73 Uitgave van da Naainl. Venn. LUCTOR EX EMERGO, gevestigd te Goes. Hoofdbuneau te Goess LAlfGE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ L. BÜRG. Drukkers: Oostérbaan Le Cointre, Goes. *De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WWtKBAG. ft - - Abonnementsprfsi Per 3 maanden fr. p. post fl.50 Losse nummers -0.06 P r ij s dfci Ad ver ten ti ëni 14 regels 10.80, iednre regel meer 20 ct. 3-maal wordt 2-maal bewkeod Bf abonnement voordeel ig© voorwaarden- BowifsMxmrwws 5 cent. in. In een vorig artikel hebben wij her innerd, dat de Anti-Revolutionaire partij, op Groen van Prinsterers voetspoor tegen de Liberale leer van de oppermacht der Rede, over stelt die van het gezag der Openbaring. En tegenover der Liberalen vereering van den mensch het opneemt voor de Eere Gods. Van die beide tegenstellingen maken onze staatkundige tegenstanders ons een verwijt. Nog laatst, in Het "Vaderland van 13 Mei, vond men de oude grief her haald, dat onze party bteeds die „Eere Gods" naar voren brengt. Alsof onze Koningin, die zich Koningin bjj de gratie Gods noemt, en ieder jaar bij de opening der beide Kamers der Staten-Generaal Gods zegen over hun arbeid inroept, ja by iedere indiening van een wetsontwerp de heeren „beveelt in Gods heilige bescherming", niet even goed met deze Eere Gods rekening houdt 1 Nu wordt dit alles aan Liberale *yde wel voor versleten phrases verklaard, doch dit behoeven wij niet met de tegen partij immers eens te zijn. Toch gelooven wij, dat er aan die zyde nog velen zijn die ons in 't gelijk stel len. Menschen die nog met God rekenen in hun privaat leven, en aan den fami- liedisch nog hetzij hard op voor allen, betzij ieder voor zich, het Onze Yader bidden. Welnu, dan dienen zij een stap verder te gaan, en dien zegen Gods ook in te wachten voor hun land en volk. Anders toch dringen zij Gods Naam uit 't publieke leven voor het meer intieme leven terug, en dit is een te kort doen aan Zijn Eere. En wat nu onze opvatting inzake het hoogste gezag aan de Openbaring aan gaat, hierin ligt geenszins, wat men ons verwijt, een miskenning van de Rede in natuurlijke zaken. Wij aanvaarden en verbreiden door de tegenstelling alleen deze waarheid. Voor de zaligmakende kennis van God is noodig het licht der Openbaring. Voor die kennis is de Rede ongenoegzaam. Doch overigens hechten ook wij aan de rede een zeer groot ge wicht. Wy zyn het te dezen opzichte eens met Calvijn, als by zegt: „Zullen wij ontkennen dat de waar heid den ouden rechtsgeleerden heeft toegestraald, daar zij met een zoo groote billijkheid de burgelijke orde en tucht hebben aan het licht gebracht? Zullen wij zeggen, dat zy geen verstand hebben gehad, die de redeneerkunst hebbende opgesteld, ons geleerd hebben met rede- matigheid te spreken Zullen wy zeggen, dat zij uitzinnig zyn geweest die, door het uitvinden der geneeskunst, hunvlyt ten onzen behoeve hebben aangewend? Wat zullen wy zeggen van allerlei wis kunstige wetenschappen? Zullen wij die houden voor sufferijen van verstande- loozen En dan volgt de conclusie „Dewijl het dan blijkt dat die menschen, welke de Schrift „ziellrjke" noemt, zóó vernuftig en scherpzinnig zyn geweest in de naspeuring der ondermaansche dingen, zoe laat ons door zulke voor beelden leeraren, hoeveel goederen de Heere aan de menschelyke natuur, na van het ware goed te zyn beroofd, heeft overgelaten*. Het is derhalve geen miskenning van do Rede, die ons noopt tegenover haar gvzag te plaatsen dat der Openbaring Laat ons toch niet vergeten dat de vrijzinnigheid van alle eeuwen, en vooral van den laatsten tyd steeds geleerd heeft oat .naar liberale beginselen lieerscht de Rede oppermachtig". Deze uiidruk- *ilng is van den tegenwoordigen (demis- sionairen, dat wil zeggen op zijn gevraagd °6rvol ontslag wachtenden) minister Cort v d Linden) Diezelfde mr. Cort v. d. Linden schreef 1,1 riin „Richting en beleid der liberale {'artÜ(188G)„De liberale partij vindt naren grond in het gezag der men- s c h e 1 ij k e "r e d e. De vrijzinnige richt ■Haat-regeling en -bestuur, uitsluitend n®ar de uitspraken van het ver stand". En ten bewijze dat hij de tegenstelling ossehen ods en de liberalen goed gezien E halen wy aan hetgeen deze vryzin- n?6 staatsman in datzelfde geschrift P bladz. 7 zegt: „Den laatsten grond oen de liberalen vinden in het gezag e v rede, zoeken de conservatieven j,..8 openbaring Gods". 1 i 1 noemt ons hier conservatieven 'geen hem te vergeven is; want in Vp8 _s«even om te behouden (conser- ^et 8oe(ie, 0118 Hoor de vaderen gelaten, onder anderen bet geloof aan oppermacht van Gods openbaring, hadden, en hij veronderstelt dat dit ook bij 't leger wel het geval zal zijn. Is dit laatste zoo, dan vervalt natuur- zyn wij inderdaad in den goeden zin behoudend, conservatief. Maar mr. Cort v. d. Linden ziet dan ook tussch< n de Ant-revolntionaire party lyk ouzo opmerking, en de partij der Revolutie niet allèen een tegenstelling, maar, erger nog: een onoverkomelijke klove. Immers hij zegt op bladzijde 2 van ditzelfde geschrift „De klov, welke liberalen ert clerica- len gescheiden houdt, is niet toevallig of oppervlakkig, nmar zij is noodzakelijk en reikt tot den bodem'. En minister Van Houten, eveneens vryzinnig, schreef in zyue „Staats- en strafrechtelijke opstellen" (1897)„Het verschil tusschen ons (liberalen) en de geloovlgen ligt slechts d-arin dat zij meenen een bijzondere kenbron van gods wil, leiding en bestuur te bezitten in een geopenbaarde waarin id, ter iiederge-, schreven in een zoogenaamd heilig boek uitgelegd door priesters". dien weinigje venijniger, doch niet minder duidelyk Op een andere plaats (blz. 137) schrijft hij: „Met de wapenen des .geestes wordt in onzen tyd een strijd gestreden, heviger en principieeler dan in eenig ander tijd perk der geschiedenis. Het is een conflict tusschen geloof en ongeloof, tusschen lijnrecht tegenstrijdige wereld- m le vensbeschouwingen". Altemaal getuigenissen, naar prof. Fa- bius, in zijn „Studiën en Schetsen (1909) blz. 31, opmerkte, welke begrijpelijk ma ken wat dr. Bronsveld schreef in zijn „Stemmen voor Waarheid ea Vrede" (1869) blz. 1035: dat de liberalen er naar streven „om ons land weer tot een heidensch land" te maken. Hetgeen echter niet waar is. Geen heidensch land, maar wel is vrucht van de revolutie-beginselen dat allerlei paganistische factoren in ons goede land opkomen en werken aan den ze delijken ondergang der natie. Daarom gold van alle tijden de,waarschuwing: „Tegen de vrijzinnigheid van alle ga ding moet de strijd worden gevoerd. Niet, als de conservatieven deden, tegen de vrijzinnigen, met behoud van dezer koers. Der conservatieven stryd tegen de liberalen in de vorige eeuw was maar al te zeer cdterie- en personen strijd. Aan het bewind geraakt, voerden zy vrijzinnig regeeringsbeleid onder een andere firma". Wanneer de Antirevolutionaire party zich hiertegenover op de uitspraak van het Calvinisme beroept, dan bedoelt zij natuurlijk hiermee niet het kerkelijk Calvinisme, maar liet Calvinisme der historie als verschijnsel van algemeene beteekenis Datzelfde Calvinisme, waarvan professor Fruin in zyn „Tien jaren uit den 80-jarigen oorlog", dl. 1, pag. 151, schrjjft: In Zwitserland, in Frankrijk, in Nederland, in Schotland, in Engeland, overal waar het Protestantisme zich door 't zwaard moest vestigen, is het het Calvinisme geweest dat den strjjd heeft gewonnenl Het Calvinisme staat principieel te genover het Clericalisme. De naam Clericaal past niet op de Anti-Revolutionaire party. Clerieaal is oen kerkelyke naam, en heeft als zoodanig geen stuitende bedui- denis. Hij duidt alleen aan dat de Clerus (do geestelijkheid in de Roomsche Kerk) het recht ontzegt aan niet geestelijken om mee te spreken op het terrein der hoogste waarheid. Tegen dit Clericalisme is de Reforma tio het daadwerkelijk protest. Wij kin deren der Reformatie behooren dan ook altyd tegon den naam, voor ons een scheldnaam! Clericaal te protesteeren. Wij kennen in de kerk geen geestelijken, maar dienarenen aanvaarden geen verheffing van den eenen mensch boven den ander, andera dan krachtens de ordinantie Gods. Waarom wy nu bij deze oude, voor de meeste ouderen onder ons overbe kende waarheden zoo lang stilgestaan hebben Alleen opdat de jongeren, die van deze dingen studie gemaakt hebben, in hun vereeniging er over hebben gehoord en gelezen, zouden worden opgewekt om deze studie niet te verwaarloozen, en straks in de Kiesvereeniging over een en ander spreken of vragen stellenen zullen medewerken om de vergaderingen der Kiesvereeniging zoo leerrijk mogelyk te doen zijn. Denkt om de belangrijk® datums: 25 Februari en 8 April 1919. Handgrasaten. Een lezer van ons blad meldt ons dat de oefeningen met handgranaten, althans by de vrijwillige landstorm, steeds met onschadelijke oefeningsgranaten plaats CXLV. Voor mij ligt een afdruk van het regie ment op de zetting van het brood, blijkbaar voor de Bevelandsche gemeen ten. van den jare 1800 vier en veertig. Het ligt er als het aanschouwelijk bewijs van het feit, dat de maximum prijzen niet van vandaag of gisteren zijn, doch in de geschiedenis herhaaldelijk opduiken. Is er niet al eens op gewezen dat ze zelfs reeds in den Romeinschen tijd gesteld werden? Hoe het zy, dat broodzetting reglement van '44 is in velerlei opzicht een merk waardig en leerzaam document Burgemeester en Assessoren wet houders zouden wij nu zeggen der gemeente bepaalden den prys van het brood. De graanprijs wera daartoe be rekend naar den middenprijs, voor welke het „op den laatsten marktdag te Goes, voorafgaande aan de zetting, verkocht" was De overheid zorgde, dat de bakker productieprijs plus matige winst kreeg, of, om met de woorden van die dagen te spreken, er werd gelet: le Op den prijs van het graan 2e Op de onkosten van den Bakkers-stijl. 3e Op eene redelijke winst of belooning voor den Bakker, en eindelijk 4e Op de belastingeu welke op het gemaal geheven werden. Zoo kwam men tot de prijsbepaling voor een mud gebakken meel. Voor onkosten aan patent, reparatie aan ovens en slijtage der gereedschappen, brand, melk, gist, stryksel, enz. werd aangenomen een bedrag van f2.82 voor fijn brood, f3.96 voor grof wit brood, f2.16 voor grof tarwebrood en f2.04 voor roggebrood, alles „berekend op de metrieke mud". Voor onze bakkers wellicht een leer zaam staatje Het tarief der winsten van den Bakker vind ik helaas niet ingevuld. Een ver gelijking tusschen de jaren 1844 en 1918 ware in. dit opzicht wel interessant geweest. De samenstelling van het br«od was in die vette dagen natuurlijk geheel anders dan heden ten dage. Van La Plata-meel was geen sprake, nog minder van maismee), erwten, boo- nen en aardappelmeelpoeder. Het voornaamste mengsel vormde het masteiuine brood, bestaande voor de helft uit tarwe- en voor de andere helft uit roggekropmeel. Overigens moesten alle hoofdsoorten bestaan uit zuivere, onbedorven en voor elk derzelve bepaalde meel-speciên, zon der eenig ander vreemd inmengsel hoegenaamd. De bakkers waren verplicht hun brood te merken naar gelang der onderschei dene soorten, met de eerste letters van hun voor- en geslachtnaam, benevens het gewicht en verder resp. met de letters F. G. T. R. en M. Karren en manden meesten de naam letters van de bakkers vermelden. Al deze voorschriften moesten getrouw in aeht genomen worden, ©p straffe van geldboeten. De ingezetenen mochten wel ander brood bestellen, bijv. een smakelijken tulband, doch dergelijke waar mocht volstrekt niet tusschen het andere brood in den winkel gelegd worden. Vosr het verwerken van deeg en meel van parti culieren was een vast losn bepaald. Dat het toezicht scherp was moge blijken uit artikel 16 met de bepaling, dat de burgemeester met een der asses soren het recht hadden by de bakkers en de breodverkoopers rond te gaan, om het brood te wegen en er desnoods stukken af te snijden, zoiider dat de benadeelden daarvoor eenige schade vergoeding konden vorderen. By over treding kon ook de heele voorraad in beslag genomen worden. Visitatie in huis zoowel als op straat moest steeds geduld worden. De boeten waren voor de plaatselijke kas. Hoeveel ze soms konden beloopen vermeldt de historie niet. Laten we niet hopen, dat de gemeente er wel bij voer. Wanneer een bakker binnen 12 maan den na de eerste bekeuring zich aan dezelfde overtreding schuldig maakte, kon hij met esn gevangenisstraf van één dag gestraft worden. Ziedaar sen minder onderhoudend dan wel leerzaam relaas over de broodpolitiek in het midden der vorige eeuw. Een ding zal den lazer treffen: van een rantsoen wordt niet gerept. Dat was dan A)ok onbeperkt in die dagen van voorspoed. En wat ook van belang is: Het graan kwam rechtstreeks van den boer, die echter ruimschoots zijn deel mocht ach terhouden en nog wel méér ook dan zijn deel. Schrale kost voor man of paard Is meer verloren dan gesppard. De waarheid van dit woord sprak toeu minder dan nu, om de doodeen voudige reden, dat schrale kost niet gebonden werd. Men was 't alom roerend eens met dit rijmpje: Wie lustig zal ploegen Moet kunuen eten naar genoegen. Nu schijnt men er in den Haag anders over te denken Als Posthuma dichter was, zou zeker de volgende variatie op Jan Ploegers praatje al eens in de Staats courant verschenen zijn Wie lustig zal ploegen Neme met twee ons brood genoegen Zijn poëzie zou echter geen ingang vinden, evenmin als zijn bitter proza. KEES VAN DER MEER. X**~n!!r!l!™ 'HU J LIL''.y*" 1 '®ri iiaiiiiiiai i i iinM>imi»ii i Beknopt overzicht van-den toestand. Gisterochtend 'hebben de Franschen hun vooruitgang over de volle uitgestrektheid van jhet front voortgezet. En, mogen wij het avondbericht van Parijs gelooven, met veel succes. W-e lezen althans: Tusschen Matz. 'en Oise zijn de Diuit- schers ondanks hun verzet voor den 'fei len druk der Fransche troepen gezwicht. L a s s i g n y is gevallen. Verder zuidwaarts hebben de Fianschein op den Plémont voet gekregen, het bosobi van Orval ge romen en huin linies tot den naasten omtrek van Chiry-Ourscamp voor- uitgebracht. Beoosten de Oise hebben de Franschen hun successen voortgezet. Op den linker vleugel zijn de bosschen van Carlepoint in hun macht. Ze staan langs dei Oise ten O. van Noyon tusschen Sempigny em Pontoise. Verder naar het O. hebben ze den weg van Noyon naar Concy-le Chateau over schreden, Gamelin en le FresneBIératr» court veroverd en hun linies in dein naas ten omtrek van St. Aub'n vooruitgebracht. Sinds gisteren hebben de Frajns'cble|n een 20-tal dorpen bevrijd en op- bepaalde punten een vooruitgang van acht K.M. gemaakt. Berlijn is onder deze omstandigheden natuurlijk sober in z'n berichtgeving. Het spreekt slechts van mislukte doorbraak poging en ineengezakte aanvallen. Ook de Britten zijn een fiink stuk op geschoten en het heet, dat liet aantal .gevangenen en vermeesterde kanonnen on verpoosd aanzlwelt, terwijl de verliezen der Duitschers zeer hoog zijn. Volgens Reuter hebben ze de volgende) plaatsen veroverd: Courcelles, Achiet-le- Petit en vermoedelijk ook Achiet-le Grand, verder Sempigny en Pontoise, Z.0. van Noyon. Mot dat al is de mogelijkheid van can gedwongen gecombineerd© terugtocht bq- wegiiig van de Duitschers niet weinig vergroot. Wanneer Foch er in slaagt zijn druk met gelijke kracht en gelijk succes nog door te ae-tten, zou een dergelijke bet weging binnen afzienbaren tijd wel te verwachten zijn: De Duitsche minister van koloniën, dr. Solf, heeft een redevoering gehouden voor de Deutsche Gesellschaft, waarin hij ge poogd beeft de redevoering van Balfour over 'de Duitsche opvattingen te weer leggen en tevens de noodzakelijkheid voor Duitschland aan te toonen, om z'(in kuloc niën terug te krijgen, bij de a.s. vredes besprekingen. W© zullen niet veel van zijn rede voering ziegigjein. Er is aj zooveel gepraat zionder eenig goed gevolg, dat wij aan den invloed van het gesproken woord, al thans in dit stadium van den krijg, be ginnen te twijfelen. Maar dr. Solf heefc in zijn redevoering ook de Belgische kwestie behandeld. Ein daarover valt nog wel wat te zeggen.' Het telegram uit Berlijn, waarin deze redevoering wordt melegedee'd, zegt. dat dr. Solf in ziijn critiek op Balfour het vol gende verklaarde. „De Rijkskanselier heeft in de vorige maand in den Rijksdag yoor ieder, die het hooren wilde, verklaard, dat wij niet van plan zijn, België, onder welken vorm ook, te gbehouden. België zal, na den oorlog, als zelfstandig staatswezen, dat aan ntfemand als vazal onderworpen is, herrij'z'en. Aati h|et herstel van België staat niets anders' in den weg, dan de j oorlogswil onzer vijanden." Zoo duidelijk heeft de rijkskanselier zich| nimmer uitgelaten. Hef ware te wenschen, dat wanne,er Solf tot deze verklaring gemachtigd was, de rijkskanselier fee rondweg herhaalde. Want er is voor de zaak van den vrede ,VeeI gelegen aan Zuiverheid van verkla ring en opvatting in de Belgische kwestie. i De onlusten in Japan. De „Times" verneemt uit Tokio van 17 Aug.: De regeering heeft er in toe gestemd dagelijks twee malen aan de i pers mededeeliugen te verschaffen over plaats en omvang der ongeregeldheden, liet bulletin van gisteren maakt melding van verschillende kleinere ongeregeld heden te Tokio, waaraan volksmenigten van 1000 tot 10.000 menschen deelnamen. In achttien districten waren do betoo gingen min of meer ernstig, o a in de steden Osaka, Kyoto en Kobe, i De,bladen bespreken lieden den moge- lijken levensduur van het kabinet en j be wei en, dat de ministers van binnen- landsche zaken en van verkeerswezen reeds ontslag hebben gavraagd. De eerste minister zal zich weldra naar Nikko begeven, om van den keizer machtiging te verkrijgen, dat de rêgeering alle rijstvoorraden zal kunnen opkoopen. Men ziet hierin een eersten stap tot een regeeringsmonopolie. Wat de geruchten over aftreden betreft, mag met vertrouwen worden gezegd, dat de eersteminister niet zal aftreden eer de tegenwoordige ernstige quaestie geregeld is. Sfa nje en Duitschland. MADRID, 20 Aug. Officieel wordt ge meld, dat de ministerraad tenslotte de protest-nota van Duitschland heeft goed- goedgekeurd. In de nota worden de Duit sche U-boot misdaden tegen Spanje op gesomd, waarby 20 pOt. der Spaansche koopvaardijvloot tot zinken is gebracht en meer dan 100 Spanjaarden het levi n lieten. De regeering verklaarde in de aota, dat elke nieuwe torpedeering gevolgd zal worden door de inbeslagneming als tijdelyke maatregel gedurende d< n oorlog, van de Duitsche schepen in de Spaansche havens en wel zooveel tonnenmaat als vernietigd werd. Instructies iu dien zin zijn gezonden aan den Spaanschen gezant te Berlijn. Het is ts hopen, dat de Duitsche regeering deze beslissing beschouwt als niet on- vereenigbaar met de strikte neutraliteit, waaraan Spanje steeds heeft vastgehou den en van plaH is vast te houden. Japan lacht Een Japansch blad deelt mee, dat de Fransche regeering aan Japan verzocht heeft den stoomvaartdienst tusschen Ja pan en Frankrijk, tusschen Indië en Frankrijk, tusschen Madagaskar en Frank- f rijk over te nemen. Vóór den oorlog was deze dienst in handen van de Messageries Maritimes, welke 19 stoomschepen op die lijnen in de vaart had. De regeering heeft echter al deze schepen in beslag geno men voor oorlogsdoeleinden. Bovenstaande illustreert wel sterk het gebrek aan schepen bij de Entente- Japan profiteert thans daarvan en het is niet aan te nemen, dat Japan na den oorlog van de eenmaal verkregen voordeelen af stand zal doen. De Entente heeft zelf een gevaarlijken concurrent binnenge haald. De Amerikaansche negersoldaten. Aan de „New-York Times" wordt uit Camp Dix (New Yersey) bericht, dat daar meer dan 2500 negersoldaten, die ook voor de beschaving in Europa komen strijden, uit Florida aankwamen en ter stond de noodige mantels eischten, daar zij zonder meer van hun veldarbeid af geroepen waren, in de militaire treinen hadden móeten gaan en naar het Noor den getransporteerd waren, waar het veel kouder dan in Florida was. Toen men hun zeide, dat er wel een paar dagen zouden heengaan, alvorens de noodige mantels voor hen gereed zouden zijn, kropen zij gauw in bed en verklaarden, dat de oorlog wat hen betrof altijd mocht duren, als zij maar onder de wollen dekens moch ten blijven. Korte oorlogsberichten. In Duitschland wordt vetklaard, dat het gebrek aan stoffen voor kleeren al veel verminderd is en het rijks klee- renbureau de beschikking heeft over verscheiden millioenen meter deugdeljjke stoffen voor bovenkleeding en binnen kort ook verscheiden meter stqf v< or ondergoed zal ontvangen, terwijl uitéén

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1918 | | pagina 1