No. «17
Dinsdag 18 Juni 1918
3Se Jaargang
De AntirevilutianaiiB lijst.
De föroote Oorlog
no. elf
elf
Pu» IDENBURG.
A. W. F. Idenburg.
C. v. d. Voort van Zijp.
J. van der Molen.
F. H. de Monté ver
Loren.
Uitgave van
de Nawnl. Venn. LUCTOR ET KMERGO,
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P- D H U IJ L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Coiutre, Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Aboanementsprjsi
Per 8 maanden fr. p. post f 1.60
Losse nummers0.06
Prjs der A d v e r ten ti ën:
1—4 regels f 0.80, iedere regel meer 20 et.
3-maal wordt 2-maal berekend.
Bj abonnement roordeeiige voorwaarden.
Bewijsnummers 6 cent
De Antirevolutionaire lijst.
1. IDENBURG A. W. F.
2. v. d. VOORT VAN ZIJP C.
3. v. d. MOLEN J.
4. DE MONTÊ VER LOREN F. H.
5. BEUMER dr. E. J.
6. RUTGERS mr. V. H.
7. DE WILDE mr. J. A.
8. DE VEER mr. A. A.
9. DUYMAER VAN TWIST L. F,
10. SCHOUTEN J.
On»# Ijst is de elfde van het stem
biljet.
De antirevolutionaire lijst op uw stem
biljet Is
De candidaat voor wiens naam gij het
witte puntje hebt zwart te maken is no. 1
van de lijst waar het getal
boven «iaat.
Zie, die zich met ingang van I Juli
a. 8. op „De Zeeuw" abonneeren, ontvan
gen de tot dien datum verschijnende num
mers gratis.
i.
Wil de lezer nog iets naders weten om
trent de tien Candida ten op de stemlijst
no. elf. op het stembiljet, -waarvan wij in
ons no. van Vrijdag der vorige week
een verkleinden afdruk gaven?
Dan zij hem het volgende in herinnering
gebracht.
No. 1 staat de heer A. W. F. ld en-
burg Deze is met Coljn, die helaas
zich niet verkiesbaar stelt op het oogen-
blik de meest populaire man in het land,
zoowel bq onze partij als bj den tegen
stander.
Als officier in het Nederlandsch leger,
later in Nederlandsch Indië, heeft hij
steeds het Christelijk vaandel 'hoog gehou
den; en zich de belijdenis van den eeni-
gen Naam tot zelfs in de hoogste kringen
des lands nimmer geschaamd.
Reeds in 1894, toen hij met verlof in
Nederland was, als kapitein in het Neder
landsch Indische leger, werd hij in de
antirevolutionaire partij' ernstig als can
didaat voor de Tweede Kamer genoemd-
Thans, bijna een kwarteeuw later, is,
wat toen nog een vraag scheen, dewijl
slechts weinigen hem kenden ,geen vraag
meer. Nu is algemeen in den lande de
wensch uitgesproken: mocht deze uitne
mende Christen-staatsman als onze anti-
revolutionaire pleitbezorger een plaats her-
krjgen in de Volksvertegenwoordiging.
En dat met reden.
Immers in 1897 in de Kamer gekomen
als afgevaardigde voor Gouda, trok hj al
spoedig de algemeene aandacht wegens
zjne groote alzjdige kennis, zijn kennis
van en liefde tot onze koloniën, de vrij
moedigheid zjner beljdenis en de. beslist
heid van zjjn optreden.
Kort daarop minister van koloniën ge
worden, als opvolger van den, wij zou
den zeggen, te vroeg ontslapen Van Asch
v. Wjck, gevoelden vriend en tegenstan
der, dat daar zijn plaats was; en hij
toonde door zijn geheele optreden, dat
hj te regeeren wist niet alleen, maar
ook do sociale en geestelijke nooden van
den inlander begreep en diens belang
zocht te bevorderen.
In 1906, bj de optreding van een libe-
raal kabinet uit „de regeering" geraakt,
werd hem al spoedig de belangrijke taak
van gouverneur van Suriname toever
trouwd. In 1909 weer in het kabinet te
rug, gewerd hem de Koninklijke onder
scheiding der benoeming tot gouverneur-
generaal van Nederlandsch Indië, welk
ambt hj zoo naar genoegen bekleedde,
dat op verzoek der tegenwoordige liberale
regeering hij als zoodanig aanbleef bij de
wisseling van kabinet, ja zelfs toen zijn
wettelijke tjd verstreken was, op verzoek
dierzelfde regeering zjn vertrek naar Ne
derland nog een jaar uitstelde.
En nu in het ambteloos leven terugge
keerd, als staatsman van gerjpte kennis
eu bekwaamheid en zeer rijke ervaring,
nam hj terstond weer met het oude vuur
voor de zaak Gods in de gelederen der
antirevolutionairen plaats. Men zag hem
zitting nemen in het Centraal Comité on-
zer Partj, en als waarnemend voorzitter
op de jongste Deputatenvergadermg een-
derwjs gelukkige leiding aan dé debat
ten geven, dat hj de verschillende mee
ningen tot een bracht, zoodat de gansche
partj in haar elfhonderd vertegenwoordi
gers unaniem met het ongewjzigde pro
gram van actie medeging.
Natuurlijk heeft het hem, vooral toen
hj gouverneur-generaal was, aan critiek
van liberale zijde niet ontbroken; niet om
dat hij 't niet goed deed, maar om zijne
belijdenis, aan welke hij, zij 'took, gelijk
te begrijpen is, met groole voorzichtigheid,
ook op den Troon te Buitenzorg, getrouw
bleef.
Het vrjzinnig-democratische Kamerlid
mr. Marchant noemde hem „den dweper
die op den troon van Buitenzorg zit".
De tegenwooidige unie-lberale minister
Pleyte zei, dat hij „met een brekend
hart(l) uit Indië gekomen was", vanwege
hetgeen hj zag van den man wiens „pon-
tiek in Indië (toen) gevoerd het land ter
verderve (voerde)", en bestendiging van
van wiens bestuur „het land onherstel
bare schade (zou) toebrengen".
Wj zouden het ge'tal van dergelijke
droeve uitspraken uit den mond, of uit
de pen van liberale sprekers en schrijvers
gevloeid, nog kunnen vermeerderen; doch
waartoe zou 't noodig zijnl Het meeren-
deel hunner heeft bij nadere kennisma
king, hetzj met den mond (Marchant),
hetzj door de daad (Preyte) deze grof
heden ingetrokken. Hierover dus niets
meer.
Genoeg zj 't, om te doen gevoelen
hoe trotsch wj er op zijn, dat deze man
no. 1 staat op. de Ijst no .elf, waarop
wj stemmen moeten. En dat juist hj 'tis
voor wiens naam wj 't witte puntje heb
ben zwart te maken.
Wij, antirevolutionairen, stemmen der
halve op 3 Juli a. s. allen no. 1:
No. 2 op de Ijst is een nederlandsch
hervormd predikant, de heer C. v. d.
Voort van Zjp, een kerkelijk man
derhalve, maar die in den goeden zin ook
is een poxitiek man.
Evenais zijn, wij zouden zeggen,te
vroeg ontslapen ambtgenoot Talma, is hj
in de politiek gegaan uit liefde voor ons
Christenvolk, inzonderheid voor de Chris
ten-werklieden en de voorstanders der
vrije school. Zelf uit den kring van den
arbeid voortgekomen en op de Christelijke
school (te Dordrecht) gevormd, rijpte in
hem reeds vroeg de liefde tot God en Zijn
dienst, en de iust om op alie terrein
de| levens de eere van Zijn Naam te
mogen bevorderen. Zoo kwam hj tot het
predikambt. Doch meenende in den strijd
voor de vrije school en de verheffing
van den arbeid meer bij de Overheid
dan in de Kerk te kunnen doen, liet
hij zich in 1908 als opvolger van zijn
vriend Talma in Tietjerksteradeel voor de
Kamer candidaat stellenen zoo kwam
hij in de Kamer, om aldaar, met meer
dere predikanten „in ruste" als o. a. dr.
de Visser en dr. Brummeikamp, de rech
ten des voiks bj de Landsregeering te
bepleiten. Hij bracht het in die quali-
teit tot voorzitter der antirevolutionaire
Kamerclub.
Wij achten het een eere voor onze
partj, dat als no. 2 op hare Ijst voor
komt de naam van ds.
No. 3 van onze anti-revolutionaire Ijst
is de hoer J. v. d. Molen, de bekerde
wethouder van Rotterdam, ce i man, uom
kneed in onderwijszaken, maar in da
Kamer ook een meesier op meerdere wa
penen gebleken. Zijn laa s e redevoerin
gen, eeae waarin Lij Zijn voors.ei tot
verbetering der traktementen van open
bare en bijzondere onde.w.jZers verleng
de, en een andere waar.n lij den teen
stander bestrafte, die met nietswaardige
argumenten bet ontwerp-Lohman tot £i-
nauciëe.e gelijkstelling van de traklemen-
ten der bijzondere me. die der o, enbare
onderwij/.ers bestreed, ge.uigen van zijn
liefde voor 't onderwijs, voor het vrije
onderwjs en voor het recht der Chris.e-
lj'ke onderwjzers. Maar ook zijn scherp
afkeurend woord tot den minister van
landbouw gericht bij gelegenheid \an diens
\<Br,lediging van i.e. on w rp ot verscher
ping ner dis uibut.e-maa. regelen hee t ge
toond hoe de heer v. d. Mole.i de reoii e
man op de rechte plaats is in de Kamen'.
Hj schijnt een s erk man te zijn, die
bj de zware taak van wetnouder van
de groo e lcoo, s ad oor die van Kamerl d
naar benoormi kan vervuil n Wia hem
aanz.e, dei gtoo s en en zwairs ge-
bouwden ma i der Kamer, ij geneig nog
veei van hem te verwac e i. Nu, ook
wj doen dit, doch wj bdd n van dun
Ikere, dat Die Le.nu bekracmige, want
twee taken van da., soort, 't is inderdaad
zwaar. En letten wj op zoo menigen
krachtiger, s aaismau, die. overwerkt en
cp in den bloei der jaren aan den lande
ontviel, - wj noemen slechts dr. Bos;
Ocstgrbaan, mr. Tydeman, Talma en de
beide hoeren Regout, dan zeggen wj:
O, dat wij toch v. d. Molen nog lange
mogen houden; dat hij leve voor Gods
aangezicht I
Maar 't is ook al het gebrek aan alzjdig
kundige staatslieden in onze partij, van
welke nog altijd geldt: „niet vele rijken,
•u weinig edelen", hetwelk maar al te
vaak dwingt meer dan één taak op de
schouders van enkelen te leggen.
Wat alles evenwel niet wegneemt, dat
wj met biijdschap vernamen, dat op de
lijst die ook de Zeeuwen ter stembus
noodt, de naam prijkt van
No. 4 op de antirevolutionaire lijst is
de heer Do Monté ver Lór en.
Voor velen e n onbekende; dus zal hij
we! niet veil beteekenen, zegt gij'? Mis
gezegd. Als wie weinig bekend is in de
wereld, weinig b teekenen zou, lezer. Jan
waren wij zeker alt maal gi'oote sukkels.
En dat wil'en wij èn van onszelf èn van
onze medelezers toch niet gezegd zijn.
Wij, die gele ri hebben den ander uitne-
menrler te achten dan ons zeiven, zullen
allerminst kunnen verdragen dat men onze
naasten, onze vrienden en geest erwanten,
lezers van ons antirevolutiona re blad
sukkels scheldt.
De heer De Monté (spreek uit Monroe;
ver Loren is dan ook allerminst oen suk-
kei. Integendeel hij is een man van groole
bekwaamheid en uitgi b ede kennis, doch
hij' presteert di© terecht alleen op 't ter
rein waar zijde siudiën zich ste.ds heb
ben bewogen. Iets dat wel niemand onzer
zal verwonderen. Imm rs wij' kennen Jen
latijnschen regel, dien onze Groen van
Prinsterer indertijd zjn toen mali. en jeug
digen vriend dr. Bronsveld in he innering
bracht: „nee omnia pos-unt ómn«s" niet
allen kunnen alles. Trouwens, dit behoeft
ook niet.
Nu is dit ook het géval met den heer
ver Loren. Bijna hadden wjj hem ook
verloren, maar de zeliopolfe ing van mr.
Rutgers heeft hem voor de Kamer be
houden. Wij verloren v. r Loien niet
De heer Monté ver Loren had zich
aanvankelijk teru get okk-n as caudilaa',
dewijl hij' geen genoegen nam met de
hem aangewezen plaats, een plaats, niet
in overeenstemming met de aanspraak
in een ve Ijarig lidmaatschap der Kamer
op waar Jeering1 van zij!n arbeid verworven.
Mr. Rutgers schikte toen voor h m in,
en 700 kwam de ho r Monté ver Loren
op deze plaats te staan. Ei n plaat3. waar
op hij metterdaad recht heft.-Niet omdat
hij aanleg hee t om in volksvergaderingen
zjne redenaarsgaven te ontplooien; deze
gave toch mis, hij'. Maar omdat lij is
een kundig, ijverig werker, een „onont
beerlijke technische kracht" in de Ka
mer; een specialiteit, voornamelijk op
financieel gebed. iDoor zijn verschillende
betrekkingen aan het departement van
Waterstaai heeft hij zich st e ls he mee t
op administrate! gebied bewogen; hij was
de laatste jaren yoor zijn intrede in de
Kamer administ. ateur der afd e.ing Spoor
wegen. Niemand zal ontkennen dat ook
aan mannen, wier studie in ,lezo rich
ting ligt, behoefte bestaat.
Voor wie den heer Monté ver Loren
niet kennen, zij nog b rinneri dat 'hij
eon z'va er is van ds, van Lelcveld, den
Goeschen Hervormden dominé van ©enige
jaren geleien.
Sedert 1909 was hij lid der Kamer voor
't district B reukelen.
Wij begroeten dan ook met ingenomen
heid op onze lijst den naam van
Kiezershulp.
Uit 'tland van Tholen gewerd ons de
vraag om inlichti. gen inzake hulp aan
de kiezers.
De gelegenheid om kiezers te ho'.pen
is niet groot.
j Artikel 79 van de "Kieswet zegt alleen:
„Wanneer blijkt dat' een kiezer hu.pbe-
hoevend is, kan de voorzitter toestaan
dat hij ?ich doet bijs.aan."
Hul, be..oe rend is Ij oorb ®d: een
blinde of nagenoeg b.inide, lamme of
verminkte, dergelj e me eci.en m g' n,
mits in het stemhokje, worden
bijgestaan.
Een kiadsche kiezer is naar onze mee-
ning niet hulpbe oevend. Hj kan Lest
nog ee i witte stip z.art maken.
In het s emlokaa! mag iemand voor
de controle aa wezig zijn.
Artikel 81 toch zegt: Gedurende den
tijd, dat het s e nbareau zitting houdt,
zjn de kiezers bevoegd in he stemlokaal
te verioeven, voorzoo e" de orde daar
door niet wordt vers.oord.
Een Hervormd predikant onder het anti
revolutionaire vaandel.
Het zou ons geen moeite kosten om
op één oogenblik meer dan vijftig Her
vormde predikanten op to noemen, die
met lust en liefde, en met volie instem
ming dienen onder bet antirevolutionaire
vaandel.
Wj noemen er thans maar één: ds.
Knap, uit Groningen, den redacteur van
„Oude Paden".
Hj waarschuwt zijn vrienden, dat zij
niet zullen duiden, dat kerkelijke verschil
len worden uitgespeeld.
Hj keert zich tegen hen die beweren,
dat slechts leden van de Geref- Kerken
zich in de Antirevolutionaire partj thuis
kunnen gevoelen. En hij voegt er aan toe:
Men zal u meermalen zeggen, dat
©en lid der Hervormde Kerk niet bj de
antirevolutionairen behoort. Weerieg,
vermaan, onderricht! Wat mj aangaat,
ik ben met vele partjgenooten Her
vormd. Maar dit wil ik toch openlijk
uitspreken: Ik zegen het oogenb.ik, dat
ik mij pub.iekeijk onder het antirevolu-.
tionaire vaandei geschaard heb; omdat
juist deze groep zoo kloek opkomt voor
de heerschappj der heiige ordinantiën
in 't mensciieijk leven en daarmede
voor de eer onzes Gods.
Ik zegen het oogenblik, dat ik
m ij publieke Ijk onder het anti
revolutionaire vaandel ge
schaard heb zoo roept het uit
de Hervormde predikant Ds. Knap.
Zegt het voort zoo roepen wj D1
Rotterdammer na zegt het voort
aan al de „vrienden der Hervormde Kerk"
die u aan het antirevolutionaire vaandel
ontrouw wülen maken.
Zegt het aan aie Christusbeijders in
de Hervormde Kerz, die aarzeien tot ons
toe te treden.
Beknopt overzicht van den toestand.
Wj' zouden, om den toestand van het
oogeiibxik te schetsen, het overzicht
uit ons vo.ig nommer let.erhjk kun
nen overnemen; of nie-s zeggen. Want
de toestand breef onveranderd, riet offen
sief op het Weatfront is verflauwd, en het
ofiensief in Italië is gebroken.
Hit laatste vooral is jammer. Jammer
voor Oostenrijk, dat naar vrede hjgt, en
jammer voor ICaaë dat zijn belang begint
ie voelen om uit den greep der Entente
uit te komen.
Of het voor Duitschland nu zoo ge-
wenscht is dat Oostenrijk in Italië wint,
zouden wij w.llen betwijfelen. Immers een
kind begrjpt dat, zoodra Oostenrjk met
itadë heext afgerekend, bet zjn volkje
niet meer warm krijgt voor een tochtje
naar het Westfront. Daarbij hangen er
boven dit veeltalige, in zichzelf verdeelde
tand dreigende onweerswolken. De splijt
zwam, die Rusiand deed ui tóén spatten,
woeit ook Oostenrijks vastigheden los. wat
zou Duitscinand van zoodanigen bondge- i
noot nog mogen verwachten?
Trouwens Hui.sch.ana ziet dit zelf ook
wei in. Het liet Oostenrjk op het Zuider
front geheel al.een het spits afbijten. Met
wede gevolg? Hat een groot deel der door
de Oostenijkers gemaakte veroveringen
reeds weer venoren gingen. Zoo werjj
ten oosten van de Brenta de door de
Oostenrijkers veroverde berg Raiiiero door
de Italianen hernomen. Eveneens werd in
het gebied der Sette Communi, waar de
Oostenrijkers op de Enge.sche linies st.e-
ten, een tegenaanval ondernomen, waar
door een deel van het daar gewonnen
terrein weder moest worden ontruimd.
De inham, die dooi' den Oostenrjkachen
mval ontstaan was in het Engelsche front,
werd door dien tegenaanval weder weg
gemaakt.
Daarbij komt, dat Duitschland en Oos
tenrijk het over Polen nog oneens zijn.
De Poolsch© vertegenwoordiger te- Berlijn
heeft echter gezegd, dat Po.en tevreden
is: Het wil geen twistappel zijn, met beide
Middelrijken saam werken, en ook tegen
over de Entente niet den schijn op zich
laden, dat zj zich bij Duitschland of
Oostenrijk aanMuit. Zoo hoopt Polen goede
betrekkingen met beiden te houden, en
de Entente niet te ontstemmen door zich
in de armen van den een of den ander
te werpen. Dat is verstandig. Het is de
staatkunde van het juiste midden, gelijk
Iloratius het noemt,
Ook in Bulgarije is het nog niet zui
ver. Het ontsiag van het liulgaarrehe mi
nisterie zal wel in verband staan met de
bekende ui-lating van Radoslawof, dat de
Vierbond in allen vorm aan Griekenland
den oorlog behoort te verklaren en Oost-
Macedonië, het land van Drama, Kavva-
lia en Serres bj Bulgarje dient te wor
den ingeljfd. Uit het aftreden van Ra-
doslawof's kabinet mag worden opge
maakt, dat Duitschland en Oostenrjk niet
geneigd 2jn aan Griekenland den oor
log te verklaren.
De Duitsche Keizer herdacht dezer da
gen het 30ste jaar zjner regeering: zjn
30ste kroonjaar. Op een felicitatie van
den Rjkskanrelier antwoordde hj telegra
fisch met de herinnering dat hij 26 jaar
als vredekeizer had mogen regeeren, doch
'nu helaas al bjaa vier jaar in den oor
log gewikkeld is. Hij sprak de hoop uit
op de zegepraal vau het Pruisische mili-
tairisme, hetwelk hij omschreef als: „de
geest van plichtsbesef, orde, trouw en ge-
hoorzaamhe.d". Een omschrjving, indien
zij gemeend is, met welke wij kunnen in-
s.emmon. Van deze vier genoemde volks
deugden toch is de i stand..onding van 'n
staand ieger de vrucht. Daarom zjn wj
ook voor algemeenen oefenplicht, maar
met zoo kort mogelijken diensttjd.
Of het op den duur bij ven boteren
zal tusschen Duitschland en Turkije? Wj
voelen neiging het Engelsche blad (Man
chester Guardian) ge.ijk te geven als
'tschrijft: De Turken eischen de Russi
sche Zwarte Zee-vloot en de Krim. Zij
willen de overheerschende mogendheid
zijn in de Zwarte Zee. He neenzakking
van Rus.and roept, natuurlijkerwijs, Tuik-
eche herinneringen en eerzu~h.en wakkjr;
maai- die ontwaking is ni.et aangenaam
aan Duitschland, dat naar de Duit
sche pers het botweg schrijft er de
voorkeur aan zou geven, wanneer de Tur
ken oprukten, tegen Bagdad en Jerusalem,
veeleer dan tegen Kaukasië, Perzié en de
Krim.
Bovendien is er een politiek gevaar.
Wanneer Turkije in bet noorden uitge
strekte „kleinigheden" in de wacht s.eept,
zou het in een betere positie zijn, om
betreffende zu.den tot een vergeljk
te komen met de geallieerden. Het is
een vrij bekende zaan, dat bij meer dan
één geiegeuheid gedurende dezen oor.og
de 'Turken hebben getracht, het met de
geallieerden op een accooidj© te' gooien-
Deze pogingen mogen al of niet serieus
bedoeld en vee. beiovend zjn geweest
voor HuLschland zjn zij een blijvend ge
vaar; en het is een gevaar, dat een be
dreiging vormt voor de oiitwixkeLng van
de Huitsche politiek in het Hosten.
Korte oorlogsberichten.
In Am.erikaai.sche wa.eren zijn se
dert 1 Febr. 1917, het beg.n van den
onbeperkte.i duinb-oo.oorlog, 3d troepen-
transportschepen tot zinken geb.acnt.
He oppositie Legm dsn oor.og neemt
in Bulgarije toe He koing ;ie«L ,ie one
slagaanvr ge van den niiuisier-preiiient
Rauoslawof aanvaard.
He Amierikaansche pers vertoont
groote vreugde over de Fransche over
winning bij tompiègne en brengt leven
dige hu.dj aan den generalissimus Foeh.
Een staaiscrisis. Vo.ge..eHa-
vas bespreekt de Fran c. e pers den toe
stand in Oos.enrijk-Hongarij© en uit zj
de mee nil g, dat liet Hos enrijksche of
fensief samenhangt met een zeer ern-
stigen bi .nemandscnen oe riand. He. ver-
ze. der isecnen en Joego-Slaven is nog
steeds kracütig, terwijl de Po.en het ka-
bine.-S iler ieen ha he ijke posit e heb
ben gebracht en elk oo0e-ibl.k tot de
oppositie dreigen over te gaan. Do toe
stand is zoo dat de Wee.xsche corres
pondent van het Berliner Tageblatt seinde,
He crisis is geen parlementaire of regee-
rings risis, doch ee i s aatscri is.
Tegen politieke massa-sta
king. He soiiaal-cle.uocratisclie partij en
de vereenigde vakveree i„ingen van Neu
renberg hebben een mani.esi gepubliceerd,
waarin gewaarschuwd wordt tegen een po
litieke massa-staking, welke heden be
ginnen zou. Aanleiding tot de staking
zou zjn een vermindering van het brood
rantsoen en de vertraging in de invoe
ring van de kiesrechthervorming ij»
Pruisen.
De veestapel. Met den vee
stapel i n Dui sclilaud staat het zooIn
één jaar is het aantal va kens van
13 000.000 verminderd to 5.700 000. Het
rundvee is niet vee. in ge ai achteruit
gegaan, maar het gemiddelde gewicht per
s.uk is van 2x0 op 130 K.G. genomen.
De Nationale Raad der Tsjeclien
en Slovak®.), die te Parijs zeelt bericht
van *!iaar, dat hj door de Entente er
kend is. Deze raad ba stuur, de T.jecnisch-
S'ovaaksche beweging in de 'anden der
Geallieerden e i heeft de leiding van de
Tsjechiscli-SIovaak.che troepen, die in
FrankrijRus a id en La ië voor do zaak
der Entente snijden.
Rusland en Oekraine. De
spoorwegverb.ndi g (us c.,en Petersburg
en Kief (Rusland en -kra ne) zal worden
hersteld. Do uitvoer van 180 duize.id
pud suiker naar Wit-RuB and is door het
Oekrainsche ministerie van levensmidde-
léjxvoorziening toegeitana.