No. «17 Dinsdag 18 Juni 1918 3Se Jaargang De AntirevilutianaiiB lijst. De föroote Oorlog no. elf elf Pu» IDENBURG. A. W. F. Idenburg. C. v. d. Voort van Zijp. J. van der Molen. F. H. de Monté ver Loren. Uitgave van de Nawnl. Venn. LUCTOR ET KMERGO, gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P- D H U IJ L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Coiutre, Goes. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Aboanementsprjsi Per 8 maanden fr. p. post f 1.60 Losse nummers0.06 Prjs der A d v e r ten ti ën: 1—4 regels f 0.80, iedere regel meer 20 et. 3-maal wordt 2-maal berekend. Bj abonnement roordeeiige voorwaarden. Bewijsnummers 6 cent De Antirevolutionaire lijst. 1. IDENBURG A. W. F. 2. v. d. VOORT VAN ZIJP C. 3. v. d. MOLEN J. 4. DE MONTÊ VER LOREN F. H. 5. BEUMER dr. E. J. 6. RUTGERS mr. V. H. 7. DE WILDE mr. J. A. 8. DE VEER mr. A. A. 9. DUYMAER VAN TWIST L. F, 10. SCHOUTEN J. On»# Ijst is de elfde van het stem biljet. De antirevolutionaire lijst op uw stem biljet Is De candidaat voor wiens naam gij het witte puntje hebt zwart te maken is no. 1 van de lijst waar het getal boven «iaat. Zie, die zich met ingang van I Juli a. 8. op „De Zeeuw" abonneeren, ontvan gen de tot dien datum verschijnende num mers gratis. i. Wil de lezer nog iets naders weten om trent de tien Candida ten op de stemlijst no. elf. op het stembiljet, -waarvan wij in ons no. van Vrijdag der vorige week een verkleinden afdruk gaven? Dan zij hem het volgende in herinnering gebracht. No. 1 staat de heer A. W. F. ld en- burg Deze is met Coljn, die helaas zich niet verkiesbaar stelt op het oogen- blik de meest populaire man in het land, zoowel bq onze partij als bj den tegen stander. Als officier in het Nederlandsch leger, later in Nederlandsch Indië, heeft hij steeds het Christelijk vaandel 'hoog gehou den; en zich de belijdenis van den eeni- gen Naam tot zelfs in de hoogste kringen des lands nimmer geschaamd. Reeds in 1894, toen hij met verlof in Nederland was, als kapitein in het Neder landsch Indische leger, werd hij in de antirevolutionaire partij' ernstig als can didaat voor de Tweede Kamer genoemd- Thans, bijna een kwarteeuw later, is, wat toen nog een vraag scheen, dewijl slechts weinigen hem kenden ,geen vraag meer. Nu is algemeen in den lande de wensch uitgesproken: mocht deze uitne mende Christen-staatsman als onze anti- revolutionaire pleitbezorger een plaats her- krjgen in de Volksvertegenwoordiging. En dat met reden. Immers in 1897 in de Kamer gekomen als afgevaardigde voor Gouda, trok hj al spoedig de algemeene aandacht wegens zjne groote alzjdige kennis, zijn kennis van en liefde tot onze koloniën, de vrij moedigheid zjner beljdenis en de. beslist heid van zjjn optreden. Kort daarop minister van koloniën ge worden, als opvolger van den, wij zou den zeggen, te vroeg ontslapen Van Asch v. Wjck, gevoelden vriend en tegenstan der, dat daar zijn plaats was; en hij toonde door zijn geheele optreden, dat hj te regeeren wist niet alleen, maar ook do sociale en geestelijke nooden van den inlander begreep en diens belang zocht te bevorderen. In 1906, bj de optreding van een libe- raal kabinet uit „de regeering" geraakt, werd hem al spoedig de belangrijke taak van gouverneur van Suriname toever trouwd. In 1909 weer in het kabinet te rug, gewerd hem de Koninklijke onder scheiding der benoeming tot gouverneur- generaal van Nederlandsch Indië, welk ambt hj zoo naar genoegen bekleedde, dat op verzoek der tegenwoordige liberale regeering hij als zoodanig aanbleef bij de wisseling van kabinet, ja zelfs toen zijn wettelijke tjd verstreken was, op verzoek dierzelfde regeering zjn vertrek naar Ne derland nog een jaar uitstelde. En nu in het ambteloos leven terugge keerd, als staatsman van gerjpte kennis eu bekwaamheid en zeer rijke ervaring, nam hj terstond weer met het oude vuur voor de zaak Gods in de gelederen der antirevolutionairen plaats. Men zag hem zitting nemen in het Centraal Comité on- zer Partj, en als waarnemend voorzitter op de jongste Deputatenvergadermg een- derwjs gelukkige leiding aan dé debat ten geven, dat hj de verschillende mee ningen tot een bracht, zoodat de gansche partj in haar elfhonderd vertegenwoordi gers unaniem met het ongewjzigde pro gram van actie medeging. Natuurlijk heeft het hem, vooral toen hj gouverneur-generaal was, aan critiek van liberale zijde niet ontbroken; niet om dat hij 't niet goed deed, maar om zijne belijdenis, aan welke hij, zij 'took, gelijk te begrijpen is, met groole voorzichtigheid, ook op den Troon te Buitenzorg, getrouw bleef. Het vrjzinnig-democratische Kamerlid mr. Marchant noemde hem „den dweper die op den troon van Buitenzorg zit". De tegenwooidige unie-lberale minister Pleyte zei, dat hij „met een brekend hart(l) uit Indië gekomen was", vanwege hetgeen hj zag van den man wiens „pon- tiek in Indië (toen) gevoerd het land ter verderve (voerde)", en bestendiging van van wiens bestuur „het land onherstel bare schade (zou) toebrengen". Wj zouden het ge'tal van dergelijke droeve uitspraken uit den mond, of uit de pen van liberale sprekers en schrijvers gevloeid, nog kunnen vermeerderen; doch waartoe zou 't noodig zijnl Het meeren- deel hunner heeft bij nadere kennisma king, hetzj met den mond (Marchant), hetzj door de daad (Preyte) deze grof heden ingetrokken. Hierover dus niets meer. Genoeg zj 't, om te doen gevoelen hoe trotsch wj er op zijn, dat deze man no. 1 staat op. de Ijst no .elf, waarop wj stemmen moeten. En dat juist hj 'tis voor wiens naam wj 't witte puntje heb ben zwart te maken. Wij, antirevolutionairen, stemmen der halve op 3 Juli a. s. allen no. 1: No. 2 op de Ijst is een nederlandsch hervormd predikant, de heer C. v. d. Voort van Zjp, een kerkelijk man derhalve, maar die in den goeden zin ook is een poxitiek man. Evenais zijn, wij zouden zeggen,te vroeg ontslapen ambtgenoot Talma, is hj in de politiek gegaan uit liefde voor ons Christenvolk, inzonderheid voor de Chris ten-werklieden en de voorstanders der vrije school. Zelf uit den kring van den arbeid voortgekomen en op de Christelijke school (te Dordrecht) gevormd, rijpte in hem reeds vroeg de liefde tot God en Zijn dienst, en de iust om op alie terrein de| levens de eere van Zijn Naam te mogen bevorderen. Zoo kwam hj tot het predikambt. Doch meenende in den strijd voor de vrije school en de verheffing van den arbeid meer bij de Overheid dan in de Kerk te kunnen doen, liet hij zich in 1908 als opvolger van zijn vriend Talma in Tietjerksteradeel voor de Kamer candidaat stellenen zoo kwam hij in de Kamer, om aldaar, met meer dere predikanten „in ruste" als o. a. dr. de Visser en dr. Brummeikamp, de rech ten des voiks bj de Landsregeering te bepleiten. Hij bracht het in die quali- teit tot voorzitter der antirevolutionaire Kamerclub. Wij achten het een eere voor onze partj, dat als no. 2 op hare Ijst voor komt de naam van ds. No. 3 van onze anti-revolutionaire Ijst is de hoer J. v. d. Molen, de bekerde wethouder van Rotterdam, ce i man, uom kneed in onderwijszaken, maar in da Kamer ook een meesier op meerdere wa penen gebleken. Zijn laa s e redevoerin gen, eeae waarin Lij Zijn voors.ei tot verbetering der traktementen van open bare en bijzondere onde.w.jZers verleng de, en een andere waar.n lij den teen stander bestrafte, die met nietswaardige argumenten bet ontwerp-Lohman tot £i- nauciëe.e gelijkstelling van de traklemen- ten der bijzondere me. die der o, enbare onderwij/.ers bestreed, ge.uigen van zijn liefde voor 't onderwijs, voor het vrije onderwjs en voor het recht der Chris.e- lj'ke onderwjzers. Maar ook zijn scherp afkeurend woord tot den minister van landbouw gericht bij gelegenheid \an diens \<Br,lediging van i.e. on w rp ot verscher ping ner dis uibut.e-maa. regelen hee t ge toond hoe de heer v. d. Mole.i de reoii e man op de rechte plaats is in de Kamen'. Hj schijnt een s erk man te zijn, die bj de zware taak van wetnouder van de groo e lcoo, s ad oor die van Kamerl d naar benoormi kan vervuil n Wia hem aanz.e, dei gtoo s en en zwairs ge- bouwden ma i der Kamer, ij geneig nog veei van hem te verwac e i. Nu, ook wj doen dit, doch wj bdd n van dun Ikere, dat Die Le.nu bekracmige, want twee taken van da., soort, 't is inderdaad zwaar. En letten wj op zoo menigen krachtiger, s aaismau, die. overwerkt en cp in den bloei der jaren aan den lande ontviel, - wj noemen slechts dr. Bos; Ocstgrbaan, mr. Tydeman, Talma en de beide hoeren Regout, dan zeggen wj: O, dat wij toch v. d. Molen nog lange mogen houden; dat hij leve voor Gods aangezicht I Maar 't is ook al het gebrek aan alzjdig kundige staatslieden in onze partij, van welke nog altijd geldt: „niet vele rijken, •u weinig edelen", hetwelk maar al te vaak dwingt meer dan één taak op de schouders van enkelen te leggen. Wat alles evenwel niet wegneemt, dat wj met biijdschap vernamen, dat op de lijst die ook de Zeeuwen ter stembus noodt, de naam prijkt van No. 4 op de antirevolutionaire lijst is de heer Do Monté ver Lór en. Voor velen e n onbekende; dus zal hij we! niet veil beteekenen, zegt gij'? Mis gezegd. Als wie weinig bekend is in de wereld, weinig b teekenen zou, lezer. Jan waren wij zeker alt maal gi'oote sukkels. En dat wil'en wij èn van onszelf èn van onze medelezers toch niet gezegd zijn. Wij, die gele ri hebben den ander uitne- menrler te achten dan ons zeiven, zullen allerminst kunnen verdragen dat men onze naasten, onze vrienden en geest erwanten, lezers van ons antirevolutiona re blad sukkels scheldt. De heer De Monté (spreek uit Monroe; ver Loren is dan ook allerminst oen suk- kei. Integendeel hij is een man van groole bekwaamheid en uitgi b ede kennis, doch hij' presteert di© terecht alleen op 't ter rein waar zijde siudiën zich ste.ds heb ben bewogen. Iets dat wel niemand onzer zal verwonderen. Imm rs wij' kennen Jen latijnschen regel, dien onze Groen van Prinsterer indertijd zjn toen mali. en jeug digen vriend dr. Bronsveld in he innering bracht: „nee omnia pos-unt ómn«s" niet allen kunnen alles. Trouwens, dit behoeft ook niet. Nu is dit ook het géval met den heer ver Loren. Bijna hadden wjj hem ook verloren, maar de zeliopolfe ing van mr. Rutgers heeft hem voor de Kamer be houden. Wij verloren v. r Loien niet De heer Monté ver Loren had zich aanvankelijk teru get okk-n as caudilaa', dewijl hij' geen genoegen nam met de hem aangewezen plaats, een plaats, niet in overeenstemming met de aanspraak in een ve Ijarig lidmaatschap der Kamer op waar Jeering1 van zij!n arbeid verworven. Mr. Rutgers schikte toen voor h m in, en 700 kwam de ho r Monté ver Loren op deze plaats te staan. Ei n plaat3. waar op hij metterdaad recht heft.-Niet omdat hij aanleg hee t om in volksvergaderingen zjne redenaarsgaven te ontplooien; deze gave toch mis, hij'. Maar omdat lij is een kundig, ijverig werker, een „onont beerlijke technische kracht" in de Ka mer; een specialiteit, voornamelijk op financieel gebed. iDoor zijn verschillende betrekkingen aan het departement van Waterstaai heeft hij zich st e ls he mee t op administrate! gebied bewogen; hij was de laatste jaren yoor zijn intrede in de Kamer administ. ateur der afd e.ing Spoor wegen. Niemand zal ontkennen dat ook aan mannen, wier studie in ,lezo rich ting ligt, behoefte bestaat. Voor wie den heer Monté ver Loren niet kennen, zij nog b rinneri dat 'hij eon z'va er is van ds, van Lelcveld, den Goeschen Hervormden dominé van ©enige jaren geleien. Sedert 1909 was hij lid der Kamer voor 't district B reukelen. Wij begroeten dan ook met ingenomen heid op onze lijst den naam van Kiezershulp. Uit 'tland van Tholen gewerd ons de vraag om inlichti. gen inzake hulp aan de kiezers. De gelegenheid om kiezers te ho'.pen is niet groot. j Artikel 79 van de "Kieswet zegt alleen: „Wanneer blijkt dat' een kiezer hu.pbe- hoevend is, kan de voorzitter toestaan dat hij ?ich doet bijs.aan." Hul, be..oe rend is Ij oorb ®d: een blinde of nagenoeg b.inide, lamme of verminkte, dergelj e me eci.en m g' n, mits in het stemhokje, worden bijgestaan. Een kiadsche kiezer is naar onze mee- ning niet hulpbe oevend. Hj kan Lest nog ee i witte stip z.art maken. In het s emlokaa! mag iemand voor de controle aa wezig zijn. Artikel 81 toch zegt: Gedurende den tijd, dat het s e nbareau zitting houdt, zjn de kiezers bevoegd in he stemlokaal te verioeven, voorzoo e" de orde daar door niet wordt vers.oord. Een Hervormd predikant onder het anti revolutionaire vaandel. Het zou ons geen moeite kosten om op één oogenblik meer dan vijftig Her vormde predikanten op to noemen, die met lust en liefde, en met volie instem ming dienen onder bet antirevolutionaire vaandel. Wj noemen er thans maar één: ds. Knap, uit Groningen, den redacteur van „Oude Paden". Hj waarschuwt zijn vrienden, dat zij niet zullen duiden, dat kerkelijke verschil len worden uitgespeeld. Hj keert zich tegen hen die beweren, dat slechts leden van de Geref- Kerken zich in de Antirevolutionaire partj thuis kunnen gevoelen. En hij voegt er aan toe: Men zal u meermalen zeggen, dat ©en lid der Hervormde Kerk niet bj de antirevolutionairen behoort. Weerieg, vermaan, onderricht! Wat mj aangaat, ik ben met vele partjgenooten Her vormd. Maar dit wil ik toch openlijk uitspreken: Ik zegen het oogenb.ik, dat ik mij pub.iekeijk onder het antirevolu-. tionaire vaandei geschaard heb; omdat juist deze groep zoo kloek opkomt voor de heerschappj der heiige ordinantiën in 't mensciieijk leven en daarmede voor de eer onzes Gods. Ik zegen het oogenblik, dat ik m ij publieke Ijk onder het anti revolutionaire vaandel ge schaard heb zoo roept het uit de Hervormde predikant Ds. Knap. Zegt het voort zoo roepen wj D1 Rotterdammer na zegt het voort aan al de „vrienden der Hervormde Kerk" die u aan het antirevolutionaire vaandel ontrouw wülen maken. Zegt het aan aie Christusbeijders in de Hervormde Kerz, die aarzeien tot ons toe te treden. Beknopt overzicht van den toestand. Wj' zouden, om den toestand van het oogeiibxik te schetsen, het overzicht uit ons vo.ig nommer let.erhjk kun nen overnemen; of nie-s zeggen. Want de toestand breef onveranderd, riet offen sief op het Weatfront is verflauwd, en het ofiensief in Italië is gebroken. Hit laatste vooral is jammer. Jammer voor Oostenrijk, dat naar vrede hjgt, en jammer voor ICaaë dat zijn belang begint ie voelen om uit den greep der Entente uit te komen. Of het voor Duitschland nu zoo ge- wenscht is dat Oostenrijk in Italië wint, zouden wij w.llen betwijfelen. Immers een kind begrjpt dat, zoodra Oostenrjk met itadë heext afgerekend, bet zjn volkje niet meer warm krijgt voor een tochtje naar het Westfront. Daarbij hangen er boven dit veeltalige, in zichzelf verdeelde tand dreigende onweerswolken. De splijt zwam, die Rusiand deed ui tóén spatten, woeit ook Oostenrijks vastigheden los. wat zou Duitscinand van zoodanigen bondge- i noot nog mogen verwachten? Trouwens Hui.sch.ana ziet dit zelf ook wei in. Het liet Oostenrjk op het Zuider front geheel al.een het spits afbijten. Met wede gevolg? Hat een groot deel der door de Oostenijkers gemaakte veroveringen reeds weer venoren gingen. Zoo werjj ten oosten van de Brenta de door de Oostenrijkers veroverde berg Raiiiero door de Italianen hernomen. Eveneens werd in het gebied der Sette Communi, waar de Oostenrijkers op de Enge.sche linies st.e- ten, een tegenaanval ondernomen, waar door een deel van het daar gewonnen terrein weder moest worden ontruimd. De inham, die dooi' den Oostenrjkachen mval ontstaan was in het Engelsche front, werd door dien tegenaanval weder weg gemaakt. Daarbij komt, dat Duitschland en Oos tenrijk het over Polen nog oneens zijn. De Poolsch© vertegenwoordiger te- Berlijn heeft echter gezegd, dat Po.en tevreden is: Het wil geen twistappel zijn, met beide Middelrijken saam werken, en ook tegen over de Entente niet den schijn op zich laden, dat zj zich bij Duitschland of Oostenrijk aanMuit. Zoo hoopt Polen goede betrekkingen met beiden te houden, en de Entente niet te ontstemmen door zich in de armen van den een of den ander te werpen. Dat is verstandig. Het is de staatkunde van het juiste midden, gelijk Iloratius het noemt, Ook in Bulgarije is het nog niet zui ver. Het ontsiag van het liulgaarrehe mi nisterie zal wel in verband staan met de bekende ui-lating van Radoslawof, dat de Vierbond in allen vorm aan Griekenland den oorlog behoort te verklaren en Oost- Macedonië, het land van Drama, Kavva- lia en Serres bj Bulgarje dient te wor den ingeljfd. Uit het aftreden van Ra- doslawof's kabinet mag worden opge maakt, dat Duitschland en Oostenrjk niet geneigd 2jn aan Griekenland den oor log te verklaren. De Duitsche Keizer herdacht dezer da gen het 30ste jaar zjner regeering: zjn 30ste kroonjaar. Op een felicitatie van den Rjkskanrelier antwoordde hj telegra fisch met de herinnering dat hij 26 jaar als vredekeizer had mogen regeeren, doch 'nu helaas al bjaa vier jaar in den oor log gewikkeld is. Hij sprak de hoop uit op de zegepraal vau het Pruisische mili- tairisme, hetwelk hij omschreef als: „de geest van plichtsbesef, orde, trouw en ge- hoorzaamhe.d". Een omschrjving, indien zij gemeend is, met welke wij kunnen in- s.emmon. Van deze vier genoemde volks deugden toch is de i stand..onding van 'n staand ieger de vrucht. Daarom zjn wj ook voor algemeenen oefenplicht, maar met zoo kort mogelijken diensttjd. Of het op den duur bij ven boteren zal tusschen Duitschland en Turkije? Wj voelen neiging het Engelsche blad (Man chester Guardian) ge.ijk te geven als 'tschrijft: De Turken eischen de Russi sche Zwarte Zee-vloot en de Krim. Zij willen de overheerschende mogendheid zijn in de Zwarte Zee. He neenzakking van Rus.and roept, natuurlijkerwijs, Tuik- eche herinneringen en eerzu~h.en wakkjr; maai- die ontwaking is ni.et aangenaam aan Duitschland, dat naar de Duit sche pers het botweg schrijft er de voorkeur aan zou geven, wanneer de Tur ken oprukten, tegen Bagdad en Jerusalem, veeleer dan tegen Kaukasië, Perzié en de Krim. Bovendien is er een politiek gevaar. Wanneer Turkije in bet noorden uitge strekte „kleinigheden" in de wacht s.eept, zou het in een betere positie zijn, om betreffende zu.den tot een vergeljk te komen met de geallieerden. Het is een vrij bekende zaan, dat bij meer dan één geiegeuheid gedurende dezen oor.og de 'Turken hebben getracht, het met de geallieerden op een accooidj© te' gooien- Deze pogingen mogen al of niet serieus bedoeld en vee. beiovend zjn geweest voor HuLschland zjn zij een blijvend ge vaar; en het is een gevaar, dat een be dreiging vormt voor de oiitwixkeLng van de Huitsche politiek in het Hosten. Korte oorlogsberichten. In Am.erikaai.sche wa.eren zijn se dert 1 Febr. 1917, het beg.n van den onbeperkte.i duinb-oo.oorlog, 3d troepen- transportschepen tot zinken geb.acnt. He oppositie Legm dsn oor.og neemt in Bulgarije toe He koing ;ie«L ,ie one slagaanvr ge van den niiuisier-preiiient Rauoslawof aanvaard. He Amierikaansche pers vertoont groote vreugde over de Fransche over winning bij tompiègne en brengt leven dige hu.dj aan den generalissimus Foeh. Een staaiscrisis. Vo.ge..eHa- vas bespreekt de Fran c. e pers den toe stand in Oos.enrijk-Hongarij© en uit zj de mee nil g, dat liet Hos enrijksche of fensief samenhangt met een zeer ern- stigen bi .nemandscnen oe riand. He. ver- ze. der isecnen en Joego-Slaven is nog steeds kracütig, terwijl de Po.en het ka- bine.-S iler ieen ha he ijke posit e heb ben gebracht en elk oo0e-ibl.k tot de oppositie dreigen over te gaan. Do toe stand is zoo dat de Wee.xsche corres pondent van het Berliner Tageblatt seinde, He crisis is geen parlementaire of regee- rings risis, doch ee i s aatscri is. Tegen politieke massa-sta king. He soiiaal-cle.uocratisclie partij en de vereenigde vakveree i„ingen van Neu renberg hebben een mani.esi gepubliceerd, waarin gewaarschuwd wordt tegen een po litieke massa-staking, welke heden be ginnen zou. Aanleiding tot de staking zou zjn een vermindering van het brood rantsoen en de vertraging in de invoe ring van de kiesrechthervorming ij» Pruisen. De veestapel. Met den vee stapel i n Dui sclilaud staat het zooIn één jaar is het aantal va kens van 13 000.000 verminderd to 5.700 000. Het rundvee is niet vee. in ge ai achteruit gegaan, maar het gemiddelde gewicht per s.uk is van 2x0 op 130 K.G. genomen. De Nationale Raad der Tsjeclien en Slovak®.), die te Parijs zeelt bericht van *!iaar, dat hj door de Entente er kend is. Deze raad ba stuur, de T.jecnisch- S'ovaaksche beweging in de 'anden der Geallieerden e i heeft de leiding van de Tsjechiscli-SIovaak.che troepen, die in FrankrijRus a id en La ië voor do zaak der Entente snijden. Rusland en Oekraine. De spoorwegverb.ndi g (us c.,en Petersburg en Kief (Rusland en -kra ne) zal worden hersteld. Do uitvoer van 180 duize.id pud suiker naar Wit-RuB and is door het Oekrainsche ministerie van levensmidde- léjxvoorziening toegeitana.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1918 | | pagina 1