No. 212
Woensdag 12 Juni 1018
32e Jaargang
Bitgstf* «bB
ie Maand. Vsa&- LUCSEQS ET EMhftGO,
gevestigd S®ss.
tg Geesi
LANGE VORSIBTRAAT 219.
Sams te JötóeüsHïgf
FIRMA F. P. DHUIJ L- BURG.
Drukkers:
Qosterbaan LG o i a t r <S, Goes.
De Antirevolutionaire lijst.
1. IDENBURG A. W. F.
2. v. d. VOORT VAN ZIJP C.
3. v. d. MOLEN J.
4. DE MONTÊ VER LOREN F. H.
5. BEUMER dr. E. J.
6. RUTGERS mr. V. H.
7. DE WILDE mr. J. A.
8. DE VEER mr. A. A.
9. DUYMAER VAN TWIST L. F.
10. SCHOUTEN J.
Onze lijst is de elfde van het stem
biljet.
SggaWII I ll—HIBIITHB |«II3——M—C—BtBB—BtBPI- II
Uitveeriog en uitbrefdlr.g.
Artikel 6 van ons Program van1 Actie
is een van de mooiste. Het vindt stel
lig algeh-eele, algemeen© instemming. Men
leze slechts:
Zonder venter verwijl ga de Regee
ring over tot uitvoering van de in
1913 door H. M. de Koningin uitge
vaardigd© wetten van sociale strek
king, en daarop volge zoo spoedig
mogelijk de aanvulling van die wetten
door opneming in de verzekering van
de weduwen en van de zelfstandig
hun bedrijf uitoefenende personen,
alsmede door opneming van de ge
neeskundige verzorging in de ziekte
wet. Voorts worde de ongevallenver*-
izekering hoe ©er hoe beter uitge
breid tot landbouw, visseherij en zee
vaart.
Zonder ver-wijl uitvoering van de wet-
Talmal Onbeschaamder stuk is door de
mannen van Links zelden uitgehaald dan
dit: een wet- van de Koningin, al in het
Staatsblad afgekondigd, door haar minis
ters en dezer radicale en sociale drij
vers in de Kamer ter zijde gelegd, en
geweigerd uit te voeren.
Dat hebben onze mannen hun telkens
in herinnering gebracht; en nu zijn wij
verplicht het te doen, omdat de ure der
afrekening aanstaande is.
Nu moet in de Kieaersvergaderingeja
aan de Van Raaltes en De Muralts ge
vraagd wonden: waarom hebt gij, die zoo
ijvert voor Ouderdomspensioen, niet ge
zorgd dat al van 1913 af de Invalide
werkman .hetzij van 70 jaar of vele ja
ren jonger zijn pensioen heeft, en de
weezen van die werklieden hun weezen-
geld kunnen genieten?
En vooral het Kabinet, dat op andere
punten van Staatsbeleid een goede aan-
teekening waard is, waarom is dit op
zoo schandelijke jvijze in verzuim geble
ven?
Dit in de eerste plaats.
Maar in de tweede plaats vragen wij
nu van onz,e candidaten en van een
toekomstige regeering dat medegewerkt
worde tot het verkrijgen van:
Pensioen voor weduwen en alleenwer-
kende personen.
Gratis geneeskundige verpleging voor
verzekerde werklieden.
Uitbreiding van de ongevallenverzeke
ring voor: landbouw, zeevaart en vis
seherij.
Het iis een schreeuwend onrecht, dat
dit laatste; reeds in 1904 door dr. Kuy
per ingediend, noch door het kabinet-
Da Meester, noch door het ontwerp-Talma,
noch door het vijfjarig: bewind: van thans
5s ter hand genomen. Er tegen getuigen is
tevens uitspreken de noodzakelijkheid der
voorziening.
Het Calvinisme.
Het devies van alle anli-revoluLionaireb
dr. Kuyper voorop is: Tegen de
Revolutie het Evangelie!
Niet bet Calvinisme!, 'maar het Ejvaii-
gelde.
-Het Calvinisme is overigens altijd eelt
machtige factor Lot sfeviging van ons
volksleven geweest.
Op nienige bladzijde, in Groen's werken
kan mein lezen, dat Groen van Prinsterer
m navolging van Burke, Stahl en Omzet
er ook zoo over dacht.
En eveneens liberalen als Fruin, v.
Violen en Bakhuizen v. d. Brink.
Groen van Prinsterefs gevleugeld
jy°j0)^ZJJn geestelijke kinderen van
Calvijn (Neus sommies issus de Calvin)
is Aetfena
E,n ook dat ajndere van dezen zelden
staatsman, de|n stichter der anti-revolutio
naire partij:
Het Calvinisme is de grondslag en
waarborg van onze constitutioneele vrij
heden.
Pastoor Verbraak f.
Ook van deze plaats in ons blad mag
een woord van hulde niet achterblijven
aan de nagedachtenis van Pastoor Ver-
braak; doji 'emin^iiteii vriend onzer in
Zeeuw
VERSG83JNÏ EtEBN
Alf&£BS&fg&Cag£$£:
Pa* 8 seussbsh te. pesï
Löös
lAGk
OM
-D.G5
Rrjjs d«r ABvsltealigfii
1—tffèès IGJO, fsdsffi mm W ei.
Asfiuü 3 ami fctseateffliL
Bij sfefflBssasct vöoïthssii^
i 8S&
Atjeh vechtende kolonialen; menschen,
voor wie hij de gevaren van den krijg
dertig jaren lang heeft getrotseerd, en
aan wie hij bij tijden en ontijden, dag
en nacht, in allerlei omstandigheden, on
schatbare diensten heeft bewezen.
Pastoor Verbraak is voor zijn op
treden in Atjeh anderhalf jaar, en na
volbrachten arbeid in Atjeh negen jaren
in Padang werkzaam geweest; in 1912
heeft hij rust genomen en is dezer dagen
op 83-jarigen leeftijd te Mag-elang ge- i
storven.
Honderden, ja duizenden heeft hij ver- I
maand en getroost, en voortgeholpen, die
dankbaar zich zijner zullen herinneren-
Daarom zal zijne nagedachtenis tot zege
ning zijn.
REDE Jhr. ÜSr L0HMAN.
Goes. Door het Bestuur der Statenkring-
vereeniging Goes (Chr. Historische Unie)
was tegen gisteravond in de Prins van
Oranje een openbare vergadering uitge
schreven.
De vergadering werd geopend met een
welkomstwoord van den héér J. Plazier,
die het op hoogen prijs verklaarde te
stellen, dat ZEx. Jhr. mr A. F. de Sa-
vornin Lohman overgekomen was, om te
spreken over de vraag, waarom de Chr.
Iiistorischen en Anti-Revolutionairen uit
een zijn gegaan en nog uiteen blijven, en
daarop in gebed voorging.
De heer Lohman, daarop het woord ver
krijgende, begon met te zeggen, dat hij
in de Kamer een rede heeft gehouden,
welke als afscheidsrede bedoeld was. Ze
is onder den titel „Doe Recht' 'uitge
geven. De grondwetsherziening, met name
de voltooiing van den schoolstrijd noopte
spr. echter zich nog niet terug te trekken.
Spr. vertrouwt, dat alle aanwezigen zijn
vrienden zijn, tot welke der beide groe
pen zij ook behooren. De wet toch heeft
ons gedwongen thans uiteen te gaan. Voor
mijn gevoel sta ik hier niet tegenover
tegenstanders.
Spr. vond te meer aanleiding, om hier
eens te spreken over genoemd onderwerp,
wijl „de Standaard' 'ee.n minder correcte
voorstelling heeft gegeven, door te be
weren, dat Goes- het district van Keu-
chenius zou zijn en dat Lobman hier lid
gebleven zou zijn op grond van de bij
zondere vereering van Kuyper voor Loh
man. Spr. verklaarde echter van dit laat
ste niet veel te hebben ervaren.
Spr. erkent, dat een der zwakheden
van de C. II. Unie was, dat ze minder
goed georganiseerd was. Men moet echter
niet vergeten, dat Goes nimmer 'n anderen
candidaat heeft verlangd. Een poging, om
Spr. uit te werpen, is indertijd mislukt.
Ik houd niet van splitsing, doch thans
is politieke scheiding noodzakelijk.
Als ik nu de oorzaken cler scheiding
bespreek, praat ik niet over den persoon
van dr. Kuyper, doch slechts over den
leider.
Ik ben geheel „toevallig" in de politiek
gekomen, tengevolge van den schoolstrijd,
dien ik lokaal in den Bosch heb moeten
aanbinden. Ik was rechter, dus had wei
nig gelegenheid mij te prepareeren. Dooi'
Groen van Prinsterer kwam ik in aanra
king met dr. Kuyper en gedurende een
jaar lang héb ik wegens ziekte van dr.
K. de redactie van „de Standaard' 'waar
genomen. Iedereen was toen- bang van
dr. Kuyper, vanwege diens eerzucht, waar
omtrent niet weinig werd overdreven. Ik
had en heb nog grootten eerbied voor de
gaven van dr. Kuyper. Mijn gaven zijn
niet met de zijne te vergelijken. Wij werk
ten op uitnemende wijze samen, ofschoon
niet altijd het advies van dr. K. gevolgd
werd. In het openhaar trad dr. K. meest
op, als voorzitter van het Centraal Comité,
welk concilie echter den noodigen en ge-
wenschfcen invloed uitoefende. De orga
nisatie was zoo gezond mogelijk- Wij, dr.
K. en "ik, staan in de meeste dingen
naast elkaar, zoo inzake algemeenen
dienstplicht, vrije school, enz. Ook op
kerkelijk gebied dachten wij één, en met
dr. K. ben ik altijd van meenïng geweest,
dat het kiesrecht al meer uitgebreid moest
worden. Toen de doleantie kwam, vond
ook ik het optreden tegen de Gerefor
meerden onrechtvaardig. Ik ben dan ook
aan de V. U. gekomen. Wij vonden bei
den aanleiding om bij elkaar te blijven,
want wij hadden geenerlei moeilijkheden-
Wij hadden ook een partijprogram, degelijk
werk van dr. Kuyper. Ook diens organi
satie was een voortreffelijke zaak. Wij,
Chr. Historischen, zijn op dit punt geen
goede navolgers geweest. Laat ons ho
pen, dat we nu beter kunnen organi
seer en. Een partij zonder organisatie is
geen partij.
Reeds onder bet 'kabinet Mackay be
gonnen de moeilijkheden, 't Was voor
rechts een moeilijke z:aak de noodige be
kwame mannen uit onz© gleïederen te
vinden. Toch is het gelukt, tot verras
sing: van de liberalen.
De kritiek van De Standaard op dit
kabinet was niet malsch. Vooral Keuchie-
nius werd daardoor getroffen. Dat gaf
al e enige spanning. Da schoolwet van
Mackay was lang niet. naar den zin
van dr. Kuyper. Toen Keucbenius aftrad,
wilde dr. IC. dat de Tweede Kamer zou
ontbonden worden. Het Volk moest uit
spraak doen. „De strijd tusschen het kruis
en de halve maan". Hierdoor werd de
strijd echter niet juist geschetst.
SpT. 'is toen opgetreden als minister,
om de schoolwet 'door een rechtsch ka
binet te doen behandelen, als .om een
zinkend schip te redden. Toen heit kabinet
Mackay was afgetreden bleef ik in Den
Haag en dr. IC. was in Amsterdam. Van
daar minder samenwerking. Het Cenlraal-
Comité was er niet nieer, zoodal dr. IC.
feitelijk leider was zonder concilie.
Door de kiesrechtkwestie is de schei
ding geforceerd. Kuyper pleitte voor huis
mans- en meervoudig kiesrecht en met
hem vele andere anti-revolutionairen. Nie
mand onzer wou algemeen kiesrecht.
Jammer, dat IC. toen is gaan onderhan
delen met den liberaal mr. Tak van Poort
vliet, zonder ruggespraak met de partij-.
Op' zekeren dag verscheen toen het ont
werp Tak, 'dat allen-, die schrijven kon
den, het kiesrecht verleende, po Stan
daard, niet het partij-blad, juichte dit toe.
En onze partij stond opeens voor een
fait accompli. Het spreekt, dat ik kalm
daartegen opkwam. Doch dit werd mij
ernstig kwalijk genomen ©n men noem
de mij spelbreker. Vooral wijl ik pro
fessor aan de V. U. was. Ik stelde voor
ons uit de politiek terug' te- trekken, doch
dr. IC, ging daarop niet in. Ik heb toen
mijn positie als professor moeten opof
feren. Dr. ICuypér beeft slechts erkend
hierin verkeerd gehandeld te hebben, dat
hij- te veel beeft vertrouwd op de Takki-
anen. Mr. Keuchenius was bet in alles
met mij eens.
Sinds dien is veel van wat door mij
werd. voorgesteld, tel "door dr. K. bestre
den. Zoo het Unierapport. Het is vele
jaren violent door hem bestreden. Toch
is het zonder wezenlijke verandeiringl aan
genomen en nu is het een baken in zee
voor dr. IC. Toén heette bet. dat het
Unierapport het ondieWwij's rijkszaak zou
maken, hetgeen nu 'door dr. K. voorge
staan wordt. Ook inzake den eed ver
schilden wij van meening en wijzigde dr.
IC. zijn standpunt in den loop der jaren.
Inzake den schoolstrijd héerscht een
misverstand. Idenburg en Colij'n zeiven
erkennen, dat de Standaard daarvan de
dupe is.
Alle schoolkwesties lossen zich nu al
meer op, ook inzak© kiesrecht zijn vatij
weer meer op één lij'n gékomen. Wij strij
den beiden nu voor die- vrije school.
Toch kunnen wij1 nog niet samengaan,
omdat wij op- een verschillend standpunt
staan. Wij A. R. gaan van deze stelling
uit, dat alle macht berust bij de Kroon
en dat daarnaast een volksvertegenwoor
diging moet staan, die de regeering con
troleert en steunt. Wanneer de Kamer"
(pijeen is, dan moet ze bestaan uit zelfstan
dig oordeelende perso-neh. Niet de meer
derheid, maar het Macht moet zegevieren.
Dit is ook grondwettelijk. De kiezers heb
ben slechts te zorgen, dat zij personen
hunner keuze naar de ICamer afvaardigen.
Nu Is de groote vraag: Ho© weten zij,
in wie zij vertrouwen kunnen hebben?
Karakter en richting bepalen 'hier den
weg. De richtingen nu hebben de nar tij en
doen vormen.
Het was goed gezien van dr. ICuyper,
dat hij een program opmaakte. Dit was
eisch van goied beleid. Ook in de: Kamer
was onderling -overleg noodig, doch bin
dend was bet 'niet. Dr. Kuyper nu- staat
in dit opzicht op eeln ander standpunt. Hij
was afkeerig van olncemgheid; ook wilde
hij, dat de Kamerleden zich z-oudeln hou
den aa'n den wil der kiezers. De leider-
zou wel voor -de kiezers optreden, opdat
zij niet gefopt zouden worden. Dr. IC.
stond op die wijze, tusscheln volk en Ka
mer, ten koste vaak van de zelfstandig
heid der Kamer. Dit ware niet erg ge
weest als de leider immer gelijk ge-had
had, doch dit was vaak niet het geval,
getuige het werkje „Starrentritsen" van
del hand van dr. IC.
Dr. Kuyper's standpoint inzake de ver
antwoordelijkheid der Kamerleden is door
alle liberalen o-vergelno-m-en. Het ligt dan
ook op de revolutionaire lijln -
Spr. noemde als een voorbeeld het pas
behandelde w.o. inzake onderwijjzerssala-
rissen valn Lojhman c.s'. Alle linksch© par
tijen haddein bij voorbaat hun stem be
paald. Praten hielp- niets meer. Joch had
ik in de oinclerwijscoanmissie 3 jaren met
verschillende linksche heereii geredeneerd.
We moeten er nu op aansturen, dat
de Kamer haar zelfstandigheid we,er te
rugkrijgt. Zte heeft veel van haar prestige
verloren .Men spreekt er niet om elkan
der te overtuigen. De stemmen staan bij1
voorbaat reeds vast. Zoo wordt de natio
nale tijd verboemeld. Mem gebruikt veelal
de ICamer voor yertooni-ügen voor de
kiezers.
We willen onafhankelijke Kamerleden,
die echter wel degelijk rekenen met wat
o-n-der het volk leeft. Aanraking met de
kiezers blijft d-e eisch. In de a.-r. partij
heeft het volk' slechts in schijn invloed
op wat er gedaan wordt. Bij ons is dat
anders.
Verder acht spr. samengaa|n] pog niet
gewenscht, -omdat dr. IC. zegt: „Tegefii
de revolutie het Calvinisme". De Gerer
meerden mi|oete|n den toon aangeven. Vroe
ger was dat niet zoo. In het begin had
men de puriteinen ejn de mannen vam
het Réveil. Eerst later werd door dr. IC.
van Calvinisten gesproken, toen de man
nen van het Réveil niet meer afgestooten
kondein worden. Wij' nemen niet -iemands
meening als grondslag aan, maar, de
Schrift ztel-ve. Op kerkelijk gebied is een
heid eisch ,do-ch op politiek gehield is
eenheid valn Schriftopvatting niet noodig.
Zelfs onder leden va,n delzelfde klerk is
verschil van opvatting' omtrent politieke
zaken, getuige de vrouwenkiesrecht-
kwestie.
Groen van Prinsterer had een veel rui
mer opvatting in deze dan dr. K.
Met het o-og op dit alles moeten wij
kiezen tusschen C.-H. eni A.-R. Het is
van belang dat men zich hiervan goed
rekenschap- geeft.
D© C.-H. Unie blijft m.i. beter in de
lijn van Groen van Prinsterer.
D:s. J. L. ICIomp van Schone- spreekt
e-r zijn blijdschap over uit, dat jhr. Loh
man nog zoo fier zijn re-de heeft uit
gesproken. Ik wil, ofschoon tot de a.-r.
partij behoorende, niet met een bestrijding
komen, doch slechts een enkele vraag
doen. Dat dr. Kuyper fouten heeft be
gaan, is door meer dan een: onzer voor
mannen erkend. Toch ontken ik, dat de
Kamerleden geheel gebonden personen
zijn. Ook betwijfel ik, dat dr. Kuyper
te veel het Calvinisme op .den voorgrond,
gebracht heeft.
Heemskerk b.v. heeft niet altijd naar
dr. K.'s zin gehandeld, 't Is waar, dr.
K- heeft veel in die a.-r. partij te zeggen,
doch lang 'niet 'allen nemen dit als be
ginsel aan. Ook Rutgersgedraagt zich
zeer vrij in de Kamer. Ik juich dit zeer
toe. 'Mannen van karakter mogen en kun
nen niet altijd buigen. Men mag dus niet
zeggen, dat -de geheel© partij aan den
lei-band loopt. Met den heer Idenburg,
.dentoekomstigen leider, zullen ook nieuwe
wegen bewandeld worden.
Dr. Kuyper zou, in strijd met Groen,
meer 'het Calvinisme dan het Evangelie
tegenover de Revolutie gesteld hebben.
Doch Talma was toch geen Calvinist en
van den doopsgezinden predikant Hofstede
kan het o-o-k niet gezegd worden. Er zijn
vele Calvinisten in d-e partij, doch de
anderen vinden daarin geen aanleiding
om uittetreden. Ook zij vinden een plaats
bij ons.Moge de Heer© den heer Loh
man nog -een spanne tijds sparen en ster
ken om ons- door den edelen schoolstrijd
heen te helpen.
De heer Lohman zegt, dat als alle A.-R.
zoo- waren als ds. Klomp, men elkaar
wel om den hals zou kunnen vallen.
Zeker, er kan een andere richting ko-
- men. Dat ministers zelfstandig, bleven,
spreekt wel van zelf. Dat kan niet an
ders. Talma is slechts in de politiek ge
komen om zich aan het volk te geven.
Hij stond lechte-r meer aan onze zijde.
Spr. erkent, dat vele a.-r. hun zelfstan
digheid bewaard hebben. In die richting
dient men door te gaan, ook de liberalen.
Het is waar, diat er onder de a.-r. an
deren dan Calvinisten zijn, doch ik ga
maar na, in welken gees-t de leiding steeds
spreekt en 'schrijft.
Wij staan ,in den politieken strijd te
genover de on vromen'. Er is een anti
these;. daarop moet echter niet de schei
ding steunen, 't Is de roeping der Chris
tenen om die antithese op te lossen en
te overwinnen', 't Is hun roeping in de
kracht. Gods aanraking te zoeken met de
wereld en overal d-e zaak van het Chris
tendom te bevorderen. Isolement, zooals
Duymaer van Twist he-t verdedigt, is hier
af te keuren. Wij moeten ieder int de-
gelegenheid stellen kennis te maken met
Gods Woord.
Spreker dankt, de Go-esche kiezers voor
het hem geschonken vertrouwen en ver
klaart dat het hem spijt, dat de om
standigheden scheiding maakten. God
geve, dat wij altijd goede vrienden blijven.
(Applaus).
Nadat de heer Plazier met een kort
woo-rd -den spreker dank gebracht had,
besloot ds. P. J. Steinz de bijeenkomst
met dankgebed.
Tot. zoover het verslag van deze Chris
telijk Historische Propagandameeting, dio
behalve door mannen van C.-H. huize,
doö-r zeer vele anti-revolutionairen en ook
enkele liberalen werd bijgewoond. Ook
vel© vrouwen waren den grijzen staats
man komen beluisteren. De groote zaal
van de Prins van Oranje kon allen niet
bevatten, zoodat velen zich rn-et een staan
plaats in de aangrenzende zaal moesten
behelpen.
In het gezicht der groote Juli-gehenr-
t-enis zal het sommigen misschien be
vreemden, dat wij redactie van de
a.-r. „Zeeuw" zoo-'n groot verslag
plaatsen, waar zelfs „De Nederlander"
het blad van Lohman thans angst
vallig zorg draagt, dat het niet gebruikt
gebruikt wordt tot eenigerlei propaganda
voor den tegenstander (zie „Ned." no.
7544).
Wij meen-en niet te groote begeerte naar
objectiviteit te bezitten, als wij een groot
verslag van 'Lohman's rede plaatsen. Wij
zijn het bovendien verplicht aan onze vele
c. h. lezers, die vanavond naar de krant
zullen grijpen, om te zien wat hun leider
heeft gesprok-en. Onze deferentie voor den
heer Lohman zij een waarborg, dat wij
ons gaame van dien plicht gekweten
hebben.
Tenslotte vreezen we niet door ver
menigvuldiging van het woord van den
c. h. leider stemmen van ons a.-r. volk
te verliezen, ook al werd door dhr. Loh
man, onzen leider wel wat al te zeer met
de a.-r. partij vereenzelvigd en als schrik
beeld tentoongesteld.
O# Qmote Oorlog
Beknopt overzicht van den toestand.
Van verrassingen is op het Waterfront
geen sprak© meer.
De Franschen zijn op! alles berekend
eni op het ergste voorbereid.
Vandaar hun taaie tegenstand.
Een doorzetten van den aanval kost
den Duitschers, in deze- omstandigheden,
het behoeft gleen, betoog, geweldige
krachtsinspanning1 en offers en elke voet
terrein moeten zij met geweldige verbit
tering; bevechfien en niet plassen bloed
betalen. Maar zooveel te opmerkelijker
is het 'clan ook, dat zij eergisteren hun
aanval tóch nog- wisten door te zetten
en nieuwe successen wisten te behalen.
Veel stof tot beschouwingen leveren de
jongste berichten ons overigens niet.
Men leze er -cle officiëele communiqué's
maar op na en als men dan de kaart
raadpleegt is men in een paar minuten
„op1 de hoogte."
Een V. D.-bericht uit Berlijn maakt er
melding van, dat te Berlij-n op; het oogen-
blik onderhandelingen -gevoerd worden
tusschen leden van de rijksregéering en
het oppercommando omtrent een door
de Duitsche reg|eering af te leggen ver
klaring inzake de oorlogsdoeleinden. Men
verwachtte, dat bij hét bezoek van Buriin
aan Berlijn,' waar hij gister is aan
gekomen,ook met hem daarover van
gedachten zou worden gewisseld.
Men weet, dat in den laatsten tijd door
een g'root deel van de Duitsche peis,
zij- het in verschillenden zin, op een na
dere omschrijving! van de oorlogsdoelein
den is aangedrongen; de „Kreuzaeitung"
met haar oplmerkelijke' .actie voor eon
nieuw vredes-offiensief had den stoot er
toe gegeven. Ook het jongste nummer
van de „Köln, Ztg." pleit nog eens voor
een dergelijke oorlogsdoeleinden-omschrij
ving. Het blad is van oordeel, dat door-
kalme beredenieering! van de vredesmo-
gelijkheid de oorlogs'hartstocht van, den
tegen-stander niet z'al worden aangewak
kerd, omdat dezie eenvoudig; nieL hooger
opgevoerd worden kan. Het z'al, volgens
dit -dikwijls als officieus geldende blad,
eerder kalmeerend werken, wanneer men
van den kant der centralen nuchter en
zakelijk het oorlogsdoel bekend maakt.
Intusschen wordt g[emel|d, dat bedoelde
verklaring van de Duitsche ïie-geering n i e t-
het karakter zal dragen van een nieuw
Duitsch vredesaanbod.
Das versteht sich, wat niet yyegneemt,
dat Jief te betreuren is.
Toch kan het blootleggen der kaarten
wel een stap op den weg: naar den vrede
beteekenen.
De bladen vernemen uit Kief fBetref
fende de reeds -gtemelde ontwapening van
de Tsehescho-Slowakische opiO'erlingen in
Rusland worden nog de volgende- bij
zonderheden gepubliceerd, die degeheele
voorgeschiedenis van het Tsche-cho-Slo-
wakisch avontuur voldoende belichten,
liet optreden der Tschecho-Slowaken was
de oorzaak van de afkondiging van den
staat van beleg in Moskou. De Tschecho-
Slowaken kregien in Maart j.l. van de
volkscommissarissen verlof, gewapend en
wel via WJadiwostok naar hét Franscbe
front te vertrekken. Langs den Siberi-